FELLE STRIJD OM DE NIEUWE PAROCHIËLE INDELING! Wethouder Deerenberg verklaarde conflict met burgemeester Witschey Alphen helpt Zuidland ZATERDAG 23 MEI 1953 PE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA I Velen zagen bedehuisje als alleenzaligmakende kerk Wazige autoriteit uit nevelige verten vin. DE EERSTE TAAK VAN DE NIEUWE BISSCHOPPEN WAS, orde te scheppen in de geestelijke chaos, die door de eeuwenlange staat van „missieland", waarin de Katholieke Kerk in ons vaderland verkeerd had, gevaarlijke vormen had aangenomen. Tijdens het Twaalfjarig Bestand ,16091621), aldus had Van Oldebarneveldt getuigd, maakten de Ka tholieken door invloed en aantal nog het aanzienlijkste deel der natie uit. Sinds 1700 was daar een noodlottige ommekeer in gekomen. De schatting ral niet ver van de werkelijkheid verwijderd zijn, als men op grond van contemporaine getuigenissen aanneemt, dat in de gewesten der Zeven Pro vinciën de Katholieken tijdens de Gouden Eeuw nog drievijfde der bevol king uitmaakten. In 1800 v/as het omgekeerde het geval: de Katholieken waren in het Noorden ver in de minderheid geraakt. Onder het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden liep het aantal Katholie ken in de steden en stadjes van Noord- en Zuid-Holland schrikbarend ach teruit, een der redenen waarom Seminariepresident Van Vree, de latere Bisschop van Haarlem, zo onvermoeid bleef aandringen op het herstel der Hiërarchie. Het bleek in de laatste jaren vóór 1853, dat het aantal miniatuur kerkjes, missiestaties of kortweg „staties" genoemd, in menige plaats te groot werd in verhouding tot het aantal Katholieken. Daardoor ontstond er een concurrentiestrijd tussen de priesters, die de staties bedienden. Het geval is bekend van een pastoor in Leiden, die 's Zondagsmorgens voor de ingang van zijn kerk heen en weer liep om de voorbijgaande Katholieken, die op weg waren naar de kerk van zijn buurtpastoor, met zachte drang zijn eigen kerkdeur binnen te loodsen! Ruzies rond de hergeboorte De titel van „pastoor" was eigen lijk voor de geestelijke bedienaren van de staties te wijdlopig, want zij waren geen parochiële herders in de kerkrechtelijke zin van- het woord, daar er geen parochies waren en geen omschreven afbakeningen van geestelijke rechtsgebieden, zodat de priesters wel zielzorg, maar geen herderlijke macht over de bezoekers van hun kerkjes konden uitoefenen. Zodoende was het leggen van een geestelijke band met een bepaalde kerk aan de willekeur der gelovigen zelf overgelaten en hierin beslisten gewoonlijk de populariteit, het preek- talent en de ijver van de dienstdoen de priester of een zeker ongeschreven gewoonterecht in de families. In Rotterdam kerkte 'n huisgezin ge woonlijk bij de pastoor, die de moe der gedoopt en getrouwd had, en dit ging zo voor van geslacht op ge slacht. Het is niet te verwonderen.... Het is niet te verwonderen, dat er conflicten onder de geestelijkheid ontstonden. Maar wie moest hierin bemiddelend of beslissend optreden? De hóógste autoriteit was de Nun tius te Brussel, altijd een Italiaan, die namens de Congregatie tot "Voort planting des Geloofs, waaronder het „missieland" Nederland behoorde, als Vice-Superior het kerkelijk gezag uitoefende. Hij vervulde als Nuntius een diplomatiek ambt en kon zich weinig met de practische zielzorg bemoeien, temeer daar hij de taal niet verstond en met de plaatselijke verhoudingen hoogstens vaag be kend was. De Vice-Superior moet dan ook voor de meeste Katholieken der Hollandse Zending een wazige autoriteit geweest zijn, die vanuit nevelige verten hoogstens eens per jaar door zijn Vastenbrief van zijn belangstellingin hun geestelijk lot liet blijken. Het moet hem vrijwel onmogelijk geweest zijn, over plaat selijke geschillen onder de geeste lijkheid te beslissen. Daar hij te weinig van de plaatselijke bijzonder heden kon weten, moest hij de be oordeling wel aan de