Als het scheertijd is in Australië KOLEN Drie Nederlanders terug uit Russische gevangenschap ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1952 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA I RIJDEN OP DE SCHAPENRUG (Van onze correspondent in Australië) Dezer dagen zijn in Australië de farmers en hun helpers uitgereden, om hun schapen bijeen te brengen; de tijd is aangebroken dat de „wol- oogst" wordt binnen gehaald. Hetgeen wat de drukte betreft, zo- iets is als d<* hooibouw voor de Nederlandse boer. Méér dan honderd millioen schapen moeten in de komende maanden van hun kostbare vacht worden ontdaan. Daar wordt een stuk wereld-ver maardheid van Australië „bijeen- geknipt." Op de jongste „Easter-Show" in Sydney, werd een ram verkocht voor de gepeperde prijs van 4410, het geen zo ongeveer 40.000 in Hol lands geld is. Ik heb deze ram, die een wereld-recordprijs opbracht, ge zien, doch kan er eerlijk gezegd het geld niet „van af kijken". Het was een lopend stuk wol. Doch juist daarin scheen de waarde van het dier te zitten, hoewel er onge twijfeld ook nog wel andere kwalitei ten bij zullen komen! Laat ik als merkwaardigheid er bij vertellen, dat de farmer, die koper was van die ram, twee jaar geleden voor ƒ30.000 zulk een dier kocht, dat echter zes maanden later stierf. Overigens deel ik dit slechts mede om u een klein beeld te geven, wat een ram hier waard kan zijn, het geen in wat minder mate met een schaap het geval is. Op de rug van het schaap. Men zegt weieens, dat in Australië sinds de kolonisatie op de rug van het schaap wordt gereden. Niet in let terlijke zin, doch in figuurlijke, fi nanciële, betekenis. Om het met een enkel cijfer te ver tellen; de schapen leveren Australië ruw weg per jaar voor een billioen pound aan wol op. Daarin zitten wel enige „ups and downs", want de wereld-recordprijs van 340 pence per lb (pl.m. ƒ10 per pond) in Februari 1951 vindt zijn tegenhanger in de 20 pence, welke in 1931 werd gezonden aan een far mer in Condobolin voor zijn twee ba len wol Doch tussen die beide uitersten ligt in de loop der jaren wel enige marge. Het Australische gouvernement pikt uit de schapen-voerbak een aardig graantje mee, zulks vanwege een be paald aandeel in de opbrengst, welk aandeel in het afgelopen jaar ruim 60 millioen bedroeg. Daar rijden dus heel wat Austra liërs mee op de rug van het schaap en mag de huidige „scheertijd" van na tionale betekenis worden genoemd. Hetgeen van de Nederlandse hooi bouw niet zo helemaal kan worden gezegd, al wil ik de betekenis er van niet kleineren! Van drie naar 120 millioen. Men beschouwt in Australië één der eerste kolonisten, kapitein McAr- thur als de pionier van de schapen teelt in dit land. Hij kocht nl. uit de beroemde kudde van Koning George III in Engeland drie fokdieren, welke hij naar Australië overbracht. Door kruisingen o.a. met de beroemde Me- rino-schapen, heeft men in de loop der jaren een schaap gekregen, dat een gemiddelde wol-opbrengst heefl van 3.5 kg. per jaar. De dikte van deze wol varieert van 0.0150.05 m.m. met 412 kronkelingen per cm. hetgeen tot één van de beste wol kwaliteiten wordt gerekend. Laat ik er bij vertellen, dat een wolhaar een lengte van 350 m.m. kan krijgen. Met meer dan een billioen pond per jaar, levert Australië onge veer een vijfde van de wereld-pro ductie. Intussen zijn de drie schapen van kapitein McArthur „uitgedijd" tot een familie van ruim 120 millioen, welk aantal door droogten enz. het afgelopen jaar tot pl.m. 100 millioen is verminderd. Vooral sinds men in 1820 kans zag een doortocht te vinden door de „Blue Mountains" en daardoor uitge strekte vlakten voor het schapen- houden werden opengelegd, nam het aantal „graziers" zoals men de scha penhouders