Beeldenstorm en
langzame opkomst
P. v. d. A. valt in zake Nieuw-
Guinea regering niet af
Kamer
Het heet nu
Zweedse gwep"
„Goede daad" van de
Nederlandse rederijen
Laffe schurk
ZATERDAG 20 JANUARI 1951
L)h LblDSfc. (.UUKANI
I WbbDh BLAD - PAGINA 2
YlooAdutifo iwn klein tot gAoot
OUNA ELKE PLAATS IN DE MIDDELEEUWEN HAD ZIJN REDERIJ-
KERSKAMER en bijna overal hebben deze gezelschappen invloed uit
geoefend op de godsdienstkwesties in de 16de eeuw. Zij werden gesticht
om toneel en dichtkunst te beoefenen en eenmaal besmet met de geest van
de reformatie spotten de rederijkers met vele godsdienstige zaken. ,.De
vryheit van monde van deezer luiden ontzagh zich niet, daar 't pas
gaf, den paapen op hun zeer te tasten", zegt Hooft. En zij deden dat niet
alleen te pas, maar ook vaak te onpas. Het ging er in bij het volk, al
die boertigheden en platheden, soms zo erg, dat de overheid zich genood
zaakt zag in te grypen. Ook Noordwijk had zijn rederijkers en de ka
mer voerde tot zinspreuk: „Uyt liefd'bestaen" en als symbool een lelie tus
sen de doornen. De abdij Leeuwenhorst schonk de kamer elk jaar 4 Ca-
rolus guldens en daarvoor kwamen de rederijkers Meiliedjes zingen op
het plein voor de abdij, terwijl de boeren om de meiboom dansten en
de zusters van de galerij van de kerk van haar klooster koekjes strooiden
voor de kinderen.
„Comt Lelykens bly,
Comt huppelen wy
't Is Meyfeest op d'Abdy".
Of de rederijkers in Noordwijk veel
invloed gehad hebben op de dwaling
van de geesten daar, is niet te zeg
gen. Maar wel heeft dat gehad de
man, die er zijn latijnse school sticht
te, nadat hij, wegens ketterse leer
stellingen, zijn geboortestad Amster
dam was uitgezet en zelfs daarvoor
een tijdlang in de gevangenis had
doorgebracht. De abdij Leeuwen
horst had een school voor adellijke
jongedoohters en in 1535 kwam Jan
Snijders, volgens de mode van de hu
manistische tijd, Joannes Sartorius
naar Noordwijk en stichtte er een la
tijnse school, waar jongelui uit de
adel kwamen Rector Sartorius was na
zijn uitwijzing uit Amsterdam en zijn
gevangenschap in den Haag niet tot
andere gedachten gekomen. Ook in
Noordwijk bleef hij ketter en wel sa
cramentariër. Want reeds vóór en tij
dens Luther's optreden en van hem
onafhankelijk waren er in ons land
mensen, die de genadewerking van
de sacramenten ontkenden evenals
Christus werkelijke tegenwoordig
heid in het Altaarsacrament; zij wer
den sacarmentariërs genoemd en een
van hen, Jan de Bakker, die kapelaan
was te Woerden, werd op bevel van
de inquisitie in 1525 te den Haag als
ketter verbrand.
In dat zelfde jaar werd Sartorius
uit zijn ambt te Amsterdam, waar hij
een latijnse school had, ontzet en
gevangen genomen. Eenmaal te
Noordwijk bezocht hij de bijeenkom
sten van de sacramentariërs, die sinds
het voorjaar van 1530 te Oegstgeest,
Rijnsburg en Noordwijk werden ge
houden. Later trok hij naar Bazel,
kwam terug naar Holland en ver
bleef in Delft om zijn laatste levens
jaren weer door te brengen in Noord
wijk, waai* hij in 1570 gestorven is.
Ongeveer 12 jaar lang was hij rector
van de Noordwijkse school en onge
twijfeld heeft hij invloed gehad op
zijn leerlingen.
Rumoer en Beeldenstorm.
