FELLE STRIJD OM DE NIEUWE
PAROCHIËLE INDELING!
Wethouder Deerenberg verklaarde
conflict met burgemeester Witschey
Alphen helpt Zuidland
ZATERDAG 23 MEI 1953
PE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA I
Velen zagen bedehuisje als alleenzaligmakende kerk
Wazige autoriteit uit nevelige verten
vin.
DE EERSTE TAAK VAN DE NIEUWE BISSCHOPPEN WAS, orde te
scheppen in de geestelijke chaos, die door de eeuwenlange staat van
„missieland", waarin de Katholieke Kerk in ons vaderland verkeerd had,
gevaarlijke vormen had aangenomen. Tijdens het Twaalfjarig Bestand
,16091621), aldus had Van Oldebarneveldt getuigd, maakten de Ka
tholieken door invloed en aantal nog het aanzienlijkste deel der natie uit.
Sinds 1700 was daar een noodlottige ommekeer in gekomen. De schatting
ral niet ver van de werkelijkheid verwijderd zijn, als men op grond van
contemporaine getuigenissen aanneemt, dat in de gewesten der Zeven Pro
vinciën de Katholieken tijdens de Gouden Eeuw nog drievijfde der bevol
king uitmaakten. In 1800 v/as het omgekeerde het geval: de Katholieken
waren in het Noorden ver in de minderheid geraakt.
Onder het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden liep het aantal Katholie
ken in de steden en stadjes van Noord- en Zuid-Holland schrikbarend ach
teruit, een der redenen waarom Seminariepresident Van Vree, de latere
Bisschop van Haarlem, zo onvermoeid bleef aandringen op het herstel der
Hiërarchie. Het bleek in de laatste jaren vóór 1853, dat het aantal miniatuur
kerkjes, missiestaties of kortweg „staties" genoemd, in menige plaats te
groot werd in verhouding tot het aantal Katholieken. Daardoor ontstond
er een concurrentiestrijd tussen de priesters, die de staties bedienden. Het
geval is bekend van een pastoor in Leiden, die 's Zondagsmorgens voor de
ingang van zijn kerk heen en weer liep om de voorbijgaande Katholieken,
die op weg waren naar de kerk van zijn buurtpastoor, met zachte drang zijn
eigen kerkdeur binnen te loodsen!
Ruzies rond de hergeboorte
De titel van „pastoor" was eigen
lijk voor de geestelijke bedienaren
van de staties te wijdlopig, want zij
waren geen parochiële herders in de
kerkrechtelijke zin van- het woord,
daar er geen parochies waren en
geen omschreven afbakeningen van
geestelijke rechtsgebieden, zodat de
priesters wel zielzorg, maar geen
herderlijke macht over de bezoekers
van hun kerkjes konden uitoefenen.
Zodoende was het leggen van een
geestelijke band met een bepaalde
kerk aan de willekeur der gelovigen
zelf overgelaten en hierin beslisten
gewoonlijk de populariteit, het preek-
talent en de ijver van de dienstdoen
de priester of een zeker ongeschreven
gewoonterecht in de families. In
Rotterdam kerkte 'n huisgezin ge
woonlijk bij de pastoor, die de moe
der gedoopt en getrouwd had, en
dit ging zo voor van geslacht op ge
slacht.
Het is niet te verwonderen....
Het is niet te verwonderen, dat
er conflicten onder de geestelijkheid
ontstonden. Maar wie moest hierin
bemiddelend of beslissend optreden?
De hóógste autoriteit was de Nun
tius te Brussel, altijd een Italiaan,
die namens de Congregatie tot "Voort
planting des Geloofs, waaronder het
„missieland" Nederland behoorde, als
Vice-Superior het kerkelijk gezag
uitoefende. Hij vervulde als Nuntius
een diplomatiek ambt en kon zich
weinig met de practische zielzorg
bemoeien, temeer daar hij de taal
niet verstond en met de plaatselijke
verhoudingen hoogstens vaag be
kend was. De Vice-Superior moet
dan ook voor de meeste Katholieken
der Hollandse Zending een wazige
autoriteit geweest zijn, die vanuit
nevelige verten hoogstens eens per
jaar door zijn Vastenbrief van zijn
belangstellingin hun geestelijk lot
liet blijken. Het moet hem vrijwel
onmogelijk geweest zijn, over plaat
selijke geschillen onder de geeste
lijkheid te beslissen. Daar hij te
weinig van de plaatselijke bijzonder
heden kon weten, moest hij de be
oordeling wel aan de aartspriesterss
overlaten.
