Jeugd ontmoet in het sprookjesbos Doornroosje, Sneeuwwitje en Vrouw Holle Sprookjes-muziek uit paddenstoellen EEN GEDURFD V AC A N TIE-EX P E Rl M ENT IN KAATSHEUVELS DENNENBOSSEN „Mau je mand l" De Anna Paulownastraat is genoemd naar een Russische grootvorstin ZATERDAG 21 JUNI 1952 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 1 1|ET DORPJE KAATSHEUVEL, de Brabanders zelfs spreken van d'n Kets, had een jaar of twintig ge leden niet zo'n beste reputatie. Om de een of andere duistere reden had den de mannelijke bewoners er de onaangename gewoonte, om het ge zellige drinken van een glaaske bier of een uitstapje naar een naburige kermis te besluiten met wilde vecht partijen, waarbij het gebruik van messen tot de normale gang van za ken behoorde. Voor de veldwachters van d'n Kets had men in de gehele Langstraat een heilig respect, want zij werden j gerecruteerd uit het slag mannetjes-1 putters, dat met enkele tikken een half dozijn uit de kluiten gewassen jongens versuft onder cafétafeltjes deed belanden en de rest van een vechtlustig gezelschap met bekwa me spoed het hazenpad liet kiezen. In d'n Kets heerste ook armoede. De mensen woonden er in miezerige huisjes en in de vroege ochtenduren kon men er een merkwaardige uit tocht gadeslaan. Oude autobussen van schoenfabrieken uit alle plaat sen van de Langstraat kwamen d'n Ketsers halen, die tot grote erger nis van de andere Brabanders ver onder het loon werkten. Waar ze kwamen, werden ze onvriendelijk bekeken en misschien was balorig heid, vermengd met een gevoel van minderwaardigheid, de oorzaak, dat hier de messentrekcultus zo gemak kelijk wortel schoot. 'n Sprookje. Toen we vorige week beroepshal ve na vele jaren Kaatsheuvel weer eens binnenreden, knipperden we met de ogen zoals een kind doet, dat voor het naar bed gaan naar een sprookje heeft geluisterd en na het „ze leefden nog lang en gelukkig" even tot de werkelijkheid moet te- ï'ugkeren. Kaatsheuvel is d'n oude Kets niet meer. Overal ziet men thans frisse woningen en aardige café's met vriendelijke terrasjes. Op de schra le zandgrond van de Loonse duinen heeft een verandering plaats gevon den, die men enkele tientallen jaren geleden alleen in een sprookje voor mogelijk had gehouden. Maar toch is er in deze ontwikke ling van Kaatsheuvel ook een echt sprookje ontstaan, dat zonderling genoeg wortelt in een zeer harde werkelijkheid. Jaren geleden waren er namelijk in Kaatsheuvel twee ka pelaans, die het plan opvatten, om d'n Ketsers gelegenheid tot gezonde ontspanning te geven. Zij dokterden aan de totstandkoming van een paar sportvelden, die er ook inderdaad kwamen. Maar daar bleef het niet bij. Het gemeentebestuur ging een duit in het zakje doen en deze duit leidde langzamerhand tot een ge waagd experiment. Want waar de beide kapelaans destijds hun sport velden lieten aanleggen, vindt men op het ogenblik het grootste recrea tie-oord van Nederland, dat zich uit strekt van Kaatsheuvel door de Loonse duinen tot halverwege Loon op Zand. Zwembad,'tennisbanen, een speeltuin, een restaurant, een hotel in aanbouw, een kinderspeelvijver, uitgestrekte siervijvers, een kano vijver en een wandelpark maken deel uit van dit grote werk. Tezamen vormen zij echter niet meer dan een omlijsting van het magische middel punt van dit recreatieoord, het aller aardigste sprookjesbos, waarin vol- Rechts: Achterzijde van het kasteel van Doornroosje. Onder: Sneeuwwitje in haar glazen kistje. wassenen met genoegen rondwande len en kinderen in een toestand van extase komen. Kasteel van Doornoosje. Dit sprookjesbos is ontworpen en aangelegd door door de bekende