Wie puzzelt met ons mee aiwitwim It-CUl Humpo Hotsflots kunstenaar ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1952 oE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 2 Snugger. Mevrouw: „Zo, ben jij in Zeeland geboren? Welk deel?" Nieuwe dienstbode: „Ik? Helemaal, mevrouw". Van de andere kant. Meisje: „Als je eens wist, hoe dikwijls ik al gevraagd ben om te trouwen!" Jongeman: Door wie allemaal?" Meisje: „Door mijn vader en moe der". De reden. Een Amsterdamse tramconducteur had een dame al drie keer uiteengezet, hoe ze in een be paalde straat moest komenu Bij de halte gekomen, waar ze moest uit stappen, zei de conducteur nogmaals: „Nu neemt U de eerste straat links en dan de tweede rechts". De passagiers, die zich met het hele geval geamuseerd hadden, keken evenals de conducteur de dame na, die ondanks alles de tweede straat links inging. „Misschien snappen de dames en heren nou, waarom ik vrijgezel ben", merkte de conducteur op. Tarief. Ini het kleine badplaats je was de hotelruimte absoluut on voldoende. Op de raarste plaatsen gin gen de gasten slapen en een heer bracht zelfs de nacht door op het biljart. Toen hij de andere ochtend de rekening vroeg, bemerkte hij tot zijn verbazing, dat alleen voor het slapen acht gulden in rekening was gebracht. „Ik voel me half geradbraakt", zei hij tegen de kastelein, „en je brengt me acht gulden in rekening". „Dat is het tarief, mijnheer", was het antwoord, „gebruik van het bil jart is twee kwartjes per half uur". Controle. Oude tante Sien had zich eindelijk door haar suikerneefjes laten overhalen, om haar geld uit huis te doen en op de bank te zetten. Maar erg gelukkig bevond zij zich niet bij die verandering. Een week nadat ze het geld had weggebracht, vroeg ze het hele bedrag weer op bij de bank. Toen de bediende het geld had neergelegd, begon tante Sien het met behulp van een kladje heel om standig neer te tellen. Toen ze zag, dat het bedrag juist was, schoof ze het geld weer naar de verbaasde be diende toe en zei: „Berg maar weer op! Ik wilde alleen eens zien, of jullie mijn centen nog hadden". Waarom niet. „Noemen jullie dit nu de muzieksalon?", vroeg schoonpapa verbaasd. „Er staan al leen twee gemakkelijke stoelen in!" „Ja, waarom niet?", vroeg de schoonzoon. „Hier luisteren we naar de radio van de buren". Domme vraag. Een dame maakte rare capriolen met haar auto. Eerst reed ze tegen de ene trottoirband en toen tegen de andere. Tenslotte kwam ze met een truck in botsing en ver oorzaakte daarmede een verkeers opstopping. Een agent, die de toeren van de dame had gadegeslagen, stap te op haar toe en vroeg: „Mag ik Uw rijbewijs even zien?" „Vraag niet zulke stomme dingen, agent", antwoordde de dame. „Wie zou mij nu in 's hemelsnaam een rij bewijs gegeven moeten hebbent?". Hatelijk. In de kleedkamer vail een theater beweerde een zanger na zijn optreden, dat hij zijn stem voor 100.000 verzekerde. „Zo", zei de directeur, „en wat heb je met het geld gedaan?" Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM I. 402 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nieuws en weerber. 8.18 Gramofoonmuziek. 8.30 „Wat er groeit en bloeit", causerie. 8.440 Or gel, harp, viool en zang. 9.02 Sport- mededelingen. 9.05 Gramofoonmuz. 