m
*44
Ml
Het stoffelijk overschot van deken
A*H*M*J* Homulle ten grave gedragen
naar
Hedenmorgen reed
over de hoge baan
de eerste
Den
trein
Haag
MAANDAG 20 APRIL 1953
DE LEfDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA t
Haat&te gxaet aan diei&aie auvdedene
Pater L. G. Brandenburg O. Praem
hield indrukwekkende lijkrede
Bidprentje
ANTONIUS HENRICUS MARIA
JOSEPHUS HOMULLE,
geboren te Amsterdam 14 Maart
1879, priestei gewijd 16 Augus
tus 1903 en overleden te Leiden
de 15e April 1953 en de 20e
April daaropvolgende begraven.
Allerheiligst Hart van Jesus, ik
geloof in Uwe liefde tot mij.
(300 dagen aflaat, telkens).
Ook geloof ik in de liefde van
Moeder Maria, die voor mij
daar ben ik vast van onvertuigd
eenmaal wezen zal de Deur
des Hemels.
Wie iedere avond een volmaakt
berouw verwekt, behoeft de
dood niet te vrezen, ook wan
neer deze plotseling komt.
Jesus, ik dank U, dat Gij mij
hebt geschapen.
Bid voor mij, vooral bij Uwe
H. Communie.
Onze Vader Wees Gegroet.
R. I. P.
Dit is de tekst op dc achterzijde
van het bidprentje, dat hedenmorgen
ter nagedachtenis aan wijlen deken
Homulle werd uitgereikt. De tekst
werd enige maanden geleden door
deken Homulle zelf gemaakt.
zig. Bovendien waren de zusters van
het St. Elisabeth-ziekenhuis, de zus
ters van Liefde van de Pelikaanstr.,
de Vrouwen var. Bethanië en de zus
ters van het Kath. Sociaal Bureau
vertegenwoordigd.
Het parochiëel zangkoor voerde
onder leiding van directeur W. Ver
burg de Gregoriaanse gezangen uit,
aan het orgel begeleid door Abr.
Martijn.
PATER BRANDENBURG ving de
lijkrede aan met te herinneren
aan de Paasvreugde, die in deze pa
rochie nog werd verhoogd door de
viering van het eerstelingenoffer van
een parochiezoon. „De liturgie der
"kerk weet echter steeds de juiste
toon te treffen", aldus de predikant,
„en wil ons, die achterblijven, bij dit
afscheidsuur troosten met de woor
den van de Prefatie: Aan ons die in
U geloven, o Heer, is verschenen
Christus, de ster van de hoop op een
zalige verrijzenis". Spr. schetse ver
volgens hoe de deelname aan dit H.
Misoffer een kracht schenkt in het
Geloof, die de sluier der droefheid
wegneemt, en schilderde daarna in
sobere bewoordingen de persoon van
de overledene.
„Onwillekeurig willen we nog een
enkel moment terugdenken aan dit
priesterleven. Wij zien hem dan als
een persoonlijkheid, als een karakter.
Zijn „ja" was ja en zijn „neen" bleef
neen. Hij was oprecht en streefde
naar de waarheid, die hij onver
bloemd tegenover iedereen, ook te
genover zijn overheden, steeds tot
uiting bracht. Daardoor kwam het i:
zijn leven meerdere malen tot con
flicten, waarvan hijzelf misschien
het sterkst de pijn voelde. Want de
ze grote robuste man had een klein
hart.
Hoe duidelijk bleek dat op zijn
ziekbed; toen hij mij uitdrukkelijk
vroeg in zijn naam vergiffenis te
vragen aan allen, die hij op de
een of andere manier mocht heb
ben gestoten. Vraag hun dat ze
mij zullen vergeven en wel op de
ze dag, op dit uur. Een mooiere
gave kunnen zij mij niet geven.
Zijn persoonlijkheid werd geken
merkt door een sterke wilskracht,
ook in de uren van het lijden. Hij
wilde met zijn volle bewustzijn het
lijden aanvaarden en dragen zonder
te klagen. Integendeel, zijn aangebo
ren geestigheid en zin voor humor
konden degenen, die hem in zijn
laatste levensdagen mochten verzor
gen en bezoeken, doen lachen.