aartspriesterss overlaten. De aartspriesters namen bij voor komende conflicten dan ook de wei nig benijdenswaardige positie in van wrijfpaal tussen de Vice Superior en de dienstdoende geestelijkheid. Omdat zij echter zo goed als geen rechtsmacht bezaten over de pries ters in hun ress rt, werden hun be slissingen dikwijls genegeerd. Zo kon het gebeuren, dat een kapelaan te Dordrecht die ruzie' kreeg met zijn pastoor, eigenmashtig .met de hem toegedane gelovigen een soort tegenkerk begon. Er waren geen kerkbesturen Deze conflicten liepen veelal ook Over financiële zaken. Er waren geen kerkbesturen, die aan een of andere autoriteit rekenplichtig geacht kon den worden. Notabelen van de Sta tie beheerden met de priester de bezittingen. Dikwijls oefenden zij een te grote macht uit over hun pastoor alsof hij in hun dienst stond. Anders om waren er pastoors, die eigen machtig de zaken van de Statie be heerden alsof die hun eigendom wa ren zonder zich om enige rekenschap aan hogere autoriteiten te bekom meren. Te veel in de stad, te weinig op het land. Het godsdienstig onderricht was te zeer aan het toeval overgelaten. Wat ook al weer het gevolg moest zijn van het ontbreken van herder lijke macht over de schapen. In het liturgisch leven waren door het ge brek aan toezicht talrijke misbrui ken ingeslopen. Al waren er in de steden genoeg, dikwijls zelfs te veel kerkjes, het platteland was dikwijls van regelmatige zielzorg verstoken. Al deze invloeden te zamen hebben het verloren lopen van talrijke Ka tholieken tengevolge gehad. Vooral in de diocesen Utrecht en Haarlem het gebied der Hollandse Zending heerste een verregaande verwarring, omdat daar sinds 1704 zelfs geen Apostolische Vicaris ge weest was om het bewind te voe ren. De parochiële indeling. De zwaarste taak was ongetwijfeld voorbehouden aan de Aartsbisschop Mgr. Zwijsen van Utrecht en Mgr. v. Vree van Haarlem. De organisatie van de kerkelijke indeling moest door hen van de grond af worden opgebouwd, wat jaren in beslag heeft genomen. De parochiële indeling is niet zonder felle belangstelling en kerkelijke processen verlopen. Voor al de parochiële indeling in de ste den heeft heftige strubbelingen ver oorzaakt, enerzijds tussen gelovigen en geestelijkheid, anderzijds tussen de reguliere en seculiere autoritei ten. Vele gelovigen, die zich van ge slacht op geslacht tot een bepaalde Statie gerekend hadden, zagen zich van het hun vertrouwde kerkje door de nieuwe parochiële indeling losge scheurd. Jarenlang hebben vele fa milies hardnekkig geweigerd, in de nieuwe toestand te berusten; dikwijls bleef men het oude bedehuis als een soort alleenzaligmakende kerk be schouwen met kortzichtig voorbij zien van het kenmerk der alge meenheid. Waar teveel kerken waren, moes ten terwille van een redelijke paro chiële indeling enige kerkjes gesup primeerd worden, wat tot hartstochte lijke protestacties aanleiding gaf. Zo bestonden er in Groningen in schro melijke wanverhouding tot het be trekkelijk geringe aantal katholie ken liefst zeven kerkjes. Men kon hier met twee parochies volstaan. In Alkmaar waren er twee kerkjes van seculiere priesters, daarnaast nog drie, allen missiestaties, die in de onderdrukkingstijd achtereenvolgens door de Dominicanen, Francisca nen en Jez/uieten gesticht waren. Ook hier kwam met veel strijd een indeling in twee parochies tot stand n.l. een van de seculieren en een van de Dominicanen, zodat de Fran ciscanen en Jezuieten het veld moes ten ruimen. In Leiden, waar naast de seculie re priesters ook Dominicanen en Franciscanen een statie bedienden, werd de statie der Dominicanen op geheven. De overdracht der kerkelij ke goederen aan de nieuwe paro chies bracht hierbij allerlei inge wikkelde vermogenskwesties in het geding, die meestal heftige discus sies veroorzaakten. De rechten van regulieren en seculieren. Vooral waar het ging om de rech ten van seculieren