Als het scheertijd is in
Australië
KOLEN
Drie Nederlanders terug uit
Russische gevangenschap
ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1952
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA I
RIJDEN OP DE SCHAPENRUG
(Van onze correspondent in Australië)
Dezer dagen zijn in Australië de
farmers en hun helpers uitgereden,
om hun schapen bijeen te brengen;
de tijd is aangebroken dat de „wol-
oogst" wordt binnen gehaald.
Hetgeen wat de drukte betreft, zo-
iets is als d<* hooibouw voor de
Nederlandse boer.
Méér dan honderd millioen schapen
moeten in de komende maanden van
hun kostbare vacht worden ontdaan.
Daar wordt een stuk wereld-ver
maardheid van Australië „bijeen-
geknipt."
Op de jongste „Easter-Show" in
Sydney, werd een ram verkocht voor
de gepeperde prijs van 4410, het
geen zo ongeveer 40.000 in Hol
lands geld is. Ik heb deze ram, die
een wereld-recordprijs opbracht, ge
zien, doch kan er eerlijk gezegd het
geld niet „van af kijken".
Het was een lopend stuk wol. Doch
juist daarin scheen de waarde van
het dier te zitten, hoewel er onge
twijfeld ook nog wel andere kwalitei
ten bij zullen komen! Laat ik als
merkwaardigheid er bij vertellen, dat
de farmer, die koper was van die
ram, twee jaar geleden voor ƒ30.000
zulk een dier kocht, dat echter zes
maanden later stierf.
Overigens deel ik dit slechts mede
om u een klein beeld te geven, wat
een ram hier waard kan zijn, het
geen in wat minder mate met een
schaap het geval is.
Op de rug van het schaap.
Men zegt weieens, dat in Australië
sinds de kolonisatie op de rug van het
schaap wordt gereden. Niet in let
terlijke zin, doch in figuurlijke, fi
nanciële, betekenis.
Om het met een enkel cijfer te ver
tellen; de schapen leveren Australië
ruw weg per jaar voor een billioen
pound aan wol op.
Daarin zitten wel enige „ups and
downs", want de wereld-recordprijs
van 340 pence per lb (pl.m. ƒ10 per
pond) in Februari 1951 vindt zijn
tegenhanger in de 20 pence, welke
in 1931 werd gezonden aan een far
mer in Condobolin voor zijn twee ba
len wol
Doch tussen die beide uitersten ligt
in de loop der jaren wel enige marge.
Het Australische gouvernement pikt
uit de schapen-voerbak een aardig
graantje mee, zulks vanwege een be
paald aandeel in de opbrengst, welk
aandeel in het afgelopen jaar ruim
60 millioen bedroeg.
Daar rijden dus heel wat Austra
liërs mee op de rug van het schaap en
mag de huidige „scheertijd" van na
tionale betekenis worden genoemd.
Hetgeen van de Nederlandse hooi
bouw niet zo helemaal kan worden
gezegd, al wil ik de betekenis er van
niet kleineren!
Van drie naar 120 millioen.
Men beschouwt in Australië één
der eerste kolonisten, kapitein McAr-
thur als de pionier van de schapen
teelt in dit land. Hij kocht nl. uit de
beroemde kudde van Koning George
III in Engeland drie fokdieren, welke
hij naar Australië overbracht. Door
kruisingen o.a. met de beroemde Me-
rino-schapen, heeft men in de loop
der jaren een schaap gekregen, dat
een gemiddelde wol-opbrengst heefl
van 3.5 kg. per jaar. De dikte van
deze wol varieert van 0.0150.05
m.m. met 412 kronkelingen per cm.
hetgeen tot één van de beste wol
kwaliteiten wordt gerekend.
Laat ik er bij vertellen, dat een
wolhaar een lengte van 350 m.m. kan
krijgen. Met meer dan een billioen
pond per jaar, levert Australië onge
veer een vijfde van de wereld-pro
ductie.
Intussen zijn de drie schapen van
kapitein McArthur „uitgedijd" tot
een familie van ruim 120 millioen,
welk aantal door droogten enz. het
afgelopen jaar tot pl.m. 100 millioen
is verminderd.
Vooral sinds men in 1820 kans zag
een doortocht te vinden door de
„Blue Mountains" en daardoor uitge
strekte vlakten voor het schapen-
houden werden opengelegd, nam het
aantal „graziers" zoals men de scha
penhouders noemt, snel toe.
