De Kath. Gezinszorg van Leiden
moet helaas de noodklok luiden
Alle klokken zullen luiden
WOENSDAG 24 DECEMBER 1952
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
GETUIGENIS VAN EEN GEHOLPEN GEZIN
Slechts wanneer de Katholieken willen
helpenkan dit werk behouden blijven
WANNEER VANNACHT de kerst-
klokken gaan luiden en in Uw
hart iets wakker roepen, een zuiver
g.evoel van diepe innerlijke vrede
omdat het Kerstmis is, dan moge U
ook horen, dat wij de noodklok lui
den voor een instelling die in nood
verkeert en daarom meer dan ooit
ons aller steun van node heeft. Het
heeft geen zin er doekjes om te win
den, ook niet om de kwestie te dra
matiseren en erger te maken; de
waarheid is meer dan genoeg, vol
doende althans om U te overtuigen,
dat de noodklok niet voor niets luidt.
De waarheid is, dat de Leidse co
lonne van de Kath. Gezinszorg in
nood verkeert. In de jaren na de be
vrijding hebben de financiële moei
lijkheden zich steeds hoger opgesta
peld en nu is de toestand zó, dat wan
neer er geen spoedige en afdoende
hulp geboden wordt, het tehuis zal
moeten worden opgeheven! Dat is
niet overdreven, dat is de waarheid
Een waarheid, die Leidens katholie
ken terdege onder ogen moeten zien,
omdat de gevolgen wel eens funest
zouden kunnen zijn.
REEDS VAKER hebben wij een
lans gebroken voor de Kath. Ge
zinszorg en U iets verteld over doel
en werkwijze van deze colonnes, die
na de bevrijding in vele plaatsen van
ons land gevestigd zijn. Bovendien
hebben vele kath. gezinnen uit Lei
den en omgeving in de afgelopen ja
ren reeds kennis gemaakt met dit
prachtige sociale werk. Toch lijkt het
ons nuttig hierover nog-iets te ver
tellen, opdat straks alle kath. Leide-
naars weten waarom de noodklok
luidt en waarom hier inderdaad van
nood gesproken kan worden.
Maar waarom zouden wij spre
ken? Laat het iemand doen, die
uit ervaring getuigen kan hoe ont.
zaggelijk nuttig dit werk is. Een
eerlijker getuigenis is niet denk
baar. Welnu, luistert dan naar het
geen een Leidse huisvader en huis
moeder U over de Kath. Gezins
zorg kunnen vertellen. Zij doen het
met grote vreugde, wetend, dat hun
getuigenis kan bijdragen tot het
doel waartoe wij thans de noodklok
luiden.
NIET TE VERTELLEN.
HET IS Donderdagmiddag, half zes.
Ergens in de stad bellen we aan.
Even later wordt de deur geopend en
staan we in het propere huisje van
een keurig arbeidersgezin. Moeder
zit in een stoel bij de kachel. In de
hoek komen smakkende geluidjes uit
een roze wiegje. De kinderen spelen
in de achterkamer. Vader zit de
krant te lezen.
Het ijs is gauw gebroken, want
over de gezinsverzorgster zijn vader
en moeder graag bereid iets te ver
tellen. „Ze is enig, mijnheer", zegt
moeder. „Ik zou me geen raad gewe
ten hebben, als ik haar niet had ge
had. Zó goed als zij voor het huishou
den zorgde, zó aardig als zij met de
kinderen omging, nee, ik kan 't U
gewoonweg niet vertellen".
De vader kan het wel. En hij ver
telt hoe zijn vrouw drie maanden
vóór de geboorte van de laatste baby
al het bed moest houden en hoe de
kapelaan, die 's morgens de H. Com
munie kwam brengen, op een goede
dag zei: „Dat kan zo niet langer; hier
moet hulp komen; ik zal wel eens
naar de Gezinszorg gaan". Vader had
al enige weken lang zelf zo'n beetje
het huishouden gedaan, maar U weet
hoe dat gaat; wat staan mannenhan
den vaak verkeerd wanneer het gaat
om werk in het huishouden. En bo
vendien had vader z'n eigen werk.
Neen, dat kon zo niet langer.
