Na de bevrijding zijn er reeds 750 Leiden aars geëmigreerd DE MEESTEN NAAR AUSTRALIË 5)e d*ie Jl/lidden&tandóBanden aan het uxaatd Detailhandel draagt niet de schuld van de prijsstijgingen Prijsstop betekent roofbouw op het bedrijfsleven -K DE DODE VAN BRAZILIË WOENSDAG 11 OCTOBER 1950 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 1 OP ZOEK NAAR EEN NIEUWE TOEKOMST 45.000 arbeidskrachten komen er jaarlijks bij DE EMIGRATIE heeft na de bevri} ding een steeds stijgende vlucht genomen; het probleem van Neder lands grote bevolkings-toename wordt met de dag nijpender en ve len wagen de grote stap, om over de Oceaan werk te zoeken en een toe' mst op te bouwen voor zich zelf en hun kinderen. We spraken óierover met de heer H. Hazelhoff, directeur van het Gewestelijk Ar beidsbureau te Leiden, die er op wees dat Nederland er jaarlijks 15.000 arbeidskrachten bij krijgt, die voornamelijk door de industrie moe ien worden opgevangen. Dat bete kent jaarlijks 45 nieuwe fabrieken, of uitbreidingen daarvan, elk voor 1000 man: Dit tempo kan de indu strialisatie niet bijhouden en aange- nien noch de landbouw, noch handel en verkeer veel nieuwe krachten kunnen opnemen, rest er niets an tlers dan emigratie. Het besluit tot emigratie echter is zó belangrijk en beslissend voor iemands toekomst, flat de Regering er geen verantwoor delijkheid voor kan dragen. Daar om maakt de Regering geen propa ganda voor emigratie, doch geeft slechts zo goed mogelijke voorlich ting. Twee landen, die het meest in DRIJVENDE ASPH ALTFAB? IEK VOOR DE OOSTPOLDER. - Voor de werkzaamheden in de Oosterpol- der is een drijvende asphaltfabriek gebouwd, die op het ogenblik' bij Kampen ligt. Wanneer de proefne mingen met deze asphaltfabiiek een gunstig verloop hebben, zal de irij vende werkplaats misschien deze week nog naar Flevostad vertrekken. Boven op deze foto: werklieden bezig met de in gereedheid maken van dijkbedekkingen. Onder: de ke tels waa.'in asphalt wordt gemaakt. aanmerking komen, zijn Australië en Canada. Beide wensen veel Ne derlanders op te nemen; Canada speciaal landbouw-krachten en Au stralië ook wel industrie-arbeiders. Want in het laatste land heeft zich na de eerste wereldoorlog een indus trie ontwikkeld, die met een groot tekort aan werkkrachten kampt. In tellectuelen en administratief perso neel is er in overvloed; ook Austra lië kent het probleem van de „witte boordjes." Subsidie is mogelijk, maar lastig. „In hoeverre verleent de regering steun aan hen, die willen emigre ren en geen geld hebben?*' was onze vraag. „Wanneer na eén gede gen onderzoek blijkt," aldus de heer Hazelhoff, „dat de candidaat ge schikt is, heeft hij een goede kans, dat de regering hem gedeeltelijk steunt in de onkosten. Want als de man hier zou blijven en werkeloos wordt, kost het de regering ook geld. Daarom is 't voor ongeschool den veel gemakkelijker om subsidie te verkrijgen; die lonen eerder ge vaar om hier werkeloos te worden dan een geschoolde vakman, waar voor we nog wel werk genoeg heb ben. Deze scheiding wordt echter niet al te streng doorgevoerd, want ook chauffeurs, kaopers en bakkers maken een goede kans om subsidie te ontvangen. Bovendien ook vak lieden die een groot gezin hebben." Het blijkt overigens met flie sub sidie niet zo erg eenvoudig te zijn. Daar moet een lange ambtelijke weg voor afgelegd worden en dat gaat natuurlijk