Moeilijke opdrachten zijn hem in
zijn leven niet bespaard gebleven.
Ik denk hier b.v. aan de opdracht
om de twee parochies tot écn geheel
te doen samenvloeien, aan de grote
financiële zorgen, waarvoor hij zich
bij het overnemen van de nieuwe
TERWIJL de liturgie der Kerk nog
vol is van dc Paasjubel
vreugde om de opstanding des Heren,
luiden er doodsklokken over de stad
en trekt een droeve stoet parochia
nen naar het kerkhof om het stoffe
lijk omhulsel van nun dierbare her
der aan de schoot der aarde toe te
vertrouwen, otdat hei op de dag des
oordeels, gelijk Christus op Pasen,
verrijzen zal. om, weer één met de
ziel, de eeuwige heerlijkheid binnen
te treden. De paro<hie rouwt en
vervuld van droefheid, maar rouw en
droefheid worden verlicht door
kracht van het Ge«oof dat leert hoe
sterven slechis een overgaan tot een
beter leven is. „De liturgie der Kerk
weet steeds oe juiste toon te treffen
en geeft aan iedere gebeurtenis van
fcet leven de ware betekenis", aldus
pater L. G. Brandenburg O. Praem.,
die hedenmorgen dt lijkrede uitsprak
tijdens de plechtige H Mis van Re
quiem, die tot intentie van de Woens
dagavond overleden pastoor en de
ken A. H. M. J Homulle in de paro
chiekerk van O. I Vrouw Hemel
vaart en Sint Jozef aan de Herensin
gel werd opgedragen
Het priesterkoor was gehuld in
stemmig zwart en rouwde mee met
de parochianen, waarvan er vele hon
derden huis en wtrk een ogenblik
verlaten hadden om de laatste eer te
bewijzen aan de overledene, die tij
dens zijn leven zo'n grote plaats in
hun midden nad ingenomen.
Ook Zondagavon waren er vele
parochianen in de kerk bijeen, toen
om zeven uur de Metten werden ge
zongen. Agens was pastoor J. A. An-
i.egarn, diaken kapelaan L. M Sluys,
subdiaken kapelaap A H Schrama,
can tores kapelaan JA M van Adri-
chem en kapelaan H M J. Stoelinga.
Onder de talrijke g°estelijken, die bij
de Metten aanwezig waren, bevon
den zich deken D Bont uit Zoeter-
woude, deken J P A Brinkman uit
Noordwijk, deken G Kuijs uit Poel
dijk, pastoqr M A. Jansen uit Leiden,
astoor B. J. M Dorbeck uit Bleis-
wjjk. oud-kapelaan der parochie, pas
toor G. de Greece S M M., van de
Haagsche Schouw pater Y. Schnabel,
prior van het Kruisheren-klooster te
Zoeterwoude, rector H L. J M. Son-
daal, rector L P. M Vester, rect.or
L van Vugt, coh-recto+' P J. van Ba-
kel, kapelaan P A J Geven en ka
pelaan W. J. A Mulder oud-kape
laans dier par 'kapelaan'C'.'van Tey--
lingen uit Zaandam zoon der paro
chie, en talrijke kapelaans uit stad en
omgeving.
HEDENMORGEN werden om negen
uur de Lauden gezongen. Agens
was kapelaan J Langemeyer, diaken
pater L. G. Brandenburg, O. Praem.,
subdiaken kapelaan H M J, Stoelin
ga. cantoi-es kapelaan J A. M. van
Adrichem en kapelaan A H. Schra
ma.
Terwijl aan de zij-altaren stille H.
Missen werden opgedragen door de
ken R. H. Reynen uit Schiedam en
oud-pastoor I Schiphorst, droeg de
ken D. Bont uit Zoeterwoude, waar
nemend dekt-n van Leiden, de plech
tige H. Mis /an Requiem op, geassis
teerd door kapelaan J. Langemeyer,
neef van de overledene als diaken
en kapelaan L M. Sluys als subdia
ken. Ceremoniarius was kapelaan H.
M. J. Stoelinga. Cantores waren we
derom kanelaan JAM van Adri
chem en kapelaan A H Schrama.
Op het priesterkoor hadden talrij
ke geestelijken plaatsgenomen, o.a.
