Wie puzzelt met mee C IN DE KRANTENTUIN tDe auantwten aatl Humpo Hotsflots kunstenaar ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1952 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 2 Afgebluft. Een minister, die er niet veel van terecht gebracht had, zei na zijn afzetting op een politie ke vergadering, de woorden van Ho- ratius: „Ik hul mij in de deugd". Toen bleek, dat hij verkouden was, riep iemand uit de zaal: „Eigen schuld! Moet je je'maar niet zo luch tig kleden." Scherp. „Ja", zei de advocaat, „ik adviseer U om die persoon eerst eens een scherpe brief te schrijven en dan af te wachten, hoe hij rea geert". „Prachtig, prachtig", antwoordde de cliënt terwijl hij zich de handen wreef van genoegen. „Hoe schrijf je ploert met een d of een t?" Huwelijksreis. „Jullie hebt een prachtige reis gehad, is het niet? Heb je Napels nog gezien?" „Dat weet ik werkelijk niet. Mijn man kocht namelijk altijd de spoor kaartjes". Ging niet. Zus zat al een week te mokken, omdat haar verloving verbroken was. Eindelijk begon het pa te vervelen. „Waarom verzoenen jullie je niet?", vroeg hij. „Dat gaat niet", antwoordde zijn dochter, „want we weten niet meer, waar we ruzie om hadden." Dubbelzinnig. „Maar vrouw, hoe kun je nou toch proberen, om een spijker in de muur te slaan met een klerenhanger? Gebruik toch je hoofd". Goede vergelijking. Twee vrien den verschilden van mening over een boek. „Ach", zei de een, die zelf schrijver was, „daar kan jij niet over oordelen. Je hebt zelf nog nooit een boek geschreven." „Dat is zo", antwoordde dc ander. „Maar ik heb ook nog nooit een ei gelegd en toch kan ik beoordelen of een uitsmijter goed of slecht is." Veelbelovend advocaat. Prof: „Wat is bedrog." Student: „Als U me laat zakken." Prof.: „Waarom?" Student: „Omdat volgens de wet degene, die de onwetendheid van een ander benut om hem schade te berokkenen, bedrog pleegt". Handig. Kunstschilder: „En hoe vindt je dat schilderij. Zeg eens eer lijk Uw mening." „Volgens 'mij is ze waardeloos." Kunstschilder: „Dat weet ik, maar toch wil ik eens graag Uw mening horen". Nog handiger. Klant (in boe kenwinkel): „Ik kan geen woorden vinden om Uw optreden te laken". Bediende: „Mag ik U dan mis schien een woordenboek verkopen?" Handigst. Leraar: „Wanneer was de slag bij Nieuwkoop?" Leerling: „Het spijt me mijnheer, dat ik U niet uit de droom kan hel pen, maar op het ogenblik weet ik het zelf niet". Correspondentie. De onderwij zer schreef aan Jantje's vader: „Uw zoontje praat veel te veel." Jantje's vader schreef terug: „Dan moet U zijn moeder eens horen". Aetherklanken HILVERSUM I, 402 M. 8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.30 IKOR, 11.45 IKOR en VPRO. 12.00 AVRO, 17.00 VPRO, 17.30 VARA, 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nieuws, weerberichten en postduivenberichten. 8.18 Gramo- foonmuziek. 8.35 „Wat er groeit en bloeit", causerie. 8.45 Gramofoonmu- ziek. 9.02 Sportmededelingen en post duivenberichten. 9.05 Gramofoonmu- ziek. 9.45 „Geestelijk leven", causerie. VPRO: 10.00 Voor de kinderen. IKOR: 10.30 Herv. kerkdienst. IKOR en VPRO: pl.m. 11.45 Causerie over de Lutherse Wereldconferentie te Hannover. AVRO: 12.00 Postduiven- berichten en Boulevardconcert. 12.30 „Even afrekenen, Heren!". 12.40 Or gelspel. 