Toch is het aantal „stations" met
meer dan tien duizend schapen niet
zo groot meer als vroeger; van de
ruim 100.000 graziers in Australië,
hebben 75.000 kudden met minder dan
1000 schapen.
Hetgeen overigens nog wel een
aardig koppeltje is!
Scheren, heren!
In heel wat korter tijd dan de
kapper nodig heeft u te scheren, heeft
hier dat (mogelijk „buitengewoon")
lid van het Figaro-gilde een schaap
geschoren.
Als handig vakman doet hij daar
precies zeven minuten over.
Uiteraard gebeurt het scheren elec-
trisch en met een soort tondeuze.
Men begint aan de buik van het dier
en een goed scheerder maakt er één
stuk van, zodat hij later het schaap
op de grond kan uitleggen!
De „scheerploeg" trekt door een
groot deel van het land. Zoals ik in
een vorig artikel vertelde, heb ik Ne
Koningin Juliana bezocht verkennerskamp
H.M. Konigin Juliana bracht Vrijdagmiddag een bezoek aan het Internatio
naal Verkennerskamp, dat door het Leger des Heils in het buitenjeugdcen
trum te Lunteren gehouden wordt. Aan dit kamp, dat de naam „Motondo"
draagt, nemen 600 verkenners uit zestien verschillende landen deel,. Het
staat onder leiding van lt. kolonel Kaare Westergaard, de internationale
jeugdsecretaris van het Leger des Heils, die verbonden is aan het interna
tionaal hoofdkwartier te Londen. De Koningin luistert naar het blazen op
de Alphoorn door een Zwitserse verkenner. Naast H.M. van rechts naar
Jinks: Commissioner John J. Allan, chef van de staf en Commissioner E.
Thykjaer, de territoriaal leider voor Nederland.
derlandse emigranten aangetroffen,
die snel het nieuwe beroep zich had
den aangemeten, en al scherend rond
gaan. Men heeft een eigen kok in de
ploeg, die zórgt voor proviandering
etc. en op de vrachtwagens voert
men tenten mee voor noodgevallen.
Want meestal slaapt men in de schu
ren op de farms.
Op de schapenvangst
Men heeft in Australië van die
„sheep-stations", die een oppervlakte
beslaan ener Nederlandse provincie.
Waar men een eigen vliegveldje en
kortegolfzender ter beschikking
heeft. Uiteraard heeft men ook heel
wat kleiner stations, maar „Yerrow
Stud" b.v. beslaat toch altijd nog een
3000 hectaren, die je zo maar niet af
loopt!
Vandaar dat met paard en hond op
de „schapenvangst" wordt gegaan.
Dat is een merkwaardig karweitje,
want niet alleen dat op de onafzien
bare vlakte het niet zo eenvoudig is
een enkel verdwaald schaap op te
sporen, doch daar zitten er ook tus
sen allerlei struikgewas en achter de
bergruggen.
Nu verstaat „Denis", de leider
onze expeditie, zijn vak best; hij
heeft met zijn twee helpers al heel
wat keertjes de schare bijeen
braoht. Maar behalve over die 'nel-
pers, beschikt hij ook over drie hon
den, waarvan „Black Boy" bijzondere
leiders-capaciteiten bleek te bezitten.
Maar Denis de „stockman" zoals men
hem noemt, haalt zijn schapen overal
vandaan. Ik heb hem bewonderd om
het gemak waarmee hij in het zadel
zit zoals des avonds op de farm in
een easy-chair. Want, al krijg je op
den duur genoeg Australische flair
in het paardrijden, de „zit" van eer
cowboy krijg je nimmer
In grote groepen worden de scha
pen „naar huis" gebracht en dan zijn
ze voor de „sheep-shearers". Die
grijpen schaap na schaap; de wol
stapel groeit aan. De mannen van
het vak sorteren de wol naar kleur,
kwaliteit en andere eisen. Dan wor
den er pakken van plm. 150 kg. van
geperst, die later door de trucks naar
het dichtst bij zijnde station of ha
ven worden vervoerd. Een afstand
overigens, van soms honderden
mijlen!
Iedere scheerder „plukt de dag",
dat wil heggen, van de vroege mor
gen tot aan het vallen van de avond
gonzen de motoren.
Voor een kwartje geschoren
Al naar gelang de handigheid, kan
een scheerder honderd tot twee hon
derd schapen per dag „onder het
mes" hebben en door die snelheid
kost het scheren slechts 9 a 12 pence
(pl.m. 2536 ct.) per schaap!