De aartspriesters namen bij voor
komende conflicten dan ook de wei
nig benijdenswaardige positie in van
wrijfpaal tussen de Vice Superior
en de dienstdoende geestelijkheid.
Omdat zij echter zo goed als geen
rechtsmacht bezaten over de pries
ters in hun ress rt, werden hun be
slissingen dikwijls genegeerd. Zo
kon het gebeuren, dat een kapelaan
te Dordrecht die ruzie' kreeg met
zijn pastoor, eigenmashtig .met de
hem toegedane gelovigen een soort
tegenkerk begon.
Er waren geen kerkbesturen
Deze conflicten liepen veelal ook
Over financiële zaken. Er waren geen
kerkbesturen, die aan een of andere
autoriteit rekenplichtig geacht kon
den worden. Notabelen van de Sta
tie beheerden met de priester de
bezittingen. Dikwijls oefenden zij een
te grote macht uit over hun pastoor
alsof hij in hun dienst stond. Anders
om waren er pastoors, die eigen
machtig de zaken van de Statie be
heerden alsof die hun eigendom wa
ren zonder zich om enige rekenschap
aan hogere autoriteiten te bekom
meren.
Te veel in de stad, te weinig
op het land.
Het godsdienstig onderricht was
te zeer aan het toeval overgelaten.
Wat ook al weer het gevolg moest
zijn van het ontbreken van herder
lijke macht over de schapen. In het
liturgisch leven waren door het ge
brek aan toezicht talrijke misbrui
ken ingeslopen. Al waren er in de
steden genoeg, dikwijls zelfs te veel
kerkjes, het platteland was dikwijls
van regelmatige zielzorg verstoken.
Al deze invloeden te zamen hebben
het verloren lopen van talrijke Ka
tholieken tengevolge gehad.
Vooral in de diocesen Utrecht en
Haarlem het gebied der Hollandse
Zending heerste een verregaande
verwarring, omdat daar sinds 1704
zelfs geen Apostolische Vicaris ge
weest was om het bewind te voe
ren.
De parochiële indeling.
De zwaarste taak was ongetwijfeld
voorbehouden aan de Aartsbisschop
Mgr. Zwijsen van Utrecht en Mgr. v.
Vree van Haarlem. De organisatie
van de kerkelijke indeling moest
door hen van de grond af worden
opgebouwd, wat jaren in beslag heeft
genomen. De parochiële indeling is
niet zonder felle belangstelling en
kerkelijke processen verlopen. Voor
al de parochiële indeling in de ste
den heeft heftige strubbelingen ver
oorzaakt, enerzijds tussen gelovigen
en geestelijkheid, anderzijds tussen
de reguliere en seculiere autoritei
ten.
Vele gelovigen, die zich van ge
slacht op geslacht tot een bepaalde
Statie gerekend hadden, zagen zich
van het hun vertrouwde kerkje door
de nieuwe parochiële indeling losge
scheurd. Jarenlang hebben vele fa
milies hardnekkig geweigerd, in de
nieuwe toestand te berusten; dikwijls
bleef men het oude bedehuis als een
soort alleenzaligmakende kerk be
schouwen met kortzichtig voorbij
zien van het kenmerk der alge
meenheid.
Waar teveel kerken waren, moes
ten terwille van een redelijke paro
chiële indeling enige kerkjes gesup
primeerd worden, wat tot hartstochte
lijke protestacties aanleiding gaf. Zo
bestonden er in Groningen in schro
melijke wanverhouding tot het be
trekkelijk geringe aantal katholie
ken liefst zeven kerkjes. Men kon
hier met twee parochies volstaan. In
Alkmaar waren er twee kerkjes van
seculiere priesters, daarnaast nog
drie, allen missiestaties, die in de
onderdrukkingstijd achtereenvolgens
door de Dominicanen, Francisca
nen en Jez/uieten gesticht waren.
