Dappere ex-koppensneller wou medaille van de Paus hebben Mgr. J. Buis viert zijn zilveren priesterfeest MILL HILL Een Leids Adoptie-comité Feestvierend Breda ontving vorstelijke gasten met militaire parade en rijstebrij DE LEIDSE MISSIEBISSCHOP VERTELT DONDERDAG 17 JULI 1952 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA' 1 VANDAAG IS HET 25 JAAR GELEDEN, dat een jonge Leidenaar uit handen van een En gelse Bisschop de H. Priesterwijding ontving, die de opdracht inhield om het licht van ons Geloof te la ten schijnen in de duisternis van het heidendom. Die jonge Leidenaar was Jacobus Buis, missionaris van Mill Hill, die vier dagen later aan het altaar van de Leidse Mon Père-kerk stond, om zijn eerste plech tige H. Mis op te dragen. Tussen toen en nu liggen 25 jaar; de jonge priester van toen begint grijs te worden, de Mon Père-kerk is verdwenen en we spreken niet meer over een gewone missionaris (met alle respect overigens) maar over mgr. Jac. Buis, Apostolisch Vicaris van Jesselton (N. Borneo), die op 1 Mei 1.1. door de Bisschop van Haarlem in de dekenale kerk te Leiden tot bisschop werd gewijd. Voor dat feest heeft geheel katholiek Leiden zich ingezet en nog is de nagalm niet verstomd. Daarom valt het thans niet gemakkelijk om dit zilveren pries terfeest met pracht en praal te vieren, hetgeen trou wens helemaal niet de wens van mgr. Buis is. Slechts in intieme kring is er feest vandaag; de kerkelijke viering volgt op Zondag 27 Juli a.s., wanneer mgr. Buis in de dekenale kerk een pontificale Hoogmis zal celebreren. Ongetwijfeld zal hij op die dag ook gelegenheid vinden de gelukwensen in ontvangst te nemen van zeer vele belangstellenden. Spoedig zul len daarover nadere berichten volgen. Thans willen we slechts stilstaan bij 25 jaar priesterleven in de Missie vaij Borneo, een periode waarover een boek te schrijven zou zijn, ware het niet, dat mgr. niet graag over zichzelf vertelt. Toch was hij zo vrien delijk ons een blik te gunnen in de jaren die achter hem liggen. Ruim drie jaar in 'n concentratiekamp Op bezoek bij een Bisschop! Je zorgt, dat er een vouw in je broek zit, dat je schoenen glimmen en dat je das er zijn mag. Maar als je dan eenmaal in de gezellige ouderlijke woning, Waldeck Pyrmontstraat 31, tegenover de Bisschop zit, voel je hoe belachelijk zulke bijkomstigheden eigenlijk zijn. Vooral als mgr. ver telt, dat hij in het Japanse concen tratiekamp hemden en broeken maakte van z'n oude togen. Zo zitten we al direct midden in deze bewogen 25 jaar. Maar laten v/e trachten chronologisch te werk te gaan. Al spoedig na zijn wijding, op 6 Oct. 1927, vertrok de jonge missiona ris naar Serawak, in het zuidelijk deel van Engels Borneo, midden tus sen de zee-dajaks, de oorspronkelijke koppenhnellers van Borneo. De ver slaggever ruikt dan de sensatie al: „Worden er tegenwoordig nog kop pen gesneld?" „Het komt tegenwoordig nog maar sporadisch voor, na de oorlog heb ik van geen enkel geval meer gehoord. Maar voor de oorlog stak het nu en dan de kop nog wel eens op. Koppen snellen is eigenlijk een rituele moord; de Dajak, die een kop snelt, meent zich goede zorgen te verwerven in het hiernamaals; hij gelooft, dat de dode zijn slaaf zal worden. Een ande re reden is het verwerven van be roemdheid; wanneer een Dajak een kop gesneld heeft,- mag hij z'n hand zwart tatoueren, een bewijs, dat hij dapper is. Dc meisjes kijken het liefst naar zulke jongens, zodat de vrouw dus dikwijls de achtergrond van het koppensnellen is. De Dajaks kiezen meestal een Chinees of Majeier als slachtoffer, weliswaar staat er dezelf de straf op, maar zij