^ONDAGMIDDAG, 11 JAlNUARI, om kwart voor een zullen alle
klokken van de Leidse parochiekerken geluid worden. Dat zijn
de noodklokken voor de .Kath. Gezinszorg, die een kwartier lang alle
kath. Leidenaars er aan zullen herinneren, dat de nood hoog is en
dat er op hun hulp gerekend wordt. Gedurende dit kwartier zullen
enige honderden meisjes uitzwermen naar alle hoeken van de stad.
Bij alle katholieken zullen zij aanbellen en een gift vragen voor de
Kath. Gezinszorg. Vrijdag tevoren, dus op 9 Januari, zullen alle
abonné's van De Leidse Courant in hun krant een zakje vinden,
waarin zij hun gift kunnen doen, die Zondag daarop wordt opge
haald. Laat dit zakje circuleren in het hele gezin; Iaat "niet alleen
vader of moeder hiervoor opdraaien; werkende kinderen kunnen
vaak nog gemakkelijker iets geven dan hun ouders. Maar hoe het
ook zij, laat er in ieder zakje tenminste iets zitten! De katholieke
gezinnen, die onverhoopt geen zakje mochten ontvangen, kunnen
toch hun bijdrage geven, want de meisjes, die Zondagmiddag aan
bellen, hebben reserve-zakjes bij zicb!
Toen deed als een verlossende en
gel de gezinsverzorgster haar intrede
in het huishouden. Zij vroeg niet veel,
maar ging direct aan het werk. En
na enige uren was het alsof zij het
gezin reeds jarenlang kende. Zij ver
zorgde de moeder op het ziekbed,
maakte de bedden op, deed de kamer,
kookte eten, verstelde de kleren en
zorgde, dat het huis er gezellig uit
zag wanneer vader en kinderen
van werk en school kwamen. Iedere
morgen om half negen was zij pre
sent en als het 's middags half zes
sloeg, kon zij met een gerust hart
naar huis gaan, omdat het hele huis
op orde en iedereen verzorgd was.
Met een even gerust hart zag moe
der, dat alles goed ging.
NIETS AAN DE HAND.
NA ENIGE WEKEN kwamen de
kinderen om 12 uur 's middags
uit school en zoals gewoonlijk riepen
zij bij de voordeur reeds: „Dag mama,
dag zuster". Maar moeder zei niets
terug en vader vertelde, dat zij naar
het ziekenhuis gebracht was. Om het
niet moeilijker te maken, waren de
kinderen tevoren niet gewaarschuwd.
„Blijft U nu bij ons, zuster?". „Ik
blijf bij jullie, hoor". En daarmee
was de zaak afgedaan; de kinderen
gingen hun gang alsof er niets aan
de hand was.
Laat ons nu de moeder even ver
der vertellen: „In het begin vond ik
het heel erg en de eerste dagen lag
ik in het ziekenhuis alsmaar aan
thuis te denken. Zou het goed gaan?
Ik wist natuurlijk wel, dat de zus
ter het werk aan kon en goed voor
m'n man en kinderen zou zorgen,
maar toch ben je er als moeder niet
helemaal gerust op. Doch m'n man
vertelde iedere avond, dat het prach
tig ging en als op Woensdagmiddag
de zuster met de kinderen op bezoek
kwam, kon ik zelf zien en horen,
dat er niets aan mankeerde. En dat
scheelt wat, mijnheer, of je met zor
gen in het ziekenhuis ligt of niet. Ik
zou me geen raad geweten hebben,
als het anders was geweest.
En dan valt vader haar bij: „Wer
kelijk, 't was alsof er ndets bijzonders
aan de hand was. Het huishouden
ging normaal door en er mankeerde
niets aan. De kinderen waren dol op
haar en zouden bijna vergeten heb
ben, dat hun moeder in het zieken
huis lag".
DAT VIEL NIET MEE.
l^A DE BEVALLING kwam moeder
weer thuis en zolang zij nog niet
op krachten was, bleef de gezinsver
zorgster haar werk doen. Totdat op
een gegeven dag de leidster van de
colonne besloot er een einde aan te
maken; moeder was weer zover her
steld, dat zij met enige hulp het werk
weer kon doen en andere mensen
wachtten met smart op de verlossen
de hulp van de gezinsverzorgster.
