piet en marie
LEKASIN
laantmen aan Slim Czün reis om de wereld")
Biet CiïcuóMnd
correspondentie
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1951
öE LEID SE COURANT
rTERDE BLAD PAGINA 2
ZondagmM.^&ri
I AATST is ons weer een verhaal
ter ore gekomen, dat men gerust
als een dwaas verhaal mag bestem
pelen.
Een fabrieksarbeider maakte zich
op, te gaan emigreren en had zich
vlijtig erop toegelegd, het Engels
machtig te worden. Daarom werd hij
door de leiding van de fabriek aan
gewezen, een Amerikaans zakenman
rond te leiden en hem de werking
der machines in de fabriek te ver
klaren.
De Amerikaan had schik in de
pientere arbeider en in diens rake
zetten en stelde hem plompverloren
voor in zijn dienst te treden.
„Het is de kans van uw leven"
zei mr. Yankee-Doodle. „Maar ik
zeg er van te-voren bij, indien ge u
verbindt, verbindt ge u voor uw le
ven".
De arbeider, die van zijn patroon
wist, dat de Amerikaan allemachtig
rijk was, had er wel oren naar.
„Ziehier mijn voorstel, dat u on
getwijfeld wel lijken zal. Een van
de eilanden in de Stille Zuidzee is
mijn eigendom. Het is een eiland met
een zacht klimaat, 's zomers niet te
heet, 's winters op kamertempera
tuur. Het wordt terecht het „Para
dijs-eiland" genoemd; de natuur is
er verrukkelijk mooi. In de geurige
bossen op de heuvels is de bodem
bedekt met orchideeën en het is er
heel gewoon, dat in plaats van mus
sen en spreeuwen, er veelkleurige
kolibrietjes op de vensterbank spe
len. Zelf heb ik er een nogal flink
huis gebouwd de Amerikaan lach
te hard-op om dat nogal flinke
maar allen, die in mijn dienst zijn,
staan aardige bungalows ter beschik
king met ruime salons, badkamers en
kleuren-televisie. Het is mijn bedoe
ling, een dezer dagen mijn zaken aan
kant te doen, mij dan op het eiland
terug te trekken, om daar, te midden
van vrolijke mensen, een rustig en
gelukkig leven te leiden".
„Kan ik mijn meisje meenemen?"
vroeg de arbeider „Ik ben ver
loofd".
„Vanzelfsprekend!" zei mr. Yan
kee-Doodle. „Hoe meer meisjes,
hoe liever. Dat verhoogt de vreugd.
Mijn bedoeling is een kleine, vol
maakte maatschappij te vormen,
waar iedereen gelukkig is en van het
goede der aarde geniet".
„En de werkuren?" vroeg de
arbeider.
„Twee, drie uur per dag en de
rest kunt ge doorbrengen met baden
in de blauwe zee, met luieren of
auto-rijden in uw eigen car of op wel
ke manier ge ook verkiest".
„Het is te mooi, om waar te zijn"1
peinsde de uitverkorene, en hard-op
voegde hij er aan toe: „Wordt de
overeenkomst schriftelijk beklon
ken?"
„Schriftelijk, gaarne. Ge behoeft in
mij overigens geen wantrouwen te
hebben. Mijn enig streven is geluk
kig te zijn en anderen gelukkig te
zien".
De fabrieksarbeider beloofde er
met zijn verloofde over te zullen
spreken.
Piet sprak er met zijn Marie over,
die, al had zij bedenkingen van hui
selijke aard, het ook een lotje uit de
loterij en een verhaal van de film
vond. „Je moet 'ns aan die Ameri- worden".
kaan vragen" zei Marie „of er
een bioscoop is en een kerk".
Mr. Yankee-Doodlo stelde het echt
paar gerust. Er was een zeer knusse
en weelderig ingerichte bioscoop. Een
kerk vond hij van minder belang. Je
kunt God overal aanbidden, indien
men daaraan al behoefte mocht heb
ben, meende hij. Bovendien vloekte
het Christelijk geloof, met al die
beelden van een aan het kruis ge
spijkerde man, in de zacht, liefelijke,
paradijs-sfeer van zijn eiland.
„Maai- dan kunnen we nooit te
communie!" zei Marie, toen Piet
enigszins sip verslag gaf.
