8
«LETCH?
De Leidsche Post van laster
beschuldigd
Mumpa Matófletó en het geheimzinnige kasteel
jLUTTIÈ
VRIJDAG 7 MAART 1952
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 2
Eis tegen hoofdredacteur: f 1000 boete,
subs. 4 maanden
De Haagse Rechtbank heeft zich
gistermiddag verscheidene uren be
ziggehouden met de zaak tegen de
Leidenaar H. L., die als hoofdredac
teur van de thans opgeheven
„Leidsche Post" zich schuldig zou
hebben gemaakt aan laster.
In de nummers van 22 en 29 Sep
tember 1950 had verdachte nl. de
eer en goede naam aangetast van de
heer M. Klaassen, resident op wacht
geld uit Indonesië en de heer J. C.
Damen, hoofdcommissaris te Ban
doeng, thans eveneens op wachtgeld,
heiden thans in Nederland woon
achtig.
Onder de kop „Ontstellende ver
klaringen" en de onderkop „Moest
de Veiligheidsofficier vaandrig Aer-
nout uit de weg geruimd worden?"
was in het nummer van 22 Septem
ber en onder de kop „Reacties op
onze publicaties" in een ingezonden
stuk van de heer Heybers uit Lei
den, waren beledigingen aan het
adres van genoemde heren gepubli
ceerd. Daarin was o.m. gesuggereerd,
dat de heer Damen steekpenningen
van een Chinees zou hebben aange
nomen ten bedrage van 30.000,
waarvan hy 20.000,aan de
Aetherklanken
ZATERDAG
HILVERSUM II, 298 m.
7.00—24.00 KRO.
7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnas
tiek. 7.30 Geestelyke liederen. 7.45
Morgengebed en Liturgische kalen
der. 8 00 Nieuws en weerberichten.
8.15 Gramofoonmuziek. 8.40 Idem.
9.00 Voor de huisvrouw. 9.35 Gra
mofoonmuziek. 10.00 Voor de kleu
ters. 10.15 Maastrichts Stedelijk Or
kest en soliste. 11.00 Voor de zieken.
11.45 Gramofoonmuziek. 12.00 An
gelus 12.03 Promenade-orkest en
soliste. 12.30 Land- en tuinbouwme-
dedelingen. 12.33 Gramofoonmuziek.
12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en
Katholiek nieuws. 13.20 Amuse
mentsorkest en solist. 14.00 Boek
bespreking. 14.10 Gramofoonmuziek.
14.20 Engelse les. 14.40 Harmonie
orkest. 15.00 Kroniek van Letteren
en Kunsten. 15.38 Dameskoor. 16.05
Gramofoonmuziek. 16.20 „De vlie
gende Hollander", causerie. IK 30
„De Schoonheid van het Grego
riaans". 17.00 Voor de jeugd. 13.00
Nieuws. 18.15 Journalistiek week
overzicht. 18.25 Gramofoonmuziek.
18.40 Regeringsuitzending: „Zoek
licht op de Westerse defensie" 19.00
Filmprogramma. 19.15 Parlements-
overzicht. 19.25 Amusementsmuziek.
19.52 Actualiteiten. 20.00 Nieuws en
weerberichten. 20.08 De gewone man
zegt er 't zijne van. 20.15 „Lichtba
ken", causerie. 20.35 Gramofoonmu
ziek. 21.10 Metropole-orkest. 2150
Sport. 21.55 Verzoekprogramma. 2?.?0
Wij luiden de Zondag in. 23.00
Nieuws. 23.15 Nieuws in Esperanto.
23.22—24.00 Rqdio Philharmonisch
Orkest.
HILVERSUM I, 402 m.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 12 20
VARA. 19.30 VPRO. 20.00—24.00
VARA.
7.00 Nieuws. 7.18 Gramofoonmu
ziek. 8.00 Nieuws en weerberichten.
8.18 Orgelspel. 8 50 Voor de huis
vrouw. 9.00 Gramofoonmuziek (9.30-
9.35 Waterstanden). 10.00 „Tijdelyk
uitgeschakeld", causerie. 10.05 Mor
genwijding. 10.20 Voor de arbeiders
in de continubedrijven. 11.30 So
praan en piano. 12.00 Lichte muziek.
