Koempoelan 1952 stond in het
teken van het zelf-verkennen
Regen kon uitstekende stemming
niet van de Goudsberg spoelen
Kath. Bouwvakarbeidersbond
en de bevordering van de PBO
Toeslag op uitkeringen
bij werkloosheid
SXe dame
MAANDAG 16 JUNI 1952
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 4
Wapenschouw van Kath. Verkennersbeweging
,,'t Is tenminste niet zo
stoffig als de vorige keer.
Weet je nog, toen het zo
warm was en de stofwol
ken by iedere stap meters
hoog opwaaiden?'' Dat was
het enige commentaar van
een ons onbekende hopman
op de geen enkel ogenblik
versagende regen, die de
Koempoelan 1952 een vuur
proef liet ondergaan, zó
zwaar, dat het glorieus
doorstaan daarvan op zich
zelf reeds het metst spre
kende antwoord was op de
vraag, of deze tweejaar
lijkse ontmoeting van 3.000
leiders en leidsters van de
Kath. Jeugdbeweging op de
Goudsberg te Lunteren ge
slaagd mag heten. Niets
heeft zó duidelijk het doel
van deze Koempoelan-van-
het-zelf-Verkennen naar
voren gebracht als de sfeer
van blijde vrolijkheid, die
de 3.000 in miezelregen en
plensbuien tot op het laat
ste ogenblik wisten te be
waren!
Deze Koempoelan-van-het-zelf-Ver-
kennen stond in het teken van de
zelfwerkzaamheid. „Verken zelf!"
liep commissaris H. Post gistermid
dag in zijn Koempoelan-speech uit.
„Wij willen geen vereniging van bra
ve joggies, maar woudlopers met de
hopman als levend voorbeeld."
Dit eist van de leidèrs dat zijzelf
verkenner zijn, dat wil zeggen: „open
staan voor al het mooie en goede, wat
God ons op deze wereld heeft gege
ven", zoals aalmoezenier Hendrikx
uit Hoensbroek het uitdrukte in zijn
predicatie tijdens de plechtige Hoog
mis, die gistermorgen in de open
lucht werd opgedragen.
Van dit zelf-verkennen getuig
de het hele programma. Het hoofd
kwartier had zich bewust op de
achtergrond gehouden en verwacht
te van de 76 vertegenwoordigde dis
tricten, dat zijzelf het programma
zouden maken en uitvoeren. Van
daar de „Stands, stunts en stijl",
Zaterdagavond na de opening,
waaraan 20 districten deelnamen.
Er was van alles te zien. De Twen
tenaren hielden een tentoonstelling
van uiteenlopende modellen van
Palmpasen; de Friezen gaven stoere
CVan een onzer redacteuren).
staaltjes weg van polsstok-springen I tien anderen fietsend, of hoe dan ook,
-- valzeil; de Rotterdammers in rirhtinp ttnudshera tnopn Df
een
hielden een mysterieuze O.M.O.-op
tocht, die aanvankelijk slechts de be
doeling scheen te hebben bij te dra
gen tot meerdere eer en glorie van
dit veel-aangeprezen wasmiddel. El
ders zagen we een kostelijk marionet-
ten-theater, waarvan de fijn gesty-
leerde poppen door de leiders zelf ge
sneden waren. Amsterdam kwam
geestig voor de dag met de snelteke
naar van de Dam en met een imitatie
van het Centraal-Station. Weer een
ander district liet zien wat zweefvlie
gen was. Er werd gekaatsbald. En
wie er behoefte aan had, kon een
blauwe inkt-afdruk van z'n blote voet
laten nemen
Maar werd daarmede de essentie 1
van het zelf-verkennen gedemon
streerd? We denken aan wat dr. A.
