Hoe de pastoor op Kerstavond van
een onbekende een brevier ontving
PRIESTER WERD ZIEKENVERPLEGER
Een waar verhaal
uit het na-oorlogse
Tsjecho Slowakije
De Radio tijdens het Kerstfeest
KERSTNUMMER 1952
PE LE1DSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 4
KERSTMIS ACHTER HET IJZEREN GORDIJN
Hulpziekenverpleger Vaclav
Vitezny stapt bij de eindhalte
uit de tram.
„Zalig Kerstfeest, Eerwaarde",
zegt de bejaarde wagenbestuurder
tegen hem. En hij voegt er haastig
aan toe: „Volgend jaar kom ik weer
naar de Nachtmis bij U in Uw eigen
kerk."
Verschrikt kijkt Vaclav om zich
heen; als anderen deze woorden zou
den horen, komt hij misschien weer
in de gevangenis. Want Vaclav Vi
tezny is officieel geen priester meer.
Tien maanden geleden werd hij uit
de gevangenis ontslagen en de di
recteur had hem toen een brief over
handigd van het departement voor
kerkelijke aangelegenheden, waarin
met plechtige woorden stond, dat hij
niet meer waardig was, zijn priester
lijke functies uit te oefenen en dat
hij tot ziekenverpleger was aange
steld in de ongevallenafdeling van
het grote stedelijke ziekenhuis.
Maar hij merkt, dat ze alleen staan
op de tram en daarom durft Vaclav
zijn vroegere parochiaan nog met
een vermoeide glimlach te bedanken.
„Ook Zalig Kerstfeest hoor en God
zegene U", fluistert hij.
Die kerk van hem was eens zijn
trots geweest. Meer dan twintig jaar
geleden had hij de opdracht gekre
gen, hier in deze snel groeiende bui
tenwijk van de stad, een nieuwe pa
rochie te stichten. Het was hem niet
zwaar gevallen, het geld bij elkaar te
krijgen, want hij was toen al een ge
vierd spreker, een bekend politicus
cn hij had verstand van financiën.
Kort voor Kerstmis, in het jaar 1929
was de bisschop zelf gekomen, om
zijn kerk in te wijden. Het had toen
gesneeuwd en Vaclav had in zijn
preek gezegd, dat de dennebomen,
rond de kerk, als kruisridders, ge
huld in witte mantels en steunend
op hun zwaarden, het heiligdom zou
den beschermen tegen de vijanden
van het Tsjechische volk en van de
Tsjechische vrijheid. De kranten
hadden zijn preek geprezen, hadden
hem toen een dichter genoemd en
een groot en moedig patriot. Dat had
hij gezegd in zijn glorietijd, toen
grote, politieke redevoeringen hem
eigenlijk nog meer lagen, dan een
eenvoudige preek in de kerk.
MOE SLOFT HIJ door de straat
met de grote, eentonige huur
kazernes voor arbeiders; zijn ziéken-
huispakje, zijn uniform, noemen
ze dat waarachtig, hangt hem veel
te wijd om zijn lichaam en zijn oude
winterjas begint bij de mouwen al
weer te rafelen. Hij zal het toch eens
tegen zijn zuster moeten zeggen,
maar hij zal er mee wachten tot na
Kerstmis. Het oude mens heeft het
nu al zwaar genoeg, ze kan de goeie
tijd van de pastorie nog moeilijker
vergeten, dan hijzelf.
Vanavond zal hij proberen, niet zo
moe te zijn en een beetje opgewekt
„Heilige Avond" te vieren. Zijn zus-
ter-zal wel weer grote verhalen heb
ben, over wat de buitenlandse radio
heeft verteld. Die vrouwen weten
altijd veel meer; die kunnen dat
babbelen onder elkaar toch nooit la
ten en hebben larie aan iedere ge
heime politie.
„Vaclav", begroet zijn zuster
hem, als hij thuis komt, „er is een
kerstcadeautje voor je gebracht
door een meneer, die zijn naam
niet wilde noemen. Hij zei, dat
het pakje van Clemens kwam, dan
wist jij het wel".