12.30 Land- en tuinbouwmededelin-
gen 12.33 Dansmuziek. 13.00 Nieuws.
13.15 „Kleine Zonden", hoorspel.
13.30 Omroeporkest. 14.10 Voor de
jeugd. 14.30 Koorzang. 14.50 Boek
bespreking 15.05 Dansmuziek. 15.30
„Van de wieg tot het graf", cause
rie. 15.45 Gramofoonmuziek. 16.15
Sportpraatjc. 1630 Kamerorkest en
soliste. 17.15 Voor de jeugd. 18 00
Nieuws. 18.15 VARA-Varia. 18.20
Roemeense muziek. 18.35 Volksdan
sen. 19.00 Artistieke Staalkaart. 19.30
„Passepartout", causerie. 19.40 „Het
Oude Testament in deze tijd", cau
serie. 19 55 ,,Deze week", causerie
20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten.
20.15 Gevarieerd programma. 21.15
Tiroolse muziek. 21.45 Socialistisch
commentaar. 22.00 Strijksext«-t 22.30
„Onder de pannen", hoorspel. 22.50
Gramofoonmuziek. 23.00 Nieuws. 23.15
Sport. 23.30—24.00 Gramofoonmu
ziek.
heer Klaassen zou hebben afge
dragen. Dit was in het eerste ar
tikel geschied door een publicatie
van de veiligheidsofficier sergeant
Roozen, die een officieel procesver
baal had opgemaakt ten overstaan
van mr. Ha je, auditeur-militair, op
last van Generaal Spoor, in het bij
zijn van de kapitein Westerling.
Het ging er in deze couranten
artikelen voornamelijk om de aan
dacht te vestigen op de chaos, die er
in de jaren 1946—1949 in Indonesië
op velerlei gebied heersten.
De achtergrond van deze zaak was
dit bleek tijdens de behandeling
ervan, welke op zichzelf overigens
zeer moeilijk te volgen was zeer
ingewikkeld, want het ging hier niet
alleen om de malversaties, welke
zouden zijn gepleegd, maar ook om
de zaak Aernout, de kwestie-Van
der Putten en het naar aanleiding
hiervan gemaakte rapport van de
commissie-Zaay er.
De president van de Rechtbank,
mr. Marinus begon met het verhoor
van de heer L., die verklaarde, dat
hij van het door de heer Heijbers ge
schreven ingezonden stuk niet wist,
of het inderdaad waarheid bevatte,
doch dat hij het daarom slechts had
opgenomen met ondertekening van
Heijbers.
Er ontspon zich naar aanleiding
hiervan een discussie tussen de pre
sident en de heer L. over de verant
woordelijkheid van een „verant
woordelijk redacteur". De president
betoogde, dat L. zeer zeker verant
woordelijk blijft voor de inhoud van
ingezonden stukken, ook al zijn ze
door de schrijver getekend. Voor de
rechter-commissaris had L. boven
dien toegegeven „verre over de
schreef" te zijn gegaan, terwijl hij
had toegezegd al het mogelijke te
doen om de heer Damen te rehabi
literen. Zulks is niet geschied.
Verd. zeide een en ander te heb
ben gepubliceerd in het algemeen
belang, waarop de president op
merkte dit algemeen belang aller
minst te kunnen inzien.
Ten aanzien van het feit, dat ver
dachte de heer Damen niet heeft ge
rehabiliteerd, zeide de heer L„ dat
hij aan de heer Damen had voorge
steld zelf een rehabilitatie op te stel
len, welke verklaring spr. dan in
zijn blad zou hebben opgenomen als
tegenhanger van de gewraakte ar
tikelen. Hierop is de heer Damen
nimmer ingegaan en later werd de
Leidsche Post door omstandigheden
opgeheven.
De beschuldigden aan het woord.
Hierna vond het verhoor plaats
van de heren J. C. Damen en M.
Klaassen, die zich door de publica
tie van bedoelde artikelen in hun
eer en goede naam voelden aange
tast, waarom zij een aanklacht had
den ingediend tegen de Leidsche
Post.
