8 «LETCH? De Leidsche Post van laster beschuldigd Mumpa Matófletó en het geheimzinnige kasteel jLUTTIÈ VRIJDAG 7 MAART 1952 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 2 Eis tegen hoofdredacteur: f 1000 boete, subs. 4 maanden De Haagse Rechtbank heeft zich gistermiddag verscheidene uren be ziggehouden met de zaak tegen de Leidenaar H. L., die als hoofdredac teur van de thans opgeheven „Leidsche Post" zich schuldig zou hebben gemaakt aan laster. In de nummers van 22 en 29 Sep tember 1950 had verdachte nl. de eer en goede naam aangetast van de heer M. Klaassen, resident op wacht geld uit Indonesië en de heer J. C. Damen, hoofdcommissaris te Ban doeng, thans eveneens op wachtgeld, heiden thans in Nederland woon achtig. Onder de kop „Ontstellende ver klaringen" en de onderkop „Moest de Veiligheidsofficier vaandrig Aer- nout uit de weg geruimd worden?" was in het nummer van 22 Septem ber en onder de kop „Reacties op onze publicaties" in een ingezonden stuk van de heer Heybers uit Lei den, waren beledigingen aan het adres van genoemde heren gepubli ceerd. Daarin was o.m. gesuggereerd, dat de heer Damen steekpenningen van een Chinees zou hebben aange nomen ten bedrage van 30.000, waarvan hy 20.000,aan de Aetherklanken ZATERDAG HILVERSUM II, 298 m. 7.00—24.00 KRO. 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnas tiek. 7.30 Geestelyke liederen. 7.45 Morgengebed en Liturgische kalen der. 8 00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.40 Idem. 9.00 Voor de huisvrouw. 9.35 Gra mofoonmuziek. 10.00 Voor de kleu ters. 10.15 Maastrichts Stedelijk Or kest en soliste. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gramofoonmuziek. 12.00 An gelus 12.03 Promenade-orkest en soliste. 12.30 Land- en tuinbouwme- dedelingen. 12.33 Gramofoonmuziek. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws. 13.20 Amuse mentsorkest en solist. 14.00 Boek bespreking. 14.10 Gramofoonmuziek. 14.20 Engelse les. 14.40 Harmonie orkest. 15.00 Kroniek van Letteren en Kunsten. 15.38 Dameskoor. 16.05 Gramofoonmuziek. 16.20 „De vlie gende Hollander", causerie. IK 30 „De Schoonheid van het Grego riaans". 17.00 Voor de jeugd. 13.00 Nieuws. 18.15 Journalistiek week overzicht. 18.25 Gramofoonmuziek. 18.40 Regeringsuitzending: „Zoek licht op de Westerse defensie" 19.00 Filmprogramma. 19.15 Parlements- overzicht. 19.25 Amusementsmuziek. 19.52 Actualiteiten. 20.00 Nieuws en weerberichten. 20.08 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.15 „Lichtba ken", causerie. 20.35 Gramofoonmu ziek. 21.10 Metropole-orkest. 2150 Sport. 21.55 Verzoekprogramma. 2?.?0 Wij luiden de Zondag in. 23.00 Nieuws. 23.15 Nieuws in Esperanto. 23.22—24.00 Rqdio Philharmonisch Orkest. HILVERSUM I, 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 12 20 VARA. 19.30 VPRO. 20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.18 Gramofoonmu ziek. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Orgelspel. 8 50 Voor de huis vrouw. 9.00 Gramofoonmuziek (9.30- 9.35 Waterstanden). 10.00 „Tijdelyk uitgeschakeld", causerie. 10.05 Mor genwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de continubedrijven. 11.30 So praan en piano. 12.00 Lichte muziek. 12.30 Land- en tuinbouwmededelin- gen 12.33 Dansmuziek. 13.00 Nieuws. 13.15 „Kleine Zonden", hoorspel. 13.30 Omroeporkest. 14.10 Voor de jeugd. 14.30 Koorzang. 14.50 Boek bespreking 15.05 Dansmuziek. 