Een lange Taptoe met weinig licht en een lawaaierige muziek-ruzie 7.900 Leidenaars haalden hun haring en wittebrood Twee dames van samen 900 pond en nog veel meer op het Schuttersveld Burgemeester dronk champagne uit een oude, zilveren beker yus* Nat. Kortebaandraverij DONDERDAG 4 OCTOBER 1951 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 2 Als we nu eens heel eerlijk mogen zijn, moet gezegd worden, dat de Taptoe van Dinsdagavond enigszins een teleurstelling is geworden. Niet vanwege het aantal deelnemers; di« was zo mogelijk nog groter dan v< rige jaren; ruim 5.000 mres' jeugdige personen namen er aan deel. Ook niet wat de organisatie betreft; het aantal opstoppingen was zeer gering en de Taptoe-commis sie deed haar uiterste best om alles vlot te laten verlopen. Teleurstel lend was echter, dat er nog minder licht dan andere jaren werd meege voerd. En het was voorheen toch al niet zo veel! Wc denken b.v. aan groepen als de R.K. Gym.ver. „Vic torie", die keurig marcheerde, maar zonder een enkele lampion of fak kel. Zo waren er meer. Ook „Spor tief" verscheen als een gediscipli neerde groep, maar geheel in het duister gehuld. De toeschouwer vraagt zich in zo'n geval teleurge steld af, waarom die groepen eigen lijk meelopen. Een Taptoe moet toch een zee van licht zijn? Bovendien kenmerkte deze Taptoe zich door wat wij zouden willen noemen de „muziek-ruzie". Het 3 October-bestuur had zich verzekerd van de medewerking van de Drum band Nat. Reserve Zuid-Holland en van de Marine-kapel uit Valken burg, die beide een echte „Taptoe" zouden blazen bij het standbeeld van burgemeester Pieter van der Werff. Prachtig! Het klonk indruk wekkend. Maar waarom moesten de militairen blijven spelen, toen de stoet waaronder zich misschien wel twintig muziekcorpsen bevon den voorbij trok? Begreep men dan niet, dat het voor deze muziek corpsen waaronder bands van verkenners, padvinders, enz de grootste eer is muziek te mogen ma- kon terwijl zij defileren langs het standbeeld on het volledige college van burgemeester en wethouders? De militairen bleven spelen en door hun geluid geïmponeerd, zwegen de Leidse corpsen, wanneer zij het standbeeld naderden. Een enkele maal werd echter toch doorgespeeld, dwars door de militaire muziek heen, zoals o.a. het Chr. Tambour- en Pijperscorps „Kunst en Genoe gen" deed. Het veroorzaakte een hels lawaai, dat niets met kunst en nog minder met genoegen te maken had. Dan was er nog het carillon, dat om kwart voor acht begon te spe-, len. Er was verzocht in de omgeving van het Stadhuis geen muziek te maken in de Taptoe, zodat men het nieuwe carillon goed zou kunnen horen. Verschillende bands bleken dit echter niet begrepen te hebben Monumentale lantaarn onthuld en speelden lustig door, zodat ook Taptoe ook veel moois te vertellen hier een niet bepaald fraaie muziek- j Dat begint 's avonds om zeven uur combinatie verkregen werd. Genoeg echter. Er valt van al, wanneer uit alle hoeken van de de stad de groepen optrekken naar de Kaasmarkt en uit alle richtingen de muziekcorpsen komen opdagen. Dan dreunt het getrommel door de stra ten en is heel de stad van gedaver vervuld. Op de Kaasmarkt zien we weer de gebruikelijke bijenkorf-drukte. Heerlijk om te zien! Han de Wilde loopt, druk gesticulerend met zijn wandelstok, heen en weer te dra- ven en de heer Commandeur staat dit alles heel kalm aan te zien, als of er niets aan de hand is. Dan dwarrelen gymnasten, verkenners, padvinders, gidsen, voetballers en muzikanten in een bonte mengeling door elkaar. Bevelen klinken over en weer. Hier en daar worden de fakkels reeds ontstoken. En dan wordt het vertreksein ge geven. In een lange sliert verdwijnt de Taptoe via de Pelikaanstraat, om de rondgang door de stad te maken. Inmiddels zijn de straten volge stroomd met feestvierende Leide naars Er is bijna geen doorkomen meer aan; op alle trottoirs staan de mensen, dicht opeengepakt, te rek ken om toch vooral niets te