de ACedetiandóe wyuMfyew apJCwtea In Indonesië was het toch anders Het aantal missionarissen Een g.etuig.e die niet »,pxak I DONDERDAG 8 FEBRUARI 1951 uU LE JSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA l ALLEEN MAAR WAT VERKOUDEN We zijn alleen maar „een beetje" verkouden- Waarmee ik wil zeggen, dat iedereen hoest en proest dat het een aard heeft. Nu bestaat hiertoe wel enige aanleiding. Korea is nu niet bepaald een land om er voor je plezier heen te gaan. Het vriest en het sneeuwt behoorlijk en als het daarbij nog hard waait, dan heb je het gevoel dat de „papieren huizen' om je heen in elkaar zullen vallen. Inderdaad papieren huizen! Hoe een mens het er in uit kan houden, lijkt op het eerste gezicht een raad sel. De muren zijn óf van hout óf hoogstens half-steens. Alle ramen deuren zijn van het schuif-type met veel glas. Is het glas stuk, wel, geen nood: het gat wordt dicht geplakt met papier of met de hier overvloe dige zijde. Natuurlijk is er wel verwarming, maar dat is nogal een bijzondere. Buiten, in een gat, onder de muur, wordt gestookt en de warmte trekt dan onder de leemen vloeren door in het huis op. Loopt men dan ook zon der schoenen door de kamers, dan is het behaaglijk warm.... Dat brengt voor ons de moeilijkheid mee, dat we onze hoog dichtgeregen snéeuwschoe- nen telkens uit moeten trekken, in tegenstelling met de Koreanen, die op een soort gymschoentjes lopen. Lang niet alle huizen hebben deze „ondergrondse" verwarming, zodat we het veelal met gewone kachels moeten doen en die zijn er haast niet. Vaak worden ze gekocht of door handige knapen zelf gemaakt, terwijl nog meer handigen ze ergens bij de Amerikanen op de kop getikt hebben. SLAPEN IS EEN PROBLEEM Ook het slapen gaat nog niet van een leien dakje. De winterslaapzak, de z.g. „sleeping-bag-moutainis nog immer niet in ons bezit, terwijl ook de bekende vouwbedden (in Indië: tampatten) nog op het verlanglijstje staan. Een en ander brengt met zich mee, dat er óf op de grond, óf op „georganiseerde" bedden geslapen wordt, terwijl daarnaast ook weer allerlei uitvindingen zijn gedaan, zo als bijvoorbeeld een stapel gevloch ten vloermatjes, het slapen op plan ken van kasten, enz. En, u zult het misschien niet wil len geloven, maar met Kerstmis slie pen er tientallen inhun tentjes. Op het eerste gezicht mag dat een koude bedoening lijken, maar zij, die het „geprobeerd" .hebben, waren er enthousiast ovei\ Een dikke laag stroo op de grond, (de sneeuw na tuurlijk eerst opzij geschept) daar over grondzeil ot ponche (regen cape) en je dan maar in je beide wollen dekens wikkelen en in de (zomer) slaapzak. „Het was O.K.", zei het enthousiaste peloton toen ik op de morgen van de Tweede Kerst dag naar hun bevindingen kwam vragen. SOLDATEN-HUMOR. De naam „Van Heutz-bataljon" is allang veranderd in verhuis-batal- jon. Geen wonder ook; sinds onze aankomst hier zijn we al vijf keer verplaatst en op het ogenb ik dat ik dit schrijf, is er zelfs sprake van de zesde keer. Ook de slagzin „Geen pak zo groot, geen zak zo klein, of 't Sas zal de verhuizer zijn" vindt veci ingang waarbij u moet weten, dat de tweede lt. Pam 't Sas de motortransportoffi- cier is, die dit hele zaakje telkens weer moet „verhuizen". Trouwens, nu ik het over aaruige uitdrukkingen en opschriften heb: bij een van onze laatste „moven',' kwamen we terecht in een klein dorpje, waarbij de verbinding zo als steeds waar maar enigszins mo gelijk in het postkantoor werd on* dergebracht. Prompt wevu sr een aankondiging buiten aan de deur ge hangen: „Verzendt nu gelukstele grammen naar uw familie