Mgr. J. M. Groot, vicaris-generaal,
mgr. C. van Trigt, officiaal van het
bisdom, mgr. Th. Bekkers uit Voor
schoten, mgr. dr. J. C. Henning,
regent van Hageveld, mgr. J. Niekel,
deken van Rotterdam, mgr. W. Pom-
pe, deken van Den Haag, mrg. W. de
Jong, deken van Ouwerkerk, mgr.
J. Ruhé uit Den Haag, ihgr. J. Kok
uit Delft, pastoor Th. Beukers, pas
toor W. Schmitz, O.F.Moud-pastoor
R. Smitz, O.F.M., pastoor W. van
Leeuwen uit Leiderdorp, pastoor J.
Looyaard uit Oegstgeest, pastoor G.
de Greeve S.M.M. van de Haagsche
Schouw,, de zeereerw. heer P. Ver-
hoofstad, adj. archivaris van het bis
dom en oud-kapelaan van de paro
chie, pastoor C. Standenmeyer uit
Schermerhorn, pastoor Jac. Vijver
berg, pastoor Th. Blom uit Scheve-
ningen, oud-Kapelran der parochie,
pastoor M. Vinck uit Den Haag, pas-
stoor M. A. Jansen uit Leiden, rec
tor H. Sondaal, rector F. A. M. Ber-
nefeld, rector L. P. M. Vester, rector
L. van Vugt, pater Eusebius en pa
ter Calasanctius van de Capucijnen
uit Voorscholen, patej Gevers, pater
Lesger en pater Oomen van de Nor-
vertijnen uit Heeswijk. rector E.
Paap uit Den Haag oud-kapelaan
der parochie, pater Tijnagel, pater
W. Geurts en pater B. de Goede van
het Franciscanen-klooster aan de
Mariënpoelstraat, en vele kapelaans
uit de stad en omgeving.
Onder de aanvezige wereldlijke
autoriteiten be\ onden zich burge
meester jhr. mr. F. H. van Kinschot,
wethouder J. C. van Schaik. wethou
der St. Menken, de heer R. J. Meyer,
commissaris van politie en dr. R.
Zyerveld, directeur van de G.G. en
G.D. Namens de K.V.P.-fractie waren
de heren A. van Dijk en F. C. de
Hosson aanwezig.
Bovendien waren er talrijke Kath.
organisaties vertegenwoordigd o.a. de
de Raad van Maatschappelijk en Cul
tureel Overleg, de K.A.B., de R.K.
Middenstand, het R.K. Armbestuur,
het R.K. Schoolbestuur, het Euch.
Ziekentriduum, en de R.K. Studen-j ('m het nieuwe perron op da'hoge baan te bereiken, moeten de reizigers
tenvereniging. Ook van de Stichting vanaf het oude lage perron langs een pad omhoog Klimmen De trein staat
cn was een deputatie aanwe-l al gereed langs het nieuwe tweede perron. (Foto's „Dc Leidse Courant")
parochiekerk geplaatst zag. Zijn
doortastendheid heeft hier toch, on
danks grote zorgen en sterke ziele-
pijn, mooie resultaten bereikt.
Wetenschap, wijsheid, inzicht.
Hij was een man van wetenschap,
wijsheid en diep inzicht, begaafd met
een uitgebreide kennis, maar de La-
tinitas, de taal der Kerk, had zijn
grootste liefde. Geen wonder, dat zijn
overheid hem achttien jaren lang ge
plaatst heeft oneer leidende figuren,
die aangesteld waren om de jonge
priester-candidaten te helpen opgaan
naar het H. Priesterschap. Jaren,
waarvan hij altijd met zoveel vreug
de spreken kon en die hij zijn hele
leven niet meer heeft vergeten.
Hij is een raadsman geweest voor
vele priesters en leken, voor de velen
die aan zijn zorgen waren toever
trouwd en die uit de omgang met
hem levenswijsheid hebben geput en
zielesterkte voor hun levenshouding.
