wat öe heilig lanó-stichtinq
veRhaalt van jesus' qeBOORte
Palestina in neöeRlanö
heilige plaatsen qetnouw nagebootst
apostolisch wepk van öe eepste RAnq
ZATERDAG 22 DECEMBER 1951
DE LEIDSE COURANT
KERSTNUMMER PAGINA J
Foto links: Een karavaan-serail, waarin de karavaan-
reizigers onderdak zochten voor de nacht. Door de
poort ziet men uit op de binnenplaats met de drink
bakken voor het vee. Deze binnenplaats is omgeven
door waranda's, in de achtermuur waarvan men deu
ren ziet van kleine kamertjes, die voor Maria en
Jozef te duur waren. Foto rechts: de grot van Beth
lehem, omringd door een stenen muur.
(Foto's „De Leidse Courant").
Terwijl zij daar waren, brak de tijd van haar
moederschap aan; zij baarde haar eerstgeboren
Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem
neer in een kribbe, want in het nachtverblijf
was voor hen geen plaats.
F EN VAN DE MEEST AANGRIJPENDE BIJZON-
derheden van Jesus' geboorte, zoals St. Lucas deze
in zijn Evangelie verhaalt, is ongetwijfeld de omstan
digheid, dat de mens geworden Zoon van God geboren
werd in een kribbe; een Hemelse koningszoon aan
schouwde het levenslicht in een beestenstalEn dan
de toevoeging: want in het nachtverblijf was voor hen
geen plaats. Geen plaats voor haar, die door God was
uitverkoren moeder te zijn van een Goddelijk kind; geen
plaats voor hem, die de voedstervader zou zijn van Gods
mensenzoon.
Is het een wonder, dat de menselijke fantasie in de
loop der eeuwen getracht heeft dit Goddelijk drama
vast te leggen in voorstellingen, die spreken tot de ver
beelding der mensen? Het nachtverblijf werd een stal,
bij ons een echte houten stal, liefst met een rieten dak,
en de kribbe een houten voerbak, zoals men die van
daag nog tegenkomt in onze boerderijen. Het geboorte
verhaal kreeg een locale kleur, alsof het niet in Pales
tina, maar in een Hollands dorp aan de Rijn heeft ge
speeld.
De werkelijkheid is anders geweest.
TUSSEN NAZARETH EN BETHLEHEM ligt een weg
van bijna 150 kilometer lang, de karavaanweg, die
van Syrië naar Egypte leidt. Het is niet geraden deze
weg alleen of in een klein gezelschap af te leggen, want
verscholen aan de kant loeren rovers, even gevaarlijk
als zij, die tussen Jerusalem en Jericho een reiziger
aanvielen en bestalen. Wie dus op reis gaat, sluit zich
het liefst aan bij een grote karavaan, waarin wel vijftig
kamelen meelopen en een aantal ezels, gedreven door
een nog groter aantal mensen. Samen is men sterk; sa
men durft men het gevaar onder ogen te zien.
Het was daarom, dat Jozef en Maria, die op bevel van
keizer Augustus naar Bethlehem trokken, om zich te
melden voor de volkstelling, aansluiting zochten en von
den bij een grote karavaan.
Snel vorderde de reis niet en wel drie of vier maal
moest onderweg overnacht worden, voordat het stadje
Bethlehem bereikt was. Daarvoor waren langs de we
gen karavaan-serails gebouwd, lage vierkante gebou
wen, met in het midden een open ruimte, die aan alle
zijden door overdekte waranda's omgeven was. Achter
deze aan de zijde van de middenruimte open waranda's
waren kleine kamertjes gebouwd en in het midden be
vonden zich de drinkplaatsen voor mensen en vee.
Het was aan zo'n karavaan-huis waar Jozef op de
laatste avond aanklopte. Met de hele karavaan liet men
ook hem en zijn jonge vrouw binnen. Maar al spoedig
zag de bewaker, dat hij hier met arme mensen te doen
had, die niet in staat zouden zijn geld te betalen voor
zo'n apart klein kamertje. Dan maar onder de open
waranda's slapen, samen met de andere karavaan-rei
zigers, die even arm waren?
De bewaker was eert verstandig man en begrijpend,
dat het voor een vrouw verschrikkelijk moest zijn on
der deze omstandigheden haar kind ter wereld te bren
gen, schudde hij vriendelijk doch beslist zijn hoofd.
