Wie puzzelt met mee
C IN DE KRANTENTUIN
tDe auantwten aatl Humpo Hotsflots kunstenaar
ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1952
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 2
Afgebluft. Een minister, die er
niet veel van terecht gebracht had,
zei na zijn afzetting op een politie
ke vergadering, de woorden van Ho-
ratius: „Ik hul mij in de deugd".
Toen bleek, dat hij verkouden
was, riep iemand uit de zaal: „Eigen
schuld! Moet je je'maar niet zo luch
tig kleden."
Scherp. „Ja", zei de advocaat,
„ik adviseer U om die persoon eerst
eens een scherpe brief te schrijven
en dan af te wachten, hoe hij rea
geert".
„Prachtig, prachtig", antwoordde
de cliënt terwijl hij zich de handen
wreef van genoegen. „Hoe schrijf je
ploert met een d of een t?"
Huwelijksreis. „Jullie hebt een
prachtige reis gehad, is het niet? Heb
je Napels nog gezien?"
„Dat weet ik werkelijk niet. Mijn
man kocht namelijk altijd de spoor
kaartjes".
Ging niet. Zus zat al een week
te mokken, omdat haar verloving
verbroken was. Eindelijk begon het
pa te vervelen. „Waarom verzoenen
jullie je niet?", vroeg hij.
„Dat gaat niet", antwoordde zijn
dochter, „want we weten niet meer,
waar we ruzie om hadden."
Dubbelzinnig. „Maar vrouw,
hoe kun je nou toch proberen, om
een spijker in de muur te slaan met
een klerenhanger? Gebruik toch je
hoofd".
Goede vergelijking. Twee vrien
den verschilden van mening over
een boek. „Ach", zei de een, die zelf
schrijver was, „daar kan jij niet over
oordelen. Je hebt zelf nog nooit een
boek geschreven."
„Dat is zo", antwoordde dc ander.
„Maar ik heb ook nog nooit een ei
gelegd en toch kan ik beoordelen of
een uitsmijter goed of slecht is."
Veelbelovend advocaat. Prof:
„Wat is bedrog."
Student: „Als U me laat zakken."
Prof.: „Waarom?"
Student: „Omdat volgens de wet
degene, die de onwetendheid van
een ander benut om hem schade te
berokkenen, bedrog pleegt".
Handig. Kunstschilder: „En hoe
vindt je dat schilderij. Zeg eens eer
lijk Uw mening."
„Volgens 'mij is ze waardeloos."
Kunstschilder: „Dat weet ik, maar
toch wil ik eens graag Uw mening
horen".
Nog handiger. Klant (in boe
kenwinkel): „Ik kan geen woorden
vinden om Uw optreden te laken".
Bediende: „Mag ik U dan mis
schien een woordenboek verkopen?"
Handigst. Leraar: „Wanneer
was de slag bij Nieuwkoop?"
Leerling: „Het spijt me mijnheer,
dat ik U niet uit de droom kan hel
pen, maar op het ogenblik weet ik
het zelf niet".
Correspondentie. De onderwij
zer schreef aan Jantje's vader: „Uw
zoontje praat veel te veel."
Jantje's vader schreef terug: „Dan
moet U zijn moeder eens horen".
Aetherklanken
HILVERSUM I, 402 M.
8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.30 IKOR,
11.45 IKOR en VPRO. 12.00 AVRO,
17.00 VPRO, 17.30 VARA, 20.00—24.00
AVRO.
VARA: 8.00 Nieuws, weerberichten
en postduivenberichten. 8.18 Gramo-
foonmuziek. 8.35 „Wat er groeit en
bloeit", causerie. 8.45 Gramofoonmu-
ziek. 9.02 Sportmededelingen en post
duivenberichten. 9.05 Gramofoonmu-
ziek. 9.45 „Geestelijk leven", causerie.
VPRO: 10.00 Voor de kinderen.
IKOR: 10.30 Herv. kerkdienst. IKOR
en VPRO: pl.m. 11.45 Causerie over
de Lutherse Wereldconferentie te
Hannover. AVRO: 12.00 Postduiven-
berichten en Boulevardconcert. 12.30
„Even afrekenen, Heren!". 12.40 Or
gelspel. 13.00 Nieuws en weerberich
ten. 13.05 Mededelingen en gramo-
foonmuziek. 13.25 Metropole-orkest.