noemt, snel toe. Toch is het aantal „stations" met meer dan tien duizend schapen niet zo groot meer als vroeger; van de ruim 100.000 graziers in Australië, hebben 75.000 kudden met minder dan 1000 schapen. Hetgeen overigens nog wel een aardig koppeltje is! Scheren, heren! In heel wat korter tijd dan de kapper nodig heeft u te scheren, heeft hier dat (mogelijk „buitengewoon") lid van het Figaro-gilde een schaap geschoren. Als handig vakman doet hij daar precies zeven minuten over. Uiteraard gebeurt het scheren elec- trisch en met een soort tondeuze. Men begint aan de buik van het dier en een goed scheerder maakt er één stuk van, zodat hij later het schaap op de grond kan uitleggen! De „scheerploeg" trekt door een groot deel van het land. Zoals ik in een vorig artikel vertelde, heb ik Ne Koningin Juliana bezocht verkennerskamp H.M. Konigin Juliana bracht Vrijdagmiddag een bezoek aan het Internatio naal Verkennerskamp, dat door het Leger des Heils in het buitenjeugdcen trum te Lunteren gehouden wordt. Aan dit kamp, dat de naam „Motondo" draagt, nemen 600 verkenners uit zestien verschillende landen deel,. Het staat onder leiding van lt. kolonel Kaare Westergaard, de internationale jeugdsecretaris van het Leger des Heils, die verbonden is aan het interna tionaal hoofdkwartier te Londen. De Koningin luistert naar het blazen op de Alphoorn door een Zwitserse verkenner. Naast H.M. van rechts naar Jinks: Commissioner John J. Allan, chef van de staf en Commissioner E. Thykjaer, de territoriaal leider voor Nederland. derlandse emigranten aangetroffen, die snel het nieuwe beroep zich had den aangemeten, en al scherend rond gaan. Men heeft een eigen kok in de ploeg, die zórgt voor proviandering etc. en op de vrachtwagens voert men tenten mee voor noodgevallen. Want meestal slaapt men in de schu ren op de farms. Op de schapenvangst Men heeft in Australië van die „sheep-stations", die een oppervlakte beslaan ener Nederlandse provincie. Waar men een eigen vliegveldje en kortegolfzender ter beschikking heeft. Uiteraard heeft men ook heel wat kleiner stations, maar „Yerrow Stud" b.v. beslaat toch altijd nog een 3000 hectaren, die je zo maar niet af loopt! Vandaar dat met paard en hond op de „schapenvangst" wordt gegaan. Dat is een merkwaardig karweitje, want niet alleen dat op de onafzien bare vlakte het niet zo eenvoudig is een enkel verdwaald schaap op te sporen, doch daar zitten er ook tus sen allerlei struikgewas en achter de bergruggen. Nu verstaat „Denis", de leider onze expeditie, zijn vak best; hij heeft met zijn twee helpers al heel wat keertjes de schare bijeen braoht. Maar behalve over die 'nel- pers, beschikt hij ook over drie hon den, waarvan „Black Boy" bijzondere leiders-capaciteiten bleek te bezitten. Maar Denis de „stockman" zoals men hem noemt, haalt zijn schapen overal vandaan. Ik heb hem bewonderd om het gemak waarmee hij in het zadel zit zoals des avonds op de farm in een easy-chair. Want, al krijg je op den duur genoeg Australische flair in het paardrijden, de „zit" van eer cowboy krijg je nimmer In grote groepen worden de scha pen „naar huis" gebracht en dan zijn ze voor de „sheep-shearers". Die grijpen schaap na schaap; de wol stapel groeit aan. De mannen van het vak sorteren de wol naar kleur, kwaliteit en andere eisen. Dan wor den er pakken van plm. 150 kg. van geperst, die later door de trucks naar het dichtst bij zijnde station of ha ven worden vervoerd. Een afstand overigens, van soms honderden mijlen! Iedere scheerder „plukt de dag", dat wil heggen, van de vroege mor gen tot aan het vallen van de avond gonzen de motoren. Voor een kwartje geschoren Al naar gelang de handigheid, kan een scheerder honderd tot twee hon derd schapen per dag „onder het