langzaam. De emigrant zal in ieder geval een gedeelte zelf moeten betalen; hij mag geen spaar gelden over houden en zijn bezittin gen moeten verkocht worden. Komt de man dan nog geld tekort, dan is er pas kans op subsidiëring. „Hoe groot het bedrag is, dat men nodig heeft?" De heer Hazelhoff verwijst ons hiervoor naar de heer C. I. Egberts, chef van de afdeling Emigratie op het Gew. Arbeidsbu reau, die speciaal met de voorlich ting en bemiddeling belast is. „Laat ons aannemen", zegt de heer Eg berts, „dat een man naar Australië DE HEER H. HAZELHOFF ....Er rest ons niets anders.... wil. Dat kost hem f 1000.voor de bootreis RotterdamMelbourne, f 210,landingsgeld (d.w.z. geld om de eerste uitgaven na aankomst te kunnen doen), f 100,boordgeld (kleine uitgaven op de boot) bij el kaar dus ruim f 1300.Dan zijn er 1 verstrekt nog enige kleine onkosten, die voor af gemaakt moeten worden, zoals paspoorten, röntgenfoto's, visa, enz. Voor deze voorbereidende kosten wordt in geen enkel geval subsidie gegeven; iemand, die wil emigreren, moet beginnen zelf een offer te brengen. Dan moet hij maar een poosje niet roken, z'n radio verko pen, z'n spaarpotje aanspreken, of iets anders doen, om de eerste on kosten te kunnen dekken (60 a 100 gulden). In vele gevallen komt daar nog het een en ander bij voor aan schaffing van nieuwe kleren en eventueel ook meubilair." Thans ook zakenlieden. Op het Arbeidsbureau in Leiden zijn momenteel 193 gevallen (Leiden en omgeving) in behandeling. Op merkelijk is het, dat langzamerhand ook beter gesitueerden gaan emigre ren, zelfs zakenlieden, die een goede zaak hebben, maar die de troosteloze rompslomp van bepalingen en de knellende belastingdruk niet langer willen dragen. Daar komt nog bij, dat velen uit West Europa willen vertrekken, wegens het Communis tische gevaar. Vooral bij katholieken speelt deze factor een belangrijke rol, omdat vele ouders bevreesd zijn, dat hun kinderen hier in de toekomst niet in vrijheid van godsdienst kun nen leven. Maar in hoeverre dit mo tief goed is? Angst is altijd al een slechte raadgeefster geweest In 1947, 1948, 1949 en 1950 ver trokken resp. 8, 14, 13 en 12 geval len" (dus gezinnen of alleenstaande personen) uit de stad Leiden naar Canada. Voor Australië zijn de cij fers over 1949 en 1950 beide 19. voor Nieuw Zeeland 3 en 2, voor Zuid Afrika 11 en 3. Maar de grote stroom gaat nu pas beginnen; in de eerste jaren na de bevrijding waren de moeilijkheden veel groter; thans echter hebben Canada en Australië in Den Haag speciale emigratie-bu- reaux, waar inlichtingen worden waar de toekomstige WATERMOLEN TE LAAG-KEP- PEL. In een aftakking van de Oude Rijn, nabij Laag-Keppel (Gel derland), bevindt zich een oude wa termolen, die sinds eeuwen gediend heeft als watermolen voor een ihaal- derij. Deze watermolen was in de loop der tijden in verval geraakt. Thans is hij hersteld en een dezer dagen met enige plechtigheid in be drijf gesteld. emigranten (kinderen ook) zich per soonlijk moeten komen voorstellen. Niet alle emigranten passeren het Gewestelijk Arbeidsbureau Sommi gen slagen erin te emigreren langs andere wegen. Het merendeel ech ter meldt zich aan op de Doezastraat. Volgens een vrij nauwkeurige schat ting, kon men ons daar mededelen, dat sedert 1950 ongeveer 750 Leide- naars zijn geëmigreerd. Naar het zich laat aanzien, is dit nog maar het begin; de grote