13.55 Boekbespreking 14.15 „Tristan
und Isolde", opera (le acte). 15.45
Toneelbeschouwing. 16.00 Dansmu
ziek. 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00
Vrouwenwereld", causerie. 17.20 „Van
het kerkelijk erf", causerie. VARA:
17.30 Vrouwenkoor. 17.50 Sportjour
naal. 18.15 Nieuws er sportuitslagen.
18.30 Cabaret. 19.00 Metropole orkest
en koor. 19.30 Spontane reacties
AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 „Die Ba-
jaders", operette. 21.05 „De Helder
ziende", hoorspel. 21.15 Gramofoon-
muziek. 22.00 Gevarieerde muziek.
22.30 Nederlandse liedjes en dansen.
23.00 Nieuws. 23.15 Weekoverzicht.
23.25 Gevarieerde muziek. 23.45-24.00
Gramofoonmuziek.
HILVERSUM n, 298 m.
8.00 NCRV. 8.30 IKOR, 9.30 KRO,
17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nieuws en weerbe
richten. 8.15 Gramofoonmuziek. IKOR
8.30 Ned. Herv. kerkdienst. KRO:
Nieuws en waterstanden. 9.45 Gra
mofoonmuziek. 9.55 Hoogmis. 11.30
Gramofoonmuziek. 11.40 Idem.
12.15 Idem. 12.40 Lichte muziek. 12.55
Zonnewijzer. 13.00 Nieuws, weerbe
richten en katholiek nieuws. 13.10
Lunchconcert. 13.45 „De wereld van
Sint Paulus", causerie. 14.00 Gramo
foonmuziek. 14.30 Idem. 15.55 Idem.
16.10 Katholiek Thuisfront Overal.
16.15 Sport. 1C.30 Vespers. NCRV:
17.00 Doopsgezinde kerkdienst. 18.30
Gewijde muziek. 19.15 „Twee Ko
ningen van Oud-Israël, Saul en Jero-
beam", causerie. 19.30 Nieuws, sport
uitslagen en weerberichten. KRO:
19.45 Actualiteiten. 19.52 Boekbespre
king. 20.05 De gewone man zegt er
't zijne van. 20.12 Gevarieèrd pro
gramma. 22.45 Avondgebed en Litur
gische kalender. 23.00 Nieuws. 23.15
24.00 Residentie-orkest.
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.0C*—.24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws; 7.15 Gramo
foonmuziek; 8.00 Nieuws; 8.15 Gra
mofoonmuziek; 9.00 Morgenwijding;
9.15 Gramofoonmuziek; 9.30 Voor de
huisvrouw; 9.35 Waterstanden; 9.40
Gramofoonmuziek; 11.00 „6 Maan
den kris en kras door Noord-Afrika",
causerie; 11.15 Kamerorkest; 12.00
Orgel en zang; 12.30 Land- en tuin-
bouwmededelingen; 12.33 In 't spi
onnetje; 12.38 Gram.muziek; 13.00
Nieuws; 13.15 Mededelingen en gra
mofoonmuziek; 13.25 Musette-orkest;
14.00 „Wat gaat er om in de wereld?"
causerie; 14.20 Gramofoonmuziek;
14.30 Voordracht; 14.45 Omroepor
kest, klein mannenkoor en solisten;
15.20 Vocaal Dubbelkwartet; 15.35
Strijkorkest; 16.05 Gramofoonmuz.;
16.45 Musicalender; 17.30 Gramofoon-
muziek; 18.00 Nieuws; 18.15 Kam
pioenschappen Nederlandse Accor
deon-solisten; 18.50 Gramofoonmuz.;
18.55 Pianospel; 19.10 Koor en solis
ten; 19.45 Gramofoonmuziek; 20.00
Nieuws; 20.05 Gevarieerd program
ma; 20.55 Orkestconcert; 2135 „Tris-
I tan und Isolde", opera (2e acte).
