Verdere belastingverlaging of verhoging
der uitgaven momenteel niet verantwoord
Het pensioen van mevr. Blokzijl
Morgen ONZE dag
Profetie over de dag van morgen
DINSDAG 24 JUNI 1952
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
BELASTINGPOLITEEK EN
MIDDENSTAND
(Van onze belasting-medewerker).
denstandskringen nogal al eens
critiek los gekomen tegen de na
oorlogse gang van zaken. Ook de ka
tholieke Volkspartij heeft hiervan
haar deel gehad. Hoe kan het ook
anders. Zij heeft doorlopend de vol
le verantwoordelijkheid willen dra
gen in een periode, welke tot de
moeilijkste van onze geschiedenis
dient te worden gerekend. Direct na
de oorlog moest orde gebracht wor
den in een ontreddering die volko
men was. Ons land was leeggeroofd
en de staatsschuld bedroeg het ge
weldige bedrag van achtentwintig
milliard gulden. Het is dus te begrij
pen dat de politieke taak van de K.
V.P. en haar Kamerfracties zeer
moeilijk was. En nog is haar werk
wel zeer gecompliceerd en alles-om-
vattend.
Eén der moeilijkste vraagstukken
was en is wel een zo billijk mogelij
ke verdeling te verkrijgen van onze
verarming en lasten. Vooral de di
recte en indirecte belastingen zijn
tot een ongehoord peil opgevoerd. De
critiek is dus begrijpelijk. Wij moe
ten echter eerlijk zijn! De Katholie
ke Volkspartij heeft zeer veel be
reikt. Het voornaamste is wel, dat
zij zich met kracht heeft ingezet
voor de strijd voor de handhaving
van onze christelijke levensbeschou
wing, hierbij de pauselijke encyclie
ken tot richtsnoer nemend. Gestreefd
is steeds naar een zo groot mogelijke
sociale zekerheid voor de gehele be
volking. Daarbij hebben de speciale
middenstandsbelangen steeds haar
volle belangstelling gehad. Door een
krachtige politiek is ook vooral op
fiscaal gebied veel bereikt. Wij noe
men hier dan nog maar de afschaf-
fing van de ondernemingsbelasting.
I .De ondernemer heeft deze extra
I belasting van 12 percent altijd aan
gevoeld als erg onbillijk. Daarna
kwam de verlaging van sommige
omzetbelasting-tarieven en een uit
breiding van het, aantal vrijstellin
gen daarvan, de verlaging van de in
komstenbelasting (vooral van de
middeninkomens, door toedoen van
Lucas). Verschillende van dezei
maatregelen zijn wel een verbete
ring gebleken van de liquiditeit van
de middenstand. Verder is de verla
ging van de schoolgeldheffing nog
te noemen.
1 Ook in de toekomst zijn weer be
langrijke besluiten te nemen op fis
caal gebied. Het standpunt dat de
K.V.P. hierbij zal innemen, is vast
gelegd in haar werkprogramma.
Hieruit blijkt, dat met alle kracht
zal worden gestreefd naar het oprui
men van fiscale belemmeringen door
herziening van de belastingwetge
ving. Beoogd wordt o.m. verbetering
van die belastingmaatregelen, die in
stpijd zijn met redelijke bedrijfs
economische opvattingen, met name
ten aanzien van schijnwinsten. Nog
steeds is bij de huidige fiscale winst
bepaling niet ten volle gelegenheid
gegeven op vervangingswaarde te
waarderen, zodat daardoor altijd nog
niet-rëele winst in de belastinghef
fing betrokken wordt. Daarnaast
worden gestreefd naar een lagere be
lasting van winst, welke voor inves
tering in het bedrijf blijft, mede ter
bevordering van de interne finan
ciering van de ondern'eming. Ook de
vereenvoudiging van de verplichte
administratie voor de loonbelasting
en de sociale voorzieningen zal een
onderdeel van het programma zijn,
dat binnenkort verwezenlijkt wordt.
Het is nu zo, dat de middenstanders
thans een uitgebreide belastingad
ministratie moeten voeren an des
wege dus fungeren als onbezoldig
de belastingambtenaren, ja zelfs de
kans lopen om beboet te worden als
zij, door drukke werkzaamheden
verhinderd, niet tijdig hun vele for
mulieren klaar hebben. In dit ver
band is ook te wijzen op hei
gediende wetsontwerp tot herziening
van de Omzetbelasting. Hierdoor
zullen, naar schatting, honderddui
zend middenstanders niets meer met
een Omzetbelasting te doen hebben.
