Het Lijdensverhaal op de Heilig Land-stichting ontroerend uitgebeeld Van Gethsemani tot het graf WAAR WANDELEN TOT MEDITEREN DWINGT ;v; Voor Annas en Caïphas geleid O MAN VAN SMARTE Alleluja I Hij is verrezen I Duizenden bezoekers per jaar ZATERDAG 5 APRIL 1952 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 1 fOEN KWAM JESUS MET HEN BU EEN LANDGOED, Gethsemani genaamd. Nu zei Hij tot de leerlingen: „Zet U hier neer, terwijl lk ginds ga bidden." Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee, en begon bedroefd en angstig te wor den. En Hij sprak tot hen: „Mijn ziel is dodelijk bedroefd; blijft hier met Mij waken." koude doof bossen als de eenzame be- zoeker aankomt bij de Hei- lig Land-stichting en hij even later on het Dal van Josaphat staat. Aan zijn voeten stroomt de beek j&H Cedron en aan de ander kant verheffen zich de kale bomen zwart en 1 M triestig op de Olijfberg. In gesloten door een laae w>) Y n| muurtje van grove steen -> r %-i /w" ligt daar de hof Gethse- C l JSL mani. ^Hr: *\Ji ippA De bezoeker staat stil. >1 Langzaam maakt zich eer Hp IS i j. w. huiver dva^0henQn^ee2-r' HT -fljgb I lijdensweg begonnen. Op F -J deze plaats moet Hij ge- B wHI BSB t t, staan hebben met elf van *1*. v y m Zijn leerlingen. Achter z «IPl Hem de stad Jeruzalem f JPr' 1 de: vóóf Hem de hof van I Olijven, die getuige zou P ll -1 zijn van Juda's verraad. lp. Tot acht van Zijn leerlin- ne*r tervnl Jk «in-'s ga bidden." Petrus, Jacobus en Johannes gingen met Hem mee. De mediterende bezoeker betreedt de hof, stil als was hij hier op hei lige grond, en volgt in gedachte het viertal. Hoe vaak hebben wij beloofd met Jezus te waken? Hoe vaak zijn wij in slaap gevallen? Angstig en bedroefd sprak Jezus even later tot de drie leerlingen die Hem volgden: „Mijn ziel is dodelijk bedroefd; blijft hier met Mij waken". Alleen ging Hij verder. Het Evangelie-verhaal is bekend. Wat de Evangelisten in uiterste so berheid hebben weergegeven, vindt men hier terug. Maar waar het hier Rechts: Stilte op het plein voor het Rechthuis. Achter de op wacht staan de soldaten ziet men tussen de twee kolommen de rechtstoel staan, waar op Pilatus gezeten was toen Jezus voor hem geleid werd. Links In de voorhof van het paleis van Annas en Caïphas verloochent Petrus zijn Meester, die op dat ogen blik voor de hogepriester staat. Meesterlijk is hier de houding van Petrus uitgebeeld. (Foto's: „Dc Leidse Courant"). ren in volle actie, omdat de pelgrims koopdrukte meebrachten. Tussen dit vertier werd Jezus gebonden door de straten geleid naar het Pretrorium. Op de Heilig Lan«"-stichting heeft men niet getracht deze scène uit te beelden. De bezoeker ziet niets an ders dan de rechterstoel van Pilatus, die midden op de verhoging staat. De afwezigheid van iedere actie geeft aan deze plek echter een sfeer die met geen beeldengroep te benaderen zou zijn. De bezoeker komt er sterk van on der de indruk. Hier werd de God mens ter dood veroordeeld, nadat het volk voor de keus gesteld was: Jezus oi Barrabas. Hier heeft Pilatus, nadat Jezus voor Herodes geleid was, zijn I handen gewasser in onschuld. Hier ihebben de Jodei. luidkeels geroepen: I „Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen." Bijna twintig eeuwen zijn sedertdien verlopen; nog steeds rust de vloek, die hier werd uitge sproken, op de kinderen van Juda *5 er SS >3» i MG SS jS - - - -v." - aanschouwelijk is voorgesteld, grijpt I het lijvensverhaal de bezoeker nog meer aan. En het is alsof hij het ver wijt van de Goddelijke Meester met eigen oren hoort: „Kunt gij dan niet één uur met Mij waken? „De drie apostelen liggen uitgehouwen in j p-^ steen te slapenZij waren in j L/C ^CSClin^ slaap gevallen, terwijl nauweuijks vijf tig meter verder de bezoeker ziet het wederom uitgebeeld hun Mees ter, ten prooi aan schier bovenmen selijke wanhoop, ter aarde gevallen is. Gierend waait de wind door de kale takken. „Vader, indien het mo- I gelijk is, laat deze kelk aan Mij voor- I bijgaan". A ANBRIJPEND is het volgende to- *"*neel, dat de bezoeker te aan schouwen krijgt. Voordat Pilatus ten- slotte tot de Joden het „Neemt Hem zelf en kruisigt Hem, want ik vind geen schuld in Hem" had uitgespro ken, leidden de soldaten Jezus het Pretorium binnen, om Hem in een der I soldatenverblijven te geselen en te I