BRUISENDE FEESTVREUGDE IN EEN
STAD VOL VAN KLATEREND ZONLICHT
HEEL LEIDEN VIERDE 3 OCTOBERFEEST
Haagse indringers
Het carillon speelde
DONDERDAG 4 OCTOBER 1931
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - EAGINA 1
TOEN GISTERENMORGEN de torenklok zeven slagen beierende over een reeds
half ontwaakte stad en de eerste zonnestralen nieuwsgierig uitkeken over het
hoge Stadhuisklok plechtig en gedragen ons volkslied door de klare stille mor
gen. Een majestueuze opening van het grote Leidse feest; het sein om op te staan,
de vlaggen uit te steken en naar buiten te komen. De eerste Leidenaars waagden
zich reeds op straat en snoven met behagen de pittige herfstlucht in. Hoger klom
de zon, warmer werden haar stralen, feestelijker haar gloed. En toen om half acht
de laatste tonen van „Wien Neerlands Bloed" als slot van de reveille geblazen wer
den, glansde de stad reeds in een gouden luister van klaterend zonlicht. Nog was
het niet druk op straat, nog was er geen feeststemming. Maar over alle huizen en
in alle straten lag een glans van blijde verwachtting. Kon het mooier? Had men
ooit op zulk prachttig herfstweer durven hopen? „Wordt wakker, het zonnetje is al
op dachten wij, toen de Leidse Politiemannen vanaf het Stadhuis-balson hun re
veille bliezen. Wordt wakker en ga mee naar buiten; het feest gaat beginnen.
/VP DAT OGENBLIK stroomden reeds
honderden stadgenoten naar het
Waaggebouw, om hun haring- en witte-
broodgave in ontvangst te nemen. Onze
collega, die deze traditie nog nooit had
meegemaakt, geeft elders in dit blad zijn
indrukken weer.
Een half uur later werd het ook druk in
het Van der Werffpark, waar de Chr. Mu
ziekvereniging „Concordia" zich weer aan
de voet van het monument had neergezet,
als centrum van honderden Leidenaars,
die kwamen meezingen met de Koraalmu-
ziek. Klokslag acht uur hief Leo Mens
zijn dirigeer-stokje op en klonken de vro
me psalmen in een machtig koor omhoog.
Wonderlijk, zo voortreffelijk als deze toch
niet op elkaar ingestelde mensen samen-
zongen! Het publiek, dat aan de overkant
langs de Steenschuur, belangstellend toe
keek, bleef doodstil, gevangen in de ban
van deze stemmige zang.
Burgemeester van Kinschot en echtge
note bevonden zich met het 3 October-be-
stuur en andere genodigden onder de
zangers. Aan mevrouw van Kinschot werd
een bouquet rood-witte bloemen aangebo
den en de burgemeester hees de traditio
nele krans omhoog naar de bronzen arm
van Pieter van der Werff.
INMIDDELS waren andere Leidenaars
naar het Levendaal getogen, waar als
bijzondere attractie van dit feest een na
tionale kortebaandraverij werd gehouden
Onze sportredacteur vertelt er meer van.
En onze militaire medewerker verhaalt
elders in dit blad hoe om negen ifür een
militaire parade door de stad trok, ge
volgd door een défilé voor het Stadhuis.
Ondertussen ging de uitdeling van ha
ring en wittebrood nog maar steeds voort
Er kwam bijna geen einde oon! Bovendien
werd het om tien uur ook druk op de
Oude Singel, toen 3100 Leidenaars en
vreemdelingen de trappen van het stede
lijk museum ,.De Lakenhal" beklommen,
om voor de zoveelste maal het schilderij
van Van der Werff te zien en in de op
nieuw ingerichte afdeling stadshistorie
weer stil te staan bij de Hutspot en andere
voorwerpen, die ons uit de tijd van Lei-
dens Beleg en Ontzet zijn overgebleven.
Flip voelde echter niets voor de Laken
hal. Hem trok het „springen van de fon
tein" op de Vismarkt, hetgeen U elders
lezen kunt. Het werd steeds drukker op
straat. Jongelui trokken in zingende groep
jes heen en weer. de straatmuzikanten
verschenen en uit de reeds volle café's
klonk het opgewekte rumoer van men- j
sen, die eens echt feest wilden vieren In j
duizenden keukens stond de hutspot met
klapstuk op het vuur. De walm, die ei af
sloeg, zo vertelde 's avonds Roland Wag-
ter in de Stadsgehoorzaal, hing zó zwaar
in de straten, dat men er tegenaan kon
leunen! Tegen twaalf uur zag men hoe de
mensen hier en daar reeds een goed
plaatsje zochten voor de optocht, die om
één uur vanaf de Bunggravenlaan ver
trekken zou. Op het Gangetje galmde een
stem door de microfoon, om de feestvier
ders aan te sporen een voedselbonnetje te
kopen ten bate van „Hongerend India"/
Het resultaat was niet slecht een bedrag
van ruim 2326 gulden werd ingezameild.
