vJofl7!
Avontuurlijke sergeant-kok
stal uit de kampkeuken
dp&nCucMfipel ISO LA BELLA
Eéri jaar geëist tegen de Leidse
P.T.T.-Postagentschaphouder
Samenstelling bevolking in de
Noord-Oost-polder
VRIJDAG 22 JUNI 1951
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 2
De ruggegraat
van het leger
„Ben jij die vent, die die idiote
stukjes schrijft?" werd ons één de
zer dagen gevraagd. „Nou, en wat
zou dat?" informeerden we fel, be
denkend, dat de aanval nog steeds
de beste verdediging is. „O, niks
hoor", klonk het gemoedelijk, „maar
zoals al die krantenlui, geef je een
volkomen onvolledig beeld van het
geheel. Je bent nu al 14 dagen aan
bet schrijven, maar over het peloton
van het bataljon, over de rugge
graat van het leger, heb je nog geen
stom woord gepend". Glurend door
zijn oogharen, met een spottende
glimlach op het gezicht, keek hij
ons aan. Hij was een van de man
nen, die in de tropen jaren lang in
de meest wanhopige situaties ge
reed stonden, om de troep aan ver
voer te helpen. Chauffeurs in het
leger zijn een heel bijzonder slag
mensen. Als burger zijn ze niet van
hun buurman te onderscheiden,
maar ingedeeld bij het transport
peloton, worden ze een groepje
apart. Als een andere militair „ver
hip" zegt, zeggen zij een woordje,
dat twee letters meer telt en wan
neer een ander vraagt: „Mag ik
even passeren", gebruiken zij hun
ellebogen. Kom hen echter in het
holst van de nacht wekken voor een
rit van een paar honderd mijl en
na een paar hartige woordjes, grab
belen ze naar een sigaret, om een
kwartier later het stuur in handen te
hebben. Terwijl we dit overpeinsden,
praatte hij verder. „Heb jij soms
vroeger ook geschreven over de no
deloze verspilling van benzine en
materiaal in het leger?" en zonder
dat wij gelegenheid kregen, om te
vertellen, dat zulke gewichtige on
derwerpen nooit door ons behan
deld mochten worden, vervolgde hij:
„Ga vanvond maar eens mee, dan
zullen we je wat laten zien!"
's Avonds stonden we (op zijn
advies dik ingepakt) bij het onaf
zienbare wagenpark. Hij wees ons
een jeep aan: „Kruip daar maar in,
als je tenminste geen last van ze
nuwen hebt, want het is 't convooi-
jeepje". Dapper stapten we in. Een
klein kwartier later kwam het ge
hele wagenpark tot leven.
„Kijk", verklaarde onze gids, die
het jeepje reed, „het is net een cir
cus". Zijn collega, die naast hem
zat, gaf nadere uitleg: „Eerst de
ponnies (30 jeeps passeerden ons)
daarna de „tijgers" (er volgden 20
3/4 tonners) en als sluitsteen de
olifanten (17 drietonners denderden
voorbij). „Nou gaan we er achter
aan", zei hij, terwijl hij startte. „We
blijven er natuurlijk niet achter
„hangen", want we moeten zorgen,
dat het convooi bij elkaar blijft en
dat er geen vreemde wagens tussen
komen." Handig manoeuvreerde de
chauffeur tussen de drietonners
door en wij voelden ons een muis
tussen briesende leeuwen. Langzaam
kroop ons jeepje naar voren- Zo
nu en dan gaf de convooi-leider een
seintje aan een der chauffeurs, dat
hij harder of zachter moest rijden.