in het va derland. Militairen halv>--. prijs". Natuurlijk waren er, die het ge loofden.. In datzelfde postkantoortje werd ook een bordje boven een der loket ten met een voor ons naturlijk vol- Eerste luitenant W. W. Dussel, één der Nederlandse vrijwilli gers, die met het Nederlandse Korea-detachement in het acht ste leger der Amerikanen in de buurt van Seoel vecht, schreef een schets van het. soldatenleven aan het Korea-front. Hij verge lijkt Korea met Indonesië en is tot de conclusie gekomen, dat Indonesië slechts kinderspel was vergeleken met de strijd op dit Oost-Aziatische schiereiland. Het is een bar land met een bar kli maat, maar een Nederlander is voor geen kleintje vervaard en z'n humor verliest hij niet gauw. komen onleesbare aanduiding ver vangen door: „Hier uitbetaling Bron beekpensioenen. Alleen van 89." En aan de deur van het batalons- bevorradingsmagazijn: „Wat u in de etalage niet ziet, vraagt dat gerust binnen; daar is het óók niet." WAT IS „MOVEN". Maar om nog even op dat „moven" terug te komen: zo langzamerhand krijgen we daar al aardig slag van. In het begin twijfelden we nog wel eens aan onze inpakmethoden, wei felden we nog wel eens of we nu dit zus of dat zó zouden doen, of we nu dit wel of met mee zouden ne men. U moet namelijk weten, dat we steeds meer spullen achterlaten, om de eenvoudige reden, dat men te vel de moet zijn ingesteld op een mi nimum aan bagage en onze vrien den de Amerikanen bovendien de nare gewoonte hebben al hun spul len maar achter te laten bij hun „mo- vings". Zodoende hebben ook wij zo lang zamerhand onze persoonlijke bagage, onze koffers en kisten, maar naar veiliger oorden gestuurd en heeft iedereen even veel beter gezegd: even weinig bij zich. En dat is: twee zakken, die men op de rug draagt, met daarboven op dekens en slaapzak (opgerold), ver der natuurlijk een wapen en even tueel een handkoffertje of een pak je. Dat is alles En daarmee moeten we het doen, kunnen we het ook doen. als je er maar even aan ge wend bent natuurlijk MOEILIJKHEDEN GENOEG. We maken zo voor onszelf wel een vergelijking met Indonesië en dan moet men wel glimlachen. Indo nesië was kinderspel, vergeleken bij dit ïand. Enorm veel groter zijn hier de afstanden enorm veel groter de problemen van bevoorrading, van le gering en van vervoer. De aller grootste handicap is wel en dat mag gek klinken dat wij van de Amerikanen afhankelijk zijn. Niet dat ze ons minder gunstig gezind zouden zijn, integendeel, maar zij hebben zelt zulke enorme proble men. Zij hebben zelf verliezen aan mensen en materiaal ge eden, ver liezen, die moeten woeden aange vuld. Door de grote terugtocht zijn tal van aanvoerhavens verplaatst. Ondanks het feit, dat er nog tal van gebreken zijn, waarover ook heus wel wordt gekankerd, ondanks dat is het detachement nog steeds het detachemnt, als ik het zo eens mag zeggen. We hebben wat meer geduld ge kregen, we zijn wat meer ingesteld op de manier van handelen der Ame rikanen, we vinden, dat de zaak wel wat anders loopt, dan we ons had den voorgesteld ener zal later geloof ik niemand zijn, die nog eens heimwee krijgt naar Korea, zoals we nu nog wel eens heimwee hebben naar Indonsië. Want dit land is te kaal, het is te koud en het heeft zo bitter geleden het lijdt nog! Bijna onbegrijpelijk is het enthou siasme, waarmee duizenden en dui zenden jonge Koreanen de wegen bevolken, trekkende naar het Zui den, waarheen ze geroepen zijn om hun dienst als soldaat te gaan bewij zen. Fantastisch is de vreugde, waar- Tpee de dood-arme bevolking van een driekwart in puin geschoten dorpje onze mannen