De heer Damen verklaarde o.m.
commissaris te zijn geweest in Sian-
tar, terwijl de heer Heijbers 'hoofd
inspecteur was. Spr. zeide voorts
van oordeel te zijn, dat een reha
bilitatie niet kon opwegen tegen het
kwaad, dat door het gewraakte be
richt veroorzaakt was.
De verdedigster van verdachte,
mevr. mr. D. E. J. Schaefer, vroeg
aan deze getuige of hij ook in Indië
was gehoord in verband met het
ontvangen van ƒ30.060,aan steek
penningen, waarop get. ontkennend
antwoordde.
Ook getuige Klaassen verklaarde
zich nimmer aan corruptieve hande
lingen te hebben schuldig gemaakt
en tevens, dat ook hij nimmer is ge
hoord in verband met de tenlaste
gelegde handelingen.
Getuigen a décharge.
Door de verdediging waren voorts
twee getuigen a décharge opgeroe
pen, nl. de heer Van der Putten,
technisch ambtenaar le klas bij het
Departement van Oorlog met stand-
j plaats Bussum en mevr. H. J. Aer-
noutRoyaards, de weduwe van de
vermoorde vaandrig Aernout.
Uit de verklaringen van de eerste
getuige bleek, dat hij eigenlij de
auctor intellectualis is geweest van
deze hele geschiedenis. Hij verklaar
de na zijn terugkomst in Nederland,
in het bezit zijnde van tal van dos
siers, die een licht konden werpen
op de toestanden in Indonesië, spe
ciaal wat betreft de moord op de
vaandrig Aernout waarvan hij als
bestuurslid van de Bond van Bur
gerlijk Overheidspersoneel kennis
had gekregen had hij deze ter be
schikking gesteld van mevr. Aer
nout. Om te trachten in Nederland
voor haar man en haarzelf rechts
zekerheid te krijgen, had hy de zaak
voorgelegd aan minister Schokking
cn aan de Officier van Justitie te
Amsterdam. Zonder resultaat even
wel. Spr. had daarop getracht en
kele grote dagbladen voor de zaak
te interesseren, doch ook zij wezen
zulks af, „kennende de achtergrond
van deze zaak". Bij de hoofdredacteur
van de Leidsche Post kreeg spr. ten
slotte zijn zin en de publicatie ge
schiedde.
De president: U kent toch ook het
rapport-Zaay er?
Getuige: Dat is door de minister
van oorlog terzijde gelegd. En hij
verklaarde voorts, dat er in het dos
sier Aernout een getekende verkla
ring is over de gepleegde malversa
ties. De zaak werd aan het rollen
gebracht door Generaal Spoor,
waarbij de 2e Veiligheidsofficier,
Roozen, werd ingeschakeld, die de
beschuldiging opstelde.
De president vond het een zwakke
schakel, de beschuldiging van de
malversaties en de moord op vaan
drig Aernout, waarop getuige zeide,
dat er nog wel meer zwakke scha
kels waren. Zo had de Veiligheids
officier Beekhoven, in Den Haag
woonachtig, de dossiers over de
malversaties in zijn bezit.
Op 14 Juli 1948 vond er voorts een
onderhoud plaats tussen Generaal
Spoor en de Bond van Burgerlijk
Overheidspersoneel. In dit onder
houd verklaarde Gen. Spoor, dat de
aangelegenheid van deze malversa
ties niet hem aanging, maar de Offi
cier van Justitie. Alleen de zaken,
die militairen aanbelangden, kwa
men voor de auditeur-militair, mr.
Hajè.
De president: En wat deed deze?
Getuige: Evenmin iets.
Daarna werd mevr. Aernout ge
hoord, die verklaarde, dat haar man,
een dag voor zijn dood, had ver
klaard: „Ik ben achter een vuil
taakje gekomen, waarbij heel hoge
Pieten zijn betokken. De namen durf
ik niet noemen, omdat dit gevaar
zou kunnen opleveren".
Van de heer Beekhoven had deze
getuige voorts vernomen, dat hij
foto-copieën had gemaakt van de
dossiers van Muller von Zernicke,
die bezwarend materiaal vormden
voor de heren Klaassen en Damen.
