H.M. de Koningin woonde bruiloft bij te Zoelen Bokkie, riep de boer - en daar kwam het schaap MAANDAG 12 MAART 1951 DE LE1DSE CUUKAN 1 TWEEDE BLAD PAGINA 4 Prinses Marijke strooide te vroeg en te veel In het eenvoudige gemeentehuis van Zoelen in Gelderland, een voor malig schoolgebouw, werd Zaterdag een bijzonder huwelijk gesloten. H. M. de Koningin en haar twee jongste dochtertjes waren hiervoor naar het 2400 inwoners tellende dorp gekomen om het huwelijk bij te wo nen van twee van haar meest intieme medewerkers: haar particulier se cretaris W. J. baron van Heeckeren van Molecaten en mevrouw M. A. Pennink, de verzorgster van de prin sesjes gedurende een lange reeks van jaren. De tijd en plaats van de huwelijks voltrekking waren angstvallig geheim gehouden om een al te grote belang stelling te voorkomen. Slechts enkele familieleden en Baarnse vrienden wa ren aanwezig. Zoelen was gekozen tot plaats van de huwelijksvoltrekking omdat de echtgenote van de burgemeester een intieme vriendin van mevrouw Pen nink is. Er was groen gestrooid Een oud Betuws gebruik werd bij het huwelijk in ere gehouden. Er was groen gestrooid op een deel van de weg, die de auto's aflegden van het huis van de burgemeester, waar men eerst te zamer was gekomen, tot het gemeentehuis. Vroeger was het de gewoonte de gehele weg van het woonhuis tot het gemeentehuis met groen te bestrooien. Dit ge schiedde dan door de omwonenden. Wanneer die echter niet werden uit genodigd, strooiden zij kaf in plaats van groen. Dit was echter ditmaal niet het geval Integendeel. Prinses Marijke en prinses Margriet gingen het bruidspaar bij het binnentreden van het gemeentehuis voor en strooi den daartoe uitgenodigd door de Koningin rijkelijk bloemen voor haar verzorgster, die gekleed was in een blauw zijden middagjapon met zwarte hoed en zwarte handschoenen. Het was of prinses Marijke voelde, dat op het ogenblik waarop burge meester van Beekhoff het huwelijk voor gesloten verklaarde, dat zij haar trouwde verzorgster verloor. Zij be gon luid te huilen en de Koningin, die naast haar zat, kon haar nauwe lijks tot bedaren brengen. Het kin derleed was spoedig voorbij en ter wijl de burgemeester die het bruids paar zeer goed kent. met enkele wel gekozen woorden beiden toesprak, strooide prinses Marijke al haar nog in het mandje overgebleven bloemen, Terwijl het bruidspaar het ge meentehuis verlaat strooien prinses Margriet en prinses Marijke bloemen die zij straks nodig zou hebben bij het verlaten van het gemeentehuis, op de vloer van de trouwzaal uit, zo dat met vereende krachten de bloe men op het laatste ogenblik weer bij elkaar moesten worden geraapt. Maar terwijl dit onbezorgde spel van Marijke voortduurde, geschied de aan de grote .eikenhouten tafel de plechtigheid van de huwelijks voltrekking. Daar zaten de getui gen van de oruidegom, E. C. ba ron van Heeckeren van Moleca ten, broer van de bruidegom en mr. dr. I. G. van Maasdijk, kamerheer in buitengewone dienst, en die van de bruid, de heer H. P H. Nitsch- mann, uit Stockholm, haar broer en de heer J. L. Pierson. De heer Nitschmann was voor deze gele genheid speciaal uit Zweden over gekomen. „Er komen hier vaak bruidsparen, die ik in de echt moet verbinden en die mij vertellen, dat ze geen huis hebben', zei de burgemeester. „Ik zeg dan altijd: maar hoe kun je dan gaan trouwen. Ik zal dat echter niet meer zeggen, sinds ik gemerkt heb, dat dit zelfs in deze kringen ook voorkomt Door een erehaag van alle vrien den, die voor deze gelegenheid naar Zoelen waren gekomen, verlieten de heer en mevrouw van Heeckeren van Molecaten het gemeentehuis, terwijl prinses Margriet haar goed bewaarde en prinses Marijke haar bij elkaar ge raapte bloemen uitstrooiden. De gehele officiële stoet, die even later in de richting van het burge meestershuis vertrok (ook de burge meester heeft inwoning) bestond uit drie auto's. In