Koempoelan 1952 stond in het teken van het zelf-verkennen Regen kon uitstekende stemming niet van de Goudsberg spoelen Kath. Bouwvakarbeidersbond en de bevordering van de PBO Toeslag op uitkeringen bij werkloosheid SXe dame MAANDAG 16 JUNI 1952 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 4 Wapenschouw van Kath. Verkennersbeweging ,,'t Is tenminste niet zo stoffig als de vorige keer. Weet je nog, toen het zo warm was en de stofwol ken by iedere stap meters hoog opwaaiden?'' Dat was het enige commentaar van een ons onbekende hopman op de geen enkel ogenblik versagende regen, die de Koempoelan 1952 een vuur proef liet ondergaan, zó zwaar, dat het glorieus doorstaan daarvan op zich zelf reeds het metst spre kende antwoord was op de vraag, of deze tweejaar lijkse ontmoeting van 3.000 leiders en leidsters van de Kath. Jeugdbeweging op de Goudsberg te Lunteren ge slaagd mag heten. Niets heeft zó duidelijk het doel van deze Koempoelan-van- het-zelf-Verkennen naar voren gebracht als de sfeer van blijde vrolijkheid, die de 3.000 in miezelregen en plensbuien tot op het laat ste ogenblik wisten te be waren! Deze Koempoelan-van-het-zelf-Ver- kennen stond in het teken van de zelfwerkzaamheid. „Verken zelf!" liep commissaris H. Post gistermid dag in zijn Koempoelan-speech uit. „Wij willen geen vereniging van bra ve joggies, maar woudlopers met de hopman als levend voorbeeld." Dit eist van de leidèrs dat zijzelf verkenner zijn, dat wil zeggen: „open staan voor al het mooie en goede, wat God ons op deze wereld heeft gege ven", zoals aalmoezenier Hendrikx uit Hoensbroek het uitdrukte in zijn predicatie tijdens de plechtige Hoog mis, die gistermorgen in de open lucht werd opgedragen. Van dit zelf-verkennen getuig de het hele programma. Het hoofd kwartier had zich bewust op de achtergrond gehouden en verwacht te van de 76 vertegenwoordigde dis tricten, dat zijzelf het programma zouden maken en uitvoeren. Van daar de „Stands, stunts en stijl", Zaterdagavond na de opening, waaraan 20 districten deelnamen. Er was van alles te zien. De Twen tenaren hielden een tentoonstelling van uiteenlopende modellen van Palmpasen; de Friezen gaven stoere CVan een onzer redacteuren). staaltjes weg van polsstok-springen I tien anderen fietsend, of hoe dan ook, -- valzeil; de Rotterdammers in rirhtinp ttnudshera tnopn Df een hielden een mysterieuze O.M.O.-op tocht, die aanvankelijk slechts de be doeling scheen te hebben bij te dra gen tot meerdere eer en glorie van dit veel-aangeprezen wasmiddel. El ders zagen we een kostelijk marionet- ten-theater, waarvan de fijn gesty- leerde poppen door de leiders zelf ge sneden waren. Amsterdam kwam geestig voor de dag met de snelteke naar van de Dam en met een imitatie van het Centraal-Station. Weer een ander district liet zien wat zweefvlie gen was. Er werd gekaatsbald. En wie er behoefte aan had, kon een blauwe inkt-afdruk van z'n blote voet laten nemen Maar werd daarmede de essentie 1 van het zelf-verkennen gedemon streerd? We denken aan wat dr. A. Starmans, commissaris voor de trai- ning, Zaterdagavond bij de opening zei: „Het spel van verkennen is meer j dan de jongens prettig en nuttig be zig houden. Het is een levenshou ding. Met het hanteren van de spel regels alleen kan men stellig de jeugd een zekere graad van vaardig heid bijbrengen, maar dat betekent nog niet, dat de bereidheid om te le ven volgens het verkenners-ideaal aanwezig is. Geven kan alleen die heeft, bezielen kan alleen die zelf be zield is." Tegen de achtergrond van deze woorden was de demonstratie wel zeer pover. Het was gezellig, vrolijk, maar zelden bereikten deze districts- men. De bui kwam uitgerekend op het ogenblik, dat de Leidse ploeg de Goudsberg besteeg. Druipnat kwamen zij boven, waar in de tentenkampen reeds een koortsachtige bedrijvigheid heerste. Tenten en legersteden