Starmans, commissaris voor de trai-
ning, Zaterdagavond bij de opening
zei: „Het spel van verkennen is meer j
dan de jongens prettig en nuttig be
zig houden. Het is een levenshou
ding. Met het hanteren van de spel
regels alleen kan men stellig de
jeugd een zekere graad van vaardig
heid bijbrengen, maar dat betekent
nog niet, dat de bereidheid om te le
ven volgens het verkenners-ideaal
aanwezig is. Geven kan alleen die
heeft, bezielen kan alleen die zelf be
zield is."
Tegen de achtergrond van deze
woorden was de demonstratie wel
zeer pover. Het was gezellig, vrolijk,
maar zelden bereikten deze districts-
men. De bui kwam uitgerekend op
het ogenblik, dat de Leidse ploeg de
Goudsberg besteeg. Druipnat kwamen
zij boven, waar in de tentenkampen
reeds een koortsachtige bedrijvigheid
heerste. Tenten en legersteden wer
den in orde gemaakt
Twintig kampvuren.
Het tweede avondprogramma stond
eveneens in het teken van de zelf
werkzaamheid. Twintig districten
hadden een kampvuurprogramma in
gestudeerd en terwijl de duisternis
zich over de Goudsberg spreidde,
vlamden in alle hoeken van Kimdal
en St. Jorisveld de kampvuren op.
Gepakt in warme dekens, schaarden
de-deelnemers zich rond de lekkende
vlammen, die knappend en knette
rend vraten aan de ir. het vuur ge
worpen takkenbossen.
Ook het district Leiden verzorgde
een kampvuur. Er werd een ietwat
ernstig spel gespeeld „Neemt mij in-
der hand", samengesteld uit Valerius-
gedenkklanken, dat door luisteraars
uit andere districten zeer gewaar
deerd werd.
Tegen tien uur werden de vuren
gedoofd en trok een lichtende plek
de duizenden samen rond de Maria
kapel. De regen had opgehouden er
het laatste zuchtje wind was zwij
gend te slapen gegaan. Roerloos ston
den de zwarte dennen afgetekend te
gen de donkerende hemel. Uit het dal
op de berg klonk het „In manus tuas
Domine". In Uw handen, o Heer, be
veel ik mijn geest.
Zwijgend zochten de 3.000 hun ten
ten op.
Vele en hoge gasten.
Vanaf het ogenblik, dat de eerste
hopman z'n slaperig gezicht#door de
opening van het tentzeil stak het
was nauwelijks zes uur in de mor
gen tot aan het laatste slotwoord
van commissaris Starmans vier uur
in de namiddag hebben regenbuien
de Koempoelan geen ogenblik met
rust gelaten Het miezelde toen de
deelnemers zich om half acht rond het
grote openlucht-altaar schaarden, het
stroomdé tijdens het „Hyde-park", het
goot gedurende het plechtig sluitings
lof, dat gecelebreerd werd door mgr.
dr. B. J. Alfrink, aartsbisschop-coad
jutor, die deze wapenschouw van de
Kath. Verkennersbeweging roet zijn
hoge aanwezigheid vereerde, evenals
prof. dr. F. J. Th. Rutien, Minister
van OK. en W. Zij werden bij de
aanvang van de miudagbijeenkomst
begroet door commissaris Starmans,
die zowel hoofdcommissaris H. F. M.
in de richting Goudsberg togen. De J baron van Voorst tot Voorst, als
hele middag dreigde er regen te ko- boofd-aalmoezenier A. J. L. Verhoe-
Bij gebrek aan waterleiding in het
tentenkamp waren er tientallen
„Marshall-koeien" opgehangen, leren
zakken, die elk 150 liter water be
vatten, dat via vijf kranen kon wor
den afgetapt.
(Foto's: „De Leidse Courant").
activiteiten het peil van de werke
lijke verkennersstijl.
De echte Koempoelan-sfeer.
Reeds voor de opening was de
echte Koempoelan-sfeer voelbaar.
