Debat over arbeidsovereenkomsten
Reis door de vóór-historie
ZONDAGMORGEN
Duits blad interviewde een
der oorlogsmisdadigers
Griep? DAMPO
jacht
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1953
DE LL1DSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 2
TWEEDE KAMER
Gewijzigde bepalingen voor ontslag
De Tweede Kamer is gistermiddag
niet direct overgegaan tot stemming
over de motie-Van Rijckevorsel in
gediend tijdens het algemene debat
over het wetsontwerp tot wijziging
van de bepalingen omtrent het ont
slag bij arbeidsovereenkomsten.
De motie beoogde om het artikel
waarin enkele gevallen worden ge
noemd waarin beëindiging van de
dienstbetrekking door de werkgever
onder andere kennelijk onredelijk ge
acht zal kunnen worden, niet in wer
king te doen treden aleer met dat ar
tikel het buitengewoon- besluit ar
beidsverhoudingen (B.B.A.) in over
eenstemming is gebracht
Op verzoek van de heer SCHOU
TEN (A.R.) werden de beraadslagin
gen over de motie, die mee was on
dertekend door de heer Oud, op
nieuw geopend.
De heer SCHOUTEN meende, dat
als het de bedoeling is om de bepa
lingen van het B.B.A. te herzien de
motie niet nodig is, dan kan hetzelfde
bij amendement worden bereikt. Dat
laatste bestreed de heer VAN RIJ
CKEVORSEL (K.V.P.). De heer OUD
(V.V.D.) zag geen rcdeni aanwezig om
de motie niet te aanvaarden. Als de
principiële uitspraak is gedaan kan
men nog denken aan een wijzigings
voorstel bij de artikelen.
Minister DONKER ontraadde de
motie ten sterkste.
De heer BURGER (P. v. d. A.) ver
klaarde zich tegen de motie. Hy
merkte op, dat een nieuw begrip in
het arbeidsrecht het kennelijk on
redelijk ontslag zijn intrede doet.
Het karakteristieke van de motie is
volgens de heer Burger, dat zij dit
morele aspect niet in werking wenst
te doen treden.
De heer ROMME (K.V.P.) zou het
betreuren als uit het betoog van de
heer Burger de conclusie werd ge
trokken, dat men het nieuwe be
grip niet zou willen invoeren. Wel
zou de Kamer zich moeten beraden
of het artikel over de wijze van» in
werking treden van de wet niet moet
worden gewijzigd.
Minister DONKER had weinig be
hoefte om dat denkbeeld van de heer
Romme over te nemen.
De motio-Van Rijckevorsel werd
daarna verworpen met 36 tegen 39
stemmen. Vóór stemden K.V.P., V.V.
K.N.P., en de heren v. d. Feltz
(C.H.), Van Eysden, Van der Zaal,
Verkerk, Schouten en Fokkema, allen
A.R. De heer Van Dis (St. Ger.) ver
klaarde bij vergissing tegen te heb
ben gestemd.
Bij de behandeling van de artike
len werd een aantal amendementen
Vervolg van pag. 1. eerste blad.
N DEZE TUDEN ZIEN wij ookderende reptielen (waarover ook la-
reeds vogels vliegen en zelfs zijn ter) treden opeens de vogel6 op met
I
er al reuzenvogels, die het vliegen
intussen reeds weer verleerd heb
ben. Er zijn flinke knapen by, nog
groter dan onze struisvogel, allemaal
loopvogels, die te zwaar geworden
zijn voor de ijle luchten.
De andere vogels die in de bomen
kwetteren, hebben het te kwaad met
de apen. Ja, aapjes zijn er, maar ze
zijn erg klein van stuk; of ze al juist
zulke ondeugende rakkers zijn die
ze in onze tyd zullen worden, kun
nen we niet nagaan.
Want wat wij nu zien met onze
ogen uit de 20e eeuw na Christus is
niet anders dan de reconstructie van
een in 'n millioenen-jarige doods
slaap verstard leven.