„Dan gaan we maar niet" vond
Piet.
De Amerikaan kreeg in zijn hotel
een vriendelijk briefje, dat van zijn
aanbod geen gebruik zou worden ge
maakt.
MARIUS.
Wie is er aan de beurt? „Zo me
vrouwtje", zei het mannetje gemoe
delijk, „hier is de loodgieter, om de
lekke waterleiding even te repare
ren".
„Zo bent U daar eindelijk?", vroeg
de mevrouw enigszins nijdig. „We zit
ten hier al drie dagen in de natte
boel. De twaalfde had ik U al opge
beld!"
„Neem me niet kwalijk, mevrouw",
antwoordde de loodgieter. „Ze moe
ten me het verkeerde adres opgege
ven hebben, want de klant, waar ik
moet zijn, heeft de negende al opge
beld".
Kindermond. Anneliesje had een
nieuw vriendinnetje gekregen en ze
mocht er voor het eerst thuis komen
spelen.. Toen het kind de kamer bin
nenkwam, keek het verbaasd naar de
omvangrijke boekenverzameling.
„Wat hebben we veel boeken, hè?",
zei de moeder van het vriendinnetje,
die Anneliesje's verbazing bemerkte.
„Ja", antwoordde Anneliesje, „wij
hebben ook altijd boeken, maar mijn
vader brengt ze terug naar de bi
bliotheek".
Stofje. Vader (tot zijn zoon):
„Ik zag je gisteren op de hoek bij
het plein tegen een meisje knip
ogen".
Zoon: „Welnee vader, dat kwam
door de wind. Ineens zat er een stof
je in mijn oog".
Vader: „En vijf minuten later zat
d-at stofje zeker ineens bij je in de
auto?"
Psycholoog. Mijnheer v. Vliet
had een mooi ameublement zien
staan in een etalage en besloot het te
kopen.
„Hoeveel kost dat ameublement?",
vroeg hij aan de winkelier.
„Vierduizend gulden, mijnheer",
was het antwoord.
„Lieve hemel", zei v. Vliet, „ik
had gerekend op vijftienhonderd gul
den".
„Goed", antwoordde de winkelier,
„daar kunt U het ook voor krijgen".
Dat was de heer v. Vliet wel een
beetje te gortig. „Maar mijnheer,
hoe is dat mogelijk?", vroeg hij.
„Ach", zei de winkelier, „ik dacht,
dat mijnheer het aardig zou vinden
om een ameublement van vierdui
zend gulden te hebben".
Ontactisch. „Ik meen in de stuk
ken te hebben gezien, dat er krank
zinnigheid in Uw familie voorkomt",
merkte de rechter op.
„Dat is zo", antwoordde de beklaag
de. „Mijn vader gaf de studie in de
medicijnen op om rechter te kunnen
van de
hoofdpijnneem
Duel in de ochtend. Twee Span
jaarden hadden ruzie om een meisje
en het kwam zover, dat ze besloten
in een park te duelleren, 's Morgens
om zeven uur, luidde de afspraak.
De andere ochtend was de ene Span
jaard precies op tijd in het park. Hij
had zijn revolver en een secondant
medegenomen.
Maar hoe hij ook wachtte en zijn
geduld trachtte te bewaren, zijn te
genstander kwam niet opdagen. Ein
delijk kwam er een boodschappenjon
gen met een briefje. „Beste Jose",
stond erin, „waarschijnlijk ben ik een
beetje laat, maar als het wachten je
verveelt, begin dan gerust vast te
schieten".
Bof. Dokter: „juifrouw ik heb
U goed onderzocht en ik kan U ver
zekeren, dat die hartkloppingen niets
te betekenen hebben. Ik kan U zelfs
zeggen: „Ik wou dat ik zo'n hart
had!"
Patiënte (blozend): „Dan boft U,
dokter, mijn hart is nog vrij".
Onderwijs. De juffrouw probeer
de de jeugd een beetje te leren reke
nen. „Luister goed Jantje", zei ze.
„Jij hebt in je ene broekzak drie cent
en in je andere vier cent. Wat heb je
dan?"
„De broek van een ander aan, juf
frouw", luidde het antwoord.