Geen administratieve rompslomp
en geen fungeren als niet betaalde
belastingontvanger! Juist door die
Omzetbelasting raakten de kleine
middenstanders zo vaak in financiële
moeilijkheden.
Als een zeer urgent punt van het
werkprogramma der K.V.P. is nog
aan te stippen de eis, dat de progres
sie van de inkomstenbelasting zal
worden verzacht, door rekening te
houden met gemiddelden van de
voorafgaande jaarinkomens bij de
bepaling van het te betalen belas
tingbedrag. Het is namelijk zo, dat
bepaalde inkomens van jaar tot jaar
fluctuèren. Doordat de fiscus
uitgaat van ieder afzonderlijk jaar
inkomen, wordt in dergelijke geval
len belangrijk meer belasting gehe
ven, dan van inkomens welke ge
lijkmatig blijven doorvloeien. Ook
hierin zal getracht worden d" nodi
ge verandering aan te brengen.
Tenslotte willen wij er nog op wij
zen, dat de K.V.P. bij een eventuële
algemene belastingverlaging zal wa
ken voor een evenwichtige verhou
ding tussen de directe en de indirec-
belastingen. Dit is wel een evi
dent belang voor grote gezinnen,
omdat deze door de grotere con
sumptie steeds de hoogste heffing
van indirecte belastingen te dragen
krijgen.
Wij zien dus, dat de Katholieke
Volkspartij ook in de komende par
lementaire periode alleen al op het
fiscaal terrein ontzaggelijk veel
werk zal moeten verzetten, teneinde
haar doelstellingen tot heil van on
ze samenleving tot werkelijkheid te
kunnen brengen. Wij dienen haar
hierbij royaal onze volledige steun
en medewerking te geven. Onze
principiële gronden nog buiten be
schouwing gelaten, dienen wij, al
leen al gezien haar streven, in de
eerste plaats te zorgen dat de K.V.P.
als sterkste partij uit de stembus te
voorschijn komt.
Ook voor de middenstander is het
dus:
No. 1 VAN LIJST 1.
F. D.
Compensatie werknemerspremie
Pleidooien voor
Centrale Raad
De Centrale Raad van Beroep te
Utrecht behandelde gisteren het be
roep van mevrouw BlokzijlBehle
tegen de beslissing van de Pensioen
raad, waarbij haar het recht op pen
sioen werd ontzegd.
Zoals men zich zal herinneren
heeft de minister van Onderwijs, K.
en W., prof. Rutten, geruime tijd
geleden de beslissing genomen om
Max Blokzijl die wegens verregaan
de collaboratie ter dood is gebracht,
voor tien procent in zijn pensioen
rechten te herstellen. Dit opende
voor zijn weduwe de mogelijkheid
een weduwenpensioen aan te vra
gen. De pensioenraad heeft op deze
aanvrage echter afwijzend beschikt.
Als pleiter voor mevrouw Blok
zijl, thans woonachtig te Wassenaar,
trad op jhr. J. A. H. van der Does,
belasting-consulent en economisch
adviseur te Arnhem.
Mevrouw Blokzijl was de weduwe
van een met uitzich op pensioen ont
slagen ambtenaar, wiens dienstver
band is verbroken door de dood van
betrokkene in Maart 1946, aldus de
heer Van der Does. De beëindiging
werd echter door het Zuiveringsbe
sluit 1949 teruggeschoven naar 1945.
Door het met terugwerkende kracht
gewijzigde Zuiveringsbesluit 1950,
dat in de plaats kwam van het vorige
Verlaging
omzetbelasting
Gaat 1 Juli in
De verlagingen der omzetbelastin
gen, voortspruitende uit de door de
Eerste Kamer aanvaarde herziening
van enige tabellen, zullen per 1 Juli
ingaan.
Voor de desbetreffende goederen,
welke op die datum bij de kleinhan
del (kleinhandelaar, groothande
laar, grossier, importeur) in voorraad
zijn, zal een teruggaaf van belasting
worden verleend.
besluit, werd de dienstbetrekking
niet beëindigd door de dood doch
door het oneervol ontslag. In verband
hiermee bestaat volgens pleiter ook
het recht om alsnog de vereiste pen
sioenpremie te betalen.