Het convooi bleef volmaakt in co
lonne. De 50 meter tussenruimte
bleef stipt gehandhaafd. De chauf
feur praatte niet veel, want hij had
al zijn aandacht nodig, om een bot
sing met tegenliggers of eigen wa
gens te voorkomen. „Heb je al wat
stof opgedaan voor een stukje?"
vroeg hij na een poosje. Wij brom
den wat terug. „Nou wacht dan maar
even, dan krijg je meer stof, dan je
verwerken kunt". Nauwelijks had
hij het gezegd, of het gehele convooi
verdween in een grote stofwolk. We
hadden de hoofdweg verlaten en
reden in het terrein. Naast ons hoor
den we gegrinnik en daar we ons
groot wilden houden, vroegen we
venijnig: „Wanneer gaan we nu fei
telijk terreinrijden?" Hij bleek niet
te verslaan: ,komt nog", was het
antwoord en tegelijkertijd dook
het jeepje van een steile helling af.
Vliegensvlug schakelde hij de voor
aandrijving in en gierend vlogen we
een heuvel op. We huppelden op en
neer als een balletje in een roulette
en (gekneusd) weer de hoofdweg
bereikt hebbend, bemerkten we tot
onze grote verbazing, dat het con
vooi nog feilloos reed. „Nu gaan we
wat leuks beleven", liet de convooi-
leider zich heren. „Wij naderen een
grote stad en daar rijden we dwars
doorheen. „Hij gierde met zijn jeep
je het convooi voorbij. Na 10 minu
ten reden we de stad binnen. Hij
parkeerde zijn jeep en toen het con
vooi naderde, legde hij het verkeer
stil, zodat de colonne vrij door kon
rijden. De belangstelling van bur
gerzijde was overweldigend. Naast
de diverse protesten over het mis
sen van treinen en dringende afspra
ken, hoorden we smalende opmer
kingen over benzine en belasting
penningen. „Kijk", zei onze man,
„daar heb je het weer. Kunnen die
kankeraars dan niet inzien, dat dit
een noodzakelijke oefening is? Hoe
denk je dat het zou gaan in tijd van
oorlog, wanneer de chauffeurs nooit
geleerd hebben in convooi te rij
den? Je zou een bende ongelukken
krijgen, om nog maar niet te spre
ken van de slachtoffers tijdens een
beschieting, wanneer ze niet geleerd
hebben, de bevelen van hun convooi-
leider stipt uit te voeren". De co
lonne was voorbij en het was tussen
de bedrijven omstreeks het midder
nachtelijk uur geworden. Als een
grote verlichte slinger gleed het
het convooi door het vlakke land
schap. Na een korte rustperiode ver
volgden we onze route. Na enkele
minuten werd de convooileiaer
waakzaam: „Ruik je niets?" vroeg
hij. „Jawel, heidelucht", antwoord
den we, naar waarheid. „Schroeiend
rubber", snoof hij minachtend en
voort snorde het autootje, kris-kras
tussen de „olifanten" door. Na enig
zoeken had hij de zondaar gevonden.
Hij ging er achter rijden en stelde
na enige ogenblikken de diagnose:
„Handrem aanstaan". Hierna werd
het eerst echt circus. De chauffeur
bracht het jeepje naast de drieton
ner, de convooileider schatte even
en sprong toen op de treeplank van
de drietonner over. Kreunend slo-
we de ogen, want we kunnen
niet tegen het gezicht van rond
spattend bloed. Toen we ze (voor
zichtig) weer opende, zat hij branie-
lachend weer naast ons: „Je kunt het
convooi toch niet laten stoppen voor
een handrem", verklaarde hij laco
niek op onze protesten. Nog enkele
uren duurde de rit. We „lagen" nu
achter in het convooi. Een einde
loze rode streep achterlichtjes te
kende zich af in de nacht. We kre
gen een warm gevoel van binnen,
iets van trots. Trots op de organisa
tie, trots op de jongens, die deze or
ganisatie vormen en die onze kame
raden zijn.
DE FRAUDE BIJ DE
GRONINGSE SLAGERSCENTRALE.