missen van het kleurige schouwspel. Een enkele maal hoort men een bewon derende kreet, wanneer een groep iets aardigs bedacht heeft. We den ken b.v. aan de meer dan levens grote voorstelling van Baden Powell (getekend door kapelaan Thomas, zie de foto), die de verkenners van de St. Lodewijksgroep temidden van fakkellicht meevoerden. En aan de reusachtige (papieren) Harte- brugkerk, die de Gidsen tussen zich in droegen. Grappig was de groep van speeltuin „Ons Eiland", fier de St. Paulusband (R.K. Lyceum), stoer de St. Franciscusband (Harte- brug), vlot de R.K. Gym.ver. .Groen Wit" en dapper dat grote aantal eigenlijk te kleine jongens en meis jes, dat zonder vermoeidheid te to nen meemarcheerde. Wat hebben we gelachen om dat hele dikke meis je, dat zo parmantig langs burge meester en wethouders defileerde, en wit straalde het standbeeld van Van der Werff in een feestelijke gloed van schijhwerpers. Zeker, er is over deze Taptoe ook veel goeds te vertellen! EN DAAR SCHUIFELDEN we weer door de Steenstraat, omkneld door een duizendkoppige menigte, die uitgelaten het feit herdacht, dat vele jaren geleden een groepje uit gehongerde voorvaderen zich onder aanvoering van een weesjongen op een prakje hutspot wierp. De tram tingelde zenuwachtig om zich een weg te banen door de feest- mutsen en boven het rumoer uit klonken de metalen stemmen van het kermisterrein, waar o.a. een zekere juffrouw Bolivia met haar zuster te bewonderen waren, omdat zij tesamen 900 pond wogen. „Wat een gewicht", zuchtte een oude historicus en in zijn gedachten zag hij burgemeester Van der Werff voor zijn volk staan, mager en uit geteerd, maar desondanks nog royaal aanbiedend; „Eet mij maar op". De Leidenaars hebben van dit aanbod geen gebruik gemaakt. Het Het was maar een zeer korte en eenvoudige plechtigheid, waarmede Dinsdagmiddag om half vijf de mo numentale lantaarn op het Stad huisplein door de 3 October-vereni- ging aan het Gemeentebestuur werd i waarom daarvan is een open vraag overgedragen. De voorzitter, mr. W. f J. Geertsema, herinnerde aan het bedrag van ruim 7.000 gulden, datj met een collecte door de Leidse i burgerij bijeengebracht was en dat na overleg met het Gemeentebe stuur bestemd werd voor de bouw van een voetstuk en het plaatsen van de monumentale lantaarn, die reeds in de oorlogsjaren door de Ge meente was gekocht. Spr. hoopte, dat dit monument van de Leidse bevolking tot in lengte van jaren het Stadhuisplein zou sieren. Burgemeester jhr. mr. F. H. van Kinschot aanvaardde het geschenk in grote dankbaarheid en noemde het de „finishing touch", waarop het Stadhuisplein jarenlang gewacht had. Op dit, wat spr. noemde een plechtig en weemoedig moment, wilde de burgemeester mevr. H. F. BlaauwBerkhout verzoeken dit monument te onthullen, dat ge bouwd is ter herinnering aan de overleden bouwmeester van het prachtige Leidse Stadhuis, ir. C. J. Blaauw. Het doek viel cn een bron zen plaquette werd zichtbaar, waar op de tekst te lezen was; C J. Blaauw. architect te Haarlem, ont wierp dit stadhuis en leidde de bouw daarvan van 1935 tot aan zijn over lijden in 1947. Nadien werden de genodigden, waaronder zich vele raadsleden en de opvolger van ir. Blaauw, prof. H. T. Zwiers bevonden, op het Stad huis ontvangen. Ondertussen stroom de het publiek toe, om deze nieuwe aanwinst in het Leidse stadsbeeld te bewonderen. gobleven. Idealisten beweren, dat de liefde voor de burgemeester gro ter was dan de honger, maar de rea listen zijn een ander standpunt toe gedaan. „Er zat geen draad vlees aan die man", zeggen zij en aan een geraamte kan je je honger niet stil len. Bolivia en haar zuster lachen; een schaterlach van 900 pond. Maar als zij op die historische dag naast bur gemeester Van der Werff hadden gestaan en geroepen: „Eet ons maar op!"Nou, dan hadden we 't niet geweten. Meteen zitten we midden in de feestvreugde. Wat is 3 October zon der een hosconcert. De massa deint en sprint en het zijn werkelijk