Oranje antwoordde de Belgen op de
72 nederlaag met 54 overwinning
Sensationele wedstrijd met
hoogte- en laagtepunten
De spelers onderi
de loupt?
Centrale training
wordt voortgezet
MAANDAG 16 APRIL 1951
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
De weekeind-balans
van Nederland
en België
De resultaten van het in dit
weekeind tussen Nederland en
België gespeelde wedstrijden
waren als volgt:
Voetbal:
NederlandBelgië 54.
Ned. jeugdBelgië jeugd 31;
RotterdamAntwerpen 32;
AmsterdamBrussel 11;
NederlandBelgië (luchtmacht)
2—3.
Hockey:
België-Nedcrland (dames) 64;
België BNederland B (heren)
7—2.
HET ZEGEVIERENDE NEDER
LANDSE ELFTAL. Staand v.l.n.
r.: de Jong; van Schijndel; Lenstra;
Kraak Biesbrouck en Terlouw.
Zittend van links naar rechts: van
der Tuyn; van Melis; Schijvenaar;
Kuneman en Groeneveld.
Shunning, aan Oetyiti tat einde
ZONOVERGOTEN LAG HET OLYMPISCH STADION in het voorjaars-
zonnetje toen de wedstrijd NederlandBelgië werd gespeeld en op de
glundere gezichten van de tienduizenden was duidelijk te lezen, dat
„men er deze keer toch wel weer meed op had". Zeker, men was aller
minst verdacht op een grote zege, maar dat behoefde ook niet. Een
overwinning, hoe klein ook, zou voldoende zyn, om de depressie, die er
rond ons Oranjeteam heerste sinds de geringe resultaten van de laatste
jaren en vooral sinds de ontmoedigende 72 nederlaag van November
j.l., weg te nemen. En dat is gelukt, zelfs al kan niet gezegd worden, dat
het Nederlands elftal zich weer ten volle heeft hersteld.
pende momenten, zijn wonderlijke
situaties voor beide doelen (hoevele
malen ging de bal niet tegen de lat?),
de gemiste strafschop van Mermans
en het doelpunt van aanvoerder Ter
louw. in eigen doel, meer dan een
normale hoeveelheid stof leverde
voor een totaalbeeld, dat wij niet
gauw zullen vergeten.
De toeschouwers in het eivolle sta
dion hebben gedurende tweemaal
driekwartier genoten van een soms
sensationele, maar in ieder geval
spannende en bijna voortdurend le
vendige wedstrijd. Een wedstrijd, die
sensationeel was door de wijze, waar
op de doelpunten werden gescoord;
spannend, omdat nu eens de Oranje-
ploeg dan weer de Belgische de lei
ding had en die zelfs een mooie voor
sprong wisten te verwerven. En toen
zaten al zeer veel toeschouwers in
zak en as en vroeg men zich bezorgd
af, of de Oranjeploeg die 3---1 achter
stand wel zou kunnen inhalen.
Doch de spelers van Oranje lieten
zich deze keer niet in een hoek druk
ken, zelfs niet ondanks het feit, dat
de tien.tienna het derde Bel
gische doelpunt reeds over de tribu
nes de Belgische delen dan
weergalmde.
Het werd uiteindelijk een zwaar
bevochten overwinning voor Oranje,
waarbij de cijfers lang niet zo groot
zijn als die, waarmede in België werd
verloren, maar die desniettemin toch
een grote mate van voldoening geeft
voor de ploeg, welke zich in haar
geheel van begin tot einde enkele
zwakke momenten daargelaten ge
geven heeft om zich èn het Neder
landse voetbal te ontworstelen aan
de druk, welke er sinds het vorig
jaar zwaar op drukte.
Uitstekende voorbereiding ging
aan deze zege vooraf.
De voorbereiding voor deze wed
strijd, onder leiding van de leden van
de keuzecommissie, de technische
"commissie en vooral van bondscoach
Jaap van der Leek, is bijzonder se
rieus geweest. Niet minder dan 13
oefenavonden van de centrale trai
ning zijn aan deze ontmoeting voor
af gegaan. Twee nuttige oefenwed
strijden, tegen Middlesbrough en
Sunderland hadden reeds bewezen,
dat de training resultaten had opge
leverd. Vooral aan de lichamelijke
conditie was hard gewerkt, een eerste
voorwaarde voor succes in de toe
komst. Door een goede physieke trai
ning ontstaat er n.l. een nieuw even
wicht in het organisme, waarmede
het uithoudingsvermogen wordt ver
groot. Eerst daarna kan worden ge
werkt aan de vorm, aan het verbe
teren van de techniek, het verdiepen
van de tactische kennis en kan de
strijdlust, de wil om te winr
beslissende factor in een wedstrijd
worden.
