Rampenfonds hoopt vóór 1 April
125 millioen dicht te naderen
Moerdijk
Maandag open?
Wereld vol monsterlijke
hagedissen
Botsing bij
Rilland Bath
ZONDAGMORGEN
Op Utrechts Jaarbeursterreinen
kreeg staalindustrie eigen hal
KOLEN
„Ham-cotelet" van Sjaak Spiers
hoogtepunt onzer toneelloopbaan
U™.
ZATERDAG 7 MAART 1953
DE LE1DSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 2
Een laatste beroep op het Ned, volk
Het Nationaal Rampenfonds heeft
besloten dc actieve fondsenwerving
ten behoeve van de watersnoodramp
per 1 April a.s. stop te zetten. Hoe
wel dit betekent, dat nieuwe acties
tot fondsenwerving na 31 Maart a.s.
niet meer vanwege het N.R.F. zullen
worden gestimuleerd, houdt zulks
niet in, dat acties, die op grond van
dc aanvankelijke opzet zich automa
tisch voortzetten (zoals overwerk-,
salariskorting-, verkoopacties enz.)
Rijkswaterstaat doet pogingen om
de weg RotterdamBreda via de
Moerdijk zover te herstellen, dat hij
nog Maandag a^- voor verkeer met
een maximum wieldruk van» 800 kg.
kan worden geopend.
Of dit lukken zal hangt af van de
weersomstandigheden, die op het
ogenblik gunstig zijn, en van de
grondwaterstand, die nog buitenge
woon hoog is.
Men repareert thans de klinker-
bestrating van de opritten van- de
Moerdijkbrug en van de aansluitin
gen met de zijwegen.
dan wel op basis van die opzet eerst
na genoemde datum zouden begin
nen, dienen te worden gestaakt of
opgeheven Evenmin zal het NRF.
na 31 Maart geschonken giften wei
geren; deze zulen luit er aard nog
dankbaar worden aanvaard.
De overtuiging dat de vele en gro
te activiteiten, opgezet met de be
doeling het rampenfonds in staat te
stellen de grote noden als gevolg
van de watersnoodramp te lenigen,
niet onbeperkt kunnen voortduren.
rondt het NRF op de overweging,
at de ongelimiteerde voortzetting
van deze acties niet zal nalaten in
vloed uit te oefenen op het econo
misch leven in al zijn sectoren. Daar
bij moet noodzakelijk worden ge
acht, binnen niet te lange tijd weer
de weg te effenen voor de charita
tieve organisaties, die geheel of ge
deeltelijk afhankelijk zijn van de of
fervaardigheid van het Nederlandse
volk.
Intussen mag uit het feit, dat het
NRF besloten heeft per 31 Maart a.s.
de actieve fondsenwerving te staken,
niet worden afgeleid dat het NRF
van inzicht is, dat de stand van de
toegevloeide middelen reeds thans
de verwachting kan wekken, als zou
het NRI binnenkort in staat zijn alle
in de persoonlijke sfeer liggende gro
te noden in de rampgebieden volle-
Vervolg van pag 1, 2de blad.
De aarde ziet er in die tijd tame
lijk vreemd uit, want de bomen zijn
zulke rare bomen zij lijken meer op
varens en op dikstammige plumeaux.
Behoorlijke takken zitten er niet aan.
Maar ze wassen welig uit de kluiten,
gestimuleerd door het klimaat dat
nogal warm is. Van deze bomen hak
ken wij nu nog steenkool.
Tussen de varens en de bomen zien
wij in en uit de moerassen talloze
amphibieën glippen, wezens, die zo
wel ln het water als op het land kun
nen leven, sommige hebben kieuwen,
andere gebruiken reeds hun zwem
blaas als ademhalingsorgaan. Men
weet soms niet of het vissen zijn, die
hun vinnen gaan gebruiken als
pootjes of dat het reeds landdieren
zijn, die terug duiken in- de zee, waar
uit hun voorgeslacht is voortgeko
men.