te kenaar Anton Pieck en de technisch aangelegde Peter Reijnders. Zij had den voor hun taak een mooi den nenbos ter beschikking en aan de rand daarvan begonnen zij met het kasteel van Doornroosje. Door een poort komt men op een weg, die naar het kasteel leidt. Aan alles is de grootste zorg besteed. De weg is ge plaveid met grote stenen en afgezet met een muurtje, dat evenals het kasteel zelf geheel bestaat uit een soort vlechtwerk van ijzer, dat met grove cement is aangesmeerd. Het kasteel is bijna levensgroot en van de transen af kijkt men over het wandelpark. De verrassingen van het sprookjesbos blijven echter voor het oog verborgen. Om di te zien moet men het kasteel ovei een an dere weg aan de achterzijde verla ten. Na een kleine wandeling door het bos komt men dan bij 't sprookje „De zes dienaren", dat vertegen woordigd is door de dienaar, die al les kon zien, omdat hij zo'n geweldi ge lange hals had. Het is inderdaad een flinke knaap geworden, want zijn hoofd steekt boven de bomen uit en voor ieder kind is het volko men aanvaardbaar, dat de boze ko ning geen raadsels kon verzinnen, die deze. langhals niet kon oplossen. Een eindje verder dansen de rode schoentjes van het arme, maar heel ijdele meisje, dat ging dansen, ter wijl haar stiefmoeder erg ziek was, hun eeuwige dans. Paddenstoelen-muziek. een goede fee haar weer in een meisje veranderde. Men treft de pa pagaai aan op een boomtak, terwijl deze iedereen napraat. De techniek heeft hier een handje geholpen en dank zij een wire-recorder herhaalt het dier alles, wat de jeugdige be zoekers roepen. Het huisje van vrouw Holle en de diepe put, waarin de mooie en vlij tige dochter moest afdalen, om een weefspoel terug te halen zijn bijzon der aardig gemaakt. Zoals men weet, ging er toen het meisje op de bo dem van de put was een poort open, waardoor zy in het huisje van vrouw Holle kon komen. Met een glasplaat en enige lichteffecten is het tafereeltje op de bodem van de put geheel te volgen, terwijl men eveneens het huisje kan bezichtigen. „Spiegeltje, spiegeltje aan de wand „Wie is de schoonste in het land?" vroeg de koningin en het spiegeltje antwoordde: „O koningin, heel mooi zijt gij, maar sneeuwwitje is veel mooier". Als men deze regeltjes leest, Her innert men zich plotseling dat' "ver haal van de bo^e koningin, die Sneeuwwitje met een vergiftige ap pel doodde. De dwergen legden haar in een glazen kistje en gelukkig j kwam toen de jonge prins, die het meisje weer ten leven wekte. I In een donkere grot is dit sprook je tot werkelijkheid gemaakt. De kinderen worden stil, als ze Sneeuw witje in haar glazen kistje zien lig gen en de verschrikte dwergen be kijken, die zo krampachtig hun lampjes vasthouden. Als ze deze emotie hebben door gemaakt, komt het laatste gedeelte van het sprookjesbos, dat evenals de musicerende paddenstoelen, de papa gaai en de zingende nachtegaal een sterke aantrekkingskracht heeft. als het tegen het half of hele uur loopt, wachten ze met spanning op het ogenblik, dat de trompet wordt geblazen. „Kijk 's moe" Men begrijpt, dat het vooral voor de jeugd geen moeilijkheid oplevert, om urenlang in dit sprook jesbos rond te dwalen. Zij is hier zelf meer bevoorrecht dan de ouders, want de kinderen mogen de pad denstoelen, waarin de kabouters wo nen aan de binnenkant bezichtigen. Aan een waslijntje voor zo'n padde stoel ziet men een heel klein pakje van een aardmannetje te drogen hangen en zo'n kleinigheid is voor de jeugdige bezoekers voldoende om er een hele wereld bij te fantaseren. „Moe, kijk 's, daar ligt Sneeuw witje. Moe, die papagaai kan praten. Moe. En moe