Bij de Nederlanders in Korea De „De helden van Wonjoe" gaan naar voren TViÈDlNoS Een opzienbarend en merkwaardig boek Orkestleden verweren zich tegen beschuldiging van sabotage DINSDAG 30 IANUAR1 1951 L)b l±.llJSfc luukani TWEEDE BLAD - PAGINA 1 „Een rare oorlog" Wij ontvingen van de le luitenant W. W. Dussel het volgende op 17 Ja nuari afgesloten verslag: Begin Januari is het Nederlandse detachement Verenigde Naties op de „Move" gegaan, een move dit keer naar het Noorden, slechts enkele tien tallen kilometers beneden de 38ste breedtegraad. Ofschoon we wisten, dat het menens was dit keer, zou je het aan de troep niet zeggen. Ieder een was even opgewekt als anders, iedereen kankerde even hard als al tijd op de kou en de rations, die we meekregen en waarvoor je notabene moest tekenen. „Iedereen kan wel zeggen, dat-ie naar het front gaat" zei de kok, toen ik mijn pakje in ontvangst wilde nemen. We gingen te laat weg. Dat is altijd zo met verplaatsingen. Er moesten trucks komen van het regiment en die trucks waren te laat, omdat ze weer andere onderdelen hadden moe ten verhuizer enz. Je moet medelij den hebben met de chauffeurs van dergelijke v/agens. Ze slapen soms in een week niet. Alleen als ze ergens moeien wachten op het laden of los sen van hun auto's hebben ze tijd om even te domme'en Maar om negen uur in de morgen ginger we, nadat we met veel gesjouw gevraag en gezoek onze rommel had den ingeladen. Ik weêt niet wat voor rare dingen sommigen nog meesleep ten. De dominee zag ik met een kof- fergramofoon sjouwen, ofschoon we die allang hebben moeten inleveren. Er was ook een soldaat, die net daags te voren een pakje had gekregen van ziin meisje uit Denemarken met een vlaggetje erin: „Groeten uit De nemarken". Hij nam het mee en 't is op de hele reis geen seconde uit zijn buurt geweest. Ik weet van mezelf nog. dat ik op het laatste ogenblik nog een an sichtkaart meenam, die voor vuil op de erond lag. Het was een skaart uit Holland van goede vrienden, die er achterop hadden geschreven: „Wij bidden voor je terugkomst. Zo doet een mens als het ernst wordt ALTIJD DIE BERGEN. De reis viel mee. Natuurlijk was het even koud als altijd, maar daar wen je aan op den duur. Ik heb ge sloft, zoals we dat zeggen, want ik had een dichte wagen, van de ver binding. De verbinding is mijn troe telkind, want ze helpen me met stroo voor de Soundmirror, ze zorgen voor telefoonverbinding desnoods met To kio en ze geven me licht van een accu als ik iets moet schrijven en alle an deren in donker zitten. De tocht naar hier heeft tot over zessen 's avonds geduurd. Natuurlijk moesten we weer door de bergen. Altijd bergen, Ernie Pylde heeft eens gezegd, dat de oorlog niet zo erg is, als er maar geen modder was. Hier zijn het de bergen die voor verras singen zorgen. Je moet er over heen. de wegen zijn slech en er schuilen altijd verrassingen achter die bergen, waar je de vijand verwachten kunt. Maar we zijn heelhuids hier geko men. Je mocht de koplampen aan hebben, zodat we dus betrekkelijk veilig zaten. We hoorden dat onze beide infanteriecompagnieën al naar voren jvaren gegaan die middag. Er werd gefluisterd, dat ze een speciale opdracht hadden gekregen en dat er al drie gewonden waren. We konden niet veel meer doen. Het was donker en de verbinding „klom in de lucht" om in contact te komen met het regiment. VERWARMING ONDER DE VLOER. We gingen maar slapen, na het ge bruikelijke geharrewar' over de ver deling van de