Historische inleiding op de
komst van St. Jeroen
Wat lezers schrijven
NI ademufjeA_
datje Jea%_ NAAR HET EILAND OROBOMA
DE DODE
VAN BRAZILIË
MAANDAG 9 OCTOBER 1950
DE LEiDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 4
Ykutfidwijk turn. klein tot qAaot
IJET OUDE ROMEINSE KEIZERR IJK VOND ZIJN NOORDELIJKE
GRENS aan de Rijn. Wel had keizer Augustus het gebied over deze
rivier eveneens onder het Romeinse gezag wilen brengen en was daarom
in het jaar 12 voor Christus aan Drusus het opperbevel voor deze Ger
maanse oorlog opgedragen, maar het mocht niet gelukken het land boven
de Rijn onder de heerschappij van de keizer van Rome te brengen;
onder Augustus' opvolger Tiberius werden de Romeinse legioenen onder
Varus' opperbevel in Westfalen verslagen en vernietigd en de Rijn bleef
de Noordgrens van het grote keizerrijk, ook al hebben dan de Romeinen
over deze rivier hier een daar een vesting gehad. En v/anneer latere
keizers meer belang gaan hechten aan de verovering van Brittannie,
dan wordt vooral de uitmonding van de Rijn in de Noordzee voor de Ro
meinen belangrijk en komt er een Romeinse nederzetting in de buurt
van het tegenwoordige Katwijk; een militaire vesting langs de voorname
militaire waterweg, die op de duur toch niet veilig bleek te zijn.
Daarom moest er een verbinding
komen tussen de Rijn en de Maas en
groef de Romeinse bevelhebber Cor-
bulo zijn kanaal achter de duingron-
den als die verbinding, welke we nog
als de Vliet, waaraan Arentsburg bij
Voorburg als kleine nederzetting en
later als vesting ging ontstaan. Na
die verbinding tussen Maas en Rijn
konden de Romeinen uit de Schelde
oversteken naar Brittannie en het
veroveren.
NAAR DE DUINEN!
Na de opstand van de Bataven in
69 werden zowel de nederzetting
Arentsburg als die bij Katwijk ge
ducht versterkt, terwijl er ook een
versterking kwam te Alphen aan den
Rijn en op de plaats, waar Corbulo's
gracht in de Rijn uitkwam, op Room
burg te Leiderdorp. Ook Valkenburg
kende zijn vesting, zij het een van
minder betekenis.
Het land van Bataven en Friezen
werd dus nooit kolonie van het Ro
meinse rijk, maar wel kwam het
volk, dat er woonde onder Romeinse
invloed.
Het duingebied van Holland was
nl. reeds vroeg bewoond. Wel is de
tegenwoordige duinenrij niet de oud
ste en liep de kust van de Noordzee
vroeger meer Westwaarts, aan de
voet van de duinen en op de afgegra
ven meer oudere duinenreeks woon
den al in de Romeinse tijd mensen,
Bataven en Friezen, terwijl later ook
de Franken evenals de Romeinen
voor hen, gebruik gemaakt hebben
van de grote waterwegen en getracht
hebben zich daar te vestigen.
Zo zijn er resten van Frankische
kerkhoven gevonden bij Katwijk aan
de Rijnmond en bij Rijnsburg, even
als bij Naaldwijk, waar de gracht
van Corbulo in de Maas kwam.
In het oude cultuurgebied van
Holland aan de voet van de duinen
woonden hoofdzakelijk de Friezen,
zij het dat midden daartussen ook de
Saksers een vestiging hadden ge
kregen, toen zij naar het land van
de Britten overstaken, vaak van Kat
wijk uit, en zij aan het plaatsje Sas-
senheim de naam gaven
Dat oude cultuurgebied langs de
duinen vond in het Oosten zijn be
grenzing door het wilde veen, een
groof. uitgestrekt moeras, waardoor
allerlei moerasstroompjes traag
vloeiden en dat grotendeels begroeid
was met laag kreupelhout; een grote
onbewoonbare wildernis, welke ge
leidelijk aan door Hollands graven
en zijn vasallen ontgind gaat worden.
