S)e £ckite(2oti/fcant Het nieuwe Ministerie-Drees officieel benoemd Toelichting van de (eerste en) laatste formateur Levensloop van de gloed-nieuwe ministers Directeur: C. M. v. HAMERSVELD. Hoofdredacteur: L. C. J. ROOZEN. KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN BINSDAG 2 SEPTEMBER 1952 43ste JAARGANG No. 12679 Candidaten op het oorlogspad Papengracht 32, Tel. 20015, Adm. en Adv. 20826, Abonn. 20935, Giro 103003. Abonnementsprijs f 0.47 p. w., 1 2p. mnd., f 6p. kwart. Franco p. p. f 6.80. - Advert.: 15 ct. p. mm. Telefoontjes f 1.50 Het Koninklijk Besluit, waarbij het nieuwe minister ie-D rees wordt benoemd, is tegen het einde van Maandagmiddag officieel versche nen. Het Koninklijk Besluit luidt als volgt: Wij Juliana, bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gelet op de ontslagaanvragen van de heren: dr. W. Drees, minister-president, minister van Algemene Zaken, mr. F. G. C. J. M. Teulings, minis ter zonder portefeuille, mr. D. U. Stikker, minister van Buitenlandse Zaken, mr. H. Mulder ij e, minister van Justitie, prof. dr. L. J. M. Beel, minister van Binnenlandse Zaken, prof. dr. F. J. Th. Rutten, minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, ir. C. Staf, minister van Oorlog en minister van Marine, mr. J. In 't Veld, minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, H. H. Wemmers, minister van Ver keer en Waterstaat, prof. dr. J. R. M. van den Brink, minister van Economische Zaken, S- L. Mansholt, minister van Land bouw, Visserij en Voedselvoorzie ning, mr. A. M. Joekes, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, ir. L. A. H. Peters, minister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen, prof. dr. A. H. M. Albregts, minis ter zonder portefeuille, mr. N. S. Blom, staatssecretaris van buitenlandse zaken, mr. J. M. L. Th. Cals, staatssecre taris van onderwijs, kunsten en we tenschappen, mr. F. J. Kranenburg, staatssecre taris van oorlog, vice-admiraal H. C. W. Moorman, staatssecretaris van oorlog en van marine, De nieuwe minister-president dr. Drees heeft gistermiddag een uit eenzetting voor de pers gegeven. De heer Drees noemde het nieuwe kabinet een vier-partij en-kabinet en wilde liever het karakter van dit kabinet niet definiëren naar de be grippen parlementair of extra-par lementair. De houding van een be paalde partij, vooral in de laatste phase van de kabinetsformatie, heeft dit moeilijk gemaakt. „Het zou een onderwerp voor een nieuw proef schrift kunnen zijn", aldus voegde dr. Drees er vrolijk aan toe, waarbij hij zich in het bijzonder wendde tot de nieuwe directeur van de R.V.D., dr. Lammers, die zoals bekend, on langs een proefschrift schreef over het onderwerp „De Kroon en de ka binetsformatie". Dr. Drees bevestig de, dat het nieuwe kabinet als basis voor de regeringspolitiek het ont werp richtlijnen zal nemen, dat door hem tijdens zijn eerste formatiepo ging werd opgesteld. Tweede minister van Buiten landse Zaken Dr. Drees deelde mede, dat de beide ministers van Buitenlandse Zaken, de heren Beyen en Luns, zo veel mogelijk samen de algemene lijnen voor de buitenlandse politiek zouden opstellen. Er zal niet gespro ken kunnen worden van een zitten de en een reizende minister. Tussen de heren Beyen en Luns wordt een iunctionele taakverdeling tot stand gebracht. De beide ministers zullen samen verantwoordelijk zijn. Wanneer aan mr. Luns het minis terschap zonder portefeuille zal toe vallen, dan moet daaraan een an dere gedachte worden verbonden