stroom moet nog ko men. En zal komen! |">jE VAKBEWEGING heeft bij de onderhandelingen over de jongste loonsverhoging aan haar eis ten aanzien van de 5 pet. de eis verbon den van de prijsstop. De regering heeft deze laatste eis afgewezen. Deze houding der regering is zeer juist, naar de mening der drie Ne derlandse middenstandsbonden. Want bij het doorvoeren van een prijsstop wordt als het ware roofbouw gepleegd op het bedrijfsleven. Datzelf de bedrijfsleven, waarvan aan de andere kant verlangd wordt, dat het zoveel mogelijk mensen opneemt. De prijsstijgingen vormen een last, die men onmogelijk het bedrijfsleven op de schouders zou kunnen leggen, zonder het sterk te schaden. Er zijn in ons land 175.000 de taillisten en er zullen daaronder wel enkele zijn, wie de verleiding te machtig werd, maar in het al gemeen is de handelsmarge van de detailhandelaar niet te hoog. In dit verband werd op de samen- spreking welke de vertegenwoordi gers van de drie middentsandsbon- den, met de pers hebben gehad nog herinnerd aan 't feit, dat alreeds in het voorjaar toen er klachten re zen over hoge aardappelprijzen bleek, hoe de aardappelhandel slechts V/z cent per kg. verdiende. Ook ten aanzien van de slagers is gebleken, dat hun handelsmarge de stijging der kostprijzen niet eens volgde. Men moet niet vergeten, dat ook de middenstanders aan zijn eigen huishoudboekje ziet, hoe zorgelijk de situatie is en dat hij bovendien weet, dat er een gebrek aan koopkracht is onder het publiek, die de detaillist zou beletten, indien hij dat zou wil len, te vragen wat hen wil. In meerdere branches zo b.v. in de textielhandel zitten de winke liers vol met goederen en heerst er een felle concurrentie. Men ziet het aan de advertenties waarin men aan kondigt „nog tegen de oude prijzen" te verkopen. Onder dergelijke omstandigheden komt het niet gauw tot notoire ex cessen en ongeloorloofde prijsverho ging. Geen boosdoener Sinds in Korea het smeulend vuur van de koude oorlog werd opgera keld en een felle vlam lekkend om hoog schoot heeft de onzekerheid van de toekomst de goederenprijzen, soms sterk, doen stijgen en is de spanning tussen lonen en prijzen al maar sterker geworden. De laatste tijd wordt de detailhan delaar maar al te dikwijls als de boosdoener voorgesteld en wordt hem de schuld van de prijsstijging gegeven, doch dat is niet billijk. Het is pijnlijk bovendien, dat in allerlei publicaties télkens weer de indruk wordt gewekt, dat de mid denstand slechts is een groep prijs- opdrijvers. Er is zo luidt het eenstemmig oordeel van de drie Nederlandse middenstandsbonden in het al gemeen geen sprake van prijsop drijving. De oorzaak van de sinds de zomer oplopende prijzen is gelegen in het stijgen van de grondstoffenprijzen sinds het begin van de oorlog in Ko rea en deze prijzen heeft de detail handelaar in ons grondstofarme land toch zeker niet in de hand. Daar naast hebben de integratie en de liberalisatie mede hun invloed ge had. Al heeft dan de regering geen prijsstop afgekondigd, zij is toch tot een begin van ingrijpen gekomen en heeft ook het gemotiveerde verho gen der prijzen aan banden gelegd en heeft beperkende voorwaarden gesteld, zonder welker vervulling de prijzen niet verhoogd mogen wor den. Hier zien de drie middenstands bonden strijdigheid met de woorden door de minister van economische zaken in de Kamer gesproken. De