Nederlandse strijd tegen de zee
Cloantwten aan ffiim C de ontvoering
Wethouder Schraverus niet ontslagen
\\\JdJjÖfb SPECIAAL alkalivrij voor ZIJDE
[dwaze flati
VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1951
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - H.
1IOEVEEL EEUWEN STRIJDT Nederland al niet tegen het water, doch
zelfs de modernste systemen van drooglegging en dijkbouw hebben
niet kunnen verhinderen, dat de zee ons blijft belagen. Ook het zoute wa
ter heeft zijn „vijfde colonne" in de vorm van een langzaam doorvre
tend verziltingsproces, dat het grootste deel van Nederland schade berok
kent en op de duur wellicht met de ondergang zal bedreigen.
Verzilting betekent een langzame aantasting van de vruchtbaarheid van
de bodem door de inwerking van zout en chloor. Het zout en het chloor
vormen een deel van het zeewater, dat ongeveer drie procent keuken
zout bevat. Dit keukenzout bestaat voor 3/5 uit chloor. In een liter zee
water komt wel 18000 mgr. chloor voor en dit gehalte is zeer nadelig
voor land- en tuinbouwgewassen, dieslechts 300 mgr. chloor in het water
verdragen.
Zelfs de Rijn niet rein.
ONZE DEFENSIEVE KRACHT bij
deze zoutinvasie wordt gevormd door
dijken, dammen, sluizen en zoet wa
ter. Het laatste wordt vooral door de
Rijn als gletscher-rivier geleverd.
Zelfs deze belangrijke ader van
onze welvaart wil ons zo nu en dan
nog wel eens in de steek laten. Dat
gebeurt vooral in de droge tijd. De
rivier bevat dan weinig water, dat
dan tot overmaat van ramp nog een
hoog percentage.... chloor bevat.
Dit chloor komt in het water door de
vele afvallozende industrieën aan de
bovenloop van de Rijn in Duitsland.
Bij een hoge waterstand wordt de
afvalstof voldoende verdund om ge
neutraliseerd te worden, maar in
droge tijden loopt het chloorgehalte
van het rivierwater vrij snel op en
juist dan hebben wij zo'n gebrek aan
zuiver water om de zee te lijf te
kunnen gaan.
Hoezeer wij aan alle zijden door
waterproblemen en dito gevaren
worden omringd, onze deskundigen
kregen er geen waterhoofden van
maar zij zochten en zoeken naar de
wegen om ook op het terrein der ver
zilting de erfvijand de baas te wor
den. Men denkt aan stuwen in de
rivieren, men weet dat de droogge
malen Zuiderzee met zijn resterende
zoetwatermeertjes van vijand tot
vriend wordt gemalen, men overlegt
met Duitse waterbouwkundigen over
het Rijnvraagstuk. Men heeft ook ge
dacht aan het bouwen van dammen
onder in de rivieren om zo de on
derstroom van zout water, dat zwaar
der is dan het zoete, tegen te houden
en de vermenging met de zoete bo
venlaag te bevorderen. Er zijn zelfs
proeven genomen met een molen in
de rivier, die het zoute water naar
boven zou moeten malen, maar de
kosten van zo'n keersysteem zijn wel
erg hoog.
De kust moet korter.
HET BELANGRIJKSTE genees
middel in deze kwaal wordt wel ge
vonden in verkorting van de kust
lijn. Naast een intensieve landhonger
worde# de wel geopperde plannen tot
droogmaling van de Zeeuwse wate
ren en de Waddenzee nog bevorderd
door het verziltingsvraagstuk.
Hierdoor zou de kustlijn worden
verkort van 1400 tot ca. 400 kilome
ter, een belangrijke terreinwinst op
het slagveld van de strijd tegen het
zeewater. Dat slagveld is reeds vele
malen omgewoeld. Bij het optrekken
van de nevel stond onze driekleur
steeds fierder te wapperen in de
ochtend van een nieuwe toekomst.