9.45 „Geestelijk leven", causerie. VPRO: 10.00 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Evangelische kerkdienst. AVRO: 12.00 Eventueel postduiveniberichten. Hierna: Dansmuziek. 12.30 „Even af rekenen, Heren!" 12.40 Orgelspel. 13.00 Nieuws en weerber. 13.05 Me dedelingen en gramofoonmuz. 13.25 Amusementsmuziek. 13.55 Boekbe spreking. 14.15 Radio Philharlnonisch orkest en vrouwenkoor. 15.15 Toneel beschouwing. 15.30 Lichte muziek. 15.50 Gramofoonmuziek. 16.00 Dans muziek. 16.30 Sportrevue. VPRO: „Tussen Kerk en Wereld", causerie. 17.20 „Van het Kerkelijk Erf", cau serie. VARA: 17.30 Gemengd koor. 17.50 Sportjournaal. 18.15 Nieuws en sportuitslagen. 18.30 Caibaret. 19.00 Metropole-orkest en -koor. 19.30 Mu zikale discussie. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Lichte muziek. 21.00 Cabaret. 21.30- Surinaamse volksmuziek. 21.45 Gramofoonmuziek. 22.30 Strijkorkest. 23.00 Nieuws. 23.15 Reportage of gra mofoonmuziek. 23.2524.00 Gramo foonmuziek. HILVERSUM H. 298 M. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nieuws en weerberich ten. 8.15 Gramofoonmuziek. IKOR: 8.30 Morgengebed. 9.12 Kerkmuziek. KRO: 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45 Gramofoonmuziek. 9.55 Hoogmis. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.40 Idem. 12.15 Apologie. 12.35 Gramofoonmuz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws, weerberichten en Katholiek nieuws. 13.10 Lunchconcert. 13.40 Boekbespre king. 13.55 Gramofoonmuziek. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Gramofoonmuz. 15.00 „De Universiteits-Zondag", cau serie. 15.15 Zang en piano. 15.30 Gra mofoonmuziek. 16.10 Katholiek Thuis front Overal! 16.15 Sport. 16.30 Ge wijde muziek. 16.45 „Uit het Boek der Boeken". NCRV: 17.00 Geref. Kerkdienst. 18.30 Gramofoonmuziek. 18.45 Gewijde muziek. 19.30 „Twee Koningen van Oud-Israël, Saul én Jerobeam I", causerie. KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 Gramofoonmuz. 20.05 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.30 Gevarieerd programma. 22.35 Actualiteiten. 22.45 Avondgebed en liturgische kalender. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gramofoonmuziek. „BESCHERMING BEVOLKING". RADIO-UITZENDING In het programma van morgen zal een radio-uitzending plaats vinden over „Bescherming Bevolking" en wel: „Even afrekenen Heren", Hil versum I, AVRO. MAANDAG. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gramo foonmuziek. 8.00 Nieuws. 8.10 Gra mofoonmuziek. 8.45 Idem. 9.00 Mor genwijding. 9.15 Gramofoonmuziek. 9.30 De groenteman. 9.35 Waterstan den. 9.40 Gramofoonmuziek. 11.00 „Op de uitkijk", causerie. 11.15 Ka merorkest. 11.50 Gramofoonmuziek. 12.00 Orgel en accordeon. 12.30 Land en tuinibouwmededelingen. 12.33 „In 't Spionnetje". 12.38 Zang en piano. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen en gramofoonmuziek. 13.30 Gevarieerde muziek. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?", causerie. 14.20 Gramofoon muziek. 14.30 Voordracht. 14.45 Piano recital. 15.15 Voor de vrouw. 16.15 Gramofoonmuziek. 16.45 Idem. 17.30 Voor de padvinders. 17.45 Gramo foonmuziek. 17.50 Militair commen taar. 18.00 Nieuws. 18.15 Lichte mu ziek. 18.45 Gramofoonmuziek. 19.15 Orkestconcert. 19.45 Regeringsuitzen- dinig: Landbouwruibriek: „Wat zegt het grondonderzoek 19511952 over de bemestingstoestand in Nederland". 20.00 Nieuws. 20.05 Amusementsmuz. 