S)eft2idóeSou/to/nt Twee arbeiderstreinen van B*P*M* op onbeveiligde baan verongelukt Fa. J. N. GEIJER Lyttelton over Mau Mau Bereid vergeten te worden Luchtschip verongelukt Syngman Rhee nodigt Eisenhower uit Directeur: C. M. v. HAMERS VELD. Hoofdredacteur: L. C. J. ROOZEN. KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN ZATERDAG 8 NOVEMBER 1952 44ste JAARGANG No. 12735 Papengracht 32» Tel. 20015» Adm. en Adv. 20826, Abonn. 20935, Giro 103003. Abonnementsprijs f 0.47 p. w«» f 2.p. mnd.» f 6.p. kwart. Franco p. p. f 6.80. Advert.: 15 ct. p. mm. Telefoontjes f 1.50 WAAR DE STEEK LOS ZIT WANNEER IEMANDS VERJAAR DAG vergeten werd, kan mits spoedig altijd nog gelukgewenst worden met de toevoeging, dat het octaaf van de heuglijke dag niet ver streken is. Er bestaan twee manderen van vergeten. Er is een vergeten, wanneer het geheugen te kort schiet. Er is ook een weloverwogen vergeten, wanneer het niet gelegen komt er aan te denken. Aan deze laatste ma nier van vergeten welke strikt ge nomen geen vergeten mag heten hebben wij ons schuldig gemaakt, toen wij gisteren de geboortedag van een groot en verdienstelijk man on vermeld lieten voorbijgaan. Ons wel overwogen vergeten sproot waarlijk niet voort uit een gebrek aan waar dering voor de grote en verdienste lijke figuur, wiens geboortedag werd gevierd, doch uit de overweging welke ge misplaatst of niet moogt achten dat, zo we hem gisteren al hadden herdacht, het vandaag op nieuw zou moeten gebeuren. Dat kwam ons, bekennen we oprecht, minder gelegen. Het gaat bovendien cm een „geboortedag" in de wonder lijke, doch niet onredelijke uitdruk kingswijze van onze Moeder, de H. Roomse Kerk, die geboorte- en sterf dag met vrome luchthartigheid ver wisselt en, zo zij, met enig voorbe houd, al verheugd is wanneer een mens zijn intrede op deze aarde doet, zonder enig voorbehoud verheugd is, wanneer het einde van de reis is ge komen en de reiziger een pelgrim in dit tranendal langs de goede, maar niauwe weg „migravit in coelum", naar de hemel emigreerde. De sterfdag van een in den Heer ontslapen menselijk wezen wordt in de liturgie zijn geboortedag genoemd. Achter die nogal gewild-aandoende verwisseling, welke het gewone spraakgebruik op zijn kop zet, schuilt nog wel iets anders dan een voor keur voor de hemel boven de aarde (welke trouwens van tijdelijke aard is!). De nog diepere dan diepe zin, welke schuilt achter de hardnekkige weigering van onze Moeder de H. Kerk om officieel geboortedagen te herdenken, is licht te bevroeden uit de uitzonderingen, welke zij op die hardnekkigheid maakt, namelijk Kerstmis, 24 Juni en 8 September, waarop zij met evenveel toewijding als op de sterfdagen de „burgerlijke" verjaardag viert van Christus, Johan nes de Doper en Maria. MAAR om op ons betoog terug te komen: er is geen sprake van in de gewone zin dat we gisteren de geboortedag van een groot en ver dienstelijk man over 't hoofd zagen, daar het zijn geboortedag in kerke lijke zin, zijn sterfdag dus, betrof. Alcuinus, de geschiedschrijver, moge het ons ten goede houden, dat wij, in nederige navolging van anderen, méér waarde heohten aan Theofried en de Echternacher bronnen, welke de' sterfdag van Willibrord, zoon van Wilgil, bepalen op 7 November van het jaar 739. Het is ongaarne, dat wij broeder Alcuinus het historisch ver trouwen opzeggen, want had hij gelijk dan zou de geboortedatum van Willibrord dezelfde zijn als zijn sterfdag, namelijk de 6e November, wat onis de gehele uiteenzetting over burgerlijke en kerkelijke geboorte dagen zou hebben bespaard. Er steekt echter juist in die met elkaar zo ver bazend mooi kloppende data een ver dacht element voor de betrouwbaar heid van die brave broeder Alcuinus. Het was dus gisteren, nauwkeurig uitgeteld, 1213 jaar geleden, dat Wil librord emigreerde