De vissen, waaruit deze amphibieën
zyn voortgekomen, zijn z.g. kwast-
vinndgen, d.w.z. zij hebben pootjes
met kwasten in plaats van vinnen.
En nu is het merkwaardige, dat de
vis, die enige weken geleden bij Ma
dagascar is gevangen, ook zo'n kwast-
vinnige was. Hij behoort dus tot die
tak van de familie, welke het in al
die eeuwen nöet verder heeft ge
bracht maar tot onze lering en stich
ting de eenvoudige kwastvinnige is
gebleven van oudsher.
TUAAST DIE AMPHIBIEeN ontwik-
kelen zich ook de insecten op een
onheilspellende snelle wijze, zó zelfs
dat men het tijdperk van het z.g. Car
boon ook f 2l het „kakkerlakken
tijdperk" noemt. Als u niet oppast
vliegt er een libel met een vleugel-
spanwijdte van 75 c.M. tegen uw
neus en dat moet niet aangenaam
zijn. Ofschoon wij tegenwoordig nog
meer insecten hebben dan ons lief is,
mogen wij toch de hemel er de ijstijd
van het Perm danken, dat het ruwe
klimaat van deze ijstijd de verdere
ontwikkeling van deze insecten heeft
afgesneden. Wij hebben al last ge
noeg van dat kleine goedje; wat zou
het geweest zijn als ze waren door
blijven groeien en zo groot als oli
fanten waren geworden? Wij mo
gen hier wel even opmerken, dat wij
aan de diverse ijstiiden heel wat te
danken hebben. Als die tijden van
grote schoonmaak in de dierenwereld
er niet geweest waren, zou het voor
ons niet te harden zijn geweest op
deze wereld. Zij hebben gewerkt als
een zeef, waardoor alleen de beste
exemplaren konden passeren en de
grootste, meest uitgegroeide exempla
ren werden tegengehouden. Dat was
een meedogenloze maar doeltreffende
selectie.
INDIEN WIJ NU NOG VERDER
teruggaan naar de oorsprong van
het leven op aarde moeten wij de
zee in duiken. Daar vinden wij 'n 400
millioen jaren terug reeds een rijke
variatie van alle mogelijke zeedie
ren, schaaldieren, inktvissen, gepant
serde weekdieren, en vooral de ge
pantserde zeerovers de trilobieten.
Deze laatsten worden zo genoemd
omdat zy een drie-lobbig rugoantser
droegen; zij konden wel tot 70 c.M.
groot worden en waren in die tijd de
heersers der zeeën.
Over dat jongste tijdperk van het
leven op aarde kunnen wij kort zyn,
ofschoon juist dat tijdperk het lang
ste moet hebben geduurd. Er is wei
nig interessants van te vertellen.
Men kan tegenwoordig heel goed na
gaan hoe die allerprimitiefste dieren
in de zee hun stoffelijke resten heb
ben achtergelaten in de riffen en de
koralen en in de rots- en krijtlagen
van de zee. Het zijn één-cellige dier
tjes, die wij tegenwoordig nog over
al aantreffen in het zeewater en die
er wel altijd zullen blijven, zolang
er levensmogelijkheid is op aarde.
Volgens de geleerde rekenaars moet
het eerste leven n.eer dan twee mil
liard jaren geleden op aarde ont
staan zijn. Vóór die tyd was de aar
de woest en ledig, d.w.z. er leefde
niets, noch in de zee, noch op het
land, geen diertje en geen plantje,
zelfs geen sprietje mos.
rjAT WIL NIET ZEGGEN, dat het
op de aarde een ,,dode boel" was,
in de zin van een roerloze massa zon
der beweging of verandering. Neen,
in die tijden wii rekenen in die
periode ook al met millioenen jaren
of het niks is heeft zich de aarde
gevormd, hebben de bergen zich ge
grondvest, zijn de gesteenten gestold
tot bazalt en granie* en voltrok zich
de afzetting der rotsen tot kalksteen,
kleisteen. dolomiet, zandsteen enz.