„Goede mensen", moet hij gezegd hebben, „ge kunt hier
toch niet blijven. Ga even verderop; daar vindt U holen
in de rotsen. Het is niet veel bijzonders, maar altijd be
ter dan hier, midden tussen de andere mensen". Toen
moet Jozef zijn ezel weer bij de teugels gegrepen heb
ben en het dier, dat reeds blij was rust gevonden te
hebben voor de nacht, droeg op zijn rug de vrouw, die
moeder worden zou, weer naar buiten, de avondlijke
stilte in. Met een klap sloeg de houten poort achter hen
dicht.
^/ANWAAR DIT VERHAAL? Van de vier Evangelis-
ten is St. Lucas de enige, die iets over de geboorte
heeft verhaald, zeer sober en slechts met enkele woor
den. Maar er zijn ook apocriefe verhalen, waarvan de
echtheid niet onomstotelijk vaststaat. En er zijn ook
tradities, die de eeuwen getrotseerd hebben. Alle gege
vens, door ernstige geleerden in lange jaren van studie
bijeen gegaard, maken' het mogelijk weer te geven hoe
vermoedelijk of waarschijnlijk de geschiedenis rondom
de geboorte zich heeft afgespeeld.
Daarvan vertelt de pater, die U rondleidt op de Hei
lig Landstichting bij Nijmegen, het „Palestina in Neder
land", een landgoed van 50 hectaren groot, waarop men
sedert 30 jaren bezig is de verschillende plaatsen van
het Heilig Land, waar Jesus leefde, woonde en gestor
ven is, zo getrouw mogelijk na te maken, om de mensen
aldus een indruk te geven hoe het voor zover dat is
na te gaan geweest moet zijn.
Daar staat men op de binnenplaats van zo'n karavaan
serail en rondkijkend langs de waranda's, wordt men
iets gewaar van de angst en schrik, waarmede Maria
rondgekeken moet hebben, toen zij daar aankwam om
een kind ter wereld te brengen. De aangrijpende bij
zonderheid, waarmede wij dit artikel aanvingen, de ge
boorte van Gods Zoon in een stal, heeft de mensheid
sedert de eerste jaren van het Christendom zózeer ont
roerd en beziggehouden, dat men deze tweede bijzon
derheid slechts zelden voldoende onder ogen heeft ge
zien. Maar hoe moet het Maria "te moede geweest zijn
bij de gedachte aan de komende geboorte, die zich wel
licht op een ongewone manier zou gaan voltrekken, te
midden van een groep nieuwsgierige mensen? Hoe zal
dit schrikbeeld haar gekweld hebben?
De bezoeker van de Heilig Land-stichting verlaat de
karavaan-serail en terwijl de December-storm door de
kale bomen giert, volgt hij in gedachte het tweetal en
de ezel, op weg naar het open land buiten Bethlehem,
zoekend naar een grot, die hen tot nachtverblijf kan
dienen.
MENSEN, die eens het Heilig Land bezochten en een
studie gemaakt hebben van de heilige plaatsen,
staan verbaasd over de frappante gelijkenis, die men bij
Nijmegen aantreft. De boomgroei is er weliswaar iets
anders en het uitzicht misschien niet zo wijds, maar wie
op de Heilig Land-stichting de weg afdaalt naar Beth
lehem, wordt getroffen door de sfeer en het kost hem
moeite te geloven, dat hij niet werkelijk op heilige grond
staat. Boven op een heuvel ziet men beneden een vrucht
baar dal en als de stoffige weg zich kronkelt in een
bocht, rijst plotseling een kleine stenen wachttoren op,
die de bezoeker vertelt, dat hij in Bethlehem is aan
gekomen.
Spoedig is nu de grot bereikt. Men ziet een omheining
van grove, los op elkaar gestapelde stenen, waartussen
slechts een kleine opening is, nauwelijks groot genoeg
om te passeren. En ondertussen gaat het verhaal van
de rondleidende pater voort. „Binnen deze stenen om
heining drijven de herders 's avonds hun schapen. Hier
zijn ze veilig, want zo er al een wolf mocht proberen
tegen de muur op te klimmen, rollen de losse stenen
omlaag, begint onmiddellijk de herdershond te blaffen
en ontwaken de herders, die geen huurlingen, maar
goede herders zijn, bereid om hun leven te geven voor
hun schapen."