en religieuzen is dikwijls lang en verbeten strijd ge voerd. Het is begrijpelijk, dat de religieu zen voornamelijk Franciscanen, Dominicanen en Jezuieten wier orde broeders kort na het uitbreken van de geloofsvervolging uit de Zuide lijke Nederlanden als missionarissen waren uitgezonden om onder de verweesde Katholieken de zielzorg in stand te houden hun histo risch verworven rechten niet voet stoots wilden prijsgeven. Na het schisma van Utrecht, waarbij zovele seculiere priesters zich in de Oud- Katholieke Kerk van Rome los scheurden, hadden de religieuze priesters in trouw aan de Paus in de Hollandse Zending een zeker overwicht verkregen. Zij beschouw den de opheffing van meerdere van hun Staties dan ook als een onver diend onrecht. Tenslotte hebben Mgr. Zwijsen en Mgr. Van Vree met kracht en be leid de kerkelijke organisatie tot stand gebracht, waardoor zij de grondslag hebben gelegd voor een krachtige opbloei van het kerkelijke en geestelijke leven in hun diocesen. Ook is onmiddellijk de zo noodza kelijke taak der priesteropleiding door de nieuwe bisschoppen ter hand genomen. De voormalige Apostoli sche Vicariaten 's-Hertogenbosch, Breda en Roermond bezaten al van de Napoleon-tijd af hun successieve lijk gestichte priesterseminaria. Voor de gehele Hollandse Zen ding diende sinds 1799 het Groot Seminarie te Warmond. Na het her stel der Hiërarchie'richtte Mgr. Zwij sen voor het nieuwe Aartsbisdom het Groot Seminarie van Rijsenburg op in 1857, nauwelijks vier jaren na zijn verheffing tot Aartsbisschop. Zo deed zich al onmiddellijk de weldadige invloed van het nieuwe bisschoppelijke bestuur gelden. De nieuwe parochie-indeling werd het sein voor een snelle kerkenbouw. Binnen enige tientallen jaren werden de voormalige kerkjes uit de ver- volgingstijd en uit de eerste jaren van de godsdienstvrijheid, die nu te klein waren en niet overeenstem den met omvang en grenzen van de nieuwe parochies, door ruimere Godshuizen vervangen. Zo verrezen er overal in ons land de geestdrif tige, soms wel té pompeuze kenteke nen van een uit onderdrukking en achterstelling herlevend Katholi cisme. Weldadiger zegen was, dat juist in deze tijd, waarin het brutaal opdrin gend rationalisme zijn verleidendein- vloed op de feesten ging uitoefenen, het kerkelijk Leergezag bij monde van de Bisschoppen de noodzakelij ke leiding kon verschaffen. Dat bleek overtuigend uit het Mandement over het Onderwijs, het eerste ge zamenlijke Mandement van het Ne derlandse Episcopaat, in 1867 uitge vaardigd, dat eenheid bracht in de verwarde meningen onder de Ka tholieken omtrent deze fundamen tele kwestie en de onmiddellijke aanleiding gaf voor hun politieke organisatie. Pater N. A. VAN RIJN, O.P. K. V.P .-vergadering NIET DE „DONDERREDE" WERKTE DE WONINGTOEWIJZING LOS In de Vrijdagavond in de St. Jo- sephzaal gehouden bijzondere bijeen komst van de KVP-afdeling, heeft weth. C. M. Deerenberg een nadere verklaring afgelegd met betrekking tot het conflict, dat, zoals uit ons raadsverslag destijds is gebleken, tus sen hem en de voorzitter van de raad, burgemeester Ed. C. Wischey, betreffende de woningbouw te Al phen aan den Rijn is ontstaan. Het woningbouwvraagstuk is zo ver strekkend, dat iedereen recht heeft te weten, hoe de juiste gang van za ken is. Zoals men weet heeft weth. Dee renberg, na de bewuste raadsverga dering van Maart j.l., waarin de bur gemeester ?ich fel had gekant tegen de lakse gang van zaken bij het de partement van Wederopbouw en Volkshuisvesting, in de vergadering van de KVP medegedeeld, dat de ge meente in het bezit was gekomen van woningbouwtoewijzingen, waar van een belangrijk deel zwart op wit vaststond en een ander deel in het vooruitzicht werd gesteld als „mogelijk" nog te verkrijgen voor dit jaar. In totaal was er toen sprake van 226 woningen, terwijl de burge meester enkele dagen tevoren zijn grote verontwaardiging had uitge sproken