GxMtltUKen aatt 9iim I Hypnose onder nul 1
Afbraak van kerkje te Kortenaar
wekte veel verbittering
DINSDAG 24 JULI 1951
BE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Langeraar van jaar tot jaar
IN 1801 WERD HENRICUS JACOBUS VAN HALTEREN PASTOOR VAN
LANGERAAR. Dertig jaar lang was hij al pastoor geweest in Osdorp of
Sloten waar hij het oude kerje, dat van omstreeks 1650 dateerde en dat
danig in verval was geraakt, herbo wde. De eerste steen van dat her
bouwde kerkje werd gelegd op 9 Juni 1789 en de pastoor betaalde de
kosten grotendeels uit eigen zak. De pastoor was in Osdorp zeer gezien,
ook bij de niet-katholieken. Een van hen schreef over hem: „een man
van ongemeende kunde en onvoorbeeldige menslievendheid, die zeker
lijk bij de Roomse gezinnen in zegening zal gebracht worden, niet al
leen zolang de gemeente, die het geluk heeft van zijn Weleerw. tot
zielzorger te hebben, bestaat, maar ook zolang in geheel Nederland nog
een enig weldenkend wezen leeft; z o dit in de oren van sommige een
laffe lofspraak mocht schijnen te wezen, die nodigen wij het landelijk
Osdorp te gaan zien en het zal hun niet moeilijk wezen een bezoek bij
die onvoorbeeldige mensenvriend a f te leggen; niet alleen, maar ook
een kerk in ogenschouw nemen, we lke zijn eerwaarde uit zijn eigen
beurs gebouwd heeft en die ongetw ijfeld de goedkeuring van alle
vrienden van de heilige christelijke godsdienst moet wegdragen.".
Inderdaad een merkwaardige ge
tuigenis van een niet-katholiek en
dat in die dagen! Na zijn langdurig
pastoraat in Osdorp kwam pastoor
van Halteren naar Langeraar, waar
hij op drie Februari 1807 overleden
is; hij werd in de oude kerk in de
Kerkbuurt begraven. Zijn opvolger
was een geboren Amsterdammer.
Bernardus Hendricus van Kokke-
link werd in 1784 kapelaan te Am
sterdam in de statie buiten de
Utrechtse poort; de zogenaamde
kerk aan het Rustenburgerpad.
Daarna werd hij pastoor te Middel
burg en op 4 Maart 1807 kwam hij
naar Langeraar, waar hij alles deed
om er een eigen kerkhof aan te leg
gen. Maar dit mislukte.
Pastoor vertrok in stilte
In Korteraar was nog altijd een
bijkerkje; pastoor v. Kokkelink hief
dit kerkje op en dit wekte grote
verbittering; de overlevering wil
nog altijd, dat men zelfs geprobeerd
heeft de pastoor te vergiftigen. Of
dit geschiedkundig waar is, staat in
betwijfeling; maar wel is waar, dat
de pastoor in alle stilte de statie
heeft verlaten en naar Amsterdam
is getrokken, waar hij nog in dat
zelfde jaar 1822 benoemd werd tot
pastoor van het Begijnhof. Hij was
de laatste pastoor, die de officiële
pruik droeg en droeg, naar aanlei
ding daarvan de bijnaam bloem
kool met saucysjes", omdat zijn
pruik maar een krul had, rondom
op verschillende plaatsen wegge
knipt, zodat die krul in losse stuk
jes afhing. Tot 1840 bleef van Kok
kelink pastoor van Amsterdams Be
gijnhof. In dat jaar nam hij zijn
ontslag ,en hij stierf als rustend
geestelijke te Haarlem op 30 Octo
ber 1842. Er hangt een portret van
hem in de pastorie van Langeraar.
Zijn opvolger daar was Gobertus
van Lieshout, in 1766 te Rotterdam
geboren. In 1801 werd hij pastoor
van de St. Petruskerk te Leiden,
waar hij kerk en pastorie verbouw
de en vergrootte. In Februari 1819
werd hij pastoor in de Pool te Am
sterdam. Maar in October van het
zelfde jaar ging 'hij er weer weg.
Hij werd pastoor te Oudorp om in
1822 naar Langeraar te komen.
Verzwegen namen
Daar begon hij met het door zijn
voorganger opgeheven bijkerkje te
Korteraar af te breken. Daarna vat
te hij het plan van zijn voorganger
weer op, de stichting van een eigen
kerkhof. Hij vroeg de mening van
alle leden van zijn statie, 714 in
totaal en behalve zes, „wier namen
schoon genoeg bekend, uit Christe
lijke liefde hier zullen verzwegen
worden", bleken allen „een vurig
verlangen te hebben naar een eigen
begraafplaats."
