T A Q -A/T A XT T T7 een R|Jk lAnö, ÖAt
Tvi IA IN I 1L, Bouwt aan zijn toekomst
Van Strafkolonie tot Emigratieland
öoor aeel tasman ontöekt
ZATERDAG 13 JANUARI 1951I E LE SE C fURAN'I TWEEDE BLAD - PAGINA 1
Even later kwamen er meer aan
boord. Er werd nu levendige handen
gedreven: a ie cocosnoten voor eer
oude spijker! Er kwam nog een oude
man, die opperhoofd scheen te zijn. i
Men leidde hem in de kajuit, waar i
een hop-öopseR in weckmq
«71E VERRE REIZEN DOET, KAN VEEL VERHALEN! Hoe juist dit
spreekwoord is, ontdekten wij ten overvloede overigens weer eens
bij het doorbladeren van de reisbeschrijving, waarin de beroemde Neder
landse ontdekkingsreiziger Abel Tasman verhaalt, hoe hij in de jaren
16421644 Tasmanië en verschillende andere eilanden in de geheimzinnige
Zuidzee ontdekte. Abe; Tasman werd in 1603 te Lutjegast (Groningen)
geboren en in dienst van de Oost Indische Compagnie kreeg hij in 1642 op
dracht „tot de ontdecking van het Zuitlandt". Twee zeilschepen, met 100'
koppen bemand, voeren op 14 Augustus uit de haven van Batavia, om te
onderzoeken of Oostland (Nieuw Guinea) en Zuidland (Australië) één ge
heel uitmaakten en tot waar de Zuid- en Oostgrens van het grote continent
(Australië) liep. Het Zuidland was niet geheel onbekend; men wist, dati
zich ten Zuiden van Java van 20 tot 35 graden Zuiderbreedte vermoedelijk
een groot vast land moest bevinden. Verschillende punten waren reeds door
Hollandse schepen gezien. Abel Tasman nu moest zekerheid brengen.
Hij voer eerst naar het bekende eiland Mauritius en vertrok daarvan op
S October. Na anderhalve maand kwam er voor het eerst land in zicht en
op 24 November bereikte men de kust van het eiland Tasmanië, de zuide
lijkste punt van Australië. Abel Tasman schrijft in zijn scheepsjournaal:
„Dit landt het eerste landt in de Zuijt Zee dan ons ontmoet is, ende van
Geen europijsche Volckeven noch bekent is, zoo hebben wij dit landt de
naem gegeven van Anthoonij van Diemens landt ter eren van d'E De Hr
Souvr Generael onze hooge overicheijt die ons heeft uijt gezonden om deze
jntdeckinge te doen'". Hij doopte dus het door hem ontdekte land, dat nog
ïan geen Europees volk bekend was, Van Diemensland, ter ere van de
eenmalige gouverneur generaal van Ned. O.-Indië
.en öe bobr, hij ploeqöe vooRt.
Eerste ontmoetingen
met inboorlingen
Zonder aan land te gaan werd de
reis voortgezet. Op 13 December
werd tegen de middag een hoog land
gezien (Nieuw Zeeland). Men tracht
te nu aan land te komen, om water
en groente te zoeken, maar uit vrees
voor inboorlingen, moest dit zeer
voorzichtig gebeuren. De 19e kwam
een praam met 13 mannen tot vlak
voor het schip. Tasman beschrijft
hen als van gewone lengte, grof van
stem en gebeente, een kleur tussen
bruin en geel, met zwart haar, dat
recht op het hoofd was vastgebon
den, zoals de Japanners dat deden,
versierd met een dikke witte veer.
Er werd een sloep neergelaten om
contact te krijgen met de inlanders,
maar het gevolg was een hevig ge
vecht, waarbij enige zeelieden gedood
werden. Daarop werden de ankers
gelicht „alzoo niet conden oordelen
hier eenige vruritschap met dit volcq
te maecken, noch water off verver-
zinge te becoomen Zoude sijn". Dit
tweede land, door Tasman ontdekt,
kreeg de naam van het „Staten
landt".
