Rampenfonds hoopt vóór 1 April 125 millioen dicht te naderen Moerdijk Maandag open? Wereld vol monsterlijke hagedissen Botsing bij Rilland Bath ZONDAGMORGEN Op Utrechts Jaarbeursterreinen kreeg staalindustrie eigen hal KOLEN „Ham-cotelet" van Sjaak Spiers hoogtepunt onzer toneelloopbaan U™. ZATERDAG 7 MAART 1953 DE LE1DSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 2 Een laatste beroep op het Ned, volk Het Nationaal Rampenfonds heeft besloten dc actieve fondsenwerving ten behoeve van de watersnoodramp per 1 April a.s. stop te zetten. Hoe wel dit betekent, dat nieuwe acties tot fondsenwerving na 31 Maart a.s. niet meer vanwege het N.R.F. zullen worden gestimuleerd, houdt zulks niet in, dat acties, die op grond van dc aanvankelijke opzet zich automa tisch voortzetten (zoals overwerk-, salariskorting-, verkoopacties enz.) Rijkswaterstaat doet pogingen om de weg RotterdamBreda via de Moerdijk zover te herstellen, dat hij nog Maandag a^- voor verkeer met een maximum wieldruk van» 800 kg. kan worden geopend. Of dit lukken zal hangt af van de weersomstandigheden, die op het ogenblik gunstig zijn, en van de grondwaterstand, die nog buitenge woon hoog is. Men repareert thans de klinker- bestrating van de opritten van- de Moerdijkbrug en van de aansluitin gen met de zijwegen. dan wel op basis van die opzet eerst na genoemde datum zouden begin nen, dienen te worden gestaakt of opgeheven Evenmin zal het NRF. na 31 Maart geschonken giften wei geren; deze zulen luit er aard nog dankbaar worden aanvaard. De overtuiging dat de vele en gro te activiteiten, opgezet met de be doeling het rampenfonds in staat te stellen de grote noden als gevolg van de watersnoodramp te lenigen, niet onbeperkt kunnen voortduren. rondt het NRF op de overweging, at de ongelimiteerde voortzetting van deze acties niet zal nalaten in vloed uit te oefenen op het econo misch leven in al zijn sectoren. Daar bij moet noodzakelijk worden ge acht, binnen niet te lange tijd weer de weg te effenen voor de charita tieve organisaties, die geheel of ge deeltelijk afhankelijk zijn van de of fervaardigheid van het Nederlandse volk. Intussen mag uit het feit, dat het NRF besloten heeft per 31 Maart a.s. de actieve fondsenwerving te staken, niet worden afgeleid dat het NRF van inzicht is, dat de stand van de toegevloeide middelen reeds thans de verwachting kan wekken, als zou het NRI binnenkort in staat zijn alle in de persoonlijke sfeer liggende gro te noden in de rampgebieden volle- Vervolg van pag 1, 2de blad. De aarde ziet er in die tijd tame lijk vreemd uit, want de bomen zijn zulke rare bomen zij lijken meer op varens en op dikstammige plumeaux. Behoorlijke takken zitten er niet aan. Maar ze wassen welig uit de kluiten, gestimuleerd door het klimaat dat nogal warm is. Van deze bomen hak ken wij nu nog steenkool. Tussen de varens en de bomen zien wij in en uit de moerassen talloze amphibieën glippen, wezens, die zo wel ln het water als op het land kun nen leven, sommige hebben kieuwen, andere gebruiken reeds hun zwem blaas als ademhalingsorgaan. Men weet soms niet of het vissen zijn, die hun vinnen gaan gebruiken als pootjes of dat het reeds landdieren zijn, die terug duiken in- de zee, waar uit hun voorgeslacht is voortgeko men. De vissen, waaruit deze amphibieën zyn voortgekomen, zijn z.g. kwast- vinndgen, d.w.z. zij hebben pootjes met kwasten in plaats van vinnen. En nu is het merkwaardige, dat de vis, die enige weken geleden bij Ma dagascar is gevangen, ook zo'n kwast- vinnige was. Hij behoort dus tot die tak van de familie, welke het in al die eeuwen nöet verder heeft ge bracht maar tot onze lering en stich ting de eenvoudige kwastvinnige is gebleven van oudsher. TUAAST