13.00 Nieuws en weerberich ten. 13.05 Mededelingen en gramo- foonmuziek. 13.25 Metropole-orkest. 13.55 Boekbespreking 14.15 „Tristan und Isolde", opera (le acte). 15.45 Toneelbeschouwing. 16.00 Dansmu ziek. 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00 Vrouwenwereld", causerie. 17.20 „Van het kerkelijk erf", causerie. VARA: 17.30 Vrouwenkoor. 17.50 Sportjour naal. 18.15 Nieuws er sportuitslagen. 18.30 Cabaret. 19.00 Metropole orkest en koor. 19.30 Spontane reacties AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 „Die Ba- jaders", operette. 21.05 „De Helder ziende", hoorspel. 21.15 Gramofoon- muziek. 22.00 Gevarieerde muziek. 22.30 Nederlandse liedjes en dansen. 23.00 Nieuws. 23.15 Weekoverzicht. 23.25 Gevarieerde muziek. 23.45-24.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM n, 298 m. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR, 9.30 KRO, 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nieuws en weerbe richten. 8.15 Gramofoonmuziek. IKOR 8.30 Ned. Herv. kerkdienst. KRO: Nieuws en waterstanden. 9.45 Gra mofoonmuziek. 9.55 Hoogmis. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.40 Idem. 12.15 Idem. 12.40 Lichte muziek. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws, weerbe richten en katholiek nieuws. 13.10 Lunchconcert. 13.45 „De wereld van Sint Paulus", causerie. 14.00 Gramo foonmuziek. 14.30 Idem. 15.55 Idem. 16.10 Katholiek Thuisfront Overal. 16.15 Sport. 1C.30 Vespers. NCRV: 17.00 Doopsgezinde kerkdienst. 18.30 Gewijde muziek. 19.15 „Twee Ko ningen van Oud-Israël, Saul en Jero- beam", causerie. 19.30 Nieuws, sport uitslagen en weerberichten. KRO: 19.45 Actualiteiten. 19.52 Boekbespre king. 20.05 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.12 Gevarieèrd pro gramma. 22.45 Avondgebed en Litur gische kalender. 23.00 Nieuws. 23.15 24.00 Residentie-orkest. MAANDAG. HILVERSUM I. 402 M. 7.0C*—.24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws; 7.15 Gramo foonmuziek; 8.00 Nieuws; 8.15 Gra mofoonmuziek; 9.00 Morgenwijding; 9.15 Gramofoonmuziek; 9.30 Voor de huisvrouw; 9.35 Waterstanden; 9.40 Gramofoonmuziek; 11.00 „6 Maan den kris en kras door Noord-Afrika", causerie; 11.15 Kamerorkest; 12.00 Orgel en zang; 12.30 Land- en tuin- bouwmededelingen; 12.33 In 't spi onnetje; 12.38 Gram.muziek; 13.00 Nieuws; 13.15 Mededelingen en gra mofoonmuziek; 13.25 Musette-orkest; 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?" causerie; 14.20 Gramofoonmuziek; 14.30 Voordracht; 14.45 Omroepor kest, klein mannenkoor en solisten; 15.20 Vocaal Dubbelkwartet; 15.35 Strijkorkest; 16.05 Gramofoonmuz.; 16.45 Musicalender; 17.30 Gramofoon- muziek; 18.00 Nieuws; 18.15 Kam pioenschappen Nederlandse Accor deon-solisten; 18.50 Gramofoonmuz.; 18.55 Pianospel; 19.10 Koor en solis ten; 19.45 Gramofoonmuziek; 20.00 Nieuws; 20.05 Gevarieerd program ma; 20.55 Orkestconcert; 2135 „Tris- I tan und Isolde", opera (2e acte). 23.00 Nieuws; 23.15—24.00 Gramo foonmuziek. HILVERSUM II. 