De Groningse rechtbank heeft een
fraude behandeld, welke onlangs bij
de Groningse Slagerscentrale werd
ge constateerd. Terecht stond de 33-
jarige administrateur van de Slagers-
centraleOa. M. D. Hem werd ten laste
gelegd een bedrag van 5000.te
hebben verduisterd, maar ook kwam
tijdens de zitting ter sprake, dat een
bedrag van ƒ20.000.was zoek ge
raakt. Uit de bescheiden van de kas
der Slagerscentrale kon men even
wel niet opmaken, waar deze f 20.000
zijn gebleven. D. heeft aan een zekere
H.. die voor de centrale heeft ge
werkt, 5000.uit de kas van de
centrale gegeven, omdat deze H. een
huis moest kopen. Dit geld werd
evenwel niet meer in de kas terug
gestort.
De officier van justitie achtte dit
een zeer ingewikkelde zaak en was
er van overtuigd, dat meer personen
bij deze fraude betrokken zijn ge
weest. Hij kon evenwel slechts be
wijzen een verduistering van 5000
door D. en eiste tegen verdachte acht
maanden gevangenisstraf, waarvan
twee maanden voorwaardelijk en een
proeftijd van drie jaar. Mr. J. van
Sloten, de raadsman van verdachte,
zei, dat hier geen sprake van we
derrechtelijk toeëigenen is. Hij vroeg
vrijspraak en onmiddellijke invrij
heidstelling. De rechtbank wees dit
verzoek, na langdurig in beraad te
zijn geweest, evenwel af. Uitspraak
JUDOCUS. over 14 dagen.
Voor de Krijgsraad
Vechter uit het Vreemdelingen-legioen
Voor de Krijgsraad tc Arnhem
stond terecht de 36-jarige sergeant
kok-menagemeester H. M. L. L., die
ervan verdacht wordt, zich geduren
de de jaren 1948, 1949 en 1950 in het
Artillerie-schietkamp Oldebroek le-
vensmidelen, toebehorende aan de
Staat der Nederlanden, wederrech
telijk te hebben toegeëigend, al dan
niet in samenwerking met zijn com
mandant, de overste C. T .van N.
Voorts is hem ten laste gelegd zeep
en clectrischc energie te hebben ver
duisterd en een valse eed te hebben
afgelegd in 1946, toen hij in verband
met zijn huwelijk onder ede ver
klaarde, dat hij niet in staat was een
geboorteakte over te leggen.
De auditeur-militair, jhr. mr, dr.
Van den Bosch, achtte alle ten laste
gelegde feiten bewezen, mei uitzon
dering van de verduistering van
zeep, en requireerde één jaar gevan
genisstraf met aftrek, verlaging tot
de rang van soldaat en ontslag uit de
militaire dienst.
Verdachte bleek in Nederlandse
dienst bekend te zijn onder de naam
H. Hij is Duitser van geboorte, nam
dienst bij het Vreemdelingenlegioen,
vocht hiervoor tydens de jongste we
reldoorlog op verscheidene fronten,
meldde zich in 1943 aan voor het
Nederlandse Leger, maakte de inva
sie in Normandië mee (is drager van
het invasiekoord) en werd in 1944
onder de naam H genaturaliseerd
tot Nederlander. Hij huwde in 1946,
steeds onder de naam H. en legde
toen een verklaring af onder ede, dat
hij geen geboorte-akte kon overleg
gen, omdat hij in dat gedeelte van
Berlijn is geboren, dat thans door de
Russen is bezet. De auditeur-militair
beschouwt dit als meineed, omdat
hy geen serieuze poging heeft onder
nomen, de geboorte-akte te verkrij
gen en omdat hem dit als H. ook niet
zou zijn gelukt. Eerst een jaar gele
den kwam aan het licht dat 'be
klaagde niet H. doch L. heet.
- Geen controle.