een hiervan zaten de koningin, de twee prinsesjes en de burgemeester. Het was in deze auto, dat prinses Marije haar grootste ple zier aan het huwelijk van haar ver zorgster beleefde.met een snelle greep had zij de hoge hoed van de burgemeester van zijn hoofd gegrist en zette die zelf op met het gevolg, dat haar hoofdje verdween in een zwarte cylinder. Toen verdween ook het gezelschap. Practisch geen inwoner van Zoelen heeft geweten welk huwelijk in zijn gemeente werd gesloten en nog min der welke gasten daarbij tegenwoor dig waren. Roken en drinken Vóór en na de oorlog In 1950 hebben wij gemiddeld per hoofd gerookt 65 sigaren, 13 ci- garillos, 793 sigaretten en 1.16 kilo tabak. De totale waarde daarvan was 58.64. En wat rookten wij in 1938? 143 Sigaren, 36 cigarillos, 549 sigaretten en 1.16 kilo tabak. Totale waarde15.19. Waaruit blijkt dat wij voor de oorlog toch nog iets meer rookten dan nu. En dan het gedistilleerd. Per hoofd dronken wij vorig jaar 2.95 liter van 50 procent en in de twee jaren voor de oorlog 1.50 liter. En dat verschil is aanmerkelijk groter. Binnenkort zal de K.L.M. aan boord van haar vliegtuigen wolken- kaarten ten dienste van de passa giers ter beschikking stellen. Alle soorten wolkenvelden en tapijten zullen dan aan de hand van deze kaarten onderscheiden kunnen wor den, door de luchtreizigers, wanneer het vliegtuig in de wolken vliegt. BIGAMIST ZONDER OPZET. Met bedeesde stem verteldehet vrouwtje „to say the truth and no thing but the truth" en drukte 'ver volgens het wetboek aan haar lippen Na aldus op Engelse manier de eed te hebben afgelegd, vertelde ze dat zij nooit iets had willen aanhoren wanneer haar man wilde vertellen over zijn verleden. Zij was speciaal vanuit Engeland overgekomen om hier voor de Haagse politierechter een verklaring af te leggen in de zaak tegen de chauffeur-monteur C. B., afkomstig uit Sassenheim, die te recht moest staan wegens bigamie. De levensgeschiedenis van deze joneman was zeer avontuurlijk. In bezettingstijd doorkruiste hij geheel Europa in dienst van de N.S.K.K. Later kwam hij bij de S.S. en daarna bij de S.D. Hij kreeg echter genoeg van de Duitsers en dook onder. Hij huwde met een Duitse vrouw die de zaak aanhangig had gemaakt wist na de bevrijding uit detentie te ontsnappen en vluchtte naar Oos tenrijk. Hier werd hem door een Ne- Uit de weide van de gebroeders Van Stam te Vreeland werd dezer da gen aldus meldt het N v. d. D. een schaap, dat daar met zijn twee lammeren vredig liep te grazen, door onbekende dieven laaghartig van zijn kinderen gescheiden en weggevoerd. Een der gebroeders ging dadelijk in de omtrek op onderzoek uit om het verloren schaap, dat naar de naam „Bokkie" luisterde, op te spo ren en op de markt in Utrecht had hij succes. Hij herkende „Bokkie" onmiddellijk en wendde zich tot de politie ten einde zijn eigendom te rug te krijgen. In het bijzijn van de dienaren van de H. Hermandad riep hij het schaap bij zijn naam en ja wel hoor, daar kwam „Bokkie" naar zijn baas toe. De politie vond dit evenwel geen overtuigend bewijs. Dit kon alleen geleverd worden als de lammeren er bij werden gehaald, daar een schaap geen vreemde lam metjes verzorgt. Dadelijk ging er een telefoontje naar Vreeland en per taxi werden de lammetjes naar de Utrechtse markt gebracht. Dé kleintjes her kenden direct hun moeder en het schaap incasseerde met zichtbaar welgevallen de aanhaligheden van zijn kleintjes. Toen nam ook de politie aan, dat het „Bokkie" was en kon de eigenaar zijn schaapterugkopen, daar het sedert zijn ontvoering reeds vijfmaal van eigenaar was verwisseld. Doch dit is een aangelegenheid, waarover de justitie nog wel haar oordeel zal uitspreken. der-laüds officier verteld, dat zijn huwelijk met een onderdaan van een vijandelijk land niet geldig was. B. geloofde dit en huwde na zijn ver trek naar Engeland waar hij in militaire dienst trad! het