Daarop mogen wij ook ditmaal ho
pen in de strijd tegen zout en chloor.
VERZILTING VAN
ONZE BODEM
Twee belangrijke deviezenbronnen
de land- en tuinbouw worden
voortdurend op onzichtbare en ver
raderlijke wijze geschaad. In een
droge zomer mag men de geringere
opbrengst van deze belangrijke tak
ken van bedrijvigheid wel op enkele
tientallen millioenen gulden schatten
en dit bedrag wordt steeds groter zo
lang men niet zeer actief tegen deze
rondsluipende vijand gaat optreden.
Met moeite keren wij het zoute wa
ter uit deze lage landen. Wij werpen
dijken op, bouwen gemalen en gra
ven afwateringskanalen. De inpolde
ring van de Zuiderzee bewijst wel
hoever wij het in deze kunst ge
bracht hebben. Ongemerkt komt er
echter veel zout water ons land weer
binnen. Omdat Nederland voor een
groot deel béneden de zeespiegel ligt,
komt het zeewater naar de wet der
communicerende vaten ondergronds
nog zeer ver het land in. Van de
landzijde wordt het daar opgevan
gen door een hoeveelheid in de grond
gedrongen zoet water, dat vooral in
de nabijheid der duinen in grote hoe
veelheden aanwezig is. Er ontstaat
een strijd tussen zout- en zoet nat,
waaruit het brakwater voortkomt,
dat, naarmate men dieper landin
waarts komt, door het zoete water
wordt geneutraliseerd. Het zoete
duinwater wordt echter door veel
leiding waterbedrijven uit de grond
gepompt, waardoor het zilte nat meer
vat op de bodem kan krijgen.
Gelukkig zijn er ook grondlagen,
die het zoute water tegenhouden,
maar naarmate deze meer door nor-
tonputten, tunnels en kanalen wor
den doorzeeft, maakt het zeewater
van deze hulpmiddelen gebruik om
dieper landinwaarts te dringen. Wan
neer wij daarbij acht geven op de
steeds dalende bodem van ons land
en het langzaam stijgende peil van
het zeewater, dan zal men verstaan
hoe de druk hiervan op onze bodem
langzaam toeneemt, waardoor het
steeds dieper ons kleine land binnen
dringt.
Zoet wordt zout.
HELAAS VOERT HET zoute nat
niet alleen een ondergrondse strijd.
Ook bovengronds bedreigt het ons,
zowel van de zee- als de landzijde.
Van de zeezijde gebruikt onze erf
vijand de waterwegen als invalspoor
ten.
Bij opkomend getij rolt het water
met grote massa's de Nieuwe Water
weg binnen. Honderden kilo's zout
worden landinwaats gestuwd zelfs
tot voorbij Rotterdam. Dit zoute of
half-zoute water oefent vanzelfspre
kend een -nadelige invloed uit op de
land- en tuinbouwgebieden in de om
geving (Het Westland) en het gevaar
is zelfs ontstellend groot in droge zo
mers. Dan gaat men er toe over dit
gedeeltelijk uit zee afkomstige water
in de polders toe te laten ter wille
van de scheepvaart en het behoud
van paalfundering onder gebouwen
en huizen, die bij het droogvallen
gaan rotten.
In 1947 liet men toe, dat op deze
wijze wel 5 milliocn kg. zout in op
geloste toestand door het Delfland
stroomde tot grote schade van de
tuingrond.
Over Zeeland hoeven we weinig te
vertellen. Alle eilanden worden daar
bijna door de zee omspoeld en het
verziltingsgevaar is daaraan evenre
dig. Echter ook het Noordzeekanaal
is naast een afvoerweg voor de Am
sterdamse scheepvaart ook een be
langrijke leverancier van het landin
waarts stromende zoute water.