Ook hier kwam met veel strijd een
indeling in twee parochies tot stand
n.l. een van de seculieren en een
van de Dominicanen, zodat de Fran
ciscanen en Jezuieten het veld moes
ten ruimen.
In Leiden, waar naast de seculie
re priesters ook Dominicanen en
Franciscanen een statie bedienden,
werd de statie der Dominicanen op
geheven. De overdracht der kerkelij
ke goederen aan de nieuwe paro
chies bracht hierbij allerlei inge
wikkelde vermogenskwesties in het
geding, die meestal heftige discus
sies veroorzaakten.
De rechten van regulieren en
seculieren.
Vooral waar het ging om de rech
ten van seculieren en religieuzen is
dikwijls lang en verbeten strijd ge
voerd.
Het is begrijpelijk, dat de religieu
zen voornamelijk Franciscanen,
Dominicanen en Jezuieten wier orde
broeders kort na het uitbreken van
de geloofsvervolging uit de Zuide
lijke Nederlanden als missionarissen
waren uitgezonden om onder de
verweesde Katholieken de zielzorg
in stand te houden hun histo
risch verworven rechten niet voet
stoots wilden prijsgeven. Na het
schisma van Utrecht, waarbij zovele
seculiere priesters zich in de Oud-
Katholieke Kerk van Rome los
scheurden, hadden de religieuze
priesters in trouw aan de Paus in
de Hollandse Zending een zeker
overwicht verkregen. Zij beschouw
den de opheffing van meerdere van
hun Staties dan ook als een onver
diend onrecht.
Tenslotte hebben Mgr. Zwijsen en
Mgr. Van Vree met kracht en be
leid de kerkelijke organisatie tot
stand gebracht, waardoor zij de
grondslag hebben gelegd voor een
krachtige opbloei van het kerkelijke
en geestelijke leven in hun diocesen.
Ook is onmiddellijk de zo noodza
kelijke taak der priesteropleiding
door de nieuwe bisschoppen ter hand
genomen. De voormalige Apostoli
sche Vicariaten 's-Hertogenbosch,
Breda en Roermond bezaten al van
de Napoleon-tijd af hun successieve
lijk gestichte priesterseminaria.
Voor de gehele Hollandse Zen
ding diende sinds 1799 het Groot
Seminarie te Warmond. Na het her
stel der Hiërarchie'richtte Mgr. Zwij
sen voor het nieuwe Aartsbisdom
het Groot Seminarie van Rijsenburg
op in 1857, nauwelijks vier jaren
na zijn verheffing tot Aartsbisschop.
Zo deed zich al onmiddellijk de
weldadige invloed van het nieuwe
bisschoppelijke bestuur gelden. De
nieuwe parochie-indeling werd het
sein voor een snelle kerkenbouw.
Binnen enige tientallen jaren werden
de voormalige kerkjes uit de ver-
volgingstijd en uit de eerste jaren
van de godsdienstvrijheid, die nu te
klein waren en niet overeenstem
den met omvang en grenzen van de
nieuwe parochies, door ruimere
Godshuizen vervangen. Zo verrezen
er overal in ons land de geestdrif
tige, soms wel té pompeuze kenteke
nen van een uit onderdrukking en
achterstelling herlevend Katholi
cisme.
Weldadiger zegen was, dat juist in
deze tijd, waarin het brutaal opdrin
gend rationalisme zijn verleidendein-
vloed op de feesten ging uitoefenen,
het kerkelijk Leergezag bij monde
van de Bisschoppen de noodzakelij
ke leiding kon verschaffen. Dat
bleek overtuigend uit het Mandement
over het Onderwijs, het eerste ge
zamenlijke Mandement van het Ne
derlandse Episcopaat, in 1867 uitge
vaardigd, dat eenheid bracht in de
verwarde meningen onder de Ka
tholieken omtrent deze fundamen
tele kwestie en de onmiddellijke
aanleiding gaf voor hun politieke
organisatie.