Over het algemeen bleef het er
rustig, in tegenstelling met andere
plaatsen, waar de openbare rust en
orde vaak door de nieuwlichters
werd gestoord. Wel werd er onder
het pastoraat van pastoor Hertingh
een keer de godsdienstoefening ge
stoord; dat was in 1538. Het oprich
ten van nieuwe bisdommen in 1559
had ten gevolge, dat er hier en daar
rumoer kwam en steeds meer begon
het in de Nederlanden te gisten. In
1563 op een nacht in Maart kwamen
een paar schuiten uit Leiden met
boe ven ende rabbauwen" naar de
abdij Leeuwenhorst, waar zij binnen
drongen en naar hartelust plunder
den. De beeldenstorm kwam in 1566
uit het zuiden over ons land; in
Noordwijk werd het klooster van St.
Barbara en St. Catharina geplunderd;
de daders waren hoofdzakelijk
vreemdelingen, daarbij geholpen door
enkele inwoners van Noordwijk. Het
klooster stak men in brand. De mees
te nonnen waren al gevlucht; slechts
drie bleven er, ook na de verwoesting
wonen, waaronder de priorin,
Volckje Michielsdr. van Soetermeer.
De parochiekerk bleef gespaard;
eerst in 1573 werd zij ontruimd voor
de hervormde eredienst. In Noordwij-
kerhout bleef de pastoor, verjaagd
uit zijn kerk en zijn huis, nog enige
tijd in het geheim in zijn parochie;
hij had zijn intrek genomen in een
huisje op Schippersloot. De geeste
lijke goederen en kloostergoederen
kwamen aan de Staten, die voor het
beheer een geestelijk kantoor te Delft
maakten; vroegere kloosterlingen
konden levenslang een alimentatie
krijgen, zoals onder meer de zusters
van het Noordwijkse St. Barbaracon-
vent ontvingen.
Sociale middeleeuwen.
De middeleeuwse Kerk had ook
een uitgebreide armenzorg, die toe
vertrouwd was aan de H. Geestmees-
ters. Gewoonlijk zorgden zij ook voor
de zieken en daarom was het middel
eeuwse gasthuis niet alleen zieken
huis, maar ook verblijf voor armen
en reizigers. Reeds in alleroude tijd
kende Noordwijk zo'n passantenhuis,
dat logies bood aan vreemdelingen en
kooplui op hun trektochten in deze
streken. Toen var Vilvoorden pastoor
van Noordwijk was in het begin van
de 14de eeuw, had hij tot kapelaan
•\elbrecht Taerninck, die in 1344
overleed als pastoor van Voorhout,
'eze kapelaor. zorgde voor de stich-
ng van een nieuw en beter gast
uit op de plaats van het oude pas
ante rmuls tegenover de kerk. Er
kwam een kapel aan en het geheel
kwam onder zeggenschap van de abt
van Egmond en de abdis van Leeu
wenhorst. De stichter schonk in 1340
aan zijn gasthuis bovendien het land,
dat hij te Maasland bezat en dat hij
er in 1333 had gekocht van Jan Per-
sijn. Bij zijn dood schonk hij al zijn
goederen aan de abdij van Leeuwen
horst; het waren landerijen in Wa
teringen en Noordwijk.
Dank zij kapelaan Taerninck had
Noordwijk nu zijn gasthuis of hos
pitaal en konden de zieken er ver
pleegd worden en armen er worden
opgenomen. De brand van 1450 heeft
het beschadigd, maar de abdij liet
het herstellen. De kapel had een
eigen priester als rector en in de
gasthuiskapel werd zelfs in 1506 een
vicarie gesticht door Dire van der
Does, die dijkgraaf en baljuw van
Rijnland was. De goederen van dit
gasthuis gingen met die van Leeu
wenhorst aan de Staten.
Het H. Geesthuis.