21.10 „De Baard", hoorspel. 21.55 Dansmuziek. 22.30 Sopraan en piano. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram. NCRV: 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtend gymnastiek. 7.30 Gramofoonmuziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.10 Sport uitslagen. 8.23 Gewijde muziek. 8.45 Horizontaal: 1. aarden vuurpotje.l 4. berg in 't Hoogland van Galilea, bekend uit de bijbel, 8. algemeen i ruilmiddel, 11. boom, 18. optelling, 14. opslagplaats van hout, 15. heden, 17. kikkerkuit, 19. rivierbed, 20 voor voegsel, 21. metaalsoort, 23. kool- zuurlood, 26. familielid, 27. dissel- boom, 29. krachtig, hevig, 32. Ja vaanse huisvogel, 33. deel van een boom, 35. wandversiering, 37. water in N. Brab., 39. als 35. hor., 41. tijd rekening, 42. bekende afkorting, 43. kan men in de loterij hebben, 44. cïorpje in N. Brab., 45. jonge ooi, 46. water in Friesland, 47. hoogste punt, 49. doipje in de Dr. gem. Vries, 51. jaar (afk. Lat.), 52. danspartij, 53. zwemvogel, 55. zwaardvis, 57. munt in Oostenrijk, 59. niet vergezeld, 62. zijden stof, 63. letteromzetting, 65. als 11 hor., 67. pers. voornaamwoord, 68. voorvoegsel, 69. hoofddeksel* 71. muzieknoot, 72. smalle weg, 73. schraal, 75. zandheuvel, 77. eiland ten W. van Sumatra, 78. toverij, 79. dienstbare man, horige. Verticaal: 1. kleur, 2. als 71. ihor„ 3. voorzetsel, 5. Rom. munt, 6. eet gerei, 7. voorzetsel, 8. holte in ge goten ijzer, 9. bekende afkorting, 10. de enige dochter van Jacob, 12. stuurman, 14. drank, 16. vogel, 18. gesloten, 19. deel van het gelaat, 20. oud. It. godin v. d. overvloed, 22. spitse bek van een vogel, 24. voor voegsel, 25. vlinderbloemige plant, 26. gewicht, 28. in de regel, 30. open pronkkastje, 31. vlinder, 34. vrucht, 36. een der Griekse Sporaden, 38. vlaktemaat, 40. beesten voeder, 41. een der profeten, 42. bid (Lat.), 48. dorpje in N. Brab. bij St. Oedenrode, 50. stenen tafel als grafmonument in Bretagne en Zweden, 52. deel van amibtskleding, 53. papegaai, 54, voer- j tuig, 56. steen, 57. deel van een 1 schoen, 58. boomloot, 60. baanronde (sportterm), 61. landtong, 62. tel woord, 64. een soort van antilope, 66. oude inhoudsmaat, 68. figuur in het kaartspel, 70. doortoehtgeld, 72. fa milielid, 73. muzieknoot, 74. muziek noot, 76. bergplaats. Oplossingen worden tot en met Donderdag 11 September op ons bu reau verwacht. Op de enveloppe vermelden „Puzzel". Voor de goede inzenders worden beschikbaar gesteld Gramofoonmuziek. 9.00 Voor de zie ken. 9.30 Voor de huisvrouw. 9.35 Gramofoonmuziek. 10.00 Orgelspel. 10.30 Morgendienst. 11.00 Pianorecital. 11.30 Radio Philharmonish ork. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land en tuinibouwmededelingen. 12.33 Or gelconcert. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Mandoline-ork. 13.45 Gramofoonmuziek. 14.00 Schoolradio. 14.35 Gramofoonmuziek. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gramofoonmuz. 15.25 Kamermuziek. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Kamermuziek. 16.55 Gramofoonmuz. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Gramo foonmuziek. 17.45 Regeringsuitzen ding: Ir. L. C. Prey: „Luchtkartering van Suriname". 18.00 Gramofoonmu ziek. 18.15 Sport. 18.25 Voor de man nen in grijs, groen en blauw. 18.30 Gramofoonmuziek. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.10 Gevarieerd mu ziek. 19.40 Radiokrant. 