En over dat alles ruiste de regen gut
ste het water van de beken en de
rivieren, stroomde de zee over strand
en binnenland.
Nog verder teruggaande zien wij
de aarde dampen, koken en borrelen
als een gloeiende lava-bol, gestold uit
een wentelende nevelbol van gassen,
die voort kwamen uit de immense
ruimte van het heelal, waar zonnen
laaiden als vuurbollen en planeten
werden weggeslingerd als witgloeien
de stoomwolken.
Hier eindigt onze reis terug in een
gloeiende nevel.
Het is welletjes geweest, zo'n tocht
door het verleden van millioenen ja
ren.
In een volgend artikel gaan wij
een en ander nader beschouwen.
dig te lenigen.
Immers ofschoon het inzicht in de
totale omvang van de geleden scha
de in de persoonlijke sfeer nog
slechts zeer gering is, kan veilig wor
den aangenomen dat, wil het NRF
zyn taak in deze op bevredigende
wijze kunnen vervullen, minstens
een bedrag van 125 millioen nodig
zal zijn.
Hoewel het NRF op basis van ver
schillende factoren, o.m, de na 31
Maart a.s. nog in gang zijnde acties,
alsmede de nog uit het buitenland
te ontvangen giften, meent in de na
bije toekomst nog op redelijk grote
bedragen te mogen rekenen, heeft
het niettemin in dit stadium de steun
van het Nederlandse volk nog nodig.
Hoezeer het NRF ook onder de in
druk is gekomen van de in de afge
lopen weken gebleken spontane en
grote offervaardigheid in het gehele
land, het meent, met de grote nog
te lenigen noden voor ogen, nog een
maal op het Nederlandse volk een
algemeen beroep te mogen doen. om
te trachten in de vóór 1 April a.s.
nog resterende tijd, het bedrag ad
125 millioen zo dicht mogelijk te
benaderen,het gironummer is
9575.
Twee verdedigingen
Drukke gemeenteraad
voor Zierikzee
In de gisteravond gehouden ver
gadering van de raad van Zierik7ee
werd met algemene stemmen in prin
cipe besloten tot het doen maken
van een bekisting rond de stad. door
de gezamenlijke aannemers te Zierik
zee. Deze dam wordt ongeveer twee
en een halve kilometer lang. De ra
ming bedraagt 165.000.
Een dijk van heuvelweg onder
de gemeente Kerkwerve naar Bor-
rendamme, welke een lengte zou
hebben van plus minus vier kilome
ter, heeft de aandacht van Rijkswa
terstaat. De dienst met de spidoboten
zal worden onderhouden tot de
spoorlijn Roosendaal Dordrecht
■vnrdt hersteld.
De raad besloot in verweer te gaan
tegen het hoger beroep, dat de Zie-
rikzeese middenstand heeft aangete
kend, nadat de president van de Mid
delburgse rechtbank zich in het kort
geding over de gedwongen evacuatie
onbevoegd had verklaard. Op 18
Maart zal deze zaak voor het Haag
se gerechtshof komen.
KRTJGT HAAMSTEDE ZIJN
VLIEGVELD TERUG?
Er bestaan plannen om het in de
oorlog vernielde vliegveld bij Haam
stede op Schouwen-Duiveland weer
vliegklaar te maken voor zware ty
pes vliegtuigen. De Nederlandse Hei.
de Mij. zou hiervoor een opdracht
krijgen. Men wil het veld in orde
brengen door landingsbanen te ma
ken met ook in de oorlog gebruikte
staalplaten. De aanleg van het veld
betekent voor het geïsoleerde eiland
een grote verbetering. Niet alleen het
vervoer van arbeiders kan dan ge
Drie dijkwerkers gedood,
7 gewond
In de afgelopen nacht omstreeks
drie uur is bij wachtpost 19 te Rilland
Bath een lege vrachtauto uit Lim
burg in botsing gekomen met een
autobus die dijkwerkers vervoerde.