naar de hemel, na in 690 geëmigreerd te zijn naar Nederland. Moge de eerstgenoemde emigratie gedaan zijn met zeer gun stige perspectieven de heiligver klaring geeft op dat punt stelligheid zijn emigratie van Ierland naar Nederland was een onderneming van hachelijker aard. Willibrord we kunnen hem op lat tijdstip geen „sint" noemen trof bij zijn landing aan de Rijnmond bij Katwijk een bevolking aan, waarvan wij het ons een eer moge rekenen de nakomelin gen te zijn. Onze degelijke voor ouders waren niet op stel en sprong zulke vurige St. Willibrord-vereer- ders als wij, maar die eer moeten wij hen toch nageven, dat zij een hel derder inzicht toonden in hetgeen Willibrord met kracht van overtui ging verkondigde, dan velen van him afstammelingen in de tegenwoordige tijd. Wanneer er een aanbeveling komt voor het moderne apostolaat, dat zeer terecht onder beschermheer schap van Willibrord is gesteld, om dat hij er mee is begonnen; wanneer de noodzaak wordt beklemtoond van opnieuw geloofsverkondiging in« eigen land thans weer voor een groot deel braak liggend missie-gebied hoort men (soms uitgesproken, maar meestal gefluisterd) de mening, dat niet-Katholieken toch even goed zijn n even gelukkig leven als Katholie ken, en dat er dus eigenlijk geen re den is zich er veel drukte over te ven en er veel kosten aan te spen>- ren, om hen te bekeren. Wat wij in mze voorouders zo bizonder op prijs tellen, is, dat zij vrij spoedig door zouden hebben, waar de steek in deze redenering los was. Onze voorouders alle overdrijvingen van de „Blut und Boden"-theorieën daargelaten v/aren mensen, die in menig opzicht voorbeeldig leefden, toen Willibrord ir Katwijk kwam. Het was een kuis on daarom kranig volk. Zij bezaten een breedheid van geest, welke zich uitte in onbeperkte gastvrijheid je gens vreemdelingen, wat voor Willi brord een prettige omstandigheid moet zijn geweest. Zij gevoelden zich ook helemaal niet ongelukkig voor zij Willibrord hadden gehoord. Zij leef den even gemakkelijk als onze te genwoordige niet-Christelijke landge noten. Eigenlijk had de Engelse mon nik wel weer terug kunnen gaan, in dien hij dezelfde slappe mening had gehuldigd als sommige modernen en indien onze stoere voorouders niet de leegheid van hun leven hadden ontdekt, toen zij de volheid kregen gepresenteerd. |N KOUSEN-BREIEN hebben we zo weinig ervaring, dat we misschien een glimlach toveren op het gelaat der vrouwen, indien we beweren, dat de steek, die los is in het inschikke lijk inzicht van sommige moderne Christenen de gehele kous van ge loof doet uitrafelen, tot er. geen hiel of teen meer over is. Het is name lijk een dramatische fout, een fout van de allerverschrikkelijkste onmen selijkheid. Aan mede-mensen de ken. nis te onthouden, dat God mens is geworden en voor het heil der men sen een barbaarse marteldood heeft ondergaan deze kennis hun te ont houden, is op zichzelf al een nalatig heid van de grofste ondankbaarheid. Deze ondankbaarheid, strijdig met het eerste gebod is tevens een on menselijkheid, strijdig met het twee de daaraan gelijk, indien we weten, dat de man, die God en mens in Zich verenigde, de zeer nederige Christus, bij zijn vertrek van deze wereld een genootschap heeft gesticht, dat god delijke vrucht afwerpt voor al zijn ledematen en hen maakt tot uitver korenen Gods. Dat genootschap is de Kerk; waarin wij allen het voorrecht hebben te zijn opgenomen. Dat voor recht aan anderen te onthouden door, om een voorbeeld te noemen, niet ruimschoots met zijn persoon en zijn geld mede te werken aan de geloofs verkondiging in> ons eigen vaderland, zou ten slotte wel eens kunnen blij ken een nadeel te zijn, indien men het, bekrompen, voor zichzelf houdt. 