DIE AMPHIBIEeN ontwik- kelen zich ook de insecten op een onheilspellende snelle wijze, zó zelfs dat men het tijdperk van het z.g. Car boon ook f 2l het „kakkerlakken tijdperk" noemt. Als u niet oppast vliegt er een libel met een vleugel- spanwijdte van 75 c.M. tegen uw neus en dat moet niet aangenaam zijn. Ofschoon wij tegenwoordig nog meer insecten hebben dan ons lief is, mogen wij toch de hemel er de ijstijd van het Perm danken, dat het ruwe klimaat van deze ijstijd de verdere ontwikkeling van deze insecten heeft afgesneden. Wij hebben al last ge noeg van dat kleine goedje; wat zou het geweest zijn als ze waren door blijven groeien en zo groot als oli fanten waren geworden? Wij mo gen hier wel even opmerken, dat wij aan de diverse ijstiiden heel wat te danken hebben. Als die tijden van grote schoonmaak in de dierenwereld er niet geweest waren, zou het voor ons niet te harden zijn geweest op deze wereld. Zij hebben gewerkt als een zeef, waardoor alleen de beste exemplaren konden passeren en de grootste, meest uitgegroeide exempla ren werden tegengehouden. Dat was een meedogenloze maar doeltreffende selectie. INDIEN WIJ NU NOG VERDER teruggaan naar de oorsprong van het leven op aarde moeten wij de zee in duiken. Daar vinden wij 'n 400 millioen jaren terug reeds een rijke variatie van alle mogelijke zeedie ren, schaaldieren, inktvissen, gepant serde weekdieren, en vooral de ge pantserde zeerovers de trilobieten. Deze laatsten worden zo genoemd omdat zy een drie-lobbig rugoantser droegen; zij konden wel tot 70 c.M. groot worden en waren in die tijd de heersers der zeeën. Over dat jongste tijdperk van het leven op aarde kunnen wij kort zyn, ofschoon juist dat tijdperk het lang ste moet hebben geduurd. Er is wei nig interessants van te vertellen. Men kan tegenwoordig heel goed na gaan hoe die allerprimitiefste dieren in de zee hun stoffelijke resten heb ben achtergelaten in de riffen en de koralen en in de rots- en krijtlagen van de zee. Het zijn één-cellige dier tjes, die wij tegenwoordig nog over al aantreffen in het zeewater en die er wel altijd zullen blijven, zolang er levensmogelijkheid is op aarde. Volgens de geleerde rekenaars moet het eerste leven n.eer dan twee mil liard jaren geleden op aarde ont staan zijn. Vóór die tyd was de aar de woest en ledig, d.w.z. er leefde niets, noch in de zee, noch op het land, geen diertje en geen plantje, zelfs geen sprietje mos. rjAT WIL NIET ZEGGEN, dat het op de aarde een ,,dode boel" was, in de zin van een roerloze massa zon der beweging of verandering. Neen, in die tijden wii rekenen in die periode ook al met millioenen jaren of het niks is heeft zich de aarde gevormd, hebben de bergen zich ge grondvest, zijn de gesteenten gestold tot bazalt en granie* en voltrok zich de afzetting der rotsen tot kalksteen, kleisteen. dolomiet, zandsteen enz. En over dat alles ruiste de regen gut ste het water van de beken en de rivieren, stroomde de zee over strand en binnenland. Nog verder teruggaande zien wij de aarde dampen, koken en borrelen als een gloeiende lava-bol, gestold uit een wentelende nevelbol van gassen, die voort kwamen uit de immense ruimte van het heelal, waar zonnen laaiden als vuurbollen en planeten werden weggeslingerd als witgloeien de stoomwolken. Hier eindigt onze reis terug in een gloeiende nevel. Het is welletjes geweest, zo'n tocht door het verleden van millioenen ja ren. In een volgend artikel gaan wij een en ander nader beschouwen. dig te lenigen. Immers ofschoon het inzicht in de totale omvang van de geleden scha de in de persoonlijke sfeer nog slechts zeer gering is, kan veilig wor den aangenomen dat, wil het NRF zyn taak in deze op bevredigende wijze kunnen vervullen, minstens