Pater N. A. VAN RIJN, O.P.
K. V.P .-vergadering
NIET DE „DONDERREDE" WERKTE
DE WONINGTOEWIJZING LOS
In de Vrijdagavond in de St. Jo-
sephzaal gehouden bijzondere bijeen
komst van de KVP-afdeling, heeft
weth. C. M. Deerenberg een nadere
verklaring afgelegd met betrekking
tot het conflict, dat, zoals uit ons
raadsverslag destijds is gebleken, tus
sen hem en de voorzitter van de
raad, burgemeester Ed. C. Wischey,
betreffende de woningbouw te Al
phen aan den Rijn is ontstaan. Het
woningbouwvraagstuk is zo ver
strekkend, dat iedereen recht heeft
te weten, hoe de juiste gang van za
ken is.
Zoals men weet heeft weth. Dee
renberg, na de bewuste raadsverga
dering van Maart j.l., waarin de bur
gemeester ?ich fel had gekant tegen
de lakse gang van zaken bij het de
partement van Wederopbouw en
Volkshuisvesting, in de vergadering
van de KVP medegedeeld, dat de ge
meente in het bezit was gekomen
van woningbouwtoewijzingen, waar
van een belangrijk deel zwart op
wit vaststond en een ander deel in
het vooruitzicht werd gesteld als
„mogelijk" nog te verkrijgen voor
dit jaar. In totaal was er toen sprake
van 226 woningen, terwijl de burge
meester enkele dagen tevoren zijn
grote verontwaardiging had uitge
sproken dat er nog steeds niets kon
worden gebouwd.
R.K. Woningbouwvereniging
eerste
In de raadsvergadering van 8 Mei
j.l. betwistte de burgemeester het
recht van wethouder Deerenberg,
over de verkregen woningbouwtoe-
wijzing mededeling te doen in de po
litieke vergadering van de KVP en
volgens hem zou wethouder Deeren
berg naast het juiste aantal woningen
zitten. In Mei 1952 zijn de plaat* -
lijke woningbouwverenigingen door
het college van B en W aangeschre
ven om schetsplannen klaar te ma
ken voor het bouwen van een aan
tal woningen, omdat, ingeval van
woningtoewijzing door de wederop
bouw, de gemeente niet zonder
bruikbare plannen zou zitten. Ook
de R. K. woningbouwvereniging St.
Joseph heeft een dergelijke opdracht
gekregen. Deze woningbouwvereni
ging had het eerste haar plannen be-
stedingsklaar. Tot zijn spijt moest
wethouder Deerenberg voorts ver
klaren, dat de andere woningbouw
verenigingen tot op de dag van he
den nog geen enkel plan in hun be
zit hebben, dat zóver is. Wel is het
plan van de 26 en 6 woningen, waar
van 4 met winkel, kort geleden be-
stekklaar gekomen. Goedkeuring
hierop is echter nog niet ontvangen.
De andere woningbouwverenigingen
hebben wel oudere plannen, maar
deze moeten nog worden herzien,
zelfs de 70 IJsselstein-woningen zijn
pp heden nog niet zo ver, dat men
zou gaan kunnen bouwen.
In de raadsvergadering van 8 Mei
is medegedeeld, dat de heren van
Wederopbouw in de vergadering van
B en W van 10 Febr. j.l. aanwezig
zijn geweest op verzoek van de
burgemeester. In deze vergadering
heb ik, aldus wethouder Deerenberg,
na 2 uren gepraat, gevraagd, er mee
op te houdenomdat de onder
handelingen stonden op een niveau,
welke mij, en ook anderen, niet
aanstond. In de raad van 8 Mei werd
hierover door de wethouder duide
lijk afkeuring geuit, hetgeen hij te
voren al in de vergadering van het
college had gedaan. De plannen van
„St. Joseph" waren intussen zover
gevorderd, dat bespreking met We
deropbouw in Den Haag noodzake
lijk was. Dit vond plaats op voor
stel van het college. Op 16 Maart
was dit plan zover, dat over toewij
zing gesproken kon worden.