dan de gebruikelijke. In ieder geval zal het zo zijn dat indien de heer Luns buiten Nederland optreedt, hij eveneens als minister van Buiten landse Zaken voor het. voetlicht treedt. Mr. Beyen zal de ambtswo ning van de minister van Buiten landse Zaken aan het Plein 1813 be trekken. Minister De Bruijn Ook van de portefeuille van de heer A. C- de Bruijn kon dr. Drees nog geen definitieve omschrijving goven. De minister-president bedoel de hier kennelijk mee te zeggen, dat het nog niet vaststaat, of de heer De Bruijn een apart departement onder zich zal krijgen, of dat de portefeuil le voor de Publiekrechtelijke Be drijfsorganisatie zal moeten werken binnen het kader van het ambtelijk apparaat van het departement van Economische Zaken. In ieder geval zal de publiekrechtelijke bedrijfs organisatie een afzonderlijke taak worden. „Bezitsvorming" zal een van de taken vormen van de heer De Bruyn. Wat de staatssecretarissen betreft kondigde dr. Drees aan, dat aan On derwijs, Kunsten en Wetenschappen en aan Economische Zaken een nieuwe staatssecretaris zal worden benoemd, aan Economische Zaken een KVP-staatssecretaris voor de middenstand en aan O. K. en W. een opvolger voor mr. Cals. Er zijn voor deze KVP-staatsse- cretarissen nog geen namen in over weging. De demissionnaire staatssecretaris sen Götzen (Minuor) en Blom (Bui tenlandse Zaken) zullen niet terug keren. Reorganisatie Minuor Het ligt in de bedoeling de reor ganisatie van Minuor (ministerie van Uniezaken en Overzeese Rijks delen) geleidelijk te doen verlopen. Daarom zullen voorlopig de Indone sische aangelegenheden, die in de toekomst naar Buitenlandse Zaken tullen worden overgebracht, bij het tiinisterie van Overzeese Rijksdelen blijven. Voor mr. Blom zal op Bui tenlandse Zaken een nieuwe functie met betrekking tot de Indonesische aangelegenheden worden gecreëerd. Oorlog en Marine Op Oorlog en Marine zullen de beide staatssecretarissen Kranenburg en "Moorman aanblijven. De taak van de heer Moorman zal worden teruggebracht tot Marine en die van mr. Kranenburg zal worden uitge breid tot de gehele zorg voor Oorlog. De demissionnaire staatssecretaris sen dr. Van Rhijn en dr. Muntendam zullen op Sociale Zaken terugkeren. Maatschappelijke zorg Dr. Drees deelde mede, dat het nieuwe departement van Maatschap pelijk Werk het maatschappelijke werk van de departementen van Binnenlandse Zaken en van Over zeese Rijksdelen onder zich zal krij gen evenals de afdeling Sociale Bij stand van Sociale Zaken plus Blin denzorg en Gezinsverzorging van dit departement. Alles wat de werk lozenzorg raakt blijft bij Sociale Za ken. De dienst uitvoering werken (D.U.W.) die tot dusver onder het departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting ressorteerde, wordt ondergebracht bij Sociale Zaken. De sociaal-economische hulpverlening aan zelfstandigen zal bij het. depar tement van Sociale Zaken blijven. Het ligt niet in de bedoeling dat het nieuwe kabinet met een rege ringsverklaring voor het parlement verschijnt. De Troonrede van H. M. de Koningin op de derde Dinsdag in September zal n.l. de politiek van het nieuwe kabinet ontvouwen. mr. dr. A. A. van Rhijn, staatsse- cretaris van sociale zaken, dr. P. Muntendam, staatssecretaris van volksgezondheid, L. Gotzen, staatssecretaris voor Uniezaken en overzeese rijksdelen; hebben besloten en besluiten: 1. het aangeboden ontslag van de heren: dr. W- DREES, minister-president, minister van Algemene Zaken, prof. dr. L. J. M. BEEL, minister van