Wij zulen sltraks in een vol
gend artikel verder gaan, nog
millioenen jaren verder terug in het
verleden van onze oude moeder Aar
de en in dat nog verdere verleden
zullen wij nog vreemder vormen van
leven tegenkomen. Maar wy hebben
iets langer stilgestaan bij deze perio
de, die geplaatst is tussen twee ijs
tijden, omdat hierin het leven der
zoogdieren tot zo'n brede ontwikke
ling is gekomen en wij in vele van
die oude zoogdieren onze eigen, nu
nog levende dieren ontdekken.
hun doelmatige veren en vleugels;
hoe die ontstaan zijn, is een raadsel.
Na en naast de kleinere en grotere
aapjes treedt opeens de .nens op, die
door zyn intellect een veel hogere
trap op de ladder der levende we
zens inneemt; hoe een mens-aap ooit
een mens is kunnen worden, is ons
een raadsel.
En zo zijn er nog meer plotselinge
overgangen, die een raadsel zijn en
blijven. De hoofdgroepen in dieren-
en plantenrijk zijn alle op deze on
verklaarbaar plotselinge wijze ont
staan. Wij komen daar later op terug,
omdat hier de almacht van God een
duidelijke taal spreekt en wel des te
duidelijker naarmate -de wetenschap
verder en verder doordringt in het
geheim van het leven. Men trekke
derhalve geen voorbarige conclusies
uit de schijnbare evolutie van aap tot
mens, want men zoekt nog altijd te
vergeefs naar de z.g. missing link, de
ontbrekende schakel.
En ten slotte even een tot wee
moed stemmende beschouwing, ge
put uit het uitsterven van zovele ras
sen.
Wij zien in die oude tijden, hoe)
dierenrassen en dierensoorten klein
beginnen, zich ontwikkelen en groot
worden. Die soorten, welke zich snel
DAARBIJ TREFFEN ONS TWEE ontwikkeld hebben, zijn alle ten
dingen: op de eerste plaats, datgronde gegaan. Andere soorten, wei-
zovele takken van diersoorten zijn
uitgestorven en op de tweede plaats,
dat er naast veel geleidelijke ontwik
keling telkens onverklaarbare spron
gen omhoog voorkomen.
Wat dit laatste betreft, merken wij
bijv. op, dat er na de koudbloedige
reptielen (die wy later zullen tegen
komen) opeens warmbloedige zoog-
ke zich niet zo snel ontwikkeld heb
ben, hebben zich voortgezet tot in
onze historische tijden en zijn thans
aan het uitsterven. Er is geen reden
om te veronderstellen, dat de meest
ontwikkelde diersoorten, welke
thans nog floreren, in de toekomst
niet zullen uitsterven. Alles wat op
aarde leeft, kent z'n opgang, beleeft
dieren zyn ontstaan; waardoor die z'n bloei, maar is ten slotte gedoemd
overgang van koud op warm bloed I tot ondergang. Een les, welke
met alle consequenties daarvan is spreekt uit de historie, maar nog dui-
ontstaan, is een raadsel. Na de flad-1 delijker klinkt uit de voor-historie
van de C.P.N. verworpen met alleen
de stemmen van de communisten
vóór.
Minister DONKER nam een amen-
dement-Tendeloo (P. v. d. A.), ook
ondertekend door leden van A.R.,
C.H., en K.V.P.over dat ten doel
heeft bij ccn vonnis tot herstel van
de dienstbetrekking het loon door
betalen tijdens de periode van schor
sing. Ook werd een amendement-v.
Rijckevorsel overgenomen orp niet
te spreken van belangryke verande
ringen in de omstandigheden, die
aanleiding zouden kunnen zijn om
zich tot de rechter te wenden, maar
simpel van veranderingen.
Het wetsontwerp is daarna aange
nomen zonder hoofdelijke stemming
onder aantekening dat de C.P.N. er
tegen is.
De Kamer heeft voorts goedge
keurd het ontwerp tot wijziging van
het wetboek van burgerlijke rechts
vordering met het doel een betere
waarborg te scheppen dat exploiten
ten verzoeke van de getrouwde man
aan de vrouw en omgekeerd de be
trokkene bereiken.
