Beeldenstorm en langzame opkomst P. v. d. A. valt in zake Nieuw- Guinea regering niet af Kamer Het heet nu Zweedse gwep" „Goede daad" van de Nederlandse rederijen Laffe schurk ZATERDAG 20 JANUARI 1951 L)h LblDSfc. (.UUKANI I WbbDh BLAD - PAGINA 2 YlooAdutifo iwn klein tot gAoot OUNA ELKE PLAATS IN DE MIDDELEEUWEN HAD ZIJN REDERIJ- KERSKAMER en bijna overal hebben deze gezelschappen invloed uit geoefend op de godsdienstkwesties in de 16de eeuw. Zij werden gesticht om toneel en dichtkunst te beoefenen en eenmaal besmet met de geest van de reformatie spotten de rederijkers met vele godsdienstige zaken. ,.De vryheit van monde van deezer luiden ontzagh zich niet, daar 't pas gaf, den paapen op hun zeer te tasten", zegt Hooft. En zij deden dat niet alleen te pas, maar ook vaak te onpas. Het ging er in bij het volk, al die boertigheden en platheden, soms zo erg, dat de overheid zich genood zaakt zag in te grypen. Ook Noordwijk had zijn rederijkers en de ka mer voerde tot zinspreuk: „Uyt liefd'bestaen" en als symbool een lelie tus sen de doornen. De abdij Leeuwenhorst schonk de kamer elk jaar 4 Ca- rolus guldens en daarvoor kwamen de rederijkers Meiliedjes zingen op het plein voor de abdij, terwijl de boeren om de meiboom dansten en de zusters van de galerij van de kerk van haar klooster koekjes strooiden voor de kinderen. „Comt Lelykens bly, Comt huppelen wy 't Is Meyfeest op d'Abdy". Of de rederijkers in Noordwijk veel invloed gehad hebben op de dwaling van de geesten daar, is niet te zeg gen. Maar wel heeft dat gehad de man, die er zijn latijnse school sticht te, nadat hij, wegens ketterse leer stellingen, zijn geboortestad Amster dam was uitgezet en zelfs daarvoor een tijdlang in de gevangenis had doorgebracht. De abdij Leeuwen horst had een school voor adellijke jongedoohters en in 1535 kwam Jan Snijders, volgens de mode van de hu manistische tijd, Joannes Sartorius naar Noordwijk en stichtte er een la tijnse school, waar jongelui uit de adel kwamen Rector Sartorius was na zijn uitwijzing uit Amsterdam en zijn gevangenschap in den Haag niet tot andere gedachten gekomen. Ook in Noordwijk bleef hij ketter en wel sa cramentariër. Want reeds vóór en tij dens Luther's optreden en van hem onafhankelijk waren er in ons land mensen, die de genadewerking van de sacramenten ontkenden evenals Christus werkelijke tegenwoordig heid in het Altaarsacrament; zij wer den sacarmentariërs genoemd en een van hen, Jan de Bakker, die kapelaan was te Woerden, werd op bevel van de inquisitie in 1525 te den Haag als ketter verbrand. In dat zelfde jaar werd Sartorius uit zijn ambt te Amsterdam, waar hij een latijnse school had, ontzet en gevangen genomen. Eenmaal te Noordwijk bezocht hij de bijeenkom sten van de sacramentariërs, die sinds het voorjaar van 1530 te Oegstgeest, Rijnsburg en Noordwijk werden ge houden. Later trok hij naar Bazel, kwam terug naar Holland en ver bleef in Delft om zijn laatste levens jaren weer door te brengen in Noord wijk, waai* hij in 1570 gestorven is. Ongeveer 12 jaar lang was hij rector van de Noordwijkse school en onge twijfeld heeft hij invloed gehad op zijn leerlingen. Rumoer en Beeldenstorm. Over het algemeen bleef het er rustig, in tegenstelling met andere plaatsen, waar de openbare rust en orde vaak door de nieuwlichters werd gestoord. Wel werd er onder het pastoraat van pastoor Hertingh een keer de godsdienstoefening ge stoord; dat was in 1538. Het oprich ten van nieuwe bisdommen in 1559 had ten gevolge, dat er hier en daar rumoer kwam en steeds meer begon het in de Nederlanden te gisten. In 1563 op een nacht in Maart kwamen een paar schuiten uit Leiden met boe ven ende rabbauwen" naar de abdij Leeuwenhorst, waar zij binnen drongen en naar hartelust plunder den. De beeldenstorm kwam in 1566 uit het zuiden over ons land; in Noordwijk werd het klooster