verwelkomt en nog een groot feest aanricht ook, omdat zij de eerste „blanke" troe pen waren, die hun dorp kwamen beveiligen DE TAAK VAN ONZE JONGENS. Want dat is momenteel onze taak: het gedeeltelijk beveiligen van een zogenaamde „main-supply-route", een aanvoerweg dus, waartoe onze compagnieën op verschillende plaat sen langs die weg gelegerd zijn en de omgeving er van verkennen. En... reeds met succes, want bij een der eerste patrouilles stootte men op een groepje guerilla's die er blijkbaar op uit waren voedsel te roven Ze wa ren voorzien van automatische wa pens en in een vuurgevecht werden er drie dooi onze mannen neerge legd. De vreugde van de bevolking kende geen grenzen! Helaas kan men zich hier niet voorbereiden op een taak op één plaats, iets dat, vooral bij de opspo ring van guerilla's, inlichtingen, speurderswerk en dus tijd vergt. Slechts enkele dagen zijn we ergens of het is weer „moven" geblazen. En dan gaan we weer. In de kou, in de sneeuw naar een nieuw oord met weer legerings- bevoorradings- en tal van andere problemen Ik zei het al: dat is geen Indone sië! BU DE NEDERLANDSE MILITAI REN OP KOREA. Twee beelden van het Nederlandse Detachement Verenigde Naties op Korea: Links: Res. Ie Luitenant W. Dus sel, correspondent van het Neder lands Detachement Verenigde Na ties, begon dit jaar een serie „Brie ven aan allemaal" een dagelijks rapport uit Korea, betreffende de si tuatie van onze vrijwilligers. Hier is hij bezig met de opname van een van de „brieven": rechts van hem de beide assistenten Korporaal P. G. Kruit uit Den Haag en Sergeant R. Wewer uit Zeist. Rechts: Eén van de opdrachten van het Nederlandse Detachement Verenigde Naties was het bewaken van een vliegveld bij Wonpoe. Hier pleegt de Commandant van het 10e corps, Generaal Almond, overleg be treffende de militaire situatie met de Commandant van de 2e Divisie, Generaal Robert B. MacGlüre. DE CONGREGATIE van de Propaganda Fide heeft de statistieken ge publiceerd over de stand der wereldmissie op 1 Augustus 1950. Volgens deze gegevens waren er op die datum in de missie 26.840 priesters werk zaam, van wie 11.139 inheemsen; ver dei 9.331 broeders, onder wie 4.698 inheemsen, 61.177 zusters, onder wie 37.684 inheemsen. Dit missiepersoneel is verdeeld over 46 aartsbisdommen, 180 diocesen, 6 onafhankelijke abdijen, 231 Aposto lische Vicariaten, 130 Apostolische Prefecturen en 3 onafhanKelijke missiestaties. Voor de verschillende orden en con gregaties, die in de missie werkzaam zijn, wordt het aantal missianrissen opgegeven. Hier volgen de voornaam- sten: Paters Broeders Jezuieten 2.502 771 Witte Paters 1.511 286 Franciscanen 1.500 210 Paters van de H. Geest 1.064 133 Oblaten van Maria de Onbevlekte 861 353 Missionarissen van het Goddelijk Woord 788 153 Salesianen 773 320 Congregatie van Scheut 741 125 Vreemde Missiën van Parijs 735 Capucijnen 655 170 Afrikaanse Missiën van Lyon 568 17 Dominicanen 542 80 Missionarissen van Mill-Hill 523 34 Lazaristen 488 35 Redemptoristen 477 166 Vreemde Misiën van Milaan 280 Montfortanen 248 5 Maristen 229 23 Afrikaanse Missiën van Verona 204 119 Missionarissen van de H. Columbanus 219 Missonarissen van Maryknoll 179 4 Missionarissen van Consolata 149 60 Benedictijnen van Saint-Odile 133 139 Passionisten 117 11 Missionarissen van Marianhill 116 131 Claretijnen 115 34 Tuinders komen acht millioen tekort De tuinders van de koude grond, die in 1950 flinke stroppen hebben geleden, hebben de minister van landbouw verzocht om hen met bij- n: acht millioen gulden te hulp te komen. Het verzoek is gedaan door de Stichting