mes" hebben en door die snelheid kost het scheren slechts 9 a 12 pence (pl.m. 2536 ct.) per schaap! Maar, het is een zwaar werkje en ik kan me voorstellen dat pnze Hol landse scheerders zeiden liever tien mannen dan één schaap te scheren. Doodvermoeid rollen de mannen des avonds op hun bed. Niettemin, eerst wordt bij gitaar en harmonica een heel programma van befaamde liederen gezongen en de gezelligheid maakt dat het later .wordt, dan de harde arbeid eigenlijk veroorlooft! Op de farm houdt men van de jaar lijkse afwisseling in het weinig va riërend bestaan van iedere dag. Neem uw dekens mee! Nu zitten we hier dus binnenkort met een bililoen pond wol, maar het zal u vreemd in de oren klinken dat mijn vrouw heel erg blij is enige Hollandse wollen merk-dekens naar Australië te hebben meegenomen! Een goed advies voor de adspirant- emigrant; volg dit voorbeeld. Want weet ge, ondanks dat billioen pond wol, hebben we hier maar slechte en dure wollen dekens en niet veel betere ander wollen goederen. Er zijn in Australië slechts 122 spinnerijen. Om de één of andere reden heeft men het in de spinnerij niet ver gebracht; vermoedelijk man keren de machines. De drie landen, Amerika, Engeland en Frankijk ver werken méér Australische wol dan dit land zelf doet. Wie meent dat spinners hier een grote toekomst hebben, begaat een misrekening, zo als ik reeds van enkele Hollandse spinners o.a. uit Tilburg en Breda hoorde. Men heeft onlangs zelfs bescher ming gevraagd tegen de Engelse im port van textiel! De Australische textiel-export beloopt slechts 5 millioen per jaar. Maar: straks krijgen we weer onze befaamde wolveilingen. En in de rimboe scheert men nu de Visitekaartjes uit postdienst Visitekaartjes, adreswijzigingen van klein formaat en dergelijke zul len eerlang niet meer per post ver zonden mogen worden. Dit is een gevolg van het dezer dagén op het congres van de „Union Postale Universelle" te Brussel ge nomen besluit, dat de afmetingen» van alle poststukken minimaal 7X10 cen timeter zullen moeten gaan bedragen. Over de omschakeling op grotere formaten zal met de fabrikanten overleg worden gepleegd. (N. v. d. D.). BREDA BERICHT: De aankomst van tovenaar Merlijn Gisteravond om 19.00 uur heeft de mysterieuze figuur uit de Koning- Arthur-sagen, de tovenaar Merlijn, zijn intrede in Breda gehouden. Van het hotel, waar Merlijn zijn intrek heeft genomen, vertrok een grote stoet landauers. In de eerste waar van de koning der Magiërs had plaats genomen. Hij was gekleed in een zwarte toog, die rijkelijk met zilveren sterren was bestrooid, droeg in de hand een toverstaf en boven dien een hoge puntmuts, die even eens met sterren was bezaaid. De gehele stoet, waarachter zich de 300 goochelaars, die aan het congres deelnamen, opstelden, maakte daar na een tocht door de stad, die eindig de in het feestpark „Het Valken berg". Hier heeft de voorzitter van de ring Zuid-West, de heer De Nijs, de congressisten welkom geheten, waarna de heer H. Vermeyden, voorzitter van de Nederlandse Ma gische Unie, het congres opende. Merlijn gaf daarna ten aanschouwe van enkele duizenden aanwezigen enkele goocheltrucs ten beste. On der meer toverde hij een aantal dui ven uit een wonderpan. Na de kof fietafel was er een bal met goochel- attracties in het Oranjepaviljoen in „Scheef Breda". £ied uan deze tijd FANNY Zo is dan Fanny teruggekomen aan het station in Amsterdam en wie haar daar begroeten kwam, dat was de kruier en haar ome. Geen bloem werd haar getooid, ze had een horde omver gegooid. Zij kwam hier nu vier jaar geleden, beladen met olympisch goud. Nu zy met niets kwam, was zij oud en is zij eensklaps weggegleden uit de gezichtskring van het publiek. In Fanny zat nu geen muziek. De conducteur kwam nog