Het was 6 Januari 1643 voordat op
nieuw land aangedaan werd. Tasman
noemde het, naar het feest van deze
dag, Drie Koningen-eiland. Weer ge
lukte het niet om water te bemach
tigen.
hij het hoofd boog tot aan de voeten
der Hollanders, die daarop hetzelfde
deden. Na dit eerbetoon werden
weer spiegeltjes als blijken van goe
de verstandhouding aangeboden. La
ter op de avond werden nog varkens
en wortelen gebracht, in ruil voor
een stuk koperdraad.Het opper
hoofd kreeg een hemd en een hoed,
waarmee hij buitengewoon vereerd
was.
Enige dagen later werd op een an
der eilandje voldoende water gevon
den, maar de bevolking was hier
minder vriendelijk. Tasman schrijft:
„Dit volck is overdadich dertel
brootdroncken en dieffachtich soo
dat argus oogen vor een mensche
naeuwelijck genoch Zijn om toe te
kijeken"
Hoe de reis verder verliep, langs
de westkust van Nieuw-Guinea, zul
len we onbesproken laten, evena's de
aankomst in Batavia op 15 Juni 1643.
We zijn ons doel reeds voorbij ge
streefd: Tasmanië. Keren wij daar
thans tot terug.
STRAFKOLONIE.
Over de geschiedenis van het Van
Diemensland kunnen we kort zijn.
Het werd Brits bezit én door de En
gelsen gebruikt als strafkolonie ge
bruikt (18031853). Ook vrije emi
granten werden toegelaten en hét
was op hun verzoek, dat de naam
/an Diemensland (ongunstig gewor
den naam, wegens de deportatie) in
1843 werd veranderd is Tasmanië,
herinnerend aan de ontdekker van
dit eiland.
Van de oorspronkelijke bewoners
is er niet één meer overgebleven. De
laatste stierf in 1876, eveneens ten
prooi gevallen aan het uitroei-sys^
teem van de Engelsen, „brengers der
moderne beschaving"Het was
een rustig, goedhartig en zachtaardig
volk, behorend tot de meest primL
tieve stammen en wellicht meer ver
want aan de Papoea dan aan het
Australische ras. Zij woonden in
kleine hutten van twijgen en gras,
jaagden en voedden zich met plan
ten en vissen, hadden slechts stenen
werktuigen, gebruikten stukken
boomschors als boten en droegen pri
mitieve sieraden van tanden en been
deren aan banden om hun rood en
zwart geverfde lichamen.
DUN BEVOLKT.
De tegenwoordige bevolking van
Tasmanië bestaèt dus geheel uit im
migranten (naar hier verhuisde
vreemdelingen), voor 99 pet. blan
ken, waarvan 96 pet. Engelsen, in
totaal 218.000, dus evenveel als de
stad Utrecht. Het land is ongeveer zo
groot als Nederland en wanneer men
ziet, dat er alleen al in de hoofdstad
Hobart 76.000 mensen wonen (meer
dan 30 pet.), dan blijkt duidelijk, dat
Tasmanië sterk onderbevolkt is.
Slechts een derde van het land is be
woond. In de tweede stad Laun-
ceston wonen 4u 000 mensen; de an
dere steden blijven alle beneden de
15.000.
Toch is het land gezegend met na
tuurlijke rijkdommen, die slechts
wachten op ontginning. Hiermede be
doelen we niet op de eerste plaats de
delfstoffeii, al wordt er veel steen
kool, koper, goud, zilver, looderts en
tin gevonden, maar de vruchtbare
bodem, die op de eerste plaats voor
veeteelt wordt gebezigd.
Het land, 67.900 km.2, is bergach
tig en gedeeltelijk bedekt met vul-
canisch gesteente, soms meer dan
1500 meter hoog. In de bergen vind$
men vele wouden met naaldboomeri
en beuken. Bovendien groeien er de
enorm hoge eucalypten, waarvan het
hout zeer geschikt is voor de scheeps
bouw en als zodanig dan ook in
grote hoeveelheden wordt uitge
voerd.
GEMATIGD KLIMAAT.