Wantrouwend kijkt Vaclav naar
het pakje, dat zijn zuster onder de
kerstboom naast het kribbetje heeft
gelegd. Hij durft er haast niet aan te
komen. „Clemens", denkt hy, was
dat niet die merkwaardige man, die
hij enkele maanden geleden door zijn
vriend, de vroegere theologieprofes
sor heeft leren kennen?" Die man
noemde zich Clemens Swoboda, een
doodgewone Tsjechische naam. Of
hij werkelijk zo heette, wist hij niét;
in ieder geval sprak hij vloeiend
Tsjechisch, ofschoon hij toch een
buitenlander moest zijn en hij was
een overtuigd katholiek.
Zenuwachtig begint hij de touw
tjes los te peuteren; het is al zo lang
geleden. dat hy /an iemand een pak
je heeft gekregen en die Clemens
moet toch allang weer ergens in de
vrije wereld zijn.
Ineens beginnen zijn handen wer
kelijk te beven, want uit het pakje
komt een nieuw brevier, een prach
tige uitgave van „Pustet", goud op
snee cn in kostbaar leer gebonden.
Zelfs een bisschop kan geen mooier
brevier hebben. Hoofdschuddend
neemt Vaclav de vier delen een vooi
een eerbiedig in zyn handen. Sinds
jaren heeft hy geen brevier meer ge
zien. Zijn oude brevier, dat ze in de
gevangenis van hem hadden afgeno
men, kreeg hij niet meer terug, om
dat hy geen priester meer mocht zijn
en tegenwoordig waren er in Tsje-
cho-Slowakije geen breviers meer te
krijgen.
Gek, nu moet hij plotseling terug
denken aan zijn eerste kerstcadeau,
waaraan hij zich herinnert. Hij was
nog een kleine jongen, thuis op de
boerderij; hij had toen een bouw
doos gekregen en was aanstonds be
gonnen een kerk te bouwen. Zijn
Moeder, die altijd hard werkte en
nooit tijd had voor lievigheidjes, had
hem toen een zoen gegeven en ge
zegd: „Jongen, ik zie je nog eens als
een beroemd pastoor. En aan de
muur, naast de kerstboom hing toen
nóg het portret van de oude keizer
Franz Josef.
Toen Vaclav op het Groot Semina
rie studeerde, was het oorlog en ook
hij had toen gedweept met Benesj en
Jan Masaryk, de vrijheidshelden, die
tegen de onderdrukking van de Oos
tenrijkse keizers streden. Kort na
zijn priesterwijding kwam de vrede;
de keizer werd uit Wenen wegge-
zichzelf schuldig gevoeld. Had hij
vroeger zelf niet tegen de Duitsers
geageerd en had hij misschien zelf
niet de kiem gelegd voor die onmen
selijke haat?
IJ IJ HAD ER EENS met zijn oude
vriend, Josef Plojhar, over ge
sproken, die toch ook zes jaar lang
in het concentratiekamp had gezeten.
Maar deze had geantwoord met zijn
bekende bulderende lach: „Ben je
bedonderd Vaclav, die Moffen heb
ben het nu eens behoorlijk ingepe
perd gekregen; de goeden moeten
maar onder de slechten lijden, dat is
altyd zo. De massa van het volk is
stom en je moet die massa zo nu en
dan eens bloed laten proeven, om ze
daarna des te beter onder de duim
te kunnen houden. Wij zijn vrij en
we zijn democraten; het wordt hoog
tijd, dat we ook de katholieke kerk
vrij en democratisch maken."
Vaclav Vitezny was van die woor
den geschrokken, dat had hij nooit
verwacht van zijn oude vriend, Josef.
„Weet je Josef", zei hij toen, „ach
ter al dat hoera geroep vrees ik soms
jaagd en de Tsjechische landen wer
den samen met Slowakije één onaf
hankelijke, vrije republiek.
\7ACLAV WAS met hart en ziel
aan politiek gaan doen; dat was
noodzakelijk, vond hij want het volk
had goede leiders nodig in de nieuwe
vrijheid. Grote redevoeringen hield
hij en het duurde niet lang, of de
jonge kapelaan werd zelfs tot vice-
burgemeester van de stad gekozen.
