Debat over arbeidsovereenkomsten Reis door de vóór-historie ZONDAGMORGEN Duits blad interviewde een der oorlogsmisdadigers Griep? DAMPO jacht ZATERDAG 21 FEBRUARI 1953 DE LL1DSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 2 TWEEDE KAMER Gewijzigde bepalingen voor ontslag De Tweede Kamer is gistermiddag niet direct overgegaan tot stemming over de motie-Van Rijckevorsel in gediend tijdens het algemene debat over het wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen omtrent het ont slag bij arbeidsovereenkomsten. De motie beoogde om het artikel waarin enkele gevallen worden ge noemd waarin beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever onder andere kennelijk onredelijk ge acht zal kunnen worden, niet in wer king te doen treden aleer met dat ar tikel het buitengewoon- besluit ar beidsverhoudingen (B.B.A.) in over eenstemming is gebracht Op verzoek van de heer SCHOU TEN (A.R.) werden de beraadslagin gen over de motie, die mee was on dertekend door de heer Oud, op nieuw geopend. De heer SCHOUTEN meende, dat als het de bedoeling is om de bepa lingen van het B.B.A. te herzien de motie niet nodig is, dan kan hetzelfde bij amendement worden bereikt. Dat laatste bestreed de heer VAN RIJ CKEVORSEL (K.V.P.). De heer OUD (V.V.D.) zag geen rcdeni aanwezig om de motie niet te aanvaarden. Als de principiële uitspraak is gedaan kan men nog denken aan een wijzigings voorstel bij de artikelen. Minister DONKER ontraadde de motie ten sterkste. De heer BURGER (P. v. d. A.) ver klaarde zich tegen de motie. Hy merkte op, dat een nieuw begrip in het arbeidsrecht het kennelijk on redelijk ontslag zijn intrede doet. Het karakteristieke van de motie is volgens de heer Burger, dat zij dit morele aspect niet in werking wenst te doen treden. De heer ROMME (K.V.P.) zou het betreuren als uit het betoog van de heer Burger de conclusie werd ge trokken, dat men het nieuwe be grip niet zou willen invoeren. Wel zou de Kamer zich moeten beraden of het artikel over de wijze van» in werking treden van de wet niet moet worden gewijzigd. Minister DONKER had weinig be hoefte om dat denkbeeld van de heer Romme over te nemen. De motio-Van Rijckevorsel werd daarna verworpen met 36 tegen 39 stemmen. Vóór stemden K.V.P., V.V. K.N.P., en de heren v. d. Feltz (C.H.), Van Eysden, Van der Zaal, Verkerk, Schouten en Fokkema, allen A.R. De heer Van Dis (St. Ger.) ver klaarde bij vergissing tegen te heb ben gestemd. Bij de behandeling van de artike len werd een aantal amendementen Vervolg van pag. 1. eerste blad. N DEZE TUDEN ZIEN wij ookderende reptielen (waarover ook la- reeds vogels vliegen en zelfs zijn ter) treden opeens de vogel6 op met I er al reuzenvogels, die het vliegen intussen reeds weer verleerd heb ben. Er zijn flinke knapen by, nog groter dan onze struisvogel, allemaal loopvogels, die te zwaar geworden zijn voor de ijle luchten. De andere vogels die in de bomen kwetteren, hebben het te kwaad met de apen. Ja, aapjes zijn er, maar ze zijn erg klein van stuk; of ze al juist zulke ondeugende rakkers zijn die ze in onze tyd zullen worden, kun nen we niet nagaan. Want wat wij nu zien met onze ogen uit de 20e eeuw na Christus is niet anders dan de reconstructie van een in 'n millioenen-jarige doods slaap verstard leven. Wij zulen sltraks in een vol gend artikel verder gaan, nog millioenen jaren verder terug in het verleden van onze oude moeder Aar de en in dat nog verdere verleden zullen wij nog vreemder vormen van leven tegenkomen. Maar wy hebben iets langer stilgestaan bij deze perio de, die geplaatst is tussen twee ijs tijden, omdat hierin het leven der zoogdieren tot zo'n brede ontwikke ling is gekomen en wij in vele van die oude zoogdieren onze eigen, nu nog levende dieren ontdekken. hun doelmatige veren en vleugels; hoe die ontstaan zijn, is een raadsel. Na en naast de kleinere en grotere aapjes