Voorne-Putte gaat zijn erfvijand weer uitspuwen Bruinisse wordt belangrijk Het doorsteken van een dijk redde polder tijdens de ramp Den Haag kookt voor Stellendam Nieuwe scholen in 1953 Beruchte rover gearresteerd Jacht MAANDAG 2 MAART 1953 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 4 Hellevoetsluis overwon het water De rampmaand 1953 is onder Hel levoetsluis geëindigd met een klin kende overwinning op het water. Za terdagmiddag werd bij kerend tij een drijvende caisson in het 75 meter lange gat in de dijk, oostelijk van Helvoet, tot zinken gebracht. De open blijvende ruimten werden snel met behulp van bakken, kranen, vrachtauto's en een persleiding vol zand en stenen geworpen. Binnen twee uur zat de zaak „geheid". De opkomende vloed heeft thans geen vat meer op de vier polders van Voorne-Pütten; de gemalen, sluizen en pompen kunnen de vijand defini tief gaan uitspuwen. Binnen vier weken dus is menj er in geslaagd de waterkwelgeest op Voorne-Putten meester te worden. Rond en op de dijken van de vier, te zamen ongeveer 2500 hectare meten de, polders heerst vreugde. Binnen niet al te lange tijd zullen dorpen en hofsteden droogvallen. Men zal te rugkeren, schoonmaken, herstellen, opbouwen en verder leven. Het dap pere poldervolk kan mem immers niet klein krijgen. Zij vluchtten voor ge weld en zullen met vlijt het verlore ne terugwinnen. Zo was het altijd in de geschiedenis der zee-landen. Zo zal het weerom zijn! In één slag. Tot deze bespiegelingen had men ruimschoots tijd op deze zonnige Za terdag, door de dijkkruin beschut tegen de tamelijk felle ooster, bij het gadeslaan der werkzaamheden. Lang durig waren de voorbereidingen van waterstaat, het waterloopkundige la boratorium en de aannemers om met wetenschap en techniek het gat in één slag te dichten. De caisson werd geïmproviseerd gebouwd van twee drijvende bakken, die met ijzeren platen in eikaars verlengde werden gehecht en voorts geheel omkleed. Dit gevaarte werd met slepers voor zichtig loodrecht op het gat gema noeuvreerd en daarna, in afwachting van kerend tij, aan staalkabels ge meerd. Met zware steenblikken ge vulde bakken en vrachtauto's, een zandpersleiding van 2700 meter lengte van het Voornse kanaal naar de dijkbreuk, een dragline, een drij- De vluchthaven aan het Zijpe, bij Bruinisse, gaat in de toekomst een belangrijke rol spelen in het dijk herstel op Schouwen Duiveland. Reeds nu ziet men er de lossing van zand en rijshout en de overslag van basaltkeien, maar ook bij dich ting van het gat bij Scherphoek op Schouwen, het gat dat van alle dijk breuken de meeste zorg baart, zal van de vluchthaven als aanvoerha- ven gebruik worden gemaakt. Bij de dichting van genoemd dijk- gat zal keileem worden gebruikt, het materiaal dat ook diende bij het ma ken van de afsluitdijk en bij de dich ting van de dijkgaten op Walcheren. Evenals voor deze laatste hoopt men het nodige materiaal (keileem) voor Schelphoek te kunnen opbaggeren uit het Hellegat bü Strjjensas. Men is reeds aan het zoeken naar de be wuste laag, die chter onder de mod der zit. Acht jonge boerenzoons uit Gorssel en omgeving, zijn dezer dagen- in Bruinisse aangekomen, als eerste zichtbare resultaat van de adoptie van die Gelderse gemeente. Onder leiding van de zich hier ge vormde werkgroepen, is direct be gonnen met de berging van land bouwmachines en graan, thans nog in de schuren in Bruinisse en Ooster- land aanwezig. De lage stand van het water, in deze tijd van dode tijen, was oorzaak, dat men met succes kon werken. Iedere dag spoelen