Op eigen houtje
Het was de wethouder, die tevens
voorzitter is van de R. K. Woning
bouwvereniging „St. Joseph", even
min als aan de andere wethouders
bekend, dat de secretaris op verzoek
van de burgemeester naar Den Haag
is geweest, om over de woningen te
spreken en dat hij nog wel met een
soort verdeling thuis was gekomen.
Erg vreemd, aldus spr., maar zo is
het. Ook bij wederopbouw werd over
dit bezoek niet gerept. Toen Den
Haag de bouwvergunning voor de 44
woningen van ,,St. Joseph" aan de
heer Deerenberg had toegezegd, nam
hij de vrijheid om ook over de rest
van de 136 woningen te spreken, het
geen het goede, reeds eerder mede
gedeelde effect sorteerde. Hierover
heeft de heer Deerenberg in de col
legevergadering van 17 Maart ver
slag uitgebracht. Het college had
hiervoor waardering. Maar de vol
gende morgen heeft de burgemeester
telefonisch contact met Wederop
bouw opgenomen en daar óp
onvriendelijke wijze de heren te ver
staan gegeven, dat hij het niet nair?,
dat over de woningbouw afspraken
werden gemaakt met wethouder Dee
renberg.
Hierop volgde de raadsvergadering
van 23 Maart, met de opzienbarende
verklaring van de burgemeestér,
terwijl hij wist welke afspraak er
was gemaakt en dat er een principe-
regeling tevoren tot stand was geko
men. Dit wetend, had de raad onge
twijfeld anders op de opzienbarende
reden van de burgemeester gerea
geerd. Het is te droevig, aldus wét-
houder Deerenberg, om hier lang bij
stil te staan.
De volgende dag, op 24 Maart,
kwam de burgemeester triomfante
lijk in de B en W-vergadering met
de bewuste brief van Wederopbouw,
waarin zwart op wit bevestigd was,
hetgeen weth. Deerenberg had be
reikt: n.l. toestemming tot bouwen
van de 44 woningen, in April aan te
besteden, de 70 woningen van IJs
selstein in Juli te beginnen en in
Augustus aan te besteden van de 26
en 6 woningen, waarbij 4 winkels.
De burgemeester meende, dat dit
het resultaat was van de zgn. „don
derrede" in de raadsvergadering van
23 Maart. Deze conclusie heeft de
heer Deerenberg de burgemeester
ontnomen en daarbij zijn afkeuring
kenbaar gemaakt over het voorge
vallene in de raadsvergadering van
de dag te voren. Bevreesd, dat het
opgemaakt plan, door het optreden
van de burgemeester in de bewuste
raadsvergadering misschien vertra
ging zou ontmoeten, heeft wethouder
Deerenberg des morgens telefcnisch
contact met Wederopbouw opgeno
men, waarbij hij hieromtrent gerust
gesteld werd. Er lag al een brief
klaar, aan de burgemeester gericht,
in de vorm als aan wethouder Dee
renberg eerder was toegezegd.
Dezelfde dag is die brief nog spe
ciaal naar Alphen aan den Rijn ge
bracht. Het college was hierover n-
gelicht. Niettegenstaande meende de
burgemeester in de raad van 8 Mei
te hebben moeten spreken, zoals wjj
destijds in ons raadsverslag hebben
weergegeven.
Dat de raad over deze gang van
zaken niet was ingelicht, meent wet
houder Deerenberg niet voor zijn
rekening te kunnen nemen. Maar dit
belette hem niet hierover medede
ling in de KVP-vergadering te doen,
zoals destijds is geschied. Ik heb, al
dus vervolgde weth. Deerenberg, de
woningzoekenden niet blij gemaakt
met een dode mus, maar met een
pracht vogel, zoals zelfs in Avifauna
niet is te vinden.
Onjuiste critiek.
Hierna ging weth. Deerenberg
nog nader in op een onjuiste publi
catie in een plaatselijk blad en ver
klaarde, dat over de 44 woningen
van St. Joseph overeenstemming met
de aannemer is bereikt, waar de we
deropbouw volkomen achter staat.