voor de Landbouw na overleg in de hoofdafdeling van de ze stichting. Door moeilijkheden met de afzet, speciaal in de exportsector, is het ge middelde prijspeil van de meeste pro ducten van de koude grond in 1950 zeer laag geweest.. Met het stellen van minimumprijzen op de veilingen voor de belangrijkste producten is geprobeerd, een bodem in de markt te leggen. Daartoe zijn fondsen voor minimumprijzen gesticht, die echter van betrekkelijk geringe invloed op een rendabele teelt waren De minimumprijzen, noch de vergoedingen bij doordraaien hebben in vele gevallen de kost prijzen van de tuinders op de koude gronden ook maar by be nadering bereikt. Gevraagd is nu om de getroffen telers zodanige toeslagen te geven, dat zij samen met de minimumprij zen en de uitbetaalde vergoedingen bij doordraaien in totaal 75 procent van de gemiddelde kostprijzer over 1950 zullen hebben ontvangen. Goud in een koffer ACHT GROENTEHANDELAREN TE PURMEREND IN ARREST. Te Purmerend zijn acht groente handelaren in arrest gesteld wegens heling van ruim drieduizend bij de afslagvereniging gestoolen gonjezak- ken. Zij hebben bekend en aangebo den de schade te vergoeden doch zullen niettemin terecht staan. De verificateur A. Bruins had nog nooit zo'n mooie geheime bergplaats in een koffer gezien als op 13 Sep tember van het vorige jaar toen hij in een loods van de Holland Ameri ka Lijn te Rotterdam bezig was kof fers te controleren van passagiers die uit Amerika waren aangekomen. Het vervoerde in die geheime bergplaats was overigens deze goede inrichting wel waard: zuiver goud. En behalve in zijn koffer had de pas sagier die er mee op reis was, de Oostenrijker van geboorte Kurt Breuer wonende in New York, nog meer van het edele metaal bij zich. Ruim dertien kilogram werd er ge vonden. De Economische politie rechter te Rotterdam had deze Breuer tot negen maanden gevange nisstraf veroordeeld en het goud verbeurd verklaard. Gistermiddag werd in hoger be roep voor het Gerechtshof in Den Haag bevestiging van het vonnis ge vraagd met een kleine uitbreiding, namelijk verbeurdverklaring van de nette koffer. Verdachte, die zei het goud voor zekere Schneider van New York te hebben vervoerd met bestemming Brussel, beriep zich er op niet te hebben geweten dat hij geen goud mocht doorvoeren. Of B. voor een bende heeft ge werkt ,die goud smokkelde om daar mee diamant te kopen, kwam niet uit de doeken want B. ontkende dit. BEURS - O VERZICHT GOED HERSTEL NA LAGERE OPENING Was Dinsdag de stemming aarze lend, in verband met de onzekerheid omtrent arbitrage-aanbod in Kon. Olie, gisteren bleek bij opening dat een der grote bankiershuizen weer Olies verkocht en 3% Nederland 1947 aankocht. Nieuws dat enig hou vast biedt voor de beurs, ontbreekt de laatste dagen volkomen. Hoewel misschien ook zonder deze ruiltrans- acties de markt een vrij kleurloos voorkomen gehad zou hebben ging van deze affaire 'n deprimerende invloed uit op de andere hoeken, die vrijwel zonder uitzondering la ger openden en daarna aanvankelijk licht afbrokkelden. Olies zetten in op 310, ex 4% inte rim' dividend, hetgeen een verlies van ruim twee punten ten opzichte van gisteren betekent. De conversie - lening trok onder vrij grote belang stelling aan tot 97, een prijs die sinds dagen niet meer betaald is. Voor olies kwam tegen midden beurstijd enig herstel tot 311wel ke prijs behouden bleef, zodat het verlies uiteindelijk slechts circa 1 punt beliep. Dit ging gepaard met een herstel in vrijwel alle hoeken zodat de verliezen uiteindelijk zeer beperkt bleven. Voor PhiliDs werd tegen slot 249 betaald (250), unile- vers waren op 228^ vrij onveran derd. De Scheepvaartmarkt ligt de laat ste dagen vrij verwaarloosd. Aande- len KNSM zagen zich aanvankelijk i Clavecombelconcert. 