Kun je zingen. „Oh, ik ben zo
vaak bij oom geweest", zei het zan
geresje, „en bijna altijd heb ik voor
hem gezongen. Sta ik misschien in
zijn testament?"
„Ik denk, dat U oom niet van zin
gen hield", antwoordde de notaris.
Je moet er aan wennen. Jantje
mocht voor het eerst van zijn leven
mee naar een concert. „Vind je het
niet prachtig?", vroeg zijn moeder.
„Ja, moe", antwoordde Jantje", en
op een cellist wijzend vervolgde hij:
„Maar als die man dat ding doorge
zaagd heeft, gaan we naar huis hè?"
Mij niet gezien. Er was een ring
van de trapeze kapot, maar de mon
teur was bijna niet te bewegen het
ding even te maken. „Als zes mannen
de ladder vasthouden en er een val-
net gespannen wordt, wil ik het wel
doen", zei hij tenslotte.
De directeur van het circus stond
er bij te kijken. „Je hebt lang werk",
riep hij naar boven.
„Nog een klap met de hamer en
ik ben klaar", was het antwoord.
De monteur gaf de klap, liet ver
volgens de hamer naar beneden val
len, greep zelf de ring, sprong naar
beneden, veerde uit het net en greep
de ring opnieuw.
„Lieve hemel", zei de circusdirec
teur, „ik wist niet, dat je acrobaat
was. Wil je optreden in het pro
gramma?"
„U denkt toch zeker niet, dat ik
zin heb om iedere avond op mijn
vinger te slaan?", antwoordde de
monteur.
Horizontaal: 1. emeritus (afk,), 3.
echtgenoot, 5. halsdoek, 8. familielid,
10. familielid, 12, tussenzetsel, 13.
tent, 14. zot, 15. dam langs een wa
ter, 16. dorpje in de Over. Gemeente
Gramsbergen, 18. lichaamsdeel, 19.
van elk evenveel (op recepten), 21.
lidwoord, 22. plaats voor automobie
len, 25. land in Europa, 28. dag der
week, 32. rivier in Italië, 34. voor
naamwoord, 35. afkorting voor tita
nium, 36. water in N.Brab., 37. komt
van de kip, 39. spil van een wiel, 40.
de geest van de rijstcultuur (Java),
43. priem, 46. heeft een haan, 48. de
naam van Jezus in de koran, 49. stok,
51. voorvoegsel, 53. geit, 55. handels
beurs, 56. rund, 58. vruchtje, 59. niet
harde slag, 60. ieder, 62. boom, 64.
kledingstuk voor dames, 66 als 16
hor., 67 landbouwwerktuig, 68. pers.
voornaamwoord, 70. en omstreken
(afk.), 71. als 36 hor., 73 ingenier
(afk.), 74. jongensnaam, 77. stad in
Z.-Holl,, 82. dans- of zangmaat, 84,
gem. in Gelderl., 87. voorzetsel, 88.
wandversiering, 89. houten bakje, 91.
steen, 92. foei, 94. voorvoegsel, 95.
roofdier, 96. achting, 97. ex tempore
(afk.), 98. behoeftig, 99. deel van
het oor, 100. gem. in N. Brab., 101.
muzieknoot.
Verticaal: 1. ieder, 2. inwendig
lichaamsdeel, 4. barmhartigheid, 5.
spoedig, 6. de begane grond, 7. jon
gensnaam, 9. soldatenkost, 10 kaas
worm, 11. vlaktemaat, 16. slede, 17.
ik (Lat.), 19. schuurmiddel, 20 tel
woord, 23, Amsterdams Peil (afk.),
24. boomloot, 25. meisjesnaam, 26.
voorzetsel, 27. voorzetsel, 29. aanwij
zend voornaamwoord, 30 vlug, 31.
boom, 33. als 100 hor., 34. muziek
noot, 38. pers. voornaamwoord, 39,
vriend (Fr.), 41. pookijzer, 42. me
taal, 44. langzaam (muziek), 45. delf
stof, 47. stad in Drente, 48. opening
ener fuik, 49. zeehond, 50 badplaats
in Duitsland, 51 kloostervoogd, 52.
verlangend, begerig, 54. spijsberei-
der, 57. orgaan van het gezicht, 61
water doorlatend, 63. als 34 vert., 64.
