vJofl7! Avontuurlijke sergeant-kok stal uit de kampkeuken dp&nCucMfipel ISO LA BELLA Eéri jaar geëist tegen de Leidse P.T.T.-Postagentschaphouder Samenstelling bevolking in de Noord-Oost-polder VRIJDAG 22 JUNI 1951 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 2 De ruggegraat van het leger „Ben jij die vent, die die idiote stukjes schrijft?" werd ons één de zer dagen gevraagd. „Nou, en wat zou dat?" informeerden we fel, be denkend, dat de aanval nog steeds de beste verdediging is. „O, niks hoor", klonk het gemoedelijk, „maar zoals al die krantenlui, geef je een volkomen onvolledig beeld van het geheel. Je bent nu al 14 dagen aan bet schrijven, maar over het peloton van het bataljon, over de rugge graat van het leger, heb je nog geen stom woord gepend". Glurend door zijn oogharen, met een spottende glimlach op het gezicht, keek hij ons aan. Hij was een van de man nen, die in de tropen jaren lang in de meest wanhopige situaties ge reed stonden, om de troep aan ver voer te helpen. Chauffeurs in het leger zijn een heel bijzonder slag mensen. Als burger zijn ze niet van hun buurman te onderscheiden, maar ingedeeld bij het transport peloton, worden ze een groepje apart. Als een andere militair „ver hip" zegt, zeggen zij een woordje, dat twee letters meer telt en wan neer een ander vraagt: „Mag ik even passeren", gebruiken zij hun ellebogen. Kom hen echter in het holst van de nacht wekken voor een rit van een paar honderd mijl en na een paar hartige woordjes, grab belen ze naar een sigaret, om een kwartier later het stuur in handen te hebben. Terwijl we dit overpeinsden, praatte hij verder. „Heb jij soms vroeger ook geschreven over de no deloze verspilling van benzine en materiaal in het leger?" en zonder dat wij gelegenheid kregen, om te vertellen, dat zulke gewichtige on derwerpen nooit door ons behan deld mochten worden, vervolgde hij: „Ga vanvond maar eens mee, dan zullen we je wat laten zien!" 's Avonds stonden we (op zijn advies dik ingepakt) bij het onaf zienbare wagenpark. Hij wees ons een jeep aan: „Kruip daar maar in, als je tenminste geen last van ze nuwen hebt, want het is 't convooi- jeepje". Dapper stapten we in. Een klein kwartier later kwam het ge hele wagenpark tot leven. „Kijk", verklaarde onze gids, die het jeepje reed, „het is net een cir cus". Zijn collega, die naast hem zat, gaf nadere uitleg: „Eerst de ponnies (30 jeeps passeerden ons) daarna de „tijgers" (er volgden 20 3/4 tonners) en als sluitsteen de olifanten (17 drietonners denderden voorbij). „Nou gaan we er achter aan", zei hij, terwijl hij startte. „We blijven er natuurlijk niet achter „hangen", want we moeten zorgen, dat het convooi bij elkaar blijft en dat er geen vreemde wagens tussen komen." Handig manoeuvreerde de chauffeur tussen de drietonners door en wij voelden ons een muis tussen briesende leeuwen. Langzaam kroop ons jeepje naar voren- Zo nu en dan gaf de convooi-leider een seintje aan een der chauffeurs, dat hij harder of zachter moest rijden. Het convooi bleef volmaakt in co lonne. De 50 meter tussenruimte bleef stipt gehandhaafd. De chauf feur praatte niet veel, want hij had al zijn aandacht nodig, om een bot sing met tegenliggers of eigen wa gens te voorkomen. „Heb je al wat stof opgedaan voor een stukje?" vroeg hij na een poosje. Wij brom den wat terug. „Nou wacht dan maar even, dan krijg je meer stof, dan je verwerken kunt". Nauwelijks had hij het gezegd, of het gehele convooi verdween in een grote stofwolk. We hadden de hoofdweg verlaten en reden in het terrein. Naast ons hoor den we gegrinnik en daar we ons groot wilden houden, vroegen we venijnig: „Wanneer gaan we nu fei telijk terreinrijden?" Hij bleek niet te