Nederlandse strijd tegen de zee Cloantwten aan ffiim C de ontvoering Wethouder Schraverus niet ontslagen \\\JdJjÖfb SPECIAAL alkalivrij voor ZIJDE [dwaze flati VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1951 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - H. 1IOEVEEL EEUWEN STRIJDT Nederland al niet tegen het water, doch zelfs de modernste systemen van drooglegging en dijkbouw hebben niet kunnen verhinderen, dat de zee ons blijft belagen. Ook het zoute wa ter heeft zijn „vijfde colonne" in de vorm van een langzaam doorvre tend verziltingsproces, dat het grootste deel van Nederland schade berok kent en op de duur wellicht met de ondergang zal bedreigen. Verzilting betekent een langzame aantasting van de vruchtbaarheid van de bodem door de inwerking van zout en chloor. Het zout en het chloor vormen een deel van het zeewater, dat ongeveer drie procent keuken zout bevat. Dit keukenzout bestaat voor 3/5 uit chloor. In een liter zee water komt wel 18000 mgr. chloor voor en dit gehalte is zeer nadelig voor land- en tuinbouwgewassen, dieslechts 300 mgr. chloor in het water verdragen. Zelfs de Rijn niet rein. ONZE DEFENSIEVE KRACHT bij deze zoutinvasie wordt gevormd door dijken, dammen, sluizen en zoet wa ter. Het laatste wordt vooral door de Rijn als gletscher-rivier geleverd. Zelfs deze belangrijke ader van onze welvaart wil ons zo nu en dan nog wel eens in de steek laten. Dat gebeurt vooral in de droge tijd. De rivier bevat dan weinig water, dat dan tot overmaat van ramp nog een hoog percentage.... chloor bevat. Dit chloor komt in het water door de vele afvallozende industrieën aan de bovenloop van de Rijn in Duitsland. Bij een hoge waterstand wordt de afvalstof voldoende verdund om ge neutraliseerd te worden, maar in droge tijden loopt het chloorgehalte van het rivierwater vrij snel op en juist dan hebben wij zo'n gebrek aan zuiver water om de zee te lijf te kunnen gaan. Hoezeer wij aan alle zijden door waterproblemen en dito gevaren worden omringd, onze deskundigen kregen er geen waterhoofden van maar zij zochten en zoeken naar de wegen om ook op het terrein der ver zilting de erfvijand de baas te wor den. Men denkt aan stuwen in de rivieren, men weet dat de droogge malen Zuiderzee met zijn resterende zoetwatermeertjes van vijand tot vriend wordt gemalen, men overlegt met Duitse waterbouwkundigen over het Rijnvraagstuk. Men heeft ook ge dacht aan het bouwen van dammen onder in de rivieren om zo de on derstroom van zout water, dat zwaar der is dan het zoete, tegen te houden en de vermenging met de zoete bo venlaag te bevorderen. Er zijn zelfs proeven genomen met een molen in de rivier, die het zoute water naar boven zou moeten malen, maar de kosten van zo'n keersysteem zijn wel erg hoog. De kust moet korter. HET BELANGRIJKSTE genees middel in deze kwaal wordt wel ge vonden in verkorting van de kust lijn. Naast een intensieve landhonger worde# de wel geopperde plannen tot droogmaling van de Zeeuwse wate ren en de Waddenzee nog bevorderd door het verziltingsvraagstuk. Hierdoor zou de kustlijn worden verkort van 1400 tot ca. 400 kilome ter, een belangrijke terreinwinst op het slagveld van de strijd tegen het zeewater. Dat slagveld is reeds vele malen omgewoeld. Bij het optrekken van de nevel stond onze driekleur steeds fierder te wapperen in de ochtend van een nieuwe toekomst. Daarop mogen wij ook ditmaal ho pen in de strijd tegen zout en chloor. VERZILTING VAN ONZE BODEM Twee belangrijke deviezenbronnen de land- en tuinbouw worden voortdurend op onzichtbare en ver raderlijke wijze geschaad. In een droge zomer mag men de geringere opbrengst van deze belangrijke tak ken