Zweedse schaatsers leiden met grote voorsprong Het begon met een grap WOENSDAG 31 JANUARI 1951 Ut I.EIUSE COURAN'l TWEEDE BLAD - PAGINA 2 SCHAATSWEDSTRIJDEN TE KARLSTADT Nederlanders hadden last van korte baan Op de eerste dag van do ontmoeting Zweden—Nederland té Karlstad hebben do Zweden een onverwacht grote voorsprong genomen, dit ove rigens tot voldoening van de vele duizenden toeschouwers, die een luid gejuich aanhieven toen de stand na afloop van de twee nummers: Zwe den 71 pnt, Nederland 39 pnt, werd bekend gemaakt. De wedstrijd werd onder ideale weersomstandigheden gereden, maar het ijs was, naar het oordeel van de rijders, in feite toch niet zo prima als het er uitzag. En hiermee moet rekening gehouden worden bij het bestuderen van de ge maakte tijden. Aad de Koning re^d een zeer goedo 500 meter. Hij klop te in de zesde rit zijn tegenstander Svensson overtuigend en bleef in het klassement slechts 0,1 sec. boven do tijd van de winnaar Larsson. Op de 3000 meter was van" 't Oever, die vierde werd in de rangschikking, onze beste man. Aan de landenwedstrijd namen voor elke ploeg zes rijders deel, waarvan er slechts vijf voor de rang schikking per afstand in aanmerking kwamen. Dc laatste man van ieder team viel dus af. De puntentelling was voor een eerste plaats 10. 9 voor een tweede, 8 voor een derde plaats, en zo vervolgens. Onze jongens waren tevreden over dc staat van het ijs, maar niet over de lengte van dc baan. Die bedroeg namelijk 333 1/3 meter, terwijl zij bij dc training gewend waren aan een 400 meter baan. Zij kregen der halve last in de bochten, die te nauw waren, wat de tijden van meer dan één Nederlander nadelig beïnvloedde Charisius had de meeste pech door dot hij in zijn rit tegen Dahlberg, toen hij uit de blnnenbocht kwam de Zweed lag buiten en iets achter uit de baan vloog. 20 meter voor dc finish. Hij zou de rit waarschijn lijk hebben gewonnen in een tyd van ongeveer 46.5 seconde als hij zijn ba lans had kunnen houden. Maar hij raakte als gezegd uit de baan en werd twaalfde, geplaatst in 62 sec. wat onze ploeg ongeveer 8 punten scheelde. Overigens overkwam dc Zweed Hallkvist hetzelfde in zijn rit tegen van der Eist. Deze onprettige ervaring maande onze landgenoten tot voorzichtigheid op de 3000 meter. Ze gaven zich niet ten volle, bang als ze waren voor een valpartij. Charisius reed de af stand in 5 19.0. een tijd waarover hij niet voldaan was. Op het ijs te Ting- valla had ik 5.12.0 kunnen rijden, zei hij, maar die 333 meter baan was een strop voor ons. Toon de wedstrijd een aanvang nam vroor het vier graden cn ver keer de het ijs in prima staat. Nadat de team's verwelkomd wa ren door de heer Sven La aftman, voorzitter van de Zweedse Sehaat- senrijdersbond, en de volksliederen waren gesoêeld, werd begónnon met de 500 meter. Het klassement van de 500 meter- luidt: 1. Larsson (Z) 46.1 sec.; 2. de Koning (N) 46.2 sec.; 3. Svensson (Z) 46.7 sec.; 4. Dahlberg (Z) 46.8 sec.; 5. Engstroem (Z) 47.2 sec.; 6. Stroem ,Z) 47.4 sec.; de Grabff (N) 48.0 sec.; 8. van 't Oever (N) 48.3 scc.; 9. van der Eist (N) 48.9 sec.; 10. Wervers (N) 50.1 sec.; 11. Hallkvist (Z) 59.9 scc. (gevallen); 12. Chari sius (N) 62.0 sec. (gevallen). Zwe den 36 pnt.. Nederland 19 pnt. Het klassement van de 3000 meter