Maar, het is een zwaar werkje en
ik kan me voorstellen dat pnze Hol
landse scheerders zeiden liever tien
mannen dan één schaap te scheren.
Doodvermoeid rollen de mannen des
avonds op hun bed.
Niettemin, eerst wordt bij gitaar
en harmonica een heel programma
van befaamde liederen gezongen en
de gezelligheid maakt dat het later
.wordt, dan de harde arbeid eigenlijk
veroorlooft!
Op de farm houdt men van de jaar
lijkse afwisseling in het weinig va
riërend bestaan van iedere dag.
Neem uw dekens mee!
Nu zitten we hier dus binnenkort
met een bililoen pond wol, maar het
zal u vreemd in de oren klinken dat
mijn vrouw heel erg blij is enige
Hollandse wollen merk-dekens naar
Australië te hebben meegenomen!
Een goed advies voor de adspirant-
emigrant; volg dit voorbeeld. Want
weet ge, ondanks dat billioen pond
wol, hebben we hier maar slechte en
dure wollen dekens en niet veel
betere ander wollen goederen.
Er zijn in Australië slechts 122
spinnerijen. Om de één of andere
reden heeft men het in de spinnerij
niet ver gebracht; vermoedelijk man
keren de machines. De drie landen,
Amerika, Engeland en Frankijk ver
werken méér Australische wol dan
dit land zelf doet. Wie meent dat
spinners hier een grote toekomst
hebben, begaat een misrekening, zo
als ik reeds van enkele Hollandse
spinners o.a. uit Tilburg en Breda
hoorde.
Men heeft onlangs zelfs bescher
ming gevraagd tegen de Engelse im
port van textiel! De Australische
textiel-export beloopt slechts 5
millioen per jaar.
Maar: straks krijgen we weer onze
befaamde wolveilingen. En in de
rimboe scheert men nu de
Visitekaartjes uit
postdienst
Visitekaartjes, adreswijzigingen
van klein formaat en dergelijke zul
len eerlang niet meer per post ver
zonden mogen worden.
Dit is een gevolg van het dezer
dagén op het congres van de „Union
Postale Universelle" te Brussel ge
nomen besluit, dat de afmetingen» van
alle poststukken minimaal 7X10 cen
timeter zullen moeten gaan bedragen.
Over de omschakeling op grotere
formaten zal met de fabrikanten
overleg worden gepleegd.
(N. v. d. D.).
BREDA BERICHT:
De aankomst van
tovenaar Merlijn
Gisteravond om 19.00 uur heeft
de mysterieuze figuur uit de Koning-
Arthur-sagen, de tovenaar Merlijn,
zijn intrede in Breda gehouden. Van
het hotel, waar Merlijn zijn intrek
heeft genomen, vertrok een grote
stoet landauers. In de eerste waar
van de koning der Magiërs had
plaats genomen. Hij was gekleed in
een zwarte toog, die rijkelijk met
zilveren sterren was bestrooid, droeg
in de hand een toverstaf en boven
dien een hoge puntmuts, die even
eens met sterren was bezaaid. De
gehele stoet, waarachter zich de 300
goochelaars, die aan het congres
deelnamen, opstelden, maakte daar
na een tocht door de stad, die eindig
de in het feestpark „Het Valken
berg". Hier heeft de voorzitter van
de ring Zuid-West, de heer De Nijs,
de congressisten welkom geheten,
waarna de heer H. Vermeyden,
voorzitter van de Nederlandse Ma
gische Unie, het congres opende.
Merlijn gaf daarna ten aanschouwe
van enkele duizenden aanwezigen
enkele goocheltrucs ten beste. On
der meer toverde hij een aantal dui
ven uit een wonderpan. Na de kof
fietafel was er een bal met goochel-
attracties in het Oranjepaviljoen in
„Scheef Breda".
£ied uan deze tijd
FANNY
Zo is dan Fanny teruggekomen
aan het station in Amsterdam
en wie haar daar begroeten kwam,
dat was de kruier en haar ome.
Geen bloem werd haar getooid,
ze had een horde omver gegooid.
Zij kwam hier nu vier jaar geleden,
beladen met olympisch goud.
Nu zy met niets kwam, was zij oud
en is zij eensklaps weggegleden
uit de gezichtskring van het publiek.
In Fanny zat nu geen muziek.
De conducteur kwam nog met bloemen
in plaats van het olympisch goud,
want Fanny is nog niet zo oud,
dat men haar naam niet meer kan noemen.
Zij is nog snel, besef dat goed,
en heeft het echte sprintersbloed.