ontlopen de wraak, die zij bij het koppensnellen van een Dajak op hun hals zouden halen. Tegenwoordig staat de dood straf er op; dat werd bekend gemaakt op de grote vredesvergadering in De Congregatie van Mill Hill werd ruim 70 jaar geleden ge sticht door wijlen Kardinaal Vaughan met het doel missiona rissen te zenden naar landen bui ten Europa. In deze Congregatie bevinden zich vele Hollanders. Dc eerste missionarissen begon nen in Amerika. Later kwam Nieuw Zeeland er bij, daarna Pakistan en Afrika (Oost en West). Reeds in 1881 werd Bor neo door de Propaganda Fide toe gewezen aan Mill Hill. Voor dien was er op dit eiland nog geen sprake van missionering. Een van de eerste missionarissen was wijlen father Driessen uit Leiden. De Congregatie telt thans 573 priesters (waaronder 15 Apostilische Vicarissen en Prefecten en 34 broeders. Een Dajak- koppen sneller in vol ornaat 1923 toen alle stammen van Borneo bijeenkwamen. Onder de Christenen kwam ook voor de oorlog het kop- pcnsneilen niet meer voor; zij zagen j er het dwaze van in en kenden be-1 tere middelen om hun eeuwige zalig heid Ie bereiken." Mgr. vertelt dan nog, da', hij eens aanwezig geweest is bi.i de terecht- stelling van twee Dajaks, die een 1 mootd begaan hadden Even voordat zij gefusilleerd werden, had hij hen het H Doopsel toegediend In vele Dajak-hutlen vindt men thans nog hele trossen van gesnelde koppen, zwart gerookt en stuk voor stuk in korfjes van bamboe gevloch ten. Ook de Christenen mogen deze erfenis van hun voorvaderen (soms i meer dan 80 jaar oud) in huis hou- den. Mgr. heeft wel eens geprobeerd de Dajaks te bewegen deze koppen te begraven ma&r van de eerste de beste j kreeg hij ten antwoord: „Ik wil dat wel doen, maar dan moet de Paus mij een medaille geven als bewijs van dapperheid." Helaas stelt de H. Vader vooi dergelijke dapperheden geen medaillles beschikbaar, zodat de missionaris die onderscheiding niet toe kon zeggen. De koppen hangen er nog. tie in Holland gekoppeld worden. Kort voor het vertrek in Febr. 1947 viel als een donderslag bij heldere he mel het bericht op tafel, dat father Buis benoemd was tot Apottolisch Prefect van Jesselton, in het Noorde lijk deel van Engels Borneo. „Ik had ei in de verste verte niet op gere kend", vertelde mgr. ons. „Ik had grote plannen in Sibu, die ik na mijn vacantie wilde uitvoeren, zodat ik er zelfs tegenop zag naar Jesselton te vertrekken." Apostolisch Vicaris. In 1948 ging father Buis, inmid dels mgr. Buis geworden, terug naar Borneo. In Jesselton vond hij niets; practisch alle kerken, scholen, kloos ters en pastorieën waren verwoest. In tijdelijke gebouwen van papier en palmbladeren vond men onderdak. Het eerste noodgebouw was 's Zon dags als kerk en door de week als school in gebruik; een stuk was afge scheiden en diende tot pastorie. Thans staan er weer een kerk, een school en een klooster. Hier bereikte mgr. enige maanden, geleden zijn benoe ming tot Apostolisch Vicaris. Er moet nog veel meer komen: een internaat en een pastorie voor de hoofdstatie, elders nog 5 kerken, 10 scholen (w.o. twee middelbare), 2 in ternaten en op iedere statie een pas torie. „Maar daarmee wachten we al tijd tot het laatst." In het binnen land moeten nog drie nieuwe staties gevestigd worden; daarvoor moeten er gebouwen komen enoriesters! Daarmede raken we het kern punt van de missionering: pries ters. Het Vicariaat (wat bij ons Bis dom heet) is 2]/j maal zo groot als Nederland en heeft 333.000 inwo ners, waaronder 16.000 katholieken. Daarvoor zijn 36 priesters beschik baar, waaronder 6 Chinese, 25 Europese zusters en 20 inlandse. Ge lukkig