aan de dijken van Bruinisse en Oosterland thans slachtoffers aan van de stormramp die Zeeland trof. Zij worden begraven aan de vluchthaven te Bruinisse, de enige plaats .die daarvoor nu alles onder water staat, nog geschikt is. Helaas is het niet altijd mogelijk de slacht offers te identificeren. vende kraan, een zandzuiger, een baggermolen en een kleine vloot aan sleepboten en andere vaartuigen wer den in gereedheid gehouden. Om half twee klonk een schril fluitsignaal. De leider van de „operatie", die het ken terend tij scherp in de gaten hield, maakte enige armbewegingen en vier slepers begonnen de caisson om te drukken. Deze bleef aan een kant verankerd aan de wal, met de andere zijde aam de drijvende bak, zodat hij niet gemakkelijk de polder in zou kun nen schieten. Het grote moment. De sleepboten, met stormende schroeven, dreven langzaam maar zeker de caisson tussen de beide dijk- uiteinden. Rustig manoeuvrerend slaagde men er in het metershoge, 65 meter lange vaarte op zijn plaats te krijgen. De manoeuvre werd van de wtil af met lieren en kabels ge steund. Na drie kwartier lag de cais son precies op zijn plaats. Snel wer den de van te voren aangebrachte waterkleppen in de bodem geopend en zo kon het in weinige minuten naar het in de afgelopen weken op 4 a 5 meter gelegen bed van rijs- houtzin-kers wegzakken. Aan de lange einden van de cais son waren ijzeren zijstukken met dwarf, balken geconstrueerd. Deze dwarsbalken, die loodrecht op het water stonden, konden naar beneden gelaten worden. Met zware mokers werden deze balken door de zink- stukken sn-el in de bodem geheid. On dertussen was men bezig de perslei ding met de op de caisson aanwezige leiding aan te sluiten. Kort nadien kon de aannemer telefonisch de bood schap geven: „Ga je gang maar" en al spoedig spoot zwart met veel zand geladen water uit de dikke buismon- den tevoorschijn. Aan weerszijden-, zowel als in de caisson werd dit ma teriaal gespoten.Zware vrachtwagens met zware stukken stortsteen reden af en aan en lieten hun vrachten met groot geraas in het steeds feller ko kende vloedwater tussen de ver sterkte wal en de caisson vallen. De drijvende bok en de dragline grepen snel en zeker in de op de wal en in bakken opgetaste steen en droegen het hunne ertoe bij om in enkele uren tijds de dijk bij Hellevoetsluis weer waterdicht te maken. Een paar hon derd man werkte met gespannen ijver en toewijding om het werk zo snel en goed mogelijk op te knappen. Het water overwonnen. En zo kon het gebeuren, dat de toeters der boten nog voor donker een weinig onharmonische, maar des ondanks plezierig vreugdeconcertje kond/n blazen. Weer was de mens het wassende water de baas geworden. Weer is verdronken land gered en weer zullen de polders groen zijn, het vee voeden en vrucht dragen. De wonde in de dijk zal noi binnen en kele maanden geheel hersteld kun nen zijn. Hiermede is dan het ge vaar voor de dijken van het Voorne kanaal geweken, alsook daarmee voor het achterliggende land van westelijk Voorne. Langs de westelij ke dijk van het kanaal werd direct na de ramp een zware, bijn-a 10 kilo meter lange bekisting aangebracht. Daarachter ligt thans een drijvende perszuiger verwoed te steunen om zand uit grote bakken zonder ophou den naar de zeedijk te persen. De gemalen zijn gereed om de verdron ken polders leeg te pompen. Daarna eerst zal men kunnien bezien hoeveel schade het zoute water aan de bo dem, boerderijen en woningen heeft aangericht. Het herstel wordt wel licht een werk van jaren. Het uit zicht daarop is