Wat ik in Fanny kan waarderen,
is, wat een wonder zij ook wordt,
dat zij alleen loopt voor de sport
en niet voor politieke heren.
Zo liep zij daar, zo loopt zij hier
voor haar gezondheid en plezier.
En als er an'dren sneller lopen,
dan deert dat ons en Fanny niet,
dan klinkt er geen olympisch lied,
waarop wij eerst nog mochten hopen.
Want hoger dan de hoogste sport,
is of z'een goede moeder wordt.
TROUBADOUR.
voor alle doeleinden
CREYGHTON
Hooiqr.46 Tel.20114
Een van hen werd in 1948 gearresteerd
Drie Nederlanders zijn uit Russi
sche gevangenschap in ons land te
ruggekeerd. Het zijn de heer B. Slier
uit Rotterdam, M. P. M. Cranen uit
Breda en H. Ph. Wigmans uit Eind
hoven. Volgens het Roode Kruis zijn
er nog veertig Nederlandse SS'ers te
Stalingrad, waar de Nederlanders wor
den verzameld alvorens te worden
doorgezonden. Deze veertig zijn voor
lopig niet te verwachten.
Naar Reuter meedeelt, werd de
journalist Slier in 1948 in Oost-
Duitsland gearresteerd en veroor
deeld tot 3 jaar gevangenisstraf. M.
M. Cranen en H. Ph. Wigmans
blijken in dienst te zijn geweest bij
bi] de SS. C. was zestien toen hij bij
de SS kwam. Zij zijn voorgeleid voor
de officier van justitie te Den Bosch
en daarna op vrije voeten gesteld.
Het Nederlandse consulaat-gene
raal in West-Eerlijn heeft tien
maanden geleden meegedeeld, dat
de Oost-Duitse autoriteiten acht
personen van Nederlandse nationa
liteit, onder wie vier op beschul
diging van spionnage, gevangen
hielden. Twee hunner waren be
schuldigd van diefstal. Het was
niet bekend wat aan de overige
twee ten laste was gelegd. Namen
en adressen werden niet verstrekt.
Wel waren in elk der gevallen de
verwanten op de hoogte gesteld.
De Nederlandse functionarissen
vreesden, dat publicatie van namen
zou kunnen leiden tot vergeldings
maatregelen tegen de arrestanten
of hun verwanten in Oost-Duits-
land. De meeste Nederlanders wa
ren arbeiders, die tijdens de oorlog
naar Duitsland waren gegaan en
daar gebleven zijn. De meeste ge
vangenen konden brieven sturen en
bezoeken ontvangen tijdens hun
verblijf in Oost-Duitse gevangenis
sen.
De Nederlandse functionarissen te
Berlijn kunnen hun landgenoten niet
helpen, omdat Nederland de Oost-
Duitse regering niet erkent. Zij ont
vangen geen enkele officiële medede
ling van de Oost-Duitse autoriteiten.
Wanneer men zich wendde tot de
Russische bezettingsautoriteiten, werd
men door deze meestal terugverwe
zen naar de Oost-Duitse regering.
KASTEEL THANS HOTEL
RESTAURANT
Gisteren is het historische slot
Neuberg te Gulpen als hotel-restau
rant in gebruik genomen.
Het tegenwoordig kasteel werd ge
bouwd in het begin van 1600. In 1811
kwam het kasteel door erflating in
het bezit van graaf Oscar de Mar-
chayt et'd'Ansembourg van Amsten-
•rade. De jongste geschiedenis heeft
veel bijgedragen tot de roem van
het oude slot. Vanaf de bevrijding
van Zuid Limburg in September 1944
tot aan de capitulatie van Duitsland
is kasteel Neuberg het hoofdkwartier
geweest van een Amerikaanse leger
groep. Vele Amerikanen met naam
vertoefden toen op Neuberg, o.a.
generaal Eisenhower en kardinaal
Spelïman. Door graaf Rudi de Mar-
chant et d'Ansembourg werd in een
der bijgebouwen een Amerikaans
oorlogsmuseum ingericht voor welk
museum ieder jaar grote belangstel
ling bestaat.
Buziau en velen van zijn collega's
brengen „De Flora" voor de radio
Voor de jongeren is zijn naam
slechts een beroemde klank of een
heel vage herinnering voor de oude- p r r "7.7-••• -t
ien zegt zijn naam alles. Buziau, de
koning der lach. de begaafde en be
schaafde humorist, die in moeilijke
tijden Nederland deed lachen, zoals
het nog maar zelden kan lachen. Bu
ziau komt terug! Na de oorlog gaf
Buziau te kennen, dat hij zijn varié
té-loopbaan als beëindigd wilde be
schouwen en hij trad niet meer op.