I"\E DRUKTE bereikte een hoogtepunt,
toen om half vfjf de optocht ten ein
de was en tienduizenden naar het Schut
tersveld togen, om zich daar in het brui
sende feestrumoer ta storten. Is het na de
oorlog ooit zó druk geweest in het Luna
park? 's Middags om vijf uur kon men
er bijna geen voet verzetten. En het ge
schreeuw van de standwerkers, het ge
loei van de orgels, de schelle bellen van
de draaimolens en het geknal van buksen
vloeide ineen tot een cacaphonie, die ho
ren en zien deed vergaan.
De schemering bracht een adempauze.
Het werd iets rustiger op straat en de
stad kreeg een extra feestelijk aanzien,
toen overal de reclame- en etalage-ver
lichting ontstoken werd.
Brie snapiiots uit ae optocht. Boven: stad
houder Willem III, koning van Engeland,
in de gouden koets. Midden: een klein
meisje op de praalwagen van de 3 October-
vereniging, die herinnerde aan het 65-jarig
bestaan. Vandaar het jaartal in bloemen
1951. Onder: Een detail uit de praalwagen
die de buskruitramp aan de Steenschuur
in 1807 uitbeeldde. In de verwoeste poort
zit de duivel, met een brokstuk van het
schip op de voorgrond, bovenop het puin.
(Foto's: „De Leidse Courant".
Om acht uur ver:amelden zich duizenden
feestvierders in de grote Gehoorzaal,
waar onder leiding van Roland Wagter
een „Haring- en Wittebrood-variété" ge
bracht werd. We bewonderden Diana en
Daranti in een fantastisch xylophon-
nummer, Gerry en- partner in een buiten
gewone show van evenwichtskunst, de
drie Vadoli's in een griezelig sensatienum
mer op rolschaatsen en Greetje v. Schaik
(geen dochter van de wethouder!) als een
charmante cabaretière met een repertoire
van vlotte liedjes. Minder geslaagd was
het optreden van Liusbeth Lunow en Al-
phons Dankaert, die opera- en operette
muziek zongen, voortreffelijk begeleid
door Cor van Veen aan de vleugel. Een
ietwat rommelig gezongen „Wilhelmus"
was het einde van deze vrolijke avond.
Toen ging het weer naar het Schutters
veld. In het helle licht van duizenden
lampen golfde de feestvreugde tussen de
duizenden mensen. Het „groot schitterend
feest-vuurwetdc" vormde een daverend
slot. Althans van het officiële program
ma. Niet van de feestvreugde, die tot diep
in de nacht langs de straten heerste.
Engens sloeg een café-deur open. Een
troep joelende jongelui trok naar buiten,
een golf van tabak en alcohol met zich
meevoerend. Elders schreeuwde een* fruit
koopman zijn laatste druiventrossen van
de kar. De straten lagen bezaaid met
schillen, palingvellen en papier, de stoffe
lijke resten van een feestdag die een ju
belende symphonic van welluidende klan
ken was geweest, waarin de enkele wan
klanken, als iets onvermijdelijks maar op
de koop toe genomen moesten worden.
DE STAD LEIDEN heeft weer feest
gevierd, zoafis men dat van Leiden
gewend was. Uitbundiger en vrolijker,
dan men onder deze tijdsomstandigheden
van geldschaarste had mogen verwachten
Grandioser dan men had durven hopen,
omdat het weer zo zeldzaam mooi was.
Drukker, omdat het aantal bezoekers
van buiten de stad groter was dan ooit
Een feest, dat ons en tienduizenden
Leidenaars met ons goed heeft gedaan.
Omdat het 3 October was, de dag, die in
een mengeling van waardig herdenken
en uitbundig vrolijk-zijn de hele bevol
king samenbindt tot één feestend geheel,
dat 377 jaar na de vreugdevolle dag van
Leidens Ontzet zich nog herinnert, hoe
door taaie volharding het voorgeslacht
zich vrijvocht en de weg opende voor een
glorierijk tijdperk van stad en land!
STADSKOK.
/"\OK GISTEREN is de optocht weer het
hoogtepunt geweest van de herden
king van Leidens Ontzet. Met spanning
hebben tienduizenden Leidenaars het uur
verbeid, waarop de kleurrijke stoet zich
voor hun ogen ontrollen zou. Er was veel
over gesproken; het zou iets geweldigs
moeten worden. *Vas men het vorig jaar
niet van een historische optocht versto
ken gebleven omdat er gespaard moest
worden voor 1951. voor het jaar waarin
de 3 Octobear-vereniging haar 65ste ver
jaardag vieren zou? Het moest nu wel
iets bijzonders worden.