treedt opeens de .nens op, die door zyn intellect een veel hogere trap op de ladder der levende we zens inneemt; hoe een mens-aap ooit een mens is kunnen worden, is ons een raadsel. En zo zijn er nog meer plotselinge overgangen, die een raadsel zijn en blijven. De hoofdgroepen in dieren- en plantenrijk zijn alle op deze on verklaarbaar plotselinge wijze ont staan. Wij komen daar later op terug, omdat hier de almacht van God een duidelijke taal spreekt en wel des te duidelijker naarmate -de wetenschap verder en verder doordringt in het geheim van het leven. Men trekke derhalve geen voorbarige conclusies uit de schijnbare evolutie van aap tot mens, want men zoekt nog altijd te vergeefs naar de z.g. missing link, de ontbrekende schakel. En ten slotte even een tot wee moed stemmende beschouwing, ge put uit het uitsterven van zovele ras sen. Wij zien in die oude tijden, hoe) dierenrassen en dierensoorten klein beginnen, zich ontwikkelen en groot worden. Die soorten, welke zich snel DAARBIJ TREFFEN ONS TWEE ontwikkeld hebben, zijn alle ten dingen: op de eerste plaats, datgronde gegaan. Andere soorten, wei- zovele takken van diersoorten zijn uitgestorven en op de tweede plaats, dat er naast veel geleidelijke ontwik keling telkens onverklaarbare spron gen omhoog voorkomen. Wat dit laatste betreft, merken wij bijv. op, dat er na de koudbloedige reptielen (die wy later zullen tegen komen) opeens warmbloedige zoog- ke zich niet zo snel ontwikkeld heb ben, hebben zich voortgezet tot in onze historische tijden en zijn thans aan het uitsterven. Er is geen reden om te veronderstellen, dat de meest ontwikkelde diersoorten, welke thans nog floreren, in de toekomst niet zullen uitsterven. Alles wat op aarde leeft, kent z'n opgang, beleeft dieren zyn ontstaan; waardoor die z'n bloei, maar is ten slotte gedoemd overgang van koud op warm bloed I tot ondergang. Een les, welke met alle consequenties daarvan is spreekt uit de historie, maar nog dui- ontstaan, is een raadsel. Na de flad-1 delijker klinkt uit de voor-historie van de C.P.N. verworpen met alleen de stemmen van de communisten vóór. Minister DONKER nam een amen- dement-Tendeloo (P. v. d. A.), ook ondertekend door leden van A.R., C.H., en K.V.P.over dat ten doel heeft bij ccn vonnis tot herstel van de dienstbetrekking het loon door betalen tijdens de periode van schor sing. Ook werd een amendement-v. Rijckevorsel overgenomen orp niet te spreken van belangryke verande ringen in de omstandigheden, die aanleiding zouden kunnen zijn om zich tot de rechter te wenden, maar simpel van veranderingen. Het wetsontwerp is daarna aange nomen zonder hoofdelijke stemming onder aantekening dat de C.P.N. er tegen is. De Kamer heeft voorts goedge keurd het ontwerp tot wijziging van het wetboek van burgerlijke rechts vordering met het doel een betere waarborg te scheppen dat exploiten ten verzoeke van de getrouwde man aan de vrouw en omgekeerd de be trokkene bereiken. Ten slotte nam de Kamer een re geling aan om de exploitatie moge lijk te maken van hei nationaal lucht vaartgeneeskundig centrum in het la boratorium te Soesterberg. S.E.R. Hoofdproductschap voor Akkerbouw De Sociaal-Economische Raad stel de een advies aan de regering vast tot het instellen van een hoofdpro ductschap voor akkerbouwproduc ten en productschappen voor gra nen, zaden en peulvruchten, voor aardappelen en voor veevoeder. Een amendement van prof. W. F. de Gaay Fortman en vier anderen, dat beoogde besturen van organisaties te horen, voordat een productschap een verordening vaststelt, werd met 22 tegen 17 stemmen verworpen. Aan het begin hoorde 'de raad staande een toespraak van de voor zitter, prof. mr. F. de Vries aan. Deze bracht het diepe begaan zijn van de raad met de slachtoffers van de wa tersnood tot uiting. Bij de bespreking van het hoofd productschap voor akkerbouwpro ducten werd een