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws; 7.15 Ochtend gymnastiek; 7.30 Gramofoonmuziek; 7.45 Een woord voor de dag; 8.00 Nieuws en weerberichten; 8.15 Ge wijde muziek; 8.45 Gramofoonmuz.; 9.00 Voor de zieken; 9.30 Voor de huisvrouw; 9.35 Gramofoonmuziek; j 10.00 Orgelspel; 10.30 Morgendienst; 11.00 Zang en piano; 11.30 Zomer avondconcert; 12.10 Gramofoonmuz.; I 12.25 Voor boer en tuinder; 12.30 Horizontaal: 1. roofdier, 4. vis, 8. katoen ener lamp, 11. opgewekt, 13. plaats in Engeland, 16. afnemend getij, 18. huisdier, 19. boom, 20. mu zieknoot, 21. vast, stevig, 23. mu zieknoot, 24. spits of puntig als een tap, 25. bakje, 26. stand, 28. niet be groeid, 29. vlaktemaat, 30. jongens naam, 31. lidwoord, 32. veer, 35. ge wicht, 36. gem. in Gelderl., 38. ach ting, 39. landbouwwerktuig, 40. voornaamwoord, 41. bundel, 43. voegwoord, 44. bijwoord, 45. vrucht, 47. deel van het aangezicht, 49. hond, 50. gebouwen voor warme baden, 53. als 44 hor., 54. weke vettige stof, 55. vaartuig, 56. moedig, 58. dienst bode, 59. kom, 60. edelgas, 61. vol gens andere (afk.), 62. zware zoete wijn, 64. pers. voornaamwoord, 65. graafschap in Engeland, 66. koppel riem voor jagershonden, 68. heeft 'n schip, 69. soldij, 70. stad in Duitsland aan de Fulda, 72. drank, 73. nevens, 74. deel van een boom. Verticaal: 2. voorzetsel, 3. beesten- voeder, 4. Zeeuwse hoeve, 5. land tong, 6. oude rekening (afk.), 7. be roemd Duits sterrenkundige, 8. duw, 9. voorzetsel, 10. boom, 12. dorp in Drente, 14. stapel, 15. snoer van een hengel, 17. bagage (O.I.)19. zijtak Moezel, 20. drasland, 22. wapen, 24. afkorting voor tantalium, 25. gebo gen, 27. staatsbedrijf (afk.), 28. ru we soda, 29. de 12 machtige goden der Germanen, 30. een door prikke ling van het slijmvlies der luchtwe gen veroorzaakte ploselinge uitsto ting van lucht, die gepaard gaat met een eigenaardig geluid, 31. lidwoord, 33. taartje, 34. bijwoord, 36. maat schappij voor het opslaan van goede ren, 37. bosgod, 40. kenteken, 42. kloof, 44. vroeger, 45. afgebakende ruimte, 46. cijferen, 48. plaats in de oudheid, 49. tocht, uitstap, 51 kram, 52, aantekening, 54. als 40 hor., 57. als 43 hor., 58. Turkse tarwe, 59. jong varken, 60. zelfkant, 61 kledingstuk, 63. deel van een helm, 65. oude bc- j naming voor liter. 66. tussenzetsel, 67. sportterm, 69. pers. voornaam- Land- en tuinbouwmededelingen; 12.33 Orgel-concert; 12.59 Klokgelui; 13.00 Nieuws; 13.15 Mandoline-or kest; 13.45 Gramofoonmuziek; 14.00 Voordracht; 14.35 Gramofoonmuziek; 14.45 Voor de vrouw; 15.15 Tenor en gitaar; 15.30 Gramofoonmuziek; 16.00 Bijbellezing; 16.30 Strijkkwartet en piano; 17.00 Voor de kleuters; 17.15 Gevarieerde muziek; 17.45 Rege ringsuitzending: Drs. S. C. Bakke nist: „De importhandel in Indone sië". 18.00 Nieuws; 18.15 Gramofoon muziek; 18.25 „Voor de mannen in grijs, groen en blauw"; 18.30 Gra mofoonmuziek; 19.15 „Moet het oude verdwijnen?" dicussie; 19.30 Gramofoonmuziek; 19.40 Radiokrant; 20.00 Nieuws en weerberichten; 20.10 ^Bescherming Burgerbevolking", causerie; 20.15 Vocaal ensemble en orgel; 20.45 „Muziekinstrumenten van de verschillende volkeren", cau serie; 21.00 Metropole Orkest; 21.25 Gramofoonmuziek; 21.40 „Zoeklicht op Zuid Amerika", causerie; 21.50 Radio Philharmonisch Orkest; 22.15 Pianorecital; 22.45 Avondoverden king; 23.00 Nieuws en herhaling S. O.S.