Welnu, dat wern het ook! Het onder
werp „Beelden uit Leiden in de 19e eeuw"
onder de titel „Leidse Hutspot", was zeer
gelukkig gekozen en liet ruimte voor vele
mogelijkheden. Er werden feiten in ge
memoreerd, die oudere Leidenaars zich
nog konden herinneren, en de locale kleur
moest iedere Leidenaar wel aanspreken.
In de eerste groep bewonderden we de
kleurige costuiutL., waarmede de Franse
soldaten waren uitgedost, die in 1795 door
de Hogewoerd-poort Leiden binnentrok
ken, terwijl de bevolking danste om de
vrijheidsboom.
We zagen direct al een aardig staaltje
van straat-toneel, waaraan voor het eerst
enige aparte zorg was besteed. Ook de
groep studenten, voorstellend hun voor
gangers, die meevochten in de Tiendaag
se Veldtocht van 1831, mochten er zijn.
Zij maakten er een leuke troep van. die
plezier had in het legertje-s- 'on. Prach
tig was de praalwagen, die buskruit
ramp van 1807 uitbeeldde, t rafgegaan
door koning LodewijkNapoleon, die Lei
den enkele uren na de ramp bezocht.
Wie Tsarewitch Alexander was, zullen
de meeste toeschouwers niet geweten heb
ben. Belangrijk was trouwens alleen maar
het feit, dat hij een bezoek bracht aan
prof. Siebold, die aan de Hoge Rijndijk
een Japanse tuin had, genaamd „Nippon",
voorgesteld op een magnifieke praalwa
gen, welke door charmante Japanse da
mes omgeven werd.
Ietwat rommelig was het bezoek, dat
de familie Kegge in 1840 aan Leiden
bracht, althans in de fantasie van Hilde-
brand, die dit verhaal in zijn meesterlijke
Camera Obscura shreef. We zagen Jan
Adam Kegge met mevrouw, grootmama
en Henriëtte in een rijtuig, gevolgd door
De fontein sprong
Ja, natuurlijk stond het er ook
deze keer. Punt 8 van het feestpro
gramma: Springen van de fontein.
Voor Leidenaars is het gewone kost,
maar de vreemdelingen, die aan de
hand van de feestwijzer een ontdek
kingstocht door Leiden maken,
staan bij het springen even stil. Dat
moet iets bijzonders zijn, denken ze,
want het spuiten van een fontein
zet je niet op een feestprogramma.
Lieden, die met de militaire
dienst in aanraking zijn geweest,
hebben het idee, dat „springen" iets
te maken heeft met opblazen en de
meer romantische hopen, dat die
fontein een dansje gaat doen.
En zo stond er ook gisteren weer
een flinke groep mensen op de Vis
markt. Om tien uur precies arriveer
de de ambtenaar om het ijzeren
iuik open te maken en de kraan
^en slag om te draaien.
En welk een schouwspel! Onze
dolfijnen zetten hun neusgaten open
en uit alle hoekjes en gaatjes plas
ten grote en kleine,- fyne en brede,
krachtige en zwakke stralen. De
dorstige koppen onder aan dc fon
tein keken naar het stromende wa
ter en de toegestroomde menigte
eveneens. Je krijgt er gewoon dorst
van. Misschien is dat de bedoeling
ook wel! In ieder geval hebben ve
len zich gelaafd, al was het niet met
water.
FLIP.
de zoon William Hildebrand, de fat Van
der Hoogen, bakker de Groot en andere
bekende figuren uit de Camera. Zelfs de
windhondjes Azor en Mimi ontbraken
niet, evenmin als de grote hond van
Grootmama. Men had echter moeite om
dit alles in de groep te herkennen.
Interessant was de voorstelling „Leiden
als centrum van Rijnland", uitgebeeld
door een aantal boeren en boerinnen, die
in de Jdederdrachi van 1856, gezeten op of
in sjees, tentwagen, kaasbrik, tilbury en
hoe de wagens verder mochten heten,
naar de stad reden om ter markt te
gaan. Wat is er veel veranderd; wat is er
weinig overgebleven van die romanti
sche tijd.... Nu komen er boeren in
auto's naar Leiden. En zo de boerin mee
komt, draagt zij geen gouden oorijzer,
maar misschien zelfs een ..Fanny-hat".
Van de herdenking van het 300-jarig
bestaan der Leidse Universiteit in 1875,
hadden we ons iets anders en imposan-
ters voorgesteld, alhoewel het zweetka
mertje op een wagen origineel was, te
meer, omdat er een levende student let
terlijk in zat te zweten! Ook hier weer
een aardig staaltje van toneelspel.