verslaan: ,komt nog", was het antwoord en tegelijkertijd dook het jeepje van een steile helling af. Vliegensvlug schakelde hij de voor aandrijving in en gierend vlogen we een heuvel op. We huppelden op en neer als een balletje in een roulette en (gekneusd) weer de hoofdweg bereikt hebbend, bemerkten we tot onze grote verbazing, dat het con vooi nog feilloos reed. „Nu gaan we wat leuks beleven", liet de convooi- leider zich heren. „Wij naderen een grote stad en daar rijden we dwars doorheen. „Hij gierde met zijn jeep je het convooi voorbij. Na 10 minu ten reden we de stad binnen. Hij parkeerde zijn jeep en toen het con vooi naderde, legde hij het verkeer stil, zodat de colonne vrij door kon rijden. De belangstelling van bur gerzijde was overweldigend. Naast de diverse protesten over het mis sen van treinen en dringende afspra ken, hoorden we smalende opmer kingen over benzine en belasting penningen. „Kijk", zei onze man, „daar heb je het weer. Kunnen die kankeraars dan niet inzien, dat dit een noodzakelijke oefening is? Hoe denk je dat het zou gaan in tijd van oorlog, wanneer de chauffeurs nooit geleerd hebben in convooi te rij den? Je zou een bende ongelukken krijgen, om nog maar niet te spre ken van de slachtoffers tijdens een beschieting, wanneer ze niet geleerd hebben, de bevelen van hun convooi- leider stipt uit te voeren". De co lonne was voorbij en het was tussen de bedrijven omstreeks het midder nachtelijk uur geworden. Als een grote verlichte slinger gleed het het convooi door het vlakke land schap. Na een korte rustperiode ver volgden we onze route. Na enkele minuten werd de convooileiaer waakzaam: „Ruik je niets?" vroeg hij. „Jawel, heidelucht", antwoord den we, naar waarheid. „Schroeiend rubber", snoof hij minachtend en voort snorde het autootje, kris-kras tussen de „olifanten" door. Na enig zoeken had hij de zondaar gevonden. Hij ging er achter rijden en stelde na enige ogenblikken de diagnose: „Handrem aanstaan". Hierna werd het eerst echt circus. De chauffeur bracht het jeepje naast de drieton ner, de convooileider schatte even en sprong toen op de treeplank van de drietonner over. Kreunend slo- we de ogen, want we kunnen niet tegen het gezicht van rond spattend bloed. Toen we ze (voor zichtig) weer opende, zat hij branie- lachend weer naast ons: „Je kunt het convooi toch niet laten stoppen voor een handrem", verklaarde hij laco niek op onze protesten. Nog enkele uren duurde de rit. We „lagen" nu achter in het convooi. Een einde loze rode streep achterlichtjes te kende zich af in de nacht. We kre gen een warm gevoel van binnen, iets van trots. Trots op de organisa tie, trots op de jongens, die deze or ganisatie vormen en die onze kame raden zijn. DE FRAUDE BIJ DE GRONINGSE SLAGERSCENTRALE. De Groningse rechtbank heeft een fraude behandeld, welke onlangs bij de Groningse Slagerscentrale werd ge constateerd. Terecht stond de 33- jarige administrateur van de Slagers- centraleOa. M. D. Hem werd ten laste gelegd een bedrag van 5000.te hebben verduisterd, maar ook kwam tijdens de zitting ter sprake, dat een bedrag van ƒ20.000.was zoek ge raakt. Uit de bescheiden van de kas der Slagerscentrale kon men even wel niet opmaken, waar deze f 20.000 zijn gebleven. D. heeft aan een zekere H.. die voor de centrale heeft ge werkt, 5000.uit de kas van de centrale gegeven, omdat deze H. een huis moest kopen. Dit geld werd evenwel niet meer in de kas terug gestort. De officier van justitie achtte dit een zeer ingewikkelde zaak en was er van overtuigd, dat meer personen bij deze fraude betrokken zijn ge weest. Hij kon evenwel slechts be wijzen een verduistering van 5000 door D. en eiste tegen verdachte acht maanden gevangenisstraf, waarvan