dat er nog steeds niets kon worden gebouwd. R.K. Woningbouwvereniging eerste In de raadsvergadering van 8 Mei j.l. betwistte de burgemeester het recht van wethouder Deerenberg, over de verkregen woningbouwtoe- wijzing mededeling te doen in de po litieke vergadering van de KVP en volgens hem zou wethouder Deeren berg naast het juiste aantal woningen zitten. In Mei 1952 zijn de plaat* - lijke woningbouwverenigingen door het college van B en W aangeschre ven om schetsplannen klaar te ma ken voor het bouwen van een aan tal woningen, omdat, ingeval van woningtoewijzing door de wederop bouw, de gemeente niet zonder bruikbare plannen zou zitten. Ook de R. K. woningbouwvereniging St. Joseph heeft een dergelijke opdracht gekregen. Deze woningbouwvereni ging had het eerste haar plannen be- stedingsklaar. Tot zijn spijt moest wethouder Deerenberg voorts ver klaren, dat de andere woningbouw verenigingen tot op de dag van he den nog geen enkel plan in hun be zit hebben, dat zóver is. Wel is het plan van de 26 en 6 woningen, waar van 4 met winkel, kort geleden be- stekklaar gekomen. Goedkeuring hierop is echter nog niet ontvangen. De andere woningbouwverenigingen hebben wel oudere plannen, maar deze moeten nog worden herzien, zelfs de 70 IJsselstein-woningen zijn pp heden nog niet zo ver, dat men zou gaan kunnen bouwen. In de raadsvergadering van 8 Mei is medegedeeld, dat de heren van Wederopbouw in de vergadering van B en W van 10 Febr. j.l. aanwezig zijn geweest op verzoek van de burgemeester. In deze vergadering heb ik, aldus wethouder Deerenberg, na 2 uren gepraat, gevraagd, er mee op te houdenomdat de onder handelingen stonden op een niveau, welke mij, en ook anderen, niet aanstond. In de raad van 8 Mei werd hierover door de wethouder duide lijk afkeuring geuit, hetgeen hij te voren al in de vergadering van het college had gedaan. De plannen van „St. Joseph" waren intussen zover gevorderd, dat bespreking met We deropbouw in Den Haag noodzake lijk was. Dit vond plaats op voor stel van het college. Op 16 Maart was dit plan zover, dat over toewij zing gesproken kon worden. Op eigen houtje Het was de wethouder, die tevens voorzitter is van de R. K. Woning bouwvereniging „St. Joseph", even min als aan de andere wethouders bekend, dat de secretaris op verzoek van de burgemeester naar Den Haag is geweest, om over de woningen te spreken en dat hij nog wel met een soort verdeling thuis was gekomen. Erg vreemd, aldus spr., maar zo is het. Ook bij wederopbouw werd over dit bezoek niet gerept. Toen Den Haag de bouwvergunning voor de 44 woningen van ,,St. Joseph" aan de heer Deerenberg had toegezegd, nam hij de vrijheid om ook over de rest van de 136 woningen te spreken, het geen het goede, reeds eerder mede gedeelde effect sorteerde. Hierover heeft de heer Deerenberg in de col legevergadering van 17 Maart ver slag uitgebracht. Het college had hiervoor waardering. Maar de vol gende morgen heeft de burgemeester telefonisch contact met Wederop bouw opgenomen en daar óp onvriendelijke wijze de heren te ver staan gegeven, dat hij het niet nair?, dat over de woningbouw afspraken werden gemaakt met wethouder Dee renberg. Hierop volgde de raadsvergadering van 23 Maart, met de opzienbarende verklaring van de burgemeestér, terwijl hij wist welke afspraak er was gemaakt en dat er een principe- regeling tevoren tot stand was geko men. Dit wetend, had de raad onge twijfeld anders op de opzienbarende reden van de burgemeester gerea geerd. Het is te droevig, aldus wét- houder Deerenberg, om hier lang bij stil te staan. De volgende dag, op 24 Maart, kwam de burgemeester triomfante lijk in de B en W-vergadering met de bewuste brief van Wederopbouw, waarin zwart op wit bevestigd was, hetgeen weth. Deerenberg had be reikt: n.l. toestemming tot bouwen van de 44 woningen, in April aan te besteden, de 70 woningen van IJs selstein in Juli te beginnen en