luidt: 1. Dalhberg (Z) 5.12.4; 2/3. Hallkvc6t (Z) en Engstroem (Z) 5.12.5; 4. van 't Oever (N) 5.15.3; 5. Larsson (Z) 5.15.8: 6. de Graaff (N) 5.15.9; 7. de Koning (N) 5.16.4; 8. v. d. Eist (N) 5.18.7; 9. Stroem (Z) 5.18.8; 10. CharislUs (N) 5.19.0; 11. Svensson (Z) 5.24.3; 12. Wervers (N) 5.26.2. Zweden 35 pnt. Nederland 20. Na twee nummers is dc stand: Zweden 71 pnt.. Nederland 39 pnt. Heden wordt de wedstrijd voortge zet. Van der Eist en do Graaf, reap, negende en zevende op dc 500 meter kunnen sneller, maar de bochten speelden ook hun parten. De Graaf werd zesde óp de 3000 meter in 5.15.9, voor hem geen slechte tijd, maar van 't Oever deed het nog be ter door vierde tè worden in 5.14.5, een zeer goede prestatie. De beste Nederlander van deze dag wdb ech ter ongetwijfeld Aad de Koning, het geen ook blijkt uit zijn derde plaats in het alg. klassement, Dit ziet er thans als volgt uit; 1. Larsson 98.650 pnt.; 2. Dahlberg 98.867; 3. de Koning 98.933; 4. Eng stroem 99.283; 5. Stroem 100.533; 6. de Graaf 100.650; 7. van 't Oover 100.717; 8. Svensson 100.750; 9. van der Eist 101.417; 10. Wervers 104.467; 11. Hallkvist 111.983; 12. Charisius 115.250. Onze jongens waren opgetogen over de buitengewoon hartelijke ontvangst, welke hun van do zijde der Zweden te beurt is gevallen. Zij werden te Karlstadt opgewacht door hun gastheren en in triomf naar het hotel gebracht. Ook toen zc voor de aanvang van de wedstrijd hun ere rondje moesten rijden, eerst dc zes Nederlanders, daarna de zes Zweden werden ze uiterst geestdriftig door de duizenden toeschouwers toege juicht. „Zoals hier in Karlstad hebben we het nog nergens gehad", was het unanieme oordeel van de ploeg. VOETBAL HET TEAM VAN DE RODE DUIVELS. De samenstelling van de ploeg van dc Rode Duivels, welke 6 Februari op het terrein van La Gantoise te Gent tegen de Zwaluwen uitkomt, !s als volgt: Doel: Seghers (La Gantoise) Achter: Berloo (La Gantoise) en Vancste (Kortrijk Spr.). Midden: de Buck (Eendracht Aalst), van Potteberghe (F. C Brug ge) Delmulle (La Gantoise). Vóór: de Bruyne (St. Nicolaas) van Steelant (St. Nicoiaos; Annie.? (F. C. Renalx), van Varentergh (Ra cing Club Gent) en Freddy Chaves (La Gantoise) Reserven: Carels (F. C. Brugge), Crepain (F. C. Brugge), Fenaux (Kortrijk Sp) e n Vandierendonck (Oostende). LEIDSE VOETBALBOND. NAGEKOMEN EN VERBETERDE UITSLAGEN. Senioren: 1 C: LFC 4—VVSB 0—2; Warmun- da 2SVLV 2 5—3. 2 B: KRV 1—VVOA 1 4—3; UDO 1Lugdun. 5 23. 2 C: LFC 5—ASC 5 5—1. 2 E: Rouwkoop 3Weter. B. 2 5—4. 3 A: Lisse 4-SJZ 2 0—0. 3 C: Alph. B. 3—ASC 7 4—1. 3 D: DOCOS 4—Lugdun. 10 0—3. 3 D: Weter. B. 3—UDO 2 2—3. 4 A: SJZ 3Stompw. B. 3 23. 4 B: DOSR 5—Morschkw. 3 6—2; UDO 3—Teyling. 4 1—4. 4 C: SVLV 4—St. Bern. 4 4 1—0. 4 D: Alph. 4—Alphen 6 51; Stompw. B. 4—Rouwkoop 4 1—5. 4 E: SJZ 4UVS 12 0—9: VVSB 4—KRV 3 5—1. Junioren: D: VVSB (A)—SVLV (A) 3—4; Warmunda (A)—DOCOS (A) 2—0. E: St. Bern. (A)—Altior (A) 3—1; Meerburg (A)Stompw. B. (A) 3 Weter. B. (A)Alph. B. (A) 1—0. F: Lisse (B)—VVSB (B) 2—1. G: Alph. B .