met bloemen in plaats van het olympisch goud, want Fanny is nog niet zo oud, dat men haar naam niet meer kan noemen. Zij is nog snel, besef dat goed, en heeft het echte sprintersbloed. Wat ik in Fanny kan waarderen, is, wat een wonder zij ook wordt, dat zij alleen loopt voor de sport en niet voor politieke heren. Zo liep zij daar, zo loopt zij hier voor haar gezondheid en plezier. En als er an'dren sneller lopen, dan deert dat ons en Fanny niet, dan klinkt er geen olympisch lied, waarop wij eerst nog mochten hopen. Want hoger dan de hoogste sport, is of z'een goede moeder wordt. TROUBADOUR. voor alle doeleinden CREYGHTON Hooiqr.46 Tel.20114 Een van hen werd in 1948 gearresteerd Drie Nederlanders zijn uit Russi sche gevangenschap in ons land te ruggekeerd. Het zijn de heer B. Slier uit Rotterdam, M. P. M. Cranen uit Breda en H. Ph. Wigmans uit Eind hoven. Volgens het Roode Kruis zijn er nog veertig Nederlandse SS'ers te Stalingrad, waar de Nederlanders wor den verzameld alvorens te worden doorgezonden. Deze veertig zijn voor lopig niet te verwachten. Naar Reuter meedeelt, werd de journalist Slier in 1948 in Oost- Duitsland gearresteerd en veroor deeld tot 3 jaar gevangenisstraf. M. M. Cranen en H. Ph. Wigmans blijken in dienst te zijn geweest bij bi] de SS. C. was zestien toen hij bij de SS kwam. Zij zijn voorgeleid voor de officier van justitie te Den Bosch en daarna op vrije voeten gesteld. Het Nederlandse consulaat-gene raal in West-Eerlijn heeft tien maanden geleden meegedeeld, dat de Oost-Duitse autoriteiten acht personen van Nederlandse nationa liteit, onder wie vier op beschul diging van spionnage, gevangen hielden. Twee hunner waren be schuldigd van diefstal. Het was niet bekend wat aan de overige twee ten laste was gelegd. Namen en adressen werden niet verstrekt. Wel waren in elk der gevallen de verwanten op de hoogte gesteld. De Nederlandse functionarissen vreesden, dat publicatie van namen zou kunnen leiden tot vergeldings maatregelen tegen de arrestanten of hun verwanten in Oost-Duits- land. De meeste Nederlanders wa ren arbeiders, die tijdens de oorlog naar Duitsland waren gegaan en daar gebleven zijn. De meeste ge vangenen konden brieven sturen en bezoeken ontvangen tijdens hun verblijf in Oost-Duitse gevangenis sen. De Nederlandse functionarissen te Berlijn kunnen hun landgenoten niet helpen, omdat Nederland de Oost- Duitse regering niet erkent. Zij ont vangen geen enkele officiële medede ling van de Oost-Duitse autoriteiten. Wanneer men zich wendde tot de Russische bezettingsautoriteiten, werd men door deze meestal terugverwe zen naar de Oost-Duitse regering. KASTEEL THANS HOTEL RESTAURANT Gisteren is het historische slot Neuberg te Gulpen als hotel-restau rant in gebruik genomen. Het tegenwoordig kasteel werd ge bouwd in het begin van 1600. In 1811 kwam het kasteel door erflating in het bezit van graaf Oscar de Mar- chayt et'd'Ansembourg van Amsten- •rade. De jongste geschiedenis heeft veel bijgedragen tot de roem van het oude slot. Vanaf de bevrijding van Zuid Limburg in September 1944 tot aan de capitulatie van Duitsland is kasteel Neuberg het hoofdkwartier geweest van een Amerikaanse leger groep. Vele Amerikanen met naam vertoefden toen op Neuberg, o.a. generaal Eisenhower en kardinaal Spelïman. Door graaf Rudi de Mar- chant et d'Ansembourg werd in een der bijgebouwen een Amerikaans oorlogsmuseum ingericht voor welk museum ieder jaar grote belangstel ling bestaat. Buziau en velen van zijn collega's brengen „De Flora" voor de radio Voor de jongeren is zijn naam slechts een beroemde klank of een heel vage herinnering voor de oude- p r r "7.7-••• -t ien zegt zijn naam alles. Buziau, de koning der lach. de begaafde en be schaafde humorist, die in