bedorven, 65, voertuig, 66. als 16
vert., 67 afnemend getij, 69. uitbars-
tingsmond van een vuurspuwende
berg, 70. wandversiering, 72. vaar
wel, 73. trouwens, 75. rund, 76. voor-
I zetsel, 78. gewicht, 79. verdieping van
een Miis, 80. vaartuig, 81. lengte
maat, 82. Nederl. pasmunt, 83. als 21
hor., 85 als 37 hor., 86 kellner, 87,
gesloten, 89. rivier in Egypte, 90.
vlies, vel, 93. biersoort.
Oplossingen worden tot en met
Donderdag 29 November op ons bu
reau verwacht. Op de enveloppe ver
melden „Puzzle". Voor de goede in
zenders worden beschikbaar gesteld:
een sleutelplaatje, een portemon-
naie en een boek.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. nestel, 5. letaal, 10.
Ida, 12. are, 13. merg, 15. rob, 17.
vlam, 18. Anna, 20. adat, 22. el, 23.
O.I., 25. Rr„ 26. he, 27. lessenaar, 31.
de, 32. as, 34. Amsterdam, 41, in, 42.
al, 43. ar, 44. zo, 45. Maas, 47, Irak,
49. Ares, 51. alk, 53. kalf, 55. air, 58.
Dee, 59. rakker, 60. weleer.
Verticaal: 1. nimmer, 2. Ede, 3. Sa
ra, 4. en, 6. er, 7. aalt, 8, ara, 9. lem
mer, 11. do, 14. gnoe, 15. Ra, 16. ba,
17. Vara, 19. nis, 21. dra, 24. te, 27.
Lea, 28, set, 29. nor, 30. ram, 33. gi
taar, 35, maas, 36, sla, 37. es, 38. dar,
39. arak, 40. koffer, 45. merk, 46. sa,
47. ik, 48. kade, 50. Ria, 52. la, 64.
Lee, 56. re, 57. Ne.
De winnaars van deze week zijn:
mej, A. J. M. Brouwer, P. J. Blok-
straat 26, Leiden (manchetknopen),
W. Kershof, Van der Waalsstraat 26,
Leiden (sigarenschaartje) en A. Kop
pers, Van Boerlestraat 4A, Leiden
(boek). De prijzen zullen worden
toegezonden.
HYPOTHEKEN
on voor nllo nndoro zukon
op hot gobiod vnn on
roerende goodoren
Bouw-en Makelaarsbedrijt
v.d. Drift
Oude Vest 26 Leidon
Talaf. 20513
(Advertentie)
3. Wees dankbaar voor dit ogen
blik, barbier van Sevilla of wie ge
ook anders mag zijn", zei Basli." „Het
lijden aan teveel geld is niet onge
neeslijk. Hier tegenover U vindt U
twee mannen die bereid zijn zich op
te offeren voor het geluk van hun
medemens. Wij bieden U aan, uw
ziekte op onze schouders te nemen!
„O, wat een edelmoedige mensen zijn
er toch in Europa", riep de vreemde
ling vol bewondering uit. Toen stelde
hij zich voor als de Maharadja van
Goldspur. Basli zag in gedachten zich
zelf al naar het vliegveld lopen, op
weg naar verre oorden
„Vertel mij eens, Maharadja", zei
Basli. „waarom maakt dat vele geld
U zo bedroefd?" „Omdat ik daardoor
de slaaf wort van allemaal dure din
gen". zei de Maharadja. „Vliegtuigen,
uuto's, hotels, ik kan ze langzamer
hand niet meer zien! Ook ik zou wel
eens iets nieuws willen beleven, iets
anders!" „Heeft U wel eens in een
klein huisje in de Zwitserse bergen
gewoond?" vroeg de speurder. „Zo'n
huis waar een goedige koe voor de
voordeur graast cn waar do berg
toppen omheen liggen met hun
sneeuw, als paasbroden, met verse
poederstuiker bestrooid?" De ander
glimlachte. „Voor zoiets zou ik negen
tiende van mijn jaarlijks inkomen
over hebben", zei de Maharadja. „Ac-
coord", antwoordde Basli Plechtig
reikten de twee mannen elkaar de
hand.