1MIET GAARNE zouden wij bewe id ren, dat vele niet-Christelijke landgenoten, slechte of minder goede mensen zouden zijn. Indien we dit beweerden zoudt ge het terecht niet geloven! Of zij goed of gelukkig zijn, doet echter niet ter zake, evenmin als het ter zake deed bij onze heiden voorouders. Want rusteloos moe ten we er naar streven, gelijk Willi brord Wilgilszoon, dat iedere knie zich buige in de Naam van Hem, in Wien het heil des hemels ons is ge openbaard, een rusteloos streven, dat zijn oorsprong moet vinden in de dankbaarheid voor het op Golgotha doorstane leed en in een Christelijke vaderlandsliefde en bekommernis. Het getuigt voor de heldere kijk van onze stoere voorouders, dat zij „vrij spoedig" de heerlijke waarheid van het Christendom hebbeei aanvaard met prijs geven van hun dwaling. Sint Willibrord heeft, als werktuig der genade, hen daarbij een handje geholpen en dat is ook het doel van het naar hem gedoopte, door hem be schermde apostolaat. Help dus mor gen op uw beurt dit handje met flin ke hand. GEVECHT MET BENDE OP MIDDEN-JAVA. Parate mariniers en vele R'damse diensten hadden de 30 slachtoffers in 2 uur geborgen In de dichte duisternis Tisteravond een ondoordringbaar kleed had ge legd op de onverlichte van het werkspoor der B. P M. tussen Rotter dam in Pernis, zag de lening-stoker plotseling twee rode lichten, die de achterzijde van een stilstaande trein aangaven. Hij schreeuwde de machinist toe, dat de baan niet vrij was, maar zijn alarm kv/am te laat: Enige seconden later boorde de trein zich in de achterste hou ten wagons van de werkliedentrein, die enige minuten voor hem op de baan lag. Een enorme ravage was het gevolg. De twee laatste rijtuigen van de geramde trein werden inelkaar gedrukt en een luid gejammer steeg op uit de duisternis. trein voor een wisselstand had moe ten stoppen en daarna moeilijkhe den met het starten had gekregen. De staf van het militaire com- c mando in Midden-Java deelt mede,' len van het mankement. Nadat het Noodlottige vertraging Het lijntje Rotterdam Pernis zou men kunnen vergelijken met een tramverbinding. Verouderd N.S. ma terieel zorgt hier voor het dagelijk se vervoer van Rotterdamse arbei ders naar Pernis. Het baanvak is niet door seinpalen beveiligd en de maximum snelheid van de treinen is 10 km. Voorts rijdt vóór op de lo comotief een rangeerder mee, die de machinist kan waarschuwen, wan neer de baan niet veilig is of wan neer een der wissels in een verkeer de stand ligt. Te ongeveer 6 uur in de avond vertrekken vanuit Pernis met een tussentijd van ongeveer 5 minuten twee treinen naar Rotterdam. Gisteravond vervoerden deze twee treinen ongeveer 1200 arbeiders. Enige kilometers voor de aan dit tra ject gelegen onderzeebootbasis, kreeg de eerste trein een kleine stoi'ing De tweede trein haalde hem zodoende in en was behulpzaam met het herstel dat Donderdag bij gevechten ten Zuidwesten van Brebes tussen een bende van 200 man en een afdeling van het leger 85 bendeleden zijn ge dood. euvel opgelost was en de eerste trein weer de vereiste voorsprong geno men had, vertrok de tweede trein wederom, onbekend met het feit, dat enige kilometers verderop de eerste Koning Gustaaf VI van Zweden 70 jaar Een overzicht van de twee in elkaar gereden treinen, kort na de aanrij ding genomen. Op 11 November a.s. hoopt Koning Gustaaf van Zweden zijn 70ste verjaar dag te vieren. De Koning, die een verdienstelijk archaeoloog is, en - een buitengewone kennis heeft van antiek Chinees porselein, volgde zijn vader Gustaaf V van Zweden in 1950 op. Zijn post verlaten. Zoals boven reeds gemeld, is een der beveiligingsmaatregelen van de ze locale dienst de rangeerder, die voorop de locomotief moet staan. De zeer slechte weersomstandighe den hadden de rangeerder van de tweede trein echter verleid in de lo comotief bij de machinist plaats te nemen. Hierdoor was hij niet in staat tijdig