Na de 3—1 achterstand in d
helft dachten weinigen er meer aan,
dat het Nederlands elftal nog een
eervol resultaat zou kunnen behalen,
integendeel, men zag de zware cijfers
van November 1950 reeds voor
ogen.... maar juist in die periode
gaf de voortreffelijke voorbereiding
de doorslag, want de Nederlandse
spelers behoefden het tempo niet te
verminderen, tot grote verrassing van
de Belgen, die blijkbaar van mening
waren geweest, dat d< Oranjehem
den na die 31 achterstand wel in
elkaar zouden ploffen. In die situatie
bleek pas goed, welk een werk op
die trainingsavonden is verzet, hoe
goed het moreel van de jongens was
geworden. En van een achterstand
werd de stand gelijk en in de tweede
he'ft gaven twee goede doelpunten
van Lenstra de doorslag voor een
mr.tige en verdiende zege na een
wedstrijd, welke met zijn zenuwslo-
Het derde Nederlandse doelpunt:
v.l.n.r.: Daenen; scheidsrechter Lea-
fe; Valet; achter hem opspringend
v. d. Tuyn; Mees.
De opdracht aan de Oranjeploeg.
Hebben de spelers van het Neder
lands elftal de opdracht, waarmede
zij het veld ingingen, volledig uitge
voerd? Neen natuurlijk, zei van der
Leek na afloop, want dan zouden wij
met de vele zwakke plekken in de
Belgische verdediging met grote cij
fers hebben gewonnen, maar in grote
lijnen hebben alle spelers begrepen,
welke taak zij hadden gekregen en
iedereen heeft zich verdienstelijk
daarvan gekweten. Sommigen zelfs
meer dan dat. Men begon met een
daverende geestdrift, dat resulteerde
in een doelpunt in de eerste minuut,
een goal, welke het moreel sterkte
en het zelfvertrouwen van de Belgen
moest schokken. Kuneman en in min
dere mate Lenstra zorgden voor het
vierkant in het middenveld, met van
Schijndel als de man, die overal was
en Biesbrouck als een nuttig speler
zonder meer. Door de verovering van
het middenveld altijd een sterk on
derdeel in de Belgische ploeg, was
de ruggegraat van de Rode Duivels
gekwetst en aangezien de drie linies
de Oranjehemden er vrij goed in
slaagden in bewegelijke formatie op
te treden demonstreerde een hecht
Nederlands elftal een goede partij
voetbal, dat af en toe zelfs fraai
mocht worden genoemd door het aan
trekkelijke positiespel en de handige
passes, maar dat zeker geen super-
spel mocht worden genoemd. Groene
veld, die zich het moeilijkst kon aan
passen, greep er menigmaal naast en
Lenstra kon enkele malen de juiste
„maat" van zijn passes niet vinden,
maar over het algemeen werd veel
besteed aan de opbouw van het
spel. Er zat verband in de ploeg,
zelfs in enkele perioden, waarin de
Belgische voorhoede met het zeer ge
vaarlijke binnentrio en de uiterst
snelle buitenspelers prachtige combi
naties liet zien, waardoor
dediging soms voor de
problemen werd geplaatst.
Belgen waren snel in hun start, snel
ler dan onze landgenoten en dat gaf
hun vaak een belangrijke voorsprong.
Door het aalvlugge sterk gevarieerde
spel wisten Mermans c.s. talrijke ma
len aan de scherpe bewaking van de
kanthalves en de beide backs, alsme
de Terlouw, die door het doelpunt,
hetwelk hij in eigen doel trapte,
enigszins zijn zelfvertrouwen was
kwijt geraakt, te ontsnappen. Aan de
andere kant wist Lenstra, vooral in
de tweede helft, vaart in de aanval
te zetten en al liep van Melis enkele
malen domweg in de buitenspelval
de Belgische verdediging, die wij wel
eens sterker hebben gezien, had soms
handen vol werk om de bewegelijke
veel switchende Oranjehemden in be
dwang te houden.