in Augustus aan te besteden van de 26 en 6 woningen, waarbij 4 winkels. De burgemeester meende, dat dit het resultaat was van de zgn. „don derrede" in de raadsvergadering van 23 Maart. Deze conclusie heeft de heer Deerenberg de burgemeester ontnomen en daarbij zijn afkeuring kenbaar gemaakt over het voorge vallene in de raadsvergadering van de dag te voren. Bevreesd, dat het opgemaakt plan, door het optreden van de burgemeester in de bewuste raadsvergadering misschien vertra ging zou ontmoeten, heeft wethouder Deerenberg des morgens telefcnisch contact met Wederopbouw opgeno men, waarbij hij hieromtrent gerust gesteld werd. Er lag al een brief klaar, aan de burgemeester gericht, in de vorm als aan wethouder Dee renberg eerder was toegezegd. Dezelfde dag is die brief nog spe ciaal naar Alphen aan den Rijn ge bracht. Het college was hierover n- gelicht. Niettegenstaande meende de burgemeester in de raad van 8 Mei te hebben moeten spreken, zoals wjj destijds in ons raadsverslag hebben weergegeven. Dat de raad over deze gang van zaken niet was ingelicht, meent wet houder Deerenberg niet voor zijn rekening te kunnen nemen. Maar dit belette hem niet hierover medede ling in de KVP-vergadering te doen, zoals destijds is geschied. Ik heb, al dus vervolgde weth. Deerenberg, de woningzoekenden niet blij gemaakt met een dode mus, maar met een pracht vogel, zoals zelfs in Avifauna niet is te vinden. Onjuiste critiek. Hierna ging weth. Deerenberg nog nader in op een onjuiste publi catie in een plaatselijk blad en ver klaarde, dat over de 44 woningen van St. Joseph overeenstemming met de aannemer is bereikt, waar de we deropbouw volkomen achter staat. De gunning zal begin Juni plaats vinden. Wat de ruim 40.000 gld. verschil betreft tussen de begroting van we deropbouw en de laagste inschrij ver, waarover in bedoeld blad tot tweemaal toe op onvriendelijke wijze was gewezen, zeide weth. Deeren berg, dat de oorzaak hiervan bij het gemeentebestuur moet wórden ge zocht. De grondverharding, komen de op pl.m. 20.000.was door de gemeente niet aan Wederopbouw doorgegeven. Voorts stelde» de ge meente achteraf voorwaarde dat de balken van de hoogste verdieping verzwaard moeten worden «n dat er op de zolder een vloer moet wor den gelegd, zodat dit gedeelte als zolder gebruikt kan worden, met een trap als toegang daartoe, een eis die het gemeentebestuur voor eigen woningen niet stelt. Dit zyn werkzaamheden wélke met nog enke le andere veranderingen, de bedra gen wel nader tot elkaar brengen. Dat men niet in alles terzake kun dig is, is geen schande, maar laat men zich dan voorlichten alvorens men verdachtmaking lanceert, die helemaal niet opbouwend werkt. Spr. adviseerde bij het leveren van critiek in de pers, dit op verant woorde wijze te doen. De 44 woningen van St. Joseph ko men dus het eerst aan bod, omdat de andere plannen niet zover klaar zijn. Het antwoord van de voorzitter van de raad in de vergadering van 8 Mei aan de heer Brouwer was dus niet juist. Spr. herinnerde nog even aan de opmerkingen van de heer v. d. Meent betreffende het voorrang ver lenen aan de 44 woningen boven de 70 IJsselsteinwOningen en plaatste deze tegen de achtergrond van zijn opmerkingen in een raadsvergade ring in 1952, toen hij zich tegen het plan-IJsselstein verklaarde en ver zocht bij keuze van andere bouw plannen dit plan uit te stellen. Nog liever zag de heer v. d. Meent een dergelijke bouw (IJsselstein-wónin- gen zonder dakpannen bedekking) in het geheel niet in onze gemeente. Nu is er een ander plan met dak- pannenbedekking, dat voorgaat en nu is het weer niet goed! Wethouder Deerenberg zeide, dat men toch blij mag zijn, dat St. Jo seph deze besteding op eigen initia tief heeft aangepakt, met alle risico voor haar. Zij toont hiermede, dat het ernst is met de woningbouw, in het waarachtig welzyn van Alphen aan den Rijn. Indien men alle zeilen bij zet, zullen