20.00 Gramo foonmuziek. 20.15 Vocaal ensemble en orgel. 20.45 „Muziekinstrumenten van de verschillende volkeren", cau serie. 21.00 Pianorecital. 21.30 Viool, cello en piano. 22.00 „Zoeklicht op Zuid-Amerika", causerie. 22.10 Gra mofoonmuziek. 22.45 Avondoverden king. 23.00 Nieuws en SOS-berich- ten. 23.1524.00 Gramofoonmuziek. Is Uw Radio defect? Sa 24244 0« Radio-Techntscha Dienst LK.M.C.O. N.V.. Nieuwe RHn 32 Reparoert vlug, betrouv/baar en vak- kundig. (Advertentie) een sigarettenkoker, een briefopener en een boek. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. Toledo, 6. Lochem, 12. mede, 14. geel, 16. Ir., 18. ge, 19. spa, 21. Ee, 22. ba, 23. Lepanto, 26. malloot, 29. adat, 30. enkel, 32. snee, 33. A.E., 34. it., 36. tor, 37. nu, 38. in, 39. Peel, 41. lama, 43. bij, 44. Leer- sum, 45. na, 48. leek, 50. iets, 53. E.K., 55. Mr., 56. bel, 58. no, 59. Ko, 60. Raab, 62. lenig, 64. tang, 66. incluis, 68. nadelig, 70. N.T., 71. en. 72. tot, 74. Ob. 75. Ee, 76. leis, 78. roek, 80. kameel, 81. beslag. Verticaal: 2. om, 3. legatie, 4. eden, 5. de, 7. Og, 8. ceel, 9. Ileelsum, 10. el, 11, Milaan, 13. op, 15. patent, 17. rede, 19. Sont, 20. Amcr, 22. boei, 24. pa, 25. te, 27. al, 28. on, 31. koersen, 35. teler, 37. Namen, 39. pijl, 40. Lek, 41. lui, 42. Ans, 47. sering, 49. em bleem, 51. totebel, 52. logger, 54. kant, 56. Best. 57. lint, 59. knie, 61. A.C., 62. li, 63. ga, 65. al, 67. unie, 69. doos, 73. os, 76. la, 77. Se, 78. re, 79. ka. De winnaars van deze week zijn: Kees van Bourgondiën, Seminarie P.P. Capucijnen, Voorschoten (man chetknopen), H. v. d. Berg, Korte Hansenstraat 8, Leiden (aansteker) cn Tineke van Elburg, Dorpsstr. 29. Warmond (boek). De prijzen zullen worden toegezonden. DE AVONTUREN VAN BRAMMETJE (Vervolgverhaal door nicht Riet) Er woonde eens in een dorpje heel ver hier vandaan een jongetje van een jaar of twaalf. Hij wilde nooit leren op school en was reuze stout. Hij plaagde altijd de andere jongens en stak zijn tong uit tegen de juffrouw. Dit jonge tje heette Bram. Op zekere dag moest do vader van Bram op school eens met de juffrouw komen praten en zij ver telde hem, dat Bram maar van school af moest, omdat hij toch niets leerde. Zo kwam Bram dus thuis. Nu was de vader van Bram slager. Bram mocht nu thuis het vlees voor zijn vader naar de klanten brengen. Hij vond dit erg gewichtig staan en hij deed het graag. Zijn vader en moeder waren nu ook blij, want zij dachten, dat er nu wel iets van hun Brammet je terecht zou komen. Maar iedere dag hetzelfde begon Bram al gauw te vervelen. Sommige klanten woonden ver weg en soms ging hij dan onderweg knikkeren. Dan kwam hij pas 's avonds laat thuis en dan was zijn moeder natuurlijk erg ongerust over hem. Zijn vader en moeder beslo ten dan tenslotte maar om hem weg te sturen, dan moest hij zelf maar zijn kost verdienen. Als hij dan een vak ge leerd had, mocht hij weer terugkomen. Toen Bram dit van zijn vader hoor de. was hij erg blij, dat hü nu toch de wijde wereld in mocht trekken. In zijn hartje had hij er altijd al erg naar ver langd, maar hij durfde het nooit thuis te zeggen en zo maar weglopen durfde hij helemaal niet. De volgende dag trok Bram dus met een rugzak, met wat kleren en een paar boterhammen de wereld in. Hij had gezegd, dat hij wel de hele wereld ging