wer den in orde gemaakt Twintig kampvuren. Het tweede avondprogramma stond eveneens in het teken van de zelf werkzaamheid. Twintig districten hadden een kampvuurprogramma in gestudeerd en terwijl de duisternis zich over de Goudsberg spreidde, vlamden in alle hoeken van Kimdal en St. Jorisveld de kampvuren op. Gepakt in warme dekens, schaarden de-deelnemers zich rond de lekkende vlammen, die knappend en knette rend vraten aan de ir. het vuur ge worpen takkenbossen. Ook het district Leiden verzorgde een kampvuur. Er werd een ietwat ernstig spel gespeeld „Neemt mij in- der hand", samengesteld uit Valerius- gedenkklanken, dat door luisteraars uit andere districten zeer gewaar deerd werd. Tegen tien uur werden de vuren gedoofd en trok een lichtende plek de duizenden samen rond de Maria kapel. De regen had opgehouden er het laatste zuchtje wind was zwij gend te slapen gegaan. Roerloos ston den de zwarte dennen afgetekend te gen de donkerende hemel. Uit het dal op de berg klonk het „In manus tuas Domine". In Uw handen, o Heer, be veel ik mijn geest. Zwijgend zochten de 3.000 hun ten ten op. Vele en hoge gasten. Vanaf het ogenblik, dat de eerste hopman z'n slaperig gezicht#door de opening van het tentzeil stak het was nauwelijks zes uur in de mor gen tot aan het laatste slotwoord van commissaris Starmans vier uur in de namiddag hebben regenbuien de Koempoelan geen ogenblik met rust gelaten Het miezelde toen de deelnemers zich om half acht rond het grote openlucht-altaar schaarden, het stroomdé tijdens het „Hyde-park", het goot gedurende het plechtig sluitings lof, dat gecelebreerd werd door mgr. dr. B. J. Alfrink, aartsbisschop-coad jutor, die deze wapenschouw van de Kath. Verkennersbeweging roet zijn hoge aanwezigheid vereerde, evenals prof. dr. F. J. Th. Rutien, Minister van OK. en W. Zij werden bij de aanvang van de miudagbijeenkomst begroet door commissaris Starmans, die zowel hoofdcommissaris H. F. M. in de richting Goudsberg togen. De J baron van Voorst tot Voorst, als hele middag dreigde er regen te ko- boofd-aalmoezenier A. J. L. Verhoe- Bij gebrek aan waterleiding in het tentenkamp waren er tientallen „Marshall-koeien" opgehangen, leren zakken, die elk 150 liter water be vatten, dat via vijf kranen kon wor den afgetapt. (Foto's: „De Leidse Courant"). activiteiten het peil van de werke lijke verkennersstijl. De echte Koempoelan-sfeer. Reeds voor de opening was de echte Koempoelan-sfeer voelbaar. Dat begon al, toen het leiderslegioen van 3.000 mannen en jongevrouwen, gebogen onder de last van plunjezak- ken, over een mulle zandweg de hoge Goudsberg beklom. Hartelijke schou derkloppen van de hoplieden en vreugde-gilletjes van de akeela's ga ven uiting aan de blijdschap bij het weerzien van oude bekenden. Als vrienden trokken zij op, het leiders corps van meer dan 100.000 jongens, om zelf weer eens heel jong te zijn, jong als een gewoon verkenner. Ook het district Leiden was verte genwoordigd. Met twee Beuk-bussen trokken 56 leiders en leidsters Zater dagmiddag naar Lunteren, terwijl Van de drie activiteiten op het gebied van zelfwerkzaamheid was het „Hyde-park" zeker de best geslaagde! Er waren 100 zeepkisten beschik baar en iedereen, die zich daartoe geroepen voelde, kon zo'n wankel spreekgestoelte beklimmen, om onder luide bijvalsbetuigingen of storm achtige protesten van de samengestroomde menigte, lof of critiek op de beweging naar voren brengen. Het werd een vinnig steekspel van geestige in- en rake uitvallen. Ook de assistent-commissaris van het Leidse district A. J. Duindam beklom een zeepkist en luchtte z'n bezwaard gemoed. ven moest verontschuldigen, de eerste Óf deze Koempoelan volledig aan wegens het plotseling overlijden van de gestelde verwachtingen heeft vol- zijn echtgenote, de Jaatste wegens daan valt echter te'oetwij/f len. Te ziekte. A3r