een bedrag van 125 millioen nodig zal zijn. Hoewel het NRF op basis van ver schillende factoren, o.m, de na 31 Maart a.s. nog in gang zijnde acties, alsmede de nog uit het buitenland te ontvangen giften, meent in de na bije toekomst nog op redelijk grote bedragen te mogen rekenen, heeft het niettemin in dit stadium de steun van het Nederlandse volk nog nodig. Hoezeer het NRF ook onder de in druk is gekomen van de in de afge lopen weken gebleken spontane en grote offervaardigheid in het gehele land, het meent, met de grote nog te lenigen noden voor ogen, nog een maal op het Nederlandse volk een algemeen beroep te mogen doen. om te trachten in de vóór 1 April a.s. nog resterende tijd, het bedrag ad 125 millioen zo dicht mogelijk te benaderen,het gironummer is 9575. Twee verdedigingen Drukke gemeenteraad voor Zierikzee In de gisteravond gehouden ver gadering van de raad van Zierik7ee werd met algemene stemmen in prin cipe besloten tot het doen maken van een bekisting rond de stad. door de gezamenlijke aannemers te Zierik zee. Deze dam wordt ongeveer twee en een halve kilometer lang. De ra ming bedraagt 165.000. Een dijk van heuvelweg onder de gemeente Kerkwerve naar Bor- rendamme, welke een lengte zou hebben van plus minus vier kilome ter, heeft de aandacht van Rijkswa terstaat. De dienst met de spidoboten zal worden onderhouden tot de spoorlijn Roosendaal Dordrecht ■vnrdt hersteld. De raad besloot in verweer te gaan tegen het hoger beroep, dat de Zie- rikzeese middenstand heeft aangete kend, nadat de president van de Mid delburgse rechtbank zich in het kort geding over de gedwongen evacuatie onbevoegd had verklaard. Op 18 Maart zal deze zaak voor het Haag se gerechtshof komen. KRTJGT HAAMSTEDE ZIJN VLIEGVELD TERUG? Er bestaan plannen om het in de oorlog vernielde vliegveld bij Haam stede op Schouwen-Duiveland weer vliegklaar te maken voor zware ty pes vliegtuigen. De Nederlandse Hei. de Mij. zou hiervoor een opdracht krijgen. Men wil het veld in orde brengen door landingsbanen te ma ken met ook in de oorlog gebruikte staalplaten. De aanleg van het veld betekent voor het geïsoleerde eiland een grote verbetering. Niet alleen het vervoer van arbeiders kan dan ge Drie dijkwerkers gedood, 7 gewond In de afgelopen nacht omstreeks drie uur is bij wachtpost 19 te Rilland Bath een lege vrachtauto uit Lim burg in botsing gekomen met een autobus die dijkwerkers vervoerde. De gevolgen waren ernstig: Er wa ren niet minder dan tien gewonde dijkwerkers, crie daarvan zijn tijdens het vervoer naar het ziekenhuis te Bergen op Zoom overleden. De dijkwerkers zouden, naar tot dusverre bekend is, afkomstig zijn uit Sint Willebrord (N. Br.). aanvoer van materiaal zal vlotter kunnen gaan. De aanleg van het veld valt onder de competentie van het rampgebied Goes van de Ned. Heide Mij. Men wacht hier thans nog op gedetailleerde opdracht. Desgevraagd deelde men ons mede, dat het werk in drie weken kan worden verricht. WIJDBEENS GEPLOFT OP DE BODEM VAN DE PUT ^/OLGENS het weerbericht is het in de afgelopen week voorgeko men, dat in het éne gedeélte van ons kleine land de barse winter heerste en in het andere deel de lieve lente in zacht-blauw gewaad rondging en met haar feeën-scepter tikjes gaf aan al wat sliep en slapens-moe was, en het tot nieuw leven wekte. De elze- katjes strooiden, hun gele stuifmeel rond, de sneeuwklokjes geurden met hun geparfumeerde witte jurken, de houtduiven koerden verliefd in de kale takken, de nazen draafden ach ter elkaar in minnedrift door de kale wei en de vleermuizen fladderden in de avondlucht. Zo was 't hier. In an dere streken des lands pookte men de kachel op en wie de deur uit moest, kreeg de vermaning de kraag van