Pas in Maart 1952 wordt op de hoge spoorbaan gereden Van de negentien millioen gulden zijn er al vijf gebruikt (LEIDEmmS DIE IEDEBEEH KEHi) Commissaris Meyer over de verhouding burgerij-politie PRAATJE AAN DE KUST DE NOORDWIJKSE SMID JAN VAN KAN REDDER VAN VELE MENSENLEVENS Met Heid&e SpaawtegpCan aoxdevt ZA1ERDAG 17 FEBRUARI 1951Ufe l.Ein.sh i DUKAN)TWEEDE BLAD PAGINA 1 TOEN MAANDAGMIDDAG de zon zo verrukkelijk scheen en wij voor de zoveelste maal ons lieten misleiden door de illusie, dat nu het voorjaar zou zijn aangebroken, toen de hele wereld, voorzover we zien konden, een paradijs leek en de oor log op Korea beslist een nachtmerrie moest zijn, op die Maandgamiddag moesten we er uit! En voordat we het bemerkten, stonden we aan de Hoge Morsweg te kijken naar het los sen van zand, bestemd voor ophoging van de spoorbaan. Het toeval wilde, dat we onbe scheiden als wij soms zijn een ge sprek afluisteren tussen twee da mes, waarvan de een ietwat misprij zend haar hoofd schudde met de op merking „Dat nieuwe station en alles v/at er bij hoort, moet wel meer dan honderdduizend gulden kosten!". We hebben die dames maar zo wijs ge laten en niet verteld, dat het hele spoorwegplan in Leiden niet minder dan negentien millioen gulden kost, dus honderdnegentig maal honderd duizend gulden! Een bedrag waarvan inmiddels als vijf millioen gulden is aanbesteed en grotendeels verwerkt, sedert men in December 1948 met de uitvoerng begon. We veronderstellen nu, dat onze lezers inmiddels zo ongeveer weten wat er allemaal gebeuren moet, voor dat het spooi wegplan geheel zal zijn uitgevoerd. Als we in het Noorden mogen beginnen, voeren we onze le zers eerst mee naar de Warmonder Lee, waar de spoorbaan langzaam omhoog moet gaan, om boven de ver schillende tunnels uit te komen. De duiker onder de Holle Mare mogen we nu wel overslaan. Deze is reeds lang gereed, evenals de eerste tunnel, die de Broekweg onder de spoorbaan doorvoert. Men komt dan terecht bij de Haarlemmervaart. Even daarvóór heeft men onder de oude baan twee bruggen gelegd, waaron der een duiker gemaakt kon wor den, die dient om de Stinksloot om te leggen. Thans wordt aan de bouw- kuip hiervan gewerkt. De nieuwe baan, tussen Warmon der Lee en Stinksloot, werd naast de bestaande baan gelegd en is thans reeds, ter lengte van 1.500 meter, op de uiteindelijke hoogte gebracht. Lange tijd deden zich moeilijkheden voor met bodemverzakking en uit persing van het onder gelegen veen, maar de baan is nu practisch tot rust gekomen. Nog dit jaar zal over dit eerste stuk begonnen wordën met de aanleg van rails en het aanbrengen van electrische leidingen. geprojecteerd is. Men zal de hoge dijk aanvankelijk dus slechts op hal ve breedte kunnen aanbrengen en pas als de treinen daarop (op enkel spoor) zullen rijden, kan de oude baan opgebroken worden om de nieu we dijk op volledige breedte te bren gen. En zo zijn we dan genaderd tot de Rijnsburgerweg Men ziet daar hoe de tunnels al gedeeltelijk klaar zijn. Aan beide zijden heeft men de fun deringen gereed; aan de Oegstgeestse v/anden. De tussenmoot, v/aar thans de trein nog rijdt, kan eveneens pas aangebracht worden, wanneer de ho ge baan (oj halve breedte) in ge bruik genomen is. Daarvoor zal het nodig zijn een noodviaduct te bouwen, om het ver keer van en naar Oegstgeest door gang te verlenen Di* noodviaduct zal nog dit jaar gebouwd worden en klaar moeten zijn vóór 1 Maart 1952, de datum, waarop de directie Uitvoe ring Spoorwegwerken op de hoge baan wil rijden. Aanvankelijk had men reeds op 1 Jan. 1952 zover willen komen. Ver schillende omstandigheden echter hebben het werk enigszins opgehou den, niet in het minst de verzakkin gen, die zich, zoals boven beschreven, hebben voorgedaan. TUNNELBOUW AAN LAGE MORSWEG BEGONNEN. Dat rijden op de nog smalle hoge baan in Maart 1952 betekent, dat dan het nieuwe stationsgebouw klaar moet zijn. De palen achter de met kleurige advertenties versierde schutting zijn alle al geheid (430 