Een praalwagen met de jaartallen 1886
1951 herinnerde het publiek er aan, dat
de 3 October-vereniging 65 jaar oud is en
de brandspuit van de Leidse weesjongens
liet ons lachen om de primitieve manier
waarop men vroeger het vuur te lijf ging.
Een puffende Vrijwillige Brandweer, be
mand met vrolijke spuitgasten, verwekte
veel hilariteit. De Paardentram van I960
werd vertegenwoordigd door een exem
plaar uit Rotterdam, omdat de Leidse-
die nog wel aanwezig is slechts op rails
kon rijden, hetgeen bij deze optocht
uiteraard niet mogelijk was. Toon van
Zijp hield de teugels, zoals hij dat vroe
ger echt gedaan heeft, en Roman stond
op het achterbalcon ale een fiere conduc
teur-met-snor!
De mooiste groep was de laatste: een
herinnering aan de grote studenten-mas
kerade van 1905, die toen uitbeeldde hoe
stadhouder Willem III, koning van Enge
land, in 1691 het Haagse Congres bezocht.
De stadhouder was gezeten in Leidens
gouden koets en omgeven door een groot
aantal edelen, allen uitgedost in de
pracht en praal van onze gouden zeven-
tierde eeuw.
Het getheel overziend menen we het
Drie snaphots naast de optocht: Boven: De
Politie heeft gisteren weer een buitenge
woon drukke dag gehad, om het verkeer
in goede banen te leiden en het publiek
op een afstand te houden wanneer de op
tocht naderde. Veel bewondering trok de
agent, die een prachtige schimmel bereed.
Midden: In de Korenbcursstceg maakten
enige kinderen het zich gemakkelijk op de
rand van het trottoir. Een grote zuurstok
veraangenaamde het wachten op de op
tocht. Onder: Een vrolijk groepje met punt
mutsen en feestneuzen ergens op dc Hoge
Rijndijk, even nadat dc optocht gestart
was.
best een karakteristiek te kunnen geven
met de woorden „meer geschiedenis dan
praal". De optocht was niet zo rijk als in
vroeger jaren wel eens het geval geweest
is. Er waren weinig praalwagens en het
teveel aan voetvolk diende kennelijk om
aan een behoorlijke lengte te komen. Maar
daarmee wil niet gezegd zijn, dat deze
optocht niet mooi was. Dc voorstellingen
waren met veel zorg en deskundigheid
samengesteld en de herinnering, die cHt
alles opriep, vergoedde veel van wat er
mogelijk aan pracht en praal ontbrak.
Tussen de vele rijtuigen, die zich op de
Burggravcnlaan opstelden voor de op
tocht, bevond zich plotseling ook een
prachtige geel-zwarte mailcoach, bemand
met palfreniers in helrode uniformen. Een
prachtige groep. De heer N. A. Comman
deur, voorzitter van de Optocht-commissie,
keek echter zeer wantrouwend, want déze
groep kwam in het schema niet voor Het
bleek een reclame-wagen te zijn van een
Haags restaurant. Toen de stoet zich om
één uur in beweging zette, scheen alles van
een leien dakje te gaan. De indringers dach
ten bijna, dat hun list al gelukt was, toen
op het laatste moment dc heer Comman
deur zijn paard dwars voor de wagen zette
en de bestuurder sommeerde met zijn ge
span uit de optocht te gaan. Pech!
Een van de belangrijkste momenten van
het voorbije feest was ongetwijfeld de cere
monie, die burgemeester v. Kinschot Dins
dagavond om acht uur op het Stadhuis-
balcon verrichtte, toen hij op een knop
drukte en de monumentale lantaarn voor
het eerst ontstak. Op hetzelfde ogenblik be.
gon het nieuv/e carillon te spelen. Beiaar
dier Reinoud Heering speelde eerst het
Wilhelmus, zeer indrukwekkend. Daarna
volgden Vaderlands liederen, die soms he
laas door tromgeroffel van de Taptoe over
stemd werden. De toren stond in helle
floodlight-gloed en was op grote afstand
zichtbaar als een brandende fakkel tegen de
I zwarte avondhemel. Een duizendkoppig
oubliek op Stadhuisplein, Vismarkt, Koren-
beurs, Breestraat enz., luisterde ontroerd
naar de eerste carillon-klanken, die ijl en
i speels uit ae hoge toren neerdaalden,
50e aouden koet* ap het (gangetje 50e Japutióe tuin ap de 3Ca*nemeiftóhwg
£en aptacftt met meet
yeócAiedetiió dan pxaal