zijn jas hoog op te zetten. GELIJK het met het vaderland gaat, zo gaat het ook met de bur gers. De ene dag k:-m iemand zich verheugen in de zonne-schijn van Prins Bernhardhal sober maar doelmatig Op 17 Maart, bij de opening van de zestigste jaarbeurs, zal de nieuwe jaarbeurshal aan de Croeselaan te Utrecht, die de naam van „Bernhard hal" zal dragen, op plechtige wijze door Z. K. H. Prins Bernhard in ge bruik worden gesteld. De hal, die een imposant bouwwerk van steen, staal en glas vormt, heeft een inhoud van 150.000 m3. Zij wordt beschikbaar gesteld voornamelijk voor de snel in omvang toenemende Nederlandse metaalindustrie. De hal werd in recordtijd gebouwd. Het wa ren de N.V. Werkspoor, als hoofdaan- neemster, en de N.V. Ingenieursbu reau voor Bouwnijverheid te Oegst- geest, als onderaanneemster, die dit nieuwe vaste jeuebeursgebouw tot stand brachten. Van het gebouw dat een lengte van 170 m. en een breedte van 100 m. heeft, is het middengedeel te eigenlijk expositieruimte met een oppervlakte van één hectare. De wandelpaden in de hal hebben in to taal een lengte van 1 Vi km. De hal is toegankelijk van landzij de (Industrieweg) en van de water kant (Merwedekanaal) voor de aara- het geluk, terwijl zijn buurman met de handen in het haar woelt van sagrijn. De andere dag zijn de rollen om gekeerd. De ene dag kan Iemand zich gevoe len, staande „tip-toe" op de top van de aardbol, in het zonnelicht der ge nade gekoesterd als kind van God; de andere dag kan diezelfde mens door een grauwe, vette mist waden van twijfel en ongeloof. Dat hebben we in persoonlijke ervaring al zo vaak meegemaakt, dat we, in de mist, al tijd het vermoeden en de bijna stel lige verwachting behouden op een gegeven ogenblik weer door de mist heen te drijven. Vroeger geraakten we nog wel eens in angst en benauwdheid, of we nog wel ooit uit de nevel te voorschijn zouden komen en of we ondertussen niet in de valkuil van het ongeloof zouden ploffen. We hebben zelfs meermalen de branie gehad, om ons moedwillig in die valkuil te laten vallen, om te zien wat er op de bodem lag. Je behoeft je niet lang te laten vallen, of je valt rnet de „eenparig versnelde beweging" van de me* chanica midden in een hoop wan hoop. Je zit dan wijdbeens op de bodem van de put. Een hoogst onprettige ervaring, zoals menigeen mét ons getuigen kan. Je grijpt in het duister rond naar een hou-vast, maar je graait iedere j keer in die hoop wanhoop, de wan- dacht op het internationaal karak ter van de jaarbeurs, want de be langstelling voor de technische afde ling van de internationale beurs is de laatste jaren sterk toegenomen, waardoor de aanvankelijke houten hulpgebouwen op het terrein Croese- hoop van de van-God-verlatenheid. laan hoe langer hoe sterker hun mm- je gfrjjkt langs de donkere rondte dere geschiktheid begonnen te doen blijken. Het spreekt van zelf, dat, nu de hal dan eindelijk zo goed als ge reed is, de dag der ingebruikstelling voor dit instituut als bijzonder feeste lijk in de jaarboeken van de jaar beurs zal worden aangetekend Voor al, omdat men ira jaarbeurskringen overtuigd is, dat de vrees, als zou het jaarbeursinstituut ten achter raken, indien in de outillage niet zou worden voorzien, thans geheel weg genomen is. WINDTUNNELGEBOUW T.H. NADERT ZIJN VOLTOOnNG. Het windtunnelgebouw, het eerste gebouw in de nieuwe Technische Hogeschool wijk aan de Rotterdamse- weg te Delft, zal Maandag 9 Maart door de aannemer worden opgele verd. Daarna zal worden begonnen met het inrichten waarmee men om streeks de tweede helft van April gereed zal zijn. Aan het eind van voer van zware machines. Aan de deze maand zal het echter reeds mo regelder geschieden, voorzijde en aan de achterkant vindt men