De gunning zal begin Juni plaats
vinden.
Wat de ruim 40.000 gld. verschil
betreft tussen de begroting van we
deropbouw en de laagste inschrij
ver, waarover in bedoeld blad tot
tweemaal toe op onvriendelijke wijze
was gewezen, zeide weth. Deeren
berg, dat de oorzaak hiervan bij het
gemeentebestuur moet wórden ge
zocht. De grondverharding, komen
de op pl.m. 20.000.was door de
gemeente niet aan Wederopbouw
doorgegeven. Voorts stelde» de ge
meente achteraf voorwaarde dat de
balken van de hoogste verdieping
verzwaard moeten worden «n dat
er op de zolder een vloer moet wor
den gelegd, zodat dit gedeelte als
zolder gebruikt kan worden, met
een trap als toegang daartoe, een
eis die het gemeentebestuur voor
eigen woningen niet stelt. Dit zyn
werkzaamheden wélke met nog enke
le andere veranderingen, de bedra
gen wel nader tot elkaar brengen.
Dat men niet in alles terzake kun
dig is, is geen schande, maar laat
men zich dan voorlichten alvorens
men verdachtmaking lanceert, die
helemaal niet opbouwend werkt.
Spr. adviseerde bij het leveren van
critiek in de pers, dit op verant
woorde wijze te doen.
De 44 woningen van St. Joseph ko
men dus het eerst aan bod, omdat de
andere plannen niet zover klaar zijn.
Het antwoord van de voorzitter
van de raad in de vergadering van
8 Mei aan de heer Brouwer was dus
niet juist.
Spr. herinnerde nog even aan de
opmerkingen van de heer v. d.
Meent betreffende het voorrang ver
lenen aan de 44 woningen boven de
70 IJsselsteinwOningen en plaatste
deze tegen de achtergrond van zijn
opmerkingen in een raadsvergade
ring in 1952, toen hij zich tegen het
plan-IJsselstein verklaarde en ver
zocht bij keuze van andere bouw
plannen dit plan uit te stellen. Nog
liever zag de heer v. d. Meent een
dergelijke bouw (IJsselstein-wónin-
gen zonder dakpannen bedekking)
in het geheel niet in onze gemeente.
Nu is er een ander plan met dak-
pannenbedekking, dat voorgaat en
nu is het weer niet goed!
Wethouder Deerenberg zeide, dat
men toch blij mag zijn, dat St. Jo
seph deze besteding op eigen initia
tief heeft aangepakt, met alle risico
voor haar. Zij toont hiermede, dat het
ernst is met de woningbouw, in het
waarachtig welzyn van Alphen aan
den Rijn. Indien men alle zeilen bij
zet, zullen ook de 26 en 6 woningen
(4 winkels) in Augustus werkelijk
heid worden. Het komt er toch niet
op aan wie er het eerst bouwt, als
er maar woningen komen!
Spr. besloot met de woorden van
de burgemeester, eens gesproken
bij het zomerfeest ter gelegenheid
van de verjaardag van de Koningin,
tot de zjjne te maken: Wy moeten
streven naar meer eendracht, dat
zal wel moeilijk zijn, maar het alge,-
meen belang eist hét!
Weth. Deerenberg besloot zijn re
pliek, waarbij hij zich bediende van
citatén uit de officiële raadsversla-
gen, met een opwekkend woord om
de kath. eenheid te bewaren als een
kostbare kristallen vaas, die bij
breuk wel gelijmd kan worden, maar
welke dan toch haar zuivere klank
voorgoed zal hebben verloren.
Inleiding van W. Perquin.