Hij was een ecr.te herder voor zijn
parochie, een vader met een warm
gouden hart. Hij bracht zo graag
troost, niet alleen met het woord,
maar ook met de daad. Het was voor
hem een vreugde weldoende rond te
gaan en anderen gelukkig en blij te
maken. Hij wilde een vriend zijn
voor allen, ook heel bijzonder voor
zijn huisgenoten. Het was voor hem
een feest zijn riendschap op de een
of andere manier tegenover zijn
vrienden tot uiting te brengen en
zijn huis te maken tot een aange
naam verblijf.
Altijd weei trad daarbij zijn
dankbaarheid ten opzichte van
God en van hen, die hem atten
ties bewezen, sterk op de voor
grond. Pijnlijk trof het hem ook
des te meer als hij ondankbaar
heid moest ondervinden. Teleur
stellingen hebben hem op dit ge
bied niet ontbreken, maai tenslot
te werd dit alles gedurende zijn
leven overhuifd door zijn diepe
godsdienstzin.
Deken Homulle was een man van
febed. Met de grootste godsvrucht
roeg hij tot op z'n hoge leeftijd het
H. Misoffer op. Met zorg wijdde hij
zich aan zijn verplichting tot het bre-1
viergebed, totdat zijn biechtvader1
hem dit op zijn ziekbed moest ver-1
bieden. Iedere dag was hij het eerst
in de kerk en bad en waakte daar de
eerste morgenuren over zijn kudde.
Hoe begrijpelijk is het, dat deze man
zich zo kon ergeren aan iedere on
eerbiedigheid van groot en klein.
Zijn liefde tot het gebed, het innig
contact met God, heeft aan dit pries
terleven een bijzondere glans en
kracht gegeven. De laatste woorden,
die hijzelf neerschreef op zijn ge
dachtenisplaatje. zijn korte gebeden,
waarmede hij al een vader en een
vriend de beste lessen wil meegeven
voor hét leven.
Begrijpelijk, dat w(j allen treuren
om het heengaan van zo'n priester,
maar deze droefheid wordt overkoe
peld door dankbaarheid. Wij voelen
ons genoodzaakt God te danken, dat
Hij ons zo'n priester heeft geschon
ken. Met recht heeft de Kerk het zo
juist uitgezongen: „Gratias agamus
Deo nostro". Laten wij God dank
baar zijn voor ae weldaad, dat Hij
aan onze dierbare overledene een
grotere zekerheid heeft willen schen
ken op een eeuwige verrijzenis.
Aan ons, die achterblijven,
vraagt onze dierbare overledene
onze dankbaarheid voor hetgeen
hij voor ons mocht doen en mocht
zijn, het gebed en het offer, maar
vooral het Misoffer voor zijn zie-
leloutering. Nu nog meer dan op
deze aarde is deze priester zich
bewust dat er nog iets uit te boe
ten valt om te kunnen worden
toegelaten tot het Eeuwig Licht.
Ons laatste gebed, dat wij nu sa-
m^n voor kem gaan bidden, wanneer
wij zijn stoffelijk omhulsel onder de
gebeden van de Kerk aan de gewijde
aarde gaan toevertrouwen, kan niet
anders zijn dan het gebed waarin de
vreugdeklanken van de eeuwige ver
rijzenis ons reeds tegemoet treden:
„In paradisum deducant te Angeli".
De engelen mogen U zo spoedig mo
gelijk binnenleiden in het eeuwige
paradijs".
4 TER AARDEBESTELLING.
Nadat de H. Mis van Requiem ten
tinae was, werd het stoffelijk over
schot overgebracht naar de kapel van
het R. K. Kerkhof aan de Zijlpoort.
Evals in de kerk was ook hier de be
langstelling oijzon^er groot.
Nadat pastoor J A Annegarn, met
assistentie van kapelaan J. Lange
meyer en kapelaan L. M. Sluys, de
absoute had verricht werd het stof
felijk overschot op het zonovergoten
en in voorjaarsgroen getooide kerk
hof in het priester:raf aan de aarde
toevertrouwd.
f r
Zondagmiddag van vier tot zeven uur was het een onafgebroken komen en gaan van parochianen cn anderen,
die een laatste groet kwamen brengen aan de overledene, wiens stoffelijk overschot Zondagmiddag van de
chapelle ardente in de pastorie naar de kerk was overgebracht. Het stof felijk overschot was bekleed met de
misgewaden. Zoals gebruikelijk was in de handen een verguld-houten kelk gelegd.