Telkens wanneer de grote schut
sluizen bij IJmuiden opengaan en
hoe dikwijls gaan die gelukkig niet
openwordt er een hoeveelheid zee
water binnengelaten, dat wel twee
milliocn kg. chloor meevoert. Men
heeft wel berekend dat er per se
conde gemiddeld ongeveer 125 kg.
chloor ons land wordt ingestuwd. On
nodig er aan toe te voegen hoeveel
schade de opgroeiende gewassen van
dit chloorhoudende water wel onder
vinden.
De Rotterdamse
spoorwegplannen
De beperkte spoorwegplannen ten
behoeve van Rotterdam zullen on
danks de aanvankelijke financiële
moeilijkheden toch uitgevoerd kun-
I nen worden heeft burgemeester
j Oud in de raadsvergadering meege-
deeld.
Met handhaving van het grote
spoorwegplan zal voorshands wor
den volstaan met de voltooiing van
de spoorlijn NieuwerkerkRotter
dam D.P., waardoor het Maasstation
zal kunnen verdwijnen; de bouw van
een stukgoederenloods aan de West
Zcedyk; verbetering der stationsge
bouwen Beurs en Feijenoord; aanleg
van een nieuwe emplacement D. P.
en de bouw van een nieuw station ter
plaatse.
Deze werkzaamheden zullen in de
jaren 1951, 1952 en 1953 haar beslag
krijgen, met uitzondering van de
bouw van het nieuwe station D. P.
en het Zuidelijk deel van het em
placement voor dit station, met wel
ke werken echter direct na 1953
wordt begonnen.
CONSECRATIE VAN EERSTE
DEFINITIEVE KERK IN
NOORD-OOST-POLDER.
In grote getale zijn dezer dagen
de Katholieken van de Noord-Oost-
Polder bijeen gekomen om tezamen
met hun geestelijkheid de consecratie
van de eerste definitieve kerk in de
Noord-Oost-Polder, en wel te Krag-
benburg, bij te wonen.
Mgr. dr. Jan Olav Smit verrichtte
de zinvolle plechtigheid, waarbij in
het altaargraf de relieken van de
martelaren Georgius en Castus wer
den ingemetseld.
HEROPVOEDING VAN
GEVANGENEN.
Congres van aalmoezeniers en
psychologen.
Maandag 10 en Dinsdag 11 Sep
tember houden de aalmoezeniers
van de gevangenissen en afgevaar
digden van de reclassering en stu
denten in de psychologie een confe
rentie op Drakenburgh. Vooraan
staande medici en psychiaters als
mede de geestelijke verzorgers der
gevangenen zullen daar van gedach
ten wisselen over de psychische as
pecten van de heropvoeding der
gevangenen.
De inleidingen worden gehouden
door dr. de Smet uit Heiloo over
„De psychopathieën en hun opvoed
baarheid", dr. de Vries uit Noord-
wijkerhout over „de homosexuele
psychopathie", dr. Havermans uit
Venray over „De labiele mens en
diens reactie op de detentie" en pa
ter dr. W. Blesse S.J. over „Verant
woordelijkheid en toerekenbaarheid".
De conferenties staan onder voor
zitterschap van de hoofdaalmoeze
nier bij de inrichtingen van Justi
tie, C. A. M. Kroon pr.
LIEFDADIGHEID EN
PROPAGANDA
C.PN. haall bakzeil
in de hoofdstad.
Veertien dagen geleden werd op
verzoek van de communistische
raadsfractie de gemeenteraad van
Amsterdam bijeengeroepen, om te
beraden, welke maatregelen geno
men konden worden, om de nood
der slachtoffers van de wolkbreuk
te lenigen. Toen de burgemeester op
het afgesproken uur de vergadering
opende, moest hij constateren, dat
er te weinig raadsleden aan de op
roep gehoor gegeven hadden, waar
door het vereiste quorum niet aan
wezig was. Trots het gehuil der C.