van St. Barbara en St. Catharina geplunderd; de daders waren hoofdzakelijk vreemdelingen, daarbij geholpen door enkele inwoners van Noordwijk. Het klooster stak men in brand. De mees te nonnen waren al gevlucht; slechts drie bleven er, ook na de verwoesting wonen, waaronder de priorin, Volckje Michielsdr. van Soetermeer. De parochiekerk bleef gespaard; eerst in 1573 werd zij ontruimd voor de hervormde eredienst. In Noordwij- kerhout bleef de pastoor, verjaagd uit zijn kerk en zijn huis, nog enige tijd in het geheim in zijn parochie; hij had zijn intrek genomen in een huisje op Schippersloot. De geeste lijke goederen en kloostergoederen kwamen aan de Staten, die voor het beheer een geestelijk kantoor te Delft maakten; vroegere kloosterlingen konden levenslang een alimentatie krijgen, zoals onder meer de zusters van het Noordwijkse St. Barbaracon- vent ontvingen. Sociale middeleeuwen. De middeleeuwse Kerk had ook een uitgebreide armenzorg, die toe vertrouwd was aan de H. Geestmees- ters. Gewoonlijk zorgden zij ook voor de zieken en daarom was het middel eeuwse gasthuis niet alleen zieken huis, maar ook verblijf voor armen en reizigers. Reeds in alleroude tijd kende Noordwijk zo'n passantenhuis, dat logies bood aan vreemdelingen en kooplui op hun trektochten in deze streken. Toen var Vilvoorden pastoor van Noordwijk was in het begin van de 14de eeuw, had hij tot kapelaan •\elbrecht Taerninck, die in 1344 overleed als pastoor van Voorhout, 'eze kapelaor. zorgde voor de stich- ng van een nieuw en beter gast uit op de plaats van het oude pas ante rmuls tegenover de kerk. Er kwam een kapel aan en het geheel kwam onder zeggenschap van de abt van Egmond en de abdis van Leeu wenhorst. De stichter schonk in 1340 aan zijn gasthuis bovendien het land, dat hij te Maasland bezat en dat hij er in 1333 had gekocht van Jan Per- sijn. Bij zijn dood schonk hij al zijn goederen aan de abdij van Leeuwen horst; het waren landerijen in Wa teringen en Noordwijk. Dank zij kapelaan Taerninck had Noordwijk nu zijn gasthuis of hos pitaal en konden de zieken er ver pleegd worden en armen er worden opgenomen. De brand van 1450 heeft het beschadigd, maar de abdij liet het herstellen. De kapel had een eigen priester als rector en in de gasthuiskapel werd zelfs in 1506 een vicarie gesticht door Dire van der Does, die dijkgraaf en baljuw van Rijnland was. De goederen van dit gasthuis gingen met die van Leeu wenhorst aan de Staten. Het H. Geesthuis. Naast het gasthuis stond er nog het H. Geesthuis, voor de hulp aan de armen; het huis stond aan de Voorstraat en verder tot de H. Geest- weg. Het bezat vele landerijen, waar van echter een deel in 1482 werd ver kocht toen de dure tijden veel eisten voor de armenzorg. In 1570 kwam er een waag bij het H. Geesthuis en de helft van de opbrengst was voor de armen. In 1617 werd er in het dorp een weeshuis gesticht. Toen werd het H. Geesthuis omgedoopt tot gast- en proveniershuis. Alles werd wegpi broken in 1887 bij de bouw van een nieuw raadhuis. Ook het H. Geesthuis had, evenals het gasthuis, een eigen kapel met een vaste priester ter be diening van de kapel. Tweede Kamer UJjt de „geheime" i 1 wie verder denI koopt motvrlj L Nadat de Tweede Kamer gister middag nog gedurende drie kwar tier met gesloten deur had verga derd, heeft de voorzitter in de open bare vergadering medegedeeld, dat de Kamer in haar comité-generaal had besloten tot publicatie van die passages uit de „Handelingen" van het comité-generaal van 28 en 29 September 1950, welke betrekking hebben op het contact tussen de re gering en de Staten-Generaal met betreking tot de toen komende on derhandelingen met Indonesië over Nieuw-Guinea. Na de mededeling van de voorzit ter heelt de heer SCHOUTEN (A.R.) opgemerkt, dat hij z.i. nog gelegen heid moet hebben' nogmaals te spre ken. De VOORZITTER