beschikt de Missie over flinke helpers als onderwijzers e.d., want 75 pet. van de opvoeding ligt er in handen van de kath. Missie! Een geweldige taak; vooral hier geldt: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst! De Engele Regering is daarom over het algemeen ook gun stig gestemd ten opzichte van de Missie en in de benoeming van mgr Buis tot Apostolisch Vicaris zullen zij ongetwijfeld een erkenning van de vooruitgang van het land zien. Er wachten mgr. dus nog bergen v/erk. Op 27 Aug. a.s. keert hij per boot terug, eerst naar Djakarta voor een bezoek aan de Apostolisch Inter nuntius, daarna naar Pontianak voor een vergadering van Bischoppen en tenslotte over Singapore naar Jessel ton, waar mgr. begin October hoopt Mgr. Jac. Buis, gezeten tussen zijn ouders, op de dag van zijn plechtige Bisschopswijding. (Foto: „De Leidse Courant"). aan te komen. Vol met plannen! Hopenlijk ook met een volle porte- monnaie (dank zij de Missieliefde van talloos vele kattolieken uit Lei den en omgeving) om die plannen tot uitvoering ie kunnen brengen. Een gigantische taak. Wij, die ach terblijven, kunnen ons er eigenlijk geen juist idee van vormen. Maar wie mgr. zo rustig en gemoedelijk onop gesmukt hoort vertellen, komt toch wel geweldig onder de indruk van het werk, dat hem nog wacht. Ook hier is van toepassing, dat de velden wit staan van de oogst, maar dat de werklieden gering in aantal zijn. Mogen de katholieken van Leiden, wanneer wij volgende week Zondag het zilveren priesterfeest van de Leidse Missie-bisschop vieren, dit be denken. Mogen hun gebeden op deze dag wel zeer speciaal uitgaan naar hun oud-stadgenoot, die geroepen is voor een taak, waaraan wij slechts zo'n bitter klein steentje kunnen bij dragen. Mogen zij ten slotte dat steentje wanneer zulks in welke vorm dan ook nog niet gebeurd is tven aanreiken op Waldeck Pyrmont straat 31, waar thans een oppcr- maaier voorbereidingen treft om straks te oogsten, wat mede door ons gebed en offer tot volle wasdom moge komen! Drie jaar gevangen. Genoeg over het koppensnellen. Tot 1937 bleef father Buis in Sera- wak, eerst als kapelaan, later als pas toor in Sibu, midden tussen de Chi nezen. Na tien jaar mocht hij op va cantie terug naar het Vaderland en in 1938 ging hij weer naar Sibu. Vier j Na alles wat er rondom de Bisschopswijding voor mgr. Buis is gedaan, zou het verkeerd zijn weer een actie op touw te zetten voor een feestgeschenk ter gelegenheid van zijn zilveren priesterfeest. Toch mag dit feest niet onopgemerkt voorbijgaan; de katholieken van Leiden moeten een gelegenheid vinden opnieuw te getuigen van hun liefde en ijver voor de Missie, waarvoor Nederland te recht zo vaak geroemd wordt, ook door de H. Vader. Mogen we daarom de suggestie in overweging geven een actie op touw te zetten om de Missie van mgr. Buis door Leiden te laten adopteren? Het is kort dag en veel gelegenheid om hierover langdurig te be raadslagen zal er niet zijn. Maar wanneer er spontaan uit de kath. bevolking van Leiden een Adoptie-comité geboren wordt, is er tenminste een begin. Een mooier geschenk zou mgr. Buis op zijn zilveren priesterfeest niet aangeboden kunnen worden! Wat dat comité in de toekomst precies moet gaan doen, is van latere zorg. In woord en geschrift zou de belangstelling voor deze Missie le vend gehouden kunnen worden en wellicht kunnen er middelen gevonden worden om mgr. ook financiëel te steunen, wanneer hij eenmaal weer op Borneo is. Wie durft het aan? Wie neemt het initiatief? Dit moest nu eens gedaan wordep door mensen, die nog niet tot over hun oren in het maatschappelijk en godsdienstig