(Vervolg)
„Nou, mijnheer, dolgraag".
„Maar bedenk wel, we blijven niet
lang op eenzelfde plaats. We reizen en
trekken het hele land door".
Bianco vindt dat juist fijn en de vol
gende dag tekende hij een contract,
v/aardoor hij in vaste dienst kwam bij
het circus. Hij kreeg tegelijk een vrij-
kaartje voor de avondvoorstelling en
wat hij daar te zien kreeg ging zelfs
zijn stoutste dromen te boven.
Thuisgekomen regelde hij zijn zaken,
nam het hoognodige mee en vertrok een
wc-ek later met het circus naar een an
dere stad. Even viel het afscheid van
de plaats waar hij zijn prettige jeugd
jaren had doorgemaakt, zwaar. Nu be
gon voor Bianco een leven vol afwis
seling. Niet alleen in het eigen land gaf
het circus voorstellingen, maar ook in
het buitenland, zodat hij nu ook ken
nis maakte met landen buiten onze
grenzen, iets waarnaar hij dikwijls
verlangd had.
In het begin was hij zo'n beetje „du
velstoejager", dat wil zeggen overal en
met alles moest hij helpen. Het gebeur
de ook wel eens dat hij de wilde dieren
moest helpen voederen en de hokken
schoonmaken.
Door dat reizen en trekken, dat heel
vaak 's nachts gebeurde, kon Bianco
niet alle dagen naar de H. Mis, iets,
dat hij erg jammer vond. Maar als het
circus eenmaal opgebouwd was en ze
bleven een week voorstellingen geven,
cian kon hij gemakkelijk 's morgens
een uurtje vrij maken om naar de kerk
te gaan. Dikwijls ontmoette hij dan een
danseresje van het circus en samen lie
pen ze dan uit de kerk naar het kamp.
Dit meisjes Lissette was geboren in
Italië en woonde met haar ouders, die
beiden aan het circus verbonden wa
ren, in één van de woonwagens. Op ze
keren morgen moest Bianco naar de
stad om boodschappen te doen. Er heer
ste een gedrukte stemming op het ter
rein van het circus, want één van de
beste medewerkers, de koorddanser,
was 's nachts ernstig ziek geworden en
lag met hoge koorts te bed. De direc
teur was radeloos. Hoe moest het nu
gaan met de avondvoorstelling? Het
koorddansen was één van de hoogte
punten van de avond en een plaatsver
vanger was nergens te vinden. Toen
Bianco bij de directeur aanklopte, om
te horen of hij nog andere boodschap
pen moest doen, trof hij de directeur in
een sombere stemming.
„Man, praat me niet van boodschap
pen, ik heb wel wat anders aan mijn
hoofd", snauwde de directeur.
„Kan ik U soms ergens mee helpen?"
vroeg Bianco, heel beleefd.
„Wat helpen? Kun jij soms een an
dere koorddanser uit de grond stam
pen?"
„Toch geloof ik, dat ik U wel kan
helpen!" hield Bianco vol.
De directeur werd nieuwsgierig en
vroeg:
„Zeg op, hoe wil je mij helpen!"
Op rustige toon vertelde Bianco nu,
hoe hij zelf een zoon van een koord
danser was en hoe hij als kleine jongen
zich geoefend had in het koordlopen.
„Zou jij het aandurven om van
avond in zijn plaats op te treden? Na
tuurlijk zeer vereenvoudigd, dus niet
dansen maar heel gewoon lopen. Mis
schien, na een paar dagen oefenen kun
je ook dansen. Bovendien zit er geen
levensgevaar aan vast want onder het
koord is een groot sterk net gespannen,
zodat je, wanneer je zou vallen, toch
veilig in het net terecht zou komen".
Bianco nam het aanbod aan en stelde
voor om maar zo gauw mogelijk te
gaan oefenen. Hij ging bij de zlefce
koorddanser de speciale schoenen of
liever pantoffeltjes halen en deze gaf
hem nog enige goede wenken. Een
beetje beschroomd betrad Blanco de
arena van het circus. Wat leek alles nu
anders. De stoelen en banken die rond
om tot hoog waren opgesteld, waren
nu leeg. alleen de arena was vol be
drijvigheid; iedereen was ijverig aan
het oefenen, behalve de wilde dieren,
die kregen op een afzonderlijk uur hun
oefening. Daar mochten alleen de op
passers bij zijn, anders werd hun aan
dacht afgeleid.