15.30 „Van de wieg tot het graf", cause rie. 15.45 Gramofoonmuziek. 16.15 Sportpraatjc. 1630 Kamerorkest en soliste. 17.15 Voor de jeugd. 18 00 Nieuws. 18.15 VARA-Varia. 18.20 Roemeense muziek. 18.35 Volksdan sen. 19.00 Artistieke Staalkaart. 19.30 „Passepartout", causerie. 19.40 „Het Oude Testament in deze tijd", cau serie. 19 55 ,,Deze week", causerie 20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten. 20.15 Gevarieerd programma. 21.15 Tiroolse muziek. 21.45 Socialistisch commentaar. 22.00 Strijksext«-t 22.30 „Onder de pannen", hoorspel. 22.50 Gramofoonmuziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Sport. 23.30—24.00 Gramofoonmu ziek. heer Klaassen zou hebben afge dragen. Dit was in het eerste ar tikel geschied door een publicatie van de veiligheidsofficier sergeant Roozen, die een officieel procesver baal had opgemaakt ten overstaan van mr. Ha je, auditeur-militair, op last van Generaal Spoor, in het bij zijn van de kapitein Westerling. Het ging er in deze couranten artikelen voornamelijk om de aan dacht te vestigen op de chaos, die er in de jaren 1946—1949 in Indonesië op velerlei gebied heersten. De achtergrond van deze zaak was dit bleek tijdens de behandeling ervan, welke op zichzelf overigens zeer moeilijk te volgen was zeer ingewikkeld, want het ging hier niet alleen om de malversaties, welke zouden zijn gepleegd, maar ook om de zaak Aernout, de kwestie-Van der Putten en het naar aanleiding hiervan gemaakte rapport van de commissie-Zaay er. De president van de Rechtbank, mr. Marinus begon met het verhoor van de heer L., die verklaarde, dat hij van het door de heer Heijbers ge schreven ingezonden stuk niet wist, of het inderdaad waarheid bevatte, doch dat hij het daarom slechts had opgenomen met ondertekening van Heijbers. Er ontspon zich naar aanleiding hiervan een discussie tussen de pre sident en de heer L. over de verant woordelijkheid van een „verant woordelijk redacteur". De president betoogde, dat L. zeer zeker verant woordelijk blijft voor de inhoud van ingezonden stukken, ook al zijn ze door de schrijver getekend. Voor de rechter-commissaris had L. boven dien toegegeven „verre over de schreef" te zijn gegaan, terwijl hij had toegezegd al het mogelijke te doen om de heer Damen te rehabi literen. Zulks is niet geschied. Verd. zeide een en ander te heb ben gepubliceerd in het algemeen belang, waarop de president op merkte dit algemeen belang aller minst te kunnen inzien. Ten aanzien van het feit, dat ver dachte de heer Damen niet heeft ge rehabiliteerd, zeide de heer L„ dat hij aan de heer Damen had voorge steld zelf een rehabilitatie op te stel len, welke verklaring spr. dan in zijn blad zou hebben opgenomen als tegenhanger van de gewraakte ar tikelen. Hierop is de heer Damen nimmer ingegaan en later werd de Leidsche Post door omstandigheden opgeheven. De beschuldigden aan het woord. Hierna vond het verhoor plaats van de heren J. C. Damen en M. Klaassen, die zich door de publica tie van bedoelde artikelen in hun eer en goede naam voelden aange tast, waarom zij een aanklacht had den ingediend tegen de Leidsche Post. De heer Damen verklaarde o.m. commissaris te zijn geweest in Sian- tar, terwijl de heer Heijbers 'hoofd inspecteur was. Spr. zeide voorts van oordeel te zijn, dat een reha bilitatie niet kon opwegen tegen het kwaad, dat door het gewraakte be richt veroorzaakt