(B)—DOSR (B) 1—3; Altior (B)-WOA (A) 0—6; DOCOS (B)—SJZ (A) 1—0: MMÖ (A)— Weter. B. (B) 7—0. H: Lisse (D)—Teyling. (C) 0—1; SVLV (B)—Lisse (C) 3—0. I: SVLV (O—St. Bern. (B) 3—1. HET OVERLIJDEN VAN JAN BOEREE. Van medische zijde deelt men ons mede. dat na een onderzoek is ge bleken, dat het overlijden van de jeugdige Jan Boereé op Zondag j.l., tijdens de juniorenwedstrijd Haarlem RCH, in geen enkel verband staat met de sportbeoefening. Dit tragisch voorval had op elke willikeurige plaats kunnen gebeuren. AMSTERDAMSE EERSTE KLAS8ERS VOORSTANDERS VAN AMATEURISME. Dc vijf eerste klasse-voetbalvereni gingen in Amsterdam, Blauw Wit, Ajax, DWS, de Volewijckersen DWV. hadden gisteravond de sportpers uit genodigd, om bij monde van dc heer F. X. A. Drilling hun standpunt ken baar te maken ten aanzien van het probleem amateurisme—professiona lisme. Alle vijf clubs waren name lijk van mening, dat tot op heden aan de verenigingen to weinig kans wordt geboden van hun mening op dit punt to doen blijken. De heer Drilling, die ln een uitvoerig cn hel der betoog uiteenzette, waarom alle Amsterdamse eerste klassers cn naar hij veronderstelde ook het me- rendocl van de overige eerste klasse- clubs voorstanders blijven van het amateurisme, ging aan de hand van een vijftal hoofdpunten na, waarom en waardoor het grooiond verlangen naar Invoering van het professiona lisme in ontstaan. Die vijf hoofdpunten waren: le. de trek naar het buitenland; 2e. het professionalisme leidt tot spel peilverbetering; 3e. de prestaties van het Nederlands elftal zijn zeer ma tig; 4e. het bestaande amateurisme is een schijn-amateurisme; 5e. de so ciale onbillijkheid, dat de spelers, die zoals het heet „het geld bij elkaar schoppen", hiervan niets krijgen. Ten aanzien van punt één was spr. van mening ,dat Nederlandse spelers, die wel in enigerlei vorm betaling zouden ontvangen, toch naar het bui tenland zouden gaan, wanneer daar de voorwaarden gunstiger lagen. In dit verband stelde hij Zweden als voorbeeld. Over de vraag, of het professio nalisme tot spelpeilver i tering zal leiden, behoefde men ook volgens de heer Drilling niet te discus siëren. Dit is een feit, dat onomsto telijk vast staat. De mindere presta- I ties van het Nederlands elftal nam hij niet al te tragisc*.. Wel was hij steeds sprekende namens de vijf eer- ste-klassers van mening dat het niet langer aangaat ons vertegen woordigend elftal te plaatsen tegen over ploegen van prof.-spelers, waar door er krachtmetingen ontstaan die lijken op ontmoetingen tussen een lichtgewicht en zwaargewicht. Over het schijn-amateurjsme spre kende, erkende hij de zekere onzui verheden, die zich helaas hier en daar voordoen, maar naar eer en ge weten meende hij te kunnen verkla ren, dat bij de Amsterdamse" eerste klassers nog nooit een speler na een wedstrijd een rijksdaalder in han den heeft gekregen. Het punt van „het geld bij elkaar schoppen", acht te hij daarom aanvechtbaar, omdat het een vaststaand feit is, dat juist door dit „bij elkaar geschopte geld", de ontwikkeling van voetbal in ons land zo'n enorme vlucht heeft geno men. Dit geld, zo broodnodig voor de lagere elftallen en speciaal voor het jeugdwerk, biedt de mogelykheid voor deze tak van sport als massa ontspanning. Zou men overgaan tot professionalisme, dan zou volgens spr. met moeite het geld bijeen ko men voor dc betaling van de spelers en zou het jeugdwerk onvermijdelijk in de knel komen. De heer Drilling was er ook niet van overtuigd, dat de mindere presta ties van het Nederlands