-berichten; 23.1524.00 Gramo foonmuziek. RADIO-UITZENDING „BESCHERMING BEVOLKING". In 't programma van Maandag zal een radio-uitzending plaats vinden over „Bescherming Bevolking" en wel van Maandag 11 Aug.: om 20.10 uur, Hilversum II, N.C.R.V. Is Uw Radio defect BEL 24244 D* Radio-Technisch* Dienst I.E.M.C.O. N.V.. Nieuw* RHn 32 Repareert vlug, betrouwbaar en vak kundig. (Advertentie) woord, 70. dam langs een water, 71. muzieknoot. De oplossing moet voor Donderdag a.s. of reductie zijn bezorgd. Op de enveloppe vermelden: „Puzzel". Voor de goede inzenders wordt beschikbaar gesteld een paar man chetknopen, een lepeltje en 'n boek. OPLOSSING. Horizontaal: 1. priora, 5. esprit, 10. ras, 12. Ada, 13. Opel, 15. das, 17. daas, 18. rode, 20. idem, 22. en, 23. 0.r., 25. O.L., 26. re, 27. diaeresis, 31. os, 34. diagonaal, 41. af, 42. sa, 43. ka, 44. na, 45. berm, 47. oord, 49. snor, 51. Hm, 53. drop, 55. eed, 58. Ide, 59. roebel, 60. noveen. Verticaal: 1. proces, 2. rap, 3. Iser. 4. ra, 6. sa, 7. raam, 8. Ida, 9. tassen, 11. ka, 14. looi, 15. de, 16. si, 17. Deli, 19. dra, 21. dos, 24. er, 27. dod, 28. eng, 29. een, 30. sol. 33. passer, 35. Iser, 36. Aar, 37. of, 38. ako, 39. aard. 40. Kampen, 45. bode, 46. mi, 47. om, 48. drie, 50. neo, 52. lij, 54. ode, 56. 1.e., 57. do. Deze week werden de prijzen ge wonnen door de heer H. A. J. Bie- sjot, Prinsenstraat 43, Leiden (as bak), mevr. v. Steyn, Huize Emmaiu Zoeterwoude (paar manchetknopen en J. v. d. Hulst, ?Ioge Morsweg 128 Oegstgeest (boek). Barend, Jasper en scheepshond Opeens begon het kletterend te rege nen. Met geweld viel het water naar beneden. Begerig likten ze de druppels op die van hun haren naar beneden sijpelden. Het was nu bijna volkomen donker. De wind nam nog steeds in kracht toe. Van hozen was nu geen sprake meer. Als een notendop werd de boot iedere keer hoog opgesmeten en weer neergekwakt. Wat nattigheid be treft was er al een hele tijd geen ver- schil meer tussen buitenboord en er bin nen. Tot over hun knieën zaten ze in het water. Daar kwam weer zo'n ge weldige roller aan. Even zagen ze de voorpunt hoog boven hun hoofd oprij zen en toen was het gedaan. Achterover tuimelden ze de zee in, terwijl de boot met een prachtige duik schuin achterover omkiepte. „Nu zijn we voor de haaien", was het eerste wat Barend dacht. Maar dat viel gelukkig nog al mee. Toen hij vlak naast de omgekeerde boot weer boven water kwam was tenminste het eerste wat hij zag, de ragebol van Jas per. Jasper had de boot al weer te pak ken en probeerde zich er boven op te hijsen. Maar dat viel nog niet mee. De boot was zo glad als een aal en was in voortdurende beweging. Barend was nu naar de andere kant van de boot ge zwommen. Ook hem lukte het niet, op de boot te klauteren. Als er een hoge golf kwam, konden ze elkaar soms over de boot heen zien. Al een paar keer had Jasper iets om zijn been gevoeld. Eerst had hij gedacht, dat het een haai was, maar er gebeurde verder niets. Nu voel de hij het weer. Voorzichtig greep hij er nu naar. Het bleek een touw van de boot te zijn, dat onder water om zijn been slierde. Jasper probeerde het touw los te trekken, doch het zat stevig vast. Hij haalde nu diep adem en dook onder water. Snel probeerde hij de knoop los te maken, maar door de nattigheid zat die stevig vast. Verschillende malen moest hij duiken, voor hij het touw ein delijk los had. De laatste keer stootte hij nog flink zijn hoofd toen een golf juist de boot deed kantelen toen hij er onder wilde duiken. Met een zwaai gooide hij nu het touw over de boot heen naar Barend. Met behulp