van bedrijvigheid wel op enkele tientallen millioenen gulden schatten en dit bedrag wordt steeds groter zo lang men niet zeer actief tegen deze rondsluipende vijand gaat optreden. Met moeite keren wij het zoute wa ter uit deze lage landen. Wij werpen dijken op, bouwen gemalen en gra ven afwateringskanalen. De inpolde ring van de Zuiderzee bewijst wel hoever wij het in deze kunst ge bracht hebben. Ongemerkt komt er echter veel zout water ons land weer binnen. Omdat Nederland voor een groot deel béneden de zeespiegel ligt, komt het zeewater naar de wet der communicerende vaten ondergronds nog zeer ver het land in. Van de landzijde wordt het daar opgevan gen door een hoeveelheid in de grond gedrongen zoet water, dat vooral in de nabijheid der duinen in grote hoe veelheden aanwezig is. Er ontstaat een strijd tussen zout- en zoet nat, waaruit het brakwater voortkomt, dat, naarmate men dieper landin waarts komt, door het zoete water wordt geneutraliseerd. Het zoete duinwater wordt echter door veel leiding waterbedrijven uit de grond gepompt, waardoor het zilte nat meer vat op de bodem kan krijgen. Gelukkig zijn er ook grondlagen, die het zoute water tegenhouden, maar naarmate deze meer door nor- tonputten, tunnels en kanalen wor den doorzeeft, maakt het zeewater van deze hulpmiddelen gebruik om dieper landinwaarts te dringen. Wan neer wij daarbij acht geven op de steeds dalende bodem van ons land en het langzaam stijgende peil van het zeewater, dan zal men verstaan hoe de druk hiervan op onze bodem langzaam toeneemt, waardoor het steeds dieper ons kleine land binnen dringt. Zoet wordt zout. HELAAS VOERT HET zoute nat niet alleen een ondergrondse strijd. Ook bovengronds bedreigt het ons, zowel van de zee- als de landzijde. Van de zeezijde gebruikt onze erf vijand de waterwegen als invalspoor ten. Bij opkomend getij rolt het water met grote massa's de Nieuwe Water weg binnen. Honderden kilo's zout worden landinwaats gestuwd zelfs tot voorbij Rotterdam. Dit zoute of half-zoute water oefent vanzelfspre kend een -nadelige invloed uit op de land- en tuinbouwgebieden in de om geving (Het Westland) en het gevaar is zelfs ontstellend groot in droge zo mers. Dan gaat men er toe over dit gedeeltelijk uit zee afkomstige water in de polders toe te laten ter wille van de scheepvaart en het behoud van paalfundering onder gebouwen en huizen, die bij het droogvallen gaan rotten. In 1947 liet men toe, dat op deze wijze wel 5 milliocn kg. zout in op geloste toestand door het Delfland stroomde tot grote schade van de tuingrond. Over Zeeland hoeven we weinig te vertellen. Alle eilanden worden daar bijna door de zee omspoeld en het verziltingsgevaar is daaraan evenre dig. Echter ook het Noordzeekanaal is naast een afvoerweg voor de Am sterdamse scheepvaart ook een be langrijke leverancier van het landin waarts stromende zoute water. Telkens wanneer de grote schut sluizen bij IJmuiden opengaan en hoe dikwijls gaan die gelukkig niet openwordt er een hoeveelheid zee water binnengelaten, dat wel twee milliocn kg. chloor meevoert. Men heeft wel berekend dat er per se conde gemiddeld ongeveer 125 kg. chloor ons land wordt ingestuwd. On nodig er aan toe te voegen hoeveel schade de opgroeiende gewassen van dit chloorhoudende water wel onder vinden. De Rotterdamse spoorwegplannen De beperkte spoorwegplannen ten behoeve van Rotterdam zullen on danks de aanvankelijke financiële moeilijkheden toch uitgevoerd kun- I nen worden heeft burgemeester j Oud in de raadsvergadering meege- deeld. Met handhaving van het grote spoorwegplan zal voorshands wor den volstaan met de voltooiing van de spoorlijn NieuwerkerkRotter dam