Binnenlandse Zaken, ir. C. STAF, minister van Oorlog en minister van Marine, S. L. MANSHOLT, minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoor ziening, mr. F. J. KRANENBURG, staats secretaris van oorlog, vice-admiraal H. C. W. MOOR MAN, staatssecretaris van oorlog en van marine, mr. dr. A. A. VAN RHIJN, staats secretaris van sociale zaken, dr. P. MUNTENDAM, staatssecre taris van volksgezondheid, niet aan te nemen; 2. Op de meest eervolle wijze ont slag te verlenen aan de heren: mr. F. Teulings, mr. D. U. Stik ker, mr. H. Mulder ij e, prof. dr. F. J. Th. Rutten, mr. J. In 't Veld, H. H. Wemmers, prof. dr. J. R. M. van den Brink, mr. A. M. Joekes, ir. L. A. H. Peters, prof. dr. A. H. M. Al bregts, mr. N. S. Blom, mr. J. M- L. Th. Cals, L. Gotzen, met dankbetui ging voor de vele en gewichtige diensten, ook onder zeer moeilijke omstandigheden aan ons en het ko ninkrijk bewezen; 3. prof. dr. L. J. M. BEEL, minis ter van Binnenlandse Zaken te be lasten met het beheer van het de partement van Maatschappelijk Werk. 4. Vice-admiraal H- C. W. MOOR MAN op de meest eervolle wijze te ontheffen van zijn functie als staats secretaris van oorlog. 5. Te benoemen: tot minister van Buitenlandse Za ken: mr. J. W. BEYEN. tot minister zonder portefeuille: mr. J. M. A. H. LUNS; tot minister van Justitie: mr. L. A. DONKER; tot minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen: mr.. J. M. L. Th. CALS; tot minister van Financiën: J. A. VAN DE KIEFT; tot minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting: ir. H. B. J. WITTE; tot minister van Verkeer en Wa terstaat: mr. J. ALGERA; tot minister van Economische Za ken: prof. dr. J. ZIJLSTRA; tot minister voor Publiekrechte lijke Bedrijfsorganisatie: J. A. C. DE BRUIJN; tot minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: J. G. SUURHOFF; tot minister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen: prof. dr. W. J. A. KERNKAMP. 6. Dit besluit treedt in werking met ingang van 2 September 1952. Extract dezes zal worden gezon den aan de in dit besluit genoemden I en voorts afschrift aan de departe menten van algemeen bestuur, de I hoge colleges van staat en aan de raad van ministers. Van de wieg tot de ministers-zetel Hieronder volgen de levensbeschrij vingen van de nieuwe leden van het kabinet: Mr. Algera. Mr. Jacob ALGERA werd 28 Maart 1902 te Wirdum geboren. Na de H.B.S. te hebben bezocht, studeerde hij rechten aan de rijksuniversiteit te Groningen en promoveerde daar in 1923. In 1920 was hij reeds aange steld als ambtenaar ter provinciale bibliotheek. Mr. Algera was reserve officier van de veld-artillerie en se cretaris van het provinciaal comité van de Anti-Revolutionaire kiesver enigingen in Friesland. Van 1935 tot aan de laatste oorlog maakte hij deel uit van de gemeenteraad van Leeu warden en na de bevrijding werd hij tot waarnemend burgemeester van deze stad benoemd. In 1937 was hij als lid van de Tweede Kamer voor de A R. partij gekozen en in 1946 nam hy zitting in de Gedeputeerde Staten van Friesland. Mr. Algera is lid ge weest van tal van staatscommissies en van de kort na de oorlog optre dende nationale adviescommissie. Thans maakt hij deel uit van de Zui derzeeraad en de Electriciteitsraad. In 1935 schreef hij onder de titel „Leeuwarden door de eeuwen heen" een populaire geschiedenis van zijn woonstad. Mr. Algera is ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Mr. Beyen. Mr. Johan Willem BEYEN is op 2 Mei 1897 te Utrecht geboren, waar hij het