Naast het gasthuis stond er nog
het H. Geesthuis, voor de hulp aan
de armen; het huis stond aan de
Voorstraat en verder tot de H. Geest-
weg. Het bezat vele landerijen, waar
van echter een deel in 1482 werd ver
kocht toen de dure tijden veel eisten
voor de armenzorg. In 1570 kwam er
een waag bij het H. Geesthuis en de
helft van de opbrengst was voor de
armen. In 1617 werd er in het dorp
een weeshuis gesticht. Toen werd het
H. Geesthuis omgedoopt tot gast- en
proveniershuis. Alles werd wegpi
broken in 1887 bij de bouw van een
nieuw raadhuis. Ook het H. Geesthuis
had, evenals het gasthuis, een eigen
kapel met een vaste priester ter be
diening van de kapel.
Tweede Kamer UJjt de „geheime"
i 1
wie
verder denI
koopt
motvrlj
L
Nadat de Tweede Kamer gister
middag nog gedurende drie kwar
tier met gesloten deur had verga
derd, heeft de voorzitter in de open
bare vergadering medegedeeld, dat
de Kamer in haar comité-generaal
had besloten tot publicatie van die
passages uit de „Handelingen" van
het comité-generaal van 28 en 29
September 1950, welke betrekking
hebben op het contact tussen de re
gering en de Staten-Generaal met
betreking tot de toen komende on
derhandelingen met Indonesië over
Nieuw-Guinea.
Na de mededeling van de voorzit
ter heelt de heer SCHOUTEN (A.R.)
opgemerkt, dat hij z.i. nog gelegen
heid moet hebben' nogmaals te spre
ken.
De VOORZITTER bleek het daar
mee eens te zijn. Daarop werden de
beraadslagingen over de nota inzake
Nieuw-Guinea voortgezet.
Niet geschikt.
De heer WELTER (K.N.P.) ver
klaarde steeds geloofd te hebben,
dat deze regering haar standpunt
zou prijs geven. Z.i. had de rege
ring zich al bij de R.T.C. vertrouwd
gemaakt met het denkbeeld Nieuw-
Guinea prijs te geven. Naar spre
kers oerdeel is de Partij van de Ar
beid niet geschikt om regeringsver
antwoordelijkheid te dragen. Hij
laakte haar optreden en betoogde
vervolgens, dat de K.V.P. is geko
men in een toestand van horigheid
aan de Partij van de Arbeid. Z.i.
moet de kwestie Nieuw-Guinea uit
sluitend uit een oogpunt van recht
worden beschouwd. Nieuw-Guinea
moet tot elke prijs behouden wor
den onder de kroon van Nederland.
Spr. zeide niet te begrijpen, dat dit
kabinet nu nog kan blijven zitten.
Voorstander van besprekingen
op internationale basis.
Dc heer DE KADT (Arb.) zeide
het steeds te hebben betreurd, dat
men in 1949 niet een alles omvat
tende regeling der betrekkingen tot
Indonesië tot stand heeft kunnen
brengen.
Het is z.i. onmogelijk een politiek
van vrede en samenwerking in een
deel van Indonesië te hebben en
een blijvend conflict in een ander
deel, met name Nieuw-Guinea. Kun
nen we de Papoea's blijven bescher
men? Zullen we hen niet, als we
zijn uitgeput, aan hun lot moeten
overlaten? En zal dan hun lot nog
niet veel afschuwelijker zijn? Voorts
vroeg hij de aandacht voor de kos
ten, die ontwikkeling, exploitatie en
exploratie zullen vergen.-
In verband met de elementen, die
voorkomen ip het op 8 Januari door
de P.v.d.A. geformuleerde stand
punt besprak de heer De Kadt ver
volgens het standpunt van de frac
tie. Nieuw-Guinea is materieel voor
Nederland een belasting, die niet is
rVE LAATSTE TIJD openbaart zich om de twee jaar een goedaardige
vorm van griep. In Januari 1949 spraften we van Italiaanse griep, die
naar het heet in Sardinië was begonnen, ons land via België bereikte en
niet verder noordelijk kwam dan Groningen. Dit jaar kwam een ziekte
van hetzelfde karakter ook uit België, maar had de influenza zijn oor
sprong genomen in de Scandinavische landen en een omweg gemaakt over
Engeland. Heel veel mensen zijn er thans in het Noorden ziek geworden:
negen tiende van de Deense bevolking heeft er aan moeten geloven.