Sprak men niet over het woud zon
der genade, waardoor de Rijn stroom
de, langs wiens oevers het betrekke
lijk spoedig mogelijk werd te gaan
wonen in plaatsjes als Hazerswoude
en Zoeterwoude en Esselykerwoude,
die dan ook hun oorsprong vinden in
zeer oude tijden als de oudste for
maties buiten het gebied van de
geestgrond langs de zeekust. Ook
dat oude cultuurgebied was zeer
bosrijk en het Haagse bos, in de laat
ste oorlog zo deerlijk gehavend en
Haarlemmerhout zijn er nog herin
neringen aan.
Waar ten Noorden van de Rijn dat
woud terugweek, ontsond de plaats
Nooïtwyk of Northgo. waarvan we
nu de parochiegeschiedenis gaan
verhalen.
MISSIONARISSEN IN ONS
LAND.
In 691 kwam een gezelschap En
gelse Benedictynen naar ons land;
zij landden daar, waar vroeger de
Romeinen en later de Saksers over
staken naar Engeland, en wel bij
Katwijk. Het waren er 12, Sint Wil-
librord en zijn gezellen en langs de
Rijn trokken zij naar Utrecht, om
vandaar uit het volk van de Friezen
te gaan bekeren. Bepaald gunstig
was de toestand niet vdor de 12 En
gelse missionarissen, want juist was
Pepyn van Herstal, de Frankische
hofmeier er in geslaagd de Friezen
onder koning Radboud te onderwer
pen en een groot deel van hun ge
bied beneden de Rijn in zijn macht
te brengen.
Frankische missionarissen hadden
hun best gedaan het christendom ook
onder de Friezen te brengen, maar
deze waren allerminst genegen van
hun overwinnaars het geloof aan te
nemen. Wel slaagde Dagobert. ko
ning der Franken er in, omstreeks 630
te Utrecht een kapel, Sint Thomas
gewijd te stichten, om van daar'uit
de Friezen te gaan winnen voor het
christendom, maar die kapel werd
door Radboud verwoest, en de Frie
zen vertrouwden de Franken niet
ook al kwamen deze als missionaris
sen van hun kant bekeken, terecht,
want de Frankische hofmeiers be
schouwden de prediking van het
christendom als een middel om hun
politiek doel te bereiken.
Tussen Friezen en Angelsaksen.
Engelands nieuwe bewoners na de
volksverhuizing bestond in die da
gen een handelsverkeer.
Het Angelsaksische volk werd be
keerd door Sint Augustinus en zijn
gezellen, die van Rome uit met groot
succes het geloof er hadden verkon
digd. bijna een eeuw. voordat de
Friezen zich bekeerden. In Engeland
was dan ook in die tijd al een bloeien
de Kerk en in 678 reisde de bisschop
van York. de H. Wilfried naar Rome.
maar werd, door tegenwind gedwon
gen op de Friesche kust te landen.
Hij mocht er een naar maanden lang
het Evangelie preken, en wekte bij
zijn terugkeer in Engeland, grote be
langstelling voor de bekering van
de Friezen
Tien jaar later kwam dan ook een
andere Engelse Missionaris, Wibert
geheten, naar deze streken. maar
koning Radboud verhinderde hem te
werken en hij keerde terug.- Eerst,
nadat Radboud in 689 door Pepyn bij
Wijk bij Duurstede was verslagen,
werd het voor de Engelse missiona
rissen mogelijk hun werk te beginnen
en twee ia ar later zien we dan ook
Sint Willibrord met elf gezellen bij
Katv'^k voet aan land zetten.
Voorlopig was de tijd nog niet
daar om ten Noorden van de Rijn
te gaan preken en moesten de
missionarissen zich met het ge
bied ten Zuiden er van tevreden
stellen. Eerst nadat Radboud in
695 door Pepyn werd gedwongen
NIET TE HARD OORDELEN.
Geachte Redactie,
Met belangstelling las ik in uw
veelgelezen blad het artikel met
als opschrift: „Goede raad aan werk
gevers". En ik moet indeddaad toe
geven, dat er o.m. aan de verzorging
van het pensioenfonds door de werk
gevers (landbouwers) nogal wat
mankeert, een fout waarvan ik mij
zelf niet vrij wil pleiten. Wat echter
de opmerking betreft „niemand zal
kunnen beweren dat het Bedrijfs
pensioenfonds het de werkgevers
moeilijk maakt", en: „men zou zeg
gen eenvoudiger kan het al niet"
zou ik graag het een en ander onder
uw aandacht willen brengen.
