Parachutisten overvielen het vliegveld »Valkenburg« HET LEGER OEFENT Practische gevechten en theoretische orders Korea-vrijwilligers terug in Nederland Hoog Militair Gerechtshof behandelde »de zaak Oldenbroek« WOENSDAG 22 AUGUSTUS 1951 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 (Van onze „oorlogscorrespondent") Delgië, 07.00 uur: Vier Dakota's met aan boord strijdlustige parachu tisten uit Leopoldburg, stijgen op van het vliegveld Malsbroek. Nederland, 07.30 uur: Waarnemingsposten, in een wijde cirkel om het vliegveld „Valkenburg" gestationeerd, melden: Vijandelijke vliegtui gen naderen uit Zuidelijke richting. „Valkenburg" 07.31 uur: Alarm! Het aanwezige grondpersoneel van de vliegbasis betrekt de stellingen en de voormalige R.IJM.I.-kazerne aan de Rijksweg Den Haag-Leiden ontvangt de order: Verhoogde waak zaamheid. „Valkenburg" 08.01 uur: Drie Dakota's werpen ongeveer 40 parachutis ten uit. De verrassing. „....en er komen ook Belgische vliegtugen, die parachutisten uit gooien", vertelde ons het kleine meisje, dat met stralende en ver wachtingsvolle blik bij de prikkel draad-afrastering van het vliegveld „Valkenburg" stond. Zij was blijk baar niet de enige, die op de hoogte was van dit sensationele bericht, want overal langs het vliegveld stonden groepjes burgers, gewapend met fototoestellen, de komende ge beurtenissen af te wachten. Op het viegveld zelf, was theo retisch niets bekend. De aanwe zige militairen hoofdzakelijk technisch personeel deden ogen schijnlijk hun gewone dagelijkse werk, maar de spanning, die er heer ste was voelbaar. Nauwelijks was het alarm gege ven, of iedereen betrok zijn plaats in de stellingen en de arme Belgen vonden een volledig bewapend en in staat van verdediging gebracht vliegveld. Ware het ernst geweest, de strijd zou van korte duur geweest zijn. Maar de oefening moest doorgaan en daarom werden er vlot een paar maatregelen afgekondigd. Enige ver dedigingsstellingen werden vernie tigd verklaard, de bemanning ging administratief tot een beter leven over en de Belgen kregen een lap grond toegewezen, waar zij zich voor de aanval gereed konden ma ken. Ondertussen was een tweede golf parachutisten geland en daarbij deed zich een ongeval voor dat zich nogal ernstig liet aanzien, maar ach teraf gelukkig erg meeviel. Een der parachutisten werd in de lucht dóór de zwaaiende mortier van zijn col lega getroffen en kwam nagenoeg bewusteloos op de grond terecht. Ogenblikkelijk verscheen een Ro de Kruiswagen en werd de gewonde afgevoerd. In de middaguren bevond hij zich echter weer bij zijn kameraden. De sergeant deed niet meer mee. Ondertussen waren de gevechten in volle gang. Terwijl wy over het veld zwier ven, waar overal op de meest hef tige wijze vuur werd uitgebracht, verdween er theoretisch weer een van de verdedigingsstellingen met het gevolg, dat wij plotseling in de vijandelijke linie waren. Tussen de gesneuvelde verdedi gers liep een teneergeslagen ser geant. „Ook dood, sergeant?" vroegen wij hem monter; het was hem aan te zien dat hij een opbeurend woord nodig had. „Dood?' antwoordde hij, „niks hoor, ik doe niet meer mee." „Juist", knikten we begrijpend, ook wij zouden liever „niet meer meedoen" dan dood zijn, „Is me dat een(het woord, dat hij ge bruikte is niet voor publicatie vat- baat) verduidelijkte hij opstandig. „We hebben ze allemaal neerge schoten en nu rennen ze over een opgeblazen brug onze stellingen binnen en zijn wij ineens dood." We kregen echt medelijden met hem maar daar wij op het vlieg veld niet over dood en leven be schikten, klopten we hem maar eens bemoedigend op de schouder en gingen een babbeltje met de vijand maken. Een Belg uit Mokum. „Ewel manneke", zeiden wij in ons stoerste Vlaams, „hoe vindt 'oech d'nne stried?" Het gezicht van de aangesprokene verried een intense belangstelling: „Kom jij uit België?" klonk het in onvervalst Amsterdams. „Nee", zei den wij onthutst. „Waarom praat je dan zo idioot?" wilde onze man we ten. „Nou we dachten", begonnen we onzeker. We hadden (natuurlijk) weer verkeerd gedacht, want de vijand bestond niet alleen uit Bel gen. Deze vormden maar een zeer klein onderdeeltje van het geheel, dat uit herhalingsplichtigen van „De Wittenberg" gevormd was. Zware luchtgevechten. Inmiddels woedde boven ons een felle luchtslag. De vijand, die eerst meester in de lucht was, werd plot seling aangevallen door een afde ling vliegtuigen, die de Comman dant van „Valkenburg" in reserve gehouden had. Seafuries doken on barmhartig op Meteors en jagers schoten op de meest overwachte den zich in de strijd. De lucht da verde van de tienialien laag over- scherende vliegtuigen en even scheen de landstrijd in hevigheid af le nemen, daar zowel vriend als vijand volkomen door het luchtge vecht afgeleid werd. Maar nu kwam plotseling het bericht, dat Belgische parachutisten een tank gracht, die als natuurlijke verdedi- ginslinie voor het vliegveld dienst deed overgestoken waren. Ogen blikkelijk werden versterkingen aangevoerd. De verdedigers waren inmiddels versterkt met aanvals- troepen uit de R.I.M.I.-kazerne, maar ook de aanvallers hadden aan vulling gekregen. Een eenheid uit dc duinen was opgerukt en had het „zenderpark" bezet. Langzaam won nen zij terrein. Omstreeks 11 uur zag het er naar uit, dat de aanval lers het vliegveld zouden verove ren. Doch toen kreeg de verdedi ging een klein overwicht in de lucht. De vijandelijke stellingen werden gemitraileerd en toen te omstreeks half een een reser ve bataljon in de strijd gewor pen werd, was het lot van de aan valler bezegeld. De verdediging van „Valkenburg" had zien kunnen handhaven. Algemene indruk. Over het algemeen werd er aan beide zijden met enthousiasme aan de manoeuvre deelgenomen. Toch kan een dergelijke oefening bij de troep niet de nodige realiteit ver wekken. Gedurende de zware mi- tioi-tiering per vliegtuig ziet men bv. het overgrote deel van de mi- litiiien met belangstelling de duik vluchten van de machines gade slaan. en slechts zeer weinigen zoe ken behoorlijk dekking. Wanneer het ernst zou zijn. zou deze belang stelling met de lo;l bekocht wor den. Gok tijdens „stormen vordt er noga, vlot gewerkt. We zagen pa troubles 100 meter aan een tiuk in gesloten gelederen tegen een mitrail- lcurrest stormen Had de mitrail leur geschoten, niemand zou het overleefd hebben. Het is *erder na tuur'ijk zeer begrijpelijk dat een mihtair, wanneev hem bevolen wordt te dekken eventjes een tien tal meters verder ioopt om eer koeiensouvenir te ontlopen, maar in tijd van oorloe ku t hem dit zijn leven. Zo blijkt dat de oefeningen nog verre van volmaakt ijn, maar de goede wil, om het zo goed moge lijk te doen is er en dit is hoopvol vcor. de toekomst. Zij moesten lang wachten, alvorens te kunnen omhelzen /GISTERAVOND omstreeks kwart over negen landde op Schiphol de KLM-Constellation Amsterdam, met aan boord 50 leden van het vrij willigers detachement op Korea. Dit is de eerste groep van de 633 Ne derlandse vrijwilligers, die op 26 September 1950 naar Korea vertrok ken om de strijdkrachten van de Verenigde Naties te versterken. De anderen zullen aan het eind van de maand uit Korea naar Nederland terugkeren. Namens H. M. de Koningin was haar adjudant kapitein lui tenant ter zee C. W. Th. Baron Boetzelaer ter begroeting aanwezig. Namens de regering had staatssecretaris H. C. W. Moorman zich naar Schiphol begeven en namens de chef van de generale staf was er gene raal majoor J. R. H. Lagas Enige soldaten, die deel uit had den gemaakt van het detachement maar door opgelopen verwondingen reeds eerder naar ons land waren gekomen, waren eveneens naar Schiphol gegaan om hun strijdmak kers