Maar het gemeentebestuur werkte
fel tegen en zowel gedeputeerde
Staten als de koning wezen het ver
zoek af. De pastoor zat niet stil en
begon de noodzakelijke verbeterin
gen aan zijn kerk aan te brengen.
Dat was nog altijd het kerkje door
pastoor Vermey gebouwd. Er kwa
men nu nieuwe ramen in; een vrij
hoge toren werd gebouwd met een
uurwerk en de kerk kreeg een nieu
we ingang. Toen dat werk klaar
was, kwam heel onverwachts, een
decreet van de koning, dat ieder
kerkgenootschap een eigen kerkhof
mocht hebben. Nu kon de gemeente
niet langer tegenwerken en al op
27 November 1828 kon het, nieuwe
kerkhof worden ingewijd.
Het was wel op een wat zonder
linge manier tot stand gekomen; de
katholieken van Langeraar werden
verdeeld in contribuerenden en niet
contribuerenden; de eerste groep
betaalde mee aan de onkosten en de
tweede legde het kerkhof aan. De
vier cypressen, op elke hoek een,
werden geschonken door de vier
vrouwen van de kerkmeesters. Door
pastoor Buys werd later een pries
tergraf gemaakt, waarin ook de
stichter van het kerkhof werd bijge
zet. Hij was plotseling gestorven op
6 Juni 1839; de dienstbode vond
hëm 's-morgens dood op bed.
Tekenend is, wat zijn opvolger
over hem optekende: „Deze heer
was vol pittigen luim en scherts,
zeer aangenaam in het gezelschap,
de opgeruimdheid ziet hem uit het
gelaat, en men is geneigd tot lachen
uit blijgeestigheid, als men zijn por
tret aanschouwd in de pastorie aan
wezig, waar hij is afgebeeld met de
tekenpen in de hand. Hij tekende
en schilderde namenlijk zeer goed;
vele stukken, meestal copieën, ge
tuigen van zijn luimig karakter, zijn
bij de gemeentenaren en elders ver
spreid."
Opvolger werd Petrus Cornelis
Buys, in 1797 te Oosterblokker ge
boren. Hij was eerst boer en ging op
18-jarige leeftijd voor priester stu
deren te Gemert; in 1825 werd hij te
Mechelen priester gewijd. Na enke
le kapelaansplaatsen, werd hij in
1833 pastoor te Waddinxveen en
vandaar kwam hij naar Langeraar.
In 1841 brak hij de oude kerk van
pastoor Vermey af en bouwde een
nieuwe kerk, die op 15 November
1842 door Mgr. van Wykerslooth
werd geconsacreerd. In 1851 werd
de oude pastorie deels vernieuwd;
In 1856 kwam het armenhuis en in
1863 de katholieke school.
Beroemd was de missie van 1856.
Die werd o.a. gepreekt door van
Vree, de latere bisschop van Haar
lem, toen president van het semi
narie te Warmond; door professor
van Kints en door Pluym, later
bisschop v
De
de
is enorm
en de mensen verkochten de volg-
nummertjes voor biechstoel voor
een flink bedrag, terwijl anderen
in de kerk bleven om toch maar
vroeg een beurt te krijgen.
In 1875 vierde pastoor Buys zijn
gouden feest en kort daarop stierf
hij geheel onverwachts; de dienst
bode vond hem na tafel dood op
zijn stoel zitten. Hij had veel voor
zijn parochie gedaan; was een
man met een juist inzicht, die
steeds de meest geschikte midde
len wist te kiezen om het gestelde
doel te bereiken.
RESTAURATIE MOLENS IN DE
SCHERMER. Het bestuur van het
waterschap „De Schermer", heeft
besloten twee van de schilderachtige
molens, die het waterschap rijk is, te
laten restaureren. De molens links
en rechts op de foto, die dringend
herstel nodig hebben, zullen zeer
binnenkort onder handen worden
genomen. De middelste molen is
reeds eerder gerestaureerd.
Veilig rijden, veilig lopen?
Uw ogen en uw oren openl
Verbond voor Veilig Verkeer
Koninklijke boerderij voorziet
Vorstenhuis van zuivelwaren
Midden in het koninklijk park van
het paleis Het Loo, omzoomd door
prachtig hoog geboomte, uitgestrekte
weilanden met op de achtergrond
dennen sparren, afgewisseld door
eeuwenoude beuken en eiken, ligt de
Koninklijke Boerderij, die de palei
zen van ons Vorstenhuis in Soestdijk,
Den Haag, Amsterdam en Het Loo
voorziet van melk, room en boter.