Ten slotte nam de Kamer een re
geling aan om de exploitatie moge
lijk te maken van hei nationaal lucht
vaartgeneeskundig centrum in het la
boratorium te Soesterberg.
S.E.R.
Hoofdproductschap
voor Akkerbouw
De Sociaal-Economische Raad stel
de een advies aan de regering vast
tot het instellen van een hoofdpro
ductschap voor akkerbouwproduc
ten en productschappen voor gra
nen, zaden en peulvruchten, voor
aardappelen en voor veevoeder. Een
amendement van prof. W. F. de
Gaay Fortman en vier anderen, dat
beoogde besturen van organisaties te
horen, voordat een productschap een
verordening vaststelt, werd met 22
tegen 17 stemmen verworpen.
Aan het begin hoorde 'de raad
staande een toespraak van de voor
zitter, prof. mr. F. de Vries aan. Deze
bracht het diepe begaan zijn van de
raad met de slachtoffers van de wa
tersnood tot uiting.
Bij de bespreking van het hoofd
productschap voor akkerbouwpro
ducten werd een suggestie van prof.
dr. Van der Grien ten overgenomen
om de regering te verzoeken door
een spoedige wijziging van de wet op
de P.B.O. het instellen van hoofd
productschappen mogelijk te maken.
De practijk vraagt hierom.
Bezwaren werden ingebracht te
gen het instellen van adviescommis
sies voor thee, koffie, cacao en wijn
onder het hoofdproductschap. Waar
om, zo werd gevraagd, stelt men hier
voor geen productschappen in? Prof.
dr. J Veraart, voorzitter van de sub.
commissie van voorbereiding, zeide
dat de wet het instellen van sub
organen toestaat, dat de wens tot het
instellen van deze advies-commissies
uit het bedrijfsleven zelve kwam en
dat uit de commissies productschap
pen kunnen groeien.
De heren Chabot en prof. Frietema
wilden aanvankelijk vastgelegd te
zien, dat de verbruiks)-coöperaties
in de besturen der productschappen
opgenomen dienen te worden. Na
breedvoerige discussie hierover,
waarbij werd aangevoerd, dat deze
vaststelling zou leiden tot wensen van
andere groepen, zoals het groot-win
kelbedrijf en voorts dat in de prac
tijk bij dé bestuursvorming deze
organisaties aan bod zullen komen,
werd genoemde wens geschrapt.
De raad stelde een schrijven aan
de ministers voor F.B.O. en van
Landbouw vast, waarin wordt mede
gedeeld, dat adviezen voor het in
stellen van productschappen voor
vlas, vis. riet en griend, hooi, stro en
ruwvoeder door verdergaand over
leg nog niet gereed zijn.
Overwogen wordt een product
schap voor bier in te stellen.
Adviezen omtrent het instellen van
productschappen voor pluimvee en
eieren, voor suiker en voor zuivel
stuitten vooralsnog af op technische
bezwaren van de zijde der organisa
ties. De kwestie der al of niet pari
taire vertegenwoordiging spelen hier
o m. een rol.
Een advies tot het instellen van een
bedrijfschap voor de lederv/aren- en
kofferindustrie werd door de Sociaal-
Economische Raad vastgesteld.
Bij Kon. Besluit is bepaald, dat de
pleegkinderenwet met ingang van 1
Juni a.s. in werking zal treden.
Directeur-generaal
voedselvoorziening
Bij Koninklijk Besluit is ir. J. A.
P. Franke te Voorburg benoemd tot
directeur-generaal van de Voedsel
voorziening bij het ministerie van
Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening. De heer Franke, tot dusver
raadadviseur in algemene dienst,
volgt dr. ir. S. L. Louwes op, die ein
de Januari is overleden.