ruimte. Natuurlijk was er ruimte genoeg. We moesten de kleren aanhouden, alleen de sneeuw- schoenen kon je uittrekken We had den gedacht een koude nacht te zu3- hebben, met slapen in de sneeuw of misschien helemaal geen nachtrust. Maar het huis was verwarmd door de typische onder-de-v1 oer warmte- versprei^ing en we hadden het zelfs benauwd met al die kleren aan. We s'ieoen niet al te veel. De ver binding harrewarde wat met de ra dio en er was wat eeschiet in de verte Bovendien hield het gerucht aan, dat wc gewonden en zelfs, doden zouden hebben. Natuurlijk kun je op zoiets rekenen, als je in de voorste lijn zit. maar het komt toch nog al tijd onverwacht. De morgen bracht de zekerheid: drie gesneuvelden, twee Hollanders en een Koreaanse soldaat benevens een stuk of zeven, acht gewonden, waarvan de meeste licht Meer dan zestig doden aan de andere zijde was de balans. Maar het gevoel, je kameraden te missen wordt zelfs daar niet door weggenomen. DAG EN NACHT IN DE WEER. Onze beide compagnieën hebben het zwaar gehad in de enkele dagen, dat we in Hoensong zijn geweest. Dag en nacht in de lijn geen aflossing, geen slaap, geen eten soms. De strijd tegen de kou, vooral als je in „fox holes" ligt, is zwaar. Maar geloof niet, dat ze een seconde in de put hebben gezeten. Wij zijn een eigenaardig volk. We kankeren, zolang het goed gaat. Zodra er narigheid komt, is het over en wordt er gewerkt, eensge zind. ,Geef ons duizenden van die Hol- 1 anders", hebben Amerikaanse com mandanten bij herhaling gezegd ..geef ons meer Hollanders en we kunnnen het houden." TERUGTREKKEN. Het heeft niet zo mogen zijn. Op de derde dag van ons verblijf in Hoengsong ontstond des morgens reeds het gerucht, dat we weer zou den vertrekken, naar het Zuiden. We wilden het geen van allen geloven. We waren immers pas in allerijl „naar boven" gehaald? Hadden onze com pagnieën niet al die tijd hun stellin gen behouden en geen centimeter grond behoeven prijs te geven? Maar het gerucht hield aan. Om tien ui r kwam de boodschatr A les inpakken voor vertrek Een paar uur 'ater „Alleen het uiterst noodzake lijke meenemen, de rest achterlaten. Dat wordt met auto's vervoerd. Wij gaan lopen." GEEN BENZINE, TOCH BENZINE. Er was geen benzine, Niet voor ons en niet voor het regiment. Er waren ook geen trucks genoeg om alles op te vervoeren Daarom: lopen. De stemming daalde. Geen wonder. Drie dagen hier gezeten, enkele van je kameraden gesneuveld en nu: terug trekken. Men moet zoiets mee ge- maakl hebben om te kunnen begrij pen wat dat betekent. Reeds kwamen de eerste troepen terug. In een uren lange tocht trekken ze langs de we gen, aan weerszijden een colonne met daartussen de weinige wagens, die nog benzine hadden. Het was een troosteloos gezicht. Bijna niemand had nog spullen bij zich. Amerikanen- zijn wat dat betreft erg gemakkelijk: ze gooien alles weg.' Hun overto'lige kleding, hun schoenen ja zelfs patro nen, patroonbanden en wapens. Zo ging het door, tot de scheme ring viel. Toen was er plotseling wel benzine, op geheimzinnige wijze op het laatste ogenblik aangevoerd. We kregen zelfs nog vijf trucks van het regiment om een gedeelte van ons te vervoeren De vreugde kende geen grenzen meer In allerijl werden de tanks en re serve jerry-cans gevuld en toen bleek dat e- te veel benzine was Wij zouden het laatste weggaan want we moesten de aftocht dekken. Steeds leger werd het plaatsje. Steeds meer wagens van de Amerikanen verdwenen. Ik zal het