bereizen en als hij dan terug kwam zou hij een heleboel te vertellen hebben. Zijn moeder en vader zwaaiden hem nog na, maar toen ging hij opgewekt de hoek om. Waar zou hij het eerst naar toe gaan. Maar een eind gaan lopen dan kwam hij vast wel ergens terecht. Nu kon Bram erg goed viool spelen en zijn viool had hij natuurlijk meegenomen want daar moets hij zijn brood mee verdienen. Nadat Bram een eind ge wandeld had, kwam hij een paard en wagen tegen, waar twee dametjes op za ten en een koetsier. De dametjes zagen er een beetje deftig uit, maar toch rie pen zij onze Bram om mee te rijden. Bram had nog nooit in een rijtuig ge reden. dus hij zei natuurlijk direct ja. Heerlijk om zo te rijden. Toen hij in |de wagen zat vroeg hij aan de koetsier, iwaar hij naar toe reed. „Naar Wenen", jzei de koetsier. Nu moeten jullie weten, dat Wenen een hele mooie grote stad is, waar al tijd muziek gemaakt wordt. Misschien hebben jullie wel eens gehoord van mensen, die *heel mooi piano konden spelen, zoals Beethoven en Mozart. Deze mannen kwamen ook allemaal uit We nen. Brammetje ging dus naar Wenen. En omdat hij ook wist, (net als jullie nu) dat daar altijd zoveel muziek gemaakt werd was hij blij. Nu kon hij ook eens laten horen, hoe mooi hij kon spelen op de viool. De dametjes waren erg nieuwsgierig om hem eens te horen en toen Bram ging spelen, waren zij zo verbaasd, dat zij vol bewondering voor hem stonden en hem wat geld gaven. Bram was reuze blij, omdat hij nu zijn eerste geld al verdiend had. Zie je wel, het zou best gaan en hij zou meteen de hele wereld zien. Toen de wagen in Wenen aankwam, nam Bram afscheid van de dametjes en de koetsier en hij bedankte ze nog eens voor het mee rijden. Bram ging nu eerst de mooie stad eens bekijken, maar na een paar dagen had hij er alweer genoeg van. Hij wou niet in een stad blijven; hij wou grote reizen maken en veel zien. Bram zou nu maar naar Rome gaan, dan ging hij de Paus opzoeken. Maar voordat Bram bij de Paus aankwam, beleefde hij nog een heleboel avontu ren, die ik jullie nu zal gaan vertellen. Bram wist eigenlijk helemaal niet goed waar Rome lag. Jullie weten dat natuurlijk wel allemaal. Als je het nog niet weet zal ik het je zeggen. Het ligt in Italië en Wenen ligt in Oostenrijk. Als je nu van het ene land naar het andere gaat moet je een bewijs van de koningin hebben om er door te mogen en dat had Bram natuurlijk niet. Toen hij dus bij de grens kwam, kwam er een reuze grote man op hem aange stapt, die hem bars vroeg, waar hij naar toe wou. „Ik ga naar de Paus", zei Bram en toen begon de man heel hard te lachen. „Dacht je, dat dat zo maar ging"? vroeg de man, „nee hoor, ga jij maar weer terug naar huis". Nu begon Bram *t toch wel een beetje be nauwd te krijgen, maar toen dacht hij ineens aan smokkelaars. Dit zijn men sen, die dikwijls stiekum over de grens gaan door een dicht bos, zodat niemand ze zien kan. Bram zou dat ook wel kunnen, dacht hij. Hij ging dus weer weg en toen zag hij een groot bos. Daar ga ik doorheen, dan kom ik fijn toch bij de Paus. Bram was al een heel eind in het bos, toen het donker begon te worden. Onze Bram werd nu toch wel een beetje bang, om 's nachts helemaal alleen in zo'n groot bos te zijn. Als er maar geen wild beest kwam. Maar ten slotte dacht Bram: „Ik ben toch zeker geen klein kind meer, ik