luistert maar geduldig naar de reportages, die haar gegeven wor den. Ze geniet zelf even veel als de kinderen en wanneer een sprookje niet bekend is, kan zij uit een boek je, dat bij de ingang van het park te koop is, de vereiste opheldering ge ven. Het gemeentebestuur van Kaatsheuvel heeft zich aan een experiment ge waagd en het is moeilijk, om nu reeds te beweren, dat het zaakje zal rende ren. Maar het lijkt er wel op. Voor schoolreisjes is dit recreatie-oord, dat de naam draagt van „De Ef- teling" een heerlijk oord. En ook de Akela's die al tijd met vacantieplannen voor de welpen bezig zijn, zullen er in de loop van de komende jaren ongetwijfeld hun oog op laten vallen. Als men nu in Kaatsheuvel komt, kan men zeggen er was eens een be ruchte plaats, die d'n Kets genoemd werd. Maar vermoedelijk zal nie mand dit zeggen. Want als men in Kaatsheuvel gaat spreken over er was eensdan zijn de meest voor de hand liggende aanvullingen: „Een boze koningin.... Een arm, maar heel ij del meisje.Een weduwe, die twee dochters had HYPOTHEKEN on voor alle andero taken op het gebied tsd on roerende goederen Bouw-enMakelaarsbedrijf v. d. Drift Oude Vast 29 - Leiden Tslet. 20513 (Advertentie). „Dames en heren, het is mij een groot genoegen. Maar verder kwam minister Wemmer niet, toen hij het woord nam, om een toespraak te hou den ter gelegenheid van de inge bruikneming van het wegdeel Eemnes naar Hoevelaken. Want op dat ogenblik klonk de forse commandostem van een martiale ambtenaar van de rijks politie „Hou je mond", aan welk ambtelijk bevel de minister na tuurlijk gevolg gaf. Het spreekt vanzelf, dat de min of meer blozende politie ambtenaar niet op dit effect ge rekend had. Bij de opening wa ren ook Eemnessers aanwezig onder wie wat kinderen, en die kakelden rustig verder, toen de minister met spreken begon. En zeer in het bijzonder gold het be vel deze babbelaars. Dat dit incident een home risch gelach uitlokte spreekt wel vanzelf. Overigens begon de minister nog een paar maal opnieuw, om dat het aanvankelijk met de klei ne luidsprekerinstallatie niet zo best vlotte. Wandelend door dit sprookjesbos komt men van de ene verbazing in de andere. Om tijdens de wandeling in de sfeer te blyven is de grond be- Men komt op een grote binnenplaats, zaaid met paddenstoelen, waarin j die met een alleraardigste muur if speeldoosjes voor een vrolijk stuk- i afgezet. In een hoek staat het toren- je muziek zorgen, dat geheel is afge-1 tje met een magische klok en een stemd op de sprookjesachtige omge ving. De nachtegaal, die zo mooi kon zingen, dat de bloemen ervan gingen bloeien, treft men aan voor het ven ster van de zieke Chinese keizer, die zoals het sprookje verteld weer helemaal beter „gezongen" werd. En dan het stoute prinsesje, dat een oude vrouw nadeed en voor straf in een papegaai veranderd werd tot steekspel, dat ieder half uur even in werking gaat. Dit is het domein van de zes zonen, die wel vriendelijk en hartelijk waren, maar altijd te laat kwamen. Het kwam zelfs zover, dat hun vader een tovenaartje in de arm nam, die de jongelingen een poosje in beelden veranderde. Als beelden werden ze gedwongen om telkens voor de klok sloeg op hun trompet ten te blazen. Dit is natuurlijk een geweldige attractie. De kinderen staren op de klok en LEIDSE STRATEN EN STEGEN 9 aardig poortje komt men op een binnenplaats, waar de zeven langzame zonen door een magische klok aan de tijd herinninerd worden de dekenale kerk aan de Heren singel ligt een straat, die een dood gewone Leidse straat zou zijn, ware het niet, dat zij luistert naar een buitenlandse nog wel een Russi