was. De verdedigster van verdachte, mevr. mr. D. E. J. Schaefer, vroeg aan deze getuige of hij ook in Indië was gehoord in verband met het ontvangen van ƒ30.060,aan steek penningen, waarop get. ontkennend antwoordde. Ook getuige Klaassen verklaarde zich nimmer aan corruptieve hande lingen te hebben schuldig gemaakt en tevens, dat ook hij nimmer is ge hoord in verband met de tenlaste gelegde handelingen. Getuigen a décharge. Door de verdediging waren voorts twee getuigen a décharge opgeroe pen, nl. de heer Van der Putten, technisch ambtenaar le klas bij het Departement van Oorlog met stand- j plaats Bussum en mevr. H. J. Aer- noutRoyaards, de weduwe van de vermoorde vaandrig Aernout. Uit de verklaringen van de eerste getuige bleek, dat hij eigenlij de auctor intellectualis is geweest van deze hele geschiedenis. Hij verklaar de na zijn terugkomst in Nederland, in het bezit zijnde van tal van dos siers, die een licht konden werpen op de toestanden in Indonesië, spe ciaal wat betreft de moord op de vaandrig Aernout waarvan hij als bestuurslid van de Bond van Bur gerlijk Overheidspersoneel kennis had gekregen had hij deze ter be schikking gesteld van mevr. Aer nout. Om te trachten in Nederland voor haar man en haarzelf rechts zekerheid te krijgen, had hy de zaak voorgelegd aan minister Schokking cn aan de Officier van Justitie te Amsterdam. Zonder resultaat even wel. Spr. had daarop getracht en kele grote dagbladen voor de zaak te interesseren, doch ook zij wezen zulks af, „kennende de achtergrond van deze zaak". Bij de hoofdredacteur van de Leidsche Post kreeg spr. ten slotte zijn zin en de publicatie ge schiedde. De president: U kent toch ook het rapport-Zaay er? Getuige: Dat is door de minister van oorlog terzijde gelegd. En hij verklaarde voorts, dat er in het dos sier Aernout een getekende verkla ring is over de gepleegde malversa ties. De zaak werd aan het rollen gebracht door Generaal Spoor, waarbij de 2e Veiligheidsofficier, Roozen, werd ingeschakeld, die de beschuldiging opstelde. De president vond het een zwakke schakel, de beschuldiging van de malversaties en de moord op vaan drig Aernout, waarop getuige zeide, dat er nog wel meer zwakke scha kels waren. Zo had de Veiligheids officier Beekhoven, in Den Haag woonachtig, de dossiers over de malversaties in zijn bezit. Op 14 Juli 1948 vond er voorts een onderhoud plaats tussen Generaal Spoor en de Bond van Burgerlijk Overheidspersoneel. In dit onder houd verklaarde Gen. Spoor, dat de aangelegenheid van deze malversa ties niet hem aanging, maar de Offi cier van Justitie. Alleen de zaken, die militairen aanbelangden, kwa men voor de auditeur-militair, mr. Hajè. De president: En wat deed deze? Getuige: Evenmin iets. Daarna werd mevr. Aernout ge hoord, die verklaarde, dat haar man, een dag voor zijn dood, had ver klaard: „Ik ben achter een vuil taakje gekomen, waarbij heel hoge Pieten zijn betokken. De namen durf ik niet noemen, omdat dit gevaar zou kunnen opleveren". Van de heer Beekhoven had deze getuige voorts vernomen, dat hij foto-copieën had gemaakt van de dossiers van Muller von Zernicke, die bezwarend materiaal vormden voor de heren Klaassen en Damen. Eis: boete van ƒ1000, De Officier van Justitie, mr. Dyse- rinck, kwam hierna tot zijn requi sitoir, die de beschuldigingen in de Leidsche Post van zeer ernstige aard noemde en de heer L. was daarom