Een zwak punt bij de Belgen is al
tijd het schieten geweest. Maar in
de eerste helft hebben wij daarvan
weinig kunnen merken. Toen vlogen
de kogels op en rond het doel van
Kraak en het zag er naar uit, dat de
Belgen op dit onderdeel aanzienlij
ke vooruitgang hadden geboekt Dat
schieten was in de Nederlandse voor
hoede tijdens de oefenwedstrijden
ook niet al te best geweest. Kansen
werden er voldoende geschapen,
maar aan het afwerken der aanval
len tegen Middlesbrough, maar voor
al tegen Sunderland, had veel ont
broken.
Vooral in de tweede helft kregen
wij de indruk, dat de Oranjehemden
de raad „schiet veel en vooral zui-
goed in de oren hadden ge
knoopt want toen moest het Belgi
sche doel een beschieting doorstaan,
waarbij de lat verschillende keren als
redder van een doelpunt fungeerde.
De centrale training heeft echter
nog meer successen opgeleverd. Niet
"leen is de lichamelijke conditie
met honderd procent vooruit gegaan,
maar er is ook een band gesmeed
tussen de spelers, het is een vrienden
kring geworden, waardoor het moge
lijk werd een spanning op te wekken,
welke tijdens de wedstrijd kans kreeg
zich volledig te ontladen. Grote
woorden zijn er bij de concentratie
waarschijnlijk niet gebruikt, maar de
spanning is geleidelijk opgevoerd.
Langzaam maar zeker werd elke
deelnemer zich bewust van de taak,
welke hij had te vervullen en voelde
hij de verantwoordelijkheid, om zijn
taak zo goed mogelijk uit te voeren
ten bate van het geheel.
En zo is het mogelijk geworden, dat
de zware nederlaag van Antwerpen
werd gewroken, op een volkomen
verdiende wijze, niet met een zege
welke onverdiend zou mogen wor
den genoemd, maar met een over
winning, die op regelmatige wijze
werd verkregen, dank zij de voor-
trèffelijke 'physieke conditie van de
spelers, de prettige sfeer welke tus
sen de spelers heerste, het goede tac
tische inzicht in de krachtsverhoudin
gen en de geconcentreerde spanning,
welke een machtige factor is geble
ken in het succes van de ploeg.
Pessimisme der Belgen
bewaarheid.
In Belgische voetbalkringen was
men van te voren niet zo optimis
tisch gestemd. Toen kende men reeds
de verbetering in het spel van de Ne
derlandse ploeg, waarvan men zich
tijdens de oefenwedstrijden had kun
nen overtuigen. Maar de samenstel
ling van het eigen team beviel de
kundigen niet. De verkiezing van
enen noemde men een fout en ons
iens heeft men daarin gelijk ge
kregen, want inderdaad maakte de
Belgische keeper geen betrouwbare
indruk en het eerste doelpunt had hij
zeker moeten houden. Maar ook de
backs en spil Carré hebben menig
maal moeten bukken voor de storm
lopen van de Oranje-voorhoede. De
voorhoede dwong in de eerste helft
bewondering af. Het binnentrio had
er zin in, zigzagde door de Hollandse
verdediging heen. zoals men wilde,
trok ten aanval met korte passes,
maar wisselde deze ook af met open
spel via de zeer snelle vleugelspelers,
van wie van Gestel een bescheiden,
maar zeer nuttige rol speelde op de
rechtsbuitenplaats, waar hij onver
wacht was neergezet, zo onverwacht
zelfs, dat hij niet eens een speler was.
die aan de centrale training in het
Heyselstadion had deelgenomen.
Maar de prachtige startende van
Gestel geen wonder, want hij is
jeugdkampioen van België in het vèr-
springen wist met afgemeten voor
zetten veel verwarring in de Neder
landse defensie te stichten. Dat de
Belgische voorhoede in de tweede
helft veel minder gevaarlijk was
kwam op de eerste plaats door het
herstel van onze achterhoede, die met
meer zelfvertrouwen was gaan spe
len en voorts vooral door de grotere
kracht, welke de Nederlandse voor
hoede wist te onwikkelen, waardoor
de basis van het Belgisch elftal, het
vierkant van het middenveld, werd
ondermijnd.
Wanneer we de spelers van beide j
eftallen aan een critische beschou
wing onderwerpen en wij beginnen
met de Nederlandse ploeg, dan heb
ben wij in Kraak de eerste uitblin
ker reeds te pakken. Kraak verdedig
de zijn doel deze keer foutloos; een
mooier compliment kan men een kee
per nawelijks maken. Bovendien
bracht hij door de wijze, waarop hij
de achterhoede dirigeerde, een zekere
rust in de ploeg. Aan de vier Belgi
sche doelpunten had hij geen schuld
ondanks de grote afstand waarvan
in twee gevallen werd geschoten.