Maar na moeizame onderhandelingen
heeft men de thans 75 jaar oude
humorist bereid gevonden, om in een
herinneringsprogramma op te treden,
waar zoveel mogelijk de grote ^figu
ren van de kleine kunst uit die dagen
hun medewerking zullen verlenen.
Maandagavond zal er een uitzen
ding gewijd worden aan de vroegere
Amsterdamse Flora, waar Buus" en
velen, wier namen nog niet geheel
verbleekt zijn, hun triomphen vier
den. Buziau zal optreden als profes
sor RI-KI-KI, de rol, waarmede hij
als 17-jarige jongen zijn debuut
maakte. Met hem treden op Heintje
Davids, Martha van Donk, Jetje Bla
zer, Sylvian Poons en andere be
roemdheden uit die tijd. Het zal voor Buziau de eerste maal zijn, dat hij in
een specifiek radioprogramma optreedt. Het programma, waarin Alex da
Haas de conférences zal verzorgen, zal a.s. Maandag over de zender van de
AVRO worden uitgezonden.
Cen luae&tijn
RAAKT ZOEK
DOOR WILLY WATERMAN
20)
„Wie het precies is, schijnt nie
mand te weten, misschien is de fede
rale politie beter met zijn tronie be
kend, maar hij zag er vrfj onsympa
thiek uit: een dikke kerel met heel
weinig haar op een glimmende sche
del, en allemaal medeklinker achter
in zijn keel. Ik zou er een lief ding
onder durven verwedden, dat zijn
wieg ergens ten oosten van de Wech-
sel heeft gestaan. Hij wandelt rond
onder de naam Stefan Morescu, en
dat is heel verstandig van hem; als
hij de een of andere onvervalste
Amerikaanse naam had aangenomen,
zou dat wel een beetje al te erg in
de gaten lopen. Maar in elk geval:
ik was bij de kapitein en die vertel
de me, dat dat heerschap, dat juist
zijn hut uitging toen ik arriveerde,
met alle geweld de motorboot had
willen huren of kopen, onder een
voorwendsel, dat nog zonderlinger
klonk dan het smoesje, dat wij moes
ten verzinnen om die boot te krijgen.
Hij wilde, ik weet niet hoeveel, be
talen als hij die boot kon krijgen."
De kellner bracht de koffie, en Pe
ter schudde er de suiker in. Het kan
netje room' offreerde hij aan Clirr..
„Goed voor je," drong hij aan.
Clim snoof verachtelijk, veegde
met zijn hand over zijn kin, hetgeen
een raspend geluid veroorzaakte en
keek dan, ingespannen turend en be
droefd het hoofd schuddend, naar
Peter's kin.
„Jij hebt het harder nodig dan ik,
Peter," merkte hij op, „elke dag een
liter dan komen de sprietjes gauw.
hoe heeft de kapitein hem afge
poeierd?"
Peter grinnikte.
„Ik twijfel er geen seconde aan,
of de kapitein had er machtig spijt
van, dat hij de boot al aan mij had
verkocht voor een bedrag, dat gerin
ger was dan hem nu werd geboden,
maar hij liet niets merken en ver
telde Morescu, dat het niet ging, om
dat de boot al besproken was. En nu
komt het mooie: die kerel wou met
alle geweld weten aan wie! Hij zei,
dat zoiets toch geen geheim kon zijn
en zo meer. Maar de baas van de
schuit liet geen syllabe los; ik had
hem trouwens van te voren op het
hart gedrukt, in geen geval te laten
uitlekken dat wij het waren, die van
boord zouden gaan. Enfin toen ik dat
allemaal gehoord had, keek ik toe
vallig naar de deur, die op een kier
was blijven staan en ik zag tegen de
lichtstreep van de lamp iets langs
die deur bewegen. Je kent mijn wan
trouwende natuur, Clim; ik gooide
natuurlijk die deur open. Tot mijn
spijt deed ik het wel wat hardhandig
en ze kwam met een daverende klap
tegen de neus van onze dikzak aan..
Clim, kerel, je had zijn varkensoog
jes moeten zien tranen. Hij verdween
zonder een stom woord te zeggen
waarschijnlijk zit hij nu met zijn
neus in een koud waterbad."