twee maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar. Mr. J. van Sloten, de raadsman van verdachte, zei, dat hier geen sprake van we derrechtelijk toeëigenen is. Hij vroeg vrijspraak en onmiddellijke invrij heidstelling. De rechtbank wees dit verzoek, na langdurig in beraad te zijn geweest, evenwel af. Uitspraak JUDOCUS. over 14 dagen. Voor de Krijgsraad Vechter uit het Vreemdelingen-legioen Voor de Krijgsraad tc Arnhem stond terecht de 36-jarige sergeant kok-menagemeester H. M. L. L., die ervan verdacht wordt, zich geduren de de jaren 1948, 1949 en 1950 in het Artillerie-schietkamp Oldebroek le- vensmidelen, toebehorende aan de Staat der Nederlanden, wederrech telijk te hebben toegeëigend, al dan niet in samenwerking met zijn com mandant, de overste C. T .van N. Voorts is hem ten laste gelegd zeep en clectrischc energie te hebben ver duisterd en een valse eed te hebben afgelegd in 1946, toen hij in verband met zijn huwelijk onder ede ver klaarde, dat hij niet in staat was een geboorteakte over te leggen. De auditeur-militair, jhr. mr, dr. Van den Bosch, achtte alle ten laste gelegde feiten bewezen, mei uitzon dering van de verduistering van zeep, en requireerde één jaar gevan genisstraf met aftrek, verlaging tot de rang van soldaat en ontslag uit de militaire dienst. Verdachte bleek in Nederlandse dienst bekend te zijn onder de naam H. Hij is Duitser van geboorte, nam dienst bij het Vreemdelingenlegioen, vocht hiervoor tydens de jongste we reldoorlog op verscheidene fronten, meldde zich in 1943 aan voor het Nederlandse Leger, maakte de inva sie in Normandië mee (is drager van het invasiekoord) en werd in 1944 onder de naam H genaturaliseerd tot Nederlander. Hij huwde in 1946, steeds onder de naam H. en legde toen een verklaring af onder ede, dat hij geen geboorte-akte kon overleg gen, omdat hij in dat gedeelte van Berlijn is geboren, dat thans door de Russen is bezet. De auditeur-militair beschouwt dit als meineed, omdat hy geen serieuze poging heeft onder nomen, de geboorte-akte te verkrij gen en omdat hem dit als H. ook niet zou zijn gelukt. Eerst een jaar gele den kwam aan het licht dat 'be klaagde niet H. doch L. heet. - Geen controle. Hij had als sergeant-kók-menage- meester de leiding over drie keukens en het magazijn in het Kamp Olde broek. Volgens zijn verklaringen be moeide de verplegings-officier zich nergens mee: Overste N. had hem de sleutel van het magazijn gegeven en zou hebben gezegd: „Je moet je maar zien te redden". Hij had een enkele maal per week vlees ter beschikking van de overste gesteld; nadat het vlees van de bon was. in veel min dere mate. Volgens beklaagde waren dit overschotten; er bleef altijd wel wat over. Ook korstloze kaas (beschimmeld), die niemand lustte, ging naar de overste. Deze had er behoeftige mensen voor, die de kaas anders toch uit de spoelington zouden hebben gehaald. Er waren voorts vaak over schotten aan levensmiddelen, door dat een onderdeel vroeger vertrok en daardoor niet alle maaltijden ge bruikte. Verdachte bevestigde, uit de menage te hebben meegegeten, nadat de troep had gegeten, zonder officiële toestemming. Toen hij eind 1949 een woonhuis betrok met een eigen kookgelegenheid, had hij niet meer met zijn gezin uit de menage gegeten. De sergeant merkte op, dat hij in dat alles geen kwaad had ge zien: van officieren had hij in 1945 en 1946 ten aanzien van rijkseigen dommen wel erger staaltjes waarge nomen. Wat betreft de verduistering van electrische energie: verdachte had in een kippenhok twee lichtpunten door de genie laten aanbrengen en hiervan geen melding gemaakt, zodat hij het verbruik van deze lichtpun ten niet aan het Rijk had vergoed. In