ver enigingsleven zitten; er zijn nog genoeg andere katholieke Leide- naars, die dit werk voortreffelijk zouden kunnen doen! Laat men niet tegen een beetje werk opzien en niet dagenlang nadenken al vorens tot een besluit te komen. Wie helpt mee? Wie laat onmid dellijk iets van zich horen? Met een beetje goede wil kan op Zondag 27 Juli het Adoptie-comité zich als feestgeschenk van kath. Leiden aan mgr. Buis presentoren jaar later werd zijn Missie-arbeid T-vieed gesioord door de oorlog, die de internering door de Jappen tot ge volg had. Van 16 Mei 1942 tot 15 Aug. 1945 verbleef father Buis in het con centratiekamp van Kuching. Aanvan kelijk waren er 110 priesters, op het laatst nog 104. Van 't totale aantal gevangenen (35C0) waren er bij de bevrijding nog precies 1945 over. Vooral onder de Engelse soldaten was de sterfte wegens uitputting en hon ger groot. In vergelijking met hen hadden de priesters er een redelijk goed bestaan. De kampcommandant was eens uit stekend verpleegd in een katholiek Chinees ziekenhuis en stond daarom niet onsympathiek tegeinover de priesters, die op het laatst 12 alaren hadden, waaraan iedere dag 24 H. Missen werden gelezen. Father Buis was aangesteld als kwartiermeester van het priester- kamp; hij moest dus ook zorgen voor het eten en wat de rantsoenen te weinig boden, werd zoveel moge- lijk met smokkelwaar aangevuld. De meeste priesters beschikten over kostbare voorwerpen als horloges, vulpennen, enz. Via een ingewikkeld systeem werden deze buiten het kamp gesmokkeld en voor eten ge ruild. Zo bleven de meeste priesters in leven, al woog father Buis geen honderd pond meer, toen hij door de Australiërs werd bevrijd. Een ge heim radiotoestel had de gevangenen reeds op de hoogte gebracht van de capitulatie. Uit naderhand gevonden documen ten bleek, dat de bevrijding op het nippertje kwam, omdat de dag van 19 Augustus 1945 door de Jappen was vastgesteld om alle gevangenen te vermoorden, de mannen met de ko gel, de vrouwen en kinderen met vergifZover is het Goddank niet gekomen! Na de bevrijding werden de ge vangenen naar een klein eilandje gebracht, een vacantie-oord, waar allen zeer nauwkeurig onderzocht werden. Father Buis bleek gezond te zijn, zodat hij in November 1945 naar zijn Missiepost Sibu kon te rugkeren, waar hem een hartelijke ontvangst wachtte, comyleet met muziek en vaandels. Wat hij verwachtte te zien, was werkelijkheid: practisch alles was vernield; de nieuwe school was afge brand, de oude kerk bouwvallig ge worden, de pastorie verwoest, maar door de Australiërs gedeeltelijk weer opgeknapt. Men behielp zich met tij delijke gebouwen en spoedig was er weer een flinke school. Een geeste lijke teruggang onder de bevolkin' was er practisch niet geweest! Apostolisch Prefect. Tot 1&47 bleef father Buis in Sibu I Hij was inmiddels Congregatie overste van Serawak geworden en als zodanig moest hij naar Mill Hill (Engeland) om het Kapittel bij te wonen. Aan deze reis kon zijn vacan- Het hoogtepunt van de feestelijk heden te Breda, de Brabantse Oranje stad, die 700 jaar bestaat, is ongetwij feld geweest het bezoek van het Oranjepaar, dat gisteren heeft plaats gevonden. Heel Breda was in feesttooi, geen vlaggestok was kaal gebleven en de versieringen, die voor het bestaans- feest zijn aangericht, waren nog eens extra verzorgd en opgetuigd. De ge hele stad scheen op de been te zijn en alhoewel het feest niet die uit bundigheid had, die men van onze Zuidelijke landgenoten gewend is, kenmerkte de dag zich toch door een diepe vreugde, waarin wellicht de grote gebeurtenissen, die plaatsvon den, waardiger en