12.30 uur Land vier punten ontgaan, waarvan tegenen tuinbouwmededelingen. 12.33 uur slot ruim twee punten konden wor-;Lichte muziek 13.00 uur Nieuws. Aetherklanken VRIJDAG. HILVERSUM I, 402 M. 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA 11.00 AVRO, 16 00 VARA, 19.30 VPRO 21.00 VARA, 22.40 VPRO 23.00—24.00 VARA. VARA: 7 uur Nieuv/s. 7.15 uur Gra- mofoonmuziek. 8.00 uur Nieuws en weerberichten. 8.15 uur Gramofoon- muziek. 8.18 Orgelspel. 8.50 uür voor de huisvrouw. 9.00 uur Gramofoon- muziek. (9.309.35 urn* Waterstan den). VPRO. 10.00 uur „Kinderen en mensen", causerie. 10.05 uur Morgen wijding. VARA: 10.20 uur voor de vrouw. 10.35 uur Pianorecital. AVRO: 11.00 uur Cov/boymuziek; 11.20 uur Piano, orget cn zangsolisten. 12.00 u. Walsmuziek. 12-25 uur Gramofoon- muziek. 12.30 uur Land- en tuin bouwmededelingen 12.33 uur Sport. 13.00 uur Nieuws. 13.15 AVRO-aller- lei. 13.20 uur Lichte muziek.' 14.00 u. Voor de vrouw. 14-20 uur Kameror kest. 15.00 uur Voordracht. 15.20 Or gelspel. 15.35 Hersengymnastiek. VA RA: 16.00 uur Gramofoonmuziek. 16.30 uur Voor de Jeugd. 17.00 uur Filmprogramma. 17.20 uur Muzikale causerie. 18.00 uur Nieuws. 18-15 uur Felicitaties. 18.35 uur Het eerste lus trum van de Partij Van de Arbeid. 19.15 uur Meisjeskoor. VPRO: 19.30 uur „De roep om geloof in deze tijd", causerie. 19.50 uur Berichten. 20.0 uur Nieuws: 20.05 Boekbespreking. 20.10 uur Pianorecital. 20.35 uur „Neutraliteit in het Openbaar Onder wijs?", causerie. VARA: 21.00 uur Het eerste lustrum van de Partij van de Arbeid. 21.30 uur „Aetherformu" 22.00 uur Eeitenlands overzicht. 22.15 Populaire muziek. VPRO: 20.40 uur „Vandaag", causerie. 22.45 uur Avond wijding. VARA: 23.00 uur Nieuws. 23.15 uur .Huwelijk van A tot Z.", causerie. 23.3024.00 uur Het eerste lustrum van de Partij van de Arbeid- HILVERSUM II, 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NOR/V: 7.00 uur Nieuws. 7.15 uur Ochtendgymnastiek. 7.30 uur Granro- foonmuziek. 7.45 uur Een woord voor de dag. 8.00 uur Nieuws en weerbe richten. 8.15 uur Gev/ijde muziek. 8.45 uur Gramofoonmuziek. 9-15 uur Voor de jonge zieken. 9.30 uur Lichte muziek. 10.10 uur Gramofoonmuziek. 10.30 uur Morgendienst. 11.00 Alt en piano. 11.30 uur Lichte muziek. 11.55 den ingehaald. Scheepvaart Unie 13.15 uur Harpmuziek. 13.45 uur Gra- was per saldo slechts een fractie la- j mofoonmuziek 14.00 uur Tuinboilw- ger, hetgeen eveneens gezegd kan praatje. 14.15 uur Gramofoonmuziek. worden van de overige scheepvaart- I440 Uur Voordracht. 15.00 uur Strijk paperen. kwartet. 15.40 uur Voordracht. 16.00 Was de Cultuurmarkt Dinsdag vrij uur Zigcunerkwintet. 16,20 Gramo- druk, gisteren viel er weinig te be- foonmuziek. 16.40 uur Harprecitail- leven en HVA en Amsterdam Rub-17.00 uur Verzoekprogramma voor ber, toch twee der belangrijkste ^cul- j de jeugd. 17.30 uur Fries programma. tures, kwamen pas na de eerste tape tot notering. Ook hier was de stem ming per saldo nagenoeg prijshou dend, waarbij HVA's zelfs een klei nigheid konden aantrekken! Voor de derde dag in successie noteerden en kele incourante Rubbers in een open hoek, maar de omzet was mini maal en de stemming nauwelijks prijshoudend. Certificaten van Amerikaanse aandelen worden nog steeds niet met veel animo verhandeld. De om zetten schommelden per dag rond 1000 stuks met 'n enkele uitschieter tot 1600 stuks. Dinsdag zijn slechts 903 certificaten verhandeld. Gisteren was de stemming hier licht verdeeld en kwam er geen wijziging in het agiopercentage. 