De gevolgen waren ernstig: Er wa
ren niet minder dan tien gewonde
dijkwerkers, crie daarvan zijn tijdens
het vervoer naar het ziekenhuis te
Bergen op Zoom overleden.
De dijkwerkers zouden, naar tot
dusverre bekend is, afkomstig zijn
uit Sint Willebrord (N. Br.).
aanvoer van materiaal zal vlotter
kunnen gaan. De aanleg van het veld
valt onder de competentie van het
rampgebied Goes van de Ned. Heide
Mij. Men wacht hier thans nog op
gedetailleerde opdracht. Desgevraagd
deelde men ons mede, dat het werk
in drie weken kan worden verricht.
WIJDBEENS GEPLOFT OP DE
BODEM VAN DE PUT
^/OLGENS het weerbericht is het
in de afgelopen week voorgeko
men, dat in het éne gedeélte van ons
kleine land de barse winter heerste
en in het andere deel de lieve lente
in zacht-blauw gewaad rondging en
met haar feeën-scepter tikjes gaf aan
al wat sliep en slapens-moe was, en
het tot nieuw leven wekte. De elze-
katjes strooiden, hun gele stuifmeel
rond, de sneeuwklokjes geurden met
hun geparfumeerde witte jurken, de
houtduiven koerden verliefd in de
kale takken, de nazen draafden ach
ter elkaar in minnedrift door de kale
wei en de vleermuizen fladderden in
de avondlucht. Zo was 't hier. In an
dere streken des lands pookte men de
kachel op en wie de deur uit moest,
kreeg de vermaning de kraag van
zijn jas hoog op te zetten.
GELIJK het met het vaderland
gaat, zo gaat het ook met de bur
gers. De ene dag k:-m iemand zich
verheugen in de zonne-schijn van
Prins Bernhardhal sober
maar doelmatig
Op 17 Maart, bij de opening van de
zestigste jaarbeurs, zal de nieuwe
jaarbeurshal aan de Croeselaan te
Utrecht, die de naam van „Bernhard
hal" zal dragen, op plechtige wijze
door Z. K. H. Prins Bernhard in ge
bruik worden gesteld.
De hal, die een imposant bouwwerk
van steen, staal en glas vormt, heeft
een inhoud van 150.000 m3. Zij wordt
beschikbaar gesteld voornamelijk
voor de snel in omvang toenemende
Nederlandse metaalindustrie. De hal
werd in recordtijd gebouwd. Het wa
ren de N.V. Werkspoor, als hoofdaan-
neemster, en de N.V. Ingenieursbu
reau voor Bouwnijverheid te Oegst-
geest, als onderaanneemster, die dit
nieuwe vaste jeuebeursgebouw tot
stand brachten.
Van het gebouw dat een lengte
van 170 m. en een breedte van 100
m. heeft, is het middengedeel
te eigenlijk expositieruimte met
een oppervlakte van één hectare. De
wandelpaden in de hal hebben in to
taal een lengte van 1 Vi km.
De hal is toegankelijk van landzij
de (Industrieweg) en van de water
kant (Merwedekanaal) voor de aara-
het geluk, terwijl zijn buurman met
de handen in het haar woelt van
sagrijn.
De andere dag zijn de rollen om
gekeerd.
De ene dag kan Iemand zich gevoe
len, staande „tip-toe" op de top van
de aardbol, in het zonnelicht der ge
nade gekoesterd als kind van God;
de andere dag kan diezelfde mens door
een grauwe, vette mist waden van
twijfel en ongeloof. Dat hebben we
in persoonlijke ervaring al zo vaak
meegemaakt, dat we, in de mist, al
tijd het vermoeden en de bijna stel
lige verwachting behouden op een
gegeven ogenblik weer door de mist
heen te drijven.