meisje dat nu verklaarde steeds te hebben gezegd „I'm not curios" (Ik ben niet nieuwsgierig). Door al zijn escapades had B. zijn Nederlands staatsburgex-schap niet verloren, want al het gebeurde had zich afgespeeld toen hij nog minder jarig was. Momenteel verblijft B. nog in detentie wegens zijn houding in bezettingstijd. De off. van justitie meende, dat de vei'klaring van een officier voor ver dachte niet /oldoende had moeten zijn. Hij had nader moeten informe ren alvorens een tweede huwelijk te sluiten. Rekening houdend met ver zachtende omstandigheden requireer- de hij een maand gevangenisstraf. In zijn vonnis overwoog de politie rechter. mr. Meyes, dat men in de eerste maanden na de bevrijding zelfs bij overheidsinstanties in de war was door de vele en tegenstrijdige voorschriften. Hij achtte 't aanneme lijk dat verdachte op de informatie die hij verkreeg en doordat hij niet verder met Nederlanders in aanra king kwam, op een dwaalspoor was gebracht. Diententgevolge achtte hij opzet niet aanwezig en sprak hij ver dachte vrij. Beslag gelead op .Radioprogramma' Zaterdagmiddag heeft een deur waarder, vergezeld van twee getui gen, ten kantore van de Stichting Radio-Luisteraars in Amsterdam, de daar nog aanwezige exemplaren van het Zaterdag uitgekomen „Ra dioprogramma" in beslaggenomen. Het bestuur van de stichting meent, dat dit onrechtmatig is. Het zal in kort geding opheffing van het beslag vorderen, meldt het A.N.P. De inbeslagneming geschiedde nadat mr. dr. P. J. Witteman, raads man van de Nederlandse omroepver enigingen Zaterdagochtend bij de presidenten van de rechtbanken te Amsterdam en Arnhem (het nieuwe blad wordt in het arrondissement Arnhem gedrukt) de eis had inge diend de oplage van „Het Radiopro gramma" in beslag te doen nemen „op grond van een door de Stichting gepleegde inbreuk op de auteursrech ten van de omroepverenigingen op haar programma's". „Het Radioprogramma" is het offi ciële orgaan van de gelijknamige stichting, dat de volledige program ma's van de radiostations uit binnen- en buitenland bevat. Naar aanleiding van het verschij nen van dit blad hebben de A.V.R.O., de N.C.R.V., de K.R.O., de V.A.R.A. en de V.P.R.O. een klacht bij de Jus titie ingediend wegens overtreding van de auteursrechten op de pro gramma's in hun organen. DE EERSTE CACAOMOLEN In de eerste fabriek van C. J. van Hou ten, uitvinder van de oplosbare ca cao in poedervorm en stichter van de naar hem genoemde fabrieken, welke gevestigd was in een huisje aan de Leliegracht 22 te Amsterdam, stond deze cacaomolen. Aetherklanken DINSDAG. HILVERSUM I. 402 M. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gramo- foonmuziek. VPRO: Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gramofoon- muziek. 9.00 Morgenwijding. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.30 Waterstan den. 9.35 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Gramofoonmuz. 10.50 Voor de kinderen. 11.00 Viool en piano. 11.30 Voor de zieken. 12.00 Promenade orkest. 12.30 Land- en tuinbouwmededelingen. 12 33 Voor het platteland. 12.40 Gramofoonmuz. 13.00 Nieuws. 13.15 AVRO-Allerlei. 13.20 Financieel weekoverzicht. 13.30 Musette-orkest. 14.00 Voor de huis vrouw. 14.30 Gramofoonmuziek. 15.30 „Onze Amerikaanse buren". 16.00 Gramofoonmuziek. 16.30 Voor de jeugd. 16.50 Kinderkoor. 17.20 Lichte muziek. 18.00 Nieuws. 18.15 Piano spel. 18.30 Orkestconcert. 19.00 „Paris vous parle". 19.05 Fanfare-orkest. 19.30 Pianorecital. 19.50 Voor burger en militair-. 20.00 Nieuws. 20.05 Ac tualiteiten. 20.15 Gevarieerd progr. 21.15 „De Antwoordman" 21.30 AVRO-allerlei. 21.35 Operamuziek. 22.00 „Goede moed", causerie. 22.15 Pianoduo. 22.45 Buitenlands overz. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gramo foonmuziek. "HILVERSUM II 298 M. 7.00—24.00 KRO. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtend gymnastiek. 7.30 Orgelspel. 