moeilijke tijden Nederland deed lachen, zoals het nog maar zelden kan lachen. Bu ziau komt terug! Na de oorlog gaf Buziau te kennen, dat hij zijn varié té-loopbaan als beëindigd wilde be schouwen en hij trad niet meer op. Maar na moeizame onderhandelingen heeft men de thans 75 jaar oude humorist bereid gevonden, om in een herinneringsprogramma op te treden, waar zoveel mogelijk de grote ^figu ren van de kleine kunst uit die dagen hun medewerking zullen verlenen. Maandagavond zal er een uitzen ding gewijd worden aan de vroegere Amsterdamse Flora, waar Buus" en velen, wier namen nog niet geheel verbleekt zijn, hun triomphen vier den. Buziau zal optreden als profes sor RI-KI-KI, de rol, waarmede hij als 17-jarige jongen zijn debuut maakte. Met hem treden op Heintje Davids, Martha van Donk, Jetje Bla zer, Sylvian Poons en andere be roemdheden uit die tijd. Het zal voor Buziau de eerste maal zijn, dat hij in een specifiek radioprogramma optreedt. Het programma, waarin Alex da Haas de conférences zal verzorgen, zal a.s. Maandag over de zender van de AVRO worden uitgezonden. Cen luae&tijn RAAKT ZOEK DOOR WILLY WATERMAN 20) „Wie het precies is, schijnt nie mand te weten, misschien is de fede rale politie beter met zijn tronie be kend, maar hij zag er vrfj onsympa thiek uit: een dikke kerel met heel weinig haar op een glimmende sche del, en allemaal medeklinker achter in zijn keel. Ik zou er een lief ding onder durven verwedden, dat zijn wieg ergens ten oosten van de Wech- sel heeft gestaan. Hij wandelt rond onder de naam Stefan Morescu, en dat is heel verstandig van hem; als hij de een of andere onvervalste Amerikaanse naam had aangenomen, zou dat wel een beetje al te erg in de gaten lopen. Maar in elk geval: ik was bij de kapitein en die vertel de me, dat dat heerschap, dat juist zijn hut uitging toen ik arriveerde, met alle geweld de motorboot had willen huren of kopen, onder een voorwendsel, dat nog zonderlinger klonk dan het smoesje, dat wij moes ten verzinnen om die boot te krijgen. Hij wilde, ik weet niet hoeveel, be talen als hij die boot kon krijgen." De kellner bracht de koffie, en Pe ter schudde er de suiker in. Het kan netje room' offreerde hij aan Clirr.. „Goed voor je," drong hij aan. Clim snoof verachtelijk, veegde met zijn hand over zijn kin, hetgeen een raspend geluid veroorzaakte en keek dan, ingespannen turend en be droefd het hoofd schuddend, naar Peter's kin. „Jij hebt het harder nodig dan ik, Peter," merkte hij op, „elke dag een liter dan komen de sprietjes gauw. hoe heeft de kapitein hem afge poeierd?" Peter grinnikte. „Ik twijfel er geen seconde aan, of de kapitein had er machtig spijt van, dat hij de boot al aan mij had verkocht voor een bedrag, dat gerin ger was dan hem nu werd geboden, maar hij liet niets merken en ver telde Morescu, dat het niet ging, om dat de boot al besproken was. En nu komt het mooie: die kerel wou met alle geweld weten aan wie! Hij zei, dat zoiets toch geen geheim kon zijn en zo meer. Maar de baas van de schuit liet geen syllabe los; ik had hem trouwens van te voren op het hart gedrukt, in geen geval te laten uitlekken dat wij het waren, die van boord zouden gaan. Enfin toen ik dat allemaal gehoord had, keek ik toe vallig naar de deur, die op een kier was blijven staan en ik zag tegen de lichtstreep van de lamp iets langs die deur bewegen. Je kent mijn wan trouwende natuur, Clim; ik gooide natuurlijk die deur open. Tot mijn spijt deed ik het wel wat hardhandig en ze kwam met een daverende klap tegen de neus van onze dikzak aan.. Clim, kerel, je had zijn varkensoog jes moeten zien tranen. Hij verdween zonder een stom woord te zeggen waarschijnlijk zit hij nu met zijn neus in een koud waterbad." Peter roerde in zijn