elftal van wezenlijke invloed zijn op de publie ke belangstelling, die volgens hem wel zou teruglopen, wanneer het geen hij onvermijdelijk achtte bij invoering van het professionalisme de toegangsprijzen zouden moeten worden verhoogd. Voor hem, en dus voor alle hoofd stedelijke eerste klassers, woog ten slotte het zwaarst het verder vóórt bestaan van het jeugdwerk en het spel om het spel, waardoor Neder land met 328.000 voetballers naar ver houding het grootste aantal beoefe naren telt. „Alg. Dgbl." AUTOMOBILISME DE STERRIT NAAR MONTE CARLO Gisteren zijn de bijzondere prljzëh voor de sicr.it 1951 toegewezen. Wat de Nederlandse deelnemers be.reft verwierve Polis en Seven- stern met Bentley en van Wickevoort Crommelin beker, beschikbaar ge steld door de Internationale Sporting Club ter herinnering aan mr. G. A. van Wickevoort Cromme in voor de best geplaatste Nederlandse ploeg Dot pi'ijs voor dc geriefelijkste wa- en in categorie IV vie ten deel aan [rcisel en Perk met Renault. Gateonides en Van Luyk kregen de Breve-beker vöor de meest luxieu- ze wagen met Sunbeam-Talbot. „EUROPESE" CANADEZEN— HHIJC-COMB. Op dc Hokij te Den Haag wordt hedenavond een ijshockcywedstrijd gespeeld tussen een gecombineerd team van ln Europa spelende Cana dezen en HHIJC-spclers cn de ploeg, die dc Verenigde Staten zal vertegenwoordigen op het tournooi om net wereldkampioenschap in Maart te Parijs. De samenstelling van dc combina tie zal pas kort voor de wedstrijd de finitief zijn. Zeker is, dat de volgen de Canadezen zullen worden opge steld: Cook (Brussel), Scott (Ballln- court, Parijs), Myhall (Racing Pa rijs), Leadbeater (Antwerpon). An- dreoift en Carrey (Den Haag). Het team wordt aangevuld met enkele spelers van HHIJC. TILBURGAMERIKAANSE PLOEG 5—8. Tilburg verloor gisteravond met 58 van de nationale ijshockeyploeg. De tussenstanden waren: 21, 32, KUNSTRIJDEN NEDERLANDSE KAMPIOEN SCHAPPEN TE DEN HAAG. Vrijdag 16 Februari worden op de Hokij te Den Haag de Nederlandse kampioenschappen kunstrijden en ijsdansen gehouden, onder auspiciën van dc Kon. Ned. Schaatsenrijders- bond. SCHAKEN W. A. T. SCHELFHOUT f Gisternacht is na een langdurig ziekbed op 76-jarige leeftijd overle den de heer W. A. T. Schelfhout, een der bekendste en populairste figuren uit het Nederlandse schaakleven van de laatste 50 jaar De heer Schelfhout heeft de schaaksport gediend als actief speler, die in tal van nationale cn ook in enkele internationale wedstrijden successen boekte, als bestuurslid van de Kon. Ned Schaakbond en van V. A.S. (Verenigd Amsterdams Schaak genootschap) en vooral als journa list met een scherpe en geestige pen. In die laatste kwaliteit heeft hij eni ge tijd dc hoofdredactie van het tijd schrift van de Nederlandse Schaak bond gevoerd en gedurende veertig jaar de schaakrubriek van de Tele- graaf-Het Nieuws van de Dag ver zorgd. TAFELTENNIS B.A.T. Vorige week was slechts een competitiewedstrijd vastgesteld tussen BAT III cn Allomansgcest I. De wedstrijd eindigde in 5—5 gelijk spel. Voor Zaterdag 3 Februari zijn twee competitiewedstrijden vastge steld n.I. Readij II—BAT I en BAT II—Treffers V. DAMMEN L.D.V.