Het klimaat in deze kleinste „ori
ginal state" van het Australische Ge
menebest is gematigd. Het is er zacht
en vochtig, met een gemiddelde neer
slag van 600 mm. per jaar In Januari
(midden zomer!) is de temperatuur
10 graden, in Juli 7, gemiddeld 12
graden. Er is oovendien een gelijk
matige regenverdeling. Het is heel
typisch, dat practisch geen enkele
inlandse plant cultuurgewas gewor
den is. Ook alle voorkomende huis
dieren en soorten van gebruiksvee
zijn uit Europa ingevoerd
Een vrij recente veetelling wees
uit, dat er in Tasmanië 26.000 paar
den waren, 225.000 runderen, 50.000
varkens en 2.160.000 schapen. De
laatsten zijn dus sterk in de meer
derheid. En dat is niet te verwonde
SPIJKERS VOOR VARKENS.
EN KOPERDRAAD
zeiL-weöstRijöen op oeRweni rivcr bij hobart
ren, aangezien Australië de wolleve
rancier bij uitstek is. Tasmanië le
vert hierin een groot aandeel.
Het is bekend, dat overal ter we
reld de Australische wol het meest
gevraagd wor t De schapen hebben
daar dan ook een lange, fijne, zachte
wolbedekking, waarvan de productie
de grootste steunpilaar is van het
economisch leven in Tasmanië. Men
vindt er uitgestrekte grasvlakten,
waarop grote kudden schapen vredig
grazen, onbewust wan hun uiterst be
langrijke positie in dit land.
OOK LANDBOUW.
Behalve wol voert Tasmanië ook
nog andere producten uit. We wezen
reeds op de delfstoffen. Zeer be
langrijk is ook de export van fruit
en jams Er is jaarlijks een gemid
delde appeloogst van 7.500.000 sche
pel, waarvan er voor de oorlog
3.000.000 naar Engeland werden uit
gevoerd.
Is Tasmanië op de eerste plaats
een veeteeltian'* en daarna voor een
goed deel op de landbouw aangewe
zen, toch ontwikkelt er zich ook een
bloeiende industrie. Dit is vooral
mogelijk geworden, sedert op grote
schaal hydro-electrische installaties
werden aangelegd in de talrijke ri
vieren en meren waardoor op goed
kope wijze electriciteit verkregen
wordt. De hslft van de totale capa
citeit der hydro-electricische installa
ties wordt opgelost door de mijnen.
Er zijn 13.000.000 Austr. ponden aan
de installaties besteed.
Van de landbouw moet nog de
hop-verbouw genoemd worden, voor
al langs de Derwent River, die bij de
hoofd- en havenstad Hobart in zee
uitmondt. Er wordt beweerd, dat de
hop uit Tasmanië een vergelijking
met de beroemde hop uit Kent (En
geland) glansrijk kan doorstaan! Het
-is typisch hoeveel Engelse gewas
sen fruit en bloemen hier gekweekt
worden. Verklaarbaar is dit natuur
lijk uit het feit, dat Engeland in 1770
Tasmanië in bezit nam en daar een
klimaat aantrof, dat practisch gelijk
was als dat in het moederland, al is
het er iets warmer en telt het land
meer uren zonneschijn.
De visserij is in Tasmanië niet
zo belangrijk als de sterk gebrokm
kust, met vele natuurlijke havens,
zou doen vermoeden. Er wordt, voor
al in het zuiden, slechts enige trawl-
visserij uitgeoefend.
Wel belangrijk is echter nog een
andere bron van inkomsten: het tou
risme! Tasmanië is zeer in trek om
de vrij koele zomers en om de oude
gebouwen, die men in de steden nog
vindt als herinneringen aan de eer
ste geschiedenis van Tasmanië. De
ruïnes van Port Arthur trekken
eveneens veel touristen. Jaarlijks
j wordt er 2 000.000 pond ontvangen
uit het tourisme.
een zo dun bevolkte streek woont,
dat schoolgaan een onmogelijkheid is.
De staatsscholen nemen er een
zeer belangrijke plaats aan, hoewel
er op onderwijsgebied een volko
men vrijheid bestaat en men er ook
katholieke scholen vindt, evenals
onderwijs-instellingen van andere
richtingen. De katholieken bezitten
er, naast de verschillende lagere j
scholen, twee middelbare scholen,
een huishoudschool voor meisjes en
een ambachtsschool voor jongens.