Dat begon al, toen het leiderslegioen
van 3.000 mannen en jongevrouwen,
gebogen onder de last van plunjezak-
ken, over een mulle zandweg de hoge
Goudsberg beklom. Hartelijke schou
derkloppen van de hoplieden en
vreugde-gilletjes van de akeela's ga
ven uiting aan de blijdschap bij het
weerzien van oude bekenden. Als
vrienden trokken zij op, het leiders
corps van meer dan 100.000 jongens,
om zelf weer eens heel jong te zijn,
jong als een gewoon verkenner.
Ook het district Leiden was verte
genwoordigd. Met twee Beuk-bussen
trokken 56 leiders en leidsters Zater
dagmiddag naar Lunteren, terwijl
Van de drie activiteiten op het gebied van zelfwerkzaamheid was het
„Hyde-park" zeker de best geslaagde! Er waren 100 zeepkisten beschik
baar en iedereen, die zich daartoe geroepen voelde, kon zo'n wankel
spreekgestoelte beklimmen, om onder luide bijvalsbetuigingen of storm
achtige protesten van de samengestroomde menigte, lof of critiek op de
beweging naar voren brengen. Het werd een vinnig steekspel van geestige
in- en rake uitvallen. Ook de assistent-commissaris van het Leidse district
A. J. Duindam beklom een zeepkist en luchtte z'n bezwaard gemoed.
ven moest verontschuldigen, de eerste Óf deze Koempoelan volledig aan
wegens het plotseling overlijden van de gestelde verwachtingen heeft vol-
zijn echtgenote, de Jaatste wegens daan valt echter te'oetwij/f len. Te
ziekte. A3r beiden werden telegrom-
men gezonden. Onder de gasten be
vinden zich ook vertegenwoordigers
van an dei e jeugd- en jongerenbewe
gingen, ai of niet katholiek, in Neder
land verkennersleiders uit Duits
land, Curasao en België. Zij allen wa
ren getuige van de grandiose Rally,
die de 3.1*000 het St. Jorisveld stor
menderhand liet innemen.
Ten bate van de verbrande kam
peerboerderij te Ommen kwam 's mid-
Veen s'portvHegtuig. duizenden
weinig is tot uiting gekomen wat bo
ven deze massale bijeenkomst ge
schreven stond: Verkeu zcif. Wat de
distiicten zelf hebben laten zien,
bleef beneden het peil van wat de
verkennersbeweging maken kan tot
een levensideaal. Of het mogelijk is
dit in een Koempoelan tot uiting te
brengen, is een vraag, die geen bui
tenstaander als wij kan betnawoor
den. Het antwoord van iedere deel
nemer persoonlijk hangt af van het
strooibiljetten over het kampterrein
werpen, waarop in verband met
een verloting ijverig jacht gemaakt
werd.
In hei uur vooraf hadden volks
zang en volksdans elkaar afgewisseld,
een uiting van spontane vreugde, die
door geen weergoden teniet gedaan
kon worr:en.
Geslaagd of niet?
Het antwoord op de viaag of deze
Koempoelan geslaagd is, werd in de
aanhef reeds gegeven. Dat een week
end vol regen de uitstekende stem
ming niet kon doven, is tekenend
voor de bezieling, waarmede het lei
dei «legioen de Goudsberg beklom-
heeft.
bereikt in een weekend van zelf-dis-
cipline, activiteit, vriendschap
spontane vreugde.
CIJFERS
Hoeveel voorbereidingen er ge
troffen moesten worden, om al
les vlot te laten verlopen, kunnen
alleen de opbouwers van het
kamp vertellen. Enige cijfers:
Zowel Zaterdagavond als Zon
dagmorgen werden er duizend li
ters thee geschonken. Zondag
middag werd er 1.600 liter stamp
pot van aardappelen, spinazie
en vlees uitgedeeld. De Brand
weer van Ede had 10.000 liter
water aangesleept!
Ook deze Koempoelan bood het imponerende en ontroerende schouwspel
van twintig priesters, die onder gele umbrella's de H. Communie uitreik
ten aan enige duizenden leiders en leidsters, geknield op de natte gras
mat van het St. Jorisveld, dat omzoomd was met kleine mistenten, waarin
in talrijke aalmoezeniers stille H. Missen opdroegen.