-WEDSTRIJDEN De afgelopen week werden de on derlinge bordenwedstrijden bij LDV voortgezet. In afd. A noteerden wij de volgende uitslagen: W. Heems kerk—P. v. d. Stel 2—0. Th. Uytten- bogaardA. Sladek 11, W. Heems kerkM. Kruider 20, P. v. Leeu wenJ. Huisman Jr. 2—0 reel. I. Telen?Th. Uyttenbogaard 11. W. HeemskerkP. v. Leeuwen 20, P. v. d. Stel—J. Huisman Jr. 1—1, Th. DU HET 25-JARIG BESTAANSFEEST van het Oranje-Comité te Breda vergaderden de leden in het stadhuis. Er hield een auto stil en twee man schoten toe om de secretaris, do heer C. S., krom van de ischias, de stoep op te helpen. Ze droegen hem de zaal in en brachten hem naar een stoel naast die van de heer J. Veraart. Deze wierp een blik op de gezwol len tijdelijk in een pantoffel van de bode gestoken voet van de heer S. en zei: „Maar amice, tvat mankeert jou toch eigenlijk?" „Ischias", zei de heer S. „Erg pijn lijk en ik kan geen voet zonder dat iemand me helpt, verzetten". „Dan moet je naar Zoetermcer gaan" zei de heer Veraart. „Mijn vrouw had er ook last van en daar woont iemand, die haar er helemaal vanaf geholpen heeft. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien, anders zou ik het niet geloofd hebben. Ik heb nog precies onthouden, wat hij met haar deed. Als we even naar de ka mer hiernaast gaan, zal ik het je la ten zien". Men hees de heer S. uit zijn stoel, bracht hem naar een andere kamer van het stadhuis cn daar vertelde de heer Veraart, wat hij in Zoetermeer had gezien. Hij maakte bepaalde be wegingen, streek, zwaaide met z'n handen en zei toen: „Zó deed hij en mijn vrouw was meteen beter". „En ik ook", zei de heer S. Hij stond op, strekte zijn benen en armen eens en wandelde tot stomme verba zing van de heer Veraart als een kaars naar de vergrderzaal terug. Dat was op 16 December jl. Het verhaaltje van deze snelle genezing verscheen in een landelijk blad toen begon het lieve leven", zegt de heer Veraart .„Ze kwamen van alle kanten van het land. Uit Middelburg, uit Tiel, uit Venlo, uit Den Bosch. De heer Veraart zit tegenover ons in de kamer achter zijn zaak in le vensmiddelen op de hoek van de Leeuwerikstraat in de Bredase Bel- crumwijk. Hij is gewoon in zijn witte jasje voor zijn klanten de suiker en de koffie af te wegen en de kaas te snijden. Dat wil zeggen: gedurende de laatste drie dagen van de week doet hij dat hoofdzakelijk zelf. Op Maandag, Dinsdag en Woensdag is Uyttenbogaard—M. Kruider 20. In deze afdeling staat W. Heemskerk met 10 punten uit 6 partijen en 1 afgebr. partij er zeer goed voor, de 2e en 3e plaats wordt hier ingeno men door A. Sladek met' 8 pnt. uit 6 partijen en P. v. Leeuwen met 7 pnt. uit 6 partijen. In afd. B. waren de volcnde uit slagen: M. BrinksB. Slegtenhorst 0—2, P. v. d. Reyden—L. Zitman 2-0. B. SlegtenhorstJ. v. d. Mey 20. C. KlinkenbergA. v. d. Rey den 2—0. Een behoorlijke voor sprong heeft B. Slegtenhorst in deze afd. genomen met 9 pnt. uit 5 par tijen gevolgd door W. Klefjn Jr. met 8 pnt. uit 7 gespeeld. Tenslotte werden In afd. C. de volgende partijen gespeeld: B. de Kier—S. Mandi 0—2, J. Dreef—J. W. Freeke 20. L. C. GerritsenW. Kleijn Sr. 02, J. DréefB. de Kier 20, S MandiL. C. Gerritsen 20 en C. Klinkenberg—C. B. Janssens 1—1. De leiding behoud hier S. Man di met de volle winst uit 5 partijen voet gevolgd door J- Dreef die slechts 1 punt minder heeft. De andere spelers in deze afdeling zijn voorlopig uitgeschakeld