suggestie van prof. dr. Van der Grien ten overgenomen om de regering te verzoeken door een spoedige wijziging van de wet op de P.B.O. het instellen van hoofd productschappen mogelijk te maken. De practijk vraagt hierom. Bezwaren werden ingebracht te gen het instellen van adviescommis sies voor thee, koffie, cacao en wijn onder het hoofdproductschap. Waar om, zo werd gevraagd, stelt men hier voor geen productschappen in? Prof. dr. J Veraart, voorzitter van de sub. commissie van voorbereiding, zeide dat de wet het instellen van sub organen toestaat, dat de wens tot het instellen van deze advies-commissies uit het bedrijfsleven zelve kwam en dat uit de commissies productschap pen kunnen groeien. De heren Chabot en prof. Frietema wilden aanvankelijk vastgelegd te zien, dat de verbruiks)-coöperaties in de besturen der productschappen opgenomen dienen te worden. Na breedvoerige discussie hierover, waarbij werd aangevoerd, dat deze vaststelling zou leiden tot wensen van andere groepen, zoals het groot-win kelbedrijf en voorts dat in de prac tijk bij dé bestuursvorming deze organisaties aan bod zullen komen, werd genoemde wens geschrapt. De raad stelde een schrijven aan de ministers voor F.B.O. en van Landbouw vast, waarin wordt mede gedeeld, dat adviezen voor het in stellen van productschappen voor vlas, vis. riet en griend, hooi, stro en ruwvoeder door verdergaand over leg nog niet gereed zijn. Overwogen wordt een product schap voor bier in te stellen. Adviezen omtrent het instellen van productschappen voor pluimvee en eieren, voor suiker en voor zuivel stuitten vooralsnog af op technische bezwaren van de zijde der organisa ties. De kwestie der al of niet pari taire vertegenwoordiging spelen hier o m. een rol. Een advies tot het instellen van een bedrijfschap voor de lederv/aren- en kofferindustrie werd door de Sociaal- Economische Raad vastgesteld. Bij Kon. Besluit is bepaald, dat de pleegkinderenwet met ingang van 1 Juni a.s. in werking zal treden. Directeur-generaal voedselvoorziening Bij Koninklijk Besluit is ir. J. A. P. Franke te Voorburg benoemd tot directeur-generaal van de Voedsel voorziening bij het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoor ziening. De heer Franke, tot dusver raadadviseur in algemene dienst, volgt dr. ir. S. L. Louwes op, die ein de Januari is overleden. GEWIJZIGDE DISPENSATIE VOOR MILITAIREN Z. H. Exc. Mgr. Dr. B. J. Alfrink, aart&bisschop-coadjutor van Utrecht, heeft het volgende bekend gemaakt: Bij deze delen wij aan de belarig- hebbenden mede. dat wij ons schrij ven van 7 Februari j.l. intrekken en de in dit schrijven verleende dispen- satie vervallen verklaren. In plaats i hiervan verlenen wij bij deze aan de militairen van land-., zee- en lucht macht, van het Nederlandse leger, dispensatie in de Vastenwet, met uit zondering van Goede Vrijdag. Wat de Onthouc ingswet betreft, hierin is dispensatie verleent in de Vasten- en Onthoudingswet voor de Neder landse Kerkprovincie van 15 Januari 1950 onder punt V, suib 2: aan de mi litairen en aan alle overigen, aan wie in dienstverband door de Burgerlijke Overheid, of de leiding van neutrale of niet-kathol:eke inrichtingen, maal tijden worden verstrekt, doch alleen, voor zover zij van de hun verstrekte maaltijden gebruik maken Eveneens aan de zeevarenden, wanneer zij zich van de scheepskost bedienen. Het betreft hier dispensatie in de Onthoudingswet op alle dagen van het jaar, behalve op Goede Vrijdag. Utrecht, 12 Februari 1953. De Vicaris Generaal van de Vicaris Castrensis, Dr. B. J. ALFRINK, Aartsbisschop-coadjutor van Utrecht. Op uitnodiging var. het bestuur der Zuid-Hollandse Waterschapsbond sprak gistermorgen in Bodegraven mr. dr. Th. F. J. A. Dolk, directeur van de Unie van Waterschapsbon den en van het waterschap Delfland. Spr. gaf een korte uitreenzetting be treffende de unie van waterschaps bonden. Een