beiden werden telegrom- men gezonden. Onder de gasten be vinden zich ook vertegenwoordigers van an dei e jeugd- en jongerenbewe gingen, ai of niet katholiek, in Neder land verkennersleiders uit Duits land, Curasao en België. Zij allen wa ren getuige van de grandiose Rally, die de 3.1*000 het St. Jorisveld stor menderhand liet innemen. Ten bate van de verbrande kam peerboerderij te Ommen kwam 's mid- Veen s'portvHegtuig. duizenden weinig is tot uiting gekomen wat bo ven deze massale bijeenkomst ge schreven stond: Verkeu zcif. Wat de distiicten zelf hebben laten zien, bleef beneden het peil van wat de verkennersbeweging maken kan tot een levensideaal. Of het mogelijk is dit in een Koempoelan tot uiting te brengen, is een vraag, die geen bui tenstaander als wij kan betnawoor den. Het antwoord van iedere deel nemer persoonlijk hangt af van het strooibiljetten over het kampterrein werpen, waarop in verband met een verloting ijverig jacht gemaakt werd. In hei uur vooraf hadden volks zang en volksdans elkaar afgewisseld, een uiting van spontane vreugde, die door geen weergoden teniet gedaan kon worr:en. Geslaagd of niet? Het antwoord op de viaag of deze Koempoelan geslaagd is, werd in de aanhef reeds gegeven. Dat een week end vol regen de uitstekende stem ming niet kon doven, is tekenend voor de bezieling, waarmede het lei dei «legioen de Goudsberg beklom- heeft. bereikt in een weekend van zelf-dis- cipline, activiteit, vriendschap spontane vreugde. CIJFERS Hoeveel voorbereidingen er ge troffen moesten worden, om al les vlot te laten verlopen, kunnen alleen de opbouwers van het kamp vertellen. Enige cijfers: Zowel Zaterdagavond als Zon dagmorgen werden er duizend li ters thee geschonken. Zondag middag werd er 1.600 liter stamp pot van aardappelen, spinazie en vlees uitgedeeld. De Brand weer van Ede had 10.000 liter water aangesleept! Ook deze Koempoelan bood het imponerende en ontroerende schouwspel van twintig priesters, die onder gele umbrella's de H. Communie uitreik ten aan enige duizenden leiders en leidsters, geknield op de natte gras mat van het St. Jorisveld, dat omzoomd was met kleine mistenten, waarin in talrijke aalmoezeniers stille H. Missen opdroegen. De Katholieke Bouwvakarbeiders bond heeft op 14 en 15 Juni te Breda zijn bondscongres gehouden. In zijn rede heeft de voorzitter, de heer Collignon, openhartig de hou ding van de bond in de afgelopen 5 jaren besproken en verklaard, waar om zulke grote zelfbeheersing aan de dag is gelegd. Spreker gaf een blik op .de moeilijkheden, waarvoor onze regering stond bij het bepalen van haar gedrag: economische situatie, bevolkingsgroei, in- en export, indus trialisatie en werkgelegenheid. Een duidelijk inzicht in de moeilijkheden heeft de gehele K.A.B. en ook de bouwvakarbeiders met inbegrip voor him verantwoordelijkheid de nood zakelijke beperkingen doen aanvaar den. Het verbondsbestuur zo deelde de heer Collignon mede heeft zich over de toestand opnieuw beraden en zich afgevraagd wat te doen staat ten aanzien van consumptiebeperking en lonen. Deze drie punten hebben na uitvoerig beraad het verbondsbe stuur niet tot een fundamentele wij ziging in zijn standpunt althans op korte termijn kunnen brengen. Meer armslag in de loononderhande lingen, vóórdat het consumptieoffer, hetzij door looncompensatie, hetzij door prijsdaling zou zijn opgeheven, zal kunnen betekenen, dat werkne mers in de bedrijven, welke bij de onderhandelingen minder gunstig lig- gengen, voorgoed of voor geruime tijd dat offer zouden moeten blijven brengen. Daarnaast moest worden erkend, dat behalve de toestand van de betalingsbalans ook de omvang van de werkgelegenheid, afhankelijk is van het loon- en prijsniveau. Sociale voorzieningen. Uitvoerig ging de heer Collignon in op de belangrijke sociale voorzie ningen, welke tot stand zijn gekomen. In