minister toch heeft in de Ka mer uitdrukkelijk verklaard aan de heren Suurhoff en Andriessen, dat het geoorloofd zou zijn de vervan gingswaarde in de prijzen te calcu leren, daar anders, volgens de mi nister een uitholling van het bedrijfs kapitaal het gevolg zou zijn. Tegen over deze woorden staan echter geen daden. Uit de eerste prijsbeschikking wélke afgekomen is die voor de textielhandel blijkt nu, dat het aan de hand van deze beschikking niet mogelijk is deze doorbereke ning, dit levensbeginsel voor de textielhandel, te verwezenlijken. Want men moet een zekere voor raad nieuw dus hoger geprijsde artikelen in zijn bezit hebben, vóór men de vervangingswaarde mag doorcalculeren. En de situatie is op het ogenblik zo, dat van een nor male bevoorrading door de indus trieën geen sprake is. Als merkwaar dig voorbeeld kan wel gelden een schrijven van een onderneming dat zij haar vertegenwoordigers maar een maand met vacantie heeft ge stuurd, daar zij aan de orders alleen al niet eens kan voldoen. Voor tal van middenstandszaken betekent deze belemmering van de doorcalculering per prijsstijgingen een soort gedwongen liquidatie: het kapitaal, in goederen uitgedrukt, wordt veel en veel minder. De detailhandel in de textielbran che stelt daar tegenover, dat de fa brikanten in Twente hun prijzen on middellijk mogen baseren op de dagprijzen der grondstoffen te New York. Tegenover het aan banden leg gen van de middenstand acht zij dit een meten met twee maten. ZELF MAAR INSTRUCTIES GEMAAKT. Zij gelooft bovendien niet in prtfs- beheersing en prijsstop, want zij is van mening, dat de vrije concurren tie in een ruime markt een méér prijsdrukkende invloed heeft dan de bovengenoemde maatregelen. Niet alleen acht zij de in het le ven geroepen p'rijsbeheersing on hanteerbaar en volkomen onprac- tisch, doch deze schept voor de de taillist ook een situatie van rechts onzekerheid. Bij navrage op het departement toch werd verklaard, dat, bij het uitblijven van instructies van de kant van de regering, men aan het departement zelf maar zelf instruc ties had gemaakt en dat nu de rechter wel zou uitmaken of deze voorschriften goed waren of niet. Zo blijken de befaamde 100 pro cessen-verhaal het karakter te dra gen van proef-processen-verbaal. Waarom het er dan honderd moe ten zijn, zai wel niemand kunnen zeggen. MEER VERTROUWEN GEVRAAGD. De middenstandsbonden betreuren het dat aan de textiel-prijsbeschik- king van overheidswege geen over leg met de branches is voorafgegaan. Zij werd, zonder werkelijk overleg, eenvoudig opgelegd. Voor de schoe nenbranche daarentegen werd reeds een gereedliggende beschikking in getrokken, nadat overleg wa9 ge pleegd, waarbij deze branche zich ga rant had gesteld voor de goede gang van zaken. Als de regering zou voortgaan op deze wijze vertrouwen te to nen in het bedrijfsleven, zou de detailhandel zeker niet schromen voort te gaan met het publiek te dienen. GROTE OFFERS... Wat de situatie in de schoenen branche betreft, diene men te be denken, dat het ook na de vorige oorlog 8 a 10 jaar geduurd heeft, vóór zulke voorraden aanwezig wa ren, dat men alle impulsen van de markt kon opvangen. Men heeft gesproken van scherpe prijsstijgingen voor dit product. Deze klachten hebben een sterk psycholo gische achtergrond. Het slechte weer van de Septembermaand heeft de vraag naar het, goedkope, zomer- schoeisel, plotseling