„Dat viel niet mee, mijnheer, de eer
ste dagen. Ik was er zó aan gewend,
dat zij in huis was en dat ik kon rus
ten, dat het me moeilijk viel weer als
altijd in het huishouden te zijn. Maar
het wende wel weer. Nu en dan komt
de zuster 's avonds nog eens even
aanwippen om te kijken of alles goed
gaat en de kinderen vliegen haar om
de hals zo gauw als zij binnenkomt.
We zullen nooit vergeten wat zij
voor ons gedaan heeft; dat is met
geen goud te betalen!".
NIET VOOR NIETS.
f\VER BETALEN gesproken. Na-
tuur lijk, dit werk moet betaald
worden. De colonne kan niet van de
wind leven en de gezinsverzorgsters
moeten salaris hebben, al is het maar
een klein beetje, zeker in verhouding
tot het werk dat zij verzetten.
Daarom moet het gezin een be
paalde vergoeding betalen voor
iedere dag, die de gezinsverzorgster
er werkt. Wanneer het gezin dit
onmogelijk betalen kan, wil soms
de patroon wel eens bijspringen en
anders is er misschien wel een in
stantie die kan helpen.
Maar desondanks zijn er geldzor
gen, grote zorgen. De vergoeding is
te gering om alle lasten te kunnen
dragen en een hogere vergoeding
vragen is onmogelijk; de tijden zijn
voor de meeste gezinnen reeds duur
genoeg.
Ja zeker, er is een subsidie-rege
ling; de overheid springt bij. Maar
ook dat is niet voldoende. Tenslotte
is er geen andere mogelijkheid dan
een beroep doen op de katholieken
van Leiden. Zij moeten zorgen, dat
dit werk kan blijven draaien.
Dat is geen bedelen! Hier staan
belangen op het spel, die zó groot
zijn, dat iedere katholiek het zich tot
een ere-plicht moet rekenen naar ver
mogen te helpen.
IN ALLE GEZINNEN.
T\E LEIDSE COLONNE beschikt
over 20 gezinsverzorgsters, die
iedere morgen uittrekken naar alle
hoeken van de stad om hulp te bren
gen aan- huishoudens in nood. Denkt
niet, dat het een liefdewerk is voor
a-sociale gezinnen; er zijn talloze
keurige arbeidersgezinnen, die reeds
geprofiteerd hebben van deze hulp.
En er zijn honderden gezinnen van
middenstanders, ambtenaren, enz.,
die ook een gezinsverzorgster in huis
gehad hebben».
Denkt ook niet, dat hier een op
lossing voor het dienstbodenprobleem
ligt. De gezinsverzorgsters komen
slechts in de gezinnen, die het hard
nodig hebben, omdat de moeder we
gens ziekte e.d. (al of niet thuis) haar
huishouden niet kan doen.
De nood op dit gebied is groot en
talrijk zijn de aanvragen, die dage
lijks in het huis Morssingel 8 binnen
komen. Parochie-geestelijken dok
ters, sociale werksters en vele ande
ren weten het adres precies te vin
den. Wanneer zij een gezin in nood
ontdekken, gaat er direct een seintje
naar de Morssingel. Zo spoedig mo
gelijk komt de leidster van het huis
dan bij het betrokken gezin om de
toestand op te nemen. Is het inder
daad nodig en.... is er op dat mo
ment een gezinsverzorgster vrij, dan
wordt er hulp geboden. Vaak moet
een gezin echter even wachten voor
dat het geholpen kan worden.
DE NOODKLOK LUIDT.
MAG DIT WERK straks opgeheven
worden? Zullen Leidens katho
lieken toestaan, dat de gezinsverzorg-
sters de Sleutelstad verlaten, omdat
zij niet langer het hoofd boven water
kunnen houden? Mogen wij toezien,
dat er straks geen hulp meer zal zijn
in de talrijke gezinnen, die in nood
verkeren, omdat de moeder haar
werk niet meer kan doen?