sommige opzichten is, wat niet middels de lonen kon worden bereikt, juist onder deze overheidsinvloed op het vlak der sociale voorzieningen tot stand gebracht en hierdoor in 'n betere, sociaal verantwoorde vorm gevat kunnen worden. De totstand koming der Risicofondsen is daarvan één der sprekendste voorbeelden. Gestaag is door de bond op dit ter rein gewerkt en niet zonder verheu gende resultaten. Wij noemden reeds de Risicofondsen. In het hoofdbedrijf, schildersbedrijf, stucadoors- en gra- nitobedrijf is aan de arbeiders, die door vorst of de gevolgen daarvan niet kunnen werken, voor de duur der vorstperiode een inkomen ver zekerd van 90 van het uurloon. Een voorziening, welke nergens zijn gelijke vindt! De premie wordt door het bedrijf opgebracht. Alhoe wel wij van de oprichting op 1 No vember 1947 af van strenge winters verschoond bleven, is door de Risico fondsen in de 5 jaren van hun bestaan 30 millioen gulden uitgekeerd. Wij noemen verder de totstandkoming van de pensioenfondsen voor ihet bouwbedrijf en het schildersbedrijf. De betekenis van deze fondsen laat zidh moeilijk overschatten. Voor het fonds bouwbedrijf is het aantal deelnemers bijna 200.000. Aan premie wordt wekelijks betaald f 2,52 de helft door de arbeiders oip te bren gen. De jaarlijks te innen premies worden geschat op 18 millioen gul den. Dit fonds is 2 Juli 1951 in wer king getreden. Het fonds voor het schildersbedrijf trad in werking op 2 April 1951. Het aantal deelnemers is 23.5000 werknemers en 8000 werk gevers. Het te innen premiebedrag wordt per jaar op 3 millioen gulden geschat. Tenslotte herinnerde spr^cer aan de tot standkoming der Wachtgeld en Werkloosheidsverzekering, die hij uiterst belangrijk noemde. Hoewel het bekend is, dat zekere groepen werkgevers tegen de risicofondsen gekant zijn, blijven de arbeiders op het standpunt staan, dat zij op hun plaats zijn. De strijd tussen staats zorg en „zelf doen" is beslist in het voordeel van onze principiële opvat ting, dank zij de ijver der Katho lieke organisaties. De ontwikkeling, welke de sociale voorzieningen in de na-oorlogse tijd heeft doorgemaakt zo ging de voorzitter verdervindt niet in alle kringen een gunstig onthaal. Er zijn er die gevaren zien voor de persoon lijkheidsvorming van de arbeider. Zij zouden een rem zijn voor de arbeids- lust, een nadeel voor de opvoering van de arbeidsproductiviteit. Zij be roepen zich er op, dat de „lasten" zo hoog zijn gestegen, dat er een wan verhouding is ontstaan tussen het loon en deze „sociale lasten". Laten wij ter geruststelling aan hen, die deze mening zijn toegedaan, verklaren, aldius spr. dat deze sociale voorzieningen nog slechts die risico's ondervangen, welke door de arbeider persoonlijk en als hoofd van het gezin individueel niet te dra gen zijn. Nog altijd geldt het als een eis van sociale rechtvaardigheid, dat al te grote wisselingen in de inkom sten van de gezinnen moet worden voorkomen. Spr. achtte de bedrijfstak bouwbe drijf één van de bedrijfstakken van het Nederlandse bedrijfsleven, welke rijp is voor de toepassing van de wet op de P.B.O. De Bedrijfsschappen zijn nodig, wil de organisatorische samenwerking, belichaamd in tal van fondsen en instellingen, welke het bedrijf nu reeds heeft, tot volledige ontplooiing kunnen komen. Streven van St. „Lambertus" Kort voor de sluiting van zijn twee daagse vergadering op Nieuwenoord, heeft de Nederlandse Katholieke Bond van Kleding- en Textielarbei dersbesloten om te streven naar toe slagen op de uitkeringen van de komende wachtgeld- en werkloos heidsverzekering. Wil het de bond echter mogelijk zijn om deze toesla gen uit eigen kas te financiëeren, dan zullen al zijn leden de juiste, met hun loon overeenstemmende, contri butie moeten betalen. Om het laatste te bereiken, is een nieuwe contribu tie-regeling nodig, afgestemd op de leeftijden