Reeds zo lang de Koninklijke Boer
derij op Het Loo bestaat, dat is zo
ongeveer een dikke zestig jaar, heeft
de particuliere handel, wat dergelij
ke producten betreft, een slechte
klant aan ons Vorstenhuis gehad en
het ziet er niet naar uit, dat dit ooit
zal veranderen.
EEN MODELBEDRIJF.
De melk en room in liters- en hal-
ve-liters flessen en die in vetvrij pa
pier verpakte boter in een cartonnen
omhulsel, waarop het opschrift „Hy
giënisch Zuivelbedrijf Koninklijke
Boerderij„Het Loo" prijkt, komen
elke morgen bij de verschillende pa
leizen aan, regelrecht van het ko
ninklijk bedrijf. Zuivelproducten dus
van eigen bedrijf, want de Konink
lijke Boerderij draagt niet alleen dit
praedicaat, doch is inderdaad ook
eigendom van de Koningin. Onze
vorstin komt op gezette tijden, dik
wijl ook op de meest onverwachte
momenten, haar boerderij een bezoek i 1 meter waterstand
brengen.
blijfplaats heeft gekozen, is een be
zoekster, die meer dan eens een kijk
je komt nemen. En dat onze prinses
jes wanneer zij bij haar Oma op be
zoek zijn, altijd even tijd vinden om
dit interessant bedrijf te bezoeken,
laat zich gemakkelijk raden.
De Koninklijke Boerderij is een
bedrijf van behoorlijke omvang en
omvat 24 ha. weiland en 16 ha. bouw
land. Men mest er jaarlijks een klei
ne honderd varkens, men heeft er 32
melkkoeien, alle t.b.c.-vrij, 20 stuks
jongvee, een stel schapen, 4 werk
paarden en daarnaast nog een hele
menagerie in de vorm van kippen,
eenden, ganzen, kalkoenen, pauwen,
kortom alles wat men op een grote
boerderij pleegt aan te treffen, maar
dit „kleine goed" behoort tot de lief
hebberijen van de bedrijfsleider, de
heer G. Wensink, die trouwens ook
nog bijen houdt.
Het is een sprookjesachtige omge
ving daar bij de Koninklijke Boer
derij. Een aandachtige wandelaar
ontdekt er de sporen van wilde zwij
nen, herten en reeën. Van de ge
pleisterde koninklijke stallen voert
de weg verder door het bos. Men
gaat over een bruggetje, waaronder
kabbelend een beekje zijn weg zoekt.
Een uitloper van de Grote Vijver,
met een oppervlakte van 4 ha. in
tweeën verdeeld met een verschil van
MEER DAN EENS.
Ook prinses Wilhelmina, die het
paleis Het Loo tot definitieve ver-
DE „RIJNDAM" TE SOUTHAMP
TON. Het nieuwe mailschip van
de Holland-Amerika-lijn, de „Rijn
dam" bij aankomst op zijn eerste
reis in de haven van Southampton.
Het nieuwe Nederlandse zeekasteel
15.014 ton groot trok vooral de
aandacht door de nauwe schoorsteen,
ontworpen door een Franse inge
nieur.
Al gauw dringen nu de geuren,
welke elke boerderij omgeven, ons
in de neus en op hetzelfde moment
zien we de boerderij voor ons lig
gen: een complex van gebouwen en
weilanden.
De heer G. Wensink, die al bijna
zestien jaren bedrijfsleider van de
Koninklijke Boerderij is, laat ons al
lereerst het zuivelhuis zien, waar de
melk gekoeld en de boter gekarnd
wordt. Het is een kleine zuivelfa
briek, waar dagelijks zo om en om
de vijfhonderd liter melk wordt be
werkt naar de laatst eis en met de
modernste hulpmiddelen. Naast een
grote electrische koelkast bevindt
zich in dit fabriekje een ontromer,
een karn,-twee koelers en zelfs een
flessenspoelerij met geringe capaci
teit.
GELDERSE STAL.
Van het kraakheldere zuivelhuis
komen we in de Gelderse stal, waar
32 melkbeesten de winter doorbren
gen. De koeien staan ,niet op een ste
nen vloer, maar op rubber en elk
dier heeft zijn eigen automatische
drinkbak.