Zaterdag geschapen. Nu kan het gat niet meer dicht Bij Herkingen werd op 3 Februari, kort na de overstroming dus, op last van een bestuurslid van de dijkkring Flakkee een zomerkade van de pol der Klinkerland doorgestoken. Dit geschiedde met het oogmerk de meer landinwaarts gelegen Dirkslandse polder, te behouden. Dit is inderdaad gelukt. Ook Dirksland bleef door deze maatregel gespaard. Alleen betreurt men thans ten zeerste, dat er onvoldoende voor zorgsmaatregelen zijn genomen. Het gat in de zomerkade van de Klinker- landse polder had volgens' deskundi gen slechts één dag mogen bestaan; daarna had het met gereed liggend materiaal, minstens vijfduizend zak ken zand, onmiddellijk weer dicht- geworpen moeten worden. Dit is niet geschied omdat het materiaal om de breuk te herstellen, niet ter plaatse was. Het gevolg hiervan is geweest, dat het gat in de dijk steeds breder en dieper is geworden. Thans is het 9 meter diep en 15 meter breed. Bij vloed staat het water tot de ko zijnen van ongeveer 100 woningen. Ook de kerk van Herkingen staat in het water. NOORD BEVELAND KRIJGT LEIDINGWATER. Het eiland Noord Beveland dat tot op heden van drinkwater voorzien werd met behulp van tankschepen, krijgt Dinsdag leidingwater. Des och tends zal van Zuid Beveland naar Kortgene op Noord Beveland over de Zandkreek een plastic wa/orleidings- buis worden gelegd van 1000 meter lengte. Voor dit zwaar geteisterde eiland betekent dit een uitkomst, want zonder leidingwater is het schier onmogelijk de woningen weer slikvrij te maken. In Kruiningen, waar, zoals bekend, de waterleiding buizen door onderspoelingen dreig den te scheuren is men de situatie meester. Wel moet geregeld opgelet worden, dat geen verdere uitscheu- ringen plaats hebben, doch men heeft de nodige voorzieningen ge troffen om direct te kunnen ingrij pen. Men poogt thans met man en macht het gat te dichten, doch de stromingen zijn zo sterk dat de zink- stukken niet houden en weer weg slaan. Ook het feit, dat het werk aan deze dijkbreuk in het weekeinde stil ligt, acht men niet bevordelijk voor een spoedig herstel. De Klinkerlandse polder beslaat een groot oppervlak. Zij strekt zich uit van Herkingen tot Bakkenoord en Nieuwe Tonge, NOODDIJKJE WEGGESLAGEN. Zaterdagmiddag zijn verscheidene gaten geslagen in het nooddijkje van Rilland Bath bij de Korte Vierde- weg. Dit stuk nooddijk is opgegeven. Getracht zal worden van de zee dijk via de Schaepskooi naar de Lan ge Vierde weg een nieuwe nooddijk te leggen. De foto toont het moment, waarop de caisson met behulp van sleepboten in de juiste positie gebracht wordt, waarna de waterkleppen geopend zullen worden. 22e Lijst slachtoffers watersnood Het informatiebureau van het Ne- derlandsche Roode Kruis heeft van daag een 22e lijst van geborgen en geïdentificeerde slachtoffers van de watersnood uitgegeven, luidende: OUDE TONGE. Buys-Kerp, Pieternella, geb: 1.3.82; Hameete-Koningswoud, Klaasje, geb. 4.2.08; Knops, Lijntje, geb. 12.9.11; De Korte, Elizabeth, geb. 12.9.11; Munters, Neeltje, geb. 9.5.61; Mijs, Job, geb: 6.10.16; Mijs-Van Es, Anna Antonia, geb: 23.5.17; Stoop, Paulus, geb: 7.10.74. BEURZEN EN DIJKEN De 2 millioen bijna bereikt Wie krijgt de taart Ook de radioavond Zaterdag ten bate van het Nationale Rampenfonds, in het beursgebouw te Leeuwarden gehouden is weer een klinkend suc ces gedworden. Nadat in de middag uren reeds een bedrag van bijna 25.000.was geschonken, steeg, terwijl de medewerker aan 't avond programma (onder wie het zangkoor „Fryske Stimmen") het hunne ga ven, het