van het touw probeerden ze zich nu ieder een kant naar boven te hijsen. Na ver schillende mislukte pogingen waren ze er een keer bijna en Barend kon Jasper nog net bij z'n arm grijpen. Zo sjorden ze zich boven op de omgekeerde boot, waar ze een beetje op adem konden ko men. Erg rustig zaten ze echter nog niet, want de boot maakte de meest onver wachte bewegingen en al spoedig gle den ze weer in de golven. Barend pro beerde nu het touw door het gat in de zijkant te wurmen. Daarna legde hij er onder water een knoop in. Nu konden ze het over de boot gooien. Aan de andere kant werd het nu onder een bank doorgehaald en toen vastgeknoopt. Op deze wijze hadden ze houvast om weer naar boven te klauteren en al spoedig zatén ze weer boven op hun kleine drij vende eiland en midden in de ziedende zee. Ze waren- allebei zo ziek als een hond. Ten eerste door het vele water ze binnen gekregen hadden en bo vendien werden ze steeds maar weer heen en weer geslingerd, wat nu ook niet bepaald bevorderlijk was voor hun welzijn. Het onweerde nu ook al. Af en toe een felle bliksemslag. Van de donder was niet veel te horen, zo'n kabaal maakte de zee. Ze konden elkaar nau welijks verstaan. Hoe lang ze zo voortgeslingerd wer den konden ze geen van beiden meer zeggen, doch eindelijk leek het of het ergste voorbij was. De wind ging steeds meer liggen en de regen had al langer opgehouden. De golven echter bleven nog steeds even hoog en nog steeds moesten ze zich krampachtig vasthouden aan het touw. Wel stonden er niet meer van die koppen op de golven, maar steeds r op nieuw werden ze hoog opge tild om daarna weer in de diepte te glijden. Verkleumd van koude zaten ze zo de hele nacht tegen elkaar aange leund. Eindelijk begon het wat lichter te worden en na een half uur kwam plotseling de zon op. In een klein kwar tiertje was het 't schitterendste weer dat je je maar voor kunt stellen. Alleen de golven waren nog tamelijk hoog, maar verder zou je nergens meer aan kunnen zien, dat het 's nachts zo ge spookt had. Als op de rug van een wal vis dreven ze nu rond. Moe, slaperig, hongerig en dorstig, met enkel nog maar wat vodden om hun lijf. De toestand was nu met recht hopeloos te noemen. Ze konden het zo hoogstens nog een dag uithouden. Als er geen wonder ge beurde, zouden ze op een ellendige ma nier aan hun eind komen. Ze besloten nog maar eens goed te bidden. Tegen de middag was de zee weer spiegelglad. Alleen een zeer flauwe deinig tilde hun iedere keer iets boven de omgeving op. Op eens gaf Barend een harde schreeuw. „Een boot," riep hij schor. Jasper, die een beetje had zitten dommelen, schoot overeind. Met z'n tweeën staarden ze nu in de richting, waarin Barend wees. Lange tijd zagen zij echter niets dan water en golven. Eindelijk kwamen ze weer eens op een erg hoge golf en daar zag Jasper ook het schip. Na een kwar tiertje konden ze de schuit duidelijk zien. Het was een behoorlijk groot stoom schip en het kwam ongeveer hun rich ting uit. Barend en Jasper begonnen uit alle macht te zwaaien. Na enige tijd ve~randerde het schip plotseling koers en kwam nu recht op hen af. Met de stoomfluit gaf het signalen, ten teken dat ze de drenkelingen gezien hadden en nu was het nog maar een kwestie van een paar minuten of de boot lag langszij. Alle mensen hingen