Hij weet nog goed, hoe hij op die
„Heilige Avond" van 1932 tot het
volk had gesproken, niet in zijn
eigen kerk, maar op het grootste
plein van de stad, onder een kerst
boom van meer dan twintig meter
hoog. Hij had toen voor het eerst zijn
paars befje gedragen, als erekanun
nik van het kathedraal kapittel. Hij
had gesproken over het Kerstkind,
dat de wereld vrij had gemaakt en
zo was hij ook weer gaan fulmineren
tegen die Duitsers en Oostenrijkers,
die zijn volk eeuwen lang hadden
onderdrukt en ook nog altijd de vrij
heid bedreigden. Gejuicht had het
volk, het had hem toegejubeld en
's avonds in bed was hij nog be
dwelmd geweest van zijn eigen suc
ces.
Mijn God, mijn God, wat was hij
toen toch verblind geweest. En het
ergste was nog, dat hy toen werke
lijk overtuigd meende te zijn van het
goede, dat hij deed.
In het concentratiekamp van
Dachau, waar de nazi's hem in
1939 gevangen hadden gezet, had
hij in de priesterbarak heel wat
confraters getroffen uit andere
landen. Vaak hadden ze oude
herinneringen zitten ophalen en
plannen gemaakt voor een bete
re toekomst. Langzamerhand was
hij toen zijn vroeger leven anders
gaan zien; een volkstribuun was
hij geweest, zwelger in de toe
juichingen van de massa. Hij had
de mensen, die hem vertrouwden
moeten voeren op de weg, die
naar Christus leidt en zelf was hij
voorgegaan op de weg naar Cae
sar.
Toen hij in 1945, na zes jaren con
centratiekamp weer kon terugkeren
naar zijn eigen parochie en zijn eigen
pastorie, was heel de wereld anders
geworden. De mensen waren dron
ken van haat;iedereen sprak, schreef,
schreeuwde over vrijheid en demo
cratie en tienduizenden Duits spre
kende mensen uit zyn stad waren
zonder enig erbarmen over de grens
gejaagd naar Oostenrijk. „Een do
denmars, had zijn zuster, die het ge
zien had, die uitdrijving genoemd.
Ze had kinderen, mannen en vrou
wen als honden langs de weg zien
sterven, maar de partisanen en het
gepeupel knuppelden iedereen weg,
die hier nog enige hulp durfde te
brengen.
Vaclav had zich geschaamd en
„Je bent afgetakeld in Dachau,
ouwe", had Plojhar geantwoord.
„Jammer, want ik word binnen
kort minister en ik had je graag
willen helpen om lid te worden
van het parlement."
Vroeger, ja toen was zo'n zetel in
het parlement voor Vaclav altyd een
ideaal geweest. In stilte had hij zelfs
wel eens geoefend, hoe hij daar zijn
eerste redevoering zou beginnen.
Maar nu wilde hij alleen maar in
zijn parochie werken. Hij bezocht de
zieken en de mensen, die hulp nodig
hadden; hij probeerde zelfs de cate
chismus uit te leggen aan de kinde
ren, maar dat was moeilijk. Hij sprak
te hoog en te geleerd en de kinderen
waren lastig. En achter zijn rug had
den een paar mensen tegen zijn zus
ter gezegd: „Onze. pastoor is oud ge
worden, maar we houden meer van
hem dan vroeger."
Na de communistische revolutie in
Maart 1948 was eerst alles bij het
oude gebleven voor hem; zijn kerk
was de eerste weken leeg gebleven
op Zondagen, omdat velen met
die communisten meededen. Maar
daarna ging het weer beter. Tot
Kerstnacht 1948. Toen waren enkele
dronken jonge kerels gaan schreeu
wen dat hij een fascist was, een
volksverrader en dat hij het met de
plutocraten hield. Het was zo erg
geworden, dat hij de Nachtmis
moest onderbreken en de mensen
naar huis moest sturen. De volgen
de morgen was de politie al geko
men, om hem mee te nemen. En een
paar dagen daarna stond hij wezen
loos voor een rechtbank. Hij hoorde
zich beschuldigen van verraad en
van vijandschap jegens het werken
de volk en hij had maar „ja" gezegd,
omdat hij te moe was, iets anders te
kunnen zeggen. Meer dan twee jaar
had hij toen weer in de gevangenis
gezeten. Slecht had hij het er eigen
lijk niet gehad, hij was alweer vlug
gewend, alles te doen op commando
en alle soorten werkjes te moeten
opknappen. Alleen zo nu en dan,
als hij weer eens werd aangeblaft
door een bewaker, kon het hem wel
eens pijnlijk treffen, dat die man
Tsjechisch sprak, de taal van zijn
eigen volk, waarvoor hij vroeger zo
gestreden had.