P.N. werd de vergadering toen afge
last Gisteren was de raad ter be
spreking van hetzelfde agendapunt
bijeen geroepen en 'wederom ont
brak het benodigde quorum. De ge
hele K.V.P.- en P. v. d. A.-fractie
bleek afwezig, benevens enkele le
den van de rechtse raadsfractie. Nu
niet, dat deze fracties de nood van
de slachtoffers der wolkbreuk wil
len kleineren maar zij voelen er
weinig voor, om een ramp te laten
dienen tot propaganda-stunt van de
communisten, vandaar hun hardnek
kige afwezigheid.
BELASTINGBE AMBTEN HOUDEN
TENTOONSTELLING.
Ambtenaren van Financiën, voor
het grootste deel van de belastingen,
zullen onder auspiciën van hun per-
soneelsfederatie, die 26 October haar
eerste lustrum viert, in het centraal
belastinggebouw te Rotterdam een
tentoonstelling houden onder de
r.aam „Financiën in vrije tijd".
Minister P. Lieftinck heeft toege
zegd de openingsplechtigheid te zul
len verrichten.
Het doel van deze expositie is
elkaar en anderen een indruk te ge
ven van de vrije-tijdsbesteding der
mannen en vrouwen van de fiscus,
de douane en de overige organen van
prof. Lieftinck's departement.
De tentoonstelling zal geopend zijn
van 13 tot 27 October.
van tante
15. Die middag slenterde Bim schijn
baar toevallig langs de vijver. Hy
zag dadelijk zijn eigen voetstappen,
zag de plaats waar hij was gevallen,
zog waar tante Alida zich achter een
boom verborgen had en zag zelfs het
stuk hout dat zo hardhandig op zijn
hoofd was neergekomen. De voetstap
pen van tante" Alida waren van een
reusachtige afmeting „Voor een
vrouw is dit bijna onmogelijk", zei
Bim in zichzelf. Nauwkeurig tekende
hij de vorm van de voetafdruk na.
„Dit is een duistere geschiedenis",
steidi hij vast. „Gek is tante Alida
niet, dat zag ik aan haar ogen. En een
baard en reusachtige voetstappen, dat
zijn toch eigenschappen, die een
vrouw meestal niet heeft. Het lijkt
mij, dat het wezen, dat mij trachtte
te vermoorden en dat ziek in bed
ligt alles is behalve tante Alida. Dat
betekent dat tante Alida verdwenen
is, ontvoerd misschien in levensge-
vaait. Nog dezelfde avond stelde Bim
een telegram op voor zijn vriend
Mugli Basli, de grote Zwitserse de
tective.
GEMEENTERAAD WOUBRUGGE
Kwestie terug te voeren tot wrijving over
verdeling van wethouderszetels
In de vorige raadsvergadering
heeft de Prot. Chr. fractie een motie
van wantrouwen ingediend, gericht
tegen het beleid van B. en W.
In de gistermorgen gehouden
raadsvergadering is de motie behan
deld. Om 't geheel goed te kunnen
overzien en deze „opgeblazen zaak"
op haar juiste waarde te kunnen
schatten, het volgende:
Voorgeschiedenis.
De zetelverdeling in de raads is:
3 KVP, 3 Prot. Chr., 1. Gemeente
belang (P. v. d. A. en VVD).
De wethouders werden meestal
gerequlreerd uit de KVP en Prot.
Chr. groep.
Hiervan werd op 6 Sept. 1949 af
geweken. De wethouderszetels wer
den toen bezet door de heren Bank
(KVP). en Schraverus (Gemeente
belang), De Prot. Chr. fractie legde
in de raadsvergadering van October
1949 bij monde van de heer Den
Hertog de volgende verklaring af:
„Het zal ons moeilijk vallen aan de
onlangs gekozen wethouders ons
vertrouwen te schenken. Bij de be
handeling van de aan de orde ko
mende zaken zullen zij echter de
nodige objectiviteit in acht nemen.