De Katholieke Bouwvakarbeiders
bond heeft op 14 en 15 Juni te Breda
zijn bondscongres gehouden.
In zijn rede heeft de voorzitter, de
heer Collignon, openhartig de hou
ding van de bond in de afgelopen 5
jaren besproken en verklaard, waar
om zulke grote zelfbeheersing aan de
dag is gelegd. Spreker gaf een blik
op .de moeilijkheden, waarvoor onze
regering stond bij het bepalen van
haar gedrag: economische situatie,
bevolkingsgroei, in- en export, indus
trialisatie en werkgelegenheid. Een
duidelijk inzicht in de moeilijkheden
heeft de gehele K.A.B. en ook de
bouwvakarbeiders met inbegrip voor
him verantwoordelijkheid de nood
zakelijke beperkingen doen aanvaar
den.
Het verbondsbestuur zo deelde
de heer Collignon mede heeft zich
over de toestand opnieuw beraden en
zich afgevraagd wat te doen staat ten
aanzien van consumptiebeperking en
lonen. Deze drie punten hebben na
uitvoerig beraad het verbondsbe
stuur niet tot een fundamentele wij
ziging in zijn standpunt althans
op korte termijn kunnen brengen.
Meer armslag in de loononderhande
lingen, vóórdat het consumptieoffer,
hetzij door looncompensatie, hetzij
door prijsdaling zou zijn opgeheven,
zal kunnen betekenen, dat werkne
mers in de bedrijven, welke bij de
onderhandelingen minder gunstig lig-
gengen, voorgoed of voor geruime
tijd dat offer zouden moeten blijven
brengen. Daarnaast moest worden
erkend, dat behalve de toestand van
de betalingsbalans ook de omvang
van de werkgelegenheid, afhankelijk
is van het loon- en prijsniveau.
Sociale voorzieningen.
Uitvoerig ging de heer Collignon
in op de belangrijke sociale voorzie
ningen, welke tot stand zijn gekomen.
In sommige opzichten is, wat niet
middels de lonen kon worden bereikt,
juist onder deze overheidsinvloed op
het vlak der sociale voorzieningen
tot stand gebracht en hierdoor in 'n
betere, sociaal verantwoorde vorm
gevat kunnen worden. De totstand
koming der Risicofondsen is daarvan
één der sprekendste voorbeelden.
Gestaag is door de bond op dit ter
rein gewerkt en niet zonder verheu
gende resultaten. Wij noemden reeds
de Risicofondsen. In het hoofdbedrijf,
schildersbedrijf, stucadoors- en gra-
nitobedrijf is aan de arbeiders, die
door vorst of de gevolgen daarvan
niet kunnen werken, voor de duur
der vorstperiode een inkomen ver
zekerd van 90 van het uurloon.
Een voorziening, welke nergens
zijn gelijke vindt! De premie wordt
door het bedrijf opgebracht. Alhoe
wel wij van de oprichting op 1 No
vember 1947 af van strenge winters
verschoond bleven, is door de Risico
fondsen in de 5 jaren van hun bestaan
30 millioen gulden uitgekeerd. Wij
noemen verder de totstandkoming
van de pensioenfondsen voor ihet
bouwbedrijf en het schildersbedrijf.
De betekenis van deze fondsen laat
zidh moeilijk overschatten.
Voor het fonds bouwbedrijf is het
aantal deelnemers bijna 200.000. Aan
premie wordt wekelijks betaald f 2,52
de helft door de arbeiders oip te bren
gen. De jaarlijks te innen premies
worden geschat op 18 millioen gul
den. Dit fonds is 2 Juli 1951 in wer
king getreden. Het fonds voor het
schildersbedrijf trad in werking op
2 April 1951. Het aantal deelnemers
is 23.5000 werknemers en 8000 werk
gevers. Het te innen premiebedrag
wordt per jaar op 3 millioen gulden
geschat.