bespotten. Men ziet Hem uitgeput zitten tegen een zuil. Op de grond ligt de geselroede, bestaande uit le deren riemen met ijzeren kettinkjes, waaraan haken bevestigd waren. De Evangelisten zijn niet lang stil blijven staan bij deze geseling, die in vele gevallen de dood ten gevolge haa; lezers v wisten wel wat deze straf betekende. De bezoeker ziet ook een bosje tak jes liggen, waarvan de doornenkroon gevlochten werd. Een rode soldaten- mantel waarvan er enige aan de wanden hangen, is Jezus om de schou der geworpen. Een der soldaten valt op z'n knieën en spert: „Wees ge groet, Koning der Joden Enige an deren zien vanuit een hoek lachend toe. /"\P DEZE PLAATS speelde zich ook ^'t verraad van Judas af, waarna de krijgsknechten Jezus gevangen na men en terugvoerden naar Jeruzalem, naar het huis van de hogepriester Caïphas, wiens schoonvader Annas bij hem verbleef. De bezoeker vervolgt z'n weg en betreedt het hogepriesterlijk huis, waarin de leden van het Sanhedrin zich op de banken langs drie wanden van een zaal hadden neergezet. Vóór hen staat Christus, luisterend naar de valse aanklachten, die tegen Hem worden ingebracht. De bezoeker ziet Hem staan, rustig en kalm. Geen spoor meer te zien van de angst in Gethsemani, geen onderworpen hou ding, geen overmoed. Rustig heeft in deze zaal het woord geklonken: „Ge hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: van nu af zult gij de Men senzoon gezeten zien aan de rechter hand van de Kracht, en Hem zien ko men op de wolken des hemels". Men ziet hoe een krijgsknecht zich naar Christus keert; dit is het ogenblik waarvan het Evangelie verhaalt: „Toen spuwden ze Hem in het ge laat". Ondertussen zat Petrus, die aanvan kelijk niet binnen durfde te komen, in de voorhof van het paleis. De be zoeker ziet hem zitten op een laag stoeltje, terwijl bet dienstpersoneel van Caïphas rondom hem staat en zegt: „Ook gij waart met Jezus, de Galileeër". Meesterlijk is hier de hou ding van Petrus uitgebeeld. Z'n hele gebaar spreekt hier met z'n mond het bekende woord: „Ik ken die mens niet." Toen heeft de haan gekraaid Veroordeeld I^ET HET EVANGELIE in gedach- te kan de bezoeker zich levendig indenken hoe Jezus hier voor Annas en Caïphas gestaan heeft, hoe de ho gepriester hier op deze plaats zijn kleed scheurde en hoe de gevangene geboeid werd weggeleid, om overge leverd te worden aan de Romeinse landvoogd Pilatus. Over de van bladeren ritselende bospaden volgt de bezoeker in ge dachte de droeve stoet, die Jezus door Jerusalem naar het Rechthuis leidt, i Prachtig is op de Heilig Land-stich ting het oude Jerusalem uitgebeeld. De bezoeker wandelt door nauwe straatjes en ondei oude bogen, langs winkeltjes en huizen Zó echt, dat verleden jaar een Jood, die de Hei lig Land-stichting bezocht, in tranen uitbarstte bij het weerzien van zijn stad. Tenslotte bereikt de bezoeker het grote Rechthuis aan een groot plein, dat door de stadswallen van Jerusa lem is ingesloten. Hoewel er een doodse stilte hangt en een tuinman, die verdorde bladeren bijeenharkt, het enige levende wezen is, kan men zich hier toch wel indenken hoe in de vroege morgen van Goede Vrijdag de stemming in Jerusalem geweest is. De stad was vol van mensen: nieuwe karavanen kwamen binnen om er het Paasfeest te vieren en de burgers wa- Geen mens kan peilen noch be schrijven wat Jezus hier geleden heeft. Deze aangrijpende uitbeelding is slechts mensenwerk, met alle te kortkomingen die hieraan verbonden zijn. Maar bij he* pogen zich voor te stellen wat hier heeft plaats gegre pen, is deze uitbeelding in staat een menselijke bewogenheid od te roepen. Is dit niet het voornaamste, dat men bij het overweger van Christus' lij den moet verwachten? |Naar Golgotha "WAN WAT NU VOLGT in het lij- densverhaal geeft de Heilige Land-stichting practisch geen uit beeldingen. Nog onder de indruk van hetgeen de eenzame bezoeker ge tracht heeft te doorleven op de plaats voor het Rechthuis, vervolgt hij z'n weg naar het slot van dit boven- menselijk zware lijden op Golgotha, een heuvel, even buiten de stads poorten van Jeruzalem gelegen. Tus sen de bomen ontdekt hij enige kruiswegstaties, uitgevoerd in mo zaïek, die weergeven Jesus' drie maal herhaalde val onder kruis, de ontmoeting met enige wenende vrou wen uit Jeruzalem, de aanbieding van een zweetdoek