ook de 26 en 6 woningen (4 winkels) in Augustus werkelijk heid worden. Het komt er toch niet op aan wie er het eerst bouwt, als er maar woningen komen! Spr. besloot met de woorden van de burgemeester, eens gesproken bij het zomerfeest ter gelegenheid van de verjaardag van de Koningin, tot de zjjne te maken: Wy moeten streven naar meer eendracht, dat zal wel moeilijk zijn, maar het alge,- meen belang eist hét! Weth. Deerenberg besloot zijn re pliek, waarbij hij zich bediende van citatén uit de officiële raadsversla- gen, met een opwekkend woord om de kath. eenheid te bewaren als een kostbare kristallen vaas, die bij breuk wel gelijmd kan worden, maar welke dan toch haar zuivere klank voorgoed zal hebben verloren. Inleiding van W. Perquin. Voordat de heer Deerenberg sprak had de heer Perquin perschef der N.R.K.M. te Voorburg, een inleiding gehouden over het belang van de gemeentepolitiek. Het wantrouwen aan de kant van de arbeiders ener zijds en bij de .middenstanders an derszijde leidde bij de laatste Par lementsverkiezing tot aanmerkelijke achteruitgang van de KVP tevoren de grootste partij. Hopenlijk heeft dit veler ogen geopend. Want zulks had men zich toch tevoren niet ge realiseerd. Door de strijd om groeps belangen zitten we nu in een diepte punt.. Met zorg vragen we ons af, aldus spr. of dit zich zal doorzetten, wat het vorig jaar is ingezet en heb ben wij de kath. eenheid niet meer nodig? Laten we ons er goed van doordrongen houden, dat onze kath. politieke eenheid nog dringend nodig is, ook in de gemeentepolitiek. Spr. zette nader uiteen wat poli tiek bedrijven in het algemeen is, belichtte het wezen van de katho lieke politiek en verklaarde hoe el ke levensbeschouwing 'n afwijkende visie heeft op dn invoering en toe passing van de wetten, welke het menselijk doen en handelen regelen. De vergadering werd geleid door de heer Jac. P. Smit, voorzitter. Twee burgemeesters aan het woord Aanbeveling collecte ten be hoeve van Zuidland. Nu we alweer in Mei leven, de natuur aan alle kanten ontluikt en we, als het maar even mogelijk is, naar buiten trekken om te genieten van God's heerlijke schepping, ja, nu is het zó heel moeilijk om weer terug te denken aan die sombere Februari-dagen, toen ons volk zich als geheel geslagen voelde door de verschrikkelijke watersnoodramp. Het is alles zo begrijpelijk en het mag ook niet zo zijn, dat we bij de pakken zouden blijven neerzitten en alle levensvreugde bannen. Integen deel, het leven stelt zijn eisen en we moeten vooruit. Aanpakken dus! Als we maar wèl begrijpen en het ons heel goed inprenten, dat we als Volk tezamen vooruit moeten en tezamen moeten aanpakken. Het geen betekent, dat we, ook nu niet, de bevolking van de getroffen ge bieden alleen moeten laten staan met haar grote zorgen en moeilijk heden. Er is nog zo ontzettend veel nodig en onze hulp kan niet worden ontbeerd. Het is mij bekend, dat velen, zeer velen, niet alleen spontaan, maar ook verrassend veel wisten af te zon deren voor de zo zwaar getroffen landgenoten. En mijn vreugde daar over sprak ik reeds eerder uit. Maar tochzou het niet mogelijk zijn voor de door ons allen geadopteer de gemeente ZUIDLAND nog iets extra's af te staan? Als ge eens kondt zien hoe groot de nood is, ik ben er zeker van, dat ge dan pas goed zoudt beseffen, wat het bete kent, dat wij gespaard bleven en even zeker ben ik er van, dat ge als de collectebus straks aan uw deur komt geen afwerend gebaar zult maken en al te veel aan het re kenen zal slaan, maar alleen Uw hart zult laten spreken. Als het zó mag gaan, houd ik mij ervan over tuigd, dat wij Zuidland zullen hel pen, zoals we zelf graag geholpen zouden worden. Bevolking van Alphen aan den Rijn, geeft, geeft met milde hand en warm hart. De burgemeester van Alphen aan den Rijn, E. C. WITSCHEY. Aan de Burgerij van Alphen aan den Rijn. Van de mij geboden gelegenheid om U iets over