Schijvenaar en de Jong, die het
backstel vormden, deden niet veel
voor elkaar onder. Hun wegwerken
was uitstekend. Het opstellen echter
niet altijd gelukkig, maar een logisch
gevolg van het gebrek aan snelheid,
dat beide spelers hebben. Het is daar
door te riskant om zich vlak bij de
buitenspelers op te stellen, zodat de
snelle Sermon en van Gestel vaak te
veel vrijheid genoten.
Terlouw, ook niet tot de snelste be
horend, verstaat echter de kunst zich
snel te kunnen herstellen. Dit bleek
ook weer in deze wedstrijd, waarin
de Rotterdammer, ondanks zijn on
gelukje bij het eerste Belgische doel
punt weer tot de uitblinkers behoor
de. Vooral in de tweede helft heeft
Terlouw prachtig opruimend werk
verricht, waarbij zijn zeer goede kop-
werk opviel.
Evenals Schevenaar en de Jong zou
den wij ook van Schijndel en Bies
brouck in één adem kunnen noemen.
Van Schijndel heeft zijn zwervende
taak op het middenveld, dank zij zijn
geweldig uithoudingsvermogen en
zijn goed anticipatievermogen, uitne
mend volbracht. Zowel verdedigend
als stuwend vormde hij met Bies
brouck een hechte schakel tussen
aanval en verdediging. Jammer ech
ter, dat het afgeven van de bal bij
van Schijndel niet altijd zuiver was.
Dit onderdeel was bij de Heemstede-
naar beter verzorgd.
In de voorhoede begon van der
Tuyn goed. Met snelle rennen, goede
voorzetten en af en toe een fel en
goed gericht schot veroorzaakte hij
menig gevaarlijke situatie voor het
doel van Daenen. Toen „Cokkie" ech
ter na een half uur spelen een trap
tegen zijn linker enkel kreeg, raakte
hij er een beetje uit. Pas tegen het
einde van de wedstrijd had hij zich
weer hersteld. Zijn collega aan de an
dere lijn, Groeneveld, was zeker de
minste van het aanvalsquintet. Deze
uitstekende clubspeler die in elke
wedstrijd van Haarlem goed is voor
een of meer doelpunten, kon het in
het internationaal milieu niet erg
best vinden. Opvallend was het hoe
slecht hij soms een pass naar de vleu-
43 voor Nederland! Gemaakt
door Abe Lenstra. V.l.n.r.: Carre;
Daenen, wanhopig uitvallend; Vail-
lant (No. 3); Valet en van de Auwerr
gel beoordeelde. Vooral in het begin
kwam dit enkele malen voor, hetgeen
op nervositeit wijst. De wijze waarop
hij het schot van Lenstra van hoogte
veranderde, was echter een klasse
staaltje. Misschien dat de Haarlem
mer in het elftal moet „groeien".
Een debutant, die beslist geen last
van plankenkoorts had, was Kune
man. De Hagenaar toonde zich een
uittekend verbindingsspeler, die het
heel goed met ^an Melis en Lenstra
vooral ook met van Schijndel
bleek te kunnen vinden. In enkele
Nederlandse doelpunten had hij een
belangrijk aandeel.
Abe Lens 1 ra nad er zin in en dat
zegt eigenlijk al genoeg. Abe was zeer
actief en wanneer zijn hulp in de de
fensief gewenst was, draalde hij niet
lang met terugkomen, om, zodra de
Belgische aanval was afgeslagen, mee
naar voren te trekken. Links en
rechts deelde hij zijn vlijmscherpe
passes uit en twee doelpunten kun
nen rechtstreeks op zijn naam wor
den geschreven. Als laatste noemen
wij van Melis, die met drie doelpun
ten, alle drie voor rust gemaakt, een
uitstekende prestatie leverde. Maar
niet alleen door zijn productiviteit
behaalde van Melis een ruim vol
doende, de opvatting, die hij van zijn
taak als aanvalsleider demonstreerde,
stemplde hem in de allereerste
plaats tot een waardig drager van
het Oranje-shirt.
Bij de Belgen waren de kanthalves
van der Auwera en Mees zeer goed.