te begroeten. Het vliegjuig was wat vroeger dan verwacht was en nadat de soldaten waren uitgestapt en de eerste be groeting achter de rug was, werden zij allen aan een medische keuring onderworpen, die lènger dan een uur duurde. Het was omstreeks elf uur voor de artsen met hun arbeid gereed waren en de eigenlijke officiële begroeting een aanvang nam. Voor de talrijke familieleden en vrienden, die naar vliegveld waren gekomen, was het langdurige medische onderzoek een teleurstelling. Pas na de officiële be groeting, tegen half twaalf dus, wa ren de jongens vrij om naar hun fa milie te gaan. De strenge keuring was evenwel nodig omdat tegen de gebruiken in, het detachement bij zijn vertrek uit Japan niet gekeurd was. I Omstreeks elf uur verzamelden de mannen zich voor het laatst schouder aan schouder in de grote aankomsthal van het vliegveld. j Boodschap van H. M. de Koningin. Baron Van Boetzelaer trad naar voren. „Hare Majesteit de Koningin heeft mij opgedragen u de volgende boodschap voor te lezen" klonk het dcor de hall. „Ik heet u allen harte lijk welkom en gedenkt met u in stilte en eerbied uw makkers, die gij ginds achter hebt gelaten. Voor de wijze waarop gij uw taak daarginds hebt vervuld dank ik u met trots en ik hoop dat u straks hetzij als mili tair, hetzij als burger de uw toebe deelde taak met dezelfde energie moogt vervullen. Ik wens u een prettige thuiskomst", zo luidde de tekst van de boodschap van de Ko ningin aan deze eerste „thuisvaar- ders" van het Nederlandse Korea- detachement. Vervolgens sprak staatssecretaris, vice-admiraal H. C. W. Moorman. Daarna kregen alle teruggekeer den een dronk aangeboden en was eindelijk voor hen het moment aan gebroken, dat zij zich naar de uit gang konden spoeden om vrouw, va der of moeder of zo maar een goede vriend in de armen te sluiten. Achtentwintig dagen verlof en dan demobilisatie. Uit de enkele korte gesprekken, die wij met de te- rugkerenden hadden, hebben wij niet begrepen, dat de animo om opnieuw een vrijwilligersverband aan te gaan groot was. De strijd in het woeste landschap van Korea is te fel ge weest. Ongeveer 110 luchtvaartcadetten van 14 verschillende landen, brengen een bezoek aan de Verenigde Staten, in het kader van een uitwisselings programma van luchtvaartcadetten. We zien hen hier op het „Empire State Building" in New-York, het hoogste gebouw ter wereld, genieten van het prachtige vergezicht Een van de gidsen van het gebouw wijst hen op de interessante dingen, die te zien zijn. Op de eerste rij geheel links zien we Max Sturhoofd. uit Nederland, een van de leden van het internationale gezelschap. Ook een teruggekeerde Korea-vrijwilliger De advocaat-fiscaal bij het Hoog vlilitair Gerechtshof, mr. D. J. van jilse, concludeerde in de door het ïof gehouden zitting tot bevestiging /an het vonnis van de Krijgsraad Vest te den Haag, waarbij de vrij williger soldaat L. W. werd veroor- eeld tot zes maanden gevangenis- traf met aftrek van voorarrest, met mtslag uit de dienst zonder ontzet ing en met uitlezing van het von- ïis voor het Ned. detachement Ver. Naties te houden appèl. W. werd veroordeeld omdat hij op .4 Maart 1951 het Korea-detache- nent had verlaten om zich voor ?oed aan zijn dienstverplichtingen e onttrekken. W. werd op 15 Maart tangehouden, onttrok zich weer aan ;ijn militaire verplichtingen en verd daarna op 4 April opnieuw angehouden. De advocaat-fiscaal concludeerde .chter wel tot weglating in het von nis van het bevel tot ontslag uit de militaire dienst en uitlezing van het vonnis. De verdediger deelde mee, dat beklaagde eigenlijk geen militair was, maar dienst nam omdat hij hier geen werk naar zijn zin kon krij gen. Hij deserteerde omdat zijn moe der in zeer overspannen toestand was komen te verkeren en met zelf moord dreigde. Uitspraak 4 Sept. INGEWIKKELDE GESCHIEDENIS MET VERWARDE VERKLARINGEN Voor het Hoog Militair Gerechthof werd gistermiddag de zaak tegen de commandant van het kamp Olden- broek, de lt.