daarnaast nog een klein alkoofka
mertje, waar zijn zuster woonde. Ge
lukkig maar, dat hij zijn zuster ten
minste nog bij zich kon houden, want
wat zou het arme mens anders moe
ten beginnen?
In zijn nieuwe werk is Vaclav
eigenlijk helemaal niet ongelukkig;
het vuile werk vindt hij niet meer
erg en het is merkwaardig, hoe toe
gankelijk zelfs de grootste atheïsti
sche schreeuwlelijkerds zijn, als ze
ziek liggen of pijn hebben.
zijn vroegere parochie in zijn ar
men gestorven. De stakkerd was
door het wiel van een machine
gegrepen en had ontzettend veel
pijn geleden. De man had hem
toen gevraagd of hij mocht biech
ten Vaclav had heel stil de woor
den uitgesproken: „Ego te absol-
vo". Gelukkig, dat er toen nie
mand anders in de buurt was,
want hij is bang geworden, om
weer eens in de gevangenis te ko
men.
Maar dat brevier is mooi, veel te
mooi voor hem, die zoveel verkeerds
heeft gedaan en die blij is, nu als
hulpziekenverpleger door iedereen
met rust te worden gelaten.
De blaadjes kleven nog aan elkaar;
hij moet er heel voorzichtig mee zijn.
Toevallig leest hij de eerste homelie
van de derde nocturn: „Omqlat we
vandaag driemaal de Heilige Mis
zullen vieren", schrijft daarin de hei
lige Paus Gregorius, „kunnen we
niet lang over het evangelie spre
ken." Hij draagt vannacht geen en
kele Heilige Mis op en hij leest bijna
nooit meer de Mis. Het departement
voor kerkelijke aangelegenheden
heeft het hem streng verboden.
In Augustus heeft hij voor het
laatst een H. Mis gelezen. Dat was
bij Clemens thuis in Praag. Eerst had
hij het niet gedurfd en hij was al
weer eens gaan twijfelen, of hij er
nu goed aan gedaan had. niet mee
te doen met die nieuwe „staatspries-
ters", die de Paus uitscholden en die
Stalin ongeveer op een lijn stelden
met Jezus. Het was ook zo moeilijk,
want je kon nooit eens met iemand
spreken. „Ik wilde, dat ik eens één
dag in Rome kon zijn en dat iemand
me daar zou zeggen, wat ik verder
doen moest", had hij tegen Clemens
gezegd. Clemens had toen geglim
lacht zoals hij dat vaak deed, en hij
had hem beloofd in het buitenland
over hem met een bisschop te spre
ken. Hij. Vaclav zou dan wel op de
een of andere manier een teken van
hem krijgen, dat alles goed was. En
toen hadden ze samen, in de kamer
van Clemens, heel stil de H. Mis op
gedragen. Hij was zo zenuwachtig
geweest, dat hij bij de voetgebeden
al in de war was geraakt, maar zijn
onbekende en geheimnis volle mis
dienaar had hem weer op weg gehol
pen. En verder was de H. Mis goed
gegaan, alsof hij nog iedere dag in
de kerk had gelezen.
In zijn verbouwereerdheid was het
hem eerst na de Mis ingevallen, zijn
vriend te vragen, waar hij toch die
kelk, die altaarsteen en die misge
waden vandaan had gehaald.
Clemens had toer heel eerbiedig,
maar heel beslist geantwoord: „Pas
toor, we leven hier in de tijd van de
catacomben, hoe minder U weet, des
te veiliger is het voor U en voor mij."