zijn requisitoir zeide jhr. mr. dr. v. d. Bosch, dat hij meer feiten ten laste had kunnen leggen, maar zich had beperkt tot deze vier Be klaagde heeft steeds tegenstrijdige verklaringen afgelegd en de zinsne de in het reclasseringsrapport „L. is niet in de eerste leugen gebarsten" wilde hij gaarne onderschrijven. Volgens verdachte zouden er alleen maar overgeschoten levensmiddelen naar Overste N. zijn gegaan, maar de getuigen-verklaringen geven een ander beeld. Er waren wel degelijk klachten over te geringe hoeveelheid eten: er zijn momenten geweest, dat van de 24 man er 18 clandestien mee aten, Verdachte heeft van zijn krui denier nooit anders dan tandpasta e.d. gekocht. Over of niet over, al dus de auditeur-militair, de levens middelen waren genomen. Overigens vond jhr. mr. dr. van den Bosch het jammer, dat deze din-» gen zijn gebeurd. Verdachte was na een avontuurlijk leven tot'rust ge komen. Van zijn vrouw ging een goede invloed uit en van zijn drank misbruik was hij af. Hij is een uit stekend vakman en men behoeft zijn toekomst niet somber in te zien. Dit nieuwe bestaan zal hij echter niet in het Leger, doch daarbuiten dienen op te bouwen. Avontuurlijk figuur. Verdachtes raadsman, mr. Riemers- ma, beschreef zijn cliënt als een avontuurlijke, zeer merkwaardige figuur, die dertien jaar achtereen aan allerlei fronten had gevochten, Hedenavond (aanvang 21.30 uur) en Zaterdagavond (aanvang 20.30 uur) ZONDAG 24 JUNI, 's middags en 's avonds THE RAMBLERS DANSORKEST van AART ZEGVELD en het HUISORKESTEN Hongaars Zigeunerorkest van PALI LAKAT0S Internationaal Vogelpark AVIFAUNA Alphen aan den Rijn in de bevrijding van ons land een werkzaam aandeel had genomen en in 1945 moest overschakelen van oorlogseconomie op vredestoestand. „Als hij in Oldebroek direct onder straffe leiding gekomen, dan zou er niets scheef zijn gegaan, maai de lei ding hier faalde volkorpen. Op de keper beschouwd, loopt de omvang der feiten nogal los: in feite zijn het kruimelgevallen. Geen restaurant of cantine, of er schiet altijd wel wat over. De meineed achtte de verdedi ger niet bewezen. Hoe kan men aan tonen, dat de papieren niet te krij gen zijn? Voorts vroeg de raadsman de sergeant niet te degraderen en niet te ontslaan: iemand met zulk een staat van dienst moet in de ge legenheid worden gesteld zelf. ont slag te nemen. Tenslotte vroeg mr. Riemersma in vrijheidstelling van verdachte. Sergeant L. beklaagde zich tegen over de president van de Krijgsraad, mr. H. H. A. de Graaff, over de on dankbaarheid van het Nederlandse volk. Men had hem de Nederlandse nationaliteit beloofd en verhoging in rang. hij gaf een luitenantsrang en elf en een half dienstjaren bij het Vreemdelingenlegioen prijs. Alleen Nederlandse nationaliteit had men hem willen geven. De marechaussee had bij het verhoor zijn vrouw der mate beledigd, dat zij een miskraam had gekregen. Na in de raadkamer te zijn ge weest, veroordeelde de Krijgsraad sergeant L. tot drie maanden gevan genisstraf met aftrek van voorarrest (elf maanden en acht dagen) en ont slag uit de dienst, zonder ontzetting uit de bevoegdheid bij de gewapende macht te dienen, en gaf bevel tot on middellijke invrijheidstelling P. DE BOER VRIJGESPROKEN. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft gistermorgen de 51-jarige P. de Boer te Drachten, voorzitter van de Bond van Mobilisatie-invaliden en van de Stichting Nederlandse Sol daat, die verduistering van aan deze organisatie toebehorende gelden ten laste was gelegd, vrijgesproken. De Leeuwarder rechtbank had on geveer een jaar geleden De Boer vrijgesproken. De officier van justi tie had tegen dit vonnis beroep aan getekend. De Haarlemse Rechtbank heeft gis teren de uitgever J. H. G. uit Haar lem veroordeeld tot een gevangenis straf van tien maanden. Veertien da gen geleden moest deze uitgever te recht staan wegens deviezensmokkel tot een waarde van V/2 millioen gul den. De officier eiste toen een ge vangenisstraf van tien maanden, een voorwaardelijke geldboete van 400.000 gulden met een proeftijd van drie j jaar en onder beheerstelling van het bedrijf voor de tijd van drie jaar. HAAGSE POLITIERECHTER f. 25.000 verduisterd Voor de Haagse Arrondissements rechtbank verscheen gistermiddag de 35-jarige Leidenaar, die in zijn stad in verschillende beroepen werk zaam was geweest. Op de tenlaste legging stond dat hij sigarenfabri kant was, doch de verdediger, mr. C. H. D. Suermondt uit Leiden, deelde de Rechtbank mede, dat verd. naast deze sigarenfabriek een sigarenwinkel had gehad, tevens een tabakskerverij, een grossierderij in sigaren en dan tot slot nog een Postagentschap van de P.T.T. had beheerd. Verd. werd er van beticht, dat hij van 1949 tot begin 1951 in zijn func tie van agentschaphouder der PTT bijna 25.000 gulden had verduis terd en was gaan knoeien in de re gisters van de Postchèque en Giro dienst, hetgeen het misdrijf van valsheid in geschrifte opleverde. In het begin van dit jaar stelde de recherche een onderzoek in en kwam er een lange serie knoeie rijen aan het licht. Verd. werd ge arresteerd en gaf ter zitting de hem ten laste gelegde feiten volledig toe. Hij had de verduisterde gelden in zijn sigarenzaak gestoken en telkens weer getracht de tekorten later aan te vullen, wat niet lukte. Er was op die manier ook nog een tekort ontstaan in de postzegelkas van ruim 600 gulden. „Uw zaken gingen slecht niet waar?" wilde de president van de rechtbank, mr. Meyes, weten. „In derdaad", gaf verd. toe. „Hebt u voor uw privé leven nog iets van dit verduisterde geld gebruikt?" „Nooit", was het antwoord. Gebrek aan verantwoordelijkheid. Er waren geen, getuigen gedag vaard en na de volledige bekente nis van verd. ging de officier over tot het nemen van zijn requisitoir: „Een behoorelijke" straf is hier op zijn plaats. Deze man heeft twee jaar lang geknoeid. Toen in Januari van dit jaar een onderzoek werd in gesteld is hij hevig geschrokken van het bedrag dat tekort was en ik neem ook aan, dat deze ontstelte van een jaar met aitrek acht ik hier dan ook op zijn plaat". Mr. Suermondt noemde deze zaak het drama van een jonge energieke kerel, die veel te veel hooi op zijn vork heeft genomen. Zijn cliënt had in de illegaliteit een belangrijke rol gespeeld en altijd „veine" gehad. Na de oorlog blaakte hij van energie om aan het werk te gaan: sigaren fabriek, sigarenwinkel, kerverij, grossierderij, postagentschap. Het resultaat was dat het hem allemaal over het hoofd liep, de administra tie hopeloos in de war raakte, en er zelfs geen boekhouder gevonden kon worden, die uit de chaos wijs kon worden. Verd. dacht, tot het einde toe optimist blijvend, het ene gat wel met het andere te kunnen stop pen, met het idee dat het later alle maal wel in orde zou komen. „Toen hy gearresteerd werd, voelde hij dit als een soort bevrijding. Er kwam toen na een paar slopende jaren wat rust voor hem", aldus de verdedi ger. Hij was echter van mening, dat de PTT te weinig controle op zijn cliënt had uitgeoefend. „Er waren dagen dat er bedragen van 54.000 gulden op zijn postagentschap ge stort werden en deze bedragen v den geïnd zonder enige controle of iets van dien aard. Het is hem alle maal wel erg gemakkelijk gemaakt". De Officier van Justitie bracht hier tegen in dat, wanneer er admi nistratief geknoeid wordt, zoals hier is gebeurd, een controle erg moeilijk is. Verd. is niet vrij te pleiten van