geheel doen verdwijnen en die naar sterk, maar duurder, winterschoeisel snel doen toenemen. De goedkope damesschoenen, wel ken minister Van den Brink in de Kamer meebracht en die van su perieure kwaliteit waren vorm den geen uitzondering. Er zijn in de handel grote voorraden ter beschik king, zelfs tegen nog lagere prij zen. Maar het publiek is gewend gro te offers te brengen aan godin Mo de. Hier ligt het probleem van de versobering van de eisen. Het vraagstuk is er dus niet een van goedkope schoeisel, maar van de afname daarvan door de koper. Door: A. HRUSCHKA. (Nadruk verboden). 23) Ik vertrouw nog altijd, dat het uw laatste woord niet is geweest.... Dan vergist u zich, senor Ro- sario. Onmiddellijk na onze aan komst te Buenos Aires zullen wij de reis voortzetten. Zo wreed zult u toch niet kunnen zijn? Wreed? Ik begrijp u niet senor Rosario. Uwe zaken dwingen u, te Buenos-Aires te pleisteren, maar de mijne leggen mij geenszins die ver plichting op. Zo lopen onze wegen envoudig uiteen Spreek zo niet, juffrouw Lind- eg! Voelt u dan niet, dat een ho- ere macht ons aan boord van de Senanda' heeft samengevoerd! "Jat het onvergetelijke dagen waren, ie niet mogenniet kunnen ein digen? Hij had zich ver naar Nelly voor ver gebogen; op zijn gezicht -andde het vuur van een onbrei- Ibare passie. Nelly schoof haar stoel achteruit Neen, verklaarde zij, dat ge voel heb ik nooit gehad. Ik geloof, dat de maneschijn u een beetje in de war brengt, senor Rosario. Kom tot u-zelven! De maneschijn? O neenjij, jij Nellly, hebt in mij alles in de war gebracht. Heb toch medelijden met mij! Begrijp toch, dat ik je be minom er waanzinnig van te worden!.... En ik weet, ik voel, dat wij voor elkaar zijn bestemd.... Hij greep Nelly s hand, wilde ze aan zijn lippen brengen, maar ze ontrukte hem met diepe veront waardiging. Genoeg! Tot uw verontschuldi ging kan ik slechts dit -aannemen, senor Rosario, dat ueen glas te veel gedronken hebt. Anders had u niet zo helemaal kunnen verge ten, dat ik verloofd ben, wat ik u gisteren ronduit heb gezegd. Hij legde de hand tegen de ogen en slaakte een diepe zucht. Ik weetik heb het niet vergeten, hernam hij zacht en treurig. Maar ik kan niet geloven, dat mijn gevoel mij bedriegt. Ik geloof veeleer Nelly, dat je omtrent je eigen gevoelens in dwaling ver keert. Ik ken de man niet op wie je keuze zich heeft gevestigd, maar van één ding ben ik volkomen ze ker; hij kan je niet beminnen zoals ik je bemin! Trouwens, de mannen van het kille Noorden weten niet, wat echte liefde is. Ik verbied u, op deze toon ver der het woord tot mij te richten. Wij hebben elkaar niets meer te zeggen. Niets, niets meer. Begrepen, senor Rosario? Zij stond op. Ook de Spanjaard was opgestaan. Voordat Nelly het kon verhinderen, had hij haar beide nanden gegrepen en hield ze in de zijne geklemd, als wilde hjj ze niet meer loslaten. Nellyo, mijn Nelly, hart van mijn hart Laat mijn handen los! U hebt mij toch begrepen? Ja, ik heb je begrepen, maar ik wil niet geloven, dat het je laat ste woord is. Toch is het zo.... Laat mijn handen los, zeg ik u! Niet voordat je nog naar mij hebt geluisterd. En ik zeg je: Het is nog niet uit tussen ons beiden. O neen! En als'je mij tienmaal ver zekert, dat je niets van mij wilt weten, dan geloof ik je no? niet. Een liefde, zoals die, welke ik je toe draag. kan niet zonder