van de arbeiders, opgesteld. Naar aanleiding van diverse voor stellen uit de afdelingen, vermeldt „De Volkskrant", heeft het bondsbe- stuur een prae-advies uitgebracht. Volgens dit prae-advies zou de werk loosheidstoeslag kunnen worden ver strekt, al naar gelang de tijd, dat de werkloze arbeider lid van de bond is geweest. De dagelijkse toeslag zou dan kunnen worden vastgesteld op 40 percent van de wekelijkse contri butie. Zaterdagmorgen heeft de Bonds vergadering van St. Lambertus het bondsbestuur gemachtigd, om zowel de contributie-regeling als de toeslag op de Wachtgeld- en Werkloosheids verzekering nader te bespreken in de Bedrijfsunie Textiel, en met de be sturen van de bedrijfsverenigingen. De bonden willen zekerheid hebben, dat de door hen verleende toeslagen niet in mindering worden gebracht op de wettelijke uitkeringen. Overi gens is ook het fiat van de Raad van Vakcentralen noodzakelijk, daar an dere vakbonden, die financiëel min der draagkrachtig zijn, door het voorbeeld van hun zuster-organisatie in de Textiel- en Kledingbedrijven niet in ongelegenheid mogen v;order gebracht. IN HET GRIJS door GEORGETTE MACMILLAN Vertaling: HERMAN ANTON SEN 19) Zyn woorden stierven weg tot een onverstaanbaar gemompel. Hij besef te opeens, dat hij zijn geheim prijs gegeven had. De nevel, die zijn ogen verdoezeld had, trok weg en toen zijn woede-uitbarsting voorbij was, zag hy, hoe Seabree en de detective elkaar gliiwlachend aankeken. „Je ziet, dat hij meer van het ge val afweet, dan hij wil zeggen," merkte de president op. „En één ding is zeker. Hij weet, wie de ge heimzinnige dame in het grijs is." Fiske haalde zijn brede schouders op. „Dat zegt niets," zei hij bedaard. „Dat wist ik vier en twintig uur na dat ik de zaak op genomen had, al reeds. Ik kan elk ogenblik de hand op haar leggen, zodra ik slechts wil." IX Harde maatregelen Franklin stond versteld over de frewering, zo gewoontjes door de de tective verkondigd. HU nam het ge- 1 laat van de man aandachtig op, be studeerde de slimme, grijze ogen, de strakke mond en de gebruinde ma gere wangen. Het voorkomen van de detective boezemde hem onwillekeu rig vertrouwen in. En Franklin be greep heel goed, dat hij alleen wei nig bereiken zou. Maar met de hulp van die man zou hy wellicht veel kunnen doen om het net van ver dachtmaking, dat hoe langer hoe nauwer om Esther samengetrokken werd, te verscheuren en haar on schuld, aan de moord op Gregory Blair, aan te tonen. Nu Fiske zUn geheim wist. evenals Flora Marling, voelde Franklin er 'n behoefte aan, iemands raad in te winnen. En toen hij de blik uit de grüze ogen van de detective opving, voelde hij zich geneigd aan te nemen dat deze man, meer dan iemand an ders, de geschikte persoon was, om in vertrouwen te nemen. Franklin voelde, hoe vijandig Sea bree tegenover hem stond. Hij wilde er voor zorgen, dat Seabree niets meer te horen kreeg, waardoor zUn verdenking tegenover Esther nog vesterkt zou kunnen worden. „Als mijnheer Fiske er belang in stelt mij een en ander te vragen, of als ik hem op enigerlei wijze by zijn onderzoek kan helpen, ben ik gaar-1 ne bereid, een onderhoud met heml te hebben," zei hy koeltjes. „Echter moet alles, wat ik hem vertel, be schouwd worden als een zaak onder ambtsgeheim medegedeeld, zoals dat het geval is tussen een dokter of een advocaat en hun cliënten. Want we begeven ons hier op een gevaarlijk terrein. De goede naam van een vrouw staat op het spel. Een vrouw van edel karakter wordt tot het mikpunt van allerlei kwaadsprekery en laster gemaakt. Ik voor mij ben beslist overtuigd van haar onschuld in enige medeplichtigheid. Daarom zal ik haar tot het uiterste toe ver dedigen en trachten te beschermen Kunt u mijn voorwaarden aanvaar den, mijnheer Fiske?" De detective aarzelde geen ogen blik, doch stak zijn grote hand uit en drukte die