verantwoordelijk. Volgen het rapport-Zaayer was er geen verband te brengen tussen de malversaties en de moord op Aer nout. Spr. meende voorts, dat de ge wraakte beschuldigingen niet be hoefden gesignaleerd te worden, omdat een officieel ondei'zoek reeds was toegezegd. Aangezien verdachte ook thans niet heeft kunnen aanto nen, dat de beschuldigingen op waarheid berusten, achtte de Offi cier hem schuldig aan laster. Hij noemde de artikelen „vuilschrijverij", waarbij ernstige belangen geschaad werden. In verband hiermede eiste spr. een boete van 1000,— subs. 4 maanden gevangenisstraf. De verdedigster, mevr. Schaeffer, was van mening, dat door de publi catie het algemeen belang wel was gediend. Het doel immers was een onderzoek uit .te lokken en dit was tenslotte geschied door de commissie Zaayer, ook al kon zij zich met de conclusies daarvan niet verenigen. PI. achtte haar cliënt niet schuldig, daar hij inderdaad van mening was. dat het gepubliceerde op waarheid berustte, omdat de dossiers hier voor zich spraken. Wat overigens het rapoort-Zaayer betreft, zeide pl„ dat ook aan de heer v. d. Putten hierin onrecht was gedaan, die thans door minister Staf gerehabiliteerd is. In d;t verband moet men nu dus ook haar cliënt beoor delen. Wat de strafmaat betreft, deze achtte zij veel te hoog voor 'n kleine burgerman, terwijl zij voorts pleitte voor een vrije meningsuiting. De rechtbank zial over 14 dagen vonnis wijzen. De moord op caféhouder Becude Zware straffen geëist In de nacht van 27 op 28 Augustus jl. speelde zich in Rotterdam-Zuid een drama af, een poging tot roof overval op de caféhouder Becude, die daarbij het leven liet. De drie verdachten stonden gistermiddag voor de Rotterdamse rechtbank, nl. de 33-jarige handelaar in lompen en metalen T. T., de 27-jarige schilder F. de J. en de 31-jarige koopman Z. J„ allen uit Rotterdam. Zij hadden volgens het ter zitting vernomen re laas reeds lang een plan de campag ne opgesteld om aan geld te komen en verschillende mensen op de kor rel genomen. Ten slotte was de keu ze gevallen op de caféhouder Becude. T. had een pistool gekocht en zou, zo werd afgesproken, daarmee drei gen en de aftocht dekken, de J. zou de telefonische verbinding afsnijden en de portefeuille uit Becude's zak halen en J. zou op de uitkijk blijven staan. Uit een damesonderjurk had den ze maskers gemaakt, om niet herkend te worden. Toen tegen slui tingstijd er zo goed als geen publiek meer op straat was, werd de overval gepleegd. Maar de caféhouder, zich bedreigd ziende, wierp een vaas door de winkelruit naar buiten, om voor bijgangers te alarmeren. Daarvan schrok de J. zo, dat hij de benen nam, zonder nog een poging gedaan te hebben om de portefeuille te be machtigen. Ook T. schrok en liet zich ontvallen: „Ik schiet", waarop de vluchtende de J. gezegd zou hebben: „Ja, schiet maar". Er volgde inder daad een schot, dat het hoofd van de caféhouder doorboorde. De officier van justitie, mr. baron van Voorts tot Voorts, wees erop, dat deze caféhouder op zo tragische wijze het leven moest laten hoewel hij nog nooit iemand een haarbreed in de weg had gelegd. Tegen T„ die hij als de aanstichter beschouwde, eiste hij 12 jaar gevangenisstraf, te gen de J. 10 jaar e tegen J. 7 jaar, in alle gevallen onder aftrek van voorarrest. De drie verdedigers wezen voor namelijk op de persoonlijke omstan digheden van de verdachten en pleit