Hij had als sergeant-kók-menage-
meester de leiding over drie keukens
en het magazijn in het Kamp Olde
broek. Volgens zijn verklaringen be
moeide de verplegings-officier zich
nergens mee: Overste N. had hem de
sleutel van het magazijn gegeven en
zou hebben gezegd: „Je moet je maar
zien te redden". Hij had een enkele
maal per week vlees ter beschikking
van de overste gesteld; nadat het
vlees van de bon was. in veel min
dere mate. Volgens beklaagde waren
dit overschotten; er bleef altijd wel
wat over.
Ook korstloze kaas (beschimmeld),
die niemand lustte, ging naar de
overste. Deze had er behoeftige
mensen voor, die de kaas anders toch
uit de spoelington zouden hebben
gehaald. Er waren voorts vaak over
schotten aan levensmiddelen, door
dat een onderdeel vroeger vertrok
en daardoor niet alle maaltijden ge
bruikte. Verdachte bevestigde, uit
de menage te hebben meegegeten,
nadat de troep had gegeten, zonder
officiële toestemming. Toen hij eind
1949 een woonhuis betrok met een
eigen kookgelegenheid, had hij niet
meer met zijn gezin uit de menage
gegeten. De sergeant merkte op, dat
hij in dat alles geen kwaad had ge
zien: van officieren had hij in 1945
en 1946 ten aanzien van rijkseigen
dommen wel erger staaltjes waarge
nomen.
Wat betreft de verduistering van
electrische energie: verdachte had in
een kippenhok twee lichtpunten
door de genie laten aanbrengen en
hiervan geen melding gemaakt, zodat
hij het verbruik van deze lichtpun
ten niet aan het Rijk had vergoed.
In zijn requisitoir zeide jhr. mr.
dr. v. d. Bosch, dat hij meer feiten
ten laste had kunnen leggen, maar
zich had beperkt tot deze vier Be
klaagde heeft steeds tegenstrijdige
verklaringen afgelegd en de zinsne
de in het reclasseringsrapport „L. is
niet in de eerste leugen gebarsten"
wilde hij gaarne onderschrijven.
Volgens verdachte zouden er alleen
maar overgeschoten levensmiddelen
naar Overste N. zijn gegaan, maar
de getuigen-verklaringen geven een
ander beeld. Er waren wel degelijk
klachten over te geringe hoeveelheid
eten: er zijn momenten geweest, dat
van de 24 man er 18 clandestien mee
aten, Verdachte heeft van zijn krui
denier nooit anders dan tandpasta
e.d. gekocht. Over of niet over, al
dus de auditeur-militair, de levens
middelen waren genomen.
Overigens vond jhr. mr. dr. van
den Bosch het jammer, dat deze din-»
gen zijn gebeurd. Verdachte was na
een avontuurlijk leven tot'rust ge
komen. Van zijn vrouw ging een
goede invloed uit en van zijn drank
misbruik was hij af. Hij is een uit
stekend vakman en men behoeft zijn
toekomst niet somber in te zien. Dit
nieuwe bestaan zal hij echter niet in
het Leger, doch daarbuiten dienen
op te bouwen.
Avontuurlijk figuur.
Verdachtes raadsman, mr. Riemers-
ma, beschreef zijn cliënt als een
avontuurlijke, zeer merkwaardige
figuur, die dertien jaar achtereen
aan allerlei fronten had gevochten,
Hedenavond (aanvang 21.30 uur) en
Zaterdagavond (aanvang 20.30 uur)
ZONDAG 24 JUNI, 's middags en 's avonds
THE RAMBLERS DANSORKEST van AART ZEGVELD en het
HUISORKESTEN Hongaars Zigeunerorkest van PALI LAKAT0S
Internationaal Vogelpark AVIFAUNA Alphen aan den Rijn
in de bevrijding van ons land een
werkzaam aandeel had genomen en
in 1945 moest overschakelen van
oorlogseconomie op vredestoestand.