7.45 Mor gengebed en Liturgische kalender. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Lichte muziek 9.00 Voor de huis- vrouw. 9.35 „Lichtbaken" 10.00 Voor Vioolrecital. 21.55 Gramofoonmuziek. COENRAAD JOH. VAN HOUTEN, die op 15 Maart 150 jaar geleden werd geboren. Hij was uitvinder van de oplosbare cacao in poedervorm en stichter van de naar zijn naam genoemde fabrieken. 10.40 Schoolradio. 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Schoolradio. 12.00 Ange lus 12.03 Gramofoonmuziek. (12.30 12.33 Land- en tuinbouwmededelin gen). 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en katholiek nieuws. 13.20 Reportage. 13.25 Gramfoonmuziek. 14.00 Piano recital. 14.35 Gramofoonmuziek. 15 35 Jongenskoor. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.45 Regeringsuitzending- R. M. Pa- kun: „Onderwijs en de beoefening van de Javaanse dans" 18 00 Gramo foonmuziek. 18.15 Amusementsmuz. 18.48 Sport; „Dit is leven"; Voor de jeugd. 19.00 Nieuws. 19:15 Actuali teiten. 19.23 Kopei-kwartet. 19.40 Pianoduo. 19 52 Politiek overzicht. 20.00 Nieuws. 20.05 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.12 Vrouwen koor. 20.30 Lijdensmeditatie. 21.30 Vioolrecital. 21.55 Gramofonmuziek. 22 05 Orgelconcert 22.30 Kamerkoor. 22.45 Avondgebed en Liturgische ka lender. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Maastrichts Stedelijk ork. en soliste. Hier ziet men de nieuwe zware eiken houten bureaux met dito stoelen, in het stijlvolle, vroeg-gothische scrip torium van de Cisterciënser Abdij „Sion" te Diepenveen. De paters da nken deze waardevolle verbetering voor het grootste deel aan het feest- Comité 1950 en aan' degenen die voor dit doel hun bijdrage stortten. Deze Trappisten-abdij is de enige in het Nederland van boven de Moerdijk. (Foto: Ab. Hakeboom, Deventer) HUISELIJKE SPIQNNAGE-GESCHIEDENIS door P. J. van Gelder 15) „Ja, met de hond en met een alarminstallatie, die overdag rood licht en 's nachts geluid geeft". „En niets gehoord?" „Neen inspecteur" Kladdard liep terug naar de villa, belde zijn bureau op om een des kundige en een paar politiehonden. Begon dan met de ondervraging van de rood-wit gestreepte keukenprins, die grote koppen met koffie ser veerde. Tegelijk met de deskundige en de politiehonden arriveerde ook het Parket, vergezeld van een ietwat op geblazen commissaris, die met veel vertoon de leiding aan zich trok. De anders zo eenzame schrijver gevoel de zich in het luidruchtige gezel schap weinig op zijn gemak, werd overstelpt met vragen en trachtte zich er met korzelige antwoorden van af te maken, wat jammerlijk mislukte omdat de nieuwsgierigheid van de heren juist daardoor werd opgewekt. De deskundige bleek een akelig mannetje, gewapend met een te gro te bolhoed, te dikke brilleglazen en te klein vergrootglas. Hij huppelde om het lijk, bekeek het van alle kan ten, betastte het hoofd, sprong als een kikker in het rond tussen de ra barber, richtte zijn loupe op allerlei onbelangrijke kleinigheden, tuurde in de richting van het huis en naar de garage, liep dwars door de aard- beienplanten en verdween verder op in de tuin. Voor de politiehonden viel er niet veel te doen. Ze volgden de weg, die het slachtoffer genomen had, in om gekeerde richting door de gazons en langs de oprijlaan het hek uit. Om op de straatweg reeds het spoor bijs ter te raken en, vergeefs kringen draaiend, te blijven steken. De da der bleek geen enkel voorwerp te hebben achtergelaten, waaraan de dieren lucht gegeven kon worden. De moorJenaar scheen zeer zorgvul dig tewerk gegaan te zijn, sporen van een strijd waren niet te vinden; bleef over de deuk in het hoofd van de verslagene, die als enige getuige zwijgend verhaalde van de dodelijke slag, die hier was toegebracht. Waar mee en door wie, waarom en wan neer, dat bleef alles voorlopig een raadsel „Dus, mijne heren", zo sprak de commissaris, „zijn we