Voordat de heer Deerenberg sprak
had de heer Perquin perschef der
N.R.K.M. te Voorburg, een inleiding
gehouden over het belang van de
gemeentepolitiek. Het wantrouwen
aan de kant van de arbeiders ener
zijds en bij de .middenstanders an
derszijde leidde bij de laatste Par
lementsverkiezing tot aanmerkelijke
achteruitgang van de KVP tevoren
de grootste partij. Hopenlijk heeft
dit veler ogen geopend. Want zulks
had men zich toch tevoren niet ge
realiseerd. Door de strijd om groeps
belangen zitten we nu in een diepte
punt.. Met zorg vragen we ons af,
aldus spr. of dit zich zal doorzetten,
wat het vorig jaar is ingezet en heb
ben wij de kath. eenheid niet meer
nodig? Laten we ons er goed van
doordrongen houden, dat onze kath.
politieke eenheid nog dringend nodig
is, ook in de gemeentepolitiek.
Spr. zette nader uiteen wat poli
tiek bedrijven in het algemeen is,
belichtte het wezen van de katho
lieke politiek en verklaarde hoe el
ke levensbeschouwing 'n afwijkende
visie heeft op dn invoering en toe
passing van de wetten, welke het
menselijk doen en handelen regelen.
De vergadering werd geleid door
de heer Jac. P. Smit, voorzitter.
Twee burgemeesters aan het woord
Aanbeveling collecte ten be
hoeve van Zuidland.
Nu we alweer in Mei leven, de
natuur aan alle kanten ontluikt en
we, als het maar even mogelijk is,
naar buiten trekken om te genieten
van God's heerlijke schepping, ja,
nu is het zó heel moeilijk om weer
terug te denken aan die sombere
Februari-dagen, toen ons volk zich
als geheel geslagen voelde door de
verschrikkelijke watersnoodramp.
Het is alles zo begrijpelijk en het
mag ook niet zo zijn, dat we bij de
pakken zouden blijven neerzitten en
alle levensvreugde bannen. Integen
deel, het leven stelt zijn eisen en
we moeten vooruit. Aanpakken dus!
Als we maar wèl begrijpen en
het ons heel goed inprenten, dat we
als Volk tezamen vooruit moeten en
tezamen moeten aanpakken. Het
geen betekent, dat we, ook nu niet,
de bevolking van de getroffen ge
bieden alleen moeten laten staan
met haar grote zorgen en moeilijk
heden. Er is nog zo ontzettend veel
nodig en onze hulp kan niet worden
ontbeerd.
Het is mij bekend, dat velen, zeer
velen, niet alleen spontaan, maar
ook verrassend veel wisten af te zon
deren voor de zo zwaar getroffen
landgenoten. En mijn vreugde daar
over sprak ik reeds eerder uit. Maar
tochzou het niet mogelijk zijn
voor de door ons allen geadopteer
de gemeente ZUIDLAND nog iets
extra's af te staan? Als ge eens
kondt zien hoe groot de nood is, ik
ben er zeker van, dat ge dan pas
goed zoudt beseffen, wat het bete
kent, dat wij gespaard bleven en
even zeker ben ik er van, dat ge
als de collectebus straks aan uw
deur komt geen afwerend gebaar
zult maken en al te veel aan het re
kenen zal slaan, maar alleen Uw
hart zult laten spreken. Als het zó
mag gaan, houd ik mij ervan over
tuigd, dat wij Zuidland zullen hel
pen, zoals we zelf graag geholpen
zouden worden.
Bevolking van Alphen aan den
Rijn, geeft, geeft met milde hand en
warm hart.
De burgemeester van
Alphen aan den Rijn,
E. C. WITSCHEY.
Aan de Burgerij van Alphen
aan den Rijn.
Van de mij geboden gelegenheid
om U iets over onze getroffen ge
meente te vertellen, maak ik om
twee redenen gaarne gebruik. Eer
stens omdat onze bevolking U zeer
dankbaar is voor de hulp, - zij in
heel moeilijke omstandigheden van
U mocht ontvangen, welke dank ik
nu openlijk mag uitspreken. In de
tweede plaats omdat we ons dagelijks
beter kunnen realiseren, dat een
ramp van grote omvang ons heeft
getroffen.
Na 31 Januari hebben we geleefd
in 3 stadia:
Het tijdvak, vallende tussen 31
Januari en 8 Februari toen ons ge
bied geheel onder water stond en
we maatregelen namen, na redding
van mensen en vee, de bemalings
installaties intact te maken.