het feit, dat hij het vertrouwen, dat men in hem stelde, wel schromelijk heeft beschaamd. De verdediger vroeg tot slot zijn cliënt een voor waardelijke sctraf op te leggen. De Rechtbank zal op 3 Juli a.s. uit spraak doen. KORT GEDING OVER 7000 TAARTEN. De 7000 taarten, die de Algemene verbruikerscoöperatie te Arnhem ter gelegenheid van haar zestigjarig be staan gratis aan haar leden uitdeelt, blijken de Nederlandse bakkerij nis eerlijk was. Hij heeft echter een I stichting zwaar op de maag te liggen groot gebrek aan verantwoordelijk- De stichting heeft tenminste in een heid getoond en een gevangenisstraf kort geding voor de President van de Arnhemse Rechtbank geëist, dat de uitreiking moet worden gestaakt op straffe van een dwangsom van 5000 gulden per taart. Deze eis wordt gegrond op een verordening uit 1945, waarin aan iedere bakker wordt ver boden, de verkoop door middel van extra voordelen of cadeeau's te sti muleren. „Er is geen sprake van reclame of debietvergroting, omdat alleen de le den die lid waren voor het bekend worden van de uitreiking, daarvoor in aanmerking komen", zei mr. K. Th. Koch, die namens de coöperatie optrad. „Bovendien is geen enkele bakker ook maar één klant kwijt geraakt, en tenslotte gaat het hier om leden van een vereniging, die de eventuele lasten zelf moeten finan cieren". De president zal Woensdag uit spraak doen. (Alg. Dgbl.) justitie had aanvankelijk onvoor waardelijk willen eisen maar toen hij hoorde dat verdachte inmiddels getrouwd was, wilde hij nog eens aanzien of haar man misschien een goede invloed op haar zou hebben. INWONINGSKWESTIE Wegens belediging van de dame waar haar dochter bij inwoonde werd een dame uit Leiden door de Haagse Politierechter conform de eis veroordeeld tot f 25.boete subs 10 dagen. Verdachte bleef ont kennen dat ze dergelijke woorden uit de tenlastelegging had gebe zigd. „Ik zeg dergelijke woorden nooit", was haar verweer. ZEVEN DAGEN BROMMEN Een vertegenwoordiger uit Heem stede was eien braaf oppassend man die nog nimmer met de sterke arm had kennis gemaakt. Op een verga dering in Leiden raakte hij echter boven zijn theewater en toen een Leids agent hem nadien wilde op pakken, had hij deze dienaar van Hermandad geslagen. Dit werd hem zeer kwalijk geno men door de off. van justitie bij de Haagse Politierechter en de eis tegen hem luidde 14 dagen gevangenisstraf. De politierechter veroordeelde hem tot zeven dagen gevangenisstraf. Een Leidse los-werkman was zon der werk geraakt en meende, dat wanneer hij in een café een aanne mer ontmoette, hij wel kans had om aangenomen te worden. Dit café-be zoek was echter allerminst goed voor hem en van het een kwam het ander. Nu stond hij voor de Haagse politierechter terecht, omdat hij een fiets had gestolen. De verdedigster, mevr. mr. M. C. v. Eck-Weenink, zeide dat verdachte zich thans geheel vrijwillig bij een geheelonthoudersvereniging had aan gesloten. Zij bepleitte een voorwaar delijke straf. De politierechter ver oordeelde verdachte tenslotte tot zes maanden gevangenisstraf, waarvan vier voorwaardelijk en onder toe- zichtstelling. OMDAT ZE GETROUWD WAS Conform de eis werd een dienst bode uit Voorschoten door de Haag se politierechter wegens diefstal van geld en goederen tot twee maanden gevangenisstraf voorwaardelijk en 50.boete veroordeeld. De off. van Proefproces over bankgeheim De zaak, die gisteren werd behan deld voor de Amsterdamse Recht bank, mag worden beschouwd als een proefproces, waarvan het bank geheim de inzet is. De gedaagde was namelijk de directeur van een bij kantoor van een grote bankinstelling te Amsterdam, die geweigerd had ambtenaren van de douanerecherche inzage te verlenen van de bankreke