de rode achterlichten van de stilstaande trein op te merken met het rampzalige gevolg. Alhoewel de trein slechts met zeer geringe vaart reed waren de rijtui gen niet tegen de botsing bestand daar zij uit oud en merendeels hou ten materiaal bestaan. De locomotief van de tweede trein boorde zich in de eerste en schoof het achterste rijtuig van haar on-' derstel in het tweede. Hierdoor vie len practisch alle slachtoffers in het op een na laatst rijtuig. Groot alarm. De mariniers van de onderzeeboot basis werden gealarmeerd door de hevige slag en renden te hulp. Met snijbranders, kricks en brancards waren zij de eerste hulp, die de in nood verkerende arbeiders kregen. Inmiddels was Rotterdam gealar meerd en gedachtig de jongste Engelse treinramp rukte men daar met groot materieel uit. De brand- j weer verscheen met grote kraanwa- gens en technisch materiaal op de rampplaats. Daar de arbeiders uit de onbeschadigde treinstellen hun col lega's te hulp wilden schieten en daardoor een chaos dreigden te ont ketenen, vormden groepen mariniers een cordon waarbinnen de brand weerlieden, bijgestaan door het tech nisch personeel van de marine het zenuwslopende en gevaarlijke werk van het losbranden der wrakstuk ken begonnen, teneinde de tientallen bekneldgeraakte arbeiders, die voor het merendeel gewond waren, te ontzetten. Inmiddels waren ook de GG en GD uit Rotterdam, versterkt met am bulances van particuliere hulpdien sten op de plaats des onheils aange komen. Dank zij het kordate optreden van de mariniers en de uitstekende sa menwerking tussen de diverse hulp diensten waren al de slachtoffers één uur na de ramp verzorgd en ge deeltelijk reeds afgevoerd naar de liverse Rotterdamse ziekenhuizen, /aar men overal op volle sterkte de tehandeling van de slachtoffers ter land nam. De droeve balans. Twee uur na de ramp was men in staat de droeve balans op te maken. Twee Rotterdamse arbeiders, de 53- jarige J. v. d. Schulp en de 58-jari- ge C. Sparrenboom, waren door de botsing op slag gedood. Voorts wa ren 34 gewonden naar de Rotterdam se ziekenhuizen afgevoerd, waarvan slechts enkelen zwaar gewond wa ren. In de loop van de avond itonden reeds 12 gewonden naar huis ge bracht worden. Twee en twintig worden momenteel nog ter observa tie of ter behandeling van de opge lopen verwondingen in de zieken huizen verpleegd. De schuldvraag. Tijdens de hulpverlening ver scheen de Rotterdamse recherche bij de verongelukte treinen cn begon met haar onderzoek. Dit beperkte zich vrij spoedig tot de rangeerder, de machinist en de leerling-stoker van de tweede trein. Deze drie men sen zijn voor een nader verhoor naar het politiebureau te Rotterdam over gebracht. Onmiddellijk nadat de slachtoffers geborgen waren is men overgegaan de baan vrij te maken, In de loop van de nacht is men hier mede gereed gekomen en daar de spoorbaan zelf niet beschadigd is, kan het vervoer weer gewoon door gang vinden. Geboortekaartjes Doopkaarsen Een grote sortering vindt U bij BOTERMARKT 26 - LEIDEN (Advertentie) Ik voorzie nog enkele maanden van onrust in Kenya, maar wij zjjn daar om er te blijven, zo heeft Oil-' ver Lyttelton gisteren in het Lager huis gezegd. De Britse minister van koloniën bracht verslag uit over zijn inspectiereis, waarvan hij de dag te voren was teruggekeerd. Wij zullen ons niet opzij laten zet ten door een bende terroristen, riep Lyttelton uit. Wij zijn er om het land tot ontwikkeling te brengen, niet om het te exploiteren. Wij zul len het land bevrijden van de vrees en wij zullen er voor onze vorstin de vrede herstellen. De minister noemde de Mau-Mau een onzalige verbintenis van het oude, duistere bijgeloof met het ap paraat van de moderne gangster. Het enige verband van deze organisatie met de economie is, dat zij voor elke afgeperste eed van trouw een