nooit vergeten: dat ka potte stadje, onder de sneeuw, die rossige gloed tegen de lucht en dan die wegtrekkende troepen. Je krijgt het gevoel alsof je een oorlog verlo ren hebt, alsof je je over gaat geven. AFTOCHT. Het werd later en later. Om een uur of zeven, half acht, waren de laatste Amerikanen vertrokken en konden wij gaan Onze opdracht was een mijl of tien, twaa-f Zuidelijker te gaan. naar Wonju. een tamelijk grote p1aats. We hebben over die kleine afstand enkele uren gedaan, want de weg was smal en druk. Nog immer spoedden de colonnes soldaten te voet zich aan beide zijden voort, met hier en daar Koreaanse - vluch'elin gen ertussen, waaronder kleine kin deren van drie. vier jaar, met zo veel mogelijk goederen op de rug. Hier en daar waren grote -vuren langs de weg. Daar warmden ze zich dan wat of rustten was uit, alvorens verder te gaan. Men vraagt zich af, waarheen deze mensen trekken, want het Zuiden is voler dan vol. Men kan wei zeggen, dat enkele millioe- nen mensen in de richting van Pu- san trekken, waar dagelijks vijftig duizend ontheemden aankomen, in de hoop er een onderdak te vinden. Eindelijk waren we op de plaats van bestemming. Het was een ge kriebel van jewelste. Niemand wist iets, elk onderdeel zocht naar kwar tier en het duurde uren voor we op de juiste plaats waren aangeland. De infanteriecompagnieën kwamen ge- deeltijk lopende, omdat we nog <?een trucks genoeg hadden om het hele detachement in eens te vervoeren. CANADA STELT CONFERENTIE BINNEN EEN WEEK VOOR. Trygve Lie, Secretaris Generaal van de Verenigde Naties, (rechts) in ge sprek met de Canadese minister van Buitenlandse Zaken, Lester B. Pearson, kort voordat de laatstge noemde in de vergadering der poli tieke commissie te Lake Success een nieuw plan voor het houden van een conferentie over vraagstukken van het Verre Oosten opperde. Ook hebben ze nog enkele uren langs de weg moeten liggen ter bevei iging, maai' midden in de nacht werd ook dit weer ongedaan gemaakt en kon den ze verder trekken. Niemand wist waarom. Niemand wist waarheen en niemand wist voor hoe lang. Maar we waren het er over eens, dat dit een rare oor'og is. TANDCREAM krljgbaar bij apotheker NEW YORKS POLITIE BEREIDT ZICH VOORIn het kader van het Burgerlijk-verdedigings Program ma wordt aan ruim drie duizend New Yorkse politieagenten onder richt gegeven betreffende het onder zoek naar radioactiviteit tengevolge van atoombomexplosies. Twee politie-agenten wordt de werking verklaard van een appa raat dat bij de opsporing van radio actieve stralen wordt gebruikt. „Het duister is mijn licht" Onder de titel „Het duister is mijn licht" heeft prof. Etienne de Greeff, een bekend hoogleraar van de Leu vense universiteit en bekwaam psy choloog, een roman geschreven over een onderwerp, dat tot nu toe door geen enkele schrijver op een dusda nige wijze is behandeld, n.l. een ge val van dementia praecox. Hieronder verstaat men o.a. een vorm van krankzinnigheid, waarbij de patiënt zich verbeeldt een andere, bekende, persoonlijkheid te zijn. Het ziekte proces, dat hier beschreven wordt, is dat van een jonge vrouw, dochter van een plattelands-geneesheer en sedert kort gehuwd met een dokter. Zelfs dit doktersmilieu staat vreemd en beangst tegenover dit voor ge zond denkende mensen zo vreemd verloop van geestesverwarring en prof. de Greeff heeft zich waarlijk geen geringe taak opgelegd, het ge hele complex van verwikkelingen rondom dit ziektegeval te ontleden en te