voor de bo venste plaats. het vooral zijn dochter die de men sen uit de buurt bedient, want dan houdt hij zitting voor zijn bezoekers. Hij vindt het helemaal niet erg dat zijn naam een klank kreeg, die- hem bezoekers uit alle delen van het land toevoert. „Het is nu eenmaal begonnen", zegt hij fatalistisch. „En wie zal het tegenhouden? Ik heb meelij met elk ongelukkig hondje, dat ik zie. En waarom zou ik dan niet de mensen heipen, die ongeluk kig zijn en pijn lijden?" De schuifdeuren gaan even open en de dochter steekt haar hoofd naar binnen. „Vader, iemand van de kant van Ginnekén vraagt, of u vandaag nog kunt komen". „Onmogelijk", zegt de heer Ver aart. „Dc hele week ben ik bezet. Laat hem maar hierheen komen, dan zal ik wel zien. „Dat kan niet. Het is iemand die verlamd is". „Eens kijkenGoed, Vrijdag avond zal ik er zijn". „Mensen die niet kunnen lopen, kan ik ook helpen. Toen ik de heer S. van zijn pijn afgeholnen had vroeg hy me om eens te kyken naar zijn zuster die verlamd was. Zij was er héél erg aan toe. Ik heb haar gehol pen en na een paar dagen liep zij weer. Een andere dame hier uit Bre da, had moeite met haar baby. Ik heb ook in dit geval geholpen." Geen magnetiseur. „Ik ben geen magnetiseur. Wel krijg ik allerlei magnetiseurs aan de telefoon, die me geleerde dingen ver tellen waar ik geen verstand van heb. Zij proberen het volgens syste men waar ik niets van afweet en als ze met iemand geen raad weten vra gen ze of ik er ook bij wil komen. Maar daar heb ik geen tijd voor, want ik moet toch ook mijn zaak in het oog houden. Ik zeg dan: stuur ze maar, dan zal ik wel zien wat ik kan doen". Mijn eerste drie bezoekers1 waren patiënten van onze huisarts. Ik heb hem eens gevraagd wat hij van mij dacht en hij zei: „U bent voor honderd procent positief. Zo vindt je er maar één op de 40.000 en er is er maar één in het millioen die dat van zichzelf ontdekt. Zo een bent u er". Geen geld. De heer Veraart mag op grond van de wet op de geneeskunde geen diag nose stellen en geen geld vragen voor zijn behandeling. Dat doet hij ook niet. Zeer klaarblijkelijk helpt hij de mensen, omdat ze pijn lijden en hij verheugt er zich van harte over als ze die niet meer voelen. Na dit babbeltje over zijn merk waardige gave keert dc heer Veraart naar zijn winkel terug om klanten te helpen. Het is Dinsdag en dan worden de boodschappen 's morgens gedaan in verband met de middag sluiting. „Dat komt net mooi uit met de zitting", zegt hij. En 's avonds stapt hij in de auto en begint hij zijn rit langs de huizen waar mensen liggen die niet naar hem kunnen toekomen. „De Stem". iJXokie Zhvtf in 3$exi& ffiaai duikt op, 9. Het was ongeveer half tien in de avond toen Gorgel langs het huls van Dokie Durf sloop. „Hij zal wel geen ouwe juffrouw zijn die 's avonds on der z'n bed kijkt", mompelde de boos. doener, terwijl hij zich, na een paar deskundige handgrepen aan het venster van de detective te hebben verricht, de kamer binnensprong. „Ik weet niet of meneer Durf een hoogvlieger is, maai' assie vannacht niet hoog de lucht in gaat, is mijn naam geen Gorgel", zei de gangster blijkbaar rotsvast ervan overtuigd, dat liij wel degelijk Gorgel was. Het pakje, Of liever gezegd, de bóm, werd voorzichtig onder Dokie's bed geschoven Alsof het zijn