GEWIJZIGDE DISPENSATIE VOOR
MILITAIREN
Z. H. Exc. Mgr. Dr. B. J. Alfrink,
aart&bisschop-coadjutor van Utrecht,
heeft het volgende bekend gemaakt:
Bij deze delen wij aan de belarig-
hebbenden mede. dat wij ons schrij
ven van 7 Februari j.l. intrekken en
de in dit schrijven verleende dispen-
satie vervallen verklaren. In plaats i
hiervan verlenen wij bij deze aan de
militairen van land-., zee- en lucht
macht, van het Nederlandse leger,
dispensatie in de Vastenwet, met uit
zondering van Goede Vrijdag. Wat de
Onthouc ingswet betreft, hierin is
dispensatie verleent in de Vasten-
en Onthoudingswet voor de Neder
landse Kerkprovincie van 15 Januari
1950 onder punt V, suib 2: aan de mi
litairen en aan alle overigen, aan wie
in dienstverband door de Burgerlijke
Overheid, of de leiding van neutrale
of niet-kathol:eke inrichtingen, maal
tijden worden verstrekt, doch alleen,
voor zover zij van de hun verstrekte
maaltijden gebruik maken Eveneens
aan de zeevarenden, wanneer zij zich
van de scheepskost bedienen.
Het betreft hier dispensatie in de
Onthoudingswet op alle dagen van
het jaar, behalve op Goede Vrijdag.
Utrecht, 12 Februari 1953.
De Vicaris Generaal van de
Vicaris Castrensis,
Dr. B. J. ALFRINK,
Aartsbisschop-coadjutor van
Utrecht.
Op uitnodiging var. het bestuur der
Zuid-Hollandse Waterschapsbond
sprak gistermorgen in Bodegraven
mr. dr. Th. F. J. A. Dolk, directeur
van de Unie van Waterschapsbon
den en van het waterschap Delfland.
Spr. gaf een korte uitreenzetting be
treffende de unie van waterschaps
bonden.
Een betere verzorging van de, on
der A.P. liggende bodem van Neder
land, zoals zorg voor de waterkering
en de bema.ingen, is van enorme be
tekenis. Om de nodige aandacht
hiervoor te verkrijgen, is het van j
belang, dat het publiek en de hogere
autoriteiten het belang van deze ver-
zorging gaan inzien en er een betere I
samenwerking komt, tussen unie en
regering en diverse instanties.
Ook de waterschappen zelf moe-
ten het belang van een goede bo- J
demverzorging inzien Men moet niet
te soepel zijn met vergunningen voor
de uitvoering van werken in of nabij
de waterkeringen Kan het niet an
ders, dan moeten de vergunningen
hiervoor worden omringd met uiter
ste beveiligingsmaatregelen.
Jammer is het, dat niet alle water
schapsbonden zich bij de unie heb
ben aangesloten. Van de 2600 bonden
in Nederland zijn er nog elfhonderd
niet aangesloten.
DE MOEDIGE DAAD VAN
ADAM EN EVA
IK zal u al de macht en de heerlyk-
lijkheid van de koninkrijken der
wereld geven; want mij zijn ze ge
schonken, en ik geef ze, wien ik wil.
Wanneer ge mij aanbidt, zal dit alles
het uwe zijn.
A ANGEZIEN we trachten, niet
meer te huichelen dan strikt
noodzakelijk is ieder mens, den
ken we, huichelt en verheelt wel eens
wat om beter te lijken dan hij is
aangezien we dus van plan zyn om
althans deze keer niet te huichelen,
willen we wel bekennen, dat de vrij
gevigheid en gulheid, welke hierbo
ven vet-zwart staat afgedrukt, ons
altijd bijzonder aanlokkelijk voor
komt.
Daar zit wel iets in in die stellige
belofte van rijkdom en vermogen.
Dat is wel een heel wat prettiger
en strelender geluid, dat we in de
ze woorden van de H. Schrift lezen,
dan al dat gezeur over as op je
hoofd, boete en inkeer, geboden on
derhouden en de toezegging van al
lerhande verdriet en narigheid in een
„dal van tranen".
Wat zou het evangelie met spron
gen vooruit gaan! Wat zouden we
aanbidden en schietgebedjes doen
van de morgen tot de avond! Wat
zouden we met hart en ziel gelovig
zijnals op deze tekst uit de
Bijbel eens wat meer de nadruk werd
gelegd.