wederliefde blijven. Wat heb je je om je ver loofde te bekommeren. Je zult hem vergeten als je maar begrijpt dat hij je nooit zo gelukkkig kan maken, als ik. Bovendien ben ik besloten, niet slechts met hem, maar ook met dood en duivel om je te vechten. Denk goed na, over mp woorden, Nelly! Ik wacht. En begrijp wat ik je zei: Of je wordt mijn vrouw, of ik jaag mij een kogel door de kop. Nelly was vreselijk ontstelt. Rosa rio liet onmiddellijk haar handen los, en met wankelende schreden ging zij naar de scheepstrap. Daar ontmoette zij de kolonel, die haar goede nacht wilde wensen, na dat hij Inez naar haar kajuit had gebracht. Wel, lieveling, ben je daar? Ik wilde je juist vermanen om te ruste te gaan. Het is al bijna twee uur geworden. Maar Nelly, kind, wat deert je? Ben je ongesteld? Neen, oom Thomas, niet in het minst. Enkel een beetje moe van de lucht. Wel te rusten. Goede nacht, lieveling, slaap lekker. Toen Nelly de kajuit binnentrad, lag Inez reeds te bed. Terwijl ze zich zwijgend ontkleedde hoorde zij plotseling gesmoord snikken uit 't bovenste der twee bedden. Wat scheelt er aan, Inez? vroeg zij, toch niet ongesteld? Ach neen Maar je schreit. Daar moet ook een reden voor zijn. Ik voel me zo ongelukkig Jij! En waarom? Weet nietIk kan het ten minste niet zeggenMaar geloof mijIk voel me zeer, zeer onge lukkig Heeft iemand je gekrenkt? Heb ik misschien zelf, zonder opzet.... Neen, dat is het nietJij en oom Thomas zijn beiden zo goed voor mij.. ..Ik wilde, dat alle men sen zo voor mij waren.... Wat bedoel je eigenlijk? Wie is niet goed voor je Vraag niet. Ik kan het je toch niet zeggen. Alleen dit: men heeft zeer slecht met mij gehandeld, en mijn 'lot zal waarschijnlijk in de toekomst even treurig zijn als het immer is geweest.Misschien kan ik eenmaal duidelijker spreken Goede nacht, Nelly Zij bleef schreien en snikken en Nellv, die nu zeer ongerust was ge worden, kreeg op haar vragen geen antwoord meer. Trouwens Inez schreide zich al spoedig in slaap, maar Nelly bleef tot s-morgens wakker liggen. XXV. Van toen af wendde Rosario geen pogingen meer aan om Nelly lastig te vallen. Hij meed zoveel mogelijk de andere passagiers en vooral de Lindweg's In de eetzaal koos hij 'n I tafel in de een of andere hoek. Vijf dagen later kwam Buenos Aires in het zicht, wat nieuwe en vrolijke drukte op de prachtige boot veroorzaakte. Toen de loods aan boord van de „Senanda" was>~ gekomen, ijlden de passagiers naar de kajuiten, om hun bagage gereed te maken. Eindelijk was het ogenblik geko men, waarop met de landing een begin kon gemaakt worden. En in het gewoel van de laatste minuten aan boord verscheen plot- selling Rosario voor Nelly Lindweg Hij wierp haar een gloeiende te vens waarschuwende blik toe en zei: Vergeet het niet: Ik wacht! Wij zullen elkaar wederzien. En dan valt de beslissing zó of zó. Dus, teergeliefde, tot later! Nelly viel bijna in zwijm. Het ■vrrd donker voor hear o"on; haar knieën knikten, werktuigelijk greep zij de arm van een dicht bij haar staand matroos, om op de been te blijven. Eerst de verwonderd vragende blik van de matroos bracht haar weer tot volle bewustzijn. Zij keek om zich heen geen spoor van Rosario. Had zij gedroomd? Inez drong vooruit; Eenmaal aan de wal, verwonderde zich Nelly, dat Inez broer niet ter plaatse was. (Wordt vervol

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 5