D.P., waardoor het Maasstation zal kunnen verdwijnen; de bouw van een stukgoederenloods aan de West Zcedyk; verbetering der stationsge bouwen Beurs en Feijenoord; aanleg van een nieuwe emplacement D. P. en de bouw van een nieuw station ter plaatse. Deze werkzaamheden zullen in de jaren 1951, 1952 en 1953 haar beslag krijgen, met uitzondering van de bouw van het nieuwe station D. P. en het Zuidelijk deel van het em placement voor dit station, met wel ke werken echter direct na 1953 wordt begonnen. CONSECRATIE VAN EERSTE DEFINITIEVE KERK IN NOORD-OOST-POLDER. In grote getale zijn dezer dagen de Katholieken van de Noord-Oost- Polder bijeen gekomen om tezamen met hun geestelijkheid de consecratie van de eerste definitieve kerk in de Noord-Oost-Polder, en wel te Krag- benburg, bij te wonen. Mgr. dr. Jan Olav Smit verrichtte de zinvolle plechtigheid, waarbij in het altaargraf de relieken van de martelaren Georgius en Castus wer den ingemetseld. HEROPVOEDING VAN GEVANGENEN. Congres van aalmoezeniers en psychologen. Maandag 10 en Dinsdag 11 Sep tember houden de aalmoezeniers van de gevangenissen en afgevaar digden van de reclassering en stu denten in de psychologie een confe rentie op Drakenburgh. Vooraan staande medici en psychiaters als mede de geestelijke verzorgers der gevangenen zullen daar van gedach ten wisselen over de psychische as pecten van de heropvoeding der gevangenen. De inleidingen worden gehouden door dr. de Smet uit Heiloo over „De psychopathieën en hun opvoed baarheid", dr. de Vries uit Noord- wijkerhout over „de homosexuele psychopathie", dr. Havermans uit Venray over „De labiele mens en diens reactie op de detentie" en pa ter dr. W. Blesse S.J. over „Verant woordelijkheid en toerekenbaarheid". De conferenties staan onder voor zitterschap van de hoofdaalmoeze nier bij de inrichtingen van Justi tie, C. A. M. Kroon pr. LIEFDADIGHEID EN PROPAGANDA C.PN. haall bakzeil in de hoofdstad. Veertien dagen geleden werd op verzoek van de communistische raadsfractie de gemeenteraad van Amsterdam bijeengeroepen, om te beraden, welke maatregelen geno men konden worden, om de nood der slachtoffers van de wolkbreuk te lenigen. Toen de burgemeester op het afgesproken uur de vergadering opende, moest hij constateren, dat er te weinig raadsleden aan de op roep gehoor gegeven hadden, waar door het vereiste quorum niet aan wezig was. Trots het gehuil der C. P.N. werd de vergadering toen afge last Gisteren was de raad ter be spreking van hetzelfde agendapunt bijeen geroepen en 'wederom ont brak het benodigde quorum. De ge hele K.V.P.- en P. v. d. A.-fractie bleek afwezig, benevens enkele le den van de rechtse raadsfractie. Nu niet, dat deze fracties de nood van de slachtoffers der wolkbreuk wil len kleineren maar zij voelen er weinig voor, om een ramp te laten dienen tot propaganda-stunt van de communisten, vandaar hun hardnek kige afwezigheid. BELASTINGBE AMBTEN HOUDEN TENTOONSTELLING. Ambtenaren van Financiën, voor het grootste deel van de belastingen, zullen onder auspiciën van hun per- soneelsfederatie, die 26 October haar eerste lustrum viert, in het centraal belastinggebouw te Rotterdam een tentoonstelling houden onder de r.aam „Financiën in vrije tijd". Minister P. Lieftinck heeft toege zegd de openingsplechtigheid te zul len verrichten. Het doel van deze expositie is elkaar en anderen een indruk te ge ven van de vrije-tijdsbesteding der mannen en vrouwen van de fiscus, de douane en de overige organen van prof. Lieftinck's departement. De tentoonstelling zal geopend zijn van 13 tot 27 October. van tante 15. Die middag slenterde Bim schijn baar toevallig langs de vijver. Hy zag dadelijk