Het Christendom heeft nooit veel
succes in de wereld gehad, vandaag
nog minder dan vroeger.
Wat wonder ook!
Het zegt, dat je nederig moet zijn
en zachtmoedig en je vijand, als hij
je een klap op de linkerwang geeft,
de rechterwang moeten toekeren en
meer dergelijke laffe praat, waar een
normale man zijn schouders gering
schattend voor ophaalt, en zijn neus
bovendien. En dan ais voorwerp van
allerhoogste verering iemand, die het
wel goed bedoeld zal hebben, maar
in 't leven mislukt is en als een lam
bij de slager hing te verbloeden ten
aanschouwen van een grinnkende
menigte.
Dat soort Christendom is het toe
vluchtsoord geworden van de zwakke
en stumperige zieltjes, die hun gemis
aan kracht en verstand voor zichzelf
proberen te vergoelijken door te ho
pen. dat wat zy' hier niet hadden, hun
na hun dood in de schoot zal wor
den geworpen in een opgewekt hier
namaals.
ÏJOEVEEL krachtiger en sterker,
**hoe veel succes-rijkerr zou het
Christendom geworden zijn, indien
de Kerk wat meer de nadruk had ge
legd op die tekst uit de H. Schrift:
„Ik zal u al c'e macht en de heer
lijkheid van de koninkrijken der we
reld geven; want mij zijn ze geschon
ken, en ik geef ze, aan wie ik wil, als
hij mij aanbidt."
Nu ziet men meteen het bewijs,
dat al dat gepreek in de kerken ook
niets uithaalt! Ondanks dat de aan
gehaalde tekst nooit de beminde ge
lovigen wordt voorgehouden, is er
misschien geen zin in het Evangelie
te vinden, welke zo diep in de har
ten van de mensen leeft en woelt
als deze. Geen woord uit het Evange
lie heeft meer weerklank gevonden
zowel in Wallstreet als in het Krem
lin. dan dit kloeke, forse, trotse Evan,
gelie over de macht en de heerlijk
heid van de koninkrijken de* wpreld.
Dit gulle woord uit de gewijde boe-
De ontsnabten uit Breda
Grote wolharige Mammoets, die in de ijstijd Europa bevolkten. Hun
schouderhoogte bedroeg 4.30 M. zodat zij bijna een meter groter waren
dan de grootste thans levende olifant. Het ivoor van hun slagtanden wordt
nog in ruime mate gevonden en verhandeld.
bevordert mede een snelle genezing
(Advertentie)
Hoewel door de gebeurtenissen der
afgelopen weken het ontsnappings-
geval van de Bredase oorlogsmisda
digers een weinig op de achtergrond
is geraakt, heeft de buitenlandse
dienst van Nederland in Bonn onver
poosd contact gehouden met de dien
sten aldaar en is er op blijven aan
dringen dat Nederland bij zijn in
genomen standpunt omtrent uitwij
zing blijft.
De kwestie is weer in het brand
punt der belangstelling komen staan,
nu enige dagen geleden een ultra
rechts blad in Düsseldorf, „Der Mit-
tag' een interview heeft gepubli
ceerd, dat een van de redacteuren
aan de ontsnapte s.s,-man Touseul
heeft afgenomen. Het blad neemt
kennelijk de verdediging van deze
misdadiger op zich, die heeft ver
klaard, dat hij louter om politieke
vergrijpen in Nederland veroordeeld
was. Het blad somt verder de vele
onderscheidingen op, die deze ver
dachten aan het Oostfront verwor
ven heeft. Touseul is dezelfde, die
enige maanden geleden door het li
berale bondslid dr Mende werd ont
vangen.
De Duitse autoriteiten hebben de
Ned. buitenlandse dienst nogmaals
verzekerd, dat zij alles in het werk
zullen stellen, om de gevangenen
zo spoedig mogelijk te arresteren.
ken wordt ook heel goed verstaan
door ieder mensenhart.