(Foto: „De Leidse Courant")
Het einde komt in zicht!
BI
1 Reizigers moeten eerst klimmen
FR WAREN VANMORGEN GEEN SCHETTERENDE FANFARES, geen
in het zwart geklede autoriteiten, die speeches afstaken of linten door
knipten, geen fonkelende glazen erew ijn, geen feestelijke kransen van voor
jaarsbloemen, geen symbolische handelingen van wissel overhalen of iets
dergelijks, er was niets Er was alleen maar een trein uit Amsterdam, die
net, ter hoogte van de Warmonder Lee, nu eens leuk vond bij wijze van
verandering niet de gewone spoorbaan te volgen maar over de kersverse
koppeling te iende« en en een tikkeltje geremd in zijn \uart de nieuwe
spoorbaan te beklimmen, om deze daarmede op de minst off'ciële wijzen in
gebruik te nemen. Intussen was deze baan zij het mooj-zamer ook be
klommen door een aantal vroege reizigers, die op het nieuwe perron de
eerste trein stonden af te wachten. Enige minufen later stopte de eerste „ho
ge" trein langs het hoge perron en stapten dc treinreizigers in Zoemend
gleed om twaalf minuten over zes het gestroomlijnde monster weg in dc
richting Den Haag en even voor de Vink gleed hij doodkalm ae hoge dijk
af, terug op de oude lage spoorbaan. En daarmede was de ingebruikname
van Leidens hoge spoorbaan een feit.
Plechtig ogenblik
Het ogenblik was er echter niet
minder plechtig om want uiteindelijk
wordt de plechti*reid niet bepaaia
door de min of meer officiële ento. -
rage, maar door he'. feit zelf. Het fei.
dat Leiden eindelyk na zoveel jaie
wachten het einde ziet naderen van
de overweg-misère aan de Rijnsbur-
gerweg. Met hoeveel ongeduld is dit
ogenblik verbeid! Hoeveel jaren heb
ben we gewacht op uitvoering van de
plam.en, die na de eerste wereld
oorlog al besproken werden? En hoe
hebi cn we ons ongeduld moeten be
dwingen toen sed-rt 1948 de spoor
weg werken niet snel genoeg vorder
den? Oorspr nkeüjk was men van
plan de nieuwe ba .n Januari 1952 in
gebruik te nemen, doch &orea bracht
vertraging in de ui'voering en boven
dien gedroeg de nieuwe baan zich
niet ZD netjes als van een ordentelijke
spoorbbaan verwa< ht mag worden.
Veel tn vee. mee. zand moest er
aangevoerd worden dan berekend
was oi de hoge ba-n op peil te krij
gen. 7ó slap was de slechte onder
grond en zó verraderlijk zakte het
dyklicbaam telken.- weg in de veen-
bodem
Eindelijk zou het grote ogenblik
aangebroken zijn. De baan was op
hoogte, de rails waren gelegd, de dra
den gespannen; n ets verhinderde
eind Septemoer he* grote ogenblik
met enige dagen tegemoet te zien.
Doch eilaas. Weer gooide de slappe
ondergrond roet in het eten, als we
die wat al te plas ische vergelijking
in dit verband gebruiken mogen. We
hebben onze lezers het drama her
haaldelijk en uitvoerig geschetst, zo
dat we thans kort kunnen zyn. Ge
durende de lange wintermaanden
weru een deel van de baan, nabij de
Haarlemmertrekva rt afgegraven en
van een betonnen bodemplaat voor
zien waarna alles weer in orde ge
maakt kon worden Op 20 Maart
moch ons jlad als eerste de blijde
mare in het land brengen* op 20 April
gaan we hoogrijden' Eindelijk!
Van 140 naar /0.
En nu is het dan zover Nu rijden
we hoog. Gelooft niet dat het een
sensatie is. De treir.en zijn niets ge
riefelijker dan anders en van stijging
noch daling oemerlt ge practisch
iets Alleen ,1e oplettende reiziger,
die weet wat er aan de hand is, be
merkt bij de Warmonder Lee, dat de
trein een flauwe zwenking naar
rechts maakt en langzaam begint tc
klimmen. Het hoogteverschil met de
nieuwe baan is niet zo bijzonder groot Deze foto geeft het plechtige ogenblik weer waarop dc eerste trein in de
hoogstens drie meter
Op de- hoge baan rijdt ge als op het tweede perron. De reizigers wachten ree
alle hoge banen dus hoog boven
het laag liggende land uit Overigens
heeft Leiden niet zoveel reden om
zijn reizigers omhoog te heffen, opdat
zij alles goed en duidelijk kunnen
zien want zoveel moois is er niet.