zijn eigen voetstappen, zag de plaats waar hij was gevallen, zog waar tante Alida zich achter een boom verborgen had en zag zelfs het stuk hout dat zo hardhandig op zijn hoofd was neergekomen. De voetstap pen van tante" Alida waren van een reusachtige afmeting „Voor een vrouw is dit bijna onmogelijk", zei Bim in zichzelf. Nauwkeurig tekende hij de vorm van de voetafdruk na. „Dit is een duistere geschiedenis", steidi hij vast. „Gek is tante Alida niet, dat zag ik aan haar ogen. En een baard en reusachtige voetstappen, dat zijn toch eigenschappen, die een vrouw meestal niet heeft. Het lijkt mij, dat het wezen, dat mij trachtte te vermoorden en dat ziek in bed ligt alles is behalve tante Alida. Dat betekent dat tante Alida verdwenen is, ontvoerd misschien in levensge- vaait. Nog dezelfde avond stelde Bim een telegram op voor zijn vriend Mugli Basli, de grote Zwitserse de tective. GEMEENTERAAD WOUBRUGGE Kwestie terug te voeren tot wrijving over verdeling van wethouderszetels In de vorige raadsvergadering heeft de Prot. Chr. fractie een motie van wantrouwen ingediend, gericht tegen het beleid van B. en W. In de gistermorgen gehouden raadsvergadering is de motie behan deld. Om 't geheel goed te kunnen overzien en deze „opgeblazen zaak" op haar juiste waarde te kunnen schatten, het volgende: Voorgeschiedenis. De zetelverdeling in de raads is: 3 KVP, 3 Prot. Chr., 1. Gemeente belang (P. v. d. A. en VVD). De wethouders werden meestal gerequlreerd uit de KVP en Prot. Chr. groep. Hiervan werd op 6 Sept. 1949 af geweken. De wethouderszetels wer den toen bezet door de heren Bank (KVP). en Schraverus (Gemeente belang), De Prot. Chr. fractie legde in de raadsvergadering van October 1949 bij monde van de heer Den Hertog de volgende verklaring af: „Het zal ons moeilijk vallen aan de onlangs gekozen wethouders ons vertrouwen te schenken. Bij de be handeling van de aan de orde ko mende zaken zullen zij echter de nodige objectiviteit in acht nemen. De persoon van de nieuw gekozen wethouder (Schraverus) is thans niet in bespreking". In zijn Nieuwjaarsrede (20 Jan. '50) herinnerde de voorz. aan „deze grote verandering. De prettige sfeer in de raad werd er niet door ver stoord". In de door het vertrek van het zeer deskundige en geachte raads lid, de heer E. Boer (Pr. Chr,), ont stane vacature werd de heer Ven huizen benoemd (22-5-'50). Sedertdien is de verhouding in de raad er niet beter op geworden. Protest bij de Kroon, beroepen by Ged. Staten (alle afgewezen), wa ren tot nu toe ongekende dingen in Woubrugge. 22 Aug. 1951 diende de Prot. Chr. fractie bovengenoemde motie in. Archiefrekken zouden door B. en W. gekocht zijn, zonder goedkeuring van de raad. Dit is inderdaad ge schied, daar het hier een zeer voor delige aanbieding betrof. Op grond van art. 87a der Ge meentewet eiste deze fractie het ontslag van weth. Schraverus. Tot zover de voorgeschiedenis. Dit art. is in Juli 1948 aan de Ge meentewet toegevoegd. De bedoe ling van dit artikel is communis tische obstructie in het gemeentelijk bestuur te kunnen weren. De heer Algera, lid van de Tweede Kamer, heeft nog geprobeerd dit duidelijk in het artikel tot uitdrukking te brengen door opneming van de term „revolutionaire gezindheid". Hij voorzag misbruik van dit artikel. Dat men het ontslag van weth. Schraverus heeft gevraagd, is niet verwonderlijk. Volgens de Prot. Chr. fractie bezet hij de voor hen bestem de weth.zetel. In verband met de vermelde voor geschiedenis is het duidelijk, dat hert hier niet de persoon, ook niet zo zeer het beleid van de weth. geldt. Dat in een dergelijk geval mis bruik van art. 87a gemaakt zou wor den is door de heer Algera