bleek het daar mee eens te zijn. Daarop werden de beraadslagingen over de nota inzake Nieuw-Guinea voortgezet. Niet geschikt. De heer WELTER (K.N.P.) ver klaarde steeds geloofd te hebben, dat deze regering haar standpunt zou prijs geven. Z.i. had de rege ring zich al bij de R.T.C. vertrouwd gemaakt met het denkbeeld Nieuw- Guinea prijs te geven. Naar spre kers oerdeel is de Partij van de Ar beid niet geschikt om regeringsver antwoordelijkheid te dragen. Hij laakte haar optreden en betoogde vervolgens, dat de K.V.P. is geko men in een toestand van horigheid aan de Partij van de Arbeid. Z.i. moet de kwestie Nieuw-Guinea uit sluitend uit een oogpunt van recht worden beschouwd. Nieuw-Guinea moet tot elke prijs behouden wor den onder de kroon van Nederland. Spr. zeide niet te begrijpen, dat dit kabinet nu nog kan blijven zitten. Voorstander van besprekingen op internationale basis. Dc heer DE KADT (Arb.) zeide het steeds te hebben betreurd, dat men in 1949 niet een alles omvat tende regeling der betrekkingen tot Indonesië tot stand heeft kunnen brengen. Het is z.i. onmogelijk een politiek van vrede en samenwerking in een deel van Indonesië te hebben en een blijvend conflict in een ander deel, met name Nieuw-Guinea. Kun nen we de Papoea's blijven bescher men? Zullen we hen niet, als we zijn uitgeput, aan hun lot moeten overlaten? En zal dan hun lot nog niet veel afschuwelijker zijn? Voorts vroeg hij de aandacht voor de kos ten, die ontwikkeling, exploitatie en exploratie zullen vergen.- In verband met de elementen, die voorkomen ip het op 8 Januari door de P.v.d.A. geformuleerde stand punt besprak de heer De Kadt ver volgens het standpunt van de frac tie. Nieuw-Guinea is materieel voor Nederland een belasting, die niet is rVE LAATSTE TIJD openbaart zich om de twee jaar een goedaardige vorm van griep. In Januari 1949 spraften we van Italiaanse griep, die naar het heet in Sardinië was begonnen, ons land via België bereikte en niet verder noordelijk kwam dan Groningen. Dit jaar kwam een ziekte van hetzelfde karakter ook uit België, maar had de influenza zijn oor sprong genomen in de Scandinavische landen en een omweg gemaakt over Engeland. Heel veel mensen zijn er thans in het Noorden ziek geworden: negen tiende van de Deense bevolking heeft er aan moeten geloven. Of dat erg is? Wat het karakter van de ziekte betreft gelukkig niet, maar men kan zich gemakkelijk voorstellen wat een ongeriefelijke stagnatie i verkeer door zulk een massaal ziekzijn worden den vitamine C geeft mogelijk ver hoging van de onvatbaarheid, in ieder geval is sinaasappelsap vrijwel voor iedereen smakelijk en onschadelijk. En dan is er nog iets, wat veel te dikwijls wordt vergeten en wat veel beter is dan het slikken van pillen en tabletten: tijdig naar bed gaan! Een buitengewoon eenvoudig middel om de weerstand van het lichaam te verhogen. ONVATBAARHEID NA GRIFPAANVAL. De meeste influenza-epidemieën heersen een maand of twee. Het is tot nu toe niet voorgekomen, voor zo ver men weet, dat iemand twee keer gedurende één griepgolf'de ziekte doormaakte; hieruit kan worden af geleid dat het doormaken van een aanval een immuniteit (onvatbaar heid) van ten minste acht weken achterlaat. Naast dpze vorm van on vatbaarheid kennen we de kunstma tig opgewekte immuniteit, die het gevolg is van inenting tegen in fluenza. Deze blijft langer bestaan (ongeveer een jaar). Aan dc kwestie van inenten zitten belangrijke wetenschappelijke en practische vraagstukken vast. In Oc tober 1945 werd het gehele Ameri kaanse leger ingeënt, dit gaf een ver mindering van het ziekworden van bijna 100 pet., er is dus geen twijfel aan dat op de kunstmatige imunisa- tie grote verwachtingen mogen wor den gebouwd. Ook de inentingen in Nederland, zoals die de laatste jaren verricht zijn bij het Philipspersoneel in Eindhoven, bevestigen