23.00 Nieuws; 23.15—24.00 Gramo
foonmuziek.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws; 7.15 Ochtend
gymnastiek; 7.30 Gramofoonmuziek;
7.45 Een woord voor de dag; 8.00
Nieuws en weerberichten; 8.15 Ge
wijde muziek; 8.45 Gramofoonmuz.;
9.00 Voor de zieken; 9.30 Voor de
huisvrouw; 9.35 Gramofoonmuziek;
j 10.00 Orgelspel; 10.30 Morgendienst;
11.00 Zang en piano; 11.30 Zomer
avondconcert; 12.10 Gramofoonmuz.;
I 12.25 Voor boer en tuinder; 12.30
Horizontaal: 1. roofdier, 4. vis, 8.
katoen ener lamp, 11. opgewekt, 13.
plaats in Engeland, 16. afnemend
getij, 18. huisdier, 19. boom, 20. mu
zieknoot, 21. vast, stevig, 23. mu
zieknoot, 24. spits of puntig als een
tap, 25. bakje, 26. stand, 28. niet be
groeid, 29. vlaktemaat, 30. jongens
naam, 31. lidwoord, 32. veer, 35. ge
wicht, 36. gem. in Gelderl., 38. ach
ting, 39. landbouwwerktuig, 40.
voornaamwoord, 41. bundel, 43.
voegwoord, 44. bijwoord, 45. vrucht,
47. deel van het aangezicht, 49. hond,
50. gebouwen voor warme baden,
53. als 44 hor., 54. weke vettige stof,
55. vaartuig, 56. moedig, 58. dienst
bode, 59. kom, 60. edelgas, 61. vol
gens andere (afk.), 62. zware zoete
wijn, 64. pers. voornaamwoord, 65.
graafschap in Engeland, 66. koppel
riem voor jagershonden, 68. heeft 'n
schip, 69. soldij, 70. stad in Duitsland
aan de Fulda, 72. drank, 73. nevens,
74. deel van een boom.
Verticaal: 2. voorzetsel, 3. beesten-
voeder, 4. Zeeuwse hoeve, 5. land
tong, 6. oude rekening (afk.), 7. be
roemd Duits sterrenkundige, 8. duw,
9. voorzetsel, 10. boom, 12. dorp in
Drente, 14. stapel, 15. snoer van een
hengel, 17. bagage (O.I.)19. zijtak
Moezel, 20. drasland, 22. wapen, 24.
afkorting voor tantalium, 25. gebo
gen, 27. staatsbedrijf (afk.), 28. ru
we soda, 29. de 12 machtige goden
der Germanen, 30. een door prikke
ling van het slijmvlies der luchtwe
gen veroorzaakte ploselinge uitsto
ting van lucht, die gepaard gaat met
een eigenaardig geluid, 31. lidwoord,
33. taartje, 34. bijwoord, 36. maat
schappij voor het opslaan van goede
ren, 37. bosgod, 40. kenteken, 42.
kloof, 44. vroeger, 45. afgebakende
ruimte, 46. cijferen, 48. plaats in de
oudheid, 49. tocht, uitstap, 51 kram,
52, aantekening, 54. als 40 hor., 57.
als 43 hor., 58. Turkse tarwe, 59. jong
varken, 60. zelfkant, 61 kledingstuk,
63. deel van een helm, 65. oude bc-
j naming voor liter. 66. tussenzetsel,
67. sportterm, 69. pers. voornaam-
Land- en tuinbouwmededelingen;
12.33 Orgel-concert; 12.59 Klokgelui;
13.00 Nieuws; 13.15 Mandoline-or
kest; 13.45 Gramofoonmuziek; 14.00
Voordracht; 14.35 Gramofoonmuziek;
14.45 Voor de vrouw; 15.15 Tenor en
gitaar; 15.30 Gramofoonmuziek; 16.00
Bijbellezing; 16.30 Strijkkwartet en
piano; 17.00 Voor de kleuters; 17.15
Gevarieerde muziek; 17.45 Rege
ringsuitzending: Drs. S. C. Bakke
nist: „De importhandel in Indone
sië". 18.00 Nieuws; 18.15 Gramofoon
muziek; 18.25 „Voor de mannen in
grijs, groen en blauw"; 18.30 Gra
mofoonmuziek; 19.15 „Moet het
oude verdwijnen?" dicussie; 19.30
Gramofoonmuziek; 19.40 Radiokrant;
20.00 Nieuws en weerberichten; 20.10
^Bescherming Burgerbevolking",
causerie; 20.15 Vocaal ensemble en
orgel; 20.45 „Muziekinstrumenten
van de verschillende volkeren", cau
serie; 21.00 Metropole Orkest; 21.25
Gramofoonmuziek; 21.40 „Zoeklicht
op Zuid Amerika", causerie; 21.50
Radio Philharmonisch Orkest; 22.15
Pianorecital; 22.45 Avondoverden
king; 23.00 Nieuws en herhaling S.