Aan de Haarlemmervaart komt een ingewikeld kunstwerk van zeven tunnelkokers. Daarin worden de Haar lemmerweg, de Haarlemmervaart en de Maredijk verenigd. De Haarlem mervaart moet daartoe over een leng te van 300 meter worden verlegd, achter de houtzaagmolen van Mul der om, aan welke werkzaamheden men reeds begonnen is. Ook werd een begin gernpakt met de bouwkuip van dit kunstwerk, waarvan de twee stuks). Men is reeds bezig aan de Katwijk uit de Oude Rijn wordt op- funderiing der rijwielkelders, die on der het gebouw komen te liggen. Ook aan de tunnels, die van het stations gebouw naai de perrons moeten voe ren, wordt reeds gewerkt. Het volgende stuk ligt tussen het gezogen. Het laatste stuk tenslotte, tussen Gordelweg en De Vink, wordt thans eveneens opgehoogd. De baan zal hier langzaam afhellen, om even voor de spoorbrug weer op de nor male hoogte van de bestaande baan Station en de Gevangenlaan. Op dit te zijn. deel is aan ophoging nog niets ge- In totaal bedraagt de lengte van de daan. Men heeft hiermee zolang mo- I nieuwe baan 4.500 meter, waarvan gelijk willen wachten, omdat het dus 1.500 meter (Warmonder Lee spoorlijntje naar het Acad. Zieken- Haarlemmervaart) geheel is opge- huis (kolenvervoer) anders in het hoogd en de rest gedeeltelijk, met gedrang zou komen. De volgende uitzondering van Station-Gevangen- maand moet er echter aan begonnen laan, waaraan nog niets gedaan worden. werd. In totaal zal hiervoor 800.000 Het kunstwerk aan de Gevangen- M3 zand nodig zijn! Behalve uit het laan is thans zover gevorderd, dat Galgewater wordt dit zand gewon- het heien ten einde is. Volgende nen uit de duinen. Wanneer de War- week begint men de betonnen vloer monder meren spoedig in exploitatie te storten. Ten Zuiden van de Gevangenlaan strekt het volgende stuk zich uit tot aan de Lange Morsweg. Hier heerst momenteel een enorme ravage. On langs werd begonnen met het uitgra ven van de bouwput. Straks worden hierin 170 betonnen palen geheid. De nieuwe baan tussen Gevangen- komen, is het mogelijk, dat ook een deel van dit zand voor de baan ge bruikt zal worden. Pas in 1954 zal het hele werk klaar zijn. Inmiddels wachten we vol spanning het verdere verloop af. In grote lijnen is het plan wel bekend, maar er kunnen zich wijzigingen voordoen. Het vorig jaar reeds werd laan en Lage Morsweg, 500 meter, is op het geheel voor een millioen gul- al gedeeltelijk aangelegd. I den bezuinigd, door enige vereenvou- Ook het deel tussen Lage Mors- digingen. Een daarvan is vermoede- weg en toekornsctige Gordelwég is lijk, dat de twee perrons niet over- reeds gedeeltelijk opgehoogd. Thans dekt zullen worden. Zekerheid daar- wordt hiervoor zand gebruikt, dat in over is er thans nog niet. TOEN WIJ VORIGE WEEK met stormachtig weer op een uitgestor ven Boulevard in Noordwijk sion_cu ie inijiueicu en uiepó gegrom van de branding ons triestig maakte, kwam ineens het idee op, om iets over het reddingswezen te schrijven. De Noordwijkse geschie dend hee t on dit gebied klinkende namen. Jan Cramer, de schipper, die tot zijn tachtigste jaar aan het roer stond en wiens zoon bij zijn pogin gen om anderen te redden, zelf de dood vond in de golven. Dirk Am- meraal, de bekende bootsman bij zoveel geslaagde reddingsonderne mingen; en tenslotte Jan van Kan, de doorbijter, die het nooit opgaf. Ook vandaag aan de dag heeft Noordwijk zijn dappere redders, die bij nacht en ontij klaar staan, om hulp te bi- "?n Jan v. d. Niet. de boots man, lange „Aai", de roeier, die pas onacrscnei^u i- en vele andere prachtkerels. Nog op 13 Januari jl. zochten zij twee uur lang de zee af naar de piloot van een verongelukt vliegtuig. Zii hebben voor een e kokers bestemd zullen zijn journalist althans slechts één be- oor het water terwijl de 5 andere - jrrde eigenschap; Ze zijn zwijgzaam. i zu ien t ienen voor verkeer, wielrij- i ders en voetgangers. Maredijk en Haarlemmerweg blijven dus geschei- I den van elkaar en bij deze tunnel J zal men niet van de