deze ver wachtingen. De productie van in- fluenza-vaccin in ons land vindt re gelmatig voortgang en we kunnen er zeker van zijn, dat vaccinatie van het personeel ir grote verblijven, van de bevolking in internaten, van medici en verpleegsters en van bepaalde per sonen voor wie het doorstaan van griep extra gevaren oplevert, meer en meer gebruikelijk zal worden. Dr H. W. S. in industrie zaakt. HOE KUNNEN WIJ ONS BESCHERMEN? Om zulke onverkwikkelijke maat schappelijke verwikkeling tegen te gaan. heeft het stellig betekenis dat een ieder zich zo goed mogelijk te gen het oplopen van influenza be schut. Voor de allermeeste mensen komt dat op het nemen van enkele eenvoudige maatregelen neer. In de eerste plaats is daar het mij den van mensen-ophopingen. Bezoek geen vergaderingen en beleg ze ook niet als het niet hard nodig is: wat op vele bijeenkomsten wordt besproken is dikwijls niet zo be langrijk dat het niet een maandje kan blijven liggen. Stel ook gezellig- heidsbezoeken per overvolle trein, tram of bus, nog wat uit; de mensen die voor hun werk van openbare ver voersmiddelen gebruik moeten ma ken behoeven dan minder bloot te staan aan onmiddellijk contact met niesende en keelschrapende medepas sagiers! En wanneer het kan, moeten ze zelf maar op de fiets of een eind- weegs te voet naar het werk gaan, want beter dan de benauwde en be smette atmosfeer van bus en trein is de buitenlucht. Wel is 't nodig dat men goede schoenen draagt, waar geen vocht in doordringt, en dat men zich zo mogelijk in wol kleedt, omdat kou vatten een verzwakkend moment vormt. De influenza-infectie die niet het werk is van een bacil, maar van een zg. virus heeft zijn intreeplaats namelijk in de bovenste luchtwegen: neus, keel en luchtpijp dus. Vandaar dat ook wel wordt aangeraden de keelholte te desinfecteren met een of ander daarvoor geschikt middel (de huisdokter kan u het best hier voor advies geven). Kouvatten voor komen kan men tot op zekere hoogte ook door het innemen van kinine en door warme dranken te gebruiken: cognacgroc voor wie het lekker vindt, warme kwast, hete koffie voor wie geen alcohol wil nemen. Het gebruik van grote hoeveelhe- tc dragen en zedelijk is het onmoge lijk de mensen van Nieuw-Guinea voldoende te beschermen. Voor alles moet gezocht worden naar overeenstemming met Indone sië en de fractie is bereid in de loop van reële onderhandelingen to overdracht te komen. Zouden pogin gen om dit inzicht baan te doen bre ken gediend zijn met opzeggen van het vertrouwen in de regering? Spr. merkte op, dat er een duide lijk meningsverschil is tussen zijn fractie en de regering, maar in dit stadium van internationale en na tionale ontwikkeling acht hij de j Nieuw-Guineakwestie en dc Indone sische kwestie niet van zodanige betekenis, dat diepgaand meningsver schil zou mogen leiden tot het opzeg gen van het vertrouwen. Met het partijbestuur vindt spr. waardeerbare elementen in de rege ringsvoorstellen. Naar zijn opvatting wil de regering haar vroegere belof ten handhaven. Als men de rege ring wil veroordelen omdat ze'in haar beleid tekort schiet zal men onze steun niet krijgen, verklaarde de heer De Kadt. Waardering bleek spr. te hebben voor het tweede voor stel, voortzetting der onderhandelin gen in internationaal milieu. Wij willen onderhandelen, zeide hij en wii zijn bereid daarbij ver te gaan. Wij zijn niet bereid, zo vervolgde hij, te onderhandelen op de basis, die Indonesië aangeeft. Door opzeg ging der Unie schaadt men zichzelf. Spr. wilde nieuwe besprekingen op interantionale basis. De heerVONK (V.V.D.) zeide. dat het kan wezen, dat de regering in een dwangpositie is gekomen dooi de verwerping van het slotvoorstel. Het extremisme in Indonesië noemde hij een reëel gevaar. Sor. zeide noir niet te zien hoe het kabinet in staat kan zijn Ni°uw-Guinea te behouden, het heeft ziin kansen verspeeld. Mist opgetrokken. De h.