Eis: boete van ƒ1000,
De Officier van Justitie, mr. Dyse-
rinck, kwam hierna tot zijn requi
sitoir, die de beschuldigingen in de
Leidsche Post van zeer ernstige aard
noemde en de heer L. was daarom
verantwoordelijk.
Volgen het rapport-Zaayer was er
geen verband te brengen tussen de
malversaties en de moord op Aer
nout. Spr. meende voorts, dat de ge
wraakte beschuldigingen niet be
hoefden gesignaleerd te worden,
omdat een officieel ondei'zoek reeds
was toegezegd. Aangezien verdachte
ook thans niet heeft kunnen aanto
nen, dat de beschuldigingen op
waarheid berusten, achtte de Offi
cier hem schuldig aan laster. Hij
noemde de artikelen „vuilschrijverij",
waarbij ernstige belangen geschaad
werden.
In verband hiermede eiste spr. een
boete van 1000,— subs. 4 maanden
gevangenisstraf.
De verdedigster, mevr. Schaeffer,
was van mening, dat door de publi
catie het algemeen belang wel was
gediend. Het doel immers was een
onderzoek uit .te lokken en dit was
tenslotte geschied door de commissie
Zaayer, ook al kon zij zich met de
conclusies daarvan niet verenigen.
PI. achtte haar cliënt niet schuldig,
daar hij inderdaad van mening was.
dat het gepubliceerde op waarheid
berustte, omdat de dossiers hier voor
zich spraken.
Wat overigens het rapoort-Zaayer
betreft, zeide pl„ dat ook aan de
heer v. d. Putten hierin onrecht was
gedaan, die thans door minister Staf
gerehabiliteerd is. In d;t verband moet
men nu dus ook haar cliënt beoor
delen.
Wat de strafmaat betreft, deze
achtte zij veel te hoog voor 'n kleine
burgerman, terwijl zij voorts pleitte
voor een vrije meningsuiting.
De rechtbank zial over 14 dagen
vonnis wijzen.
De moord op
caféhouder Becude
Zware straffen geëist
In de nacht van 27 op 28 Augustus
jl. speelde zich in Rotterdam-Zuid
een drama af, een poging tot roof
overval op de caféhouder Becude,
die daarbij het leven liet. De drie
verdachten stonden gistermiddag
voor de Rotterdamse rechtbank, nl.
de 33-jarige handelaar in lompen en
metalen T. T., de 27-jarige schilder
F. de J. en de 31-jarige koopman Z.
J„ allen uit Rotterdam. Zij hadden
volgens het ter zitting vernomen re
laas reeds lang een plan de campag
ne opgesteld om aan geld te komen
en verschillende mensen op de kor
rel genomen. Ten slotte was de keu
ze gevallen op de caféhouder Becude.
T. had een pistool gekocht en zou,
zo werd afgesproken, daarmee drei
gen en de aftocht dekken, de J. zou
de telefonische verbinding afsnijden
en de portefeuille uit Becude's zak
halen en J. zou op de uitkijk blijven
staan. Uit een damesonderjurk had
den ze maskers gemaakt, om niet
herkend te worden. Toen tegen slui
tingstijd er zo goed als geen publiek
meer op straat was, werd de overval
gepleegd. Maar de caféhouder, zich
bedreigd ziende, wierp een vaas door
de winkelruit naar buiten, om voor
bijgangers te alarmeren. Daarvan
schrok de J. zo, dat hij de benen
nam, zonder nog een poging gedaan
te hebben om de portefeuille te be
machtigen. Ook T. schrok en liet zich
ontvallen: „Ik schiet", waarop de
vluchtende de J. gezegd zou hebben:
„Ja, schiet maar". Er volgde inder
daad een schot, dat het hoofd van de
caféhouder doorboorde.
De officier van justitie, mr. baron
van Voorts tot Voorts, wees erop,
dat deze caféhouder op zo tragische
wijze het leven moest laten hoewel
hij nog nooit iemand een haarbreed
in de weg had gelegd. Tegen T„ die
hij als de aanstichter beschouwde,
eiste hij 12 jaar gevangenisstraf, te
gen de J. 10 jaar e tegen J. 7 jaar,
in alle gevallen onder aftrek van
voorarrest.
De drie verdedigers wezen voor
namelijk op de persoonlijke omstan
digheden van de verdachten en pleit
ten clementie.