Of dat erg is? Wat het karakter van de ziekte betreft gelukkig niet, maar
men kan zich gemakkelijk voorstellen wat een ongeriefelijke stagnatie
i verkeer door zulk een massaal ziekzijn worden
den vitamine C geeft mogelijk ver
hoging van de onvatbaarheid, in ieder
geval is sinaasappelsap vrijwel voor
iedereen smakelijk en onschadelijk.
En dan is er nog iets, wat veel te
dikwijls wordt vergeten en wat veel
beter is dan het slikken van pillen
en tabletten: tijdig naar bed gaan!
Een buitengewoon eenvoudig middel
om de weerstand van het lichaam te
verhogen.
ONVATBAARHEID NA
GRIFPAANVAL.
De meeste influenza-epidemieën
heersen een maand of twee. Het is
tot nu toe niet voorgekomen, voor zo
ver men weet, dat iemand twee keer
gedurende één griepgolf'de ziekte
doormaakte; hieruit kan worden af
geleid dat het doormaken van een
aanval een immuniteit (onvatbaar
heid) van ten minste acht weken
achterlaat. Naast dpze vorm van on
vatbaarheid kennen we de kunstma
tig opgewekte immuniteit, die het
gevolg is van inenting tegen in
fluenza. Deze blijft langer bestaan
(ongeveer een jaar).
Aan dc kwestie van inenten zitten
belangrijke wetenschappelijke en
practische vraagstukken vast. In Oc
tober 1945 werd het gehele Ameri
kaanse leger ingeënt, dit gaf een ver
mindering van het ziekworden van
bijna 100 pet., er is dus geen twijfel
aan dat op de kunstmatige imunisa-
tie grote verwachtingen mogen wor
den gebouwd. Ook de inentingen in
Nederland, zoals die de laatste jaren
verricht zijn bij het Philipspersoneel
in Eindhoven, bevestigen deze ver
wachtingen. De productie van in-
fluenza-vaccin in ons land vindt re
gelmatig voortgang en we kunnen er
zeker van zijn, dat vaccinatie van het
personeel ir grote verblijven, van de
bevolking in internaten, van medici
en verpleegsters en van bepaalde per
sonen voor wie het doorstaan van
griep extra gevaren oplevert, meer
en meer gebruikelijk zal worden.
Dr H. W. S.
in industrie
zaakt.
HOE KUNNEN WIJ ONS
BESCHERMEN?
Om zulke onverkwikkelijke maat
schappelijke verwikkeling tegen te
gaan. heeft het stellig betekenis dat
een ieder zich zo goed mogelijk te
gen het oplopen van influenza be
schut. Voor de allermeeste mensen
komt dat op het nemen van enkele
eenvoudige maatregelen neer.
In de eerste plaats is daar het mij
den van mensen-ophopingen. Bezoek
geen vergaderingen en beleg ze
ook niet als het niet hard nodig
is: wat op vele bijeenkomsten wordt
besproken is dikwijls niet zo be
langrijk dat het niet een maandje
kan blijven liggen. Stel ook gezellig-
heidsbezoeken per overvolle trein,
tram of bus, nog wat uit; de mensen
die voor hun werk van openbare ver
voersmiddelen gebruik moeten ma
ken behoeven dan minder bloot te
staan aan onmiddellijk contact met
niesende en keelschrapende medepas
sagiers! En wanneer het kan, moeten
ze zelf maar op de fiets of een eind-
weegs te voet naar het werk gaan,
want beter dan de benauwde en be
smette atmosfeer van bus en trein is
de buitenlucht. Wel is 't nodig dat men
goede schoenen draagt, waar geen
vocht in doordringt, en dat men zich
zo mogelijk in wol kleedt, omdat kou
vatten een verzwakkend moment
vormt.
De influenza-infectie die niet het
werk is van een bacil, maar van een
zg. virus heeft zijn intreeplaats
namelijk in de bovenste luchtwegen:
neus, keel en luchtpijp dus. Vandaar
dat ook wel wordt aangeraden de
keelholte te desinfecteren met een
of ander daarvoor geschikt middel
(de huisdokter kan u het best hier
voor advies geven). Kouvatten voor
komen kan men tot op zekere hoogte
ook door het innemen van kinine en
door warme dranken te gebruiken:
cognacgroc voor wie het lekker vindt,
warme kwast, hete koffie voor wie
geen alcohol wil nemen.