dagelijks Werk was, verliet Gorgel, via de re genpijp, de kamer van de detective. Een g.etuiye 1 die niet ópsta ft 1 Roman van: R. AUSTIN FREEMAN (vertaald door F. van Ve'*»en). „Dank U zeer", zei Thorndyke. Uw informatie is niet alleen van zeer veel nut; ik verwacht zelfs, dat zij van hoge waarde zal blijken te zijn. Zoals U weet, mijnheer O'Donnell," vervolgde hij, „staat redeneren enigs zins gelijk met het bouwen van een boog. De metselaar metselt op een boogvormige mal een aantal stenen, welke hun eigen gewicht niet kun nen dragen. Maar als hij tenslotte dc sluitsteen er in geplaatst heeft, is dc boog klaar en kan hij niet alleen zijn gewicht, doch een zware boven bouw dragen." „Dat is zo, dokter, maar als ik het vragen mag, heeft deze metsclge- schiedenis iets met deze zaak Uit te staan?" „Ja het heeft tenminste zijn bete kenis", antwoordde Thorndyke. „Ik >on zelf sedert enige tijd bezig zo'n oog te bouwen figuurlijk gespro ken tenminste Toen U vanavond hier kwam, was het nog slechts een aantal losse stenen, doch dOor Uw vriendelijke hulp heb ik de sluit steen cp z'n nlaats gekregen. Dat Is, wat ik bedoel." De Amerikaan schikte nadenkend zijn papieren in zijn tas, terwijl hij een vragende blik op Thorndyke ge richt -hield. „Ik zou graag willen weten, wat ik U voor belangrijks heb verteld," zei hij na enige ogenblikken. Het komt my niet voor. dat ik een of andere opzienbarende nieuwigheid gelanceerd heb. Ik weet echter, dat net nutteloze moeite is, enige drang op U uit te oefenen en daai-om zal ik maar naar mijn hotel gaan en over hetgeen U gezegd heeft naden ken." Hy schudde ons allen vriendelijk de hand cn toen Thorndyke hem had uitgelaten, hoorden wij hem dc trap nfschuifelen. Een paar minuten na zijn vertrek sprak niemand van ons. Thorndyke broeide blijkbaar op dc pas ontvan gen inlichtingen, terwijl Jervis en ik ons bezighielden met de door Thorn dyke afgelegde verklaring, welke zozeer de nieuwsgierigheid van de detective had opgewekt. Eindelijk opende Jervis het onver- vermijdelijke debat. „Ik begin een glimpje licht in de 2aak van d-e over leden Maddock te ontdekken", zei hij, „maar het is slechts een glimpje Doch uit hetgeen U te-zen O'Donnell zei, maak ik op, dat U de zaak volle dig onder de knie heeft". „Volledig eigenlijk nog niet. Ik heb figuurlijk gesproken en dat is soms misleidend. Wij hebben een aantal feiten en omstandigheden ge constateerd. Vervolgens heb ik een hypothese opgezet cn die moet vol umen overeenstemmen met de fei ten. welke zijn vastgesteld. Met onze nieuwe feiten en aan de hand van de laatst? inlichtingen kunnen wij vermoedelijk onze hy nothese uitbreiden: uitvoeriger in details opbouwen. Wanneer dan na onderzoek blijkt, dat het met niets in tegenspraak is, kunnen wij aan nemen dat het onderzoek is afgelo pen. Dan ls dc zuok gereed, om aan prn demonstratieve proef te onder- wernon." „En moeten wij hieruit besrijnen". vroeg Jervis. „dat U de zaak Mad dock voor die demonstratieve proef neming in gereedheid heeft?" „Neen", antwoordde Thorndyke „Ik ben nog in het stadium van hy- oothesc en toen O'Donnell vanavond hier kwam, waren er twee punten, welke ik nog niet had kunnen veri- fleeren. Maar met zijn hulp ben ik daartoe in staat gesteld, zodat ik nu een volledige hypothese