Vroeger geraakten we nog wel eens
in angst en benauwdheid, of we nog
wel ooit uit de nevel te voorschijn
zouden komen en of we ondertussen
niet in de valkuil van het ongeloof
zouden ploffen.
We hebben zelfs meermalen de
branie gehad, om ons moedwillig in
die valkuil te laten vallen, om te
zien wat er op de bodem lag.
Je behoeft je niet lang te laten
vallen, of je valt rnet de „eenparig
versnelde beweging" van de me*
chanica midden in een hoop wan
hoop.
Je zit dan wijdbeens op de bodem
van de put.
Een hoogst onprettige ervaring,
zoals menigeen mét ons getuigen
kan.
Je grijpt in het duister rond naar
een hou-vast, maar je graait iedere
j keer in die hoop wanhoop, de wan-
dacht op het internationaal karak
ter van de jaarbeurs, want de be
langstelling voor de technische afde
ling van de internationale beurs is
de laatste jaren sterk toegenomen,
waardoor de aanvankelijke houten
hulpgebouwen op het terrein Croese- hoop van de van-God-verlatenheid.
laan hoe langer hoe sterker hun mm- je gfrjjkt langs de donkere rondte
dere geschiktheid begonnen te doen
blijken.
Het spreekt van zelf, dat, nu de
hal dan eindelijk zo goed als ge
reed is, de dag der ingebruikstelling
voor dit instituut als bijzonder feeste
lijk in de jaarboeken van de jaar
beurs zal worden aangetekend Voor
al, omdat men ira jaarbeurskringen
overtuigd is, dat de vrees, als zou
het jaarbeursinstituut ten achter
raken, indien in de outillage niet zou
worden voorzien, thans geheel weg
genomen is.
WINDTUNNELGEBOUW T.H.
NADERT ZIJN VOLTOOnNG.
Het windtunnelgebouw, het eerste
gebouw in de nieuwe Technische
Hogeschool wijk aan de Rotterdamse-
weg te Delft, zal Maandag 9 Maart
door de aannemer worden opgele
verd. Daarna zal worden begonnen
met het inrichten waarmee men om
streeks de tweede helft van April
gereed zal zijn. Aan het eind van
voer van zware machines. Aan de deze maand zal het echter reeds mo
regelder geschieden,
voorzijde en aan de achterkant vindt
men restaurants. De aantrekkelijk
heid van het restaurant aan de voor
zijde is, dat dit een aardig uitzicht
biedt over het Ooeselaanterrein.
Bij de bouw is geen rekening ge
houden met luxe of ornamentiek. De
ook de hal vestigt echter ook weer de aan-
gelijk zijn dat studenten in het nieu
we gebouw enige proeven nemen.
voor alle doeleinden
CREYGHTON
Hooiqr.46 Iel. 20114
12 AMBACHTEN - 13 ONGELUKKEN
DE VORIGE AFLEVERING I lijk steeds een geweldig succes, maar
zal het U duidelijk geworden i de soldij bleek een schier onoplos-
zijn, dat wij in Brabants dreven ons
niet bepaald te buiten zijn gegaan
aan veredelende kunst Die geschie
denis van een verloren zoon was wel
iswaar ln staat om in ieder parochie
huis een paar liter brak water te la
ten wellen uit zachte moederogen,
maar theologisch gezien stond dit
spel dat tot overmaat van ramp
„Grote genade" heette even wan
kel op de benen als een alcoholist, die
juist zijn plan heeft uitgevoerd om
voortaan twee flesjes in plaats van
één te nemen.