De noodklok luidt. En het is Kerst-
Kerstnummer 1952
HET IS ONS EEN GROOT GENOEGEN de lezers vandaag
het Kerstnummei 1952 aan te bieden, waarin een keur
van artikelen en verhalen is opgenomen, die hopelijk in de
smaak zal vallen. Kerstmis is een feest van huiselijke gezel
ligheid en daartoe kan de krant een steentje bijdragen door
te zorgen voor passende lectuur.
HET KERSTGEBEUREN zelf heeft in de eerste plaats onze
belangstelling. Wij voeren onze lezers mee naar Betle-
hem, waar eeuwen geleden cie engelen zongen. Wat Bertus
Aafjes van het Heilig Land optekende, vindt U op pagina
één verhaald.
WANNEER DE KERSTKLOKKEN LUIDEN, gaan onze ge
dachten onwillekeurig nog eens terug naar de oorlogs
jaren, toen velen Kerstmis met de dood voor ogen hebben ge
vierd. Het dagboek van Jan Verleun, een terdoodveroordeelde,
is een aangrijpend relaas, waarvan wij een uittreksel publi
ceren.
I7ERVOLGENS VERPLAATSEN WLT onze gedachten naar
Parijs, waar ook het Kerstfeest gevierd wordt. Anders
dan bij ons en in bepaalde opzichten niet navolgenswaardig.
Enfin, leest U zelf maar. Bovendien werpen we een blik in de
Haarlemse kathedraal, waarin de Haarlemse Koorschool
repeteert.
LIET BEHOEFT NEET ALLES KERSTMIS TE ZLJN wat de
de klok slaat. Ter afwisseling brengen wij een romantisch
verhaal over de grote dichter Goethe en zijn liefde voor Fre-
derike, waarvan zijn gedicht „Heidenröslein" getuigt.
r>AN GAAN WE WEER TERUG naar Kerstmis voor een
Christus-legende uit de eerste Kerstnacht „Het wonder
van de herbergjongen" zoals dat in een nieuw Kinder-
Kerstboek beschreven staat.
/"\OK DE KINDEREN hebben recht op een Kerstkrant. Spe-
cjaal voor hen publiceren wij het spannende verhaal over
de Avonturen Van Stannetje, een poes in het kabouterland,
met grappige illustraties.
WEER GAAN WE TERUG NAAR KERSTMIS, weer over de
grenzen heen. Een waar verhaal uit het na-oorlogse
Tsjecho Slowakije vertelt iets over Kerstmis achter het IJze
ren Gordijn. U vindt op die pagina bovendien de radio-pro
gramma's voor de Kerstdagen.
I^TOGMAALS BRENGEN WJJ enige afwisseling. Het span-
nende boek Robinson Crusoe zal welhaast iedereen gele
zen hebben. Juist daarom plaatsen wij er een uittreksel van,
waarin U vele oude bekenden uit Uw kinderjaren nog eens zult
ontmoeten.
/"\OK DIT JAAR BRENGEN WIJ voor de puzzelaars een
interessante Kerstpuzzel, die hun enige prettige puzzel-uur
tjes verschaft enwie weet, misschien een van de mooie
prijzen!
QOK VRAGEN WIJ UW AANDACHT voor een der meest
bekende figuren uit de Nederlandse dichtkunst van dc
20e eeuw: Henriëtte Roland Holst, die enige weken geleden
overleed en wier gedichten ons veel te zeggen hebben.
TTENSLOTTE VERPLAATSEN WU ONS naar Mongolië, dat
in de Kerstnacht zijn witte sneeuw zag. purperen door het
bloed van martelaren.
AAN DE TYPOGRAFISCHE VERZORGING van dit Kerst-
Kerstnummer is de uiterste zorg besteed en de talrijke
illustraties zorgden er voor, dat het een naar wij hopen
smaakvol geheel geworden is, waaraan U tijdens dc komende
feestdagen en misschien ook nog daarna vele prettige leesuren
zult kunnen besteden.
IN DE GEWONE KRANT vragen wij bovendien Uw speciale
aandacht voor de reportage over de Kath. Gezinszorg, die
de noodklok luiden moet, en voor een grote tekenplaat, die
speciaal voor onze jeugdige lezers is opgenomen.