Uitspraak 20 Maart a.s.
SPOORWEGWACHTER
VEROORDEELD.
De Bredase rechtbank veroordeel
de gistermiddag de 63-jarige ex-
overwegwachter F. B. uit Zeven
bergen tot een boete van vijftig gul
den of tien dagen hechtenis wegens
hoogst roekeloos en onvoorzichtig
handelen op 20 October j.l. aan
wachtpost 3 bij de bewaakte overweg
tussen Roosendaal en Lage Zwaluwe.
B. vergat toen op tijd de bomen te
sluiten, waardoor een locomotief in
botsing kwam met een vrachtouto.
Persoinlijke ongelukken deden zich
niet voor, de vrachtauto werd echter
geheel vernield.
Pogingtotdoodslag
op zijn vrouw
Vier jaar geëist
tegen Arnhemmer
Gisteren heeft in hoger beroep
voor het Arnhemse gerechtshof te
recht gestaan de 36-jarige betonar-
beider A. W., die door de Arnhemse
rechtbank was veroordeeld tot twee
jaar gevangenisstraf wegens poging
tot doodslag op zijn vrouw. De of
ficier van justitie had zes jaar ge-
eist.
De vrouw, als getuige gehoord, ver
klaarde, dat zij ten huize van haar
zuster in de Wielakkerstraat een
woordenwisseling met haar man had
gehad op 26 Sept. j.l. Zij had bij haar
zuster haar intrek genomen, omdat
zij niet meer met hem wilde samen
wonen. De man wenste, dat zij naar
huis zou terugkeren; na haar weige
ring heeft haar man haar toen steek
wonden toegebracht in borst, schou
der en rug.
De man vertelde voor het Hof, dat
hij in drift haar de steken had toe
gebracht, omdat zij op zijn moeder
schold. Volgens de zuster had ver
dachte van te voren gezegd: „Zij
moet mee, als het niet goedschiks is,
dan maar kwaadschiks." Toen hy
het huis verliet, zou hij hebben ge
roepen: „zo, die is ergeweest".
De procureur-generaal, mr. Hoek
stra, memoreerde in zijn requisitoir,
dat de rechtbank de poging tot dood
slag bewezen had geacht. De bewe
ring van de man, dat hij zijn vrouw,
door met een mes te steken, zou kun
nen terugkrijgen, was volgens mr.
Hoekstra allerminst aanvaardbaar;
deze man heeft wel degelijk de be
doeling gehad, zijn vrouw te doden.
Verdachte is al zeven maal veroor
deeld, ook al eens wegens zware mis
handeling de dood tengevolge heb
bend. De procureur-generaal eiste
een hogere straf dan door de recht
bank was opgelegd, namelijk vier
jaar met aftrek.
HAAGSE RECHTBANK
Motorendiefstal. Een 24-jarige
lasser uit Den Haag trok er in de
nacht van 7 op 8 Juli j.l. op uit, brak
in bij een loods te Leidschendam en
stal daar twee bromfietsmotoren
De Haagse rechtbank veroordeelde
hem thans tot 10 maanden gevange
nisstraf, waarvan vijf voorwaarde
lijk m.a. De eis was acht maanden
met aftrek.
Hij lustte 'm. Een landbouwer
uit Koudekerk aan de Rijn hield
veel van drank. Dat dit nare gevol
gen kan hebben ondervond hy voor
de Haagse rechtbank, waar drie
maanden gevangenisstraf en drie
jaar ontzegging van de rijbevoegd
heid tegen hem *werd geëist.
Op 6 Juli j.l. had verdachte in be
schonken toestand te Leiderdorp
een tractor met aanhangwagen be
stuurd. Ongelukken bleven niet uit.
Eerst reed hij een handwagen aan
die onderdook in de Oude Rijn
vervolgens miste hij op een haar na
een geparkeerde auto en tot over
maat van ramp schoot de aanhang
wagen los en kwam terecht in een
sloot. De verdachte gaf toe vijf hor
reis te hebben gedronken. Uitspraak
20 Maart a.s.
Vader en zoon. Een Haagse los-
werkman werd wegens een kabel
diefstal te Leidschendam, gepleegd
bij een vroegere patroon, door de
Haagse rechtbank conform de eis
veroordeeld tot een jaar jeugdge
vangenis.