-kol. der artillerie C. Th. N. behandeld. Zowel de beklaag de als de auditeur militair waren in hoger beroep gegaan tegen het von nis van de krijgsraad te velde Oost te Arnhem. Zoais men zich zal herinneren werd de lt.-kol. N. op 14 Juni j.l. door de krijgsraad veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf met ont slag uit de militaire dienst, wegens heling van levensmiddelen, het toe laten van misdrijf aan minderen, verduistering en overtreding van de vuurwapenwet. Nu heeft deze zaak, die op het eerste gezicht vrij misdadig lijkt, vele kanten en de omstandigheden die lt.-kol. N. tot deze daden ge bracht hebben, werpen een nieuw licht op deze beschuldigingen. Beklaagde zelf heeft gisteren voor de rechtbank geen gelukkig figuur geslagen. Hij begon met vroegere ver klaringen en bekentenissen in te trekken en te herroepen, terwijl hij geen voldoende argumenten kon aanvoeren, om deze handelwijze voor de rechtbang aannemelijk te maken. Na enige tijd ontstond hierdoor een vrij verwarde situatie. Beentjes voor de hond. De verdachte was o.m. beschul digd van heling van groenten, kaas en boter. In een vroegere verklaring had lt.-kol. N. dit bekend, doch nu trok hij zijn verklaring in. Hij ver klaarde in het geheel niets te we ten van kazen, die zijn woning zou den zijn binnengebracht, of van bo ter en vet, dat voor zijn huishou den zou zijn gebruikt. „Mogelijk", zo zeide verdachte, „zijn ze mijn woning binnengekomen in de doos, waarin wel eens beentjes voor de hond werden gebracht". Als motief voor zijn vroegere verklaringen noemde verdachte de wens om zijn echtgenoten buiten het geding te houden. De advocaat-fiscaal werd door dit argument niet overtuigd, daar ver dachte in de beginne in het geheel geen moeite had gedaan zijn vrouw buiten het geding te houden. Dit kon verdachte niet euvel geduid worden, want het geheel overzien de, krijgt men de indruk, dat door de grote belangstelling, die de echt genote van N. voor de kampzaken van Oldenbroek had, veel moeilijk heden zijn ontstaan. Een roeiboot en bankrekening. Op de beschuldiging, dat verdach te een roeiboot, die eigendom was van een jaohtcombinatie, waarvan verdachte en nog drie andere heren lid waren, in een rijkswerkplaats had laten repareren, zeide ver dachte, dat het slechts een onbedui dende reparatie aan een doodge wone roeiboot was, terwijl de heren, die lid waren van de combinatie steeds financieel bijsprongen als er iets voor de militairen gedaan moest worden. Het was dus niets meer dan een sympathiek gebaar ge weest. Uitvoerig werd gesproken over het bedrag van ƒ3.426.41, dat verdachte als lid van de cantinccommissie on der zijn beheer had. Verdachte had het bedrag van de bank gehaald en er een tekort mee gedekt, dat in de kas van zijn overleden broer, wacht meester N. was ontstaan. Lt.-kol. N. was tot deze handeling overgegaan, omdat hij vreesde, dat de familie van zijn broer van pensioen versto ken zou blijven, zo het tekort ont dekt werd. Het overtreden van de wapenwet was slechts een administratieve overtreding, die de belangstelling van de rechtbank niet had. Vele getuigen ten gunste van verdachte. Elf getuigen a charge en 14 getui gen a décharge waren opgeroepen om hun licht in deze duistere zaak te laten schijnen. De sergeant-kok L., Mini&teió SAinuieU en Staf aefenincj „Mxvla?' LICHTING 1950 II MET NIEUWJAAR NAAR HUIS De dienstplichtigen van de lich ting 1950 II blijven zestien maanden onder de wapenen en zullen dus op 1 Januari a.s. afzwaaien, zo werd in den Haag medegedeeld. Voor hun terugkeer naar de bur germaatschappij hebben de mannen van de uit deze lichting gevormde 31ste regimentsgevechtsgroep nog een zwaar oefenprogramma te ver