(Fotos- „De Leidse Courant").
mis. We zien het stalletje waarin een
gezin in nood verkeerde. We zien
Maria, die op het eerste bericht over
de bergen naar haar nicht Elisabeth
snelde om te helpen.
Wanneer straks de kerstklokken
gaan luiden, dan moge U ook horen,
dat de noodklok luidt. De noodklok
voor de Kath. Gezinszorg, die al zo
veel nood gelenigd heeft.
De gezinsverzorgsters dragen een
insigne met het opschrift „Caritas
Christi urget nos" „de liefde tot
Christus dringt ons". Laat het deze
liefde tot Christus zijn, die U straks
dringen zal de helpende hand te bie
den aan de Kath. Gezinszorg, opdat
de gezinsverzorgsters in staat zullen
blijven de helpende hand te bieden
aan alle gezinnen, die him hulp zo
zeer van node hebben.
P.B.O. bouwbedrijf
vlot niet
In het bouwbedrijf wil het met do
voorbereidende besprekingen over de
instelling van een bedrijfschap niet
erg vlotten. In verband daarmee is
een gezamenlijke verklaring gepu
bliceerd van »*e Ned. Chr. Aanne
mers- en Bouwvakpatroonsbond en
de Ned. Chr. Bouwarbeidersbond,
waarin tot uitdrukking wordt ge
bracht, dat naar verdere uitwerking
van de gedachte vau bedrijfsorgani
satie moet worden gestreefd.
Ondanks ernstige bezwaren, die
beide organisaties op meer dan één
punt hebben tegen de wet op de
PBO, achten zij het toch noodzake
lijk thans gestalte en inhoud te ge
ven aan de ook onder deze wet ge
geven mogelijkheden tot bedrijfsor
ganisatie. Beide organisaties verkla
ren in gehouden onderlinge bespre
kingen met vreugde te hebben ge
constateerd dat over dc wijze van
toepassing van deze wet in het bouw
bedrijf tussen hen in grote lijnen
eenheid van inzicht en gevoelen be
staat.
Zij zien in deze gemeenschappe
lijke opvattinge:. een vruchtbaar
uitgangspunt voor verdere overleg
en verdere samenwerking tussen hun
organisaties cn roepen op grond van
deze opvattingen alle daarvoor in
aanmerking komende organisaties
van werkgevers en v-erknemers In
het bouwbedrijf met klem op thans
op korte termijn het overleg te ope
nen over de wijze waarop in deze be
drijfstak dc PBO zal moeten worden
verwezenlijkt.
TWINTIG MILLF AAN VALS GELD
Uit een voorlopig onderzoek van dc
falsificatcndien"t cn de Amsterdam
se politie is komen vast te staan, dat
een belangrijk gedeelte var het valse
geld, dat door de de vorige week ge
arresteerde uitgever T. A. S. in om
loop is gebracht, inmiddels is ach
terhaald.
Nog steeds blijkt het totale bedrag
van de in ons land circulerende valse
rijksdaalders niet precies te schat
ten. Maar er wOidt aangenomen, dat
dit. de 20.000 gulden niet ver zal
Overschrijden.
Intussen zijn er 3854 valse biljet
ten door dc politie in beslag geno
men. Hieronder bevinden zich ruim
3000 rijksdaald' n-
De 44-jarige valsemunter is voor de
Officier van Justitie geleid.
K.V.P. EERSTE KAMERLEDEN
ACHTER DE MIDDENGROEPEN.
Ook de Eerste Kamerfractie der
K.V.P. heeft zich nu achter het der
de rapport der commissie-Midden
grepen gesteld. In de algemene be
schouwingen over de Rijksbegroting
1953 bepleiten zij met aandrang, dat
de Regering bij haar verder te voe
ren beleid ernstig rekening zal hou
den met de gedachten, welke in dat
rapport zijn ontwikkeld.
Zij verzoeken ten spoedigste voor
stellen ter bevo-dering van een op
lossing van het zo nijpende pro
bleem der middengroepen aan de
Staten-Generaal voor te leggen. Ver
mindering of vrijstelling van school
gelden waarmee de P. v. d. A.
meent te kunnen volstaan wil naar
j hun mening nog niet zeggen, dat dit
I vraagstuk in de wezenlijke zin wordt
aangepakt.