De vader, een opkoper, die de ka
bels van zijn zoon had gekocht en
die reeds elfmaal was veroordeeld,
kreeg acht maanden m. a., waarvar.
v/i
20. Maar Humpo Hotsflots zou niet
geweest zijn wie hij was, als hy nu
bij de pakken neer was blijven zit
ten. Hij herinnerde zich namelijk
platseling, dat hij in zijn broekzak een
zakmes moest hebben, waar hij mis
schien de tralies mee zou kunnen be
werken. Hij vond het mes en ging
dapper aan de slag. Na een uur was
hij zover, dat om alle vier de plaat
sen, v/aar de tralies in de muur ver
dwenen, behoorlijke gaten waren
gewroet.
„Nu is het tijd om te handelen" zei
Humpo zachtjes. Hij greep de tralies
met beide honden beet en rukte en
rukte
J MELANGE EXTRA
vijf maanden voorwaardelijk. Dc
eis tegen de vader was acht maan
den m.a.
Inbraak. Op 26 December j.l.
brak een 27-jarige textielarbeider
uit Noordwijk aan Zee in bij een
villa aan de Quarles van Uffordweg
aldaar en maakte een geldkistje met
3000.buit. De Haagse rechtbank
veroordeelde hem thans tot een
jaar en zes maanden gevangenis
straf m. a. Tevens werd verdachte
ter beschikking van de regering ge
steld, evenwel voorwaardelijk met
een proeftijd van drie jaar. De B.
had het geld in drie dagen te Am
sterdam verbrast.
Bunkerplunderaars. De twee
Katwijkse broers; die in de Zuid-
duinen een bunker, in gebruik bij
de Ned. Padvinders, hadden geplun
derd, zijn door de Haagse rechtbank
veroordeeld resp. tot 1 jaar en tot
10 maanden gevangenisstraf met af
trek. De jongste broer kreeg van de
10 maanden er 5 voorwaardelijk.
De dood van
Keesje Schreurs
Op 20 Maart voor
de rechtbank
Op 1 Maart van het vorige jaar is
het mysterie rond de dood van het
tachtigjarige Zeeuwse boertje Keesje
Schreurs uit Baarland, die op 26 Aug.
1946 is overleden, opgelost. Op 20
Maart a.s. zal de zaak door de recht
bank te Breda worden behandeld.
De resultaten van het onderzoek
zijn vastgelegd in een uitvoerige dag
vaarding. Daarin wordt Johanna G.
H. ten laste gelegd, dat zij Keesje
Schreurs zwaar zou hebben mishan
deld, hem in een kast zou hebben
verborgen en hem enkele dagen
daarna in een beerpunt zou hebben
geworpen, tengevolge waarvan
Schreurs is overleden, althans dat
zij Schreurs ernstig zou hebben
mishandeld met de bedoeling hem
van het leven te beroven, althans
dat zij het boertje ernstig zou hebben
mishandeld, tengevolge waarvan hy
is overleden. Voorts vermeldt de dag
vaarding een beschudiging aan het
adres van Johanna G. H. terzake on
rechtmatige toeëigening van een
horloge, een horlogeketting, een ta-
bakskaart en rantsoenbonnen levens
middelen. Tenslotte beschuldigt de
dagvaarding haar ervan, dat zij om
het overlijden van Kees Schreurs te
verhelen, zijn- lijk in een beerput
heeft gewor-pen.
Er zyn in deze zaak negentien ge
tuigen opgeroepen, waarbij zich be
vinden de Bergen op Zoomse recher
cheurs J. de Koning en H. Spruit,
alsmede de getuigen-deskundieen
dr. J. P. L. Hulst en dr G. J. B.
Janssens.
De verdachte zal worden verde
digd door mr. van Ginneken uit
Bergen op Zoom.
TWEE ARRESTATIES BIJ EEN
BOUWSPAARKAS.
Na het justitioneel onderzoek naar
de gedragingen van enige bestuurs
leden van de bouwspaarkas Stad en
Land, te Alkmaar, zijn twee bestuur
ders, J. P. en J. P. H., door de rijks
politie in overleg met de justitie ge
arresteerd. Zij worden verdacht van
valsheid in geschrifte.