O.S.-berichten; 23.1524.00 Gramo
foonmuziek.
RADIO-UITZENDING
„BESCHERMING BEVOLKING".
In 't programma van Maandag zal
een radio-uitzending plaats vinden
over „Bescherming Bevolking" en
wel van Maandag 11 Aug.: om 20.10
uur, Hilversum II, N.C.R.V.
Is Uw Radio defect
BEL 24244
D* Radio-Technisch* Dienst
I.E.M.C.O. N.V.. Nieuw* RHn 32
Repareert vlug, betrouwbaar en vak
kundig.
(Advertentie)
woord, 70. dam langs een water, 71.
muzieknoot.
De oplossing moet voor Donderdag
a.s. of reductie zijn bezorgd. Op de
enveloppe vermelden: „Puzzel".
Voor de goede inzenders wordt
beschikbaar gesteld een paar man
chetknopen, een lepeltje en 'n boek.
OPLOSSING.
Horizontaal: 1. priora, 5. esprit, 10.
ras, 12. Ada, 13. Opel, 15. das, 17.
daas, 18. rode, 20. idem, 22. en, 23.
0.r., 25. O.L., 26. re, 27. diaeresis, 31.
os, 34. diagonaal, 41. af, 42. sa, 43.
ka, 44. na, 45. berm, 47. oord, 49.
snor, 51. Hm, 53. drop, 55. eed, 58.
Ide, 59. roebel, 60. noveen.
Verticaal: 1. proces, 2. rap, 3. Iser.
4. ra, 6. sa, 7. raam, 8. Ida, 9. tassen,
11. ka, 14. looi, 15. de, 16. si, 17. Deli,
19. dra, 21. dos, 24. er, 27. dod, 28.
eng, 29. een, 30. sol. 33. passer, 35.
Iser, 36. Aar, 37. of, 38. ako, 39. aard.
40. Kampen, 45. bode, 46. mi, 47. om,
48. drie, 50. neo, 52. lij, 54. ode, 56.
1.e., 57. do.
Deze week werden de prijzen ge
wonnen door de heer H. A. J. Bie-
sjot, Prinsenstraat 43, Leiden (as
bak), mevr. v. Steyn, Huize Emmaiu
Zoeterwoude (paar manchetknopen
en J. v. d. Hulst, ?Ioge Morsweg 128
Oegstgeest (boek).
Barend, Jasper en
scheepshond
Opeens begon het kletterend te rege
nen. Met geweld viel het water naar
beneden. Begerig likten ze de druppels
op die van hun haren naar beneden
sijpelden. Het was nu bijna volkomen
donker. De wind nam nog steeds in
kracht toe. Van hozen was nu geen
sprake meer. Als een notendop werd de
boot iedere keer hoog opgesmeten en
weer neergekwakt. Wat nattigheid be
treft was er al een hele tijd geen ver-
schil meer tussen buitenboord en er bin
nen. Tot over hun knieën zaten ze in
het water. Daar kwam weer zo'n ge
weldige roller aan. Even zagen ze de
voorpunt hoog boven hun hoofd oprij
zen en toen was het gedaan. Achterover
tuimelden ze de zee in, terwijl de boot
met een prachtige duik schuin achterover
omkiepte. „Nu zijn we voor de haaien",
was het eerste wat Barend dacht. Maar
dat viel gelukkig nog al mee. Toen hij
vlak naast de omgekeerde boot weer
boven water kwam was tenminste het
eerste wat hij zag, de ragebol van Jas
per. Jasper had de boot al weer te pak
ken en probeerde zich er boven op te
hijsen. Maar dat viel nog niet mee. De
boot was zo glad als een aal en was in
voortdurende beweging. Barend was nu
naar de andere kant van de boot ge
zwommen. Ook hem lukte het niet, op
de boot te klauteren. Als er een hoge
golf kwam, konden ze elkaar soms over
de boot heen zien. Al een paar keer had
Jasper iets om zijn been gevoeld. Eerst
had hij gedacht, dat het een haai was,
maar er gebeurde verder niets. Nu voel
de hij het weer. Voorzichtig greep hij
er nu naar. Het bleek een touw van de
boot te zijn, dat onder water om zijn
been slierde. Jasper probeerde het touw
los te trekken, doch het zat stevig vast.