over de railing. Door de stroom werden ze nu weer wat verder van de boot afgedre ven, maar enige matrozen lieten een boot zaken en een touwladder. Met zes roeiden ze nu op Barend en Jasper af en er ging een luid gejuich op toen ze met moeite in de sloep gehesen wer den. Van alle kanten werden ze met vragen bestormd maar ze waren allebei te vermoeid en ontdaan om iets te ver tellen. Steeds maar weer schudde Ba rend de handen van de vreemde zeelui, terwijl Jasper gewoon huilde van blijd schap en oververmoeidheid. Ieder wer den ze door een" matroos de touwladder opgedragen en meteen naar een hut ge bracht. Van alle kanten kwam men aan dragen met kleren, vruchten, koek, enz. Het bleek een Engels schip te zijn en met moeite konden ze de kapitein ver staan. Deze was met een grote fles rum aan komen dragen. Ze moesten ieder 'n glas drinken en daarna werden ze onder de wol gestopt. Als een blok vielen ze in slaap. Jasper werd het eerste wakker en direct kwam er een matroos met een grote kop koffie en wat eten. De ma troos vertelde Jasper, dat ze meer dan zes en dertig uur achter elkaar geslapen hadden. Het schip, waar ze nu op waren kwam van Japan en zou de volgende dag in Amerika aankomen. Nadat ze zich wat opgeknapt hadden moesten ze bij de kapitein komen. Daar zaten ze urenlang te vertellen. De kapitein was vooral geinteresseerd in het d^boek, dat Barend gevonden had. Uit dankbaar heid voor hun redding gaf Barend de kaart aan de kapitein. Met behulp van hun verhaal en een grote zeekaart kon de kapitein nu ongeveer zien, waai eilandjes moesten liggen. Inderdaad ston den er op zijn kaart enige hele kleine eilandjes, die niet eens een naam had den. De kapitein vertelde hun r\u alles wat hij wist van de schatten van de be roemde zeerover Kid. Nu was hij van plan, om in Amerika een paar weken vacantie te nemen en dan met een klein motorbootje en enige van zijn flinkste matrozen een tochtje naar die eilanden te maken. Hij nodigde Barend en Jas per uit, met hem mee te gaan als gid sen. Daarna zouden ze dan met hem mee naar Europa kunnen varen. Maar dit wordt weer een heel nieuw verhaal. EINDE. CORRESPONDENTIE Neefje Joop uit Warmond vraagt ons: Waar komt de benzine vandaan? Nu Joop dat wil ik je wel eens even vertellen. Benzine wordt verkregen uit de petroleum. De petroleum is een delfstof uit steen achtige bodem. Met een boortoren spoort men de holten op, waarin de aardolie zich bevindt. Dikwijls is er in die holten een hoge druk. Is er nu een opening ge boord (en dat is soms heel diep) dan spuit de olie uit de bodem en het ge beurt dan wel dat er veel olie verloren gaat. De aardolie wordt nu in grote ketels opgevangen, gezuiverd en verhit. Door die verhitting krijgt men: benzine, pe troleum, ruwe olie, vaseline en asfalt. De petroelum wordt gebruikt voor petroleummotoren en voor verwarming (petroleumstel en -kachel). De benzine wordt gebruikt in auto- en vliegtuigmotoren. Ze heeft grote be tekenis. Ruwe olie is veel goedkoper en wordt gebruikt in de dieselmotoren. Ook stoommachines worden al gestookt met ruwe olie, in plaats van met steenkool. Petroleum, benzine en ruwe olie wordt vervoerd in tankboten, tankwagens en tankauto's. Ziezo Joop, ik hoop dat ik je er nu genoeg over verteld heb. Beppie Splinter, Hoge Rijndijk 279. Zoeterwoude