WAAR IS 'T GEBLEVEN?
De Middelburgse politie heeft in
arrest gesteld de kantoorbediende M.
C. M., die zich in een tijdsveroop
van vijf jaar door oplichting, ver
duistering en valsheid in geschrifte
een bedrag van ƒ24.000 heeft toege-
eigend. Onder meer heeft hij een
Middelburger voor 17.000 opge
licht. Van het _geld is niets meer
over en M. heeft tegenover de poli
tie verklaard, niet te weten, waar het
is gebleven.
WIE WORDT
DOOR CHARLES GARVICE
41)
„Misschien zou je tenslotte nog
het meest voelen voor de villa en de
wyngaarden aan het Lago Maggiore.
Dat is een gril van mijn grootvader
geweest. Hij kocht het land en bouw
de er het huis op. In de zomer is 't
er werkelijk heerlijk. Vroeger brach
ten we er elk jaar twee of drie
maanden door, maar de laatste tijd
voelt mijn moeder niet meer voor
reizen. En 't is een veel te mooie
plek voor 'n man om alleen heen te
gaan. Ik werd er gewoon melancho
lisch op m'n eentje."
„Hebt u nog meer van die „plek
jes", Sir Heron?" vroeg Carrie, glim
lachend, maar diep onder de indruk
„Een of twee. mejuffrouw Carrie
Dalton," lachte hij terug. „Me dunkt
dat het jachthuis Glenfylde, in
Schotland wel iets voor jou zou
rijn- Het is helemaal van boomstam
men gebouwd in zo'n wilde omge
ving, dat de herten aan de slaap
kamerramen komen snuffelen. Voor
uit Achilles! Houd je goed vast, Car
rie! Hij raast deze heuvel altijd af,
of hij met alle geweld zijn nek wil
breken."
Zij lunchten in een landelijke uit
spanning en besloten daarna langs
een andere weg naar huis terug te
keren. Heron had May moeten belo
ven, vóór zonsondergang thuis te
zijn; ze wilde 's avonds rustig wat
lezen, zei ze. Zijn vraag of hij dan
by haar mocht blyven, ontweek ze.
Heron reed over een klein dorpje
waar een echte ouderwetse boeren
kermis was. Een gezoem als van een
enorme bijenzwerm kwam hun al op
een afstand tegemoet, vermengd met
het geklingel van draaimolens en
het geschreeuw van spullebazen. Bij
een bocht van de weg lag plotseling
het hele schilderachtige tafereel voor
hen, en de twee meisjes, die zoiets
nog nooit gezien hadden, slaakten
een kreet van verbazing.
„Achilles is er minder over ge
sticht," zei Heron lachend. Houd je
goed vast, Carrie, hij wordt onrustig
van al die herrie. Je bent toch niet
bang, lieveling?" fluisterde hij.
„Bang? Welnee! En is dit nu een
echte kermis! Zoiets heb ik altijd zo
dolgraag willen zien! Wat aardig van
je om eraan te denken!" zei ze met
een glimlach die zijn hart deed bon
zen.
„Vind je 't werkelijk leuk?" vroeg
hij. „Dan zullen we er midden door
heen zien te komen, als ze tenminste
wat opzij willen gaan.
Daar behoefde hij zich niet be
zorgd over te maken. Nauwelijks had
men Achilles en zijn meester her
kend, of de mensenmenigte, die zo
massief had geleken als een blok
hout, splitste zich en liet een smalle
laan vrij. Alle handen gingen naar
de petten en een eerbiedig: „Goe
den middag, Sir Heron" klonk aan
alle kanten. Sir Heron groette links
en rechts met zijn zweep en glim
lachte zo vaak een hoorbare uitroep
van bewondering, die het mooie
nveisje naast hem gold, hem bereikte.
May kleurde bloedrood, toen een
vrouw die vlak bij hen stond, haar
vriendin aan de mouw trok en goed
verstaanbaar fluisterde:
„Kiik. Jennie! Dat is de landheer
zijn liefste. Wat 'n schattig gezichie,
hè?"