Het koord was hoog in het circus ge
spannen en Bianco bekeek dit wel een
beetje angstig. De directeur, die mee
gekomen was, liet het koord flink wat
lager zetten en toen begon de eerste
oefening. r*. st voelde Blanco zich wat
onzeker en het duurde wel enige tijd
voor hij zijn evenwicht gevonden had.
Hij gaf evenwel de moed niet op, be
gon steeds weer opnieuw en hield niet
op voor hij zonder happen de over
kant bereikt had. Het koord werd nu
telkens een beetje hoger gespannen.
Het werd steeds moeilijker en valpar
tijen bleven niet uit. De directeur gaf
bevel er mee op te houden; de eerste
oefening was nu genoeg geweest. De6
middags moest Bianco opnieuw begin
nen, maar eerst moest hij flink gaan
rusten. Het oefenen op het hoge koord
viel geweldig mee. De gedachte, dat er
een stevig net gespannen was, gaf hem
meer durf en toen hij enige malen zon-
der haperen van de ene kant naar de
I andere kant had gelopen, knikte de
i circusdirecteur hem goedkeurend toe.
Bianco zou dus 's avonds voor het eerst
optreden.
(Wordt vervolgd)
OPLOSSING VAN DE RAADSELS
Pepermunt
Zeeziekte
Een kou
hui$, muis. dat. kat, muisje, piep,
diep, sliep uit, guit.
Deze week is Conny van Veldhuizen,
Haagweg 46, Leiden, de gelukkige, die
het boek gewonnen heeft.
Gefeliciteerd Conny; laat je Ria ook
eens lezen, want die heeft ook reuze
hoar best gedaan.
NIEUWE RAADSELS
Vul liet juiste getal in:
1. Bij een veldbouquet hoort
schoon.
2. Als hij over zijn reizen begint,
praat hij uit
3. Een korfbalploeg bestaat uit
personen.
4. De porseleinen vaas viel in
scherven.
5. De Dionne .ling.
6vliegen In één klap
7. Friesland is bekend om zijn
stedentocht.
8. De soldaten sprongen in de hou
ding. op het bevel: „geeft
De oplossingen moeten ingestuurd
worden vóór 1 December en denkt dan
aan het goede adres: „De krantentuin".
Leidse Courant, Papengracht 32, Lei-
Nu een vraag aan onze grote nichtjes:
Corrie Orie, Stevenstraal 403, Kamer
30, Schevenlngen, is al heel lang ziek.
Ze is 15 jaar. Wie zou haar e.ens een
kaart of een briefje willen schrijven?
Kom, zeg nu niet: wat moet ik aan zo'n
vreemd meisje schrijven. Er is altijd
wat te schrijven, over je school, je
kleine zusje of broertje, over de leuke
dingen die je beleefd hebt, over de af
gelopen vacantie enz. enz. En denk er
dan eens aan dat je Corrie daarmee
een prettig uurtje misschien wel een i
prettige dag bezorgt. Wie doet mee?
Leo van Houten, Jacob Juchstraat 6,
Noordwijk. Fijn Leo dat je zo trouw
met ons mee doet. Alles was goed hoor
vent.
Jopic Honian en Corrie de Zwart,
Sasscnhelm. Twee dikke vriendinnen,
die samen een briefje schrijven en ook
saampjes een antwoord krijgen. Jopie
zal wel gauw een goede hulp voor moe
der worden nu ze in de zevende klas
al die huishoudelijke dingen leert. Was
jii ook maar zo ver hè, Corrie. Dag
kinders.
Een nichtje uit Ilazerswoude schrijft
ons een leuke brief waarin ze over al
les honderd uit babbelt. Ze maakt op
school een mooi geruit schortje. Ze
heeft zo'n' fijne tol. Ze verlangt naar
Sint Nicolans, ze hebben een varken,
die Jacob heet en nu vergeet ze wa
rempel haar eigen naam te schrijven.
Volgende keer beter opletten meisje.