beter tot hun recht kwamen. Jaren was het geleden, dat Breda ec.li wu.uyk groots militair festijn zag en het massale, indrnkwekkende défilé waaraan behalve door de gar- deregimetnen ook door infanterie en luchtmacht werd deelgenomen, vorm de ongetwijfeld het hoogtepunt van de dag. Om half elf arriveerde het Konink lijke Paar aan de rand van de stad, waar het ontvangen werd door de burgemeester, mr. dr. Chr. H. M. Kortmann. Men nam plaats in ca lèches en onder een weldadig aan doend oranjezonnetje reed men de stad binnen, waar duizenden en dui zenden zich reeds uren van te voren hadden opgesteld, om de intocht der vostelijke gasten gode te slaan. Nadat H.M. de Koningin de ere wacht van de „Prinses Irene Briga- I de', opgesteld voor het stadhuis, had geïnspecteerd, werd ten stadhuize een receptie gehouden, tijdens welke aan de Koningin het schilderij van de vier prinsesjes, geschilderd door Th. Swagemakers, werd aangeboden. Dit schilderij is bestemd voor H.K.H. j Prinses Wilhelmina en Koningin Ju liana werd verzocht het aan de prin- ses te willen overhandigen. I Na de rectptie begaf het Koninklijk Paar zich naar de Oranjesingel, waar 't défilé afgenomen kon worden. Het i is lange tijd geleden, dat Breda een J groots militair festijn zag en duizen- j den hadden zich dan ook reeds uren I te voren van een goede plaats verze- I kerd. Voorafgegaan door de gardere gimenten in gala, die geleid werden door de koninklijke mil. kapel, volg den de cadetten van de K.M.A., de commandotroepen, stoottroepen en infatenrie-onderdelen met hun ver zorging. Hoog in de lucht daverden de Thunderjets, die in grote groepen glijvluchten ondernamen en oorver dovend over de plaats van het défilé donderden. De parade duurde ruim drie kwartier en de bijvalsbetuigin gen van het publiek waren stormach tig, zodat duidelijk werd aangetoond, hoezeer Breda een dergelijk festijn lange tijd ontbeerd heeft. Er bestaat een oud recht, hetwelk bepaalt, dat koninklijke bezoekers van de stad Breda bij de Bagijntjes rijstebrij moeten gan eten. De Ba gijntjes van Breda, er zijn er nog slechts 15 en er komen geen nieuwe meer bij hadden op hun recht ge staan en nadat de militaire parade beëindigd was, begaf de Koningin zich naar de Bagijnenhof, waar reeds in spanning op Haar gewacht werd. In haar stijf en extra wit gesteven kappen stonden de Bagijntjes voor hun kraakheldere hofjes, terwijl de moeder-overste, het vorstelijk be zoek, dat vergezeld werd door de vi caris-generaal mgr. Koenraedt, ont ving. Vol trots toonde zij Koningin Julia na de grote schotel gele rijstebrij, die versierd was met ee noranje rozet en oranje granaatappeltjes. Nadat de Koningin een der hofjes bezichtigd had en zich ongedwongen met enkele Bagijntjes onderhouden had, zongen de Bagijntjes ten afscheid het „Do- mine, salvam fac reginam nostram". Nadat de Koningin ten stadhuize de lunch gebruikt had en in de mid daguren verschillende officiële be zoeken had afgelegd, o.m. aan het monument van een Harer voorvade ren, Engelbert de Tweede van Nas sau, en aan de Oranje Nassautentoon- stelling in het kasteel van Breda, werd om half vijf afscheid genomen van de feestvierende stad. Z.K.H. Prins Bernhard bezocht in de mid daguren de internationale scherm- wedstrijden, .welke waren uitge schreven door de koninklijke offi- ciers-schermbond. Op dezelfde wijze als de koninklij ke gasten gearriveerd waren, ver trokken zij weer. In open koetsen verlieten zij de feestelijke stad, die in de vijftig dagen, dat zij Oranje stad heet, een dag waarlijk Oranje stad is geweest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 5