ning van een van zijn cliënten, die werd verdacht van een deviezen- overtredirïg. De weigering van de directeur ge schiedde na overleg met het hoofd kantoor en de juridische adviseurs van de bank. De officier van justitie, mr. Smit, was van mening, dat op sporingsambtenaren te allen tijde in zage kunnen verlangen van boeken en bescheiden. De wetgever wil het recht tot weigering slechts toeken nen aan hen, die zeer speciale beroe pen uitoefenen en tot wie men zich wendt, indien men in nood verkeert. Bankiers vallen hier niet onder, al dus mr. Smit. Hij eiste een boete van honderd gulden. De verdediger wildg nu eindelijk eens uitgemaakt zien, voor wie nu precies geheimhouding geldt en voor wie niet. I Uitspraak op 5 Juli. VRAGEN Het Tweede Kamerlid, de heer En- gelbertink (K.V.P.), heeft aan de ministers van Verkeer en Waterstaat van Financiën en van Binnenlandse Zaken de volgende schriftelijke vra gen gesteld: 1.Hebben de ministers kennis ge nomen van de uitslag der verkie zingen, welke op 16 Juni j.l. in de Noord-Oostpolder hebben plaats ge vonden, uit welke uitslag is gebleken dat de samenstelling van de bevol king in deze polder sterk verschilt van de gemiddelde samenstelling van het Nederlandse volk? 2. Hebben de ministers er naar ge streefd de opbouw van de bevolking van de polder ongeveer dezelfde te doen zijn als die van het Nederlandse volk in zijn geheel en, zo neen, waar om hebben zij dit niet gedaan? 3. Indien de ministers gestreefd BEVOLKING VAN NEDERLAND. Gp 1 Mei j. 1. telde ons land: 10.242.690 inwoners tegen 10.232.403 p»r 1 April en 10.231.932 per 1 Maart Het aantal levendgeborenen beliep in April 19.140 tegen 20.007 in Maart en 19.645 in April 1950 Het aantal overledenen bedroeg in deze maanden resp. 6.519, 7.315 en 6.346. In April werden 7.617 (v.m. 6.852, v.j. 6.561) huwelijken gesloten, aldus voorlopige cijfers van het C.B.S In de eerste 4 maanden van dit jaar werden 25.276 (v.j 22.194) hu welijken gesloten. Het aantal levend geborenen bedroeg in deze periode 76.995 (78.709) en het aantal over ledenen 30.492 (27.025). mochten hebben naar een van het bedoelde gemiddelde afwijkende op bouw. kunnen zijn dan de motieven van dit streven opgeven? 4. Kunnen de ministers mededelen, naar welke richtlijnen de selectie van de verschillende bevolkingsgroe pen, te weten: pachters, landar beiders, middenstanders, ambtenaren en eventuele andere bevolkingsgroe pen. plaats vindt? 5. Is het juist, dat vacatures voor ambtelijke functies .in deze polder slechts in enkele vakbladen worden bekendgemaakt? 6. Zijn de ministers genegen om hun kolonisatiebeleid, dat tot de hui dige resultaten heeft geleid, zodanig te herzien, dat uiteindelijk een re sultaat wordt verkregen, waarbij de polderbevolking een samenstelling verkrijgt, die ten naaste bij een af spiegeling is van het gemiddelde van het gehele Nederlandse volk? 7. Indien de ministers vraag 6 be vestigend beantwoorden, op welke wijze willen zij deze beleidswijzi ging dan doorvoeren, opdat redelijk gewaarborgd is, dat het beoogde doel wordt bereikt? VERKOOP IN BLIKJES NOG TOEGESTAAN. Blijkens een bekendmaking van de directie van het centraal rijksbureau in de Staatscourant van gisteren is de termijn, gedurende welke het aan detaillisten nog is toegestaan in blik verpakte artikelen voor de binnen landse markt af te leveren, welke termijn op 10 Mei was geëindigd, met vijf maanden verlengd. Hierdoor wordt dus aan de detail listen alsnog de gelegenheid gege ven tot 10 October hun voorraad in blik verpakte artikelen van de hand te doen. Leert de regels van de weg en past ze toe met overleg. Verbond voor Veilig Verkeer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6