durf best al leen in het bos te slapen", en hij ging direct op de grond liggen met zijn hoofd op een steen. Thuis had hij wel eens beter geslapen, maar het viel toch eigenlijk wel mee. Bram had al een hele tijd geslapen, toen hij ineens wakker werd. Hij had I' iets gehoord, dacht hij, hij was toch niet van niets wakker geworden. Maar nee, hij hoorde nu niets meer. „Ik zal het wel gedroomd hebben", dacht hij. Op- I eens daar hoorde hij weer iets. Het waren stemmen van mannen. Zeker smokkelaars. Ja, ze kwamen dichterbij. Ze waren nu al vlak bij hem. Opeens gaf hij een gil, want er was iemand over hem gevallen. De mannen kwamen terug om te kijken, wat het was. Toen ze Bram zagen liggen, praatten ze even samen, wat Brammetje niet kon ver staan en toen vroegen ze heel vriende lijk aan hem, of hij met hen mee wou gaan, dan mocht hij fijn rijden. Bram dacht erover hoe heerlijk het was ge weest, toen hij met de dametjes naar Wenen was gereden en zei direct: ja. Hij ging toen met de mannen mee. Hij keek nog wel een beetje slaperig uit zijn ogen, maar dat gaf niet, zei een van de mannen. Nadat ze een heel eind gelopen had den begon het al weer licht te worden en toen zag Bram, dat er drie mannen bij hem liepen. Hij liep tussen twee van hen in. Ze zeiden, dat hij weer verder mocht slapen, als ze naar huis gereden waren. Bram vond het wel fijn, want hij had toch eigenlijk nog wel erg veel slaap. Eindelijk waren ze aan het eind van het bos en daar zag Bram opeens man, die hem gisterenavond terug gestuurd had. „Dag meneer", zei hij, „nu ben ik lekker toch aan de andere kant gekomen". De man, die achter hem stond, zei ineens tegen hem: „Jó, houd je mond dicht", een hij trok hem met een mee in een mooie auto. Ze reden direct met een hele harde vaart weg. „O. rijdt u alstublieft niet zo hard", zei Bram, „als u eens tegen een boom rijdt, kan ik niet meer naar de Paus". „Wou jij naar de Paus?" lachte op eens de kerel naast hem, en keek hem '/ol verbazing aan. „Ja. waarom niet". „Dacht jij. dat dat zo maar ging. Al leen koningen en bisschoppen mogen naar de Paus". Nu, dat had Bram nog nooit gehoord. (Wordt vervolgd) DE BOSKABOUTER 1 was eens een arme vrouw, die in een hutje woonde, dicht bij een groot bos. Ze lag zwaar ziek te bed en ze was zó arm, dat er op zekere dag geen brood en geen geld meer in huis was. Daarom zei ze tegen haar enige doch tertje Noutje: „Ga naar het bos ep probeer daar bosbessen te plukken, dan kun je die naar de stad brengen en daar verkopen. We hebben dan weer wat geld om eten te kopen". Het meisje pakte een mandje en ging het bos in; ze liep al verder en verder tot ze eindelijk een menigte bessen- struiken zag staan. Ze plukte en plukte uren lang. want ze wilde haar mandje vol maken. Hoe meer bessen ze plukte, hoe meer geld ze er voor kreeg. Do tijd was omgevlogen en zachtjes aan begon het al te schemeren. Eindelijk besloot ze naar huis te gaan want het korfje was vol. Vol moed begaf ze zich op de terugweg, maar na een poosje bemerkte ze, dat ze het pad kwijt was, ze begreep zelf niet hoe het gekomen was. Ze had zeker te veel lopen den ken aan alles wat ze voor moeder zou kopen, als ze haar bessen verkocht had. Ze ging een eind terug en sloeg een ander pad in, maar al gauw wist ze helemaal niet meer waar ze was. Ze begon steeds maar harder te lopen omdat het