restaurants. De aantrekkelijk heid van het restaurant aan de voor zijde is, dat dit een aardig uitzicht biedt over het Ooeselaanterrein. Bij de bouw is geen rekening ge houden met luxe of ornamentiek. De ook de hal vestigt echter ook weer de aan- gelijk zijn dat studenten in het nieu we gebouw enige proeven nemen. voor alle doeleinden CREYGHTON Hooiqr.46 Iel. 20114 12 AMBACHTEN - 13 ONGELUKKEN DE VORIGE AFLEVERING I lijk steeds een geweldig succes, maar zal het U duidelijk geworden i de soldij bleek een schier onoplos- zijn, dat wij in Brabants dreven ons niet bepaald te buiten zijn gegaan aan veredelende kunst Die geschie denis van een verloren zoon was wel iswaar ln staat om in ieder parochie huis een paar liter brak water te la ten wellen uit zachte moederogen, maar theologisch gezien stond dit spel dat tot overmaat van ramp „Grote genade" heette even wan kel op de benen als een alcoholist, die juist zijn plan heeft uitgevoerd om voortaan twee flesjes in plaats van één te nemen. Dat wij niettemin medewerkten, was het gevolg van een lange rede natie, waarin wij erkenden, dat het stuk niet veel meer was dan een beetje toegepaste psychologie, maar aan de andere kant op een onbegrij pelijke wijze volkmassa's scheen te stichten en zelfs de meest geharde harten aan boter gelijk wist te ma ken. Moreel voelden we ons derhalve volkomen verantwoord om al die beeldjes te vernielen, temeer omdat we in het laatste bedrijf toch afge laden met berouw voor de menigte terugkwamen, hetgeen naar wij hebben ervaren een zekere prae- ventieve werking had. Zodra wij in een dorp geweest waren werd er di rect veel minder gebroken. Naar de grote Kunst. De porselein- en aardewerkfabri- kera, die in Brabant een geweldig ge schikt afzetgebied hebben, kregen uiteraard een kijkje op ons, of eigen lijk op ons stuk, dat na de enorme omzetstijging sindo „Het bier is weer best", alles, wat tot gooien met breek bare voorwerpen aanzette, volkomen neutraliseerde. De poppenkastman, die het toneelspel geschreven had, liet zich omkopen en nam het werk uit de circulatie. Weet U, wat zoiets betekent voor een gezelschap? Dat het uit elkaar spat! Nou ja, njet ieder gezelschap na tuurlijk, maar het onze wel. Bij on6 was er slechts één klassiek trekje, dat in verband stond met Alexander de Grote. Ons optreden was name- baar probleem, hetgeen minder ver wondering wekken zal als men weet, dat de zakelijk leider een druk be zoeker van café's was en de artis- tiekleider kort voor iedere opvoering ontnuchterd moest worden met al lerlei dure tabletjes, die onze kas nog meer verzwakten en het Bra bantse apothekersdom tot een zekere maté van welstand bracht. Dat in deze atmosfeer in ons de behoefte ging groeien naar iets groots, naar kunst in de ware zin des woords, zal voor iedereen begrijpe lijk zyn, terwijl het daarnaast min der begrijpelijk zal zijn, dat wij dit ideaal in Rotterdam gingen verwe zenlijken. Luchtige psychologie ONDER HET MOTTO Wie lacht niet die zichzelf beziet In de Maasstad. Vara de geringe materie, die ons was overgebleven in de kunst, koch ten we in Breda een enkele reis Rot terdam en reeds een dag later wa ren we bij het grote toneel. Ja, echt groot toneell Het was een gezelschap met subsidie! Waarschijnlijk had men in ons di rect het genie herkend. In ieder ge val werden we op staande voet aan- genomen en dezelfde avond reeds Jeer zijn deze op zo onwaardige wijze traden we op*. De rol, die ons was J vermoorde grijsaard op de meest toegemeten lijkt op het eerste ge zicht misschien erg eenvoudig, maar de werkelijkheid was anders. Wij waren het onweer! Dat is iets, maar extra rantsoenen voor nodig zijn. Achter het toneel stonden wij met een geweldig grote