Tenslotte herinnerde spr^cer aan
de tot standkoming der Wachtgeld
en Werkloosheidsverzekering, die hij
uiterst belangrijk noemde. Hoewel
het bekend is, dat zekere groepen
werkgevers tegen de risicofondsen
gekant zijn, blijven de arbeiders op
het standpunt staan, dat zij op hun
plaats zijn. De strijd tussen staats
zorg en „zelf doen" is beslist in het
voordeel van onze principiële opvat
ting, dank zij de ijver der Katho
lieke organisaties.
De ontwikkeling, welke de sociale
voorzieningen in de na-oorlogse tijd
heeft doorgemaakt zo ging de
voorzitter verdervindt niet in alle
kringen een gunstig onthaal. Er zijn
er die gevaren zien voor de persoon
lijkheidsvorming van de arbeider. Zij
zouden een rem zijn voor de arbeids-
lust, een nadeel voor de opvoering
van de arbeidsproductiviteit. Zij be
roepen zich er op, dat de „lasten" zo
hoog zijn gestegen, dat er een wan
verhouding is ontstaan tussen het
loon en deze „sociale lasten".
Laten wij ter geruststelling aan
hen, die deze mening zijn toegedaan,
verklaren, aldius spr. dat deze
sociale voorzieningen nog slechts die
risico's ondervangen, welke door de
arbeider persoonlijk en als hoofd
van het gezin individueel niet te dra
gen zijn. Nog altijd geldt het als een
eis van sociale rechtvaardigheid, dat
al te grote wisselingen in de inkom
sten van de gezinnen moet worden
voorkomen.
Spr. achtte de bedrijfstak bouwbe
drijf één van de bedrijfstakken van
het Nederlandse bedrijfsleven, welke
rijp is voor de toepassing van de wet
op de P.B.O. De Bedrijfsschappen
zijn nodig, wil de organisatorische
samenwerking, belichaamd in tal van
fondsen en instellingen, welke het
bedrijf nu reeds heeft, tot volledige
ontplooiing kunnen komen.
Streven van St. „Lambertus"
Kort voor de sluiting van zijn twee
daagse vergadering op Nieuwenoord,
heeft de Nederlandse Katholieke
Bond van Kleding- en Textielarbei
dersbesloten om te streven naar toe
slagen op de uitkeringen van de
komende wachtgeld- en werkloos
heidsverzekering. Wil het de bond
echter mogelijk zijn om deze toesla
gen uit eigen kas te financiëeren, dan
zullen al zijn leden de juiste, met
hun loon overeenstemmende, contri
butie moeten betalen. Om het laatste
te bereiken, is een nieuwe contribu
tie-regeling nodig, afgestemd op de
leeftijden van de arbeiders, opgesteld.
Naar aanleiding van diverse voor
stellen uit de afdelingen, vermeldt
„De Volkskrant", heeft het bondsbe-
stuur een prae-advies uitgebracht.
Volgens dit prae-advies zou de werk
loosheidstoeslag kunnen worden ver
strekt, al naar gelang de tijd, dat de
werkloze arbeider lid van de bond is
geweest. De dagelijkse toeslag zou
dan kunnen worden vastgesteld op
40 percent van de wekelijkse contri
butie.
Zaterdagmorgen heeft de Bonds
vergadering van St. Lambertus het
bondsbestuur gemachtigd, om zowel
de contributie-regeling als de toeslag
op de Wachtgeld- en Werkloosheids
verzekering nader te bespreken in de
Bedrijfsunie Textiel, en met de be
sturen van de bedrijfsverenigingen.
De bonden willen zekerheid hebben,
dat de door hen verleende toeslagen
niet in mindering worden gebracht
op de wettelijke uitkeringen. Overi
gens is ook het fiat van de Raad van
Vakcentralen noodzakelijk, daar an
dere vakbonden, die financiëel min
der draagkrachtig zijn, door het
voorbeeld van hun zuster-organisatie
in de Textiel- en Kledingbedrijven
niet in ongelegenheid mogen v;order
gebracht.