stuurde ons al een hele tijd geleden het volgende mopje: Roosje Radijs kwam steeds ongewas sen op school, bijgevolg hadden de kin dertjes in haar naaste omgeving op den duur last van verschillende onprettige luchtjes. De juffrouw besloot er een eind aan te maken en gaf Roosje een briefje mee naar huis waarin de moeder verzocht werd haar Roosje voortaan ge wassen naar school te sturen, omdat, zoals de onderwijzeres schreef: „Roosje niet zeer aangenaam geurde". Het kind kwam de volgende dag met een antwoord op papier terug, het was kort maar dui delijk: „Roosje is niet om aan te ruiken op school, maar om te leren!" Anne de Jong, Veerstraal 23, Oudc- weterlng. Anne let op, hier komt je ver haaltje. EEN VERJAARDAG. Jantje was jarig geweest en het was een fijne dag. 's Morgens wipte hij al vroeg uit z'n bedje. Hij wist het wel, dat hij die dag jarig was. Hij begon zijn door-de-weekse kleren aan te trekken maar Moeder lachte toen ze Jan zag: „Nee Jan, je mag eerst even beneden komen en doe die kleren maar weer uit." Jantje deed het en toen hij klaar was. ging hij naar beneden. En wat zag hij daar?Op de tafel lag een prach tig matrozenpak en dat mocht hij nu aandoen. Van blijdschap kon hij gewoon niets zeggen. Oma bracht 's middags het grootste geschenk, het was een prach tige autoped. Was dat even fijn! De hele dag was het groot feest. Het was al 's morgens begonnen toen hij met vader en moeder mee naar de kerk mocht. Over een paar dagen zou hij zijn eerste H. Communie mogen doen, want hij was nu zeven jaar en dus al een grote jon gen. Toen hij 's avonds in zijn bedje lag en moeder hem toestopte zei hij nog zachtjes aan moeders oor: „Het is van daag een fijne dag geweest." Janny Berg, Hoofdstraat 68, Sassen- hcim. Je bent natuurlijk allang weel beter hè Janny. Je briefje zag er toch netjes uit, want ik weet dat het moei lijk is om in bed een briefje te schrij ven. De tekeningen zijn ook aardig. Oefen je maar goed Je begint met dik wijls iets na te tekenen en dan eens proberen iets uit je hoofd te tekenen. Annle Heemskerk, Koninginneweg 27, N.wljkerhout Zeg Annie wanneer verras je me eens met een briefje? Nelly Keljzer, Hecrcnweg 107, R(jn- zaterwoude komt ons verrassen met een sprookje. IN HET SPROOKJESLAND. Loesje lag in haar bedje en droomde van het sprookjesland. Daar kwam een elfje op haar dekens zitten. Het elfje heette Rozenknopje. Zc vroeg of Loesje met haar mee wilde naar het sprookjes land. Loesje wilde natuurlijk heel erg graag. Rozenknopje zei: „Als je even je ogen dicht doet. raak ik je aan en dan ben je net zo klein als ik." Loesje deed dat en ze voelde zich al kleiner en kleiner worden. Nu vlogen ze door de lucht en na vijf minuten daalden ze midden in het bos. Ze stonden voor een boom met een deurtje er in; daarnaast stond een ka bouter. „Dag Pimpelneus," zei Rozen knopje. „Dag Rozenknopje, kom maar gauw naar binnen, het feest is al de gang." Ze liepen door een lange gang onder de grond en aan het einde van die gang was een grote zaal. De zaal was prachtig versierd met grote lam pions, slingers en mooie bloemen. Op de tafel stonden de lekkerste dingen en er om heen zaten allemaal kabouters en elfjes. Middenin zat een fee op ee\i ver gulden troon, dat was de koningin. Loesje moest haar eerst een handje geven, toen gingen