betere verzorging van de, on der A.P. liggende bodem van Neder land, zoals zorg voor de waterkering en de bema.ingen, is van enorme be tekenis. Om de nodige aandacht hiervoor te verkrijgen, is het van j belang, dat het publiek en de hogere autoriteiten het belang van deze ver- zorging gaan inzien en er een betere I samenwerking komt, tussen unie en regering en diverse instanties. Ook de waterschappen zelf moe- ten het belang van een goede bo- J demverzorging inzien Men moet niet te soepel zijn met vergunningen voor de uitvoering van werken in of nabij de waterkeringen Kan het niet an ders, dan moeten de vergunningen hiervoor worden omringd met uiter ste beveiligingsmaatregelen. Jammer is het, dat niet alle water schapsbonden zich bij de unie heb ben aangesloten. Van de 2600 bonden in Nederland zijn er nog elfhonderd niet aangesloten. DE MOEDIGE DAAD VAN ADAM EN EVA IK zal u al de macht en de heerlyk- lijkheid van de koninkrijken der wereld geven; want mij zijn ze ge schonken, en ik geef ze, wien ik wil. Wanneer ge mij aanbidt, zal dit alles het uwe zijn. A ANGEZIEN we trachten, niet meer te huichelen dan strikt noodzakelijk is ieder mens, den ken we, huichelt en verheelt wel eens wat om beter te lijken dan hij is aangezien we dus van plan zyn om althans deze keer niet te huichelen, willen we wel bekennen, dat de vrij gevigheid en gulheid, welke hierbo ven vet-zwart staat afgedrukt, ons altijd bijzonder aanlokkelijk voor komt. Daar zit wel iets in in die stellige belofte van rijkdom en vermogen. Dat is wel een heel wat prettiger en strelender geluid, dat we in de ze woorden van de H. Schrift lezen, dan al dat gezeur over as op je hoofd, boete en inkeer, geboden on derhouden en de toezegging van al lerhande verdriet en narigheid in een „dal van tranen". Wat zou het evangelie met spron gen vooruit gaan! Wat zouden we aanbidden en schietgebedjes doen van de morgen tot de avond! Wat zouden we met hart en ziel gelovig zijnals op deze tekst uit de Bijbel eens wat meer de nadruk werd gelegd. Het Christendom heeft nooit veel succes in de wereld gehad, vandaag nog minder dan vroeger. Wat wonder ook! Het zegt, dat je nederig moet zijn en zachtmoedig en je vijand, als hij je een klap op de linkerwang geeft, de rechterwang moeten toekeren en meer dergelijke laffe praat, waar een normale man zijn schouders gering schattend voor ophaalt, en zijn neus bovendien. En dan ais voorwerp van allerhoogste verering iemand, die het wel goed bedoeld zal hebben, maar in 't leven mislukt is en als een lam bij de slager hing te verbloeden ten aanschouwen van een grinnkende menigte. Dat soort Christendom is het toe vluchtsoord geworden van de zwakke en stumperige zieltjes, die hun gemis aan kracht en verstand voor zichzelf proberen te vergoelijken door te ho pen. dat wat zy' hier niet hadden, hun na hun dood in de schoot zal wor den geworpen in een opgewekt hier namaals. ÏJOEVEEL krachtiger en sterker, **hoe veel succes-rijkerr zou het Christendom geworden zijn, indien de Kerk wat meer de nadruk had ge legd op die tekst uit de H. Schrift: „Ik zal u al c'e macht en de heer lijkheid van de koninkrijken der we reld geven; want mij zijn ze geschon ken, en ik geef ze, aan wie ik wil, als hij mij aanbidt." Nu ziet men meteen het bewijs, dat al dat gepreek in de kerken ook niets uithaalt! Ondanks dat de aan gehaalde tekst nooit de beminde ge lovigen wordt voorgehouden, is er misschien geen zin in het Evangelie te vinden, welke zo diep in de har ten van de mensen leeft en woelt als deze. Geen woord uit het Evange lie heeft meer weerklank gevonden zowel in Wallstreet als in het Krem lin. dan dit kloeke, forse, trotse Evan, gelie over de macht en de heerlijk heid van de koninkrijken de* wpreld. Dit gulle woord uit de gewijde boe- De ontsnabten uit Breda Grote wolharige Mammoets, die in de ijstijd Europa bevolkten. Hun