werken. Zoals bekend zullen zij de volgende maand deelnemen aan in- tergeallieerde manoeuvres in de Britse zóne van West-Duitsland en direct daarop aan manoeuvres in de momenten te voorschijn en meng- Franse zóne van West-Duitsland. In gezelschap van zijn Engelse ambtgenoot E. Shinwell heeft de Nederlandse minister van Oorlog en van Marine, Ir. C. Staf, Dinsdag een bezoek gebracht aan de Nederlandse troepen van de lichting 1950 II, die deelnemen aan de moderne 10-daagse oefening „Mars" in ons land. Op de foto, welke wij in de omgeving van Ommen maakten, zien we van links naar rechts: Luitenant-generaal B. R. P. F. Hasselman, chef staf; Minister E. Shinwell; minister Ir. C. Staf en gen.-maj. A. T. C. Opsomer, chef van de strijdkrachten te velde. die een vrij grote rol in deze af faire gespeeld heeft, verklaarde, dat de lt.-kol. N. nooit rechtstreeks om levensmiddelen gevraagd had; doch wel eens een toespeling gemaèkt had. Vele voor de verdachte gun stige verklaringen werden afgelegd. Men prees hem als een buitenge woon goed commandant en organi sator. Hij en zijn echtgenote had den veel gedaan om de militairen in het kamp Oldenbroek het leven te veraangenamen. Ook vele collega's van verdachte spraken in die geest. Ten slotte eiste de advocaat-fis caal mr. D. J. v. Gilse, na de zaak nog eens in zijn geheel de revue te hebben laten passeren, 5 maanden gevangenisstraf, ontslag uit de mili taire dienst, met behoud van recht om bij de gewapende macht te die nen. Daar verdachte reeds 5 maan den en 1 week in voorarrest ver blijft, betekende deze eis onmiddel lijke in vrijheidstelling. De raadsman ven verdachte, mr. P. H. M. HoogenbergH uit Rotter dam kon zich met de eis niet ver enigen. Hij betoogde, dat verdachte het slachtoffer is geworden van een ongelukkige samenloop van omstan digheden. Voorts legde hij nadruk op de uitstekende naam, die ver dachte in de omgeving van Olden broek geniet en op de populariteit bij de troep. Hij noemde lt.-kol. N. een officier met een goede miltaire loopbaan in het vooruitzicht en be treurde het, wanneer deze carrière teniet gedaan zou worden. Hij vroeg een disciplinaire afdoening van de zaak en handhaving als militair. De uitspraak zal zijn 4 Septem ber a.s. Keuring Korea vrij willigers was tóch in orde Enige weken geleden kwamen er uit Tokio berichten, volgens welke de Korea vrijwilligers voor hun vertrek uit Nederland zeer opper vlakkig zouden zijn gekeurd, zodat zij spoedig na aankomst niet ge- sohi'kt voor de dienst bleken te zijn. Verder zouden verscheidene vrij willigers in Nederland toezeggingen heben ontvangen met betrekking tot hun functie in Korea, welke toezeg gingen later niet gestand zouden zijn gedaan. Een woordvoerder van het minis terie van Oorlog verklaarde ons, dat deze berichten „sterk overdreven" zijn. Na 'n onderzoek heeft de minis ter van Oorlog geen enkele aanlei ding gevonden om ook maar iets te ondernemen tegen de inspectie van de geneeskundige dienst der K.L. Gebleken is, dat de keuring der Ko rea-vrijwilligers goed is geweest; dat enkele vrijwilligers in Korea niet geschikt voor de dienst werden bevonden is het gevolg van het feit, dat zij bij de keuring in Nederland hun kwalen hebben verzwegen. Ook bij de werving van de vrijwilligers zijn geen onregelmatigheden gecon stateerd. Het is in Nederland voor gekomen dat enige vrijwilligers on der diwang van de omstandigheden in Korea een andere functie hebben gekregen, dan in Nederland was toegezegd. De meesten hebben ech ter begrip voor de noodzaak hier- -•an getoond. Om misverstanden te voorkomen .ïoeten de vrijwilligers, die thans log worden uitgezonden twee func- ies opgeven, die zij in het Korea- letachement bereid zijn te vervul len. Rijdt niet „met de drank in". Verbond voor Veilig Verkeer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6