Willy van Steyn, Torenlaan 26, Voor
hout stuurt ons een verhaaltje over
liun poes. Hier komt het:
ONZE POES
Toen ik uit school kwam zat ons
poesje boven op het dak. Ach, dat arme
poesje. Het was door een slaapkamer-
nam op het dak gesprongen om te
proberen een vogeltje te vangen, want
dat lustte zij zo graag. Na een poosje
wilde zij weer naar binnen, maar zag
geen kans om er af te komen. Hoe
moest dat nu? Mijn zusje huilde, want
die hield zoveel van haar. Ze was bang
dat zij in de schoorsteen zou vallen. Zij
liep maar van de ene kant naar de
andere. Wij riepen allemaal naar poes
je. maar het hielp niet. Op het laatst
is mijn broer naar de vliering gegaan
en door het dakraam riep hij aan onze
poes. Zou ze het wagen? Ja hoor, heel
voorzichtig, pan voor pan klom zij er
heen. Toen ze dicht genoeg bij was.
kon mijn broer haar pakken en ons
poesje was gered.
Bea Weycrmans. Kcmpenaarstraal
44, Oegntgeest. Heb je het zo druk Beo.
De volgende keer reken ik vast op een
Leo de Jong, Amaliastraal 2, Leiden.
Zo Leo, kan je al zo goed fietsen. Ze
ker geleerd op de fiets van Je vriendje.
Dag Leo.
Corrie Juffernians, Gasstraat 60, Lei
den. Gelukkig dat je weer helemaal
beter bent. De oplossing was goed.
Jammer dat je niets gewonnen hebt.
Dag Corrie.
Joke Juffermans, Rijksstraatweg 70,
Sasscnhcim. Je gaat zeker wel graag
naar school, als je bij zo'n aardige juf
frouw zit. Je briefje zag er keurig uil,
ik kon merken dat je er heel goed je
best op hebt gedaan. Zo hoort het ook.
Dag meiske.
Toos v. d. Mcy, SaHscnhcim. De mees
te kinderen denken er net zo over als
jij. Wanneer het mooi weer Is, spelen
ze liever buiten en als het waait en re
gent dan hebben ze tijd om een briefje
te schrijven. Volhouden maar Toos,
dan win je ook wel eens een prijs.
Gerard Kaak, de Gencstotstraat 01»,
Leiden. Wat kun jij keurig schrijven
Gerard. Doe je in alle vakken zn goed
je best? Ik ben benieuwd naar dc cij
fers van je Kerstmis-rapport.
DIny van Beest, Hoofdstraat 124,
Sassenheim. Je moet mc eens schrijven
Diny of je dat gedichtje zelf hebt ge
maakt. Ik vind het mooi en bewaar het
zuinig. Het zou wel aardig zijn, wan
neer een nichtje uit de krantentuin
met je wil corresponderen als Jullie
gaan emigreren. Misschien heeft een
meisje, die dit leest er wel zin in. Je
adres weet ze nu. Waar 'gaan jullie
heen? Dag Dlny.
Rickl van Wlcrlngcn, Westclndc 34,
Uoelofarcndiivecn komt nog met een
kort verhaaltje:
EEN ONGELUK
Annie, Ria en Bets waren drie meis
jes die in dezelfde klas zaten en dikke
vriendinnen waren. Annie was eens
ongehoorzaam.
Moeder had gezegd: „Annie, na
schooltijd moet je regelrecht tiaar huis
komen".
Annie had gezegd: „Ja moeder"
maar ze volbracht haar belofte nlot.
Na schooltijd vroegen Ria en Bels
aan Annie: „Ga je mgc touwtje sprin
gen?"
Annie vergat haar belofte aan moe
der en zonder nadenken antwoordde
ze: „Ja".
Toen het half vijf sloeg, holde ze in
eens weg. De meisjes stonden verstomd.
Annie was helemaal in do war. Ze wist
niet meer wat ze deed en vloog in volle
vaart de weg over. Het gevolg was dal
ze onder de auto kwam die juist met
grote snelheid over do weg reed. Een
luide gil, meer niet. Ze had haar been
gebroken. Toen ze beter was heeft ze
onthouden: Haastige spoed is zelden
goed.
Tot de volgende keer.
TANTE JO en OOM TOON.