Vooral niet voorb'.; het station, in de
richting Den Haar De achterzijde
van ae huizen aan de Hoge Morsweg
leveren niet bepaald een fraai
schouwspel op. W-l is het uitzicht
op het stadscentrum er beter op ge
worden; de koepel yan de Marekerk,
de stadhuisto. en en andere markante
gebouwen rijzen hoog op boven de
huizenzee. „Kijk, i- dat nu Leiden",
zullen de vreemdelingen met een
goedkeurend knikje straks zeggen.
Als Leidenaars is het een sensatie
op zichzelf om ove* het hulpviaduct
aan de Rijnsburgerwcg te rijden cn
dan te zien hoe beneden het verkeer
rustig doorgang vindt, niet meer
opgehouden door de lang en vaak
verfoeide, gehate cn vermaledijde
spoorbomen, want die blijven rustig
omhoog staSn.
Niet, dat het overweg-leed nu ge
leder is, want dc treinen in de rich
ting Amsterdam blijven nog over laag
spoor rijden tot 4 Mei Daarna gaan
ook zij de hoogte in Maar de winst
van vandaag is toch dat de bomen
„slechts" 70 maal per dag omlaag
gaan, geen 140 maal meer, zoals we
dat sinds jaar en dap gewend waren.
Wanneer over twee weken ook in de
andere richting hoog gereden wordt,
zullen de bomen hoogstens nog tien
keer per dag cmlaap ^aan alleen voor
het transport naar s'achthuis en licht
fabrieken en voor de werktreinen,
die nodig zijn b(j de verdere afwer
king van de hoge baan In de loop
van de zomer zal ne oude baan wor
den opgeruimd en kunnen de spoor
bomen helemaal verdwijnen.
Klimmen naar het perron.
Intussen is de situatie op het sta
tion ci niet eenvoudige op geworden.
Men weet dat dc nerrontunncls, die
de reizigers van he' nieuwe stations
gebouw naar de niuuwe perrons lei
den, nog niet klaar zijn omdat eerst
de oude baan verdwijnen moet. Daar
na kan de nieuwe baan, die bij het
station pas op halve breedte is, ver-
breeo worden, totdat zij aansluit aan
het nieuwe stationsgebouw. De rei
zigers moeten daarom voorlopig nog
buiten het station omgeleid worden
via de nood-inganp, die reeds enige
iaren in gebruik s naar de oude
lage perrons. Daor vinden zij een
trap, die naar de nieuwe baan leidt en
zo komen zij op het nieuwe perron,
l et tweede perron dat eigenlijk be
stemd is voor de richting Amster
dam In de toekomst stoppen de trei
nen naar Den Haae langs het eerste
perron, maar dat moet nog aangelegd
worden, wanneer de nieuwe baan
verbreed is, zoals wij boven beschre
ven.
Wanneer over twee weken ook de
trein naar Amsterdam over de hoge
baan gaat en dus het tweede perron
voor die richiing gebruikt moet wor
den, zullen de treinen naar Den Haag,
die nu dus -angs iet tweede perron
stoppen, langs het derde perron gc-
ieid worden, dus d.oht bij het Acad.
Ziekmhuis. Dit de.de perron is niet
overkapt, maar dat maakt niet veel
verschil, want de treinen, die nu
langs het tweede perron komen, stop
pen pas voorbij de overkanping, zo
ver mogelijk in de richting Den
Haag. Bovendien kunnen de reizigers
naar Den Haag si-aks gebruik ma
ken van de overkapping op het twee
de perron en bij de nadering van de
trein gauw door d<- perrontunnel het
derde perron bereiden Op het twee
de prrron bevindt zich ook een sta
tions restauratie, e°n en al glas en
luohtighrid, die vanmorgen eveneens
in gebruik genomen is
I