bedrag der giften. Uit alle delen van ons land kwamen weer vertegenwoordigers van organisaties en van personelen en hunne directies hun offers aanbieden, zodat tenslotte een totaal van 1.882.903.27 was be reikt. De door twee Engelse banket bakkers, die tijdens de oorlog als mi litair in Noord Brabant ons land leerden kennen, geschonken taart een zogenaamde fruitcake, waaraan 80 werkuren ten koste zijn gelegd, zal verloot worden onder bezoekers der radio-avonden van die stad wel ke het hoogste gemiddelde heeft Nu 200 mannelijke bewoners naar Stellendam kunnen terugkeren moet een noodkeuken worden ingericht om hen te kunnen verzorgen. Hoe wel voor de daar aanwezige arbei ders reeds door de Unie van Vrou welijke Vrijwilligers een keuken werd bediend is voor dit veel groter aantal personen een ruimere verzor ging nodig. Het Haagse adoptie-co mité, heeft daarvan nu de leiding ge geven aan de dienst voor schoolkin- derzorg van 's-Gravenhage, welke dienst enige kookpotten, een braad- oven een butagusinstallatie, potten en pannen met verdere inventaris heeft aangekocht. De eerste week zal een kok én een keukenleider van de dienst meegaan, terwijl men hulp personeel ter plaatse hoopt aan te trekken. In verband met de bezwaren van het „Landelijk Comité voor Volks hulp" tegen het verstrekken door het Nederl. Roode Kruis van kle ding aan niet-slachtoffers van de overstromingsramp deelt men ons van de zijde van het Roode Kruis Ook voor kleuterklassen Minister Witte is van mening, dat voor 1953 de aanbouw van ten min ste 55.000 woningen verwacht mag worden. Het ligt verder in de bedoe ling dat in 1953 goedkeuring wordt verleend voor de bouw van 1900 lo kalen voor lager onderwijs en 90 gymnastieklokalen. Voor de bouw van kleuterscholen bestaat thans geen bouwstop. In 1953 kan voor de bouw van 170 lokalen voor kleuteronder wijs goedkeuring worden gegeven. In hoeverre de watersnoodramp de ze plannen van de regering zal be ïnvloeden, moet worden afgewacht. De memorie waarin minister Witte bovenstaande cijfers bekendmaakt, bevat namelijk.-in een kanttekening de mededeling, dat de memorie is op gesteld zonder rekening te houden met de gewijzigde economische om standigheden ten gevolge van de stormvloed. Het is mogelijk, dat wegens de ge wijzigde omstandigheden besluiten moeten worden genomen, welke op bepaalde punten tot koersverande ring dwingen. GESNEUVELD IN KOREA De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de telegrafist der eerste klass'e C. van Vliet deel uit makend van de bemanning van Hr. Ms. fregat „Johan Maurits van Nas sau" op 26 Februari, jl. is gesneu veld door een noodlottig vuur van Zuid-Koreaanse strijdkrachten, toen hij in een sloep des avonds van het fregat onderweg was naar een eiland ter verlening van medische assisten tie. Telegrafist Van Vliet werd op 28 December 1930- geboren en was afkomstig uit Den Haag. H(j was on gehuwd. Tijdens echtelijke twist Moeder van vier kinderen vermoord De 49-jarige S. de J. te Franeker heeft verleden week na een woor denwisseling zijn eveneens 49-jarige echtgenote van het leven beroofd door wurging. Hierna deed hij het voorkomen, alsof de vrouw zichzelf had opgehangen. Aanvankelijk kon hij de politie doen geloven, dat er zelfmoord in het spel was, maar na een nader onderzoek bleek het de politie, dat de vrouw was vermoord. De man werd gearresteerd, waarna hij bekende de daad te hebben ge pleegd Zaterdag is hij voor de offi cier van justitie geleid. Het echtpaar had vier kinderen. mee, dat er omstreeks honderddui zend