Maar ge moogt wel weten en ge
weet het ook wel dat de „ik", die
daar aan het woord is, de „ik", die
zegt dat hij alle macht en heerlijk
heid der wereld Kan geven aan wie
hij wil rijkdom, weelde, kennis en
eigenwaarde dai deze „ikde stem
is van de duisternis, de stem van de
afgrond, de stem van de moordenaar
van de zielen-, de stem van de haat,
de stem van de waanzinnige hoog
moed, de stem van Beëlzebub, de
satan.
Er zit iets lachwekkends in, dat de
mensen van tegenwoordig geloven,
wat hy belooft, maar voor hun eigen
gemoedsrust liever maar niet gelo
ven, dat hij bestaat, die Satan met
zyn enorme aanhang van verdoemde
engelen en verdoemde mensen.
Men beschouwt het als een kinder-,
kamer-verhaaltje, dat reeds het eer
ste mensenpaar, uitverkoren kinde
ren Gods, letterlijk door hem om de
tuin geleid zijn, toen hij beloofde, dat
zij „aan God gelijk" zouden zijn, als
zij Gods gebod met voeten wilden tre
den.
Die daad van Adam en Eva in
de balsem-geurende tuin van Eden
was een flinke zet, een moedige daad,
een getuigenis van hun voortreffe
lijk gevoel van eigenwaarde, dat zich
door niemand „kisten" laat.
Zij juichten beiden om de heerlij
ke vrijheid van hun nu pas rijpe
menselijke persoonlijkheid och,
mijn God, het gevolg er van was, dat
op Aswoensdag stof op ons hoofd
werd uitgeschud en we te horen kre
gen, wat die te vroeg juichende Adam
en Eva te horen kregen: stof zijt gij
en tot stof zult ge wederkeren.
rvAT is wat anders dan aan God ge-
U lijk zijn,' zoals hun was voorge
spiegeld door de slang! Dat is wat
anders, dan hij ons nog steeds voor
spiegelt met vleiende, vriendelijke
stem: „Ik zal u al de macht en de
heerlijkheid van ie koninkrijken der
wereld geven indien ge mij aan
bidt." En de mensen, die zo graag
knap, wijs, rijk en machtig willen
ziin, lopen er nog steeds „bij bosjes"
in.
Zij denken bij zichzelf: een enkele
beet van die blozende appel der men
selijke eigenwaarde, dat zal toch zo'n
vaart niet lopen.
Maar ge moest het Adam en Eva
eens kunnen vragen het is een zeer
gevaarlijk spelletje half onder een
hoedje te spelen met de duivel. Op
zijn tijd doen we dat allemaal wel
eens. Daar is wel enige vergoelijking
I voor te vinden. Het heldere inzicht,
dat Adam en Eva bezaten in hun
kortstondig geluk, is niet meer ons
deel. Er is ons nog wel verstand over
gebleven, maar het is nog slechts een
zwak, een gemakkelijk te misleiden
en op hol slaand verstand.
Het is niet prettig en weinig ver
heffend. dat te moeten erkennen,
maar toch is dit erkennen de eerste
voorwaarde om niet misleid te wor.
den door de satan. Hij adviseert ons
altijd precies het tegenovergestelde
van wat God; ons door de mond van
zijn Gezalfde, adviseert. Zegt Chris
tus, dat de nederigen van hart zalig
ziin, Satan raadt u aan, uzelf tot gel
ding te brengen. Zegt Christus, dat
we onthecht moeten ziin aan rijk
dom en bezit, Sa an raadt u aan uw
levenstijd in geld e- goed, eer en
roem om te zetten Zegf Christus, dat
wii het kruis achter Hem aan moeten
dragen, Satan biedt u aan er een
pretje van te maker Zegt Christus,
dat we er met ons geheel ons wezen
naar moeten streven het e°"wig ge
luk te verwerven en. door Hem. echt
te beërven. Satan zegt, dat de mens
zichzelf gelukkig kan maken.
rfELFS vrome Chriftenmensen kun-
nen jarenlang var. deze beide wal
letjes blijven proeven, tot zij plotse
ling het kan in zaken of in het
huisgezin zijn in het openbaar of in
de beslotenheid van een zondig hart
de fluister-stem vernemen: dit al
les zal het uwe zijn. als ge mij aan
bidt Dan moge God. genade met
ons zyn, opdat we alles, desnoods le
ven en bezit, eer en een veilig be
staan prijs geven en kunnen zeggen:
Ga weg van mij Satan, want de Heer,
mijn God, alleen wil ik aanbidden.