voorzien. Gistermorgen 9 uur opende burge meester J. C. v. Wageningen de openbare raadsvergadering met ambtsgebed. De notulen werden ge lezen en door de heer Venhuizen becritiseerd. Zijn motie was bedoeld als een persoonlijke beschuldiging tegen de wethouders en niet tegen het „beleid" van B. en W. Boven dien had hij een concept ontslagaan vraag voor weth Schraverus en een verzoek tot het beleggen van een raadsvergadering ingediend. De heer v d. Eng verklaarde zich hier tegen, in de motie wordt duidelijk het be leid van B. en W. gewraakt en van de indiening van de beide andere stukken heeft de heer Venhuizen niets ter kennis van de raad ge bracht. Na stemming werden de notulen onveranderd vastgesteld. Uiteenzetting van burgemeester. Vervolgens nam de voorz., burg. Van Wageningen het woord. Aller eerst zette hij uiteen, dat de motie zeer aanvechtbaar was, aan verschil lende eisen voldeed ze niet. Deze motie naast zich neerleggen wilde hij niet ;hjj achtte het goed, dat de leden zich eens uitspraken. Volgens spr. was het een „opge blazen zaak" en deze deed de ge meente geen goed. Van toepassing van art. 87a kan natuurlijk geen sprake zijn, deze zaak ligt heel an ders (zie boven). Vervolgens kregen de onderteke naars, de heren Den Hertog, Ange- nent en Venhuizen het woord. Deze toelichtingen werkten niet erg ver helderend, daar telkens het verlan gen naar een wethouderszetel naar voren werd gebracht. De heer An- genent drukte zich nog het be.ste uit, door te verklaren, dat B en W. de rekken niet hadden mogen ko pen, zonder goedkeuring van de iaad. Daar ging het volgens hem om en daarom steunde hij deze motie. Weth. Schraverus verklaarde zich niet schuldig te gevoelen. Hij was overtuigd de belangen van de ge meente te hebben gediend. Men mag hoogstens van een vergissing spre De textielfabrikant zegt: alkalivrij betekent nietgeschikt voor alles en nog wat. Neem een sopje van speciaal alkalivrije Vivalon-vlokken voor ruisende zij en prachtige kleuren. (Advertentie). ken, omdat niet aan de letter van de wet voldaan is. Stemmen staakten. Nadat verschillende heren nog enkele opmerkingen hadden ge plaatst .staakten bij stemming de stemmen 33. In een voltallige raad betekent dit, dat het besluit dan niet is genomen. Weth. Schraverus blijft dus. Bij de rondvraag vroeg de heer v. d. Eng het woord. Hij stelde voor, het presentiegeld van deze vergade ring aan het Koningin Wilhelmina- fonds over te maken. De heer Ven huizen informeerde naar de (losse) grond aan de Dr. Lothlaan. Deze grond behoort bij het „Brandweer kazerne-plan". Deze grond is ver kocht zonder toestemming van de Gemeenteraad. Hij wil hierover in terpelleren. De volgende raadsvergadering zal gesterfid worden of deze interpella tie wordt toegestaan. Hierna sluiting van de vergade ring. NOORDEN Vergadering N.S.V. In zijn ope ningswoord op de vergadering van NSV releveerde de voorz. nog eens de moeilijkheden, welke er geweest zijn met de aanleg van het nieuwe sportveld. Het resultaat is de inspan ning ten volle waard geweest. Het lste elftal is ingedeeld in 2C (dus een klas hoger dan vorig jaar), het 2de in 3C en het derde in 3E. Ook zal met 2 junioren elftallen in de competitie worden uitgekomen. Be sloten werd om van de winter een zaal te huren voor indoortraining. NIEUWVEEN E.H.B.O, De Katholieke Natio nale Bond voor Eerste Hulp Bij On gelukken, zal op Maandag 10 Sept. a.s. des avonds te 8 uur in de zaal van de heer H. Lelieveld, Dorpsstr. een bijzondere vergadering beleggen. Vertoond zullen worden de films „Reddingswerk in de Bergen" „Anno Santo 1950" en „Reddende Handen". Deze vergadering is voor R.K. dames en heren boven de 