-er TILANUS (C.H.) de ge beurtenissen der laatste dagen aan roerend. zeide. dat thans de mist is ugetrokken en dat men er de schou ders over zou kunnen ophalen, maar het wa<= ernstig. Het is zh'ns inziens rtnen tüd voor c^canad-^. wii nc"'- de. dat de minster zHr» tno,",n-'"'iiRr niet heeft j* ebroken. Voortzet!'n* rier onderhandelingen 'met pebrnjV maken van de TTnci .vond hii niet gelukkig N«derlenH zal zijn olïcht tegenover Nie"w-Guïnea rekten doen Te half 7es is de vergadering ver daagd tot Dinsdag. DE (NYLON) KOUS OP DE KOP. De smokkelaar J W. uit St. Wille- brord heeft de (nylon)kous op de kop gekregen, toen hij Dinsdagnacht met een vrachte van 600 paar nylons uit België op weg naar huis was. Te Sprundel liep hij recht in de armen van een agent van de rijkspolitie, die de man arresteerde. De smokke laar, die voor ƒ2.500 kousen bij zich had, is te Breda ingesloten. Wat is er in de geheime zitting op 28 cn 29 Sept. verledcu jaar inet be trekking tot de status van Nieuw- Guinea door dc Regering aan de Tweede Kamer toegezegd". Uit deze geheime zitting zijn thans de volgende citaten publiek gemaakt. De heer ROMiME: In de commissie voor Uniezaken heeft de Regering de toezeggmg gedaan, om door middel van dit orgaan de Kamer op de hoogte te zullen houden van het verloop van de onderhandelingen en met die commissie voeling te zullen hou den. Wij menen, dat in deze uiter mate gewichtige zaak deze toezeg ging terecht door de Regering is gedaan en dat van de zijde van de commissie voor Uniezaken naar mijn gevoelen het ook altijd is ont vangen en aanvaard. De heer VAN MAARSEVEEN, mi nister voor Uniezaken en Overzeese rijksdelen: Wanneer een redelijk tegenvoor stel zou worden gedaan, dan zal de Regering zich daarover hebben te beraden, maar het ligt in de be doeling van de Regering om dien aangaande geen beslising te men dan nadat zij tevoren heeft geraadpleegd de commissie voor Uniezaken. Dat is bij een goede sa menwerking tussen Regering ei parlement op zich zelf reeds een eis, het is ook een eis van prac- tisch beleid, want de Regering zal altijd voor ogen moeten houden, ,dat geen enkele oplossing van dit probleem mogelijk is zonder uiteindelijke goedkeuring van het parlement. En indien de Regering met miskenning van de rechten van het parlement zou komen met een oplossing, die door het parle ment verworpen zou worden, dan zou dit resultaat veel ernstiger zijn voor de verhoudingen tussen Ne derland en Indonesië dan een vol slagen mislukking van de confe rentie. De heer SCHERMERHORN: Eik redelijk tegenvoorstel zal de Regering overwegen. Ik heb met vreugde deze uitspraak vernomen. Verder heeft de minister gezegd, dat de inhoud van dergelijke voor stellen met de overwegingen van de Regering tegelegenerti.id aan commissie voor Uniezaken uit deze Kamer worden voorgelegd. Met dit alles ben ik tevreden. De vraag wordt gesteld: „Heeft mi nister Van Maarseveen nu inderdaad „tegelegenertijd" met de commissie voor Uniezaken ui* de Tweede Ka mer redelijk contact gehad? Gistermiddag meende de heer Vonk (V.V.D.) van niet en de heer Tilanus (C.H.) van wel. Wie gelijk heeft zou uit de notulen dier com missie-vergaderingen moeten blij ken, maar die zijn ook geheim. Aangenomen kan worden, dat de minister de commissie heeft inge licht en daardoor de Kamer. Dank zij een spontane geste van de Nederlandse redersgemeenschap is, zo verneemt het N. v. d. D. van de di recteur-generaal van Scheepvaart, het probleem om de 200.000 ton in Amerika bestelde steenkool naar Neder land te vervoeren volledig opgelost. Ter wille van de binnenlandse economie hebben de reder» vour dit doel tonnage uit de ongeregelde vaart en zelfs schepen van de lijndiensten be schikbaar gesfteld. De reders nebben in vele gevallen ook afstand gedaan van hogerfe winsten, die