Ouders wiei kinderen naar niet-ka-
tholieken scholen gaan, zijn uitge
sloten van de Sacramenten. Slechts j
de bisschop kan hiervan ontheffing
verlenen en doet dat b.v. wanneer
er geen kath. school in de omge
ving is.
Voor deze moeilijkheid heeft men
trouwens nog een andere oplossing
gevonden. In z.g. „caravans", moder-
ne woonwagens, rijden religieusc
onderwijzeressen door heel het land,
om aan huis onderwijs te geven aan
kinderen, die geen kath. school kun- j
nen bezoeken. Het openbaar onder- j
wijs, ook de middelbare scholen, dus
tot aan de Universiteit, is geheel gra
tis. Helaas is het ons niet bekend, i
of dit ook voor het bijzonder onder- j
wijs geldt.
KATHOLIEKE LEVEN.
Het onderwijs brengt ons er van
zelf op om iets meer te vertellen over i
het katholicisme in Tasmanië. In het I
kort deed de bisschop van Hobart,
mgr. Ernest Tweedy, dit al, toen hij
eind December 1950 in ons land ver
toefde, welk interview in ons blad
van 8 December werd gepubliceerd.
Het was in 1821, toen de eerste
priester, de Ier Connoly, voet aan
wal zette op Tasmanië, om de ziel
zorg uit te oefenen onder de katho-
lieke immigranten. In 1834 werd
Australië een zelfstandig Aposto
lisch Vicariaat en in 1842 werd de
hiërarchie ingesteld. Sydney werd
aartsbisdom en onder de sufiragaan-
bisdommen bevond zich ook Hobart. 1
De eerste bisschop van Hobart,
mgr. Wilson, kantte zich fel tegen
het systeem van deportatie, dat de
Engelsen toepasten. Zijn protest had
succes, want in 1871 werd Tasmanië j
als deportatieland afgeschreven.
Onder de vele moeilijkheden, die
de Katholieken moesten overwinnen,
was in 1871 het invoeren van neu- i
traal onderwijs en wel zó, dat er I
geen subsidies meer werden ver-
strekt aan het bijzonder onderwijs.
Tegen de verdrukking in groeide
toch het aantal katholieke scholen.
Ook op andere terreinen hebben
de katholieke hun invloéd doen gel- i
den, zoals in de neutrale vakbonden,
die een monopolie uitoefenen, zodat
een katholieke vakbond nog niet mo
gelijk is. De Kath. Kerk staat in I
Tasmanië echter in hoog aanzien,
mede door de morele invloed, die zij
op haar gelovigen heeft, De ver
standhouding met de Engelse kerk
(40 pet. van de bevolking) is goed.
Het aantal katholieken is er niet
groot. Van de 218.000 inwoners zijn
er 40.000, dus 18 pet. katholiek. Er
zijn momenteel 53 priester met de
zilezorg belast, een aantal, dat groot
genoeg zou zijn (Leiden heeft b.v.
28.000 katholieken) ware het niet,
dat de afstanden er veel groter zijn,
waardoor het contact moeilijker is.
Vooral in de steden kent men een
bloeiend katholiek verenigingsle
ven.
Om het katholieke leven er nog te
versterken, zou mgr. Tweedy, zoals
hij verklaard heeft, graag katholieke
Nederlanders naar Tasmanië zien ko
men. Hiermede zijn we dan tenslotte
op het terrein van de emigratie aan
geland.
EMIGRATIELAND.
Onder de landen, die emigranten
opnemen, is Ausctralië wel een der
belangrijkste. Dit heeft verschillende
oorzaken, die wij reeds eerder in dit
blad uiteen zetten, o.a. het feit, dat
klimaat en landbouw niet zoveel ver
schillen met Nederland. Tasmanië
biedt inderdaad goede toekomstmo
gelijkheden, al gelden ook hier de
zelfde reserves t.o.v. emigratie als el
ders.