17.45 uur Pianoduo. 18.00 uur „In dienst van het vaderland", causerie. 18.10 uur Vocaal kwartet. 18.30 uur „Het Evangelie in Esperanto", cause rie. 18.45 uur Geestelijke liederen. 19.00 uur Nieuws- en weerberichten. 19-15 uur Regeringsuitzending: „Ver- k'aring en toelichting". 19.35 uur Een goed woord voor een goede zaak. 19.40 uur Radiokrant. 20.00 uur Nieuws. 20.05 uur .Langs wegen van kunst en schoonheid", causerie. 20.15 uur Radio Philharmonisch orkest en groot koor en solisten. 21.55 uur „Le vensbeschouwing en techniek", cause rie. 22.15 uur Gfamofoonmuziek. 22.30 „De levende Kerk", causerie. 22.45 uur Avondoverdenking. 23.00 uur Nieuws. 23.1524.00 uur Gramofoon muziek. Roman van: R. AUSTIN FREEMAN (vertaald door F. van Ve1«en). 76) „Ik begrijp het", zei Miller, u is zeker voornemens het lijk te laten opgraven?" „Opgraven kan het bezwaarlijk genoemd worden, want het lijk van die mijnheer Maddock werd in het crematorium verbrand." „Verbrand!" riep Miller. „Dan valt er niets aan te doen; als U geen 'ijk heeft houdt alles op." „Geen lijk" stemde Thorndyke 'oe „maar" liet hij er betekenisvol p volgen „wel de as" „Maar" riep Miller, „U kunt toch Neer uit een hoopje verkoolde renderen en as geen bewijzen put- ;n?" „Ik heb de bevoegde autoriteiten erzocht een nauwkeurige proef op ^ze as te mogen doen en indien nijn hypothese over de doodsoor zaak juist is, zal ik in staat zijn de juistheid ervan aan te tonen. En dat zal een aanklacht wegens moord te gen Samway tengevolge hebben. Ook zal ik hem aanklagen wegens ver- -.chillende pogingen tot moord op Dr Jardine en sterke bewijzen aanvoe ren in verband met de afschuwelijke misdaad, welke zoeven is bedreven. U ziet dus, Millér, dat het zaak is, hem in verzekerde bewaring te ne men, voor hij tijd heeft het land te verlaten. Laat dus geen tijd verlo ren gaan mst het circuleren van zijn signalement. „Dat zal ik zeker niet", zei Miller. „Ik zal direct naar het telegraafkan toor gaan en een paar van onze bes te rechercheurs naar de voornaam ste zeehavens zenden". Hij gaf ons allen de hand, wij wensten hem hartelijk veel succes en hij vertrok. Zodra hij de kamer uit was, wend de Jervis zich tot zijn leermeester en keek hem met een soort verwar de nieuwsgierigheid aan. Dan riep hij geestdriftig: „U bent de meest verbazingwek kende persoonlijkheid, professor. Werkelijk dat bent U! Ik meende reeds enig licht in die Maddockzaak te zien en nu bemerk ik, dat ik ge heel sooorbijster ben. En ik kan er met mijn verstand niet bij, wat U in die paar ponden kalk-phosphaat wilt ontdekken. Stel, dat Maddock vergiftigd is; welk bewijs wilt U dan uit die as halen. Geen van de gewo ne vergiffen, zou onder deze om standigheden, ik bedoel na crematie enig spoor achterlaten. Doch dat al les heeft U natuurlijk reeds lang overwogen". „Zeker heb ik dat", antwoordde Thorndyke en ik ben het volkomen met je eens, dat de as van een men selijk lichaam een weinig belovend materiaal is voor een primair onder zoek. Maar ben je je er niet van be wust, dat in een geval waar zekere omstandigheidsbewijzen hun nut kunnen hebben, uitstekende bevesti gende data door het onderzoek van de as aan het licht kunnen komen?" „Neen", zei Jervis, „ik kan niet zeggen dat zoiets tot mij doordringt" „Dat komt, omdat je niet diep ge noeg op het geval ingaat. Je moet je meer oefenen in het opbouwen van hypothesen en het ontleden van buitengewone m'oordprocessen." „Dat doe ik", antwoordde Jervis enigszins somber. „Ik heb op deze vervloekte zaak