„Als hij in Oldebroek direct onder
straffe leiding gekomen, dan zou er
niets scheef zijn gegaan, maai de lei
ding hier faalde volkorpen. Op de
keper beschouwd, loopt de omvang
der feiten nogal los: in feite zijn het
kruimelgevallen. Geen restaurant of
cantine, of er schiet altijd wel wat
over. De meineed achtte de verdedi
ger niet bewezen. Hoe kan men aan
tonen, dat de papieren niet te krij
gen zijn? Voorts vroeg de raadsman
de sergeant niet te degraderen en
niet te ontslaan: iemand met zulk
een staat van dienst moet in de ge
legenheid worden gesteld zelf. ont
slag te nemen. Tenslotte vroeg mr.
Riemersma in vrijheidstelling van
verdachte.
Sergeant L. beklaagde zich tegen
over de president van de Krijgsraad,
mr. H. H. A. de Graaff, over de on
dankbaarheid van het Nederlandse
volk. Men had hem de Nederlandse
nationaliteit beloofd en verhoging in
rang. hij gaf een luitenantsrang en
elf en een half dienstjaren bij het
Vreemdelingenlegioen prijs. Alleen
Nederlandse nationaliteit had men
hem willen geven. De marechaussee
had bij het verhoor zijn vrouw der
mate beledigd, dat zij een miskraam
had gekregen.
Na in de raadkamer te zijn ge
weest, veroordeelde de Krijgsraad
sergeant L. tot drie maanden gevan
genisstraf met aftrek van voorarrest
(elf maanden en acht dagen) en ont
slag uit de dienst, zonder ontzetting
uit de bevoegdheid bij de gewapende
macht te dienen, en gaf bevel tot on
middellijke invrijheidstelling
P. DE BOER VRIJGESPROKEN.
Het gerechtshof te Leeuwarden
heeft gistermorgen de 51-jarige P.
de Boer te Drachten, voorzitter van
de Bond van Mobilisatie-invaliden en
van de Stichting Nederlandse Sol
daat, die verduistering van aan deze
organisatie toebehorende gelden ten
laste was gelegd, vrijgesproken.
De Leeuwarder rechtbank had on
geveer een jaar geleden De Boer
vrijgesproken. De officier van justi
tie had tegen dit vonnis beroep aan
getekend.
De Haarlemse Rechtbank heeft gis
teren de uitgever J. H. G. uit Haar
lem veroordeeld tot een gevangenis
straf van tien maanden. Veertien da
gen geleden moest deze uitgever te
recht staan wegens deviezensmokkel
tot een waarde van V/2 millioen gul
den. De officier eiste toen een ge
vangenisstraf van tien maanden, een
voorwaardelijke geldboete van 400.000
gulden met een proeftijd van drie j
jaar en onder beheerstelling van het
bedrijf voor de tijd van drie jaar.
HAAGSE POLITIERECHTER
f. 25.000 verduisterd
Voor de Haagse Arrondissements
rechtbank verscheen gistermiddag
de 35-jarige Leidenaar, die in zijn
stad in verschillende beroepen werk
zaam was geweest. Op de tenlaste
legging stond dat hij sigarenfabri
kant was, doch de verdediger, mr.
C. H. D. Suermondt uit Leiden,
deelde de Rechtbank mede, dat
verd. naast deze sigarenfabriek een
sigarenwinkel had gehad, tevens een
tabakskerverij, een grossierderij in
sigaren en dan tot slot nog een
Postagentschap van de P.T.T. had
beheerd.
Verd. werd er van beticht, dat hij
van 1949 tot begin 1951 in zijn func
tie van agentschaphouder der PTT
bijna 25.000 gulden had verduis
terd en was gaan knoeien in de re
gisters van de Postchèque en Giro
dienst, hetgeen het misdrijf van
valsheid in geschrifte opleverde.
In het begin van dit jaar stelde
de recherche een onderzoek in en
kwam er een lange serie knoeie
rijen aan het licht. Verd. werd ge
arresteerd en gaf ter zitting de hem
ten laste gelegde feiten volledig toe.