Verdedigend deden zij niets voor hun
Nederlandse collega's onder. Hun
plaatsen was zelfs veel beter. In de
Belgische aanval was Chaves de uit
blinker. Met goed opbouwend werk
en als het nodig was een scherp schot
vormde hy voor de Nederlandse ver
dediging een groot gevaar. Ook Mer
mans speelde een uitstekende wed
strijd. Zijn doelpunt was al even
mooi als dat van Chaves, doch de ge
miste strafschop hard en onbe
suisd naast deed veel afbreuk aan
zijn prestaties. Anoul was ditmaal
minder goed dan anders. De beide
vleugelspelers Sermon en van Gestel,
de invaller voor Lemberechts, waren
alleen al gevaarlijk door hun snel
heid.
In de verdediging speelden Vail-
lant, Carré en Valet een rustige par
tij, zonder echter tot grootse daden
te komen. Daenen was niet in vorm.
Hij liet nog al eens een bal uit zijn
handen vallen en ook verzuimde hij
vaak in te grijpen indien dit mogelijk
en noodzakelijk was. Zijn kleine ge
stalte betekent ongetwijfeld een han
dicap.
DE STAND.
Het resultaat van de 72 wedstrij
den tussen Nederland en België is
thans:
Nederland 72 25 16 21 86 181—139
België 72 21 16 35 58 139—181
Van de 12 na-oorlogse wedstrijden
is de balans:
Nederland 12 4 5 3 13 26— 29
België 12 3 5 4 11 29— 26
HOE TERLOUW KRAAK
PASSEERDE
In de kleedkamer van het Neder
lands elftal troffen wij na de wed
strijd tegen België, Kraak en Ter-
louw, die samen nog eens precies
nagingen, hoe dat eerste Belgische
doelpunt was ontstaan.
„Kijk, vertelde Terlouw, dat ging
zo. Terwyl ik terug kwam lopen zag
ik ineens die lage voorzet van die
linksbuiten Sermon aankomen. Ik
dacht hem te kunnen omhalen, maar
ik kreeg de bal precies op de ver
keerde kant van myn schoen, en,
nou ja, toen was het gebeurd".
„Ja kon er natuurlijk niets meer
aan doen, Piet?" was de vraag van
enkele omstanders aan Kraak. Het
was een vraag naar de bekende weg,
maar Kraaks antwoord was verras
send: „Vertel mij maar eens wat ik
moet doen, wanneer mijn bloedeigen
aanvoerder een goaltje wil maken. Ik
kan zo'n jongen toch niet voor spot
zetten? Veronderstel eens dat ik die
bal had tegengehouden, ik had tooh
zeker geen leven meer gehad? Nee,
wanneer Rinus doelpunten wil ma
ken, kan ik er fatsoenshalve geen
hand naar uitsteken'.
Rinus lacntte zuurzoet, ,,'t Is maar
goed dat we gewonnen hebben", was
zijn enig commentaar op de uitleg
van zijn doelman.
Naar het ANP verneemt zal de
centrale training van de spelers van
de Nederlandse elftalclub na de wed
strijd HollandBelgië worden voort
gezet. Morgen reeds komt men weer
in het Olympisch stadion te Amster
dam bijeen. De spelers, die tot nu toe
aan de training hebben deelgenomen,
zijn ook thans weer uitgenodigd:
t.w. Biesbrouck (RCH), Schijvenaar
(EDO), Kraak (Stormvogels), De
Jong (ADO), Van Schijndel (SW).
Van der Tuyn (Hermes DVS), Van
Melis (Eindhoven), Groeneveld
(Haarlem), Ter louw (Sparta), Dijk
graaf (AGOVV), Snoek (Eindho
ven), Lenstra (Heerenveen), Kune
man (HBS), Odenthal (Haarlem),
Van der Weerd (Wageningen), Bus-
schers (Enschede) en Möring (En
schede).
Het ligt in de bedoeling om voor
de landenwedstrijd Nederland-Noor-
wegen, welke Woensdag 6 Juni te
Rotterdam wordt gespeeld, nog een
oefenwedstrijd te spelen tegen een
nader aan te wijzen tegenpartij.
Indien de tour van Tottenham
Hotspur naar ons land doorgaat, het
geen op dit ogenblik nog niet zeker
is, dan is de mogelijkheid groot, dat
het voorlopig Nederlands elftal te
genover deze eerste divisieclub van
de Engelse League op een nader te
bepalen datum zal komen te staan.
De technische commissie zal zich
nader beraden over de mogelijkheid
om behalve de 17 bovengenoemde
spelers nog meer candidatcn voor de
centrale training van de Nederlandse
elftalclub aan te wijzen.