beschrijven. Hij heeft dit gedaan op een weten schappelijk juiste wijze, maar tevens in de vorm van een roman-verhaal, dat boeit en meesleept. Zeer sugges tief zijn de aanvankelijke, nog nau welijks merkbare symptomen van de geestelijke afwijking verteld; weldra gevolgd door de totale instorting, de stuntelige verpleging in een „rust huis", een aanval van razernij, de liefdevolle verpleging door een kloos terzuster en ten slotte de wonderlij ke genezing door toepasssing van een tot dan onbekende methode. Het verhaal van het ziektebeeld al leen, tot in details beschreven en aannemelijk gemaakt, is reeds de moeite waard. Het is de kern van het verhaal, doch niet het grootste gedeelte. De meeste pagina's zijn ge wijd aan de omgeving van de zieke, aan haar vader, echtgenoot, zusters en verpleegsters. Het uitspinnen van de reacties van al deze personen maakt mede de belangrijkheid uit van dit merkwaardige boek. Beschouwen wij het boek louter van psychologisch standpunt, dan hebben wij een onverdeelde bewon dering voor de knappe, rake en zeer subtiele tekening der karakters. Hier is prof. de Greeff op zijn eigen ter rein en is hij onovertroffen. Van kunstzinnige zijde bekeken, kan men misschien vlekjes vinden. Wij voor ons hadden bijv. graag wat meer hoogte en diepte gezien, fellere kleuren in het schetsen van gebeur tenissen, die daartoe toch waarlijk alle aanleiding geven. De aanval van razernij bijv., waarbij de patiënte haar verpleegster aanvalt en lelijk CONCERTGEBOUW- ORKEST toetakelt, wordt beschreven alsof het een reportage betreft, uitgebracht door een onbewogei toeschouwer. Men voelt het: hier is de observeren de professor aan het woord, niet de fel bewogen kunstenaar. Maar ook met deze tekortkomingen is het boek toch altijd een prestatie, welke er zijn mag ook op literair gebied. Het is geen droog college in de psycho logie, het is een warm verhaal, waar uit de liefde voor de mens spreekt en de belangstelling voor de mense lijke kant van dit geestelijk leed. Daarbij laat de schrijver zich her haaldelijk verleiden om vrij scherp van leer te trekken tegen sommige misstanden in het religieuze leven. Hij stelt o.a. twee verpleegsters te genover elkaar; de één is lid van een half-religieuze congregatie en po seert voor heilige en begenadigde zieneres, terwijl zij intussen op de laagste wijze spiorneert en intri geert; de ander is een kloosterzuster, die een warme en waarlijk opoffe rende liefde koestert voor haar pa tiënten. De eerste wordt alom gepre zen, want uiterlijk beantwoordt zij aan het ideaal van een heldhaftige deugd; de tweede wordt door haar overste berispt en achteruit gezet, omdat zij niet lopen kan in het ga reel van 'n formalisme, dat de per soonlijkheid doodt. Bovendien heeft de schrijver de uitgangspunten van zijn verhaal doen rusten op twee totaal verkeerde ad viezen van geest :jke zielzorgers. Dat moet op sommige Katholieke lezers, die niet gewend zijn scherp te onderscheiden, wel de indruk maken van een zeker anti-clericalisme, te meer omdat de schrijver in gebreke is gebleven een voldoend tegenwicht te geven. Want het kan ook anders en het is, gelukkig, niet overal zo. Maar dat het gevaar niet alleen in België, maar ook hier aanwe zig is, kan een Katholiek met onder- derscheidingsvermogen zeer zeker beamen, zoals hij het ook billijken kan, dat de schrijver er de vinger op heeft gelegd. Voor geestelijk gerijpte lezers geeft dit boek, dat bij dje uitgeverij Pax te 