ten clementie. Uitspraak 20 Maart a.s. SPOORWEGWACHTER VEROORDEELD. De Bredase rechtbank veroordeel de gistermiddag de 63-jarige ex- overwegwachter F. B. uit Zeven bergen tot een boete van vijftig gul den of tien dagen hechtenis wegens hoogst roekeloos en onvoorzichtig handelen op 20 October j.l. aan wachtpost 3 bij de bewaakte overweg tussen Roosendaal en Lage Zwaluwe. B. vergat toen op tijd de bomen te sluiten, waardoor een locomotief in botsing kwam met een vrachtouto. Persoinlijke ongelukken deden zich niet voor, de vrachtauto werd echter geheel vernield. Pogingtotdoodslag op zijn vrouw Vier jaar geëist tegen Arnhemmer Gisteren heeft in hoger beroep voor het Arnhemse gerechtshof te recht gestaan de 36-jarige betonar- beider A. W., die door de Arnhemse rechtbank was veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf wegens poging tot doodslag op zijn vrouw. De of ficier van justitie had zes jaar ge- eist. De vrouw, als getuige gehoord, ver klaarde, dat zij ten huize van haar zuster in de Wielakkerstraat een woordenwisseling met haar man had gehad op 26 Sept. j.l. Zij had bij haar zuster haar intrek genomen, omdat zij niet meer met hem wilde samen wonen. De man wenste, dat zij naar huis zou terugkeren; na haar weige ring heeft haar man haar toen steek wonden toegebracht in borst, schou der en rug. De man vertelde voor het Hof, dat hij in drift haar de steken had toe gebracht, omdat zij op zijn moeder schold. Volgens de zuster had ver dachte van te voren gezegd: „Zij moet mee, als het niet goedschiks is, dan maar kwaadschiks." Toen hy het huis verliet, zou hij hebben ge roepen: „zo, die is ergeweest". De procureur-generaal, mr. Hoek stra, memoreerde in zijn requisitoir, dat de rechtbank de poging tot dood slag bewezen had geacht. De bewe ring van de man, dat hij zijn vrouw, door met een mes te steken, zou kun nen terugkrijgen, was volgens mr. Hoekstra allerminst aanvaardbaar; deze man heeft wel degelijk de be doeling gehad, zijn vrouw te doden. Verdachte is al zeven maal veroor deeld, ook al eens wegens zware mis handeling de dood tengevolge heb bend. De procureur-generaal eiste een hogere straf dan door de recht bank was opgelegd, namelijk vier jaar met aftrek. HAAGSE RECHTBANK Motorendiefstal. Een 24-jarige lasser uit Den Haag trok er in de nacht van 7 op 8 Juli j.l. op uit, brak in bij een loods te Leidschendam en stal daar twee bromfietsmotoren De Haagse rechtbank veroordeelde hem thans tot 10 maanden gevange nisstraf, waarvan vijf voorwaarde lijk m.a. De eis was acht maanden met aftrek. Hij lustte 'm. Een landbouwer uit Koudekerk aan de Rijn hield veel van drank. Dat dit nare gevol gen kan hebben ondervond hy voor de Haagse rechtbank, waar drie maanden gevangenisstraf en drie jaar ontzegging van de rijbevoegd heid tegen hem *werd geëist. Op 6 Juli j.l. had verdachte in be schonken toestand te Leiderdorp een tractor met aanhangwagen be stuurd. Ongelukken bleven niet uit. Eerst reed hij een handwagen aan die onderdook in de Oude Rijn vervolgens miste hij op een haar na een geparkeerde auto en tot over maat van ramp schoot de aanhang wagen los en kwam terecht in een sloot. De verdachte gaf toe vijf hor reis te hebben gedronken. Uitspraak 20 Maart a.s. Vader en zoon. Een Haagse los- werkman werd wegens een kabel diefstal te Leidschendam, gepleegd bij een vroegere patroon, door de Haagse rechtbank conform de