niet alleen de jongelui. Die dikke mijn heer, altijd een en al ernst, staat nu te schreeuwen. „Vooruit, de benen van de grond". Zijn vrouw zucht. Wat kan een toe door stuur op het Stadhuis ont vangen wordt. Dinsdag avond werd deze traditie gewijzigd, want pas na af loop kwam het gezelschap in de koffiekamer bijéén We zagen het Collegium van het L. S. C., het be stuur van de V.V.S.L.. ma joor H. C. C. H. Kuipéri garnizoenscommandant, dc heer W v. d. Laan, oud voorzitter en erelid, vevtc genwoordigers van de Gro ningse Vereniging van Volksvermaak en een de putatie van de Alkmaars October-vereniging. De verrassing van dez avond was een groot schil derij, voorstellend het eter van haring en wittebrooc' na het ontzet op 3 Octobei 1574. Men herkent in een der figuren burgemeester van der Werff. Dit schilde rij werd in 1850 geschil derd door H. E. Reyntje (18171859). die het op October 1851 aan het Gc meentebestuur aanbood Het in zeer romantisch' stijl geschilderde schilderi werd in „De Lakenhal opgehangen en siert teger woordig een kantoor var de Kamer van Koophandc Uit dankbaarheid voor di geschenk bood het toenm- lige Gemeentebestuur d schilder een zilveren be ker aan. die als familieb zit over de gehele wereld gezworven heeft. Eerst naar Indië, daarna 26 jaar in Frankrijk, tenslotte t t sedert enige weken weer in Leiden, ter werkt verder om tot grotere een achterkleinzoon van de schil- borreltje van een ernstig mens ma ken. Daar gaat hij weer. Iedere keer een sterker staaltje. Zijn voet moet boven zijn hoofd uitkomen en het lukt. Zijn beenspieren kunnen er nog tegen, maar helaas het gestikte naadje van zijn broek niet. Krak, krak.... Je hoort het amper, maar hij voelt, dat er iets misloopt. Het lijkt, of iemand hem kietelt. En dan wordt ,er gewezen. Een wit stukje onderbroek loert nieuwsgierig naar het gekrioel, dat eerst verborgen was. Maar wat geeft een scheur in je •broek? Vijf minuten later heeft de heer de hoofdprijs bij een licht- loterij. Dozen bonbons worden opge stapeld tot de dikkerd ze bijna niet meer dragen kan. „Heb je genoeg?", vraagt de baas van het spul. „Zat", is het antwoord. „Maar we beginnen pas", zegt de baas. „Hier twee dozen toffees on der je oksels. Twee zuurstokken in je mond en twee achter je flaporen. Daag, zie maar dat je thuiskomt". En daar gaat hij. Met zijn prijzen, zijn vrouw en zijn kapotte broek. De kermis draait verder. Schiet tenten, kop van Jut, bommenwer pers, vlooien-theater, lachspiegels, draaimolens. We zien er vele oude bekenden. Het lieftallige meisje van Dender- monde, dat haar hoofd van haar romp kan halen en dan kans ziet om de toekomst te voorspellen, hetgeen verband houdt met het feit, dat haar vader een moordenaar was en haar moeder stierf in een krankzinnigen gesticht. Maar Daphne Diana, het Griekse wondermeisje, dat van 's morgens vroeg tot 's avonds laat haar ge raamte laat zien, is nergens te te- speuren. Misschien is zij definitief een geraamte geworden? Een jongeman en een meisje staan op een podium om een hoofdprijs uit te kiezen. „Kijk dat stelletje staan", zegt de baas, nog zo echt verloofd". Ze kiezen een keukenuitzet, maar op dat moment komt een oude man verhaal ophalen. Hij heeft een beertje gewonnen en neemt er geen genoegen mee. „Hier heb je een koek d'r bij", zegt de baas royaal, maar opa blijft te gensputteren. „Nou opa, nog een doosje choco- laadjes dan, maar nu a s de gesmeer de bliksem weg, of ik roep een po- litie-agent". En ook opa gaat en vindt, dat hij het link bekeken heeft. Maar nu als het half elf is! In alle hoekjes en gaatjes staan paling-etende lieden. Dat kunnen ze in Leiden. Je glibbert over de vel len en je krijgt geen hans om een café binnen te komen, want overal is het even druk. Wie kan hier een nuchter, niet uit zijn evenwicht te brengen mens blij ven? Oh, dacht U dat? Op de plaats, waar over enkele minuten het vuur werk afgestoken zal worden staan twee heren te redeneren. Moet de Mare gedempt worden of niet? Dat is onuitstaanbaar en de lucht- kanonnade, waarmee het vuurwerk begint, overstemt gelukkig dit anti- drie-October-debat. Leidens jeugd weet het al. Bij iedere vuurpijl behoor je „Ohhhüü" te roepen. 