sche! naam, de Anna Paulowna straat, die begint als een zijstraat van de Julianastraat en achter de kerk 'n haakse bocht maakt, om uit te lo pen op de dorre en stuivige zand vlakte aan het einde van de Bern- hardaan in het na-oorlogse plan- Noord. De eerste de beste man, die we in de Anna Paulownastraat ontmoetten, vroegen we hoe zijn straat eigenlijk aan die vreemde naam gekomen was. Hij keek ons eerst even aan met iets in zijn ogen van „wat moet je van me?" en zei toen in onvervalst Leids: „Ken je dan die beroemde danseres niet?" Hij verkondigde daarmede een veel gehoorde misvatting, want naar de prima ballerina van het voorma lige keizerlijke Russisch ballet te St. Petersburg, die bij een auto-ongeval tragisch om het leven kwam, is deze Russische straat niet genoemd. Zy heette Anna Pawlowa. Wat zou trouwens een Russische danseres moeten doen tussen straat namen als Sophiastraat, Juliana- j straat, Nassaustraat, Oranjestr., An- j na van Saksenstraat, enz.? We moeten de naam dus terugzoeken in ons vor stenhuis en komen dan terecht bij de I gemalin van Kroonprins Willem, de i latere Koning Willem II. Zij was grootvorstin van Rusland, dochter van Tsaar Paul I (Paulowna bete kent Paulsdochter) en werd in 1795 te St. Petersburg geboren. Op 21-ja- rige leeftyd huwde zy met de Neder landse Kroonprins en stond hem als een trouw echtgenote bij in zijn moei lijkheden. o.a. in 1830, toen de pu blieke mening in Nederland vrijwel algemeen de nouding van de Prins van Oranje in de Belgische opstand veroordeelde. Toen de kroonprins in 1840 koning werd, kreeg zij de titel van Koningin der Nederlanden. Anna Paulowna schonk het leven aan vijf kinderen, waaronder de latere Koning Willem m. Slechts negen jaar I is zij koningin geweest; Willem n stierf in 1849, waarna zij op het bui-1 tengoed Buitenrust nabij Den Haag j of op Soestdijk haar verder leven sleet, zich wijdend aan werken van 1 naastenliefde. Zij stierf in 1865 en werd in Delft begraven. Over de Anna Paulownastraat valt j verder niet zo heel veel te vertellen. De straat werd aangelegd in 1915 op een stuk tuinland, dat aanvankelijk tot Leiderdorp behoorde. Het grond gebied van deze gemeente strekte zich eertijds uit tot aan de Herensingel. Aan weerszijden verrezen pretentie loze arbeiderswoningen, voor het merendeel gebouwd door woning bouwverenigingen. Twee winkels op de hoeken vormen vrijwel de enige afwisseling, ware het niet, dat het hoogoprijzende koor van de kerk van O.L. Vrouw Hemelvaart en St. Jo zef aan deze straat een bijzonder ka rakter geeft, dat haar onderscheidt van andere straten in deze omgeving. Bij goede kennissen in de Anna Paulownastraat op de thee genodigd wij lopen altijd ergens koffie of thee op.... kregen we iets te ho ren over „die goeie ouwe tijd", toen deze straat nog tuin was en de Julia nastraat daarnaast nog een heel smal straatje Het was de wed. Fransen, die deze oude herinneringen ophaalde. Tachtig jaar geleden werd zij in de Julianastraat geboren in een heel klein huisje, dat geen tuintje had, maar een klein achterplaatsje, waar op een.enfin laten we het gro te woord maar gebruiken W.C. stond, die voor vier gezinnen tegelijk bestemd was. Het straatje, toen nog Herenlaan geheten, was zó smal, dat melkboer en groenteboer hun wa gens er niet eens in konden rijden. Alleen een kruiwagen kon er door. Nu is de Julianastraat een brede straat geworden en van de kleine oude huisjes zijn er nog slechts en kele over. De stad groeit uit, vraagt steeds meer grond. Deze straten zijn er een voorbeeld van. (Foto: „De Leidse Courant").

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 5