eis veroordeeld tot een jaar jeugdge vangenis. De vader, een opkoper, die de ka bels van zijn zoon had gekocht en die reeds elfmaal was veroordeeld, kreeg acht maanden m. a., waarvar. v/i 20. Maar Humpo Hotsflots zou niet geweest zijn wie hij was, als hy nu bij de pakken neer was blijven zit ten. Hij herinnerde zich namelijk platseling, dat hij in zijn broekzak een zakmes moest hebben, waar hij mis schien de tralies mee zou kunnen be werken. Hij vond het mes en ging dapper aan de slag. Na een uur was hij zover, dat om alle vier de plaat sen, v/aar de tralies in de muur ver dwenen, behoorlijke gaten waren gewroet. „Nu is het tijd om te handelen" zei Humpo zachtjes. Hij greep de tralies met beide honden beet en rukte en rukte J MELANGE EXTRA vijf maanden voorwaardelijk. Dc eis tegen de vader was acht maan den m.a. Inbraak. Op 26 December j.l. brak een 27-jarige textielarbeider uit Noordwijk aan Zee in bij een villa aan de Quarles van Uffordweg aldaar en maakte een geldkistje met 3000.buit. De Haagse rechtbank veroordeelde hem thans tot een jaar en zes maanden gevangenis straf m. a. Tevens werd verdachte ter beschikking van de regering ge steld, evenwel voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De B. had het geld in drie dagen te Am sterdam verbrast. Bunkerplunderaars. De twee Katwijkse broers; die in de Zuid- duinen een bunker, in gebruik bij de Ned. Padvinders, hadden geplun derd, zijn door de Haagse rechtbank veroordeeld resp. tot 1 jaar en tot 10 maanden gevangenisstraf met af trek. De jongste broer kreeg van de 10 maanden er 5 voorwaardelijk. De dood van Keesje Schreurs Op 20 Maart voor de rechtbank Op 1 Maart van het vorige jaar is het mysterie rond de dood van het tachtigjarige Zeeuwse boertje Keesje Schreurs uit Baarland, die op 26 Aug. 1946 is overleden, opgelost. Op 20 Maart a.s. zal de zaak door de recht bank te Breda worden behandeld. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een uitvoerige dag vaarding. Daarin wordt Johanna G. H. ten laste gelegd, dat zij Keesje Schreurs zwaar zou hebben mishan deld, hem in een kast zou hebben verborgen en hem enkele dagen daarna in een beerpunt zou hebben geworpen, tengevolge waarvan Schreurs is overleden, althans dat zij Schreurs ernstig zou hebben mishandeld met de bedoeling hem van het leven te beroven, althans dat zij het boertje ernstig zou hebben mishandeld, tengevolge waarvan hy is overleden. Voorts vermeldt de dag vaarding een beschudiging aan het adres van Johanna G. H. terzake on rechtmatige toeëigening van een horloge, een horlogeketting, een ta- bakskaart en rantsoenbonnen levens middelen. Tenslotte beschuldigt de dagvaarding haar ervan, dat zij om het overlijden van Kees Schreurs te verhelen, zijn- lijk in een beerput heeft gewor-pen. Er zyn in deze zaak negentien ge tuigen opgeroepen, waarbij zich be vinden de Bergen op Zoomse recher cheurs J. de Koning en H. Spruit, alsmede de getuigen-deskundieen dr. J. P. L. Hulst en dr G. J. B. Janssens. De verdachte zal worden verde digd door mr. van Ginneken uit Bergen op Zoom. TWEE ARRESTATIES BIJ EEN BOUWSPAARKAS. Na het justitioneel onderzoek naar de gedragingen van enige bestuurs leden van de bouwspaarkas Stad en Land, te Alkmaar, zijn twee bestuur ders, J. P. en J. P. H., door de rijks politie in overleg met de justitie ge arresteerd. Zij worden verdacht van valsheid in geschrifte. WAAR