slachtoffers van de ramp zijn, terwijl er wel voor vijftien maal zo veel personen kleding is ingezameld. In overleg met de regering, de liga der Rode Kruisverenigingen en de schenkers is daarom besloten, alvast te beginnen met beschikbaarstelling uit deze enorme overvloed van kle ding voor charititatieve instellingen en „displaced persons". Bondsvergadering van „St. Eloy" Op de Bondsraad van de Ned. Kath. Metaalbewerkersbond „St. Eloy" heeft de voorzitter, de heer Van den Brink een rede gehouden waarin hij zeide dat de afvoer van leden te groot is, veel groter dan vóór de oorlog. In de laaste jaren (1949 tot 1952) heeft de bond 31.364 leden ingeschreven en 21.251 uitgeboekt. De netto-winst (10.313) is in verhou ding tot het aantal inschrijvingen te klein. Dit schaadt de positie van de katholieke metaalbewerkers, die ove rigens met een ledental van 47 dui zend nog een respectabele bond vor men. Verder scheppen de ongeorgani seerden vooral in het Zuideneen probleem, dat slechts langs de weg van voorlichting en propaganda op te lossen is. Van de 21.251 leden, welke de bond in de afgelooen vier jaren heeft afge schreven, hebben er 14.477 hun orga nisatie zonder geldige reden de rug to'egekeerd. Daarnaast staat nog een kleine groep van katholieke metaal bewerkers, welke „verkeerd" is geor ganiseerd, namelijk in de Algemene Nederlandse Metaal Bedrijfsbond en de E.V.C.-metaal. Spr. prees de samenwerking in de Raad van Vakcentralen en in de Lan delijke Bedrijfsunie voor de Metaal nijverheid. De heer Van den Brink hoopte, dat de goede verstandhouding in genoem de organen van overleg bestendigd zal blijven. „De innerlijke kracht van deze samenwerking moeten we ech ter niet overschatten. Ze is slechts mogelijk geworden door een verkre gen evenwicht. Alle democratie ten spijt zouden we vandaag nog van de kaart worden geveegd, als we een on betekenend groepje zouden vormen". Verder heeft de heer Van den Brink gesproken over de vorming van een kwaliteitskader, met name onder de vertrouwensmannen. Dat men hieraan nooit genoeg aandacht kan besteden blijkt zo zei hij in herhaling bij de samenstelling van fabriekskernen, tariefcommissies en dergelijke, en zal in de naaste toe komst nog veelvuldiger blijken bij de samenstelling van de onderne mingsraden. Over de samenstelling van deze raden zei spr.: „In onder nemingen, waar onze bond over de meerderheid van stemmen beschikt, zullen we een in de Bedrijfsunie samenwerkende minderheid gaar ne een rechtmatige vertegenwoordi ging toestaan in de ondernemingsra den. Wij doen dat in de overtuiging, dat een zelfde loyaliteit in acht zal worden genomen in de ondernemin gen, waar onze bond in de minder heid is". Na moeizaam speurderswerk is de Eindhovense gemeentepolitie over gegaan tot de arrestatie van de 27- jarige losarbeider van den B. uit het Stadsdeel Strijp, als vermoedelijke dader van de Zondag 22 Febr. j.l in Eindhoven gepleegde roofmoord op de 74-jarige landbouwer M. van K. De politie neemt aan, dat van den B. Zondagmorgen met een bijl ge wapend naar de boerderij van Van K. is gegaan en de woning is bin nengedrongen. Terwijl hij daar be zig was met het doorzoeken van een kast werd hij betrapt door de bewo ner, die de kamer binnen kwam met een mes in de hand, dat hij had ge bruikt om wortels te snijden voor zijn konijnen. Van den B. heeft, zo veronderstelt de politie, daarop de landbouwer met zijn bijl doodgesla gen en hem bovendien met een broodmes in de hals gesneden. Ver moedelijk is de gearresteerde dezelf de man, die gemaskerd en met