Het zindelijk houden van de die
ren heeft men bereikt door een ho
ge, glooiende voerbak. Vroeger kwa
men de beesten naar voren om het
voer te bemachtigen en bevuilden
hierdoor de plaats waar ze stonden.
Nu valt het voer door de glooiende
voerbak naar de koeien toe en stap
pen achteruit, waardoor ook de mest
in de achter hen liggende greppel
terecht komt. „Het ei van Columbus"
noemt boer Wensink deze toepassing.
In een andere stal zijn de varkens
hokken aangebracht. En dat varkens
niet vuil behoeven te zijn, werd ons
met deze hokken bewezen. Een balk
schuin door het hok, op de grond
liggend, deelt elke ruimte in tweeën.
In de ene helft deponeren de var
kens hun vuil, waardoor de andere
ruimte schoon blijft. De varkens, die
men hier mest tot bacon-varkens,
worden afgenomen door de Export-
slachterijen in Deventer, Twello en
Wilp.
Met trots laat de heer Wensink ons
vervolgens machtige stieren zien, die
hun zware gehoornde koppen drei
gend vooruitsteken, wanneer ze
vreemden ontwaren in de stal.
De oudste „Eronica's Erno" gebo
ren 16-10-'46, is een roodbonte fok
stier, die bijna drieduizend pond
weegt. Behoudens „deze lummel"
zijn er nog vier fokstieren op dit be
drijf. Het vijftal is eigendom van de
Vereniging voor Kunstmatige Insemi-
natie, waarvan de heer Wensink j
voorzitter is. Op de Koninklijke j
Boerderij klopt het hart van deze
vereniging, die begin 1948 werd op- j
gericht. De resultaten waren al spoe
dig zodanig, dat het kleine aantal
Veluwse boeren, dat zich aanvanke
lijk bij deze „K.I." aansloot, met gro
te sprongen vooruitging. Ook op
landbouwgebied kan dit bedrijf wed
ijveren met het beste bedrijf elders
in ons land. Zo blijkt wel, dat de Ko
ninklijke Boerderij, die ons vorsten
huis van tal van zuivelproducten
voorziet, ook in belangrijke mate bij
draagt tot verbetering van landbouw
en veeteelt in het algemeen en van
die in Gelderland in het bijzonder.
„Gelderlander".
ÜluAöiócfie adïeep&iuewen luetken
ap, natte toeten
DOEL
Heerschappij over de Baltische en
Zwarte Zee
Door hun nieuwe zeebasis in de
Baltische Zee, van Stettin tot Tai
ling, hebben de Sovjets hun mari
tiem potei.tieel aanzienlijk ver
sterkt. Hun heerschappij in de Bal
tische Zee is thans onaanvechtbaar
gewerden. Deze machtspositie laat
hun toe een sterke druk uit te oefe
nen op de politiek van Noorwegen,
Zweden en Finland. De Britten ma
ken zich ongerust over deze toestand,
die de Sovjet-vloot de mogelijkheid
biedt in 24 uren alle vreemde sche
pen uit de Baltische Zee te verjagen.
Misschien heeft men totnogtoe te
veel aandacht geschonken aan de
land- en luchtstrijdkrachten van de
Sovjet-Unie en niet genoeg aan haar
zeemacht, die eens voor onaangena
me verrassingen zou kunnen zorgen.
Als vrucht van een maandenlang
onderzoek heeft „De Nieuwe Gids"
over de ontwikkeling van de Russi
sche zeemacht een aantal hoogst be
langwekkende .zoveel mogelijk: ge
controleerde) inlichtingen verza
meld.
Deze inlichtingen betreffen hoofd
zakelijk de scheepswerven van de
Baltische kust. Maar het is bekend
dat de Raissen zich dezelfde reus
achtige insponing in de Zwarte Zee
getroosten. Hun doel is de absolute
heerschappij in deze twee zeeën, om
vandaar uit, wanneer het grote con
flict zal losgebroken zijn, de sprong
te wagen naar de open zeeën.
In de Baltische Zee.
In 1939, na het uitbreken van de
oorlog, toen de Sovjets nog de geal
lieerden van de Duitsers waren, wer
den de belangrijke werven te Kom-
somolsk, in het Verre Oosten, en te
Arkangelsk, aan de Witte Zee, ge
bouwd. In dit laatste centrum vindt
men de Molotov-werven, waar twee
van de vier linie-schepen van 35.000
ton van stapel liepen. In 1945 kreeg
Arkangelsk twee nieuwe werven,
speciaal voor de constructie van duik
boten.