schouderhoogte bedroeg 4.30 M. zodat zij bijna een meter groter waren dan de grootste thans levende olifant. Het ivoor van hun slagtanden wordt nog in ruime mate gevonden en verhandeld. bevordert mede een snelle genezing (Advertentie) Hoewel door de gebeurtenissen der afgelopen weken het ontsnappings- geval van de Bredase oorlogsmisda digers een weinig op de achtergrond is geraakt, heeft de buitenlandse dienst van Nederland in Bonn onver poosd contact gehouden met de dien sten aldaar en is er op blijven aan dringen dat Nederland bij zijn in genomen standpunt omtrent uitwij zing blijft. De kwestie is weer in het brand punt der belangstelling komen staan, nu enige dagen geleden een ultra rechts blad in Düsseldorf, „Der Mit- tag' een interview heeft gepubli ceerd, dat een van de redacteuren aan de ontsnapte s.s,-man Touseul heeft afgenomen. Het blad neemt kennelijk de verdediging van deze misdadiger op zich, die heeft ver klaard, dat hij louter om politieke vergrijpen in Nederland veroordeeld was. Het blad somt verder de vele onderscheidingen op, die deze ver dachten aan het Oostfront verwor ven heeft. Touseul is dezelfde, die enige maanden geleden door het li berale bondslid dr Mende werd ont vangen. De Duitse autoriteiten hebben de Ned. buitenlandse dienst nogmaals verzekerd, dat zij alles in het werk zullen stellen, om de gevangenen zo spoedig mogelijk te arresteren. ken wordt ook heel goed verstaan door ieder mensenhart. Maar ge moogt wel weten en ge weet het ook wel dat de „ik", die daar aan het woord is, de „ik", die zegt dat hij alle macht en heerlijk heid der wereld Kan geven aan wie hij wil rijkdom, weelde, kennis en eigenwaarde dai deze „ikde stem is van de duisternis, de stem van de afgrond, de stem van de moordenaar van de zielen-, de stem van de haat, de stem van de waanzinnige hoog moed, de stem van Beëlzebub, de satan. Er zit iets lachwekkends in, dat de mensen van tegenwoordig geloven, wat hy belooft, maar voor hun eigen gemoedsrust liever maar niet gelo ven, dat hij bestaat, die Satan met zyn enorme aanhang van verdoemde engelen en verdoemde mensen. Men beschouwt het als een kinder-, kamer-verhaaltje, dat reeds het eer ste mensenpaar, uitverkoren kinde ren Gods, letterlijk door hem om de tuin geleid zijn, toen hij beloofde, dat zij „aan God gelijk" zouden zijn, als zij Gods gebod met voeten wilden tre den. Die daad van Adam en Eva in de balsem-geurende tuin van Eden was een flinke zet, een moedige daad, een getuigenis van hun voortreffe lijk gevoel van eigenwaarde, dat zich door niemand „kisten" laat. Zij juichten beiden om de heerlij ke vrijheid van hun nu pas rijpe menselijke persoonlijkheid och, mijn God, het gevolg er van was, dat op Aswoensdag stof op ons hoofd werd uitgeschud en we te horen kre gen, wat die te vroeg juichende Adam en Eva te horen kregen: stof zijt gij en tot stof zult ge wederkeren. rvAT is wat anders dan aan God ge- U lijk zijn,' zoals hun was voorge spiegeld door de slang! Dat is wat anders, dan hij ons nog steeds voor spiegelt met vleiende, vriendelijke stem: „Ik zal u al de macht en de heerlijkheid van ie koninkrijken der wereld geven indien ge mij aan bidt." En de mensen, die zo graag knap, wijs, rijk en machtig willen ziin, lopen er nog steeds „bij bosjes" in. Zij denken bij zichzelf: een enkele beet van die blozende appel der men selijke eigenwaarde, dat zal toch zo'n vaart niet lopen. Maar ge moest het Adam en Eva eens kunnen vragen het is een zeer gevaarlijk spelletje half onder een hoedje te spelen met de duivel. Op zijn tijd doen we dat allemaal wel eens. Daar is wel enige vergoelijking I voor te vinden. Het heldere inzicht, dat Adam en Eva bezaten in hun kortstondig geluk, is niet meer ons deel. Er is ons nog wel verstand over gebleven, maar het is nog slechts een zwak, een gemakkelijk te misleiden en op hol slaand verstand. Het is niet