Het gebruik van grote hoeveelhe-
tc dragen en zedelijk is het onmoge
lijk de mensen van Nieuw-Guinea
voldoende te beschermen.
Voor alles moet gezocht worden
naar overeenstemming met Indone
sië en de fractie is bereid in de loop
van reële onderhandelingen to
overdracht te komen. Zouden pogin
gen om dit inzicht baan te doen bre
ken gediend zijn met opzeggen van
het vertrouwen in de regering?
Spr. merkte op, dat er een duide
lijk meningsverschil is tussen zijn
fractie en de regering, maar in dit
stadium van internationale en na
tionale ontwikkeling acht hij de j
Nieuw-Guineakwestie en dc Indone
sische kwestie niet van zodanige
betekenis, dat diepgaand meningsver
schil zou mogen leiden tot het opzeg
gen van het vertrouwen.
Met het partijbestuur vindt spr.
waardeerbare elementen in de rege
ringsvoorstellen. Naar zijn opvatting
wil de regering haar vroegere belof
ten handhaven. Als men de rege
ring wil veroordelen omdat ze'in
haar beleid tekort schiet zal men
onze steun niet krijgen, verklaarde
de heer De Kadt. Waardering bleek
spr. te hebben voor het tweede voor
stel, voortzetting der onderhandelin
gen in internationaal milieu. Wij
willen onderhandelen, zeide hij en
wii zijn bereid daarbij ver te gaan.
Wij zijn niet bereid, zo vervolgde
hij, te onderhandelen op de basis,
die Indonesië aangeeft. Door opzeg
ging der Unie schaadt men zichzelf.
Spr. wilde nieuwe besprekingen op
interantionale basis.
De heerVONK (V.V.D.) zeide.
dat het kan wezen, dat de regering
in een dwangpositie is gekomen dooi
de verwerping van het slotvoorstel.
Het extremisme in Indonesië noemde
hij een reëel gevaar. Sor. zeide noir
niet te zien hoe het kabinet in staat
kan zijn Ni°uw-Guinea te behouden,
het heeft ziin kansen verspeeld.
Mist opgetrokken.
De h.-er TILANUS (C.H.) de ge
beurtenissen der laatste dagen aan
roerend. zeide. dat thans de mist is
ugetrokken en dat men er de schou
ders over zou kunnen ophalen, maar
het wa<= ernstig. Het is zh'ns inziens
rtnen tüd voor c^canad-^. wii nc"'-
de. dat de minster zHr» tno,",n-'"'iiRr
niet heeft j* ebroken.
Voortzet!'n* rier onderhandelingen
'met pebrnjV maken van de TTnci
.vond hii niet gelukkig N«derlenH zal
zijn olïcht tegenover Nie"w-Guïnea
rekten doen
Te half 7es is de vergadering ver
daagd tot Dinsdag.
DE (NYLON) KOUS OP DE KOP.
De smokkelaar J W. uit St. Wille-
brord heeft de (nylon)kous op de kop
gekregen, toen hij Dinsdagnacht
met een vrachte van 600 paar nylons
uit België op weg naar huis was. Te
Sprundel liep hij recht in de armen
van een agent van de rijkspolitie,
die de man arresteerde. De smokke
laar, die voor ƒ2.500 kousen bij zich
had, is te Breda ingesloten.
Wat is er in de geheime zitting op
28 cn 29 Sept. verledcu jaar inet be
trekking tot de status van Nieuw-
Guinea door dc Regering aan de
Tweede Kamer toegezegd".
Uit deze geheime zitting zijn
thans de volgende citaten publiek
gemaakt.