Sedert de Sovjets de controle over
de Baltische kust, vanaf Leningrad
tot het eiland Rügen, bemachtigd
lfog maar goed veertig
en al zo stram als een plank.
Om nog niet te spreken
van die Bheumatische Pijn...
Eigenlijk motsten alle mensen en
zeker op die leeftijd Kruschen ne
men. En dan iedere dag, regelmatig.
Is zo n kleine moeite en 't kost nog
geen 1 y2 cent per dag. In ruil daar
voor: altijd puur zuiver bloed, blij
moedig in circulatie gehouden door
jeugdig-vitale bloedzuiverende orga
nen, zelfs bij lieden die weinig bewe
ging nemen, of een zittend leven lei
den. Laat K-uschen ook Uw organen
die aansporende v/erking geven, op
dat ze Uw bloed vrij houden van de
onzuiverheden, die straks zo niet
nti al oorzaak zijn van die ondra
gelijke. alles ondermijnende Rheu-
matische pijn.
hebben, ligt het zwaartepunt van de
maritieme ontwikkeling van de USSR
in de Baltische havens.
Het belangrijkste centrum is en
blijft echter Leningrad. Na de af
tocht van de Duitsers werden de drie
grootste werven hersteld. Op de Bal-
tyiski-werven, op het eiland Vassi-
liëvsky werd. in 1949, de constructie
voltooid van de „Sovietsky Soyouse",
de derde eenheid van 35.000 ton. Dit
linieschip is bewapend met kanonnen
van 365 mm. en startbanen voor V-
wapens.
Er zijn thans vier kruisers-ijsbre-
kers van 17.060 ton in aanbouw, be
stemd voor .^le vaart tussen Moer-
mansk en Alaska. Ook deze eenhe
den zullen over startbanen voor V-
wapens beschikken- Daarenboven
worden er talrijke handelsschepen in
versneld tempo gebouwd.
Op de André Marty-werven aan
de monding van de Neva, staan
thans behaive talrijke duikboten,
met Schnorkei-apparaat uitgerust,
vier kruisers van liet type „Mazim
Gorki' op stapel. Eenheden van 9000
ton met zes Kanonnen van 182 mm.
Voorts torpedojagers van het type
„Leningrad", van 2800 tot 3000 ton.
Begin 1950 werd de in 1948 begonnen
constructie van een serie duikboten
voltooid.
De Poutilov-werven, ook Werven
van het Noorden genoemd, die des
tijds door de Duitsers vernield wer
den, zijn thans volledig herbouwd en
dienen uitsluitend voor de constructie
van duikboten van het recenste
model.
Muur in de zee.
De basis LeningradKroonstad
kan practisch niet meer van dc zee
uit aangevallen worden. In 1939
1940 bouwden de Russen immers een
lange betonnen muur in de Golf van
Finland.
Na de oorlog vielen de meeste ha
vens en zeebasis van de Zuideslijke
kust der Baltische Zee in de handen
der Sovjets. Reusachtige herstelwer
ken werden uitgevoerd.
Met de grootste spoed werden ook
de Poolse havens en die van dc Rus
sische bezettingszone in Duitsland
weer dienstbaar gemaakt voor de
scheepvaart. Deze havens zijn in
hoofdzaak bestemd voor de construc
tie en de reparatie van handelssche
pen.
De werven van Pillau, bij Kali
ningrad (het oude Koc-ningsberg)
worden door sterke detachementen
speciales troepen van de NKVD be
waakt. De strengste geheimhouding
wordt bewaard over de werven en
proefnemingen die er verricht wor
den onder de leiding van Duitse in
genieurs en ex-officieren van het
duikbootwapen.
U rijdt od een voor-
j 4 rangswee welke ge-
H ruist wordt door een
MOMI r niet-voorranswee.
BIM EN MUGLI BASLI BELEVEN EEN AVONTUUR IN GROENLAND
30. Bim bezit de goede eigenschap,
niets ten halve te doen. Zelfs toen hij
zich vooro p boog, deed hij dit zo
grondig, dat hij zijn evenwicht ver
loor en van het walletje van verse
sneeuw afrolde. De Geldlander, die
z'n kaart bestudeerde, vloog krijsend
van schrik op „Een ijsbeer", riep hij.
„Schiet het monster neer. Het wil ons
verscheuren! Op mannen te wapen.
Eendrachtig in het gevaar. Dit is
huisvredebreuk!'' En zijn hand ging
dreigend naar de holster met zijn
zware revolver. „Wij moeten hier
weg wezen", siste IJsco, terwijl hij
Bim snel weer naar boven trok.