IS 'T GEBLEVEN? De Middelburgse politie heeft in arrest gesteld de kantoorbediende M. C. M., die zich in een tijdsveroop van vijf jaar door oplichting, ver duistering en valsheid in geschrifte een bedrag van ƒ24.000 heeft toege- eigend. Onder meer heeft hij een Middelburger voor 17.000 opge licht. Van het _geld is niets meer over en M. heeft tegenover de poli tie verklaard, niet te weten, waar het is gebleven. WIE WORDT DOOR CHARLES GARVICE 41) „Misschien zou je tenslotte nog het meest voelen voor de villa en de wyngaarden aan het Lago Maggiore. Dat is een gril van mijn grootvader geweest. Hij kocht het land en bouw de er het huis op. In de zomer is 't er werkelijk heerlijk. Vroeger brach ten we er elk jaar twee of drie maanden door, maar de laatste tijd voelt mijn moeder niet meer voor reizen. En 't is een veel te mooie plek voor 'n man om alleen heen te gaan. Ik werd er gewoon melancho lisch op m'n eentje." „Hebt u nog meer van die „plek jes", Sir Heron?" vroeg Carrie, glim lachend, maar diep onder de indruk „Een of twee. mejuffrouw Carrie Dalton," lachte hij terug. „Me dunkt dat het jachthuis Glenfylde, in Schotland wel iets voor jou zou rijn- Het is helemaal van boomstam men gebouwd in zo'n wilde omge ving, dat de herten aan de slaap kamerramen komen snuffelen. Voor uit Achilles! Houd je goed vast, Car rie! Hij raast deze heuvel altijd af, of hij met alle geweld zijn nek wil breken." Zij lunchten in een landelijke uit spanning en besloten daarna langs een andere weg naar huis terug te keren. Heron had May moeten belo ven, vóór zonsondergang thuis te zijn; ze wilde 's avonds rustig wat lezen, zei ze. Zijn vraag of hij dan by haar mocht blyven, ontweek ze. Heron reed over een klein dorpje waar een echte ouderwetse boeren kermis was. Een gezoem als van een enorme bijenzwerm kwam hun al op een afstand tegemoet, vermengd met het geklingel van draaimolens en het geschreeuw van spullebazen. Bij een bocht van de weg lag plotseling het hele schilderachtige tafereel voor hen, en de twee meisjes, die zoiets nog nooit gezien hadden, slaakten een kreet van verbazing. „Achilles is er minder over ge sticht," zei Heron lachend. Houd je goed vast, Carrie, hij wordt onrustig van al die herrie. Je bent toch niet bang, lieveling?" fluisterde hij. „Bang? Welnee! En is dit nu een echte kermis! Zoiets heb ik altijd zo dolgraag willen zien! Wat aardig van je om eraan te denken!" zei ze met een glimlach die zijn hart deed bon zen. „Vind je 't werkelijk leuk?" vroeg hij. „Dan zullen we er midden door heen zien te komen, als ze tenminste wat opzij willen gaan. Daar behoefde hij zich niet be zorgd over te maken. Nauwelijks had men Achilles en zijn meester her kend, of de mensenmenigte, die zo massief had geleken als een blok hout, splitste zich en liet een smalle laan vrij. Alle handen gingen naar de petten en een eerbiedig: „Goe den middag, Sir Heron" klonk aan alle kanten. Sir Heron groette links en rechts met zijn zweep en glim lachte zo vaak een hoorbare uitroep van bewondering, die het mooie nveisje naast hem gold, hem bereikte. May kleurde bloedrood, toen een vrouw die vlak bij hen stond, haar vriendin aan de mouw trok en goed verstaanbaar fluisterde: „Kiik. Jennie! Dat is de landheer zijn liefste. Wat 'n schattig gezichie, hè?" „Wat zalig vind ik zon kermis!" jubelde Carrie opgetogen. „Ik heb nog nooit zoiets leuks gezien! Ik mag