De heer ROMiME:
In de commissie voor Uniezaken
heeft de Regering de toezeggmg
gedaan, om door middel van dit
orgaan de Kamer op de hoogte te
zullen houden van het verloop van
de onderhandelingen en met die
commissie voeling te zullen hou
den. Wij menen, dat in deze uiter
mate gewichtige zaak deze toezeg
ging terecht door de Regering is
gedaan en dat van de zijde van de
commissie voor Uniezaken naar
mijn gevoelen het ook altijd is ont
vangen en aanvaard.
De heer VAN MAARSEVEEN, mi
nister voor Uniezaken en Overzeese
rijksdelen:
Wanneer een redelijk tegenvoor
stel zou worden gedaan, dan zal
de Regering zich daarover hebben
te beraden, maar het ligt in de be
doeling van de Regering om dien
aangaande geen beslising te
men dan nadat zij tevoren heeft
geraadpleegd de commissie voor
Uniezaken. Dat is bij een goede sa
menwerking tussen Regering ei
parlement op zich zelf reeds een
eis, het is ook een eis van prac-
tisch beleid, want de Regering zal
altijd voor ogen moeten houden,
,dat geen enkele oplossing van dit
probleem mogelijk is zonder
uiteindelijke goedkeuring van het
parlement. En indien de Regering
met miskenning van de rechten
van het parlement zou komen met
een oplossing, die door het parle
ment verworpen zou worden, dan
zou dit resultaat veel ernstiger zijn
voor de verhoudingen tussen Ne
derland en Indonesië dan een vol
slagen mislukking van de confe
rentie.
De heer SCHERMERHORN:
Eik redelijk tegenvoorstel zal de
Regering overwegen. Ik heb met
vreugde deze uitspraak vernomen.
Verder heeft de minister gezegd,
dat de inhoud van dergelijke voor
stellen met de overwegingen van de
Regering tegelegenerti.id aan
commissie voor Uniezaken uit deze
Kamer worden voorgelegd.
Met dit alles ben ik tevreden.
De vraag wordt gesteld: „Heeft mi
nister Van Maarseveen nu inderdaad
„tegelegenertijd" met de commissie
voor Uniezaken ui* de Tweede Ka
mer redelijk contact gehad?
Gistermiddag meende de heer
Vonk (V.V.D.) van niet en de heer
Tilanus (C.H.) van wel. Wie gelijk
heeft zou uit de notulen dier com
missie-vergaderingen moeten blij
ken, maar die zijn ook geheim.
Aangenomen kan worden, dat de
minister de commissie heeft inge
licht en daardoor de Kamer.
Dank zij een spontane geste van de Nederlandse redersgemeenschap is,
zo verneemt het N. v. d. D. van de di recteur-generaal van Scheepvaart, het
probleem om de 200.000 ton in Amerika bestelde steenkool naar Neder
land te vervoeren volledig opgelost.
Ter wille van de binnenlandse economie hebben de reder» vour dit doel
tonnage uit de ongeregelde vaart en zelfs schepen van de lijndiensten be
schikbaar gesfteld. De reders nebben in vele gevallen ook afstand gedaan
van hogerfe winsten, die zij door ander vervoer hadden kunnen verkrij
gen.
Deze geste van de rederijen, die voor ons land van ze groot belang is,
bespaart ons een aanzienlijk bedrag aan dollars, want door de hoge Ame
rikaanse vrachtprijzen zou het vervoer met Amerikaanse schepen een
groot bedrag aan deviezen hebben gekost. Thans behoeven de vrachtkos
ten slechts in guldens en tegen zeer redelijke tarieven te worden vol
daan.
Huwelijk werd
vo trokken zonder
handtekeningen
Te Emmeloord in de Noord-
Oostpolder werd op het voorlo
pig raadhuis op 16 September
1950 het huwelijk voltrokken
van een jong echtpaar. Dinsdag,
dus vier maanden later, werden
het echtpaar en de schoonouders
van de bruidegom opgebeld om
alsnog hun handtekening te ko
men plaatsen. Men had namelijk
op de trouwdag verzuimd dc re
gisters te tekenen.
WATERSNOOD IN FRIESLAND
MINDER GEVAARLIJK.
Hoewel het gemiddelde waterpeil
in Friesland gisteren van 63.7 tot
64.7 boven Fries zomerpeil bleek te
zijn gestegen, is de situatie voor het
lage Noordelijke deel van de provin
cie minder dreigend geworden.