Het tijdvak vanaf 9 Februari tot
31 Maart; in deze tijd werd de ge
meente drooggemalen.
En tenslotte de periode, vallende
na 31 Maart, toen we weer aan de
wederopbouw konden beginnen.
Met opzet schrijf ik weer konden
beginnen, omdat ons gebied ook in
1944 aan het water werd prijs ge
geven en na de bezetting, zeer om
vangrijk wed er opbouwwerk moest
worden verricht.
Ik zal U niet vermoeien met alle
vraagstukken, die vooral nu onze
aandacht vragen. Laat de verzeke
ring, dat we in deze periode wel
voor een heel zware taak staan, U
voldoende zijn.
Onze eertijds zo vruchtbare pol
ders zijn vergiftigd door het zout.
Boomgaarden, die voor 3 weken
in bloei kwamen, sterven nu af.
Kortom, het beeld is somber.
Niettegenstaande ons werk soms
bij de handen afbreekt, werken we
voort. Hard en intensief. We hebben
een duidelijk omschreven taak: On
ze verloren welvaart moet worden
herwonnen. Wij verwachten dit in
de laatste plaats van onszelf en on
ze arbeid. Wij bidden of God ons
pogen wil zegenen en zijn daarne
vens dankbaar voor iedere hulp, in
welke vorm ook, die onze taak eni
germate verlicht.
De burgemeester van
Zuidland,
L. DE KOOL.
BANDJE SPRONG.
Hedenmorgen omstreeks 10.15 uur
passeerde een 6-wielige tankauto met
10 ton teer de Julianastraat. Vermoe
delijk door een constructiefou' klap
te plotseling de linkerachterband. De
chauffeur slaagde erin de wagen snel
tot stilstaan te brengen, zodat ernsti
ge ongelukken konden worden voor
komen. De klap was echter zo groot,
dat de juist passerende mevr. S. van
schrik tegen de grond sloeg en ver
wondingen opliep. Zij werd bij om
wonenden binnengebracht.
ALKEMADE
Geb.: Maria J. C., d. v. A. H. Em
merik en E. A. M. Otte; Leonardus
G., z. v. L. P. van Klink en M. Vlas
man; Antonius P. J., z. v. J. C. van
Klink en J. C. M. Pouw; Wilhelmus
J. M,. z. v. Th. J. van der Geest en
K. C. van der Hulst; Maria A., d. v.
C. J. van der Meer en M. A. Turk;
Gerarda M - M., d. v. J. P. van der
Zwet en M. A. Wesselman.
Ondertr.: A. Burger en A. Roeloffs;
C. J. Schenk en C. Deters.
Gehuwd: J. Th. van Beusekom en
J. S. van der Poel.
OverL: Jesephus P. Kaijser, 52 jr.
OlID-ADE
Em. Pastoor E. B. Derksen
Em. pastoor E. B. Derksen, die
sinds enige tijd in de Bejaarden
stichting te Leidschendam woont, is
opgenomen in St. Antoniushóve te
Voorburg. Donderdag is de patstoor
geopereerd. Sindsdien ontwikkelt zijn
toestand zich vrij gunstig.
RIJNSATERWOUDE
Raadsvergadering. Op Dinsdag
26 Mei des namidags te 8uur wordt
er een openbare vergadering van de
raad der gemeente Rijnsaterwoude
gehouden. Op de agenda staat o.m.:
een voorstel tot het aanleggen van
de Schoolstraat en. het verlenen van
een crediet voor deze aanleg; voor
stel tot het aankopen van een droog-
apparaat om het gemeente-archief
droog te kunnen houden; een voor
stel om aan de V.E.B.O. te Leiden
gelden beschikbaar te stellen voor
een medaille en garantie; het verle
nen van een garantie aan de Drink
waterleiding de .Elf Gemeenten" in
verband met waterlevering. Ook zal
machtiging gevraagd worden tot het
geven van een opdracht tot het wij
zigen van het originele uitbreidings
plan.
Aan het F.ijkszuivelconsulent-
schap te Gouda slaagde voor contro
leur van een Fok- en Controlever
eniging de heer M. van Bruggen.