Hij haalde nu diep adem en dook onder
water. Snel probeerde hij de knoop los
te maken, maar door de nattigheid zat
die stevig vast. Verschillende malen
moest hij duiken, voor hij het touw ein
delijk los had. De laatste keer stootte
hij nog flink zijn hoofd toen een golf
juist de boot deed kantelen toen hij er
onder wilde duiken. Met een zwaai
gooide hij nu het touw over de boot
heen naar Barend. Met behulp van het
touw probeerden ze zich nu ieder
een kant naar boven te hijsen. Na ver
schillende mislukte pogingen waren ze
er een keer bijna en Barend kon Jasper
nog net bij z'n arm grijpen. Zo sjorden
ze zich boven op de omgekeerde boot,
waar ze een beetje op adem konden ko
men. Erg rustig zaten ze echter nog niet,
want de boot maakte de meest onver
wachte bewegingen en al spoedig gle
den ze weer in de golven. Barend pro
beerde nu het touw door het gat in de
zijkant te wurmen. Daarna legde hij er
onder water een knoop in. Nu konden
ze het over de boot gooien. Aan de
andere kant werd het nu onder een bank
doorgehaald en toen vastgeknoopt. Op
deze wijze hadden ze houvast om weer
naar boven te klauteren en al spoedig
zatén ze weer boven op hun kleine drij
vende eiland en midden in de ziedende
zee. Ze waren- allebei zo ziek als een
hond. Ten eerste door het vele water
ze binnen gekregen hadden en bo
vendien werden ze steeds maar weer
heen en weer geslingerd, wat nu ook
niet bepaald bevorderlijk was voor hun
welzijn. Het onweerde nu ook al. Af en
toe een felle bliksemslag. Van de donder
was niet veel te horen, zo'n kabaal
maakte de zee. Ze konden elkaar nau
welijks verstaan.
Hoe lang ze zo voortgeslingerd wer
den konden ze geen van beiden meer
zeggen, doch eindelijk leek het of het
ergste voorbij was. De wind ging steeds
meer liggen en de regen had al langer
opgehouden. De golven echter bleven
nog steeds even hoog en nog steeds
moesten ze zich krampachtig vasthouden
aan het touw. Wel stonden er niet meer
van die koppen op de golven, maar steeds
r op nieuw werden ze hoog opge
tild om daarna weer in de diepte te
glijden. Verkleumd van koude zaten ze
zo de hele nacht tegen elkaar aange
leund. Eindelijk begon het wat lichter
te worden en na een half uur kwam
plotseling de zon op. In een klein kwar
tiertje was het 't schitterendste weer
dat je je maar voor kunt stellen. Alleen
de golven waren nog tamelijk hoog,
maar verder zou je nergens meer aan
kunnen zien, dat het 's nachts zo ge
spookt had. Als op de rug van een wal
vis dreven ze nu rond. Moe, slaperig,
hongerig en dorstig, met enkel nog maar
wat vodden om hun lijf. De toestand
was nu met recht hopeloos te noemen.
Ze konden het zo hoogstens nog een
dag uithouden. Als er geen wonder ge
beurde, zouden ze op een ellendige ma
nier aan hun eind komen. Ze besloten
nog maar eens goed te bidden. Tegen
de middag was de zee weer spiegelglad.
Alleen een zeer flauwe deinig tilde hun
iedere keer iets boven de omgeving op.
Op eens gaf Barend een harde schreeuw.
„Een boot," riep hij schor. Jasper, die
een beetje had zitten dommelen, schoot
overeind. Met z'n tweeën staarden ze
nu in de richting, waarin Barend wees.