Vooral ook, omdat de harde Noord
westelijke wind is gaan liggen.
Voor "de Louwsmeer in de ge
meente Tietjerksteradeel is de toe
stand echter nog zorgelijk, want er
is Zoveel water over de dijk gevloeid,
dat de waterstand in de polder in een
nacht 20 centimeter steeg. De dijk
is poreus geworden. Een doorbraak
wordt nog steeds mogelijk geacht.
Sic1aK.d-aap.je0
Onrechtvaardigheid. Een vader,
wiens zoontje sinds September de la
gere school bezoekt, wilde zich eens
op de hoogte stellen van zijn vorde
ringen op het pad der wijsheid.
„Wat heb je al geleerd Pietje?",
vroeg papa welwillend.
„Dat de wereld onrechtvaardig is!",
antwoordde zoonlief.
Daar zat die vader te kijken. Hij
kon zich niet voorstellen, dat de kin
deren zoiets in de eerste klas al leer
den. Pietje bemerkte de twijfel bij
zijn vader en vond het daarom nodig
de zaak te verduidelijken.
„Kijk", zei hij. „de juffrouw wordt
betaald en wij moeten het werk
Deze tijd. Een gids, die een ge
zelschap moest rondleiden in een mu
seum, bleef in de hall staan en zei
„Ik kan U het museum nog niet la
ten zien, want het is er verboden te
roken".
„Maar wij roken niet", merkte
iemand uit het gezelschap op.
„Nee. maar ik rook!", antwoordde
de gids.
Gezellig huwelijk. Toen de pro
fessor aan het ontbijt verscheen,
stond zijn vrouw voor het venster
naar de vallende sneeuwvlokken te
kijken.
„Nu man, de winter is er", zucht
te ze.
„Wel verdraaid", bromde de pro
fessor. „Vraag asjeblieft of hij mor
Zondag.moA.gen
,Je domme vader heeft zijn hele
leven als een laffe schurk in zonden
doorgebracht" zei een vader tot
zijn dochter.
Wanneer iemand van zichzelf zo'n
mooi getuigschrift afgeeft, terwijl hij
in de gevangenis op het doodvonnis
zit te w-achten, is het niet boud te
veronderstellen, dat hij het een en
ander op zijn Kerfstok heeft gehad!
Vorige week werd in dit ons lijf
blad 'n kostelijk rapport opgenomen
over de uitkomsten, die een Weens
psycholoog („zielkundige") had
verkregen door aan 145 proefperso
nen een uiterst vleiend getuigschrift
toe te zenden over hun karakter
eigenschappen. Slechts 5 ten honderd
van de proefpersonen erkende, dat
deze litanie van de deugden niet op
hen van toepassing was. De andere
95 trapte erin, werkelijk menend,
dat zii zulke voortreffelijke lieden
waren, als de psycholoog 'hen -beweer
de te ziin (ofschoon hij ze nog nooit
had ontmoet D-
De domme, laffe schurk, die zich
zelf tegenover zijn dochter Maggy
aanklaagde is het wordt door nie
mand betwist een van de be
kwaamste, edelste en heiligste man
nen geweest, die het menselijk ge
slacht heeft voortgebracht. De adel
dom van zijn karakter doorstraalde
zijn ganse leven en schitterde fel óp
aan het einde ervan. Terwijl op één
na alle bisschoppen van Bngeland
over stag gingen voor de kerkelijke
aanmatiging van koning Hendrik
VIII, weigerde hij een leek toe
te geven, omdat zijn geweten zich
met die koninklijke geloofs-aanran-
ding niet kon verenigen. Als alle 50
bisschoppen, waaronder een kardi
naal „ja" menen te kunnen zeggen in
een zuiver-kerkelijke aangelegenheid,
moet een leek toch wel buitengewoon
vast in zijn schoenen staan, als hij
„neen" zegt.
Wegens dat „neen" werd hij van
zijn groot fortuin en hoge waardig
heden beroofd, 15 maanden in de ge
vangenis gezet en daarna onthoofd.