al donkerder en donkerder werd. De boomstammen stonden nu al steeds dichter bij elkaar en op 't laatst was er zelfs geen pad meer te zien. Nu werd ze werkelijk bang en begon te schreien. Maar al gauw raapte ze al haar moed weer bijeen en stapte zo goed en kwaad het ging weer verder. Ze moest en zou naar moeder toe, die zeker al lang ongerust was geworden. Hoe ze echter ook liep, het bos was overal even donker. Ze zag nergens een uitweg. Luid snikkend viel ze aan de voet van een dikke boom neer en had alle hoop, om vanavond weer thuis te komen, verloren. Plotseling trippelde, van achter een boomstam, iets op haar toe en toen ze goed keek was het een heel klein ke reltje met een jasje aan van grijze boomschors, op zijn hoofdje droeg hij een puntmutsje. Hij kwam naar haar toe en vroeg: „Zeg meisje wat scheelt er aan, en wat doe je nog zo laat in het bos?" Nog half huilend vertelde Noutje nu, dat ze bosbessen had gezocht, een hele mand vol en dat ze die wilde verkopen om brood, eieren en vlees te kopen voor haar zieke moeder. Ze vertelde nu verder dat ze te diep het bos was ingegaan en de weg naar huis niet meer kon terug vinden. Meteen begon ze weer te huilen. „O, is 't anders niet", zei het boska- boutertje, „droog je traantjes maar vlug. Ik breng je zo op de goede weg, kom maar achter me aan". Onderweg moest Noutje nog veel over haar lieve zieke moeder vertel len en het kleine manneke luisterde oplettend. Het werd al een beetje lich- ter, de bomen stonden niet meer zo dicht by elkaar en al gauw stonden ze op de grote weg. Het meisje wist nu de weg verder alleen wel, ze bedankte de boskabouter en wilde snel weglopen. De boskabouter hield haar nog even tegen en zei: „Ik merk wel, dat je heel veel van je moeder houdt en nu zal ik je wat geven, waar ze gauw van beter zal worden". Hij keek eens in het rond. plukte hier en daar een paar kruiden en gaf dat aan het meisje. „Kook van daag nog deze kruiden en geef dan het aftreksel aan je moeder te drinken. Je zult zien, dan zal ze spoedig beter worden". Verheugd bedankte Noutje. de goede kabouter en liep op een drafje naar huis. Moeder was al ongerust geworden en wist op het laatst niet meer wat ze van het lange wegblijven moest denken. Met een zucht van verlichting, hoorde ze haar dochtertje binnenkomen en Noutje moest natuurlijk eerst vertel len, wat ze die middag wel beleefd had. Daarna ging ze naar de keuken om de kruiden te laten aftrekken. Nog diezelfde avond gaf ze haar moeder van het aftreksel te drinken en werke lijk na de eerste teugjes voelde ze zich al wat beter en na een paar dagen was ze weer zo gezond als een vis. De mer\sen in de buurt waren na tuurlijk heel erg nieuwsgierig hoe dat wel zo plotseling gekomen was en Noutje vertelde vol trots alles van de goede boskabouter. Nu woonde daar in de nabijheid van hun hutje ook een heel ondeugende buurjongen, die zijn ouders veel ver driet bezorgde, door zijn oneerlijkheid en snoepzucht. Hij dacht bij zichzelf: „Wacht, ik ga ook naar het bos en doe dan ook of ik verdwaald ben. Ik ver te) dan ook van een zieke moeder en als ik dan de kruiden krijg, ga ik die v/onderkruiden voor veel geld verko pen cn dan kan ik fijn veel snoep ko pen". De volgende dag ging hij ook echt naar het bos, plukte bosbessen en kwam ook in het donkere gedeelte te recht. Hij begon nu luid te