Hij had de verduisterde gelden in
zijn sigarenzaak gestoken en telkens
weer getracht de tekorten later aan
te vullen, wat niet lukte. Er was
op die manier ook nog een tekort
ontstaan in de postzegelkas van
ruim 600 gulden.
„Uw zaken gingen slecht niet
waar?" wilde de president van de
rechtbank, mr. Meyes, weten. „In
derdaad", gaf verd. toe. „Hebt u
voor uw privé leven nog iets van
dit verduisterde geld gebruikt?"
„Nooit", was het antwoord.
Gebrek aan
verantwoordelijkheid.
Er waren geen, getuigen gedag
vaard en na de volledige bekente
nis van verd. ging de officier over
tot het nemen van zijn requisitoir:
„Een behoorelijke" straf is hier op
zijn plaats. Deze man heeft twee
jaar lang geknoeid. Toen in Januari
van dit jaar een onderzoek werd in
gesteld is hij hevig geschrokken van
het bedrag dat tekort was en ik
neem ook aan, dat deze ontstelte
van een jaar met aitrek acht ik hier
dan ook op zijn plaat".
Mr. Suermondt noemde deze zaak
het drama van een jonge energieke
kerel, die veel te veel hooi op zijn
vork heeft genomen. Zijn cliënt had
in de illegaliteit een belangrijke rol
gespeeld en altijd „veine" gehad. Na
de oorlog blaakte hij van energie
om aan het werk te gaan: sigaren
fabriek, sigarenwinkel, kerverij,
grossierderij, postagentschap. Het
resultaat was dat het hem allemaal
over het hoofd liep, de administra
tie hopeloos in de war raakte, en er
zelfs geen boekhouder gevonden kon
worden, die uit de chaos wijs kon
worden. Verd. dacht, tot het einde
toe optimist blijvend, het ene gat
wel met het andere te kunnen stop
pen, met het idee dat het later alle
maal wel in orde zou komen. „Toen
hy gearresteerd werd, voelde hij dit
als een soort bevrijding. Er kwam
toen na een paar slopende jaren wat
rust voor hem", aldus de verdedi
ger. Hij was echter van mening, dat
de PTT te weinig controle op zijn
cliënt had uitgeoefend. „Er waren
dagen dat er bedragen van 54.000
gulden op zijn postagentschap ge
stort werden en deze bedragen v
den geïnd zonder enige controle of
iets van dien aard. Het is hem alle
maal wel erg gemakkelijk gemaakt".
De Officier van Justitie bracht
hier tegen in dat, wanneer er admi
nistratief geknoeid wordt, zoals hier
is gebeurd, een controle erg moeilijk
is. Verd. is niet vrij te pleiten van
het feit, dat hij het vertrouwen, dat
men in hem stelde, wel schromelijk
heeft beschaamd. De verdediger
vroeg tot slot zijn cliënt een voor
waardelijke sctraf op te leggen. De
Rechtbank zal op 3 Juli a.s. uit
spraak doen.
KORT GEDING OVER 7000
TAARTEN.
De 7000 taarten, die de Algemene
verbruikerscoöperatie te Arnhem ter
gelegenheid van haar zestigjarig be
staan gratis aan haar leden uitdeelt,
blijken de Nederlandse bakkerij
nis eerlijk was. Hij heeft echter een I stichting zwaar op de maag te liggen
groot gebrek aan verantwoordelijk- De stichting heeft tenminste in een
heid getoond en een gevangenisstraf kort geding voor de President van
de Arnhemse Rechtbank geëist, dat
de uitreiking moet worden gestaakt
op straffe van een dwangsom van
5000 gulden per taart. Deze eis wordt
gegrond op een verordening uit 1945,
waarin aan iedere bakker wordt ver
boden, de verkoop door middel van
extra voordelen of cadeeau's te sti
muleren.