Zulk een man was Thomas More,
kanseiier van Engeland, boezem
vriend van de koning, een gevierd
advocaat en een gewiekste "onder
handelaar met buitenlandse mogend
heden. Nog in de kracht van zijn lo
ven gaf hij ales prijs zijn gezellig
gezin, zijn prachtig huis, zijn rijke
ambten omdat de stem van zijn
geweten „neen" zeide. hoewel de
bisschoppen (op één na) ,ja" zeiden.
Hij en die ene bisschop. John Fisher,
zijn heilig verklaard.
Het was deze van begin tot eind ka
rakter-vaste Thomas More, die een
maand voor zijn dood zijn dochter
Maggy verklaai*de, dat hij „zijn hele
leven als een laffe schurk in zonden
doorgebracht" had. De tegenstelling
tussen zijn verklaring en die van de
145 proefpersonen van de Weense
psycholoog is grappig. Thomas More
was onvoldaan over zichzelve. Ieder
mens. die zichzelf kent, is onvoldaan.
Mensen, die wél voldaan zijn over
zichzelf, missen de grondslag van
alle deugden, de nederigheid, welke
uit scherpe zelfkennis wordt geboren.
Zij missen de moed, het de vermaar
de vermaarde Franse aartsbisschop
Fénélon te künnen nazeggen: „Naar
mate we meer verlicht worden, zien
we onszelf slechter dan we dachten.
We staan verbaasd over onze vroe
gere blindheid, als we .uit ons hart
een hele zwerm van schandelijke aan
vechtingen zien komen, als vuile rep
tielen die uit hun hol kruipen. Maar
hierover moeten we nóch verbaasd,
noch verontrust zijn. We zijn niet
slechter dan we waren, integendeel,
we zijn beter"
Mensen zonder zelfkennis begrij
pen niets van de uitlating van de
door en door brave Thomas More, en
evenmin van de. opmerking, die men
van Vincentius a Paulo afluisterde,
toen hii zichzelf in een. spiegel zag:
„Wat een schoft!"
Zij die zichzelf een schurk en een
schoft noemen, worden heilig-vev-
klaard of zijn in ieder geval op de
goede weg. Zij, die van ènderen
kwaad spreken en roddelen, zijn ge
patenteerde huichelaars, worden niet
heilig verklaard en zijn ook niet op
de gfoede weg het te worden.
Heilige Thomas More. laffe
schurk", vriend van God, bidt voor
ons!
MARIUS.
gen terugkomt, want vandaag heb ik
geen tijd. om iemand te ontvangen.
Aannemen! Een minister-presi
dent uit een der satelietlanden was
bij Stalin ontboden. Tijdens een on
derhoud speelde de man met een
zakdoek en dat irriteerde de maar
schalk ontzettend.
„U bent zeker erg gehecht aan die
zakdoek?", vroeg Stalin sarcastisch.
„Ja zeker", antwoordde de minis
ter-president. „Dat is nog het enige,
waar ik mijn neus in mag steken!"
Afgebluft. Een mijnheer, die
zich er graag op beroemde, dat hij
veel in het buitenland reisde, zat een
gezelschap te vervelen.
„Londen", zo merkte hij op, is on
getwijfeld de neveligste stad ter we
reld.
„Nu moet ik U toch tegenspreken",
zei een van zijn toehoorders. „Ik ben
eens in een veel neveliger plaats ge
weest.
„Zo, in welke plaats dan?", vroeg
de verteller geïrriteerd.
„Dat weet ik niet", antwoordde de
ander. „Daar was het te nevelig
voor!"
Straatprediker. Een nieuwlich
ter, die met een koffer zalvende lec
tuur langs de straat ging, schoot een
man aan, om hem het een en ander
te verkopen.
„Vriend", sprak hij, „hebt ge er wel
eens over nagedacht, hoe kort het le
ven is en hoe plotselmg de dood ons
kan overvallen?"
„Nou. dat zou ik menen", ant
woordde de aangesprokene. „Ik ben
al vijf en twintig jaar agent bij een
levensverzekering!"