een op de ander kunnen komen. Hetgeen overigens I minder belangrijk is. Wel belangrijk i vinden wij het, of de gemeente de j Maredijk zodanig zal verbreden, dat j het een behoorlijke toegangsweg wordt van Oegstgeest naar Leiden! Ook tussen de Haarlemmervaart en Rijnsburgerweg is men bezig aan de nieuwe hoge baan. Dit is echter veel moeilijker, aangezien de nieuwe manier bij de Noord-Zuid Hollandse baan gedeeltelijk op de oude baan Redding Mij. terecht gekomen. Als r\E POLITIE IS VOOR DE GEMEENSCHAP en niet omgekeerd! Misscnien maken niet alle leden van het politiecorps steeds de indruk dat het zo is, maar dit verandert niets aan de zaak. Gelukkig wint deze gedachte steeds moer veld en is de verhouding tussen burgerij en politie al heel v/at beter dan veertig jaar geleden, toen ik bij de politie kwam. Aldus de heer R. J. Meyer, Commissaris van Politie, die deze functie ai 28 jaar vervult. Anderzijds, vervolgde de commissaris, zijn er ook nog mensen, die de politie verkeerd beoordelen, die haar zien als een noodzakelijk kwaad en die menen, dat een agent er persoonlijk genoegen in schept, om iemand een pioces-verbaal te geven. Maar dat is plicht. De politie moet, indien nodig, processen-verbaal maken; dat spruit voort uit onze wetgeving. In de hedendaagse samenleving ligt een van de be angrijkste taken der politie op verkeersgebied, ter bescherming van de persoon. Men vindt het vaak kleingeestig, wanneer een bekeuring gegeven wordt. Maar de over treder begrijpt niet, dat hij door b.v. zijn hand niet uit te steken, zichzelf en anderen in gevaar heeft gebracht. Een bekeuring kan in zo'n geval een praeventieve v/erking voor de toekomst hebben. Wat betreft de samenwerking tussen burgerij en politie, wil ik nog wij zen op de bestrijding van baldadigheid. Die samenwerking neemt gelukkig I steeds grotere vormen aan. En dat is nodig. Vooral in Leiden! De opgroeiende jeugd vindt in deze stad te weinig gelegenheid om zich op normale wijze te kunnen uitleven. Ik persoonlijk ben er een voorstan der van, om de jeugd hier en daar een kale zandvlakte te geven, liefst met water er bij. Daar kunnen zij ravotten, voetballen en rovertje spelen, zoveel zij maar willen. Tenslotte mag ook nog gewezen worden op het groeiend contact, dat er oestaat tussen de sociale jeugdorganisaties en de politie op het gebied van de verwaarloosde jeugd. Hieraan kan nog zeer veel gedaan worden er. de politie wil daartoe haar steentje bijdragen. Ik heb nu maar enige aspecten opgenoemd, aldus de commissaris speciaal ■vat de verhouding burgerij—politie betreft. Het is vanzelfsprekend, dat de taak der politie nog vele andere kanten heeft, waarbij ik slechts denk aan de administratieve werkzaamheden en de bemiddeling in families of toe- standen, waar iets dreigt spaak te lopen. (Foto- „De Leidse Courant") Als je aan Jan v. d. Niet vraagt, om eens het een en ander te vertel len van de tochten, die hij gemaakt heeft, krijg je vast en zeker ten ant woord: Nou, ik ben een s'echte ver teller, maar als jeEn zó kom je van de een bij de ander, om tenslotte bij Arie van Kan te belanden Arie van Kan is de vertelkunst machtig. Hij heeft die waarschijnlijk van zijn beroemde vader Jan geërfd, over wie het gesprek natuurlijk ging. Voor de eerste maal redder. Jan van Kan is op een zonderlinge Voor de bewoners van de Gevangen laan moet dit een wreed gezicht zijn. De spoorwegovergang is weliswaar n iet definitief afgesloten, maar wel zo danig versmald, dat alleen voetgangers cn wielrijders nog passeren kun nen. Al het andere verkeer naar Legermuseum èn de omwoners daarvan wordt over een modderig pad geleid, dat men via de Lage Morsweg moet bereiken. 