1 De balletjes aan elastiekjes hebben speciale mogelijkheden in de duistere ogenblikken, evenals de waterpis tooltjes. Op de meest ongelegen mo menten krijgt men zo'n bal op het hoofd of een straaltje water tussen de boord. „Dat is geen stijl", roept een heertje van ordentelijke huize. Maar de paedagogische roeping van zulke mensen blijkt tot verstikking gedoemd op zo'n feestavond. Het vuurwerk is een prachtig slot van de 3 Octoberviering. Een prach tig juwelenbouquet met diamant lichtjes en jasminfonteinen heffen de toeschouwers uit boven de ker mis jool. Ze worden er stil van. Het is een tinteling van kleuren, waarin „Het grote Chinese Ruiten front" en een magnesium waterval de hoogtepun ten zijn. De slotdecoratie is een grote huts pot, gevat in diamantvuren en flankeerd door draaiende rozetten, gekleurde bloemen en bouquetten. Werkelijk een zeer geslaagd vuur werk. En dan schuifelen de mensen weer door de straten. Hier nog een af zakkertje; daar een zakje patates frites of een oliebol. Maar de luidruchtigheid begint er af te gaan. Langzaam maar zeker, begint het besef door te dringen, dat er een werkdag in aantocht is en die vraagt niet: „Hoe laat ben je gister avond naar bed gegaan". Zo beginnen de straten leeg te raken en eindelijk herkennen de po- litie-agent en de nachtwaker weer de gewone rust van iedere nacht. Op de straten liggen de palingvel len en de vette papiertjes. De gemeentereiniging kan weer vooruit. FLIP. „Echt Leidenaars!" zei een heer misprijzend, toen hij Dinsdagavond tijdens de Taptoe tevergeefs gepoogd had door een rij mensen heen te ko men. Hij had echter het moment verkeerd gekozen om de Leidenaars te beoordelen. Inderdaad waren er burgers Dinsdagavond zozeer in be slag genomen door het verdedigen van hun goede plaatsje, dat zij zelfs niet voor officiële personen met ho ge hoeden willen wijken. Wanneer de teleurgestelde heer met ons gistermorgen om 7 uur in het Waaggebouw present was ge weest, had hij waarschijnlijk weer gezegd „Echt Leidenaars", maar zijn stem zou ongetwijfeld geheel anders geklonken hebben. Een rij van hon derden meters lang stond ordelijk voor het gebouw opgesteld en wij, die dit evenement voor het eerst mochten meemaken, stonden ver baasd, dat slechts twee of drie poli- tie-agenten nodig waren, om de rij in „het gelid'" te houden! Nooit is de toeloop zo groot geweest, werd ons binnen verteld, zelfs niet in 1911, toen er behalve haring en wit tebrood ook nog tabak en thee be schikbaar werd gesteld. De geruch ten van enige weken geleden, die het grote enthousiasme in verband wilden brengen met de koffiebon, zijn dus door de feiten tegengespro ken. In een onafgebroken rij trok ken van 7 tot 10 uur 7900 Leidenaars langs de banken van het boterhuis, om hun symbolische gave in ont vangst te nemen en de commissie, belast met de uitdeling, die vergele ken met vorige jaren een aanzien lijke uitbreiding had ondergaan, kwam nog handen te kort. Buurtver enigingen, voorafgegaan door mu ziekkorpsen trokken in hun geheel naar het Waaggebouw en de Har moniekapel T. en D. zorgde de laatste uren van de uitreiking voor de mu zikale omlijsting. Zoals ieder jaar, was het ook nu weer een groot moment, toen burge meester v. Kinschot zijn haring met wittebrood in ontvangst kwam ne men. Hierna nam de burgemeester enige ogenblikken achter de tafels plaats en reikte aan het dochtertje van een „poorter" persoonlijk de gave uit. Even werd het stil in de gezellig drukke hal, toen de zaakgelastigde van India met zijn echtgenote en gevolg deze historische plechtigheid kwam bezichtigen. In India heerst momenteel op vele plaatsen dezelfde nood, als nu 377 jaar geleden hier in Leiden. Haring en wittebrood, voor ons hier een schone