Dan zal de Satan van uw heengaan,
en het is heel goed mogelijk, dat uw
leven dan mislukken zal. Toch heeft
zo iemand de goede keus gemaakt.
MARIUS.
OP DE BOSUIL
Oorspronkelijk detective-verhaal
door Monis de Wit
1)
HOOFDSTUK I
Mr TOM KEEN
Een druilerige regen valt in de
straten van New York. Diep in hun
kragen weggedoken lopen haastige
mensen, op- noch omkijkend, in zich
zelf de regen verwensend. Reeds 'n
week lang stort een loden hemel zijn
last boven de wereldstad uit en een
gunstige verandering kan volgens
de weerberichten de komende dagen
nog niet worden verwacht.
Ideaal weer voor- dieven en moor
denaars', zeggen de New Yorkse poli
tiemensen on dat bleek ook, want
New York is de laatste weck weer
enige malen het slachtoffer gewor
den van inbrekers, die duidelijk heb
ben laten uitkomen, dat een mensen
lieven voor hen geen waarde heeft.
Dit alles gaat door het hoofd van
mr Keen, die nog juist een autobus
kan nemen, die hem droog bij zyn
huis zal kunnen afleveren. Mr Keen
is een nette verschijning, lang, slank
en brede schouders.
Hij draagt een keurig donkerblauw
costuum met dito regenjas en hoed.
Zijn jeugdig open gezicht verraadt in
geen enkel opzicht, dat het reeds de
acht en twintigste maal is, dat de
herfst boven zijn hoofd een heftige
strijd voert tegen de steeds nader
komende winter.
Mr Keen's blauwe ogen kijken vro
lijk de wereld in; zijn neus hierdoor
blijkbaar aangestoken, steekt de
punt parmantig omhoog in de rich
ting van het glad achterover gekam
de pikzwarte haar, dat op dit ogen
blik door de hoed tegen regenbuien
beschermd wordt.
Het gezicht van Tom Keen lacht
bijna altijd, wellicht doet het dat wel
om een helder wit gebit te laten
zien, maar toch is er iets aan de jon
geman, dat vertelt dat zijn leven niet
een en al vrolijkheid is.
Dat klopt ook wel, want wie hem
kent weet, dat zijn hele leven tot nu
toe niets anders is geweest, dan een
aaneenschakeling van droevige ge
beurtenissen.
Mr Keen senior was groentehande
laar, hij had een bescheiden winkel
aan de rand van New York. De
eigen:»ahap van 't winkeltje, namelijk
dat het bescheiden was, gold in alle
opzichten ook voor mr. Keen senior,
die voorts by zonder gul was.
James Keen kon alles zijn, behal
ve koopman; het onvermijdelijke ge
volg van zijn gulheid was dan ook
een faillissement, dat werd uitgespro
ken toen Tom tien jaar oud was.
Zijn moeder trok zich deze ramp
zo aan, dat ze ernstig ziek werd en
een jaar later overleed Vader en
zoon bleven achter in diepe rouw en
zware armoede.
De broer van James Keen, Philipp,
een ell-round businessman, zelf on
getrouwd, nam Tom bij zioh in huis
en zorgde er voor, dat de jongen een
behoorlijke opleiding kreeg.
Twee jaar na de dood van mrs
Keen stierf ook James, zonder één
cent achter te laten.
Tom bleef dus alleen achter met
als enig gezelschap oom Philipp,
wiens enige verlangen was de jongen
een eerste klas zitplaats op de maat
schappelijke tribune te bezorgen.