stalen plaat misschien is het ook zink geweest en lieten deze maar op een bepaalde manier bewegen. Een ander persoon, minder talentvol dan wij, was bij een schakelaar ge plaatst en had de zeer eenvoudige opdracht het licht aan en uit te draaien. Als een kleine jongen iets derge lijks zou doen bij zijn moeder, kreeg hij vermoedelijk een pak voor zijn broek met de mededeling: „Doe niet zo vervelend". In de Schouwburg denkt men daar anders over, misschien wel onder de indruk van een vers uit Vondel dat op de muur is geschilderd. Zoiets van „Rustig het huis verlaat, als de boel in lichter laaie staat". Dan noemt men zulk kwajongens- werk: De bliksem. Grote rollen. Aangezien er niet ira ieder stuk onweer voorkomt, moesten wii ons ook op andere terreinen gaan bekwa men. Hagel, wind en storm hadden we spoedig onder de knie, maar „het volk" was iets lastiger. Deze rol kwam meestal voor in historische stukken. Als er een of andere keizer weggejaagd moest worden, dan wa ren we de hele avond in touw. We riepen dan voortdurend „Weg met de keizer brrrrr wrrrr tsit boem mmm". Deze laatste geluiden dienden om bij het publiek de indruk te wek ken, dat er een hele mensenmassa die keizer weg wilde hebben. Bij hoge uitzondering kregen wij ook wel eens rollen, waarbij wij voor het publiek zichtbaar werden. In „Hamlet" speelden wfj zelfs een dubbelrol! Als Polonius werd neer gestoken moesten wij naar Ophelia gaan en zeggen: „Juffrouw, hartelijk gecondoleerd met het verlies van Uw vader. Wij zijn de begrafenison dernemer Jansen en het zal ons een waardige wijze grafwaarts te voe ren". Enfin, U kent dit rolletje natuur lijk wel evenals „de chauffeur" uit hetzelfde stuk als Hamlet te gen Ophelia zegt: „Ga naar het klooster", dan komt hij op met de woorden: „Taxi staat voor, juf frouw!" De tekst van zo'n rol hadden we vrij gauw in ons hoofd en ook voor het stille spel waren we geknipt. Wij zijn b.v. meermalen timmerman geweest of tuinman. U weet wel, even een karweitje opnemen en da- deliik terugkomen de andere och tend —als het stuk allang afgelo pen was. Op staande voet... Op dezelfde vlotte wijze, waarop wij aan dit gezelschap verbonden werden, werden we er ook weer van losgemaakt. Op staande voet Het is moeilijk om de reden hier van te bekennen, want over drie regels zullen alle meisje in dit rayon weten, dat we een kunstgebit hebben. Was het U bekend, dat zo iets niet mag bij het grote toneel? Wij wisten het en hadden daarom een gebitje laten maken, dat net echt was. Maar op zekere avond wa ren we op visite bij een collega, die rumoerige feestjes pleegde te organi seren, meestal ver na het midder nachtelijk uur. Zijn beneden-buurman, een accu rate boekhouder hield daar niet vara en wond zich soms zo op, dat hij mid den in de nacht in de tuin ging roe pen „Slampamper!" Dat is niet leuk en voor straf keer de men toen een nachtspiegel om boven zijn hoofd, hetgeen nog min der leuk was. Wij zijn daar de dupe van gewor den. Op zekere avond waren wij bij die rumoermaker op visite, droraken iets, aten wat en werden op redelij ke gronden onwel. Het raam ging open wy moeten beknopt zijn, want het is bepaald onfris ledigden onze maag en bemerkten tot onze schrik, dat ons bovengebit met de grote stroom was meegesleurd. Het zal U duidelijk zijn. dat die boekhouder niet bepaald de man was, waar je kon gaan vragen, of je je bovengebit even uit de tuin' mocht halen. We waren het kwijt en toen we de avond daarop toevallig een rol had den met de tekst „Sla toe Sjors!" brachten we het niet verder dan „Schla toe Schlors" Daar had de artistiek-leider be zwaar tegen en adat hij ons in de mond had gekeken, mochten we het van de put en wat je vingers tasten is niet anders dan