I"VAT WAS de laatste keer dat hij
die vreemde weldoener had ge
zien. En nu had hij hem vanuit het
buitenland op een even geheimzin
nige manier zomaar een veel te mooi
brevier gestuurd. Dat was het te
ken, dat hij had beloofd. Vaclav kon
nergens in het brevier vinden, waar
zijn vriend het had gekocht; zeker
ook alweer een veiligheidsmaatregel.
Maar hij had er zelfs aan gedacht,
achter in het brevier het „proprium"
van de Boheemse bisschoppen te
doen binden. Toch wel heerlijk, dat
je niet alleen stond in deze rare we
reld, dat er ergens in de vrije we
reld een mens was, die je kende en
die voor je bad.
Als Onze Lieve Heer hem nu
eens de genade gaf, nog één en
kele keer de H. Mis te kunnen le
zen Zou die tramconducteur
van vanavond misschien iets ge
hoord hebben? Die had gezegd,
dat hij volgende Kerstmis bij hem
in zijn eigen kerk in de Nacht
mis zou komen
„Vaclav, we gaan eten en leg je
brevier weg, want anders komen er
vetvlekken op", zegt zijn zuster. De
hulpziekenverpleger, Vaclav Vitezny
schrikt op uit zijn gelukkige over
peinzingen. Dat een mens loch nooit
kan nalaten, aan een gelukkige toe
komst te denken. In de kamer naast
hen huilt een kind, dat ziek is, er
gens in de verte ratelt een tram en
bij de bovenburen, op de vierde ver
dieping, is de man weer tegen zijn
vrouw aan het vloeken.
Morgen, op eerste Kerstdag, moet
Vaclaf weer om half zes in het zie
kenhuis zijn, want hij heeft de vroe
ge dienst. Voorzichtig legt hij het
nieuwe brevier onder de kleren in
zijn kast. En dan luistert hij naar de
verhalen van zijn zuster, terwijl ze
samen hun brood met vis eten:
„Weet je, vanmiddag heb ik bij de
melkvrouw thuis de radio uit Wenen
gehoord. Het was zo mooi; we kon
den de klokken van „Sankt Stephan"
horen en toen zongen de Sanger-
knaben van „Stille Nacht, Heilige
Nacht
D. Gelderlander.
GEVARIEERDE PROGRAMMA'S
17 N NU, tien maanden geleden, was
hij op een morgen ineens vrij
gelaten. Misschien had zijn oude
vriend, Josef Plojhar, toch nog een
goed woordje voor hem gedaan. In
zijn oude pastorie zat nu een vreem
de priester, die door de regering
was benoemd. Hij had in zijn vroe- VRIJDAG
r^fn^^rerne^'êfn8^? E*penme„.ee, te,evisiepr„a
waar hij woonde en sliep en die te- 20.1521.45 1. „De Hoop" moet va-
vens dienst deed als keuken. En ren, filmreportage. 2. Weeroverzicht.
DONDERDAG
HILVERSUM I, 402 m.
7.30 NCRV. 9.30 IKOR. 14.00—24.00
NCRV (17.00—19.00 IKOR)
NCRV: 7.30 Kerstzangdienst. 8.45
Morgenwijding. KRO: 9.30 Nieuws.
9.45 Kerstliederen. 10.25 Pontificale
Hoogmis van Kerstmis. 12.00 Strijk
kwartet. 12.35 Gramofoonmuziek.
12.40 Kersttoespraak van Z.H. Paus
Pius XII. 13.00 Nieuws en katholiek
nieuws. 13.10 Promenade-orkest en
solisten. NCRV: 14.00 Kerstliederen.
14.30 Kinderkerstfeest. 15.30 Weih-
nachtsoratorium, Bach. IKOR: 17.00
„Kerstmis uit en thuis". NCRV: 19.00
Nieuws en weerberichten. 19.10 Gra
mofoonmuziek. 19.35 Pianokwartet.