„Wat zalig vind ik zon kermis!"
jubelde Carrie opgetogen. „Ik heb
nog nooit zoiets leuks gezien! Ik
mag zeker niet eens één keertje in
de draaimolen, Heron? Nee hè, ik
ben te groot! O, kijk toch eens, dat
Zigeunermeisje! Die staat de toe-
komst te voorspellen, zie je wel, uit
de hand! En kjjk daar die clown
o!"
„Val er niet uit," verzocht Heron.
„Ik stil, Achilles, wat mankeert
ie opeens' Heila; wat is daar aan de
nand?" Want juist vóór hen, midden
in het dichtste gedrang, was een
plotselinge opschudding ontstaan,
die het mooie paard onrustig deed
snuiven en trillen.
„Wat is er?" vroeg Carrie, voor-
overleunend. „Het lijkt wel, of ze
aan 't vechten zijn. O, Sir Heron,
wat gebeurt er?"
„Sst! Wees maar kalm, ga rustig
zitten," suste hij. „Het is niets."
„Vechten ze?" vroeg May angstig.
„Neen," zei hij; „ik kan er niet
goed wijs uit. Stil maar, Achilles, stil
maar, jongen. Daar heb je een stel
letje soldaten. Ze Vervl
Hij rukte de teugels strak naar
zich toe, want terwijl hij nog sprak,
week de menigte plotseling uiteen
en een grote, blonde jongeman
schoot te voorschijn als een pijl uit
een boog en vloog onder de kop van
het paard door. De soldaten, die
blijkbaar zyn achtervolgers waren,
zaten hem onmiddellijk op de hie
len. De vluchteling want dat was
hij maakte onverwachts rechtsom
keer en dook nogmaals onder de
paardenkop door. Terwijl hij dat
deed, keek hij schichtig op met het
witte, vertrokken gezicht van een
opgejaagd mens. May, die zich zo
ver mogelijk naar voren had gebo
gen, sprong overeind en uitte een
vreemde, wilde kreet. De man keer
de zich in zijn vlucht om en toen hij
haar zag staan, doodsbleek en met
uitgestrekte handen, bleef hij vebijs-
terd een ogenblik stilstaan. Dit op
onthoud werd hem noodlottig, want
de soldaten, een paar seconden van
de wijs gebracht door zijn plotseling
omkeren, haalden hun schade in en
hadden hem bijna bereikt, maar
juist op dat moment slaakte May
een wanhopige kreet: „O! redt hem!
redt hem!"
Het was of die kreet rechtstreeks
doordrong tot de harten der kermis-
gangers, die tot nu toe nieuwsgierig
en werkeloos hadden toegekeken, zo
dat ze zich plotseling bewust werden
van hun meegevoel. Met een opge
wonden gemompel sloten zij zich
aaneen tot een ondoordringbare mas
sa tussen de vluchteling en zijn
achtervolgers; toen omringden zij de
soldaten en drukten ze tegen elkaar
als sardines. Het speelde zich alle
maal in een paar seconden af en het
was voorbij vóórdat Heron een
woord kon uiten, hoe dan ook. Reeds
stormde de lange, slanke gedaante
van de deserteur voort langs het
smalle pad, dat de mensenmenigte
voor hem openliet, en was in een
oogwenk uit het gezicht verdwenen.
HOOFDSTUK XVII
„Na zonsondergang.''
Ondanks de opwinding over het
incident op de dorpskermis, vergat
Sir Heron zijn belofte niet. De hoge
bomen langs de rivier vingen de
stralen d-er avondzon nog in hun
toppen, toen de dogcar Gresham
House naderde. May was blijkbaar
bekomen van de schrik, hoewel ze
nog bleek zag en er in haar ogen
een uitdrukking lag, die zonderling
geleek op de gejaagde blik in de
ogen van de vluchtende man. Haar
hand rustte nog in die van haar ver
loofde, en nu en dan zuchtte ze
even en nestelde zich onwillekeurig
dichter tegen hem aan.
„Ben je gelukkig, mijn lieveling?"
fluisterde hij aan haar oor. Het
kleine handje omklemde de zijne in
veelzeggende druk.
„Héél gelukkig?"
„Héél, héél erg. En jij?" vroeg ze,
schuchter naar hem opziend.
Wordt vervolgd