17- jarige leeftijd vrij toegankelijk ge steld. ZOETERWOUDE (H. R.) Ouden van dagen gingen uit. Door de zorgen van het Oranje-co mité hebben gisteren 77 ouden van dagen een welgeslaagde autotocht gemaakt door de Haarlemmermeer en de Bollenstreek. Tot aller vreugde waren burg. Smeets en zijn vrouw als gasten in dit gezelschap opgenomen. Met 2 autobussen en 6 luxe wa gens werd de tocht gemaakt naar Schiphol, waar o.l.v. een gids met de bussen en rondrit op het vliegterrein gemaakt mocht worden. Nadat enige verfrissingen waren aangeboden werd gereden naar het Kopje van Bloe- mendaal. Aan een feestelijke koffie tafel werd door de burgemeester en de voorz. een toespraak gehouden, waarin dank gebracht werd voor aller medewerking en aan de bewoners van de Hoge Rijndijk voor de finan- tiële steun om deze tocht te doen slagen. Vlot verliep het laatste gedeelte van de tocht tot aan de grens van de gemeente, waar de Zoeterwoudse fanfare reeds stond tewachten om onder de vrolijke tonen van muziek de ouden van dagen naar huis te brengen. HET Roman van Magda Trott 20) „Ik zou u niet gaarne met het ant woord wat op mijn hart ligt, willen verschrikken, mijn beste juffrouw Grape. Maar als u zulke woorden zegt, dan gevoel ik mij sterk ge dwongen, ook voor u mijn innerlijk bloot te leggen. Vrees niets van mij, geloof ook niet, dat ik van uw ver trouwen misbruik ga maken. Zelfs indien u mij nu zoudt zeggen, dat u toch heeft gestolen en dat u, om welke reden ook, er verder over moet zwijgen, dan zou ik toch gaar ne mijn armen wijd uitstrekken en u toefluisteren: „Arm, klein, angstig vogeltje, vlij je tegen mij aan. Hier vindt je een zekere beschutting tegen de boze wereld, waarvoor je zo bang bent. Hier is een hart, dat voor je klopt, hier is iemand, die je kent met al je innerlijke waarde, die echter ook je hele leven lang, beschermend zijn handen boven jo wil uithouden, in geval je hem dat kunt schenken, wat hy van je begeert; Liefde en vertrouwen." Langzaam week zij van hem terug. Een smartelijk glimlachje gleed over zijn mannelijk, knap gelaat. ,,U moet niet van mij schrikken, juffrouw Grape, „U heef mij een blik in ujw leven laten werpen en ik heb u mijn innerlijk ontsloten. U moest weten, hoe het met my is gesteld. Ik geloof, dat u nu kalm en rustig kunt zijn en niets behoeft te vre zen." „Ik zou u willen daniken met alles wat ik ben en heb en tooh ik ben niet in staat, onoprecht tegen u te zijn. Ja, ik ben bevreesd voor de wereld en de gedachte, in iemand een zekere bescherming te hebben, is zo bedwelmend mooi, dat ik dit geluk gaarne wil behouden. Ik wil u echter niet bedriegen. Ik weet niet, of het mij ooit zal gelukken, u dat te schenken, wat u verlangt. Mijn ver trouwen, ja, dat zou ik u wel gaarne geven, doch dat andere niet." „Dan wil ik u vriend zijn, juf frouw Grape, anders niet." Zij reikte hem beide handen. „Dank u, beste vriend, gaarne!" In ernstig zwijgen stonden zij te genover elkaar. Met een vaag gevoel van weemoed blikte hij op 'het jonge meisje neer, aan wie zijn hele hart toebehoorde en dat hem had afgewe zen. Zij mocht niet bemerken, hoe zij hem had pijn gedaan. Een ander was hem zeker voor geweest en had deze lieflijke bloem veroverd. „Het is reeds laat mijn kleine vriendin, wij moeten naar huis gaan." „U is zo goed voor mij," snikte zy. „Niet schreien beste kind, wat moet men op het slot denken, als je met betraande ogen terugkomt?" Nu glimlachte Henriette weer. „Gaat u maar vooruit. Een klein wandelingetje in de frisse lucht zal mijn betraande ogen spoedig op knappen." „Dat is goed, tot straks." Hij verwijderde zich. Henriette ging vlug naar het klimopprieeltje doch deinsde