van de zaak heb. welke met alle feiten en omstandigheden klopt. Wat nu nog overblijft is gebruik maken van de toetssteen; van de laatste proef neming.'' „Ik veronderstel, dat U in de loon van Uw onderzoekingen heel wat nieuwe feiten heeft verzameld", zei Jervis. „Niet veel antwoordde Thorndy ke „en de gegevens welke ik ont vangen heb, deelde ik voor het grootste gedeelte aan jou en Jardine mede. Ik verzeker je. dat je, in dien je slechts ie aandacht op de zaak wilde controleren, je overvloe dig materiaal zou hebben, voor een meest overtuigende en volledige verVloring." Met een honend glimlachje keek 'en-is mii aan. ..Nu Jardine Howard" zei hy. .Waarom fris jii je geheueen niet eens od en vertel ic ons niet e°ns duidelijk, wat er met wijlen myn heer Maddock is gebeurd en waar om zeker onbekend persoon zo hao- pig op jouw corous is. Jij bent in het bezit van alle feiten." „Dat zeg jii", bitste ik, „maar dit ->eval doet mij denken aan de leg kaarten uit miin ion°enstHd. Jr. had dan een doosvol onregelmatig ge vormde stukjes, die. als je ze op de juiste plaats aan elkaar wist te pas sen een landschap Vórmden. In deze aangelegenheid kan ik de sluitstuk ken niet vinden." „Dat is een zeer goede vergelij king". zei Thorndyke. „Ik heb van deze geschiedenis ook een soort leg kaart gemaakt. Toen O'Donnell bij mij kwam vond hij mij bezig met mijn puzzle, waaraan nog slechts twee sluitstukken ontbraken, om het landschap, dat de legkaart moest vormen, volledig te maken. Van hem ontving ik echter die twee sluitstuk ken en zij pasten precies in de ledi ge plaatsen, welke van zeer grillige vorm waren. Al wat ik nu t? doen heb is, te zien. of de plaat, welke de legkaart vormt beantwoordt aan de werkelijkheid of niet." „Ik ben ervan overtuigd", zul Jer vis, „dat U dit geval tot ln alle on derdelen buitengewoon nauwkeurig hebt ontleed."' „Ja. Als uit de laatste vergelijking blijkt, dat het landschap, of de voorstelling van mijn legkaart oen juiste weergave van de werkelijk heid is, Han zal ik in staat zijn te zeggen, en wel zeer precies, wat er ten huize van Maddock is voor gevallen, ik bedoel, wat de oorzaak van zijn dood was en ik kan ie nu wel reeds zeggen, dat die doods oorzaak geheel anders Is, dan in dc overlijdensacte is verklaard. Ik z&l jullie dan ook mededelen, wie de man is, die Jardine vervólgde en nog een reeks van interessante om standigheden bovendien. Nu ik over die man spreek, schiet het mij te binnen, dot onze vriend Jardine zich ondanks onze afspraak, onze zeer duidelijke afsoraak. toch op straat heeft begeven." „Maar 'dat is nu toch zeker van geen belang meer." zei ik. „Die ke rel is nu toch het spoor bijster en zelfs, al heeft hii zijn vervolging niet opgegeven, weten wij toch, dat hij ongevaarliik is." „Ongevaarliik!" riep Thorndyke. .Wel kerel hij was juist een schuts engel voor je! Heb je d»t niet uit de verklaring ven Father Humperdinck kunnen oomaken? Hij zat je zo dicht op de hielen, dat het voor de andere onmogelijk was, je aan te VaRen. Hij heeft een slae oo ziin hoofd gekre gen, welke voor jou bestemd was. Je was werkelijk veel veiliger met hem. dan zonder „Maar die andere hebben wij toch ook op een dwaalspoor ge bracht", beweerde ik. (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6