De omheinde ruimte is aan een kant afgesloten door
een rotsblok, waarin zich een hol bevindt, zoals de her
ders van Bethlehem gebruikten voor nachtelijk on
derdak.
Aarzelend treedt de bezoeker binnen. Het kost hem
wederom moeite te geloven, dat dit geen werkelijkheid
is. Zijn ogen moeten eerst wennen aan het schemer
donker, maar dan ontwaart hij een spelonk, waarin een
stenen vrouwenfiguur gezeten is op een bed niet
meer dan een dikke mat met een kind op haar
schoot.
CTA NU STIL en overweeg het grootste wonder aller
tijden. Aangrijpend mysterie. zij baarde haar
eerstgeboren Zoon, wikkelde hem in doekenKerst
mis. Vrede op aarde.
Wat hebben wij van Kerstmis gemaakt? Een Nachtmis,
die ons aanspreekt, omdat er zo'n verschil is tussen de
donkere nacht buiten en het heldere licht van tiental
len kaarsen binnen. Een feest-ontbijt met groene takjes
Op Kerstmis gaat vanzelsprekend
de meeste aandacht op de Heilig
Land-stichting uit naar de grot van
Bethlehem, waar men Maria vindt
in een spelonk met het kind op haar
schoot (foto boven). Terzijde daar
van vindt men in een andere spe
lonk de ezel (foto links). Het prik
keldraad geldt niet hem, maar de
bezoekers, die verder willen gaan
dan geoorloofd is. Naast de ezel ziet
men in de wand een kleine opening,
de eigenlijke kribbe, een met leem
bijgestreken gat in de rots, die de
dieren tot voerbak diende. In deze
bak heeft Maria haar goddelijk kind,
gewikkeld in doeken, gelegd.
De grot is een van de meest tref
fende voorstellingen op de Heilig-
Land-stichting, die 30 jaar geleden
door mgr. Suys werd gesticht, met
het doel de vervlakking van de mas
sa tegen te gaan. wat betreft de we
tenschap over de godsdienst, en te
voldoen anderzijds aan de behoefte
naar meer kennis omtrent de Bijbel
se geschiedenis.
en rode linten. Een kerstboom met glinsterende' bel
len
Horen wij, wanneer het jongenskoor, zo zuiver en
zacht, het Stille Nacht inzet, daarin nog wel het lied der
Engelen, die zongen van „Ere zij God in den hoge"? En
voelen wij ons nog wel de schamele herders van het
veld, die, weliswaar met vreugde in het hart, slechts
aarzelend de grot betraden?
Hier, in deze grot, staat men aan het begin van
Christus' verlossingswerk. Het begin, dat geen vervolg
behoefde, omdat de vernedering van Gods Zoon, die
mens werd, groot genoeg was om alle mensen te ver
lossen uit de slavernij des duivels. Daar ligt een kind.
Het is van steen, het kan niet schreien, al is het er koud
en kil. Rondom zijn er slechts wanden van steen. Geen
kaarsen, geen groen, geen glinsterende bellen. Maar
hier is het Kerstmis
IS DIT DE GROT VAN BETHLEHEM? Volstrekte ze-
kerheid bestaat er niet in het Heilig Land. Men wijst
weliswaar met stelligheid de grot der geboorte aan en
het is ook zeer waarschijnlijk, dat het de juiste is, maar
zeker is het niet. In 325 liet St. Helena, moeder van
Constantijn de Grote, een kerk bouwen, welke later nog
werd vergroot, over de grot die men was blijven aan
wijzen als de juiste. Er werd in Nijmegen een getrouwe
copie van gemaakt.
In een andere uitholling van de grot ontwaart de be
zoeker een slapende mannenfiguur; dat moet Sint Jozef
zijn, de oude man, die van vermoeidheid in slaap ge
vallen is. Aan zijn voeten bevindt ^ich weer een andere
uitholling; daarin staart een stenen ezel de bezoeker
onbewegelijk aan. In de wand vindt men een met leem
bijgewerkte ovale holte, de kribbe, waarin het kind werd
neergelegd, die diende als voerbak voor het vee.