Niet omdat hij zoveel van zijn neef
hield, maar oom Philipp was eer
zuchtig en wanneer Tom' het „goed
deed" in de maatschappij, zou hij te
gen zyn vrienden kunnen zeggen:
Kijk, dat heeft die jon ven nu aan mij
te danken.
En zo was het ook. Tom leerde uit
stekend, maar oom Philipp vergat,
dat men met geld alleen niet alle
colleges zander moeite kan doorkO'
men. Daarvoor is gezond verstand
nodig en dat Tom hierover beschikte
was voor beiden een gelukkige om
standigheid.
De plannen van oom Philipp ver
liepen geheel naar wens, want op
zijn twintigste verjaardag was Tom
zover .dat hij binnen afzienbare tijd
een advocaten-praktijk zou kunnen
opbouwen.
Het uitbreken van de Tweede We
reldoorlog gooide echter roet in het
eten, want ook Tom werd onder de
wapenen geroepen. Machteloos moest
oom Philipp toezien, dat zijn veelbe
lovende pupil naar het front werd
gestuurd. Dat het ging om de vrij
heid van Europa, deed de oude man
geen zier, want wat had hy met Euro
pa te maken? Die mens'en daar moes
ten hun eigen boontjes maar doppen.
Maar het hielp hem allemaal niets.
Tom ging, eerst naar Engeland en na
de invasie hoorde New York niets
meer van hem.
Vijf jaar lang bleef Tom van huis
en in die vijf jaren werd hij om te
beginnen klaargestoomd voor de oor
log, waarna hij in Frankrijk landde
met duizenden kameraden. Daar
leerde Tom de harde, wrede wereld
kennen en de oorlog knakte hem zo
wel geestelijk als lichamelijk.
Driemaal werd hij bij gevechten
licht gewond en weer „ingezet",
ogenschijnlijk zonder dat hij enig
lichamelijk letsel overhield. Zo was
het ook, lichamelijk was Tom een
paar jaar geleden gezond in New
York teruggekeerd, maar geestelijk
was hij enigszins gebroken door het
leed, de ellende en de wreedheid
van de oorlog.
Bij dit alles kwam nog het overlij
den van oom Philipp, van wie Tom
heel veel had gehouden. Wat zou
er van mij terecht gekomen zijn,
wanneer Philipp Keen er niet ge
weest was. vroeg hij zichzelf dikwijls
af. En dan kon hij niet anders dan
dankbaar zijn voor hetgeen zijn oom
hem gegeven had.
In de zorgen behoefde de jongeman
ondertussen niet te zitten. AJ het
geld van oom Philipp was voor hem
achtergebleven en het was genoeg
om er een onbekommerd leven van
te leiden.
Aangezien de dokter Tom verbo
den had zijn studie voort te zetten
pn hem tevens voor de eerste twee
jaar iedere vorm van zwaar werk
had afgeraden, rustte de moeilijke
taak op de schouders van de jonge
man, zich een passende betrekking
te zoeken. Het was niet nodig dat hij
ging werken, maar voor geen geld
ter wereld zou Tom willen leven van
het geld dat oom Philipp had ver
diend. Em dus was hy er op uit ge
trokken. Verscheidene betrekkingen
had hij reeds geprobeerd, maar
steeds was het van tijdelijke aard.
Want wanneer het Tom goed beviel,
dan bleek zijn patroon niet tevreden
te zijn en als de patroon in zijn nop
jes was, dan hing het Tom de keel
uit. En de baantjes lagen in Amerika
na de oorlog ook niet voor het op
scheppen. Duizenden soldaten waren
van het front teruggekeerd en zij
moesten stuk voor stuk aan een be
trekking worden geholpen.
Tom was twee dagen vertegen
woordiger geweest van een fabrikant
van een nieuw soort spaarbranders
voor gasfornuizen. Het bleek al spoe
dig. dat die dingen er van buiten be
ter uitzagen dan ze van binnen wa
ren en men roemde het artikel dan
ook nergens. De eerste dag verkocht
de nieuwbakken handelsreiziger niets
en ook de tweede dag scheen weer
fiaqm te zullen uitdraai»**