Lange tijd zagen zij echter niets dan
water en golven. Eindelijk kwamen ze
weer eens op een erg hoge golf en daar
zag Jasper ook het schip. Na een kwar
tiertje konden ze de schuit duidelijk
zien. Het was een behoorlijk groot stoom
schip en het kwam ongeveer hun rich
ting uit. Barend en Jasper begonnen
uit alle macht te zwaaien. Na enige tijd
ve~randerde het schip plotseling koers
en kwam nu recht op hen af. Met de
stoomfluit gaf het signalen, ten teken
dat ze de drenkelingen gezien hadden
en nu was het nog maar een kwestie
van een paar minuten of de boot lag
langszij. Alle mensen hingen over de
railing. Door de stroom werden ze nu
weer wat verder van de boot afgedre
ven, maar enige matrozen lieten een
boot zaken en een touwladder. Met zes
roeiden ze nu op Barend en Jasper
af en er ging een luid gejuich op toen
ze met moeite in de sloep gehesen wer
den. Van alle kanten werden ze met
vragen bestormd maar ze waren allebei
te vermoeid en ontdaan om iets te ver
tellen. Steeds maar weer schudde Ba
rend de handen van de vreemde zeelui,
terwijl Jasper gewoon huilde van blijd
schap en oververmoeidheid. Ieder wer
den ze door een" matroos de touwladder
opgedragen en meteen naar een hut ge
bracht. Van alle kanten kwam men aan
dragen met kleren, vruchten, koek, enz.
Het bleek een Engels schip te zijn en
met moeite konden ze de kapitein ver
staan. Deze was met een grote fles rum
aan komen dragen. Ze moesten ieder 'n
glas drinken en daarna werden ze onder
de wol gestopt. Als een blok vielen ze
in slaap. Jasper werd het eerste wakker
en direct kwam er een matroos met een
grote kop koffie en wat eten. De ma
troos vertelde Jasper, dat ze meer dan
zes en dertig uur achter elkaar geslapen
hadden. Het schip, waar ze nu op waren
kwam van Japan en zou de volgende
dag in Amerika aankomen. Nadat ze
zich wat opgeknapt hadden moesten ze
bij de kapitein komen. Daar zaten ze
urenlang te vertellen. De kapitein was
vooral geinteresseerd in het d^boek,
dat Barend gevonden had. Uit dankbaar
heid voor hun redding gaf Barend de
kaart aan de kapitein. Met behulp van
hun verhaal en een grote zeekaart kon
de kapitein nu ongeveer zien, waai
eilandjes moesten liggen. Inderdaad ston
den er op zijn kaart enige hele kleine
eilandjes, die niet eens een naam had
den. De kapitein vertelde hun r\u alles
wat hij wist van de schatten van de be
roemde zeerover Kid. Nu was hij van
plan, om in Amerika een paar weken
vacantie te nemen en dan met een klein
motorbootje en enige van zijn flinkste
matrozen een tochtje naar die eilanden
te maken. Hij nodigde Barend en Jas
per uit, met hem mee te gaan als gid
sen. Daarna zouden ze dan met hem
mee naar Europa kunnen varen. Maar
dit wordt weer een heel nieuw verhaal.
EINDE.
CORRESPONDENTIE
Neefje Joop uit Warmond vraagt ons:
Waar komt de benzine vandaan?
Nu Joop dat wil ik je wel eens even
vertellen. Benzine wordt verkregen uit
de petroleum.
De petroleum is een delfstof uit steen
achtige bodem. Met een boortoren spoort
men de holten op, waarin de aardolie
zich bevindt. Dikwijls is er in die holten
een hoge druk. Is er nu een opening ge
boord (en dat is soms heel diep) dan
spuit de olie uit de bodem en het ge
beurt dan wel dat er veel olie verloren
gaat.
De aardolie wordt nu in grote ketels
opgevangen, gezuiverd en verhit. Door
die verhitting krijgt men: benzine, pe
troleum, ruwe olie, vaseline en asfalt.
De petroelum wordt gebruikt voor
petroleummotoren en voor verwarming
(petroleumstel en -kachel).
De benzine wordt gebruikt in auto-
en vliegtuigmotoren. Ze heeft grote be
tekenis.
Ruwe olie is veel goedkoper en wordt
gebruikt in de dieselmotoren. Ook
stoommachines worden al gestookt met
ruwe olie, in plaats van met steenkool.