IN HET GRIJS
door GEORGETTE MACMILLAN
Vertaling: HERMAN ANTON SEN
19)
Zyn woorden stierven weg tot een
onverstaanbaar gemompel. Hij besef
te opeens, dat hij zijn geheim prijs
gegeven had. De nevel, die zijn ogen
verdoezeld had, trok weg en toen
zijn woede-uitbarsting voorbij was,
zag hy, hoe Seabree en de detective
elkaar gliiwlachend aankeken.
„Je ziet, dat hij meer van het ge
val afweet, dan hij wil zeggen,"
merkte de president op. „En één
ding is zeker. Hij weet, wie de ge
heimzinnige dame in het grijs is."
Fiske haalde zijn brede schouders
op.
„Dat zegt niets," zei hij bedaard.
„Dat wist ik vier en twintig uur na
dat ik de zaak op genomen had, al
reeds. Ik kan elk ogenblik de hand
op haar leggen, zodra ik slechts wil."
IX
Harde maatregelen
Franklin stond versteld over de
frewering, zo gewoontjes door de de
tective verkondigd. HU nam het ge- 1
laat van de man aandachtig op, be
studeerde de slimme, grijze ogen, de
strakke mond en de gebruinde ma
gere wangen. Het voorkomen van de
detective boezemde hem onwillekeu
rig vertrouwen in. En Franklin be
greep heel goed, dat hij alleen wei
nig bereiken zou. Maar met de hulp
van die man zou hy wellicht veel
kunnen doen om het net van ver
dachtmaking, dat hoe langer hoe
nauwer om Esther samengetrokken
werd, te verscheuren en haar on
schuld, aan de moord op Gregory
Blair, aan te tonen.
Nu Fiske zUn geheim wist. evenals
Flora Marling, voelde Franklin er 'n
behoefte aan, iemands raad in te
winnen. En toen hij de blik uit de
grüze ogen van de detective opving,
voelde hij zich geneigd aan te nemen
dat deze man, meer dan iemand an
ders, de geschikte persoon was, om
in vertrouwen te nemen.
Franklin voelde, hoe vijandig Sea
bree tegenover hem stond. Hij wilde
er voor zorgen, dat Seabree niets
meer te horen kreeg, waardoor zUn
verdenking tegenover Esther nog
vesterkt zou kunnen worden.
„Als mijnheer Fiske er belang in
stelt mij een en ander te vragen, of
als ik hem op enigerlei wijze by zijn
onderzoek kan helpen, ben ik gaar-1
ne bereid, een onderhoud met heml
te hebben," zei hy koeltjes. „Echter
moet alles, wat ik hem vertel, be
schouwd worden als een zaak onder
ambtsgeheim medegedeeld, zoals dat
het geval is tussen een dokter of een
advocaat en hun cliënten. Want we
begeven ons hier op een gevaarlijk
terrein. De goede naam van een
vrouw staat op het spel. Een vrouw
van edel karakter wordt tot het
mikpunt van allerlei kwaadsprekery
en laster gemaakt. Ik voor mij ben
beslist overtuigd van haar onschuld
in enige medeplichtigheid. Daarom
zal ik haar tot het uiterste toe ver
dedigen en trachten te beschermen
Kunt u mijn voorwaarden aanvaar
den, mijnheer Fiske?"
De detective aarzelde geen ogen
blik, doch stak zijn grote hand uit
en drukte die van Franklin met
warmte.
„Vast en zeker, mijnheer Frank
lin," was zyn antwoord, „en ik meen
werkelijk dat u me heel wat bij dit
onderzoek kunt helpen. Allereerst
zou ik u willen verzoeken met me
mee te gaan. en een bezoek te bren
gen aan Williams, de huisknecht van
mijnheer Blair. Vermoedelyk kunt u
meer met die aalgladde klant berei
ken, dan iemand anders. Hij heeft
de politie tot wanhoop gebracht met
zijn telkens wisselende verhalen."