zij door ander vervoer hadden kunnen verkrij gen. Deze geste van de rederijen, die voor ons land van ze groot belang is, bespaart ons een aanzienlijk bedrag aan dollars, want door de hoge Ame rikaanse vrachtprijzen zou het vervoer met Amerikaanse schepen een groot bedrag aan deviezen hebben gekost. Thans behoeven de vrachtkos ten slechts in guldens en tegen zeer redelijke tarieven te worden vol daan. Huwelijk werd vo trokken zonder handtekeningen Te Emmeloord in de Noord- Oostpolder werd op het voorlo pig raadhuis op 16 September 1950 het huwelijk voltrokken van een jong echtpaar. Dinsdag, dus vier maanden later, werden het echtpaar en de schoonouders van de bruidegom opgebeld om alsnog hun handtekening te ko men plaatsen. Men had namelijk op de trouwdag verzuimd dc re gisters te tekenen. WATERSNOOD IN FRIESLAND MINDER GEVAARLIJK. Hoewel het gemiddelde waterpeil in Friesland gisteren van 63.7 tot 64.7 boven Fries zomerpeil bleek te zijn gestegen, is de situatie voor het lage Noordelijke deel van de provin cie minder dreigend geworden. Vooral ook, omdat de harde Noord westelijke wind is gaan liggen. Voor "de Louwsmeer in de ge meente Tietjerksteradeel is de toe stand echter nog zorgelijk, want er is Zoveel water over de dijk gevloeid, dat de waterstand in de polder in een nacht 20 centimeter steeg. De dijk is poreus geworden. Een doorbraak wordt nog steeds mogelijk geacht. Sic1aK.d-aap.je0 Onrechtvaardigheid. Een vader, wiens zoontje sinds September de la gere school bezoekt, wilde zich eens op de hoogte stellen van zijn vorde ringen op het pad der wijsheid. „Wat heb je al geleerd Pietje?", vroeg papa welwillend. „Dat de wereld onrechtvaardig is!", antwoordde zoonlief. Daar zat die vader te kijken. Hij kon zich niet voorstellen, dat de kin deren zoiets in de eerste klas al leer den. Pietje bemerkte de twijfel bij zijn vader en vond het daarom nodig de zaak te verduidelijken. „Kijk", zei hij. „de juffrouw wordt betaald en wij moeten het werk Deze tijd. Een gids, die een ge zelschap moest rondleiden in een mu seum, bleef in de hall staan en zei „Ik kan U het museum nog niet la ten zien, want het is er verboden te roken". „Maar wij roken niet", merkte iemand uit het gezelschap op. „Nee. maar ik rook!", antwoordde de gids. Gezellig huwelijk. Toen de pro fessor aan het ontbijt verscheen, stond zijn vrouw voor het venster naar de vallende sneeuwvlokken te kijken. „Nu man, de winter is er", zucht te ze. „Wel verdraaid", bromde de pro fessor. „Vraag asjeblieft of hij mor Zondag.moA.gen ,Je domme vader heeft zijn hele leven als een laffe schurk in zonden doorgebracht" zei een vader tot zijn dochter. Wanneer iemand van zichzelf zo'n mooi getuigschrift afgeeft, terwijl hij in de gevangenis op het doodvonnis zit te w-achten, is het niet boud te veronderstellen, dat hij het een en ander op zijn Kerfstok heeft gehad! Vorige week werd in dit ons lijf blad 'n kostelijk rapport opgenomen over de uitkomsten, die een Weens psycholoog („zielkundige") had verkregen door aan 145 proefperso nen een uiterst vleiend getuigschrift toe te zenden over hun karakter eigenschappen. Slechts 5 ten honderd van de proefpersonen erkende, dat deze litanie van de deugden niet op hen van toepassing was. De andere 95 trapte erin, werkelijk menend, dat zii zulke voortreffelijke lieden waren, als de psycholoog 'hen -beweer de te ziin (ofschoon hij ze nog nooit had ontmoet D- De domme, laffe schurk, die zich zelf tegenover zijn dochter Maggy aanklaagde is het wordt door nie mand betwist een van de be kwaamste, edelste en heiligste man nen geweest, die het menselijk ge slacht heeft voortgebracht. De adel dom van zijn karakter doorstraalde zijn ganse leven en schitterde fel óp aan het einde ervan. Terwijl op één na alle bisschoppen van Bngeland over stag gingen voor de kerkelijke aanmatiging van koning