Pleiter concludeerde dan ook tot
toekenning van het gevraagde pen
sioen.
Namens de Pensioenraad verde
digde mej. mr, Ilsen, referendaris
van de raad, het standpunt van deze
instantie. Zij verklaarde daarbij uit
drukkelijk zich louter tot zakelijke
argumenten te zullen bepalen.
Haar betoog kwam in hoofdzaak
hierop neer, dat de in Maart 1946
overlijden Max Blokzijl niet als pen
sioengerechtigd ambtenaar in de zin
van de wet kan worden beschouwd.
Derhalve kan ook de weduwe van
de overledene geen recht op pen
sioen doen gelden,
De «Centrale Raad zal 14 Juli a.s.
uitspraak doen.
Het Rijk draagt zware lasten voor
de bestrijding der werkloosheid
In antwoord op vragen van het lid der Tweede Kamer, de heer Hooy (KVP)
in verband met de compensatie van de werknemerspremie voor de op 1
Juli 1952 in werking tredende werkloosheidswet heeft de minister-president,
minister van algemene zaken, mede namens de ministers-van sociale zaken
en volksgezondheid, van landbouw, visserij en voedselvoorziening, van
financiën, en de minister zonder portefeuille, prof. Albregts, geantwoord:
„Het is juist, dat de regering overeenkomstig het advies van de Stichting
van de Arbeid zich op het standpunt stelt, dat de werknemerspremie voor
de werkloosheidswet, welke wet op 1 Juli in werking treedt, door een loons
verhoging moet worden gecompenseeerd.
wille van de bestrijding der werk
loosheid en ter verlichting van de
premielasten van de wachtgeld- en
werkloosheidsverzekering op zich
neemt, acht de regering het niet ver
antwoord nog verder te gaan ten
aanzien van de tegemoetkoming in
de premiebetaling.
In het antwoord op de tweede
vraag is reeds aangegeven, dat door
de maatregelen der regering een be
langrijke vermindering van de last,
welke ten gevolge van de looncom-
pensatie optreedt, tot stand is ge
bracht. De regering acht het niet
waarschijnlijk, dat het restant in het
algemeen tot enigszins omvangrijke
moeilijkheden aanleiding zal geven.
Ten aanzien van de vraag of de
internationale concurrentiepositie van
het bedrijfsleven door de invoering
van de werkloosheidswet zal worden
geschaad, zij het volgende opgemerkt.
Enerzijds bestaat in alle landen, die
hierbij van belang zijn, een overeen
komstige verzekering, waarvoor de
premies mede door het bedrijfsleven
worden opgebracht. Anderzijds zal
men de onderhavige regelingen moe
ten zien als onderdeel van het ge
hele loon- en prijsbeleid.
Voor de versterking van onze in
ternationale concurrentiepositie is
het van grote betekenis geweest, dat
dit beleid een rustige ontwikkeling
van het kosterupeil heeft mogelijk
gemaakt, terwijl men in de meeste
andere landen de ontwikkeling van
het loon- en prijsniveau minder goed
in de hand heeft kunnen houden.
Wij liggen dus met het niveau van
onze lonen en prijaen relatief gun
stig. In hoeverre een vermindering
van de werkgelegenheid uitsluitend
ten gevolge van de bemoeilijking van
de internationale concurrentiepositie
valt te verwachten, zal afhangen van
de ontwikkeling van de relatieve
kostenpositie.
Ten aanzien van de bedrijfstakken,
die meer dan de gemiddelde premie
voor de wachtgeld- en werkloos
heidsverzekering zullen moeten op
brengen, dient er in de eerste plaats
op te worden gewezen, dat deze niet
Vragen van Tweede
Kamerlid Hooy (KVP)
De vraag of het verder juist is,
dat, in tegenstelling tot het advies
van de Stichting van de Arbeid,
daaruit voortvloeiende hogere
bedrijfslasten slechts ten dele wordt
tegemoetgekomen door een verlaging
van de vereveningsheffing van
procent en een verlaging van de kin
derbijslagpremie van y2 pet. wordt
eveneens bevestigend beantwoord,
met dien verstande, dat bovendien
nog aan 'het bedrijfsleven tegemoet
is gekomen door een verlaging van
de premie voor de werkloosheidsver
zekering van 2,8 pet. tot 2,4 pet. in
het vooruitzicht te stellen. Deze ver
laging werd verantwoord geacht met
het oog op de voor het algemeen
werkloosheidsfonds door de zg. over
gangsregeling geschapen verlichting
van lasten en de ter bestrijding van
de werkloosheid genomen maatre
gelen. Aangezien de helft der bedoel
de verlaging aan het bedrijfsleven
ten goede komt, bedraagt de totale
tegemoetkoming derhalve 1,2 pet. Dit
percentage moet gesteld worden te
genover het gemiddelde percentage
der voorgeschreven looncompensatie,
waarvan door de Stichting van den
Arbeid werd uitgaan, zijnde 2 pet.