„Er is geen sprake van reclame of
debietvergroting, omdat alleen de le
den die lid waren voor het bekend
worden van de uitreiking, daarvoor
in aanmerking komen", zei mr. K.
Th. Koch, die namens de coöperatie
optrad. „Bovendien is geen enkele
bakker ook maar één klant kwijt
geraakt, en tenslotte gaat het hier
om leden van een vereniging, die de
eventuele lasten zelf moeten finan
cieren".
De president zal Woensdag uit
spraak doen. (Alg. Dgbl.)
justitie had aanvankelijk onvoor
waardelijk willen eisen maar toen
hij hoorde dat verdachte inmiddels
getrouwd was, wilde hij nog eens
aanzien of haar man misschien een
goede invloed op haar zou hebben.
INWONINGSKWESTIE
Wegens belediging van de dame
waar haar dochter bij inwoonde werd
een dame uit Leiden door de
Haagse Politierechter conform de
eis veroordeeld tot f 25.boete
subs 10 dagen. Verdachte bleef ont
kennen dat ze dergelijke woorden
uit de tenlastelegging had gebe
zigd. „Ik zeg dergelijke woorden
nooit", was haar verweer.
ZEVEN DAGEN BROMMEN
Een vertegenwoordiger uit Heem
stede was eien braaf oppassend man
die nog nimmer met de sterke arm
had kennis gemaakt. Op een verga
dering in Leiden raakte hij echter
boven zijn theewater en toen een
Leids agent hem nadien wilde op
pakken, had hij deze dienaar van
Hermandad geslagen.
Dit werd hem zeer kwalijk geno
men door de off. van justitie bij de
Haagse Politierechter en de eis tegen
hem luidde 14 dagen gevangenisstraf.
De politierechter veroordeelde hem
tot zeven dagen gevangenisstraf.
Een Leidse los-werkman was zon
der werk geraakt en meende, dat
wanneer hij in een café een aanne
mer ontmoette, hij wel kans had om
aangenomen te worden. Dit café-be
zoek was echter allerminst goed
voor hem en van het een kwam het
ander. Nu stond hij voor de Haagse
politierechter terecht, omdat hij een
fiets had gestolen.
De verdedigster, mevr. mr. M. C.
v. Eck-Weenink, zeide dat verdachte
zich thans geheel vrijwillig bij een
geheelonthoudersvereniging had aan
gesloten. Zij bepleitte een voorwaar
delijke straf. De politierechter ver
oordeelde verdachte tenslotte tot zes
maanden gevangenisstraf, waarvan
vier voorwaardelijk en onder toe-
zichtstelling.
OMDAT ZE GETROUWD WAS
Conform de eis werd een dienst
bode uit Voorschoten door de Haag
se politierechter wegens diefstal van
geld en goederen tot twee maanden
gevangenisstraf voorwaardelijk en
50.boete veroordeeld. De off. van
Proefproces over
bankgeheim
De zaak, die gisteren werd behan
deld voor de Amsterdamse Recht
bank, mag worden beschouwd als
een proefproces, waarvan het bank
geheim de inzet is. De gedaagde was
namelijk de directeur van een bij
kantoor van een grote bankinstelling
te Amsterdam, die geweigerd had
ambtenaren van de douanerecherche
inzage te verlenen van de bankreke
ning van een van zijn cliënten, die
werd verdacht van een deviezen-
overtredirïg.
De weigering van de directeur ge
schiedde na overleg met het hoofd
kantoor en de juridische adviseurs
van de bank. De officier van justitie,
mr. Smit, was van mening, dat op
sporingsambtenaren te allen tijde in
zage kunnen verlangen van boeken
en bescheiden. De wetgever wil het
recht tot weigering slechts toeken
nen aan hen, die zeer speciale beroe
pen uitoefenen en tot wie men zich
wendt, indien men in nood verkeert.