De persoon van de nieuw gekozen
wethouder (Schraverus) is thans
niet in bespreking".
In zijn Nieuwjaarsrede (20 Jan.
'50) herinnerde de voorz. aan „deze
grote verandering. De prettige sfeer
in de raad werd er niet door ver
stoord".
In de door het vertrek van het
zeer deskundige en geachte raads
lid, de heer E. Boer (Pr. Chr,), ont
stane vacature werd de heer Ven
huizen benoemd (22-5-'50).
Sedertdien is de verhouding in de
raad er niet beter op geworden.
Protest bij de Kroon, beroepen by
Ged. Staten (alle afgewezen), wa
ren tot nu toe ongekende dingen in
Woubrugge.
22 Aug. 1951 diende de Prot. Chr.
fractie bovengenoemde motie in.
Archiefrekken zouden door B. en
W. gekocht zijn, zonder goedkeuring
van de raad. Dit is inderdaad ge
schied, daar het hier een zeer voor
delige aanbieding betrof.
Op grond van art. 87a der Ge
meentewet eiste deze fractie het
ontslag van weth. Schraverus.
Tot zover de voorgeschiedenis.
Dit art. is in Juli 1948 aan de Ge
meentewet toegevoegd. De bedoe
ling van dit artikel is communis
tische obstructie in het gemeentelijk
bestuur te kunnen weren. De heer
Algera, lid van de Tweede Kamer,
heeft nog geprobeerd dit duidelijk
in het artikel tot uitdrukking te
brengen door opneming van de term
„revolutionaire gezindheid". Hij
voorzag misbruik van dit artikel.
Dat men het ontslag van weth.
Schraverus heeft gevraagd, is niet
verwonderlijk. Volgens de Prot. Chr.
fractie bezet hij de voor hen bestem
de weth.zetel.
In verband met de vermelde voor
geschiedenis is het duidelijk, dat hert
hier niet de persoon, ook niet zo zeer
het beleid van de weth. geldt.
Dat in een dergelijk geval mis
bruik van art. 87a gemaakt zou wor
den is door de heer Algera voorzien.
Gistermorgen 9 uur opende burge
meester J. C. v. Wageningen de
openbare raadsvergadering met
ambtsgebed. De notulen werden ge
lezen en door de heer Venhuizen
becritiseerd. Zijn motie was bedoeld
als een persoonlijke beschuldiging
tegen de wethouders en niet tegen
het „beleid" van B. en W. Boven
dien had hij een concept ontslagaan
vraag voor weth Schraverus en een
verzoek tot het beleggen van een
raadsvergadering ingediend. De heer
v d. Eng verklaarde zich hier tegen,
in de motie wordt duidelijk het be
leid van B. en W. gewraakt en van
de indiening van de beide andere
stukken heeft de heer Venhuizen
niets ter kennis van de raad ge
bracht. Na stemming werden de
notulen onveranderd vastgesteld.
Uiteenzetting van burgemeester.
Vervolgens nam de voorz., burg.
Van Wageningen het woord. Aller
eerst zette hij uiteen, dat de motie
zeer aanvechtbaar was, aan verschil
lende eisen voldeed ze niet.
Deze motie naast zich neerleggen
wilde hij niet ;hjj achtte het goed,
dat de leden zich eens uitspraken.
Volgens spr. was het een „opge
blazen zaak" en deze deed de ge
meente geen goed. Van toepassing
van art. 87a kan natuurlijk geen
sprake zijn, deze zaak ligt heel an
ders (zie boven).
Vervolgens kregen de onderteke
naars, de heren Den Hertog, Ange-
nent en Venhuizen het woord. Deze
toelichtingen werkten niet erg ver
helderend, daar telkens het verlan
gen naar een wethouderszetel naar
voren werd gebracht. De heer An-
genent drukte zich nog het be.ste
uit, door te verklaren, dat B en W.
de rekken niet hadden mogen ko
pen, zonder goedkeuring van de
iaad. Daar ging het volgens hem om
en daarom steunde hij deze motie.