traditie, zou voor vele mensen daar de red ding van htm leven betekenen, zo als het in 1574 duizenden Leidenaars van een wisse dood gered heeft. Omstreeks 10 uur begon de stroom iets te minderen. Kaal werden de tafels, die enige uren daarvóór nog onzichtbaar waren door de stapels wittebrood. Vanuit het raam van een hoekhuis in de Mandenmakers- steeg staarden nog steeds de drie kleine meisjes uit het Verre Oosten, die vanaf 7 uur met verbaasde blik ken naar de Leidenaars gekeken hadden, die zo vriendelijk het Waag gebouw binnenstroomden, om er aan de andere kant met haring en wittebrood uit te komen Het was te zien, dat hun breintjes het na drie uur trouw kijken nog niet konden bevatten Matige vertoning op het Levendaal Voor het eerst in de geschiedenis pjes in de Levendaal-aanplant sneu- (Foto's: „De Leidse Courant der dr. ir. H. M. J. Hart. zich in Sleutelstad gevestigd heeft. Omdat het precies honderd jaar geleden is. dat dit schilderij werd aangeboden kreeg het op deze avond een ereplaats in de koffiekamer en tot aller verrassing dronk burgemees ter van Kinschot toen hij een toast uitbracht de champagne uit de zilveren beker. Dr. Hart was er glimlachend getuige van. Voordien had de burgemeester har telijke woorden gesproken tot mr. Geertsema en er aan herinnerd, dat de 3 October-vereniging thans 65 iaar bestaat. Een leeftijd, waarop vele mensen van een welverdiende rust ;aan genieten. Deze vereniging ech- bloei te geraken, nu na het tijd perk—Van der Laan het tijdperk- Geertsema is aangebroken. De heer Geertsema zag in zijn dankwoord enige zwarte wolken bo ven de toekomst van de 3-October- vereniging hangen, voornamelijk om dat over enige jaren het Schutters veld er niet meer zal zijn. Spr. was er echter van overtuigd, dat de perfecte en nog steeds groeiende samenwer king met het Gemeentebestuur tot een goe'de oplossing voor deze kwes tie zou leiden. Dank werd ook ge bracht aan wethouder A. J. Jonge- leen. die zich beijverd had om caril lon en lantaarn tijdig klaar te krij gen van de 3 Octobervereniging werd op het Levendaal een Kortebaandra verij gehouden voor paarden onder de man. Of dit experiment in den vervol ge zal kunnen worden voortgezet hangt af van de vraag wat de ba lans van dit sportgebeuren zal zijn, m.a.w. of de gemaakte kosten op wegen tegen het resultaat. Er moest heel wat werk worden verzet om het Levendaal van Kraaierstraat tot Plantsoen voor de paarden begaanbaar en voor de toe schouwers toegankelijk te maken. Vanaf 6 uur in de vroege morgen tot half negen zijn 24 man van ge meentewerken onder leiding van de heer v. Ingen bezig geweest het Levendaal met zand te bestrooien. Een oppervlakte van 4000 m2 kwam hiervoor in aanmerking, waarvoor 48 m3 zand nodig was. Bovendien moest ruim 700 meter straat met touwen worden afgezet en na af loop moest alles, het zand incluis, weer worden opgeruimd, wat lang geen sinecure was. Het was verheugend, dat er zo veel belangstelling voor deze dra verij, die ging over een afstand van 225 m., werd getoond, maar die be langstelling had ook weer tot ge volg, dat verschillende jonge boom- velden, hetgeen voor de gemeente weer extra kosten meebrengt Of nu het effect van de draverij tegen de gemaakte kosten zal opwe gen, zullen de resultaten moeten uitmaken. Qua sport achten we deze drave rij minder geslaa van toeschouwers aan beleefd hebben. Veel spanning zat er over het algemeen niet in cn er werd door de deelnemers dik werf meer gegaloppeerd dan ge draafd. Er waren 18 deelnemers opgeko men, die in verschillende omlopen elkaar de eer der overwinning be twistten. Uiteindelijk bleven er zes deelnemers voor de prijzen over cn het eindresultaat werd: le prijs: H. v. Rijn met „Nelie", 2. Kees de Jong met „Robbie", 3. Adri Peters met „Jans". 4. J. Versteegen met „Vic- al zullen tal tor", 5. P. v. d. Berg met '.Jopie", er wel pleizier 6. J. van Gooswilligen met „Willy".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6