Dat wij niettemin medewerkten,
was het gevolg van een lange rede
natie, waarin wij erkenden, dat het
stuk niet veel meer was dan een
beetje toegepaste psychologie, maar
aan de andere kant op een onbegrij
pelijke wijze volkmassa's scheen te
stichten en zelfs de meest geharde
harten aan boter gelijk wist te ma
ken. Moreel voelden we ons derhalve
volkomen verantwoord om al die
beeldjes te vernielen, temeer omdat
we in het laatste bedrijf toch afge
laden met berouw voor de menigte
terugkwamen, hetgeen naar wij
hebben ervaren een zekere prae-
ventieve werking had. Zodra wij in
een dorp geweest waren werd er di
rect veel minder gebroken.
Naar de grote Kunst.
De porselein- en aardewerkfabri-
kera, die in Brabant een geweldig ge
schikt afzetgebied hebben, kregen
uiteraard een kijkje op ons, of eigen
lijk op ons stuk, dat na de enorme
omzetstijging sindo „Het bier is weer
best", alles, wat tot gooien met breek
bare voorwerpen aanzette, volkomen
neutraliseerde. De poppenkastman,
die het toneelspel geschreven had,
liet zich omkopen en nam het werk
uit de circulatie.
Weet U, wat zoiets betekent voor
een gezelschap?
Dat het uit elkaar spat!
Nou ja, njet ieder gezelschap na
tuurlijk, maar het onze wel. Bij on6
was er slechts één klassiek trekje,
dat in verband stond met Alexander
de Grote. Ons optreden was name-
baar probleem, hetgeen minder ver
wondering wekken zal als men weet,
dat de zakelijk leider een druk be
zoeker van café's was en de artis-
tiekleider kort voor iedere opvoering
ontnuchterd moest worden met al
lerlei dure tabletjes, die onze kas
nog meer verzwakten en het Bra
bantse apothekersdom tot een zekere
maté van welstand bracht.
Dat in deze atmosfeer in ons de
behoefte ging groeien naar iets
groots, naar kunst in de ware zin des
woords, zal voor iedereen begrijpe
lijk zyn, terwijl het daarnaast min
der begrijpelijk zal zijn, dat wij dit
ideaal in Rotterdam gingen verwe
zenlijken.
Luchtige psychologie
ONDER HET MOTTO
Wie lacht niet
die zichzelf beziet
In de Maasstad.
Vara de geringe materie, die ons
was overgebleven in de kunst, koch
ten we in Breda een enkele reis Rot
terdam en reeds een dag later wa
ren we bij het grote toneel.
Ja, echt groot toneell Het was een
gezelschap met subsidie!
Waarschijnlijk had men in ons di
rect het genie herkend. In ieder ge
val werden we op staande voet aan-
genomen en dezelfde avond reeds Jeer zijn deze op zo onwaardige wijze
traden we op*. De rol, die ons was J vermoorde grijsaard op de meest
toegemeten lijkt op het eerste ge
zicht misschien erg eenvoudig, maar
de werkelijkheid was anders. Wij
waren het onweer!
Dat is iets, maar extra rantsoenen
voor nodig zijn. Achter het toneel
stonden wij met een geweldig grote
stalen plaat misschien is het ook
zink geweest en lieten deze maar
op een bepaalde manier bewegen.
Een ander persoon, minder talentvol
dan wij, was bij een schakelaar ge
plaatst en had de zeer eenvoudige
opdracht het licht aan en uit te
draaien.
Als een kleine jongen iets derge
lijks zou doen bij zijn moeder, kreeg
hij vermoedelijk een pak voor zijn
broek met de mededeling: „Doe niet
zo vervelend".
In de Schouwburg denkt men daar
anders over, misschien wel onder de
indruk van een vers uit Vondel dat
op de muur is geschilderd. Zoiets van
„Rustig het huis verlaat, als de boel
in lichter laaie staat".
Dan noemt men zulk kwajongens-
werk: De bliksem.
Grote rollen.
Aangezien er niet ira ieder stuk
onweer voorkomt, moesten wii ons
ook op andere terreinen gaan bekwa
men. Hagel, wind en storm hadden
we spoedig onder de knie, maar „het
volk" was iets lastiger. Deze rol
kwam meestal voor in historische
stukken. Als er een of andere keizer
weggejaagd moest worden, dan wa
ren we de hele avond in touw.