mijn hersens geweld aangedaan en ik voel mij nu als een rat. die geprobeerd heeft een glas plaat door te knagen. Maar ik zal het nog eens beproeven. Doch wat ik vragen wilde, waar zal dat onder zoek plaats hebben?" „Ik denk. dat ik het hier zal doen. Eerst heb ik er over gedacht, de as door een van de meest beroemde scheikundigen te laten onderzoeken. Het zal echter slechts een kleine be werking zijn, waartoe ons laborato rium ons best in staat stelt. Ik ben voornemens professor Woodfield te vragen om hier de eigenlijke analyse te komen maken. Polton kan hem met alles helpen en wij zijn bij de hand, om verdere assistentie te ver lenen, zo die mocht nodig blijken." „Waarom maakt U die analyse niet zelf?" vroeg Jervis. „Is er iets wat bijzondere moeilijkheden of inge wikkelde arbeid oplevert?" „In het geheel niet", antwoordde Thorndvke. Doch aangezien de zaak voor het gerecht moet dienen, meen de ik, dat het beter was, dat de ana lyse door een chemicus van naam' werd verricht, hetgeen voor* de rechters veel groter gewicht in de schaal werpt." „Ja", beaamde Jervis, „ik geloof, dat U gelijk hebt. Ik hoop dat uw proefneming U in het gelijk zal stel len en ik hoop, dat Miller ook suc ces mag hebben, want die schurk schijnt de duivel te slim af te zijn. Hebt U er enig idee van hoe hij er achter is gekomen, dat Jardine hier was?" „Ach voor zulke scherpzinnige mensen bestaan bijna geen onmoge lijkheden van elke omstandigheid partij en leggen een helderheid van geest aan de dag die bewonderens waardig i6 en aan het ongelovelijke grenst". „Nu "Tiij gevlucht is", zei ik, „ver onderstel ik, dat ik wel naar mijn eigen woning zal kunnen terugkeren niet waar?" „Absoluut niet" verklaarde Thorn dyke. „Op de eerste plaats weten wij niet, dat hij is gevlucht, maar wij weten wel, 'dat hij nu wanhopig en roekeloos is. Bovendien moet je niet vergeten, Jardine, dat jij de hoofdgetuige bent in elk der geval len, waarvoor hij wordt aangeklaagd. Wij kunnen jou niet missen en moe ten dus zuinig op je zijn. Je moet nog meer dan voorheen op je hoede voor hem zijn, want hij kent de waarde van jouw getuigenis beter dan jijzelf. Dus zolang je taak niet is volbracht, blijf je hier en helpt ons zoveel in je vermogen.is, om de zaak tot een goed einde te bren gen." Het besluit van Thorndyke was mij niet geheel onwelkom. Het zou voor mij in mijn geschokte toestand op mijn eentonige kamers niet om uit te houden geweest zijn en bij Thorndyke had ik tenminste nog enige afleiding. De volgende morgen reeds, had ik werkelijk afleiding genoeg, toen de brief van de minister kwam, waarin de toestemming werd gegeven, om de as te onderzoeken. In het schrij ven werd medegedeeld, dat de poli tie de as de volgende dag in ont vangst zou nemen en de urn door een inspecteur bezorgd zou worden. Deze zou ook, als getuige, bij het on derzoek tegenwoordig zijn en na af loop de urn wederom medenemen. De rest van die dag zag ik niet veel van Thorndyke en Jervis; ik veron derstelde, dat zij het druk hadden met preparatieven voor het onder zoek. Aldus aan mijzelf overgelaten en niet bijzonder op mijn gezelschap gesteld, slenterde ik naar het labo ratorium, om een praatje met Pol- ton te maken, teneinde mijn sombe re gedachten te verdrijven. Ik vond hem, gekleed in een witte laborato- riumjas, druk bezig een soort be slag te maken, niet ongelijk aan de wijze, waarop een banketbakker korstdeeg maakt. Hij rolde zijn deeg en strooide er meel overheen, tel kens opnieuw. „Moet dat een broodpudding wor den, Polton?" vroeg ik. (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 5