Petroleum, benzine en ruwe olie wordt
vervoerd in tankboten, tankwagens en
tankauto's.
Ziezo Joop, ik hoop dat ik je er nu
genoeg over verteld heb.
Beppie Splinter, Hoge Rijndijk 279.
Zoeterwoude stuurde ons al een hele
tijd geleden het volgende mopje:
Roosje Radijs kwam steeds ongewas
sen op school, bijgevolg hadden de kin
dertjes in haar naaste omgeving op den
duur last van verschillende onprettige
luchtjes. De juffrouw besloot er een
eind aan te maken en gaf Roosje een
briefje mee naar huis waarin de moeder
verzocht werd haar Roosje voortaan ge
wassen naar school te sturen, omdat,
zoals de onderwijzeres schreef: „Roosje
niet zeer aangenaam geurde". Het kind
kwam de volgende dag met een antwoord
op papier terug, het was kort maar dui
delijk: „Roosje is niet om aan te ruiken
op school, maar om te leren!"
Anne de Jong, Veerstraal 23, Oudc-
weterlng. Anne let op, hier komt je ver
haaltje.
EEN VERJAARDAG.
Jantje was jarig geweest en het was
een fijne dag. 's Morgens wipte hij al
vroeg uit z'n bedje. Hij wist het wel,
dat hij die dag jarig was. Hij begon zijn
door-de-weekse kleren aan te trekken
maar Moeder lachte toen ze Jan zag:
„Nee Jan, je mag eerst even beneden
komen en doe die kleren maar weer
uit." Jantje deed het en toen hij klaar
was. ging hij naar beneden. En wat zag
hij daar?Op de tafel lag een prach
tig matrozenpak en dat mocht hij nu
aandoen. Van blijdschap kon hij gewoon
niets zeggen. Oma bracht 's middags het
grootste geschenk, het was een prach
tige autoped. Was dat even fijn! De hele
dag was het groot feest. Het was al
's morgens begonnen toen hij met vader
en moeder mee naar de kerk mocht.
Over een paar dagen zou hij zijn eerste
H. Communie mogen doen, want hij was
nu zeven jaar en dus al een grote jon
gen. Toen hij 's avonds in zijn bedje lag
en moeder hem toestopte zei hij nog
zachtjes aan moeders oor: „Het is van
daag een fijne dag geweest."
Janny Berg, Hoofdstraat 68, Sassen-
hcim. Je bent natuurlijk allang weel
beter hè Janny. Je briefje zag er toch
netjes uit, want ik weet dat het moei
lijk is om in bed een briefje te schrij
ven. De tekeningen zijn ook aardig.
Oefen je maar goed Je begint met dik
wijls iets na te tekenen en dan eens
proberen iets uit je hoofd te tekenen.
Annle Heemskerk, Koninginneweg 27,
N.wljkerhout Zeg Annie wanneer verras
je me eens met een briefje?
Nelly Keljzer, Hecrcnweg 107, R(jn-
zaterwoude komt ons verrassen met een
sprookje.
IN HET SPROOKJESLAND.
Loesje lag in haar bedje en droomde
van het sprookjesland. Daar kwam een
elfje op haar dekens zitten. Het elfje
heette Rozenknopje. Zc vroeg of Loesje
met haar mee wilde naar het sprookjes
land. Loesje wilde natuurlijk heel erg
graag. Rozenknopje zei: „Als je even je
ogen dicht doet. raak ik je aan en dan
ben je net zo klein als ik." Loesje deed
dat en ze voelde zich al kleiner en
kleiner worden.
Nu vlogen ze door de lucht en na vijf
minuten daalden ze midden in het bos.
Ze stonden voor een boom met een
deurtje er in; daarnaast stond een ka
bouter. „Dag Pimpelneus," zei Rozen
knopje. „Dag Rozenknopje, kom maar
gauw naar binnen, het feest is al
de gang." Ze liepen door een lange gang
onder de grond en aan het einde van
die gang was een grote zaal. De zaal
was prachtig versierd met grote lam
pions, slingers en mooie bloemen. Op de
tafel stonden de lekkerste dingen en er
om heen zaten allemaal kabouters en
elfjes. Middenin zat een fee op ee\i ver
gulden troon, dat was de koningin. Loesje
moest haar eerst een handje geven, toen
gingen ze dansen en feestvieren. Om
vijf uur bracht Rozenknopje Loesje weer
naar huis en daar droomde ze verder
van het fijne feest. Om zeven uur riep
moeder haar wakker.