Dit z.g.n. niet moeilijke werk is
een van de vele druppels, die de
maat doen overlopen. De werkgever-
landbouwer. die van nature toch al
niet yeel aanleg heeft voor schrijf
werk of iets wat daarmee verband
houdt, heeft, behalve voor het Be
drijfspensioenfonds, te zorgen voor
Ziekenfondsverzorging, vacantiebon-
nen, rentezegels. Ziekte- en Ongeval
len-verzekering. en bijhouding van
Loonbelastir.gadministratie en het
innen en afdragen van de Loonbelas
ting.
Als we dan bedenken, dat tot voor
.kort de verschillende zegels bij drie
verschillende instanties gekocht
moesten worden, en bovendien bij
abuizen of tekorten van de loonbe
lasting de werkgever het tekort moet
bijpassen, dan zal u nu toch wel dui
delijk zijn, dat al dit werk voor ta
melijk ongeschoolden nog niet zo heel
eenvoudig is.
Temeer daar de gewone bedrijfs-
boekhouding tegenwoordig ook al
niet zo eenvoudig meer is; en deze
in elk geval bijgehouden moet wor
den.
Daarom mag m. i het oordeel over
de nalatige werkgevers niet al te
hard vallen.
Bovendien is het ten hoogste tijd,
dat er voor al deze sociale verzorgin
gen een betere regeling gevonden
wordt, welke niet eenzijdig alle ad#,
ministratieve lasten op de werkge
vers schuift, want. bijna alle
sociale voorzieningen ziin in het be
lang van de werknemers.
U beleefd dankend voor uw aan
dacht en verleende plaatsruimte ver
blijf ik een door sociale voorzienin
gen geplaagde
WERKGEVER.
Richt niet Uw autolicht
Op een andermans ftezicht!
zich naar het Noorden terug te
trekken en het land beneden het
Flevomeer, nu IJsselmeer, aan de
Franken te laten, kon Sint Willi-
bord, inmiddels aartsbisschop
van de Friezen geworden, ook
het bekeringswerk in het gebied
ten Nooiden van de Rijn ter hand
nemen.
DE NIEUWE MODE.
WIJ HEBBEN DIT SEIZOEN heel
wat modeshows bezocht. Franse zo
wel als Nederlandse huizen beijve
ren zich om het beste van het beste
te laten zien.
De Hollandse huizen hebben hun
modellen vanzelfsprekend meer aan
het figuur van onze vrouw laten
aanpassen dan de Franse huizen dit
kunnen doen.
Ingrijpende veranderingen heeft
de mode echter dit seizoen niet on
dergaan. Zij is nog steeds vrouwelij
ker dan enige seizoenen geleden.
Lang niet alles wat werd getoond,
zouden wij willen of durven dragen,
doch wij kregen gelukkig ook tal
van modellen te zien die zo mooi
waren, dat wij het alleen maar kon
den betreuren, dat de prijzen vaak
boven onze begroting lagen.
Wanneer wij echter onze kleren
zelf maken, kunnen wij ons toch met
veel minder kosten modieus en ele
gant kleden.
U zult het met ons eens zijn dat
de japon waarvan wij deze week het
model geven, zeker de moeite van
het maken waard is. Denkt u nu
niet, dit model lijkt mij veel te inge
wikkeld en te moeilijk, u zult zien,
dat wanneer u er eenmaal aan be
gint, het best mee zal vallen.
Hoe?
SOEPELE WOLLEN of zijden stof
is voor dit model het meest geschik
te materiaal. Bij het naaien gaat u
als volgt te werk:
Wij beginnen met het voorpand.
De draperie van 't rechter-voorpand
wordt met een smal zoompje omge
werkt en in de ronding gerimpeld.
Ook het linkervoorpand wordt inge
haald, waarna het ingerimpeide deel
8. Naar de „Kniertje". Ootje
Teur liep nu met Bram Steng mee
door een dorpje, dat aan de voet van
een heuvel lag en waar hij nog nooit
van gehoord had. De weg voerde
naar een kade en ergens aan die
kade hield Bram Steng halt bij een
bootje, dat met een touw aan een
paal was vastgemaakt.