Bankiers vallen hier niet onder, al
dus mr. Smit. Hij eiste een boete van
honderd gulden. De verdediger wildg
nu eindelijk eens uitgemaakt zien,
voor wie nu precies geheimhouding
geldt en voor wie niet.
I Uitspraak op 5 Juli.
VRAGEN
Het Tweede Kamerlid, de heer En-
gelbertink (K.V.P.), heeft aan de
ministers van Verkeer en Waterstaat
van Financiën en van Binnenlandse
Zaken de volgende schriftelijke vra
gen gesteld:
1.Hebben de ministers kennis ge
nomen van de uitslag der verkie
zingen, welke op 16 Juni j.l. in de
Noord-Oostpolder hebben plaats ge
vonden, uit welke uitslag is gebleken
dat de samenstelling van de bevol
king in deze polder sterk verschilt
van de gemiddelde samenstelling van
het Nederlandse volk?
2. Hebben de ministers er naar ge
streefd de opbouw van de bevolking
van de polder ongeveer dezelfde te
doen zijn als die van het Nederlandse
volk in zijn geheel en, zo neen, waar
om hebben zij dit niet gedaan?
3. Indien de ministers gestreefd
BEVOLKING VAN NEDERLAND.
Gp 1 Mei j. 1. telde ons land:
10.242.690 inwoners tegen 10.232.403
p»r 1 April en 10.231.932 per 1 Maart
Het aantal levendgeborenen beliep
in April 19.140 tegen 20.007 in Maart
en 19.645 in April 1950
Het aantal overledenen bedroeg in
deze maanden resp. 6.519, 7.315 en
6.346. In April werden 7.617 (v.m.
6.852, v.j. 6.561) huwelijken gesloten,
aldus voorlopige cijfers van het
C.B.S
In de eerste 4 maanden van dit
jaar werden 25.276 (v.j 22.194) hu
welijken gesloten. Het aantal levend
geborenen bedroeg in deze periode
76.995 (78.709) en het aantal over
ledenen 30.492 (27.025).
mochten hebben naar een van het
bedoelde gemiddelde afwijkende op
bouw. kunnen zijn dan de motieven
van dit streven opgeven?
4. Kunnen de ministers mededelen,
naar welke richtlijnen de selectie
van de verschillende bevolkingsgroe
pen, te weten: pachters, landar
beiders, middenstanders, ambtenaren
en eventuele andere bevolkingsgroe
pen. plaats vindt?
5. Is het juist, dat vacatures voor
ambtelijke functies .in deze polder
slechts in enkele vakbladen worden
bekendgemaakt?
6. Zijn de ministers genegen om
hun kolonisatiebeleid, dat tot de hui
dige resultaten heeft geleid, zodanig
te herzien, dat uiteindelijk een re
sultaat wordt verkregen, waarbij de
polderbevolking een samenstelling
verkrijgt, die ten naaste bij een af
spiegeling is van het gemiddelde van
het gehele Nederlandse volk?
7. Indien de ministers vraag 6 be
vestigend beantwoorden, op welke
wijze willen zij deze beleidswijzi
ging dan doorvoeren, opdat redelijk
gewaarborgd is, dat het beoogde doel
wordt bereikt?
VERKOOP IN BLIKJES NOG
TOEGESTAAN.
Blijkens een bekendmaking van de
directie van het centraal rijksbureau
in de Staatscourant van gisteren is
de termijn, gedurende welke het aan
detaillisten nog is toegestaan in blik
verpakte artikelen voor de binnen
landse markt af te leveren, welke
termijn op 10 Mei was geëindigd,
met vijf maanden verlengd.
Hierdoor wordt dus aan de detail
listen alsnog de gelegenheid gege
ven tot 10 October hun voorraad in
blik verpakte artikelen van de hand
te doen.
Leert de regels van de weg en
past ze toe met overleg.
Verbond voor Veilig Verkeer