zeker niet eens één keertje in de draaimolen, Heron? Nee hè, ik ben te groot! O, kijk toch eens, dat Zigeunermeisje! Die staat de toe- komst te voorspellen, zie je wel, uit de hand! En kjjk daar die clown o!" „Val er niet uit," verzocht Heron. „Ik stil, Achilles, wat mankeert ie opeens' Heila; wat is daar aan de nand?" Want juist vóór hen, midden in het dichtste gedrang, was een plotselinge opschudding ontstaan, die het mooie paard onrustig deed snuiven en trillen. „Wat is er?" vroeg Carrie, voor- overleunend. „Het lijkt wel, of ze aan 't vechten zijn. O, Sir Heron, wat gebeurt er?" „Sst! Wees maar kalm, ga rustig zitten," suste hij. „Het is niets." „Vechten ze?" vroeg May angstig. „Neen," zei hij; „ik kan er niet goed wijs uit. Stil maar, Achilles, stil maar, jongen. Daar heb je een stel letje soldaten. Ze Vervl Hij rukte de teugels strak naar zich toe, want terwijl hij nog sprak, week de menigte plotseling uiteen en een grote, blonde jongeman schoot te voorschijn als een pijl uit een boog en vloog onder de kop van het paard door. De soldaten, die blijkbaar zyn achtervolgers waren, zaten hem onmiddellijk op de hie len. De vluchteling want dat was hij maakte onverwachts rechtsom keer en dook nogmaals onder de paardenkop door. Terwijl hij dat deed, keek hij schichtig op met het witte, vertrokken gezicht van een opgejaagd mens. May, die zich zo ver mogelijk naar voren had gebo gen, sprong overeind en uitte een vreemde, wilde kreet. De man keer de zich in zijn vlucht om en toen hij haar zag staan, doodsbleek en met uitgestrekte handen, bleef hij vebijs- terd een ogenblik stilstaan. Dit op onthoud werd hem noodlottig, want de soldaten, een paar seconden van de wijs gebracht door zijn plotseling omkeren, haalden hun schade in en hadden hem bijna bereikt, maar juist op dat moment slaakte May een wanhopige kreet: „O! redt hem! redt hem!" Het was of die kreet rechtstreeks doordrong tot de harten der kermis- gangers, die tot nu toe nieuwsgierig en werkeloos hadden toegekeken, zo dat ze zich plotseling bewust werden van hun meegevoel. Met een opge wonden gemompel sloten zij zich aaneen tot een ondoordringbare mas sa tussen de vluchteling en zijn achtervolgers; toen omringden zij de soldaten en drukten ze tegen elkaar als sardines. Het speelde zich alle maal in een paar seconden af en het was voorbij vóórdat Heron een woord kon uiten, hoe dan ook. Reeds stormde de lange, slanke gedaante van de deserteur voort langs het smalle pad, dat de mensenmenigte voor hem openliet, en was in een oogwenk uit het gezicht verdwenen. HOOFDSTUK XVII „Na zonsondergang.'' Ondanks de opwinding over het incident op de dorpskermis, vergat Sir Heron zijn belofte niet. De hoge bomen langs de rivier vingen de stralen d-er avondzon nog in hun toppen, toen de dogcar Gresham House naderde. May was blijkbaar bekomen van de schrik, hoewel ze nog bleek zag en er in haar ogen een uitdrukking lag, die zonderling geleek op de gejaagde blik in de ogen van de vluchtende man. Haar hand rustte nog in die van haar ver loofde, en nu en dan zuchtte ze even en nestelde zich onwillekeurig dichter tegen hem aan. „Ben je gelukkig, mijn lieveling?" fluisterde hij aan haar oor. Het kleine handje omklemde de zijne in veelzeggende druk. „Héél gelukkig?" „Héél, héél erg. En jij?" vroeg ze, schuchter naar hem opziend. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 6