A LS MEN DE GROT VERLAAT en zijn weg vervolgt,
is binnen enige minuten Nazareth bereikt. Hier
vindt de bezoeker het huisje van Maria en Jozef, een
voudig en klein, voorzien van wat in die tijd tot het
noodzakelijke huisraad behoorde: enige waterkruiken,
een steen om koren te malen en enige voorwerpen aan
de wand, alles zo historisch verantwoord mogelijk na
gebootst.
Hier roept de bezoekers zichzelf een halt toe. Is het
nodig nog verder to gaan, binnen te gaan in de tempel,
waar het Goddelijk kind 's Zondags met zijn ouders
bad? Moet men zelfs het openbaar leven van Christus
gaan volgen tot aan het kruis van Golgotha? Wellicht
een andere keer; de Heilig Land-stichting is meer dan
één bezoek waard.
rjIT WAS DE HEILIG LAND-STICHTING bij Nijmo-
gen. Hier is een werk gewrocht, waaraan nog da
gelijks gearbeid wordt, van onschatbare waarde. Want
hier komt Christus tot de bezoeker. Men komt er in de
sfeer waarin Hij geleefd heeft. Kleding, huisraad, ge
bruiksvoorwerpen, huizen, alles herinnert er aan het
leven van Jesus, de Godmens, Wiens God-zijn Hem niet
belette mens te zijn als alle andere mensen van Zijn tijd.
We staan voor de bron van Nazareth. Op deze plaats,
al is het ver bij ons vandaan, heeft Jesus eens gestaan
om water te halen, zoals ook een ander mensenkind dat
voor zijn moeder doet. We zien de bleke zonnestralen
priemen door het grijze wolkendek; een glans van mat
bleek goud legt zich over het stille land. Machtig na
tuurschoon. Dat moet ook Jesus gezien hebben.
Dit te bedenken geeft aan de Heilig Land-stichting
een diepe betekenis, die ver uitgaat boven de beziens
waardigheid en de bewondering voor* wat kunstzinnige
mensenhanden met zoveel nauwkeurigheid hebben na
gebootst. Want hier leert men Christus kennen zoals
Hij was tijdens Zijn leven. Hoe bitter weinig weet men
daarvan! Hoe achteloos gaat men vaak voorbij nan wat
boeken verhalen over Jesus' leven op aarde. Hier ligt
nu een boek wijd opengeslagen op het prachtige Gel
derse heuvelland. Een boek, f]at zich gemakkelijk laat
lezen, omdat het de verbeelding gemakkelijk oproept.
Jaarlijks komen hier duizenden mensen, gelovigen en
niet-gelovigen. De eersten vinden er veel wat hun voor
dien niet duidelijk was. De laatsten worden er gecon
fronteerd met wat zij niet bestaanbaar achten. Zo is de
Heilig Land-stichting een oord van genade, dat zeer
velen tot nadenken en geloven brengt. Een oord waarin
het altijd goed is te zijn. Maar vooral op hoogtijdagen
als Kerstmis, wanneer het lied der Engelen bijna hoor
baar over deze Bcthlehemse velden van het „Palestina
in Nederland" klinkt.
Dit zijn de eerste huisjes van het
stadje Nazareth, de woonplaats van
Maria en Jozef. Na de terugkomst uit
Egypte gingen zij weer naar dit stad
je, waarin Jezus Zijn kinderjaren
sleet. Menige herinnering hieraan
vindt men op de Heilig Land-Stich
ting terug.
Geheel rechts op de foto ligt de
waterbron onder een stenen boog, de
enige bron van het stadje. Daar
naast verrijzen de kleine huisjes.
Wanneer men geheel rechts onder de
poort doorgaat, komt men bij het
huisje van Jozef en Maria. Menige
bijzonderheid uit het leven van Je
zus worden de bezoekers verteld
door de paters Montfortanen, die
reeds sedert 1922 de rondleidingen
verzorgen. Onder hen mag pater W.
Frijns een taai-fenomeen genoemd
worden. In zes talen kan hij de be
zoekers duidelijk maken wat zij op
de H. Landstichting kunnen zien.
Het behoeft geen nader betoog, dat
hiermede apostolisch werk van de
eerste rang verricht wordt. Wetend,
dat 60 pet. van de duizenden bezoe
kers per jaar niet-katholieken zijn,
kan het belang van een dergelijke
instelling nauwelijks op waarde ge
schat worden.