We riepen dan voortdurend „Weg
met de keizer brrrrr wrrrr tsit boem
mmm". Deze laatste geluiden dienden
om bij het publiek de indruk te wek
ken, dat er een hele mensenmassa
die keizer weg wilde hebben.
Bij hoge uitzondering kregen wij
ook wel eens rollen, waarbij wij voor
het publiek zichtbaar werden.
In „Hamlet" speelden wfj zelfs een
dubbelrol! Als Polonius werd neer
gestoken moesten wij naar Ophelia
gaan en zeggen: „Juffrouw, hartelijk
gecondoleerd met het verlies van
Uw vader. Wij zijn de begrafenison
dernemer Jansen en het zal ons een
waardige wijze grafwaarts te voe
ren".
Enfin, U kent dit rolletje natuur
lijk wel evenals „de chauffeur" uit
hetzelfde stuk als Hamlet te
gen Ophelia zegt: „Ga naar het
klooster", dan komt hij op met de
woorden: „Taxi staat voor, juf
frouw!"
De tekst van zo'n rol hadden we
vrij gauw in ons hoofd en ook voor
het stille spel waren we geknipt.
Wij zijn b.v. meermalen timmerman
geweest of tuinman. U weet wel,
even een karweitje opnemen en da-
deliik terugkomen de andere och
tend —als het stuk allang afgelo
pen was.
Op staande voet...
Op dezelfde vlotte wijze, waarop
wij aan dit gezelschap verbonden
werden, werden we er ook weer van
losgemaakt. Op staande voet
Het is moeilijk om de reden hier
van te bekennen, want over drie
regels zullen alle meisje in dit
rayon weten, dat we een kunstgebit
hebben. Was het U bekend, dat zo
iets niet mag bij het grote toneel?
Wij wisten het en hadden daarom
een gebitje laten maken, dat net
echt was. Maar op zekere avond wa
ren we op visite bij een collega, die
rumoerige feestjes pleegde te organi
seren, meestal ver na het midder
nachtelijk uur.
Zijn beneden-buurman, een accu
rate boekhouder hield daar niet vara
en wond zich soms zo op, dat hij mid
den in de nacht in de tuin ging roe
pen „Slampamper!"
Dat is niet leuk en voor straf keer
de men toen een nachtspiegel om
boven zijn hoofd, hetgeen nog min
der leuk was.
Wij zijn daar de dupe van gewor
den. Op zekere avond waren wij bij
die rumoermaker op visite, droraken
iets, aten wat en werden op redelij
ke gronden onwel. Het raam ging
open wy moeten beknopt zijn, want
het is bepaald onfris ledigden onze
maag en bemerkten tot onze schrik,
dat ons bovengebit met de grote
stroom was meegesleurd.
Het zal U duidelijk zijn. dat die
boekhouder niet bepaald de man
was, waar je kon gaan vragen, of je
je bovengebit even uit de tuin' mocht
halen.
We waren het kwijt en toen we de
avond daarop toevallig een rol had
den met de tekst „Sla toe Sjors!"
brachten we het niet verder dan
„Schla toe Schlors"
Daar had de artistiek-leider be
zwaar tegen en adat hij ons in de
mond had gekeken, mochten we het
van de put en wat je vingers tasten
is niet anders dan de klemmende
waanzin van een toevallig menselijk
bestaan.
Je kijkt omhoog en aan het verre
uiteinde van de zwarte schacht zie
je een paar juwelen sterren tegen je
knipogen.
ftJU zouden we, als ge bij het gan-
zent>ord-spel van het leven in die
put mocht geraken, willen aanra
den niet terug te knip-ogen en voor
het overige wijdbeens te blijven zit
ten. Dan komt ge er nooit meer uit
en zoudt ge gaan menen, dat het de
normaalste toestand van een mens
is in duisternis en mist door het
leven te gaan.