terug. Daar zat mijnheer von Paxweiten!" „U wilt er mij wel voor veront schuldigen, juffrouw, dat ik een on vrijwillige toehoorder van deze in teressante samenspraak bent ge weest." Krampachtig: klemde Henriette zich aan een dikke rank vast. Pax weiten had zij hier niet verwacht. Bliksemsnel vloog haar alles door het hoofd, wat zij zoeven met dr. Westphal had besproken. Zij had zichzelf voor dievegge in het huis van de familie Lübcke door laten gaan. „Wordt toch niet zo bleek, waarde juffrouw. De ene ridder gaat weg en een andere staat voor u klaar. Het is een treurig toeval, dat wij steeds aan duistere perioden uit ons leven herinnerd worden. Eerst die geschie denis met uw zuster, die ik ken en dan de diefstal in Hamburg, die de dokter nu weet. En zo voort. Ik kan me best indenken, dat de situatie fa taal voor u is. Maar wij houden het onder ons nietwaar, juffertje?" Zij antwoordde niet, doch hijgde krampachtig naar adem. Op een ge geven ogenblik sprong zij met een gil terug, toen zy de arm van Pax weiten om haar schouder voelde. „Ja, meisje, dat is een lelijk geval. Wij zullen samen moeten overleggen hoe wij het zullen aanleggen, dat niemand hier iets van bemerkt. In Göhren hebben wij immers tijd ge noeg om verder te beraadslagen, want u zult mij wel wijflen toestaan, dat ik verandering breng in mijn reisroute en in Göhren opduik." „U is een schurk," stamelde Hen riette, geheel van streek en vluchtte weg. Alsof de duivel haar op de hielen zat, vloog zij vol afkeer en angst door het park. Op haar kamer gekomen wierp zij zich op het bed en barstte in hevig snikken uit. Eerst toen een geluid van verwarde stemmen onder haar venster weer klonken, kwam zij weer tot zichzelf. Grote goedheid, was het reeds zo laat? Waar was de baron? Haar hart dreigde te barsten. Misschien bleef hij thuis, dan was zij vanavond niet alleen met die Paxweiten. VII „Neem mij niet kwalijk mijnheer, dat ik u hier opwacht. Men zei me, dat u boven was. Maar ik acht het dringend noodzakelijk, u mede te delen, dat Milan ernstig ziek is." Henriette was zeer bleek. „Is Milan ziek?" „Ik handel tegen uitdrukkelijke wil van mevrouw. Mevrouw wilde niet, dat ik u van de ziekte melding maakte. Vannacht begon de koorts op te komen en ze stijft bedenkelijk vlug. Het zal nodig zijn, dat er een dokter wordt gewaarschuwd." „U heeft er zeer goed aangedaan, mij hiervan op de hoogte te stellen. Ik zal onmiddellUijk de dokter laten roepen. Binnen een half uur ben ik in de ziekenkamer. Ik heb op het ogenblik haast, juffrouw. In de hal ligt een brief voor u. Tot straks." Ze haastte zich naar het woonhuis om de brief te halen. In de hal stond mijnheer von Pax weiten, die nieuwsgierig de envelop pe bekeek. Zodra ze hem zag, wilde ze terug gaan, doch Paxweiten had haar reeds gezien en reikte haar de brief over. Henriette liet hem staan en verliet de hal. Zij had haast, want in de ziekenkamer lag Milan met hoge koorts. Een van de dienstmeisjes had zich aangeboden, bij Milan te blijven, terwijl Henriette naar ba ron Sigmund zocht. Ook Senta was, toen zij van de gouvernante had ver nomen, dat Milan ziek was, naar de ziekenkamer gegaan, doah ze 'was tamelijk bars tegen de jongen uitge varen en had hem gezegd, dat hij zich niet zo moest aanstellen. Het deed haar onaangenaam aan, dat Milan na die nachtelijke rijtoer ziek te bed lag. Met de gloeiende blik van een koorslijder zag de jongen zijn gou vernante naar zijn bed komen. Zij nam zijn hete handen in de hare en sprak hem vriendelijke moed in. De jongen werd iets kalmer en daarom nam Henriette de brief uit haar tas je om ham te lezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6