Weth. Schraverus verklaarde zich
niet schuldig te gevoelen. Hij was
overtuigd de belangen van de ge
meente te hebben gediend. Men mag
hoogstens van een vergissing spre
De textielfabrikant zegt: alkalivrij betekent nietgeschikt voor alles en nog wat.
Neem een sopje van speciaal alkalivrije Vivalon-vlokken voor ruisende zij en prachtige kleuren.
(Advertentie).
ken, omdat niet aan de letter van de
wet voldaan is.
Stemmen staakten.
Nadat verschillende heren nog
enkele opmerkingen hadden ge
plaatst .staakten bij stemming de
stemmen 33. In een voltallige raad
betekent dit, dat het besluit dan niet
is genomen. Weth. Schraverus blijft
dus.
Bij de rondvraag vroeg de heer v.
d. Eng het woord. Hij stelde voor,
het presentiegeld van deze vergade
ring aan het Koningin Wilhelmina-
fonds over te maken. De heer Ven
huizen informeerde naar de (losse)
grond aan de Dr. Lothlaan. Deze
grond behoort bij het „Brandweer
kazerne-plan". Deze grond is ver
kocht zonder toestemming van de
Gemeenteraad. Hij wil hierover in
terpelleren.
De volgende raadsvergadering zal
gesterfid worden of deze interpella
tie wordt toegestaan.
Hierna sluiting van de vergade
ring.
NOORDEN
Vergadering N.S.V. In zijn ope
ningswoord op de vergadering van
NSV releveerde de voorz. nog eens
de moeilijkheden, welke er geweest
zijn met de aanleg van het nieuwe
sportveld. Het resultaat is de inspan
ning ten volle waard geweest. Het
lste elftal is ingedeeld in 2C (dus
een klas hoger dan vorig jaar), het
2de in 3C en het derde in 3E. Ook
zal met 2 junioren elftallen in de
competitie worden uitgekomen. Be
sloten werd om van de winter een
zaal te huren voor indoortraining.
NIEUWVEEN
E.H.B.O, De Katholieke Natio
nale Bond voor Eerste Hulp Bij On
gelukken, zal op Maandag 10 Sept.
a.s. des avonds te 8 uur in de zaal
van de heer H. Lelieveld, Dorpsstr.
een bijzondere vergadering beleggen.
Vertoond zullen worden de films
„Reddingswerk in de Bergen"
„Anno Santo 1950" en „Reddende
Handen". Deze vergadering is voor
R.K. dames en heren boven de 17-
jarige leeftijd vrij toegankelijk ge
steld.
ZOETERWOUDE (H. R.)
Ouden van dagen gingen uit.
Door de zorgen van het Oranje-co
mité hebben gisteren 77 ouden van
dagen een welgeslaagde autotocht
gemaakt door de Haarlemmermeer
en de Bollenstreek. Tot aller vreugde
waren burg. Smeets en zijn vrouw als
gasten in dit gezelschap opgenomen.
Met 2 autobussen en 6 luxe wa
gens werd de tocht gemaakt naar
Schiphol, waar o.l.v. een gids met de
bussen en rondrit op het vliegterrein
gemaakt mocht worden. Nadat enige
verfrissingen waren aangeboden werd
gereden naar het Kopje van Bloe-
mendaal. Aan een feestelijke koffie
tafel werd door de burgemeester en
de voorz. een toespraak gehouden,
waarin dank gebracht werd voor aller
medewerking en aan de bewoners
van de Hoge Rijndijk voor de finan-
tiële steun om deze tocht te doen
slagen.
Vlot verliep het laatste gedeelte
van de tocht tot aan de grens van
de gemeente, waar de Zoeterwoudse
fanfare reeds stond tewachten om
onder de vrolijke tonen van muziek
de ouden van dagen naar huis te
brengen.