prettig en weinig ver heffend. dat te moeten erkennen, maar toch is dit erkennen de eerste voorwaarde om niet misleid te wor. den door de satan. Hij adviseert ons altijd precies het tegenovergestelde van wat God; ons door de mond van zijn Gezalfde, adviseert. Zegt Chris tus, dat de nederigen van hart zalig ziin, Satan raadt u aan, uzelf tot gel ding te brengen. Zegt Christus, dat we onthecht moeten ziin aan rijk dom en bezit, Sa an raadt u aan uw levenstijd in geld e- goed, eer en roem om te zetten Zegf Christus, dat wii het kruis achter Hem aan moeten dragen, Satan biedt u aan er een pretje van te maker Zegt Christus, dat we er met ons geheel ons wezen naar moeten streven het e°"wig ge luk te verwerven en. door Hem. echt te beërven. Satan zegt, dat de mens zichzelf gelukkig kan maken. rfELFS vrome Chriftenmensen kun- nen jarenlang var. deze beide wal letjes blijven proeven, tot zij plotse ling het kan in zaken of in het huisgezin zijn in het openbaar of in de beslotenheid van een zondig hart de fluister-stem vernemen: dit al les zal het uwe zijn. als ge mij aan bidt Dan moge God. genade met ons zyn, opdat we alles, desnoods le ven en bezit, eer en een veilig be staan prijs geven en kunnen zeggen: Ga weg van mij Satan, want de Heer, mijn God, alleen wil ik aanbidden. Dan zal de Satan van uw heengaan, en het is heel goed mogelijk, dat uw leven dan mislukken zal. Toch heeft zo iemand de goede keus gemaakt. MARIUS. OP DE BOSUIL Oorspronkelijk detective-verhaal door Monis de Wit 1) HOOFDSTUK I Mr TOM KEEN Een druilerige regen valt in de straten van New York. Diep in hun kragen weggedoken lopen haastige mensen, op- noch omkijkend, in zich zelf de regen verwensend. Reeds 'n week lang stort een loden hemel zijn last boven de wereldstad uit en een gunstige verandering kan volgens de weerberichten de komende dagen nog niet worden verwacht. Ideaal weer voor- dieven en moor denaars', zeggen de New Yorkse poli tiemensen on dat bleek ook, want New York is de laatste weck weer enige malen het slachtoffer gewor den van inbrekers, die duidelijk heb ben laten uitkomen, dat een mensen lieven voor hen geen waarde heeft. Dit alles gaat door het hoofd van mr Keen, die nog juist een autobus kan nemen, die hem droog bij zyn huis zal kunnen afleveren. Mr Keen is een nette verschijning, lang, slank en brede schouders. Hij draagt een keurig donkerblauw costuum met dito regenjas en hoed. Zijn jeugdig open gezicht verraadt in geen enkel opzicht, dat het reeds de acht en twintigste maal is, dat de herfst boven zijn hoofd een heftige strijd voert tegen de steeds nader komende winter. Mr Keen's blauwe ogen kijken vro lijk de wereld in; zijn neus hierdoor blijkbaar aangestoken, steekt de punt parmantig omhoog in de rich ting van het glad achterover gekam de pikzwarte haar, dat op dit ogen blik door de hoed tegen regenbuien beschermd wordt. Het gezicht van Tom Keen lacht bijna altijd, wellicht doet het dat wel om een helder wit gebit te laten zien, maar toch is er iets aan de jon geman, dat vertelt dat zijn leven niet een en al vrolijkheid is. Dat klopt ook wel, want wie hem kent weet, dat zijn hele leven tot nu toe niets anders is geweest, dan een aaneenschakeling van droevige ge beurtenissen. Mr Keen senior was groentehande laar, hij had een bescheiden winkel aan de rand van New York. De eigen:»ahap van 't winkeltje, namelijk dat het bescheiden was, gold in alle opzichten ook voor mr. Keen senior, die voorts by zonder gul was. James Keen kon alles zijn, behal ve koopman; het onvermijdelijke ge volg van zijn gulheid was dan ook een faillissement, dat werd uitgespro ken toen Tom tien jaar oud was. Zijn moeder trok zich deze ramp zo aan, dat ze ernstig ziek werd en een jaar later overleed Vader en zoon bleven achter in diepe rouw en zware armoede. De broer van James Keen, Philipp, een ell-round businessman, zelf on