En zo gebeurde het, dat Franklin
en Fiske, met verlof van de politie,
een bezoek brachten in de cel van
Williams, om deze te ofidervragen,
wat hij in de nacht van de moord
uitgevoerd had.
Blykbaar stond Fiske bij de politie
hoog in achting en scheen hy niet de
minste moeite te hebben, om' het ge
vraagde verlof te verkrijgen.
De gevangene zat neerslachtig «op
z'n brits met het hoofd in de handen.
By hun binnentreden keek hij even
op en een ogenblikje gleed er een
glimlachje over zyn gelaat by de
herkenning van Franklin. Hy zag er
mager, verdrietig en wanhopig uit.
Franklin legde vriendschappellijk
zijn hand op de schouder van de
kleine man. Hij kon zich met geen
mogelijkheid voorstellen, dat hij de
fatale steek, waardoor Gregory
Blair het leven had verloren, had
toegebracht. De man was altyd een
trouwe bediende geweest en scheen
veel toewyding te hebben voor de
belangen van zijn joviale, edelmoe
dige meester. Er was geen enkele
reden te vinden, die hem tot zulk 'n
misdaad gebracht zou kunnen heb
ben. Integendeel, Williams verloor
door de dood van Blair een goede en
lonende positie.
„Ik zou graag hébben, dat je my
nu eens de volle waarheid over deze
zaak vertelde, Williams," zei Frank-
lin gemoedelijk. „Noch ik, noch mijn
vriend, mijnheer Fiske, treden in de
ze op voor de politie. Maar we willen
graag de volle waarheid weten; en
we zyn van mening, dat jij ons daar-
by veel kunt helpen."
William staarde Franklin recht in
het gelaat.
„Gelooft u, dat ik mijnheer Blair
vermoord heb?" vroeg hij.
„Ik geloof aan jouw onschuld, zo
lang je schuld niet overtuigend is
bewezen, Williams," zei Franklin,
„en tot nog toe is er geen enkel be-
wys van je schuld geleverd."
Williams scheen volkomen tevre
den gesteld door deze uiteenzetting
van Franklin's houding.
„Wat wilt u van me weten.?"
vroeg hy.
Fiske mengde zich nu in het ge
sprek.
„Ik heb al heel wat feiten ont
dekt," zei hy, „en ik zou graag nog
wat meer van je horei\. Ik kan er
over oordelen of je me de waarheid
vertelt, of niet. Indien u me alles,
wat u er van afweet vertelt, zal ik
mijn invloed aanwenden, om u vrij
te krijgen. Maar van de andere kant,
als u tegen me liegt, zal het er lelijk
voor u uitzien. Goed begrepen?"
Williams knikte van ja.
.Waarom hebt u verteld tegen de
politie, dat de dame, die een bezoek
aan de woning van mijnheer Blair
gebracht heeft, degene is, die hem
vermoord heeft?" vroeg Fiske.
De kleine huisknecht keek angstig
om zich heen, als was hij bang be
luisterd te worden. Daarna kwam hy
dicht by Franklin staan en antwoord
de fluisterend:
„Ze hebben me zo mishandeld, dat
ik bereid was, alles te vertellen, wat
ze maar wilden. Ik krijg geen slaap,
overdag niet en des nachts niet. Ze
ondervragen me onophoudelyk, de
een na de ander. Die dame was die
nacht in het huis. Mischien heeft ze
mijnheer Blair vermoord, maar mir
schien ook niet. Ik weet er niets
van."
Hy haalde onverschillig de schou
ders op,
Fiske greep de man bij zyn schou
ders en keek hem doordringend aan.
„Williams, luister nu eens goed,"
zei hij bevelend. „Je weet meer van
dit geval af, dan je tegen de politie
verteld hebt. En nu wil ik de volle
waarheid van je horen. Ik ben niet
van de politie en ook al zou je jezelf
te veel blootgeven, dan zou dat toch
niet in je nadeel tegen je worden
ingébracht. Vertel me dus precies,
wat er die nacht gebeurd is."
(Wordt vervolgd)