Peter roerde in zijn koffie, wierp
een blik op de klok, verwenste de
luidspreker en ging voort:
„Maar met dat al is het een lelijk
ding, dat er zich een verdacht uit
ziend persoon hier aan boord bevindt
die ervan op de hoogte is, dat wij
vannacht met een motorboot van het
schip gaan. We behoeven er heus
geen doekjes om te winden, het is
meer dan duidelijk, dat onze nieuws
gierige vriend met het exotische ac
cent iets tegen ons in 't schild voert
en waarschijnlijk tot de bende be
hoort, die jouw document belaagt.
Tot nu toe hebben de heren waar
schijnlijk nog niet in de gaten gehad
dat wij tweeën onder één hoedje spe
len. Dat kan ook bezwaarlijk: we
kennen elkaar nauwelijks een paar
uur, hier aan boord dan altijd. Maar
nu hebben ze ons wel samen gezien,
ze hebben mij rr.'et de kapitein over
de motorboot horen praten en naar
hen informeren. Als de heren niet
aan zwakzinnigheid lijden, is het hun
nu wel zo klaar als een klontje, dat
wij tweeën samen die boot hebben
gekocht. Ons enige voordeel is dus
op het ogenblik, dat we hen een dag
of wat van het spoor kunnen houden,
daarna begint de sport opnieuw. Ik
hoop echter, dat die paar dagen vol
doende zullen zijn!"
Hij hield op en wierp een blik op
de klok. De wijzers schoven onrust
barend snel naar één uur. Clim volg
de zijn blik.
„Als we eens naar onze hutten
gingen en de zaken voor ons aan
staand vertrek in orde maakten? Ik
weet niet wat jij hebt gedaan, maar
mijn koffers staan nog in mijn hut."
„Mijne ook," zei Peter en wenkte
de kellner. Slaperig kwam die op hen
toe maar ontwaakte bij het zien van
de fooi in Peter's hand en begeleidde
hen buigend tot de deur.
„Hoe lang heb jij werk?" infor
meerde Peter, toen ze de rumoerige
rooksalon verlieten en in de koele,
rustige gang stonden, „Ik wilde zo
gauw mogelijk weg, het kan me geen
steek schelen of er nog lui aan boord
wakker zijn, die het kunnen zien, er
is geen mens, die ons nu nog kan
tegenhouden of volgen."
Clim dacht even na.
„Over vijf minuten ben ik aan dek.
Uit mijn hut kan ik wel iemand
bellen, die mijn bagage komt halen."
„Allright." zei Peter, „tot over vijf
minuten dan, als je tenminste niet
weer wordt vastgebonden aan je ei
gen bed!"
Hij haastte zich de gang af en Clim
ging, na zich er van vergewist te
hebben, dat zijn revolver in zijn
broekzak stak, naar zijn eigen hut.
Bij de deur aarzelde hij even, toen
hij zich herinnerde hoe hij, enkele
uren tevoren, onschadelijk was ge
maakt. Toen grinnikte hij om de
idiote veronderstelling, dat zyn te
genstanders hetzelfde trucje voor de
tweede maal die avond zouden pro
beren, opende de deur 'en trad bin
nen. Er was geen mens te zien. Hij
sloot de deur achter zich, voelde een
harde klap, een stekende pijn in het
achterhoofd en zakte dan ineen als
een vaatdoek, die op zijn punt op de
grond wordt gezet.
Peter keerde langzaam'tot bewust
zijn terug met een ontzettend pijnlijk
hoofd, een zwaar gesuis in zijn oren
en de gewaarwording, dat de New
Orleans op haar kop stond en pirou
etten uitvoerde door het heelal. Het
suizen in zijn oren bedaarde echter
snel en hij poogde zich uit zijn lig
gende houding op te richten. Het was
stikdonker om hem heen, zijn herse
nen waren nog versuft van de klap
op zijn schedel en het duurde even
voor hij besefte dat hij aan handen
en voeten gebonden was. Op het
ogenblik dat hij zich daarvan bewust
werd, herinnerde hij zich plotseling
alles wat er gebeurd was tot 't ogen
blik, waarop hij zijn hut binnen
kwam. Er had natuurlijk iemand
achter de deur gestaan en toen hy
niets vermoedend was binnengetre
den, had die iemand hem met een
niet al te licht en zacht voorwerp 'n
afdoende klap op zijn schedel toege
diend. Van die klap begonnen de ge-
vol»«*»rst nu te vervagen.
(Wordt vervolgd)