Op de eerste plaats is er een groot
gebrek aan woningen. Wel wordt op
alle mogelijke manieren getracht
hierin verbetering te brengen, maar
dat neemt de moeilijkheden niet
binnen enige jaren weg. Men heeft
er echter een grote mate van vrij
heid, wanneer men zelf een woning
wil bouwen (of meenemen uit Neder
land!)
De lonen zijn er goed en de le
venstandaard is vrij hoog. Dit maakt
het aantrekkelijk om Tasmanië als
toekomstig vaderland te kiezen. Niet
alleen voor boeren ligt hier een
kans, maar vooral ook voor vaklie
den, die vrij gemakelijk een goede
betrekking kunnen vinden in de zich
steeds uitbreidende industrie.
Wegens de bezwaren, verbonden
aan emigratie naar Australië en
in dit geval naar Tasmanië ver
dient het in ieder geval aanbeveling
geen ondoordachte stappen te doen.
Zowel de Kath. Emigratiestichting,
Badhuisweg 91, Scheveningen, als de
Emigratie-afdeling van de Australi
sche Ambassade, Lange Voorhout 18,
Den Haag, verschaffen alle mogelijke
inlichtingen over tal van zaken en
aspecten, die wij in dit kort bestek
niet kunnen behandelen.
Het ging er ons slechts om een al
gemene indruk te geven over Tas
manië, het land waarvoor grote be
langstelling bestaat, sedert mgr.
Tweedy in Nederland vertoefde en
hier de boven aangehaalde wens uit
sprak.
HFT ONDERWIJS.
Wat het onderwijs betreft, valt op
de eerste plaats op, dat Tasmanië
een leerplicht kent van het 6e tot het
I 16e jaar! Heirop zijn slechts uitzon-
deringen mogelijk, wanneer men in
moeite heeft
weten te kweker.
Maar op 21 Januari hadden de ont
dekkingsreizigers eindelijk succes,
toen zij op het eiland aankwamen,
wat wij thans Tongataboe noemen.
Weer kwamen enige inboningen in
een prauw op hen toe, maar zij kon
den elkaar niet verstaan. Om de goe
de bedoelingen te tonen, gooiden de
Hollanders hun twee spijkers, een 1
spiegeltje en een ketting koralen toe. I
Zij legden koralen en spiegeltje
op hun hoofd, terwijl een derde de
spijkers om zijn hals bond. Na dit
succes toonden de Hollanders hen
een cocosnoot en een kip. De inboor
lingen wezen naar het land, waar
een menigte van mensen liep. We
derzijdse vriendschappelijke bedoe
lingen waren nu duidelijk en vier in
boorlingen, zwart geverfd en met
bladeren omhangen, kwamen aan
boord van het schip. De Hollanders j
gaven hen nog meer snuisterijen en
schonken zelfs een goed glas wijn. Om
aan te tonen, dat zij de inlanders j
niet vergiftigden wilden, dronken dc
ontdekkingsreizigers eerst zelf hun i
glas leeg. Maar toen zij de roemer I
aan een der inboorlingen aanboden,
goot deze het glas leeg op de grond
en nam het pronkstuk mee naar
land!
MOOIE HOOFDSTAD
I De hoofdstad Hobart heeft een van
de mooiste natuurlijke zeehavens,
met behoorlijke diepte, en is prach
tig gelegen aan de voet van de Mount
Wellington, een 1250 meter hoog ge
bergte. Vanuit de stad heeft men
hierop een der mooiste panorama's
ter wereld.
De stad heeft een vriendelijk en
modern aanzien, natuurlijk met een
sterk Europese inslag. Er staan vele
nieuwe en hoge gebouwen, prachti
ge scholen en kerken, moderne wo
ningen. enz langs de brede straten.
In Hobart zetelt de regering van
I Tasmanië uitgeoefend door een gou
verneur, die de Kroon vertegen-
woordig t,en twee kamers welke
resp 19 en 30 afgevaardigden tel
len. Tasmanië heeft bovendien 5 le
den in het Huis van Afgevaardigden
en' 6 leden in het Parlement van
Australië.
Ziet met hoeveel
voldoening deze
jonge Tasmani-
sche boer een
nieuwe grassoort
bekijkt, die hij
met zeer veel