onze getroffen ge meente te vertellen, maak ik om twee redenen gaarne gebruik. Eer stens omdat onze bevolking U zeer dankbaar is voor de hulp, - zij in heel moeilijke omstandigheden van U mocht ontvangen, welke dank ik nu openlijk mag uitspreken. In de tweede plaats omdat we ons dagelijks beter kunnen realiseren, dat een ramp van grote omvang ons heeft getroffen. Na 31 Januari hebben we geleefd in 3 stadia: Het tijdvak, vallende tussen 31 Januari en 8 Februari toen ons ge bied geheel onder water stond en we maatregelen namen, na redding van mensen en vee, de bemalings installaties intact te maken. Het tijdvak vanaf 9 Februari tot 31 Maart; in deze tijd werd de ge meente drooggemalen. En tenslotte de periode, vallende na 31 Maart, toen we weer aan de wederopbouw konden beginnen. Met opzet schrijf ik weer konden beginnen, omdat ons gebied ook in 1944 aan het water werd prijs ge geven en na de bezetting, zeer om vangrijk wed er opbouwwerk moest worden verricht. Ik zal U niet vermoeien met alle vraagstukken, die vooral nu onze aandacht vragen. Laat de verzeke ring, dat we in deze periode wel voor een heel zware taak staan, U voldoende zijn. Onze eertijds zo vruchtbare pol ders zijn vergiftigd door het zout. Boomgaarden, die voor 3 weken in bloei kwamen, sterven nu af. Kortom, het beeld is somber. Niettegenstaande ons werk soms bij de handen afbreekt, werken we voort. Hard en intensief. We hebben een duidelijk omschreven taak: On ze verloren welvaart moet worden herwonnen. Wij verwachten dit in de laatste plaats van onszelf en on ze arbeid. Wij bidden of God ons pogen wil zegenen en zijn daarne vens dankbaar voor iedere hulp, in welke vorm ook, die onze taak eni germate verlicht. De burgemeester van Zuidland, L. DE KOOL. BANDJE SPRONG. Hedenmorgen omstreeks 10.15 uur passeerde een 6-wielige tankauto met 10 ton teer de Julianastraat. Vermoe delijk door een constructiefou' klap te plotseling de linkerachterband. De chauffeur slaagde erin de wagen snel tot stilstaan te brengen, zodat ernsti ge ongelukken konden worden voor komen. De klap was echter zo groot, dat de juist passerende mevr. S. van schrik tegen de grond sloeg en ver wondingen opliep. Zij werd bij om wonenden binnengebracht. ALKEMADE Geb.: Maria J. C., d. v. A. H. Em merik en E. A. M. Otte; Leonardus G., z. v. L. P. van Klink en M. Vlas man; Antonius P. J., z. v. J. C. van Klink en J. C. M. Pouw; Wilhelmus J. M,. z. v. Th. J. van der Geest en K. C. van der Hulst; Maria A., d. v. C. J. van der Meer en M. A. Turk; Gerarda M - M., d. v. J. P. van der Zwet en M. A. Wesselman. Ondertr.: A. Burger en A. Roeloffs; C. J. Schenk en C. Deters. Gehuwd: J. Th. van Beusekom en J. S. van der Poel. OverL: Jesephus P. Kaijser, 52 jr. OlID-ADE Em. Pastoor E. B. Derksen Em. pastoor E. B. Derksen, die sinds enige tijd in de Bejaarden stichting te Leidschendam woont, is opgenomen in St. Antoniushóve te Voorburg. Donderdag is de patstoor geopereerd. Sindsdien ontwikkelt zijn toestand zich vrij gunstig. RIJNSATERWOUDE Raadsvergadering. Op Dinsdag 26 Mei des namidags te 8uur wordt er een openbare vergadering van de raad der gemeente Rijnsaterwoude gehouden. Op de agenda staat o.m.: een voorstel tot het aanleggen van de Schoolstraat en. het verlenen van een crediet voor deze aanleg; voor stel tot het aankopen van een droog- apparaat om het gemeente-archief droog te kunnen houden; een voor stel om aan de V.E.B.O. te Leiden gelden beschikbaar te stellen voor een medaille en garantie; het verle nen van een garantie aan de Drink waterleiding de .Elf Gemeenten" in verband met waterlevering. Ook zal machtiging gevraagd worden tot het geven van een opdracht tot het wij zigen van het originele uitbreidings plan. Aan het F.ijkszuivelconsulent- schap te Gouda slaagde voor contro leur van een Fok- en Controlever eniging de heer M. van Bruggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 11