20.00 „Christus geboren", kerstpro
gramma. 21.10 „De schrijver van het
kind", Kersthoorspel. 22.15 „Het
Kerstlied der volken". 22.45 Avond
overdenking. 23.00 Nieuws en SOS-
berichten. 23.1524.00 Strijkkwartet.
HILVERSUM H, 298 m.
8.00 AVRO. 10.00 VPRO. 12.00—24.00
AVRO
AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gramo
foonmuziek. 9.00 Morgenwijding. 9.15
Blokfluit-ensemble. 9.35 Kinderkoor.
VPRO: 10.00 Kerstdeclamatorium.
11.00 Ned. Herv. Kerkdienst. 12.00
Carillon. 12.20 „In 't spionnetje".
12.25 Lichte muziek. 13.00 Nieuws
13.05 Mededelingen of gramofoonmuiz.
13.10 Leger des Heils orkest en koor.
13.50 Kerstgroet. 14.00 Radio Fhil-
harmonisoh orkest. 15.15 Voor de
zieken. 15.45 Oude, Franse Kerstlie
deren. 16.00 Groeten van Nederlan
ders in de vreemde. 16.20 „Een witte
Kerst16.45 Kerstprogramma.
18.00 Nieuws. 18.15 Regeringsuitzen
ding: prof. dr. J. H. Bavinck: „Weten
schap en geloof in Indonesië". 18.30
Metropole orkest. 19.00 Gesproken
brief, uit Londen. 19.05 Kerstconcert.
20.05 „Koningen in Judea", spel met
muziek. 21.05 Zang en orgel. 2130
Reportage. 21.50 Negro spirituals.
22.25 Strijkorkest. 23.00 Nieuws.
23.15 Sportactualiteiten. 23.30 „Kerst
mis in Parijs", causerie. 23.4524.00
Gramofoonmuziek.
3. Het Kerstverhaal in de schilder
kunst. 4. „De verloren melodie", TV-
fantasie.
KRO: 8.00 Nieuws en waterstan
den. 8.15 Kinderkoor. 8.25 Hoogmis.
NCRV: 9.30 Nieuws en waterstanden.
9.45 Gewijde muziek. 10.00 Chr. Ger.
Kerkdienst. 11.30 Vocaal ensemble en
solisten. 12.00 Koninklijke Militaire
kapel. 12.30 Amusementsmuz. 12.59
Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.05 Gra
mofoonmuziek. 13.30 Instrumentaal
trio. 14.00 Voordracht. 14.30 Harp-
ensemble. 15.00 Meisjeskoor. 15.30
Voor de jeugd. 16.00 Kamermuziek.
16.25 Emigrantenuitzending. 17.30
Fries programma. 18.00 Gramofoon
muziek. 18.15 Instrumentaal trio.
18.45 Huismuziek. 19.00 Nieuws en
weerberichten. 19.10 „The Messiah",
oratorium. 22.00 „Kerstfeest buiten de
familiekring". 22.30 Kunstrubriek.
22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws
en SOS-berichten. 23.15 Evangelisatie
uitzending in de Hongaarse taal.
23.3024.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II, 298 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR
12.00 AVRO. 16.00 VARA. 20.00 VPRO
21.00 VARA 22.40 VPRO. 23.00—24.00
VARA
VARA: 8.00 Nieuws en weerbe
richten. 8.18 Torenmuziek en orgel
concert. 8.45 Poëzie en muziek. 9.15
Omroeporkest. VPRO: 10.00 „Het
verhaal van de vierde wijze uit het
Oosten", klankbeeld. IKOR: 10.30
Remonstrantse kerkdienst. AVRO:
12.00 Amusementsmuziek. 12.30 Sport
en prognose. 12.45 Krontjong ensem
ble. 13.00 Nieuws en weerbericht.
13.05 Mededelingen of gramofoonmu
ziek. 13.20 Dansmuziek. 13.45 Groeten
van Nederlanders uit de vreemde.
14.00 „Kerstmis in New York". 14.30
Middel-Nederlandse Kerstliederen.
14.45 Gevarieerd muz. VARA. 16.00
„De Hoofdprijs", hoorspel 16.30 Piano
recital. 16.50 Voor de kinderen. 17.10
Prijsvraag. 17.30 Kerstliederen. 18.00
Nieuws. 18.10 Strijk-sextet. 18.35
„Kerstmis in Wenen en Hilversum".