aan zienlijke som gelds verlangt. Hij meldde, dat het vertrouwen van de inheemsen terugkeert, maar achtte het ogenblik nog niet geko men voor het houden van de confe rentie van vertegenwoordigers van de verschillende rassen, waartoe zijn ambtsvoorganger het initiatief had genomen. In de kolonie gaat de politie stel selmatig voort met het verhoren van verdachte elementen. Een kleine vijftig verdachten zijn gisteren voor een nader onderzoek aangehouden. In gewoonlijk betrouwbare kringen te New Delhi zegt men, dat maha- radja sir Hari Singh van Kasjmir er in toegestemd heeft „in vergetel heid" te geraken, doch niet bereid is formeel van zijn heerschappij af-, stand te doen. Hij zal opgevolgd worden door zijn zoon, Joevradj Karan Singh, de tegenwoordige regent, die de vol gende week door de Wetgevende vergadering van Kasjmir gekozen zal worden als het eerste gekozen staatshoofd met de titel Sardar-i- Riasat (president van de staat). De 57-jarige maharadja, die de laatste drie jaar in Bombay gewoond heeft, zal zijn titel behouden even als zijn waardigheid als heerser. Hij heeft de Indische regering ech ter medegedeeld, dat hij zich niet zal verzetten tegen afschaffing van de honderdjarige wet op de erfopvol ging, waartoe de regering van sjeik Abdoellah heeft besloten. De schroef van een lucnvschip der Amerikaanse marine raakte gisteren, toen het gevaarte zich boven de At lantische Oceaan bevond, een open staand luikje, dat daardoor een gat in het sigaarvormige, met gas ge vulde omhulsel sloeg Het luchtschip begon aanstonds hoogte te verliezen, om uiteindelijk in de Atlantische Oceaan ten onder te gaan. Doch de bemanning was er voordien in ge slaagd het luchtschip te verlaten en zich op een reddingsvlot in veilig heid te stellen. Een duikboot, vlieg tuigen en schepen zijn thans onder weg om de luchtschipbreukelingen po te pikken. Het ongeluk geschiedde negentig mijl uit de Amerikaanse kust Het marine-luchtschip volbracht een oefeningsvlucht. Frontsoldaten in Korea hoopvol Eisenhower heeft een uitnodiging aangenomen van president Syngman Rhee van Zuid-Korea voor een bezoek aan diens land. Ike was al van plan naar Korea te gaan, maar Syngman Rhee zond de overwinnaar in de Amerikaanse verkiezingen nog het volgende telegram: „Uw verkiezing is niet alleen een ontzaglijke aanmoediging voor het Koreaanse volk, maar ook voor alle vrije volkeren overal te wereld, die de impasse in de Koreaanse oorlog tegen de communistische agressie moe zijn en zich er bezorgd over maken. Wij nodi gen u hierbij uit om naar Korea te komen, wanneer u maar kunt, want wij verlangen er naar u te verwelkomen en zijn er zeker van, dat u hier de juiste oplossing zult vinden." Eisenhower antwoordde telegra fisch als volgt: „Wij zijn dankbaar voor uw hartelijke uitnodiging. Wij zullen er voor zorgen, dat u bijtijds op de hoogte gesteld wordt van de datum van mijn aankomst in uw land". President Syngman Rhee zond Eisenhower hierop een boodschap, waarin hij zeide, dat zijn uitnodiging ook mevrouw Eisenhower betrof. „Haar aanwezigheid zal een grote eer en aanmoediging zijn voor ons ge kwelde volk en /oor de troepen der Verenigde Naties, die in Korea strij den", zo voegde hij hieraan toe. vormt onder de Amerikaanse front soldaten. De soldaten vragen zich af of de overwinning van Eisenhower in de verkiezingen zal betekenen, dat zij vroeger naar huis zullen terugke ren. Eisenhower is er immers een voorstander van, dat zoveel mogelijk Zuidkoreaanse soldaten de plaats in nemen van de niet-Koreaanse solda ten. JCaweCtje Uit Poesan in Korea wordt ge meld, dat de aanstaande reis van Eisenhower naar Korea het voor naamste onderwerp van gesprek Als iemand zegt, dat hij een gw heim bezit, heeft hij het al half ver raden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 1