HET
Roman van Magda Trott
20)
„Ik zou u niet gaarne met het ant
woord wat op mijn hart ligt, willen
verschrikken, mijn beste juffrouw
Grape. Maar als u zulke woorden
zegt, dan gevoel ik mij sterk ge
dwongen, ook voor u mijn innerlijk
bloot te leggen. Vrees niets van mij,
geloof ook niet, dat ik van uw ver
trouwen misbruik ga maken. Zelfs
indien u mij nu zoudt zeggen, dat
u toch heeft gestolen en dat u, om
welke reden ook, er verder over
moet zwijgen, dan zou ik toch gaar
ne mijn armen wijd uitstrekken en
u toefluisteren:
„Arm, klein, angstig vogeltje, vlij
je tegen mij aan. Hier vindt je een
zekere beschutting tegen de boze
wereld, waarvoor je zo bang bent.
Hier is een hart, dat voor je klopt,
hier is iemand, die je kent met al
je innerlijke waarde, die echter ook
je hele leven lang, beschermend zijn
handen boven jo wil uithouden, in
geval je hem dat kunt schenken,
wat hy van je begeert; Liefde en
vertrouwen."
Langzaam week zij van hem terug.
Een smartelijk glimlachje gleed over
zijn mannelijk, knap gelaat.
,,U moet niet van mij schrikken,
juffrouw Grape, „U heef mij een blik
in ujw leven laten werpen en ik heb
u mijn innerlijk ontsloten. U moest
weten, hoe het met my is gesteld.
Ik geloof, dat u nu kalm en rustig
kunt zijn en niets behoeft te vre
zen."
„Ik zou u willen daniken met alles
wat ik ben en heb en tooh ik
ben niet in staat, onoprecht tegen u
te zijn. Ja, ik ben bevreesd voor de
wereld en de gedachte, in iemand
een zekere bescherming te hebben,
is zo bedwelmend mooi, dat ik dit
geluk gaarne wil behouden. Ik wil u
echter niet bedriegen. Ik weet niet,
of het mij ooit zal gelukken, u dat te
schenken, wat u verlangt. Mijn ver
trouwen, ja, dat zou ik u wel gaarne
geven, doch dat andere niet."
„Dan wil ik u vriend zijn, juf
frouw Grape, anders niet."
Zij reikte hem beide handen.
„Dank u, beste vriend, gaarne!"
In ernstig zwijgen stonden zij te
genover elkaar. Met een vaag gevoel
van weemoed blikte hij op 'het jonge
meisje neer, aan wie zijn hele hart
toebehoorde en dat hem had afgewe
zen. Zij mocht niet bemerken, hoe
zij hem had pijn gedaan. Een ander
was hem zeker voor geweest en had
deze lieflijke bloem veroverd.
„Het is reeds laat mijn kleine
vriendin, wij moeten naar huis
gaan."
„U is zo goed voor mij," snikte
zy.
„Niet schreien beste kind, wat
moet men op het slot denken, als je
met betraande ogen terugkomt?"
Nu glimlachte Henriette weer.
„Gaat u maar vooruit. Een klein
wandelingetje in de frisse lucht zal
mijn betraande ogen spoedig op
knappen."
„Dat is goed, tot straks."
Hij verwijderde zich. Henriette
ging vlug naar het klimopprieeltje
doch deinsde terug. Daar zat
mijnheer von Paxweiten!"
„U wilt er mij wel voor veront
schuldigen, juffrouw, dat ik een on
vrijwillige toehoorder van deze in
teressante samenspraak bent ge
weest."
Krampachtig: klemde Henriette
zich aan een dikke rank vast. Pax
weiten had zij hier niet verwacht.
Bliksemsnel vloog haar alles door
het hoofd, wat zij zoeven met dr.
Westphal had besproken. Zij had
zichzelf voor dievegge in het huis
van de familie Lübcke door laten
gaan.