getrouwd, nam Tom bij zioh in huis en zorgde er voor, dat de jongen een behoorlijke opleiding kreeg. Twee jaar na de dood van mrs Keen stierf ook James, zonder één cent achter te laten. Tom bleef dus alleen achter met als enig gezelschap oom Philipp, wiens enige verlangen was de jongen een eerste klas zitplaats op de maat schappelijke tribune te bezorgen. Niet omdat hij zoveel van zijn neef hield, maar oom Philipp was eer zuchtig en wanneer Tom' het „goed deed" in de maatschappij, zou hij te gen zyn vrienden kunnen zeggen: Kijk, dat heeft die jon ven nu aan mij te danken. En zo was het ook. Tom leerde uit stekend, maar oom Philipp vergat, dat men met geld alleen niet alle colleges zander moeite kan doorkO' men. Daarvoor is gezond verstand nodig en dat Tom hierover beschikte was voor beiden een gelukkige om standigheid. De plannen van oom Philipp ver liepen geheel naar wens, want op zijn twintigste verjaardag was Tom zover .dat hij binnen afzienbare tijd een advocaten-praktijk zou kunnen opbouwen. Het uitbreken van de Tweede We reldoorlog gooide echter roet in het eten, want ook Tom werd onder de wapenen geroepen. Machteloos moest oom Philipp toezien, dat zijn veelbe lovende pupil naar het front werd gestuurd. Dat het ging om de vrij heid van Europa, deed de oude man geen zier, want wat had hy met Euro pa te maken? Die mens'en daar moes ten hun eigen boontjes maar doppen. Maar het hielp hem allemaal niets. Tom ging, eerst naar Engeland en na de invasie hoorde New York niets meer van hem. Vijf jaar lang bleef Tom van huis en in die vijf jaren werd hij om te beginnen klaargestoomd voor de oor log, waarna hij in Frankrijk landde met duizenden kameraden. Daar leerde Tom de harde, wrede wereld kennen en de oorlog knakte hem zo wel geestelijk als lichamelijk. Driemaal werd hij bij gevechten licht gewond en weer „ingezet", ogenschijnlijk zonder dat hij enig lichamelijk letsel overhield. Zo was het ook, lichamelijk was Tom een paar jaar geleden gezond in New York teruggekeerd, maar geestelijk was hij enigszins gebroken door het leed, de ellende en de wreedheid van de oorlog. Bij dit alles kwam nog het overlij den van oom Philipp, van wie Tom heel veel had gehouden. Wat zou er van mij terecht gekomen zijn, wanneer Philipp Keen er niet ge weest was. vroeg hij zichzelf dikwijls af. En dan kon hij niet anders dan dankbaar zijn voor hetgeen zijn oom hem gegeven had. In de zorgen behoefde de jongeman ondertussen niet te zitten. AJ het geld van oom Philipp was voor hem achtergebleven en het was genoeg om er een onbekommerd leven van te leiden. Aangezien de dokter Tom verbo den had zijn studie voort te zetten pn hem tevens voor de eerste twee jaar iedere vorm van zwaar werk had afgeraden, rustte de moeilijke taak op de schouders van de jonge man, zich een passende betrekking te zoeken. Het was niet nodig dat hij ging werken, maar voor geen geld ter wereld zou Tom willen leven van het geld dat oom Philipp had ver diend. Em dus was hy er op uit ge trokken. Verscheidene betrekkingen had hij reeds geprobeerd, maar steeds was het van tijdelijke aard. Want wanneer het Tom goed beviel, dan bleek zijn patroon niet tevreden te zijn en als de patroon in zijn nop jes was, dan hing het Tom de keel uit. En de baantjes lagen in Amerika na de oorlog ook niet voor het op scheppen. Duizenden soldaten waren van het front teruggekeerd en zij moesten stuk voor stuk aan een be trekking worden geholpen. Tom was twee dagen vertegen woordiger geweest van een fabrikant van een nieuw soort spaarbranders voor gasfornuizen. Het bleek al spoe dig. dat die dingen er van buiten be ter uitzagen dan ze van binnen wa ren en men roemde het artikel dan ook nergens. De eerste dag verkocht de nieuwbakken handelsreiziger niets en ook de tweede dag scheen weer fiaqm te zullen uitdraai»**

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 8