een bijl gewapend, enkele weken gele den in dezelfde buurt waar de roof moord is geschied, een boerderijtje binnendrong en daar de bewoners een geldbedrag afperste. ONEERLIJKE LEVERANCIER. Een hofleverancier, die het paleis Soestdijk voorziet van brandstoifen, is door de politie gearresteerd, ver dacht van verduistering. De man voerde grote orders uit. maar bracht niet alle kolen, die op de rekeningen kwamen, naar het paleis. Een belang rijk deel hield hij achter. Nadat hij een volledige bekentenis heeft afge legd, is hij voorlopig weer op vrije voeten gesteld. OP DE BOSUIL Oorspronkelijk detective-verhaal door Monis de Wit' Bob Keny is 'n vreemd heerschap. Hij drinkt omdat hij altijd dorst heeft maar op ieder ogenblik van de dag is hij als heer vermomd. Hij heeft een rond gezicht, blond haar, armen die veel te kort zijn en ont zettend grote voeten. Maat kano, pleegt men in zo'n geval te zeggen. Van top tot teen meet hij nog geen 1.60 meter en daaruit blijkt wel dat Bob Keny eigenlijk maar een klein ventie is. Verder is hij nog vrij ma ger ook. Tom en John zijn aan een tafeltje gaan zitten, maar Bob laat hen niet met rust. Hij slikt in één keer een hele borrel naar binhen en begeeft zich dan met wankelende schreden naar het tafeltje, dat de bondgeno ten hebben ingenomen. „Veel plezier,' bromt John terwijl hij een gezicht trekt waarmee men kinderen naar bed zou kunnen jagen. Bob Keny is echter in het geheel niet uit het veld geslagen. Hij valt op de s'toel neer, die nog leeg is en begint meteen druk te praten. Over zijn verloving, dat zijn meisje er met een ander vandoor, is over de club en over heel veel andere dingen meer. Tom en John luisteren nauwelijks, maar plotseling gaan ze rechtop zit ten. Mr. Bob Keny, die weer een borrel heeft laten aanrukken, gaat nu over de zaak van ,,de Bosuil" praten Het kleine mannetje, dat met zijn vrienden zit, heeft 'n baantje bij een of ander regeringsbureau. On danks het feit, dat hij drinkt, schijnt hij heel wat invloed te hebben en daarom zijn John en Tom bijzonder geïnteresseerd nu hij over „de Bos uil" gaat klets'en. „Ach," zegt hij met zijn bijna dub- belslaande tong, „die politie van ons kan goed beschouwd toch ook niks. Als ik hoofd van de politie was, hi hi Hij neemt een ferme slok, plant zijn ellebogen op het tafeltje, groet joviaal een nieuwe bezoeker, die aan de bar gaat zitten en gaat weer verder. „Ik zei, dat de politie van ons niks' kan. Sufferds zijn het. Als ze wisten wat ik weet dan hadden ze de Bos uil al lang kunnen inrekenen. Daar sta ik borg voor. Ik weet waar die kerels het zijn er zo'n stuk of twintig iedere week vergaderen en waarom kan de politie dat dan niet ontdekken. Als' ik dan weet dat ze in de „schoenendoos" zitten, waar om weet de politie dat dan niet. Suf ferds zijn het, sufferds. Ik zal je nóg meer vertellen, let op De man, die aan de bar gezeten heeft, staat op en komt op de drie mannen aan het tafeltje toe. „Na tuurlijk," snuift hij, „natuurlijk is onze Bob Keny weer aan 't opschep pen. En wie hebben we daar. Waar achtig, Tom en John. Hoe gaat het lui, zijn jullie al een beetje uitge rust van de balavond?" De vierde man is Mac O'Lea, een vriendelijk nvannetje, van dezelfde lengte als Bob Keny en met hetzelf de ronde gezicht. Ook hij heeft kor te armen. Toch verschillen die twee hemelbreed. Mac O'Lea heeft nog nooit een costuum gedragen, dat hem precies paste en om zijn veel te gro te voeten zitten nog veel grotere schoenen. Maar aangezien Mac een aardige, eerlijke vent is», zich overi gens neties