18-jarige smidsknecht was hij er ge tuige van, dat een bomschuit, die ankers moest uitbrengen op de derde bank omsloeg. Hij bedacht zich geen ogenb ik. In een paar seconden span de hij het paard van een sohelpenkar uit, sprong er op en joeg het beest de zee in. Het paard bereikte al zwemmende de plaats des onheils, waar twee drenkelingen met de dood worstelden Van Kan zei hun de staart van het dier te grijpen en leidde de zeekaravaan vervolgens weer naar het strand. Juist toen hij de twee drenkelingen op het droge bracht, arriveerde de reddingsploeg met de boot. De schipper begon te gen het smidsknechtje uit te varen en noemde hem een verdraaide kwa jongen. die bij de Redding Mij thuis behoorde. Dat was een kolfje naar de hand van Jan. Hij werd roeier en kreeg meteen een onderscheiding voor zijn moedige optreden. Donkere dagen voor Noordwijk. Als Arie over zijn vader vertelt, behoeft hij niet alleen uit de overle veringen te putten. Er zijn reddings pogingen gedaan waaraan vader Van Kan en zijn zoons gezamenlijk deel namen. Zó geschiedde ook op die sombere 24 November 1919. toen een Katwijkse logger bij storm op de banken werd geworpen. Onder com mando van Dirk Ammeraal trok de reddingsploeg er op uit en alles scheen" voorspoedig te zullen ver lopen Men was reeds op het punt ■^en lijn over te gooien naar het wrak. toen een geweldige grond zee de red- Jingsboot plotse'ing deed kapseizen Arie kon de omgeslagen boot te ,akken krijgen en zag zijn vader een Jukje verder zwemmen. Toen hij met din voet onder de boot tasttte raakte hij iets, dat bij het naar boven trek ken zijn eigen broer bleek te zijn, die oractisch bewusteloos was. Zij bereik en beiden behouden hoewel ge wond de wal, evenals hun vader. Drie van de redders, J. Cramer, H. Vink en L. Hellenberg kwamen ech- 'er om het leven. Toen de overlevenden van de ramp •p het strand waren, haalde Jan van Kan, het sterkste staaltje van zijn leven uit. Op de vergane logger za an nog 8 mensen in de mast, die de 'ood naast zich voelden. Jan van Kan, drijfnat, riep vrijwilligers op >or een tweede tocht, waarop hij elf het commando voerde. Het is lijna ongelofelijk, dat iemand, die irie kameraden zag verdrinken en ■:elf met moeite aan de dood ontsnap- e. de geestkracht kon opbrengen •oor een tweede poging Jan deed het "chter en hij bracht d*> drenkelingen n veiligheid. Bezoek van de Koningin. Ineens, midden in het gesprek, be gint Arie te grinneken. „Ik moet er aan denken, dat de Koningin hier onderscheidingen kwam uitreiken", zegt hij. Dat was vermakelijk. De grootmoeder van Arie, dus de moeder van de beroemde Jan, was er bij aanwezig. Het was een vrouw van vier-en-tachtig jaar en ze was nooit veel verder geweest dan haar ge boortedorp Zoetermeer. Het verschij nen van Ho Koningin maakte een ge weldige indruk op haar, maar dat ze een hand kreeg, was voldoende om de kluts kwijt te raken. Toen de vorstin vriendelijk vroeg; „Zo. bent U de moeder van Jan van Kan?" antwoordde de oude vrouw hoffelijk met: ,,Ja eerwaarde!" Tot aan het eind van zijn leven dien-' :i i ven Ken het redding-,v/e- eV? T> ze? b'"»f h"m trekken en kostte hem ook in zeker zin het leven. In 1937 het iaar van zijn dood zwom hij midden in de winter zee in om r»« te redden. Hij was reeds ver in de zes tig en is sindsdien nooit meer de oude geworden. Een ernstige gewrichts- rheumatiek werd in December van hetzelfde jaar zijn dood. De zoons zetten de traditie nu voort. Er zijn echter veranderingen in het reddingswerk. Door de d^ ra dio kunnen tegenwoordig schinbreu- ken gesignaleerd worden, die ver uit de kust plaats hebben. Het is bijna niet moeelijk, om daar met een roei- reddmgsboot op af te gaan. „We hebben een motorboot nodig", zegt Arie peinzend. „En die komt ook wei. maar het duurt zo lang. De Mij. werkt met bijdragen van particulie ren. Als de mensen financiëel willen steunen, zijn we er gauw genoeg. En fin. dat moet U maar eens zeggen!" En die opdracht hebben wij hier mede uitgevoerd! Links ziet men hoe aan de Hoge Morsweg vrachtauto s met zand wor den geladen, dat met bakken uit Katwijk wordt gehaald. Rechts ziet men een aantal zandbak ken, die in het Galgewater liggen te wachten om gelost te worden. (Foto's: „De Leidse Courant").

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 5