gymnasium doorliep en ver volgens aan de rijksuniversiteit rechtswetenschappen studeerde. Hij promoveerde in 1918 op stellingen, waarna hij tot 1923 bij het ministerie van financiën werkzaam was. In 1923 werd hij referendaris bij de Generale Thesaurie. Gedurende het vooraf gaande jaar trad hij op als waarne mend thesaurier-generaal en van 1924 tot 1925 was hij secretaris van de directie van Philips fabrieken te Eindhoven. Van 1925 tot 1927 was hij directeur van het Amsterdamse kan toor van de Javase Bank, daarna tot 1935 directeur van de Rotterdamse Bankvereniging. Van 19341935 trad hij op als voorzittr van het Werk fonds en vervolgens tot 1937 als waarnemend president van de Bank voor Internationale Betalingen te Bazel, van welke instelling hij in de drie volgende jaren president was. In 1940 werd hij financieel directeur van Lever Brothers en Unilever. Ge durende de Londense periode van de Nederlandse regering was Mr. Beyen haar financieel adviseur. In 1946 maakte hij deel uit van een delegatie onder leiding van prof. mr. P. Lief- tinck, die in Amerika financiële on derhandelingen voerde. Kort daarop volgde zijn benoeming tot executieve director van het Internationaal Mo netaire Fonds. Tot 1937 vervulde hij vele commissariaten in belangrijke Nederlandse concerns. In 1926 verscheen van zijn hand: „Het plaatselijke belastinggebied". De Bruijn. Adriaan Cornelis de BRUIJN werd 5 November 1887 te Utrecht geboren. Hij werd opgeleid voor de metaal industrie en volgde cursussen in de sociale en economische wetenschap pen. Na voorzitter van de propa- gandaclub Amsterdam van de Ned. R.K. Metaalbewerkersbond te zijn ge weest, werd hij in 1914 bezoldigd se cretaris van de landelijke bond en ir 1915 voorzitter. In de eerste wereld oorlog werd de heer De Bruijn voor zitter van het bureau der R.K. vak organisatie. In 1925 werd hij in de zelfde functie benoemd bij liet R.K. Werkliedenverbond, thans de Katho lieke Arbeiders Beweging. Van 1919 tot aan 1923 was de heer De Bruijn lid van de Utrechtse ge meenteraad en van 1927 tot aan 1929 maakte hij deel uit van de Provin ciale Staten van Utrecht. Sinds laatstgenoemd jaar heeft hij zitting in de Eerste Kamer. Ook was hij lid van de Hoge Raad van Arbeid. Thans is hij o.m. lid van de S.E.R. Bij het 25-jarig bestaan van de K.A.B. werd de heer De Bruijn be noemd tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, tevens is hij rid der in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Mr. Cals. Mr. Jozef Maria Laurens Theo Cals werd op 18 Juli 1914 te Nijme gen geboren. Hij bezocht een mid delbare sohool te Roermond en stu deerde rechten aan de R.K. Univer siteit te Nijmegen. Na zijn promotie was hij leraar aan een H.B.S. in de staatshuishoudkunde, staatsinrichting en handelsrecht te Roermond. In 1941 vestigde mr. Cals zich als advocaat en procureur in zijn ge boortestad. Gedurende enkele jaren was hij fractie-voorzitter van de K.VP. in de Nijmeegse gemeente raad. In 1948 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer. Hij had hierin zitting tot 1950 toen zijn be noeming volgde tot staatssecretaris van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Mr. Cals was voorzitter van de Mijnindustrie- raad en bekleedde tevens deze func tie enige jaren bij de Katholieke Jeugdraad voor Nederland. De heer Cals heeft diverse functies bekleed in de K.V.P., o.a. voorzitter van de kring Nijmegen van de K.VP. Mr. Donker. Mr. Leendert Antonie DONKER werd op 7 September 1899 te Alm- kerk (N.B.) geboren. In Gorinchem bezocht hij de H.B.S. en deed in 1920 staatsexamen A, waarna hij aan de gemeentelijke universiteit van Am sterdam rechten ging studeren. In 1924 vestigde hij zich als advocaat en procureur te Rotterdam, waar hij in 1927 voor de S.D.A.P. tot lid van de gemeenteraad werd gekozen. Vier jaar later kreeg hij zitting in de Prov. Staten van Zuid-Holland. Se dert 1935 is mr. Donker, die naar de Partij van de Arbeid overging, lid van de Tweede Kamer. Hij is voor zitter van de parlementaire enquête commissie regeringsbeleid 19401945 en voorzitter van de Raad van Rechtsherstel. Nadat in 1951 jhr. mr. Van der Goes van Naters bedankt had voor het fractie-voorzitterschap van de P. v. d. A. in de Tweede Ka mer, werd mr. Donker in diens plaats benoemd. Prof. Kernkamp. Prof. mr. dr. Willem Jan Arend KERNKAMP werd 18 Juli 1900 te Edam geboren. Hij bezocht het Ge reformeerd gymnasium te Amster dam en studeerde rechten aan de vrije universiteit in de hoofdstad, waar hij in 1926 het doctoraal exa men aflegde. Vervolgens was hij ge durende enige jaren in maatschappe lijke betrekkingen werkzaam. In 1929 hervatte hij zijn studie aan de rijksuniversiteit te Utrecht in het Arabisch en Indisch recht. Vier jaar later deed hij in deze vakken het aanvullend doctoraal examen. Hierna maakte hij een studiereis naar Egypte, Saoedie-Arabië, Palestina en Syrië. In 1935 promoveerde hij met lof te Utrecht op het proefschrift „De Is lam en de vrouw". Een jaar later aanvaardde hij de benoeming tot bij zonder hoogleraar in de Indologische faculteit aan de rijksuniversiteit te Utrecht. In 1946 werd hij hoogleraar in het Nederlandse staatsrecht al daar. Na de bevrijding heeft prof. Kernkamp zitting gehad in de Bij zondere Raad van Cassatie. Tevens maakte hij deel uit van de Ned. de legatie ter zesde Algemene Vergade ring van de Verenigde Naties. In deze functie was hij te Parijs voor zitter van de speciale commissie voor de minder ontwikkelde gebieden. Hij heeft toen het Nederlansde standpunt verdedigd met betrekking tot het al of niet rapporteren over Suriname en de Nederlandse Antillen. Buiten zijn dissertatie verschenen van de hand van prof. Kernkamp tal van artikelen in couranten en tijdschrif ten. Zie vervolg pagina 2. Even voorstellen Bovenste rij van links naar rechts: Dr. W. Drees (Minis ter-president en minister van Algemene Zaken); Prof. Mr. L. J. M. Beel (vice-minister, president en minister van Maatschappelijk Werk). Mr. J. W. Beijen (minister van Buitenlandse Zaken); Mr. J. M. A. H. Luns (minister zon der portefeuille); Mr. J. Al gera (minister van Verkeer en Waterstaat). Tweede rij van links naar rechts: Prof. Dr. J. Zijlstra (minister van Economische Zaken; J. G. Suurhoff (minis ter van Sociale Zaken), Mr. L. A. Donker (minister van Justitie); S. L. Mansholt (mi nister van Landbouw, Visse rij en Voedselvoorziening); J. van de Kieft (minister van Financiën). Derde rij van links naar rechts: Mr. Th. J. Cals (mi nister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen); Ir. H. S. J. Witte (minister van Wederopbouw en Volkshuis vesting); A. C. de Bruyn (mi nister voor P. B O en Bezits- sprciding)Prof. Mr. Dr. W. J. A. Kernkamp (minister van Overzeese Rijksdelen); Ir. C. Staf (minister van Oorlog en Marine). JCeweCtje Gij zult alles moeten dragen, zolang het Gode behagen zal, want God wil dat gij de be proeving ook zonder de ver troosting leert dragen. Thomas a Kempis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 1