gedraagt, is hij op zijn verzoek lid van „Vriendschap" ge worden. „Die vervelende Keny zat jullie natuurlijk weer het een of an dere wonderverhaal te vertellen", lacht hij. „Over de Bosuil nog wel. De gegevens heeft hij zeker van de regering gekregen." Bob Keny kan niet meer antwoorden, want hij is aan een ander tafeltje in sJlaap ge vallen. „Och Tom", zegt Mac O'Lea, ter wijl hij ziet, dat Tom het jammer vindt, dat het gesprek afgebroken is, „je weet toch, dat die vent van alles en nog wat uit zijn duim zuigt. In dit geval weet ik het heel goed, want en hij gaat iets zachter spre ken ik ben zelf met deze zaak be zig. Ik stel er om ik weet niet welke reden, ontzettend veel belang in. De Bosuil is een gevaar voor iedere in woner van New York en daarom ben ik op mijn eentje op onderzoek uit. Maar apropos', waarom stellen jullie zo'n belang in deze zaak. Zijn jullie misschien ook bezig?" „O, nee" ?egt John vlug, „we kwair/en hier toevallig binnen en toen begon Ke ny over de Bosuil. Lang worth valt op zijn stoel en zucht. Het hele politie-apparaat heeft nog- geen enkele aanwijzing gevon den! Niets, helemaal niets en nu zijn we al een hele tijd met dit geval be- *ig:»En daar komen me twee ama teurs de kamer binnen met een ver haal over een „schoenendoos". Een „schoenendoos" zeg ik je, een „schoe nendoos". Wat een naam. Hoe kan een vergaderlokaal of iets dat voor vergaderingen wordt gebruikt, nu zo heten. En als er werkelijk 'n „schoe nendoos" bestaat, waarom kunnen m'ijn mannen die dan niet ontdekken. Zou het misstohien alleen maar een dronkenmanspraatje zijn? Gister avond heb ik dat idee direct verwor pen, maar nu ik weet het niet. We moeten maar afwachten, afwachten. Hoe lang? Niemand weet het. Mis schien vinden we een aanwijzing. Misschien vinden we niets en dan gaat de Bosuil rustig verder met moorden en roven. Het is om gek van te worden. In een kroeg ergens in een naam loze straat in New York staat John Valtermund. Hij praat met een man, die een trompet onder zijn arm heeft. De beide mannen hebben elkaar eerder gezien, want ze noemen el kaar bij de voornaam'. George, de man met de trompet, strijkt over zijn ogen en kijkt John even onder zoekend aan. „Wat kom je hier in hemelsnaam in deze verschrikkelijke kroeg doe?" vraagt hij. „Hoe haal je het in je hoofd hier te willen wer ken. Als een van je vrienden je hier ziet, is het met je carrière afgelo pen." John wacht even met antwoord te geven op deze vraag. Hij legt zijn hand op de schouder van George en fluistert dan: „Ik ben bezig een boek te schrijven over de m'uziek in New York en wanneer ik dat goed wil doen, dan moet ik op alie mogelijke en onmogelijke plaatsen gespeeld hebben." George tikt tegen zijn hoofd. „Heb je je al eens' laten nakijken John," vraagt hij belangstellend. John lacht hartelijk. „Het klinkt misschien vrij dwaas, George, dat geef ik direct toe, maar toch is het mijn overtuiging, dat ik iets van New York moet hebben gezien, voor ik mijn boek zal kunnen schijven. Eh in deze kroc* komt toen een zeer bijzone?? f,-Tq. zeer bijzonder," smaalt George. ^edere~Tn- breker en iedere moordenaar heeft hier zo zijn eigen stoel en zijn eigen tafeltje. Dit is' de plaats waar inbra ken en moorden geboren worden. Er is wel een boek over te schrijven John Valtermund, maar als je hier vertelt wat je plannen zijn, dan kom je aan schrijven niet toe. En wanneer je in je boek iets over deze kroeg zou schrijven, dan zullen ze jouw 'licht wel heel gauw uitblazen." (wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 8