Rijk nam zware lasten op zich.
Bij de beoordeling van de moge
lijkheid om aan de hogere bedrijfs
lasten ten gevolge van de werkloos
heidspremie nog verder tegemoet te
komen ten laste van de schatkist zal
men zich voor ogen moeten stellen,
dat reeds op andere wijze het rijk
aanzienlijke 'bedragen voor uitkerin
gen aan werklozen uitgeeft en dat
tot vele maatregelen, geheel of ten
-dele strekkende tot vergroting van
werkgelegenheid, is besloten.
Hiervoor zij gewezen op de volgende
punten:
1. Het voor rekening van het rijk
blijven nemen van de uitkeringen
aan alle werklozen, die reeds voor 1
Juli werkloos zijn, op grond van de
overgangsregeling werkloosheidswet
12.000.000.
2. De helft van de werkloosheids-
premie (voor het tweede halfjaar
1952) ƒ30.000.000.
Verhoging van de post op hoofd
stuk XIV der rijksbegroting 1952 voor
kosten van de werkgelegenheids-
politiek 36.000.000.
Opneming op hoofdstuk VIT
der rijksbegroting 1952 van een
post voor de verlening van voor-
voorschotten voor werken, uit te
voeren in het belang van de werk
verruiming door lagere publiekrech
telijke lichamen f 25.000.000.
Verlaging van de sigarenaccijns
20.000.000.
Voorzieningen met betrekking
tot de exportbevordering f 70.000.000.
7. Verlaging van het tarief van de
omzetbelasting voor diverse goederen
12.000.000.
Versnelling van de oorlogs
schade-uitkeringen ƒ43.000.000.
Verhoging van de post woning
verbetering en woningsplitsing ter
stimulering van het onderhoud
3.000.000.
10. Verhoging van de post premiën
ten behoeve van natuurlijke en
rechtspersonen ten behoeve van de
bouw van woningen f 22.000.000.
Nog meer lasten niet verantwoord
Mede op grond van deze, groten
deels nieuwe lasten, die het rijk ter
antplafpiny fiil SlhitipA
Hedenavond om half acht
spreekt prof. mr. C. P. M.
Romme over de K.R.O.-zen
der onder de titel: „Morgen
onze dag".
Dit is de ravage, welke werd aangericht op de vierde étage van het gebou
wencomplex van Philips aan de Emmasingel te Eindhoven, tengevolge van
etn ontploffing, welke zich Maandagmorgen vroeg heeft voorgedaan.
Geen tomaten voor
België
Onbevredigende
export-regeling
Met ernstige bezorgdheid heeft de
Stichting voor de Landbouw, naar zij
minister Mansholt schrijft, kennis ge
nomen van het feit, dat de Belgische
regering de invoer van Nederlandse
tomaten heeft stop gezet, nadat zij
tevoren reeds door hoge heffingen
aan deze invoer ernstige belemme
ringen in de weg had gelegd.
Deze handelwijze, hoewel formeel
niet in strijd met het protocol,
toont weer aan de onbevredigende
wijze, waarop volgens de Stichting
voor de Landbouw de export naar
België geregeld is. Het hoofdbestuur
vraagt de minister van Landbouw
dringend, de instelling van een^ge-
mengde commissie, waarin Nederland
en België gezamenlijk de te treffen
maatregelen kunnen bespreken.