door Veronica, de kruisdraging door Simon van Cy- rene en tenslotte de kruisiging op Golgotha (Schedelplaats), zo gehe- De bespotting van Jesus in het Rechthuis. O Man van Smarte met de doornenkroon, O bleek bebloed gelaat, dat in den nacht Groeit als een groote, bleeke vlam, wat macht Van eind'loos lijden maakt uw beeld zoo schoon? Aan een uitbeelding van wat hier plaatsgreep heeft men zich op de Heilig Land-stichting niet gewaagd. Er staat slechts één houten kruis, dat zich zwart en somber tegen de drei gende en van regen bezwangerde hemel verheft. De kruisen der met Jesus gekruisigde moordenaars heeft men eveneens weggelaten. Zo is Gol gotha op de Heilig Land-stichting een uiterst sober, maar daardoor de» te indrukwekkender monument ge worden, met alleen het kruis, alleen het teken der verlossing. Het staat er niet als een schand paal, niet als een teken van de smadelijkste veroordeling, die alleen over de schandelijkste misdadigers werd uitgesproken, maar als een te ken van glorie en triomph. Omdat hier niet alleen het „Eli, Eli, lamma sabakthani" „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten" werd uitgesproken, maar ook het laatste woord „Het is volbracht", waarin de hele menswording van Gods Zoon op aarde is neergelegd. Het is vol bracht, dc taak die Christus vrijwil lig op Zich nam, om het mensdom te verlossen uit de slavernij des dui vels. Hier werd het schandhout het teken van goddelijke triomph. Wat een stof tot meditatie biedt hier dit eenvoudig houten kruis op Golgotha. ^7OOR DE LAATSTE maal moet de bezoeker van de Heilig Land-stichting zich het lijdensver haal in herinnering brengen: de lanssteek in de zijde van Jesus, de toestemming van Pilatus aan Joseph van Arimathea om Jesus' lichaam van het kruis te mogen nemen en de behandeling van het lijk met myrrhe-hars en aloëbladeren. In ge dachte volgt de bezoeker de stoet naar de tuin van Joseph van Arima thea, dicht bij Golgotha gelegen, waar in de rots een graf was uitge houwen, volgens het gebruik van welgestelde Joden, die zich reeds tijdens hun leven een graf lieten maken. Reeds viel de avond; er moest spoed gemaakt worden, want de Sabbath, waarop geen begrafenis mocht worden uitgevoerd, zou spoe dig intreden. Ook dit stenen graf is een mo nument van eenvoud. Maar hier hangt bovendien de mystieke waas van het wonder, dat op Paasmorgen is geschied, voordat de vrouwen, die met balsem naar het graf gingen en de zware ronde steen vonden afgewenteld, er aankwamen. Hier vond 't einde op Golgotha zijn bekroning in *n glorievolle verrijzenis, die alle lijden overstemde. Men kan zioh indenken hoe het hier geweest moet zijn: Jeruzalem treedt uit de nachtelijke schemering de dag in; uit de Oostelijke hemel breekt een gouden glans met roze gloed, die de donkere olijfbomen kleurt en de cypressen scherp afte kent tegen een achtergrond van groeiend licht: Paasmorgen! Vogels jubelen hun morgenlied door de klare ochtendstilte: Alleluja! Want Christus is verrezen! Nog een kijkje in de voorhof van het paleis van Annas en Kaïphas. De Heilig Land-stichting te Nijmegen heeft in de loop der jaren een be kendheid gekregen, die zich tot ver over de landsgrenzen tot ver over zeeën en oceanen zelfs, uitstrekt. Jaarlijks koften er duizenden bezoekers uit binnen- en buitenland zich verdiepen in het leven van Jesus, dat hier van Bethlehem tot Golgotha zo treffend is uitgebeeld. Indien men in acht neemt, dat 60 van de bezoekers niet-katholieken zijn, is het duidelijk, dat hier apostolisch werk van de eerste orde verricht wordt door de paters Montfortanen, die van Pasen tot September duizenden bezoekers in grote of kleine groepen rondleiden en bij alles een boeiende uiteenzetting geven. Een stil oud straatje in het oude stadsdeel van Jerusa/ Glanzende Liefde in eenen- damp van hoon, Wat zijn uw lippen stil, hoe zonder klacht Staart het af van 't kruis, hoe lacht gij soms zo zacht God van Mysterie, Gods bemindste Zoon! O Vlam van Passie in dit koud heelal! Schoonheid van smarten op deez' donkere aard! Wonder van Liefde, dat geen sterfling weet! Ai mij! ik hoor aldoor den droeven val Der dropp'len bloeds en tot den morgen staart Hij me aan met groote liefde en eind'loos leed. ALBERT VERWEY. Uit: Verzamelde gedichten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 5