De vraag is: hoe kom ik uit de put?
Ge moet, wanneer ge plotseling
■uw geloof kwijt geraakt zijt, uw bei
de handen naar boven uitstrekken
naar een touw dat er niet is.
Ge moet uw beide handen smekend
omhoog-heffen naar het vale schijn
sel van de verre hemel en al is er
geen touw. de hoop niet opgeven, dat
er toch nog zo iets als een touw zal
worden toegeworpen.
Het kan best zijn, dat O.L. Heer u
een tijdje zo laat zitten, zoals Hij ook
de Phenicische vrouw liet bedelen
om de kruimeltjes voor de honden.
Het kan zijn, dat het eerst eens heel
goed tot iemand moet doordringen,
wat het is niet meer te kunnen gelo
ven voor iemand, die heeft mogen
geloven. Het is toch werkelijk zo, dat
de zon dan schuil gaat in de natte
wade van mist en nevel, zonder enig
uitzicht dat zin aan het leven geeft
en het leven waard maakt geleefd
te worden. Dat het tot hem door
dringt, wat het zeggen wil, dat de
Eeuwige God zijn Vader wil zijn,
Christus hem zijn vriendschap aan
biedt, Maria hem haai moederlijke
hulp wil betonen en de „dienende
geesten" van de engelen en van de in
den Heer gestorvenen hem bijstaan
op 's levens rauwe berg-tocht. Dat 't
tot hem doordringt, dat dit geloof
niet maar een mooi verhaal is, dat hij
wel graag zou willen geloven, maar
dat het een werkelijkheid is, welke
bestaat, of je er aan gelooft of niet
aan gelooft.
ZO iemand kan lang, soms jaren
lang, in de put moeten zitten of
in de nevel van de twijfel moeten
rondtasten als een bijziende. Maar hij
zal er uitkomen! Als hij blijft ho
pen eens te zullen geloven; als hij
blijft smeken en kloppen en vragen
en soebatten om licht in zijn diepe
duisternis. Hij kan in de knoop zit
ten ever moeilijke teksten van de Bij
bel die zijn er bij de vleet! hij
kan verbitterd zijn over leed, dat
hem heeft getroffen of over de lam
lendige levenswijze van degenen, die
zich „Christen" noemen hij kan
twijfeien en verzaken aan alles wat
meer is dan „het vlees dat beter is
dan de benen", maar laat hij nooit
de moea opgeven.
Blijft hopen en ge zult gelo
ven.
Strek de handen uit naar een Al-
maenr. in wie ge niet kunt geloven.
Ontvang de sacramentele Christus
zonder Hem te herkennen.
Bid aan de rozenkrans al zijn het
maar dorre kralen.
Blijft hopen op de onbekende God,
blijft hopen tegen alle hoop in.
Zodra ge zult erkennen,, uzelf niet
te kunnen redden, zal het verstand
verlicht worden en de morgenstond
Zijner genade aanbreken en gij zult
verbaasd zijn zo lang in de mist ge
twijfeld of in de duisternis verzaakt
te hebben. Want dan zal het klaar
lichte dag zijn in uw leven en het zal
een gelukkig leven zijn, omdat het
beschenen wordt, van de morgen tot
de avond en gedurende de wake van
de nacht, door de zon der genade
door het Licht, dat alle mensen ver
licht, dat in deze wereld is gekomen
maar dat de duisternis niet heeft wil
len erkennen.
„1_|ET geloof is een genade" zegt
**de catechismus maar dat het
een genade is, d.w.z.. dat men 't gratis
krijgt en niet zelf kan verdienen, is
Schouwburggebouw aan de achter- een heilzame ervaring, die men op-
zijde verlaten, om er nooit meer bin- j doet, wijdbeens gezeten op de bo
nen te komen. dem van de put
FLIP. I 1SIARIUS.