's-Gravenhage is uitgegeven, een uitstekende kijk op een interes sant psychiatrisch geval en een psy chologisch onnavolgbaar fijn ge schetst verhaal, dat van harte kan worden aanbevolen. De vice-voorzitter van het bestuur van de vereniging Het Concertge bouworkest heeft gisteren over het conflict, dat Zondagmiddag is gere zen en dat het ontslag van 62 musici ten gevolge heeft gehad, medege deeld, dat er achttien musici waren blijven zitten, doch dat er tenslotte nog dertien orkestleden zich solidair hadden verklaard met het standpunt, dat door 62 collega's was ingeno men. Men vestigde er de nadruk op, dat het orkest geen enkele actie voor of tegen Paul van Kempen wenst te steunen. De repetities onder de heer Van Kempen, die een normaal verloop hadden zijn op 23 Januari begonnen. Zaterdagavond heeft het orkest on der omstandigheden moeten spelen, die het velen bijna onmogelijk maak ten tot artistiek verantwoorde prestaties te komen. Het orkestbe- stuur was nadien van mening, dat zo zulks zich ook Zondagmiddag zou herhalen, dit voor een aantal orkest leden een opgave zou zijn, die hun physieke en psychische krachten te boven ging Desondanks heeft het orkest plaats genomen, doch toen bleek, dat de sfeer andermaal ondraaglijk werd door allerlei gebeurtenissen in de zaal, hebben 62 leden het podium verlaten en is het standpunt aan de N.V. kenbaar gemaakt. De leden van het orkest hadden gisteren nog in geen enkele vorm aanzegging van het ontslag ontvan gen. Wel werd het gisterochtend verscheidene leden, die het Con certgebouw binnen wilden, verbo- boden het gebouw te betreden. Onder leiding van mr. M. Geerling, juridisch adviseur vat de vereniging Het Concertgebouworkest, is een co mité gevormd, dat zich ten doel stelt een fonds te vormen ter ondersteu ning van de orkestleden en een actie te beginnen. WAAR HET WRINGT. Bij de Concertgebouw-kwestie te kent het Alg. Dagblad aan: Het belangrijkste in deze droeve geschiedenis is niet, dat er in be paalde kringen oezwaar n es tegen het optreden van de heer Van Kempen als dirigent van het Am sterdamse orkest Veel gewichtiger is, dat de rel werd doorgezet, on danks de uitspraak var» Amster- twijfel kan worden getrokken, on danks de uitspraak van Amster dams raad en ondanks het feit, dat hier niet de musicus Van Kem pen in het geding was maar het bestuur van 's lands eerste orkest, dat een waarnemend dirigent aan stelde, waarvan niemand de musi- cale capaciteiten openlijk kan be twisten. De schuld van de spanningen in het Amsterdamse concertleven moet echter gezocht worden bij hen, die er op aan hebben gestuurd een tegenstelling tussen het subsi die verlenende gemeentebestuur en het orkest in het leven te roe pen. Deze lieden hebben daartoe de kans gekregen, omdat het Amster damse gemeentebestuur zich in toenemende mate wilde gaan be moeien met het beleid van het or kest. Gisteren hebben de musici, die het podium verlieten, beweerd, dat zij onder dit tumult niet konden j musiceren. Och arme, wat een po ver argument. De ware kunstenaai heeft ongetwijfeld concentratie nodig, maar ook vechtlust, om zijn werk te verdedigen. De Amster damse weglopende musici zouden hun kunst en hun levenswerk be ter hebben gediend, indien zij de rel overspeeld hadden met een maximum aan toewijding en met behulp van het vakmanschap, waarover zij beschikken. Moge dat spoedig gebeuren! DE KABINETSCRISIS. Hare Ma jesteit de Koningin heeft aan Mr. D. U. Stikker een informatieve opdracht gegeven. Na diverse besprekingen zien wij hem hier het departement van buitenlandse zaken verlaten. 