Geen kinderverlamming
in Bunde
Kindertehuizen leveren
geen gevaar op
Naar aanleiding van de gevallen
van kinderverlamming, die de laatste
tijd gemeld zijn, is bij velen de in
druk gewekt, dat het minder raad
zaam zou zijn de kinderen in de ko
mende maanden deel te laten nemen
aan een der kinderuitzendingen, spe
ciaal naar het kindertehuis te Over-
bunde in Limburg. Met nadruk wordt
er daarom op gewezen, dat in geen
der kindertehuizen nog een geval van
kinderverlamming is geconstateerd,
terwijl in Midden-Limburg in het ge
heel geen gevallen van kinderver
lamming voorgekomen zijn. Uit een
onderzoek, ingesteld door de Hoofd
inspectie van Volksgezondheid, is ge
bleken, dat er in de kindertehuizen
practisch geen besmettingsgevaar
voor deze besmettelijke ziekte aan
wezig is. Het zou daarom in hoge
mate onverstandig te noemen zijn,
indien men kinderen, die in aanmer
king komen voor de kindertehuizen,
zonder meer mogen worden vereen
zelvigd met bedrijfstakken, waarin
de bedrijifsuitkomsten ongunstig lig
gen en welke om die reden niet tot
het dragen van de onderhavige last
in staat zouden zijn.
Voorts zijn met betrekking tot de
landbouw en visserij maatregelen in
overweging om de wachtgeldfondsen
in deze bedrijfstakken door toepas
sing van artikel 36, lid 5, of artikel
43 van de werkloosheidswet vanwege
het algemeen werkloosheidsfonds te
gemoet te komenv Met betrekking tot
de havens van Amsterdam, Rotter
dam, Zaandam en Dordrecht zal de
subsidiëring van de thans geledende
bestaanszekerheidsregeling worden
gehandhaafd, hetgeen voor deze ha
vens van grote betekenis is.
Opheffing van schaduwzijde.
Voor zover doorberekening van de
stijging der bedrijfslasten in ver
koopprijzen niet mogelijk zal blij
ken, kan zulks zich meer in het bij
zonder voordoen op bepaalde gebie
den van de middenstand. Deze om
standigheid moet op zichzelf geno
men inderdaad als een schaduwzijde
worden gezien. De regering wil hier
echter tegenover stellen, dat het ont
werp van wet op de omzetbelasting
onder meer het voorstel bevat, de
goederenleveringen door de klein
handel aan particulieren van omzet
belasting vrij te stellen. Hierdoor
zullen circa 100.900 middenstanders
ontheven worden van de desbetref
fende administratieve lasten en kos
ten, alsmede van uit hoofde van de
betaling van omzetbelasting aanwe
zige liquiditeitsmoeilijkheden. Bo
vendien kan worden herinnerd aan
het wetsvoorstel tot vermindering
van de druk der omzetbelasting voor
een aantal goederen, waarvan de
middenstand, zowel uit een oogpunt
van financiering als van afzetmoge
lijkheden, zal kunnen profiteren.
In het licht van het op de vorige
vragen gegeven antwoord meent de
regering de suggestie van de heer
Hooy en diens vraag: „Is de regering
bereid zich alsnog te beperken tot
een tijdelijke regeling, waarbij de
lasten voor het bedrijfsleven, voort
vloeiende uit de sub 1 bedoelde loons
verhoging, thans volledig worden
gecompenseerd en aan het na de ver
kiezingen optredend kabinet wordt
overgelaten een definitieve regeling
te bevorderen?" niet te moeten vol
gen.
Zij zou het onjuist achten een ver
der gaande belastingverlaging of
verhoging van uitgaven dan zij op
dit ogenblik verantwoord oordeelt toe
te zeggen met de 'bedoeling aan een
volgend kabinet over te laten of dit
het initiatief meent te moeten nemen
om daarop terug te komen.
Wel moge zij opmerken, dat er ten
aanzien van de lonen nog andere
vraagstukken moeten worden opge
lost, met name betreffende het huur-
peil, en dat een volgend kabinet, ge
plaatst tegenover dit probleem in
zijn volle omvang, bij het zoeken
naar de meest wenselijke oplossing
naar haar mening geen belemmering
zal ondervinden in de regeling, welke
de regering thans getroffen heeft.