krijsen cn te gillen, dat zou wel helpen, dacht hij. De boskabouter kwam uit zijn kleine huisje en kwam heel boos op de schreeu- werd af. „Zeg, waarom maak je zo'n kabaal, hier in het het stille bos". Nu begon hij zijn leugenachtige ver haal te vertellen maar het slimme ka boutertje had al gauw in de gaten, dat alles gejokt was. Ook hier luisterde hij stil en toen de jongen ultgekermd was, nam hij ook hem mee naar de gxote weg. langs verschillende kleine bospaden. Ondertussen lachte hij in zijn vuistje. Hij zou die lelijke jokkebrok wel eens beet nemen. Hij Het hem lo- pen( tot hij van moeheid cr bijna van neerviel. Bij de kromming van dc weg. nam hij afscheid en gaf ook hem een bosje kruiden. Hij vertelde er nog bij hoe hij het aftreksel moest maken en nog diezelfde avond moest hij er van drinken, dan zou alle moeheid spoedig verdwenen zijn. Begering pakte de jon gen de kruiden aan, vergat te bedan ken en rende naar huis. Hij ging naar de keuken en begon eerst een aftreksel voor zich zelf te koken. Mot grote slok ken dronk hij van het drankje .maar nauwelijks had hij het opgedronken of zijn oneerlijkheid werd streng ge straft. Hij kreeg verschrikkelijke pijn in zijn buik, hij wist geen raad en schrei de van belang. Dat duurde zo een paar dagen en toen ging het over, maar ln die dagen was hij helemaal veranderd en een brave jongen geworden. HU voelde wel dat de boskabouter hem een lesje had willen geven. Zo was het dan toch werkelijk een heilzaam kruid ge weest dat de kabouter hem gegeven had. Naverteld* door Tante Jo. CORRESPONDENTE Henk W. uit Leiderdorp vraagt ons waar dc zemen vandaan komen. Nou Henk dat is gauw gezegd, luister maar. Een zeem is een gedeelte van een dierenhuid en wel van het schaap. Wanneer de wol er afgeschoren is, en het schaap is geslacht dan wordt de huid verwerkt tot zeemleer. Nu vertel ik je er meteen bij dat van de huid van een geit fijn leer wordt gemaakt voor glacé handschoe nen. Dat weet je nu alweer Henk. Dag kinders, tot de volgende week. Jullie denken er toch zeker aan dat Maria, onze goede Moeder in de he mel, Maandag jarig is en dat we haar 's morgens allemaal in de kerk gaan feliciteren? En het cadeautje? Wel dc hele dag extra je best doen. TANTE JO en OOM TOON. 39. Tussen al die bedrijven door lag Humpo Hotsflots nog maar steeds bewusteloos in de coupé, op dezelfde plek, waar Peter Puinhoop hem had neergeslagen. Hij begon juist weer een beetje bij te komen en zich af te vragen, waar hij zich eigenlijk be vond, toen een bekend stemgeluid tot hem doordrong. „Humpo", hoorde hij roepen. „Humpo! Hoe is het met je? Heeft die dief je pijn gedaan?" Humpo Hotsflots keek verbaasd op. Dat was de stem van Evyzijn buurmeisjeWat kwam die nou ineens hier doen? En waar was hij eigenlijk? O, ja, in een trein.... Hij herinnerde zich plotseling alles weer en ging rechtop zitten. „Wat is er met de lijst gebeurd? Is die alweer te recht:" vroeg hij haastig aan Eve- lientje. „De lijst is helemaal kapot," gaf Evy ten antwoord. „Maar dat geeft niets. Er zijn veel zonderlinger dingen gebeurd in dit tijd. Kom maar gauw mee, ik heb buiten een taxi staan en dan zal je de rest van het verhaal wel gauw begrijpen". Een beetje duizelig nog stond Humpo op en strompelde, gesteund door Evy, het station uit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 5