19.15 Strijkkwartet. 19.45 „Vrede op
aarde", toespraak. VPRO: 20.00
Nieuws 20.05 „Het rustpunt", hoor
spel. 20.35 Kamerkoor en orgel. VARA
21.00 „Komedie op de brug", opera.
21.40 „Het dichtertje en de eenzaam
heid", hoorsp. 22.19 Spirituals. VPRO:
22.40 „Vandaag", causerie. 22.45
Avondwijding. VARA: 23.00 Nieuws.
23.1524.00 Gramofoonmuziek.
ZATERDAG
KRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gewijde
muziek. 7.45 Morgengebed en litur
gische kalender. 8.00 Nieuws en weer
berichten. 8.15 Gramofoonmuziek.
9.00 Voor de huisvrouw. 9.35 Water
standen. 9.40 Gramofoonmuziek. 10.00
Voor de kleuters. 10.15 Gramofoon
muziek. 11.00 Voor de zieken. 11.45
Klein koer. 12.00 Angelus. 1203. Gra
mofoonmuziek. (12.3012.33 Land
en tuinbouwmededelingen). 12.55
Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en katho
liek nieuws. 13.20 Promenade orkest
en soliste. 13.50 Gramofoonmuziek.
14.00 Boekbespreking. 14.10 Gramo
foonmuziek. 14.40 Amateurprogram
ma. 15.15 Kroniek van letteren en
kunsten. 15.55 Gramofoonmuz. 16.30
De schoonheid van het Gregoriaans.
17.00 Voor de jeugd. 18.00 Instrumen-
taalensemble en solist. 18.15 Journa
listiek weekoverzicht. 18.25 Oude
Kerstliederen. 18.40 Regeringsuitzen
ding: Zoeklicht op de Europese De
fensie. 19.00 Nieuws. 19.10 Gramo
foonmuz. 19.20 Parlementsoverzicht.
19.30 Gramofoonmuziek. p0.25 De ge
wone man zegt er het zijne van. 20.30
Lichtbaken. 20.50 100 jaar Kromstaf.
21.00 Gevarieerd programma. 21.50
Actualiteiten. 22.00 Amusementsmu
ziek. 22.30 Wij luiden de Zondag in!
23.00 Nieuws. 23.15 Nieuws in Espe
ranto. 23.2524.00 Operaprogramma.
HILVERSUM II, 298 m.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA
19.30 VPRO. 20.00—24.00 VARA
VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gramo
foonmuziek. 7.15 Ochtendgymnastiek.
7.33 Gramofoonmuziek. 8.00 Nieuws
en weerberichten. 8.18 Gramofoon
muziek. 8.35 Orgelspel. 8.55 Voor de
huisvrouw. 9.00 Gramofoonmuziek.
VPRO: 10.00 „Tijdelijk uitgescha-.
keld, causerie. 10.05 Morgenwijding.
VARA: 10.20 Voor de arbeiders in
de continubedrijven. 11.30 Pianoreci
tal. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.30
Land- en tuinbouwmededelingen.
12.33 Dansmuz. 13.00 Nieuws. 13.15
Commentaar. 13.20 Metropole orkest.
13.50 Radioweekjournaal. 14.20 Har
monie-orkest. 14.45 Boekbespreking.
15.00 Dansmuziek. 15.30 „Van de wieg
tot het graf", causerie. 15.45 Lichte
nuziek. 16.15 Sportpraatje. 16.30 Mi
litaire kapel. 17.15 Voor de jeugd.
18.00 Nieuws 18.15 VARA-varia. 18.20
Orgel en zang. 18.45 Gramofoonmuz.
'9.00 Artistieke staalkaart. VPRO:
9.30 „Passepartout", causerie. 19.40
,Het Oude Testament in deze tijd",
auserie. 19.55 „Deze week", causerie.
VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Gevari
eerd programma. 22.00 Socialistisch
commentaar. 22.15 Gramofoonmuziek.
22.40 „Onder de pannen", hoorspel.
23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gramo
foonmuziek.