Agatha Hartveld, Ilcerenwcg 77, Rljn-
zalcrwoudc. Dat versje hebben jullie
aardig saampjes bedacht. Misschien
krijgt het nog wel eens een plaptsje,
vandaag heeft Nelly al een beurt gchnd.
Llda en Thea v. d. TVeijden, Loldse-
cg 82, Voorschoten. Willen jullie ook
graag met de krantentuin meedoen?
Maar dat kan natuurlijk, dat hoef je
niet te vragen. Alle nichtjes on neefjes
:ijn altijd van harte welkom. Ik reken
er dus vast op, dat jullie trouw mee
doen. Het verhaaltje van Thea krijgt het
eerst een beurt.
KERMIS.
Vlug liepen Cor en Frans door de
straat, het was al tien voor negen, dus
moesten ze zich haasten. Daar kwam
een kermiswagen aan. Er liep een man
voor met een beer aan een ketting. Bij
elk huis belde hij aan en liet de beer
leuke kunstjes maken. De jongens von
den het zo prachtig, ze dachten niet
meer aan de school en liepen achter do
man met de beer aan. Toen de klok
twaalf sloeg schrokken ze heel erg en
gingen wel wat angstig naar huis. Moe
der vroeg niets. De jongens gingen aan
de tafel zitten en gingen gewoon eten.
Frans was heel stil en at bijna niets.
„Is er iets," vroeg moeder, „je bent toch
niet ziek?" Juist ging dc bel. Moeder
deed open en daar stond een jongen aan
de deur met de bQodschap: „Waarom
zijn Cor en Frans niet op school ge
weest?"
Moeder ging naar binnen en vroeg:
„Waar zijn jullie vanmorgen geweest?"
„Naar school, moeder," jokten zc nog.
„Foei jongens, is me dat jokken. Hier
is een jongen die komt zeggen, dat Jul
lie niet op school geweest zijn."
Cor en Frans begonnen nu te huilen
en nu hoorde moeder dat ze achter de
kermiswagen gelopen hadden.
Voor straf mochten zc alle twee niet
naar de kermis toe.
Het verhaaltje van Lida is wel heel
erg klein, ze moet nog maar eens Iets
proberen. Of hebben jullie al met dc
wedstrijd mee gedaan?
Dag kinders tot de volgende week.
TANTE JO en OOM TOON.
17. „Hoe kan ik nu een dief pak
ken die in een auto wegrijdt?" meen
de Humpo. „Ik kan er toch niet hard
achtr-raan gaan hollen? Die houd ik
nooit bij!" „Zeur niet!" zei Evelientje.
„Denk om je vierhonderd gulden! Dat
is geen peulenschilletje!" „Nee, dat is
waar," aarzelde Humpo nog. „Ik zou
een rijk man zijn als ik ze mocht
houden.,Kom mee!" beval Eve
lientje, die inzag, dat Humpo er geen
zin in had. „Kom mee, dan kun je
in ieder geval zien, welke kant hy op
gaat. Dat kun je dan tenminste aan
de politie vertellen!" Ze trok hem
mee naar de gang en naar een raam.
„Kijk, daar gaat-ie!". zei ze, wijzend
r.aar een witte gestroomlijnde wagen,
die snel om een hoek verdween. „Ren
nu naar beneden, pak een taxi en
ga er achterheeft!" „Hoe moet dat, een
taxi pakken?" vroeg Humpo be
deesd. „Ik heb nog nooit in een taxi
gezeten en ook nog nooit in een tram!
Je vindt het misschien erg dom van
me, maar.... ehik heb er nooit
geld voor gehad. En taxi-chauffeurs
leveren niet op crediet, zie je?" Het
meisje keek Humpo Hotsflots met
grote ogen aan. „Heb je nog nooit in
een taxi gezeten c-n in de tram? Ik
dacht, dat kunstschilder nogal een
goed baantje was....! Maar zal
je wel helpen. Daar zijn we tenslotte
voor op de wereld.