Hendrik VIII, weigerde hij een leek toe te geven, omdat zijn geweten zich met die koninklijke geloofs-aanran- ding niet kon verenigen. Als alle 50 bisschoppen, waaronder een kardi naal „ja" menen te kunnen zeggen in een zuiver-kerkelijke aangelegenheid, moet een leek toch wel buitengewoon vast in zijn schoenen staan, als hij „neen" zegt. Wegens dat „neen" werd hij van zijn groot fortuin en hoge waardig heden beroofd, 15 maanden in de ge vangenis gezet en daarna onthoofd. Zulk een man was Thomas More, kanseiier van Engeland, boezem vriend van de koning, een gevierd advocaat en een gewiekste "onder handelaar met buitenlandse mogend heden. Nog in de kracht van zijn lo ven gaf hij ales prijs zijn gezellig gezin, zijn prachtig huis, zijn rijke ambten omdat de stem van zijn geweten „neen" zeide. hoewel de bisschoppen (op één na) ,ja" zeiden. Hij en die ene bisschop. John Fisher, zijn heilig verklaard. Het was deze van begin tot eind ka rakter-vaste Thomas More, die een maand voor zijn dood zijn dochter Maggy verklaai*de, dat hij „zijn hele leven als een laffe schurk in zonden doorgebracht" had. De tegenstelling tussen zijn verklaring en die van de 145 proefpersonen van de Weense psycholoog is grappig. Thomas More was onvoldaan over zichzelve. Ieder mens. die zichzelf kent, is onvoldaan. Mensen, die wél voldaan zijn over zichzelf, missen de grondslag van alle deugden, de nederigheid, welke uit scherpe zelfkennis wordt geboren. Zij missen de moed, het de vermaar de vermaarde Franse aartsbisschop Fénélon te künnen nazeggen: „Naar mate we meer verlicht worden, zien we onszelf slechter dan we dachten. We staan verbaasd over onze vroe gere blindheid, als we .uit ons hart een hele zwerm van schandelijke aan vechtingen zien komen, als vuile rep tielen die uit hun hol kruipen. Maar hierover moeten we nóch verbaasd, noch verontrust zijn. We zijn niet slechter dan we waren, integendeel, we zijn beter" Mensen zonder zelfkennis begrij pen niets van de uitlating van de door en door brave Thomas More, en evenmin van de. opmerking, die men van Vincentius a Paulo afluisterde, toen hii zichzelf in een. spiegel zag: „Wat een schoft!" Zij die zichzelf een schurk en een schoft noemen, worden heilig-vev- klaard of zijn in ieder geval op de goede weg. Zij, die van ènderen kwaad spreken en roddelen, zijn ge patenteerde huichelaars, worden niet heilig verklaard en zijn ook niet op de gfoede weg het te worden. Heilige Thomas More. laffe schurk", vriend van God, bidt voor ons! MARIUS. gen terugkomt, want vandaag heb ik geen tijd. om iemand te ontvangen. Aannemen! Een minister-presi dent uit een der satelietlanden was bij Stalin ontboden. Tijdens een on derhoud speelde de man met een zakdoek en dat irriteerde de maar schalk ontzettend. „U bent zeker erg gehecht aan die zakdoek?", vroeg Stalin sarcastisch. „Ja zeker", antwoordde de minis ter-president. „Dat is nog het enige, waar ik mijn neus in mag steken!" Afgebluft. Een mijnheer, die zich er graag op beroemde, dat hij veel in het buitenland reisde, zat een gezelschap te vervelen. „Londen", zo merkte hij op, is on getwijfeld de neveligste stad ter we reld. „Nu moet ik U toch tegenspreken", zei een van zijn toehoorders. „Ik ben eens in een veel neveliger plaats ge weest. „Zo, in welke plaats dan?", vroeg de verteller geïrriteerd. „Dat weet ik niet", antwoordde de ander. „Daar was het te nevelig voor!" Straatprediker. Een nieuwlich ter, die met een koffer zalvende lec tuur langs de straat ging, schoot een man aan, om hem het een en ander te verkopen. „Vriend", sprak hij, „hebt ge er wel eens over nagedacht, hoe kort het le ven is en hoe plotselmg de dood ons kan overvallen?" „Nou. dat zou ik menen", ant woordde de aangesprokene. „Ik ben al vijf en twintig jaar agent bij een levensverzekering!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6