„Wordt toch niet zo bleek, waarde
juffrouw. De ene ridder gaat weg en
een andere staat voor u klaar. Het
is een treurig toeval, dat wij steeds
aan duistere perioden uit ons leven
herinnerd worden. Eerst die geschie
denis met uw zuster, die ik ken en
dan de diefstal in Hamburg, die de
dokter nu weet. En zo voort. Ik kan
me best indenken, dat de situatie fa
taal voor u is. Maar wij houden het
onder ons nietwaar, juffertje?"
Zij antwoordde niet, doch hijgde
krampachtig naar adem. Op een ge
geven ogenblik sprong zij met een
gil terug, toen zy de arm van Pax
weiten om haar schouder voelde.
„Ja, meisje, dat is een lelijk geval.
Wij zullen samen moeten overleggen
hoe wij het zullen aanleggen, dat
niemand hier iets van bemerkt. In
Göhren hebben wij immers tijd ge
noeg om verder te beraadslagen,
want u zult mij wel wijflen toestaan,
dat ik verandering breng in mijn
reisroute en in Göhren opduik."
„U is een schurk," stamelde Hen
riette, geheel van streek en vluchtte
weg. Alsof de duivel haar op de
hielen zat, vloog zij vol afkeer en
angst door het park. Op haar kamer
gekomen wierp zij zich op het bed
en barstte in hevig snikken uit.
Eerst toen een geluid van verwarde
stemmen onder haar venster weer
klonken, kwam zij weer tot zichzelf.
Grote goedheid, was het reeds zo
laat? Waar was de baron? Haar hart
dreigde te barsten. Misschien bleef
hij thuis, dan was zij vanavond niet
alleen met die Paxweiten.
VII
„Neem mij niet kwalijk mijnheer,
dat ik u hier opwacht. Men zei me,
dat u boven was. Maar ik acht het
dringend noodzakelijk, u mede te
delen, dat Milan ernstig ziek is."
Henriette was zeer bleek.
„Is Milan ziek?"
„Ik handel tegen uitdrukkelijke
wil van mevrouw. Mevrouw wilde
niet, dat ik u van de ziekte melding
maakte. Vannacht begon de koorts
op te komen en ze stijft bedenkelijk
vlug. Het zal nodig zijn, dat er een
dokter wordt gewaarschuwd."
„U heeft er zeer goed aangedaan,
mij hiervan op de hoogte te stellen.
Ik zal onmiddellUijk de dokter laten
roepen. Binnen een half uur ben ik
in de ziekenkamer. Ik heb op het
ogenblik haast, juffrouw. In de hal
ligt een brief voor u. Tot straks."
Ze haastte zich naar het woonhuis
om de brief te halen.
In de hal stond mijnheer von Pax
weiten, die nieuwsgierig de envelop
pe bekeek.
Zodra ze hem zag, wilde ze terug
gaan, doch Paxweiten had haar
reeds gezien en reikte haar de brief
over.
Henriette liet hem staan en verliet
de hal. Zij had haast, want in de
ziekenkamer lag Milan met hoge
koorts. Een van de dienstmeisjes
had zich aangeboden, bij Milan te
blijven, terwijl Henriette naar ba
ron Sigmund zocht. Ook Senta was,
toen zij van de gouvernante had ver
nomen, dat Milan ziek was, naar de
ziekenkamer gegaan, doah ze 'was
tamelijk bars tegen de jongen uitge
varen en had hem gezegd, dat hij
zich niet zo moest aanstellen. Het
deed haar onaangenaam aan, dat
Milan na die nachtelijke rijtoer ziek
te bed lag.
Met de gloeiende blik van een
koorslijder zag de jongen zijn gou
vernante naar zijn bed komen. Zij
nam zijn hete handen in de hare en
sprak hem vriendelijke moed in. De
jongen werd iets kalmer en daarom
nam Henriette de brief uit haar tas
je om ham te lezen.