ze dansen en feestvieren. Om vijf uur bracht Rozenknopje Loesje weer naar huis en daar droomde ze verder van het fijne feest. Om zeven uur riep moeder haar wakker. Agatha Hartveld, Ilcerenwcg 77, Rljn- zalcrwoudc. Dat versje hebben jullie aardig saampjes bedacht. Misschien krijgt het nog wel eens een plaptsje, vandaag heeft Nelly al een beurt gchnd. Llda en Thea v. d. TVeijden, Loldse- cg 82, Voorschoten. Willen jullie ook graag met de krantentuin meedoen? Maar dat kan natuurlijk, dat hoef je niet te vragen. Alle nichtjes on neefjes :ijn altijd van harte welkom. Ik reken er dus vast op, dat jullie trouw mee doen. Het verhaaltje van Thea krijgt het eerst een beurt. KERMIS. Vlug liepen Cor en Frans door de straat, het was al tien voor negen, dus moesten ze zich haasten. Daar kwam een kermiswagen aan. Er liep een man voor met een beer aan een ketting. Bij elk huis belde hij aan en liet de beer leuke kunstjes maken. De jongens von den het zo prachtig, ze dachten niet meer aan de school en liepen achter do man met de beer aan. Toen de klok twaalf sloeg schrokken ze heel erg en gingen wel wat angstig naar huis. Moe der vroeg niets. De jongens gingen aan de tafel zitten en gingen gewoon eten. Frans was heel stil en at bijna niets. „Is er iets," vroeg moeder, „je bent toch niet ziek?" Juist ging dc bel. Moeder deed open en daar stond een jongen aan de deur met de bQodschap: „Waarom zijn Cor en Frans niet op school ge weest?" Moeder ging naar binnen en vroeg: „Waar zijn jullie vanmorgen geweest?" „Naar school, moeder," jokten zc nog. „Foei jongens, is me dat jokken. Hier is een jongen die komt zeggen, dat Jul lie niet op school geweest zijn." Cor en Frans begonnen nu te huilen en nu hoorde moeder dat ze achter de kermiswagen gelopen hadden. Voor straf mochten zc alle twee niet naar de kermis toe. Het verhaaltje van Lida is wel heel erg klein, ze moet nog maar eens Iets proberen. Of hebben jullie al met dc wedstrijd mee gedaan? Dag kinders tot de volgende week. TANTE JO en OOM TOON. 17. „Hoe kan ik nu een dief pak ken die in een auto wegrijdt?" meen de Humpo. „Ik kan er toch niet hard achtr-raan gaan hollen? Die houd ik nooit bij!" „Zeur niet!" zei Evelientje. „Denk om je vierhonderd gulden! Dat is geen peulenschilletje!" „Nee, dat is waar," aarzelde Humpo nog. „Ik zou een rijk man zijn als ik ze mocht houden.,Kom mee!" beval Eve lientje, die inzag, dat Humpo er geen zin in had. „Kom mee, dan kun je in ieder geval zien, welke kant hy op gaat. Dat kun je dan tenminste aan de politie vertellen!" Ze trok hem mee naar de gang en naar een raam. „Kijk, daar gaat-ie!". zei ze, wijzend r.aar een witte gestroomlijnde wagen, die snel om een hoek verdween. „Ren nu naar beneden, pak een taxi en ga er achterheeft!" „Hoe moet dat, een taxi pakken?" vroeg Humpo be deesd. „Ik heb nog nooit in een taxi gezeten en ook nog nooit in een tram! Je vindt het misschien erg dom van me, maar.... ehik heb er nooit geld voor gehad. En taxi-chauffeurs leveren niet op crediet, zie je?" Het meisje keek Humpo Hotsflots met grote ogen aan. „Heb je nog nooit in een taxi gezeten c-n in de tram? Ik dacht, dat kunstschilder nogal een goed baantje was....! Maar zal je wel helpen. Daar zijn we tenslotte voor op de wereld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 9