van Franklin met warmte. „Vast en zeker, mijnheer Frank lin," was zyn antwoord, „en ik meen werkelijk dat u me heel wat bij dit onderzoek kunt helpen. Allereerst zou ik u willen verzoeken met me mee te gaan. en een bezoek te bren gen aan Williams, de huisknecht van mijnheer Blair. Vermoedelyk kunt u meer met die aalgladde klant berei ken, dan iemand anders. Hij heeft de politie tot wanhoop gebracht met zijn telkens wisselende verhalen." En zo gebeurde het, dat Franklin en Fiske, met verlof van de politie, een bezoek brachten in de cel van Williams, om deze te ofidervragen, wat hij in de nacht van de moord uitgevoerd had. Blykbaar stond Fiske bij de politie hoog in achting en scheen hy niet de minste moeite te hebben, om' het ge vraagde verlof te verkrijgen. De gevangene zat neerslachtig «op z'n brits met het hoofd in de handen. By hun binnentreden keek hij even op en een ogenblikje gleed er een glimlachje over zyn gelaat by de herkenning van Franklin. Hy zag er mager, verdrietig en wanhopig uit. Franklin legde vriendschappellijk zijn hand op de schouder van de kleine man. Hij kon zich met geen mogelijkheid voorstellen, dat hij de fatale steek, waardoor Gregory Blair het leven had verloren, had toegebracht. De man was altyd een trouwe bediende geweest en scheen veel toewyding te hebben voor de belangen van zijn joviale, edelmoe dige meester. Er was geen enkele reden te vinden, die hem tot zulk 'n misdaad gebracht zou kunnen heb ben. Integendeel, Williams verloor door de dood van Blair een goede en lonende positie. „Ik zou graag hébben, dat je my nu eens de volle waarheid over deze zaak vertelde, Williams," zei Frank- lin gemoedelijk. „Noch ik, noch mijn vriend, mijnheer Fiske, treden in de ze op voor de politie. Maar we willen graag de volle waarheid weten; en we zyn van mening, dat jij ons daar- by veel kunt helpen." William staarde Franklin recht in het gelaat. „Gelooft u, dat ik mijnheer Blair vermoord heb?" vroeg hij. „Ik geloof aan jouw onschuld, zo lang je schuld niet overtuigend is bewezen, Williams," zei Franklin, „en tot nog toe is er geen enkel be- wys van je schuld geleverd." Williams scheen volkomen tevre den gesteld door deze uiteenzetting van Franklin's houding. „Wat wilt u van me weten.?" vroeg hy. Fiske mengde zich nu in het ge sprek. „Ik heb al heel wat feiten ont dekt," zei hy, „en ik zou graag nog wat meer van je horei\. Ik kan er over oordelen of je me de waarheid vertelt, of niet. Indien u me alles, wat u er van afweet vertelt, zal ik mijn invloed aanwenden, om u vrij te krijgen. Maar van de andere kant, als u tegen me liegt, zal het er lelijk voor u uitzien. Goed begrepen?" Williams knikte van ja. .Waarom hebt u verteld tegen de politie, dat de dame, die een bezoek aan de woning van mijnheer Blair gebracht heeft, degene is, die hem vermoord heeft?" vroeg Fiske. De kleine huisknecht keek angstig om zich heen, als was hij bang be luisterd te worden. Daarna kwam hy dicht by Franklin staan en antwoord de fluisterend: „Ze hebben me zo mishandeld, dat ik bereid was, alles te vertellen, wat ze maar wilden. Ik krijg geen slaap, overdag niet en des nachts niet. Ze ondervragen me onophoudelyk, de een na de ander. Die dame was die nacht in het huis. Mischien heeft ze mijnheer Blair vermoord, maar mir schien ook niet. Ik weet er niets van." Hy haalde onverschillig de schou ders op, Fiske greep de man bij zyn schou ders en keek hem doordringend aan. „Williams, luister nu eens goed," zei hij bevelend. „Je weet meer van dit geval af, dan je tegen de politie verteld hebt. En nu wil ik de volle waarheid van je horen. Ik ben niet van de politie en ook al zou je jezelf te veel blootgeven, dan zou dat toch niet in je nadeel tegen je worden ingébracht. Vertel me dus precies, wat er die nacht gebeurd is." (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 8