12.000 ton kolen extra Op de eerste Zaterdag, waarop acht uur gewerkt werd in de Lim burgse mijnen, werd door de mijn werkers 42.638 ton kolen naar bo ven gehaald. De laatste zes-urige Zaterdag werden 30.618 ton kolen geproduceerd. Dit betekent dus in deze extra uren voor Nederland een kolemvinst van ongeveer 12 000 ton. DODELIJK ONGEVAL Op de hoek TroelstrakadeHade- wichstraat te "s-Gravenhage verleen de de 50-jarige Hagenaar C B. be stuurder van een rijwiel met hulp- motor, geen voorrang aan een perso- nenauto. Een dodelijke botsing was het Uit de aard der zaak staan DE POLI TIEKE KOPSTUKKEN dag en nacht in de belangstelling der journalis ten. Mr. Romme van de K.V.P. die ook geen nieuws kon mededelen. Ned. emigranten in Amerika in dienst Verscheidene Nederlandsche gezin nen hebben bericht gehad van fami lieleden in de Ver.' Staten, dat hun zoons, die als emigrant in Amerika werkzaam zijn en de dienstplichtige leeftijd hebben bereikt, in het voor jaar onder de wapenen zullen worden geroepen. Het betreft hier uitsluitend jonge Nederlanders meest boerendie al een a twee jaar in Amerika werk zaam zijn en de wens te kennen heb ben gegeven om zich daar olijvend te vestigen. De meesten dienden dan ook reeds een verzoek in voor het Amerikaanse staatsburgerschap. Er waren (enkele) emigranten, die al lesbehalve gelukkig waren met hun oproep voor het Amerikaanse leger en een beroep deden op hun vreem delingschap. De Amerikaanse wet laat echter de mogelijkheid open om niet-staatsburgers op te roeoen. De meeste emigranten beschouwen het opkomen in militaire dienst als een plicht, die zij als inwoner ^an Ame rika en toekomstig staatsburger die nen te vervullen. WORDT SCHOENREPARATW ONBETAALBAAR? Het schoenmakersbedrijf bevindt zich momenteel in een ernstige im passe en daarom hebben de Groning se schoenmakers zich op een verga dering over de toestand beraden. Uit de besprekingen bleek, dat de prij6 van ieder, welke in Juli reeds 6.60 bedroeg, thans is gestegen tot S 12.50 per kg. en dat het einde van deze stijging nog lang niet in zicht is. De schoenreparatie is daarnaast met 15 gestegen en de prijzen voor four nituren liefst maar met 150 De conclusie der vergadering was, dat zouden deze verhogingen doorbe rekend worden in dc reparatieprij- dan zou een paar nieuwe heren- zolen en hakken 7.65 moeten kos ten. Vaste prijzen voor aardappel-telers De Minister van landbouw, visse rij en voedselvoorziening heeft nu ook vaste maximumprijzen voor aardappeltelers vastgesteld. Deze verordening is met ingang van gis teren van kracht geworden. De prij zen voor detaillisten en consumen ten zijn gehandhaafd. Maximaal bedragen die voor Ja nuari respectievelijk 12 en 14 cent per kilo cn voor Februari 13 en 15 cent. De prijzen, die de telers mogen berekenen aan de grossiers, liggen steeds twee cent beneden die van de detaillistenprijzen, dus voor Januari en Februari respectievelijk 10 en 11 cent. Grossiers vrezen echter, dat de te lers niet gewillig zullen zijn met het leveren van aardappelen tegen een lagere prijs dan zij gewend waren, in de voorgaande vier weken te ont vangen. De vereniging ter Beharti ging van de belangen van de Neder landse Aardappelhande' heeft haar leden dringend geadviseerd, niet meer te beta'en, dan krachtens de nieuwe verordening geoorloofd is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 5