YïlodeAti j.w-e,mfraó,lin onck.'i oude. yew-eiveti
Ruim 100 km. ten Zuiden van Mexico City in Motelos in de staat Mexico ligt
de grote weekend attractie van de streek: „Vista Hermosa" of in het Ne
derlands „Schoonzicht". Toen de Spanjaarden honderdvijftig jaren geleden
in Mexico kwamen, was Vista Hermosa een grote suikerplantage, waar een
aquaduct gebouwd werd om de droogte van het land te bestrijden. Fraai
gelegen, onder de machtige bogen van dit aquaduct is thans een modern
prachtig groot zwembassin verrezen en het gebouw van de plantage is tot
hotel omgebouwd. Duizenden weekenders uit Mexico City en uit de verdere
omgeving komen naar Vista Hermosa dat, behalve de moderne inrichting
van het zwembassin, geheel de oude sfeer van de romantische omgeving van
weleer bewaard heeft, hetgeen door de grootse bogen van het aquaduct op
imposante wijze geaccentueerd wordt. Vista Hermosa is waarschijnlijk het
enige zwembad ter wereld, dat onder oude gewelven en natuurlijke bogen
in zo fraaie omgeving gebouwd werd.
Proefverkiezing door Nederl. Instituut
voor de Publieke Opinie
Het ziet er naar uit, dat de uitslag
van de verkiezingen van a.s. Woens
dag slechts weinig zal verschillen
met die van de Tweede Kamerver
kiezingen van Juli 1948. Dat is het
resultaat van de laatste proefverkie
zing van het Nederlands Instituut
voor de Publieke Opinie. Dit'zijn de
cijfers:
Tweede Kamer
NIPO verkiezingen
nu Juli 1948
K.V.P.
31.5
31
P.v.dA.
26.5
25.6
A.R.
13
13.2
C.H.
9.5
9.2
V.V.D.
8
8
C.P.N.
6
7.7
St. Geref.
2.5
2.4
Weiter
1
1.3
Andere
2
1.6
thuis hield en hun zodoende enige
weken van gezondheid onthield.
Ouders uit Leiden en omgeving,
die momenteel een of meer kinde
ren in het kinderhuis Overbunde
hebben, behoeven dus in het geheel
niet ongerust te zijn voor een ziek
tegevaar, dat hun kinderen daar zou
kunnen bedreigen.
In het tijdelijke bij-kantoor van de
PTT, dat ter gelegenheid van de
„Itep", de internationale tentoonstel
ling eeuwfeest postzegel, die van 28
Juni6 Juli a.s. te Utrecht wordt ge
houden, in het Jaarbeursgebouw
„Vredenburg" zal zijn gevestigd, zul
len de aldaar ter verzending aange
boden gewone en aangetekende
stukken van een afdruk van een bij
zonder stempel worden voorzien.
Vei'lies voor de C.P.N. dus, die in
1948 bij de verkiezingen nog 7.7%
haalde en nu in Nipo's peiling met
6% uit de bus komt. En enige winst
voor de P.v.dA., die nu 26.5% be
haalde tegen 25.6% van de stemmen
bij de laatste Tweede Kamerverkie
zingen.
Nipo's enquete de laatste vóór
de verkiezingen van a.s. Woensdag
is gehouden in de week van 8 tot
14 Juni. Dus ongeveer 10 a 14 dagen
voor de verkiezingen. Nog niet ieder
een wist toen al op welke partij hij
of zij a.s. Woensdag zou gaan stem
men. 15% van de ondervraagden
bleef een antwoord schuldig op Ni
po's stem vraag. (In 1948 bracht bij
na 9% van alle stemgerechtigden
geen, een blanco of een ongeldige
stem uit). Er kunnen dus vóór
Woensdag nog veranderingen optre
den. Bovendien moet men met de
mogelijkheid van steekproef-afwij
kingen rekening houden.
Verder lijkt het erop, dat de op
komst van de kiesgerechtigden niet
veel kleiner zal zijn dan in 1948 en
groter dan bij de laatste statenver
kiezingen in 1950. Het aantal men
sen, dat zegt niet te zullen stemmen,
is namelijk kleiner dan in Nipo's
laatste proef-enquête voor de Sta
tenverkiezingen in 1950.
De aanhang van de vijf „andere
partijen" de Middenstandspartij,
het Gereformeerd Politiek Verbond,
De Socialistische Unie, de Partij van
Reoht, Vrijheid, Welvaart en het
Jong Conservatief Verbond is op 't
ogenblik nog gering. Het is zeer
twijfelachtig of een van hen de kies
deler zal halen. In Nipo's proefver
kiezingen werd de Middenstandspar
tij nog het meest genoemd. Maar
ook deze partij haalde de een pro
cent, nodig voor een zetel, niet.