koffie, wierp een blik op de klok, verwenste de luidspreker en ging voort: „Maar met dat al is het een lelijk ding, dat er zich een verdacht uit ziend persoon hier aan boord bevindt die ervan op de hoogte is, dat wij vannacht met een motorboot van het schip gaan. We behoeven er heus geen doekjes om te winden, het is meer dan duidelijk, dat onze nieuws gierige vriend met het exotische ac cent iets tegen ons in 't schild voert en waarschijnlijk tot de bende be hoort, die jouw document belaagt. Tot nu toe hebben de heren waar schijnlijk nog niet in de gaten gehad dat wij tweeën onder één hoedje spe len. Dat kan ook bezwaarlijk: we kennen elkaar nauwelijks een paar uur, hier aan boord dan altijd. Maar nu hebben ze ons wel samen gezien, ze hebben mij rr.'et de kapitein over de motorboot horen praten en naar hen informeren. Als de heren niet aan zwakzinnigheid lijden, is het hun nu wel zo klaar als een klontje, dat wij tweeën samen die boot hebben gekocht. Ons enige voordeel is dus op het ogenblik, dat we hen een dag of wat van het spoor kunnen houden, daarna begint de sport opnieuw. Ik hoop echter, dat die paar dagen vol doende zullen zijn!" Hij hield op en wierp een blik op de klok. De wijzers schoven onrust barend snel naar één uur. Clim volg de zijn blik. „Als we eens naar onze hutten gingen en de zaken voor ons aan staand vertrek in orde maakten? Ik weet niet wat jij hebt gedaan, maar mijn koffers staan nog in mijn hut." „Mijne ook," zei Peter en wenkte de kellner. Slaperig kwam die op hen toe maar ontwaakte bij het zien van de fooi in Peter's hand en begeleidde hen buigend tot de deur. „Hoe lang heb jij werk?" infor meerde Peter, toen ze de rumoerige rooksalon verlieten en in de koele, rustige gang stonden, „Ik wilde zo gauw mogelijk weg, het kan me geen steek schelen of er nog lui aan boord wakker zijn, die het kunnen zien, er is geen mens, die ons nu nog kan tegenhouden of volgen." Clim dacht even na. „Over vijf minuten ben ik aan dek. Uit mijn hut kan ik wel iemand bellen, die mijn bagage komt halen." „Allright." zei Peter, „tot over vijf minuten dan, als je tenminste niet weer wordt vastgebonden aan je ei gen bed!" Hij haastte zich de gang af en Clim ging, na zich er van vergewist te hebben, dat zijn revolver in zijn broekzak stak, naar zijn eigen hut. Bij de deur aarzelde hij even, toen hij zich herinnerde hoe hij, enkele uren tevoren, onschadelijk was ge maakt. Toen grinnikte hij om de idiote veronderstelling, dat zyn te genstanders hetzelfde trucje voor de tweede maal die avond zouden pro beren, opende de deur 'en trad bin nen. Er was geen mens te zien. Hij sloot de deur achter zich, voelde een harde klap, een stekende pijn in het achterhoofd en zakte dan ineen als een vaatdoek, die op zijn punt op de grond wordt gezet. Peter keerde langzaam'tot bewust zijn terug met een ontzettend pijnlijk hoofd, een zwaar gesuis in zijn oren en de gewaarwording, dat de New Orleans op haar kop stond en pirou etten uitvoerde door het heelal. Het suizen in zijn oren bedaarde echter snel en hij poogde zich uit zijn lig gende houding op te richten. Het was stikdonker om hem heen, zijn herse nen waren nog versuft van de klap op zijn schedel en het duurde even voor hij besefte dat hij aan handen en voeten gebonden was. Op het ogenblik dat hij zich daarvan bewust werd, herinnerde hij zich plotseling alles wat er gebeurd was tot 't ogen blik, waarop hij zijn hut binnen kwam. Er had natuurlijk iemand achter de deur gestaan en toen hy niets vermoedend was binnengetre den, had die iemand hem met een niet al te licht en zacht voorwerp 'n afdoende klap op zijn schedel toege diend. Van die klap begonnen de ge- vol»«*»rst nu te vervagen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 10