de klemmende waanzin van een toevallig menselijk bestaan. Je kijkt omhoog en aan het verre uiteinde van de zwarte schacht zie je een paar juwelen sterren tegen je knipogen. ftJU zouden we, als ge bij het gan- zent>ord-spel van het leven in die put mocht geraken, willen aanra den niet terug te knip-ogen en voor het overige wijdbeens te blijven zit ten. Dan komt ge er nooit meer uit en zoudt ge gaan menen, dat het de normaalste toestand van een mens is in duisternis en mist door het leven te gaan. De vraag is: hoe kom ik uit de put? Ge moet, wanneer ge plotseling ■uw geloof kwijt geraakt zijt, uw bei de handen naar boven uitstrekken naar een touw dat er niet is. Ge moet uw beide handen smekend omhoog-heffen naar het vale schijn sel van de verre hemel en al is er geen touw. de hoop niet opgeven, dat er toch nog zo iets als een touw zal worden toegeworpen. Het kan best zijn, dat O.L. Heer u een tijdje zo laat zitten, zoals Hij ook de Phenicische vrouw liet bedelen om de kruimeltjes voor de honden. Het kan zijn, dat het eerst eens heel goed tot iemand moet doordringen, wat het is niet meer te kunnen gelo ven voor iemand, die heeft mogen geloven. Het is toch werkelijk zo, dat de zon dan schuil gaat in de natte wade van mist en nevel, zonder enig uitzicht dat zin aan het leven geeft en het leven waard maakt geleefd te worden. Dat het tot hem door dringt, wat het zeggen wil, dat de Eeuwige God zijn Vader wil zijn, Christus hem zijn vriendschap aan biedt, Maria hem haai moederlijke hulp wil betonen en de „dienende geesten" van de engelen en van de in den Heer gestorvenen hem bijstaan op 's levens rauwe berg-tocht. Dat 't tot hem doordringt, dat dit geloof niet maar een mooi verhaal is, dat hij wel graag zou willen geloven, maar dat het een werkelijkheid is, welke bestaat, of je er aan gelooft of niet aan gelooft. ZO iemand kan lang, soms jaren lang, in de put moeten zitten of in de nevel van de twijfel moeten rondtasten als een bijziende. Maar hij zal er uitkomen! Als hij blijft ho pen eens te zullen geloven; als hij blijft smeken en kloppen en vragen en soebatten om licht in zijn diepe duisternis. Hij kan in de knoop zit ten ever moeilijke teksten van de Bij bel die zijn er bij de vleet! hij kan verbitterd zijn over leed, dat hem heeft getroffen of over de lam lendige levenswijze van degenen, die zich „Christen" noemen hij kan twijfeien en verzaken aan alles wat meer is dan „het vlees dat beter is dan de benen", maar laat hij nooit de moea opgeven. Blijft hopen en ge zult gelo ven. Strek de handen uit naar een Al- maenr. in wie ge niet kunt geloven. Ontvang de sacramentele Christus zonder Hem te herkennen. Bid aan de rozenkrans al zijn het maar dorre kralen. Blijft hopen op de onbekende God, blijft hopen tegen alle hoop in. Zodra ge zult erkennen,, uzelf niet te kunnen redden, zal het verstand verlicht worden en de morgenstond Zijner genade aanbreken en gij zult verbaasd zijn zo lang in de mist ge twijfeld of in de duisternis verzaakt te hebben. Want dan zal het klaar lichte dag zijn in uw leven en het zal een gelukkig leven zijn, omdat het beschenen wordt, van de morgen tot de avond en gedurende de wake van de nacht, door de zon der genade door het Licht, dat alle mensen ver licht, dat in deze wereld is gekomen maar dat de duisternis niet heeft wil len erkennen. „1_|ET geloof is een genade" zegt **de catechismus maar dat het een genade is, d.w.z.. dat men 't gratis krijgt en niet zelf kan verdienen, is Schouwburggebouw aan de achter- een heilzame ervaring, die men op- zijde verlaten, om er nooit meer bin- j doet, wijdbeens gezeten op de bo nen te komen. dem van de put FLIP. I 1SIARIUS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 6