genoodzaakt het voorlopig onderzoek op te schorten, tot meerdere gegevens om trent de betrokken persoon be kend zijn en gelast ik de heer Rico chet om zich met zijn personeel ter beschikking te houden ten behoeve van eventuele verdere informatie." Doch met die beslissing verklaarde de binnenwandelende deskundige zich allerminst accoord. Hij vroeg verlof, om nog een paar vragen te stellen, wendde zich dan tot de be woner van deze villa en vuurde af: „U was alleen?" „Ja". „U wandelt dus ook alleen in de tuin?" „Ik zit er wel eens te werken", „Bij de perzik?" „Nee, hier vlak achter het huis". „Wat deed u dan bij de perzik?" De schrijver streek door zijn haren herinnerde zich de vlinder in het web. Onzin, dat bedoelde die vent niet. „Bij de perzik?" „Daar was u toch niet alleen, wel?" Lachen, nu onbezorgd lachen! Daar had je het al. Sonja raakte er toch in betrokken, die kerels ontdekten ook alles...." Nee, daar was ik een keer niet alleen. U hebt gelijk. Daar heb ik een meisje ontmoet, dat hier wel eens meer komt" „Aha! Dus u verklaarde ten on rechte, dat er nooit een mens in uw tuin komt, Wie is dat meisje?" „O, een oppervlakkige kennis. Ik kén haar naam niet eens". „Zo? U weet dus ook niet waar zij woont, wat zij doet en hoe zij er uit ziet?" „Dat is een beetje te sterk uitge drukt,ik weet natuurlijk wel hoe ze er uit ziet. Maar weet u direct alles van iemand af, met wie u een keer hebt gesproken?" „En u hebt haar desondanks wel omhelsd?" De stilte in het propvolle vertrek werd plotseling hoorbaar. Ricochet herinnerde zich heel goed die harts tochtelijke kussen en begreep, dat de vier dicht bij elkaar staande voetaf drukken van twee herenschoenen en twee dameshakjes dit alles verraden hadden. Ze zouden op zoek gaan naar Sonja. Misschien vonden ze haar wie weet hoeveel last ze er nog mee kon krijgen. Maar als zij werkelijk zo geslepen was, vonden ze haar nooit. En dan nog, wat had zij met die moord te maken? „Waarom probeert u ons te mis leiden? Weet u dan niet, dat de politie tenslote toch alles ontdekt? Ik heb hier in huis ook sporen van een vrouw aangetroffen, meneer Ri cochet. Er komt dus geregeld een meisje over de vloer en u kunt niet verklaren wie dat is?" „Ik behoef het immers niet te verklaren? Het heeft heus niet in m'n bedoeling gelegen u te mislei den, maar dat meisje staat er volko men buiten en daarom heb ik geen zin, haar er toch in te betrekken" „Zij is er reeds in betrokken. De enige sporen, die op de plaats van de misdaad aangetroffen zijn, komen van u en uw butler. Eén van u bei den moet dus de dader zijn. Uw be diende is echter getrouwd, heeft de nacht thuis doorgebracht en beschikt derhalve over een behoorlijk alibi. U blijft alleen over. U verklaart de alarmschei niet te hebben gehoord, alhoewel uw huisknecht deze per soonlijk afgesteld en gecontroleerd heeft. U bent laat opgebleven en pas het huis ingegaan, toen de moord reeds gepleegd was. U beweerde al tijd alleen te zijn en nu blijkt dat u connecties hebt met een jongedame, die u nu en dan gezelschap komt houden. Meneer Ricochet, ik be schuldig u van moord en ik conclu deer uit de door mij opgemerkte fei ten, dat u beschikt hebt over een medeplichtige, aan wie u zekere be zwarende bewijsstukken hebt mede gegeven". De commissaris rees plechtstatig overeind. „Dit is een zeer ernstige beschuldiging Kunt u daartegen iets tot uw verdediging aanvoeren?" De pen van de griffier kraste, de officier vart justitie begon een fluis tergesprek met de deskundige. Kladdard haalde terloops een paar handboeien voor de dag, doch stak ze weer weg. „Zou ik de politie opgebeld heb ben, mijne heren, indien ik zelf een moord gepleegd had? Zou ik dan niet verstandiger gehandeld hebben door het lichaam op een stil plekje te begraven, nu ,er toch geen mens getuige van de misdaad is geweest? (Wordt vervol

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 8