„Nou, broer, stap maar in!" zei
kapitein Bram Steng met een uit
nodigend gebaar. „Dan zal ik je naai
m'n schuit roeien. Ben je eigenlijk
al eens meer op zee geweest of ben
je een doodgewone landhaai?"
„Ehnee, ik heb al eens meer
gevaren!" zei Ootje Teur, die dacht
aan een tochtje, dat hij eens op een
windstille dag had gemaakt naar
een eiland, dat een paar kilometer
uit de kust lag.
„Des te beter!" vond Bram Steng.
„Dan hebben we daar tenminste geen
harigheid mee!" H- maakte het
bootje los, legde de riemen in de
dollen en roeide met grote, lange,
stevige slagen weg, in de richting
van de „Kniertje" die verderop voor
anker lag.
Door: A. HRUSCHKA.
(Nadruk verboden).
2fi)
Toen Nèlly tegen de avond haar
kajuit binnen trad, vond zij Inez in
wolken zwarte chiffonzijde, rijk
met kant versierd. Met haar kin-
derlijk-naief glimlachje zei ze
Nelly, dat zij natuurlijk het Eve-
naarsfeest wilde bijwonen. Maar in
het zwart. In rouwkleding. Met
geen ander lijfsieraad dan 'n beetje
gitMedewerken zou ze niet.
Dansen natuurlijk ook niet. Na ta
fel had ze wel is waar een beetje
gedanst. Maar dat enkel voor de
grap en in besloten vriendenkring,
enkel om te laten zien, wat zij
kondoch, natuurlijk wist ieder
een, dat zij als treurende weduwe,
als het ware slechts op afstand aan
het feest kon deelnemen.
En jij, vroeg ze ten laaste heel
naief. Jij zult tooh ook komen? Al
thans de voorstelling bijwonen?
Ik? Geen denken aan! ant
woordde Nelly verre van vriende
lijk.
XIV.
Het Evenaarsfeest was in volle
gang en slaagde voortreffelijk
Iedereen was in de kleine toneel
zaal, waar de variété-voorstelling
plaats vond.
De kolonel, die nu wist, hoe nood
zakelijk het was Inez streng in het
oog te houden, had om die reden,
maar ól zuchtend, besloten, de voor
stelling bij te wonen.
Nelly zat alleen op het bovendek
in haar ligstoel en vermeidde zich
in de aanschouwing van het heerlijk
spel van de maneschijn op de stoe
iende baren.
De heer Rosario had haar gezel
schap willen houden, maar onder
het souper was een Spaans toneel
speler, die als regisseur moest op
treden, hem komen verzoeken, zich
bezig te houden met zijn jonge
vrouw, die helemaal vreemd was
in het gezelschap.
Als landgenoot verzocht hij hem
deze dienst te bewijzen, hoewel zij
eerst aan boord van de „Senanda"
kennis met elkaar hadden gemaakt.
Rosario had gemeend niet te mo
gen weigeren en zo moest hij zich
gaarne of niet, aan de jonge me
vrouw Miranda wijden.
Ook Silas Hempel zou veel lie
ver op het bovendek bij Nelly zijn
gebleven: maar het feit, dat Rosa
rio de weduwe van Peter Lindweg
in haar kajuit had opgezocht, ter
wijl de kolonel en Nelly zich op 't
dek bevonden en Inez geheel alleen
was, dat feit wilde hem niet uit
het hoofd. Nooit h,ad hij die twee
een woord met elkaar zien wisse
len, daarentegen herhaaldelijk waar
genomen, dat Inez onmiddellijk
Nelly verliet, wanneer zij de Span
jaard naar deze zag toekomen.
Wat kon dus Rosario die dag aan
leiding hebben gegeven om Inez te
gaan opzoeken en nog wel in een
van de dameskajuiten, waar geen
mannelijk passagier de voet mocht
zetten.
Gedurende het souper had hij
daarom Inez en Rosario scherp in
het oog gehouden. En één keer had
den zij een blik gewisseld, die wel
iswaar geen seconde duurde, maar
niettemin Hempel veel te denken
gaf. Want in genendele was het de
blik geweest van personen, die_ el
kander vreemd en onverschillig
zijn.
Sindsdien beschouwde Hempel de
heer Rosario niet meer als de onbe
duidende jongeman, waarvoor hij
hem eerst gehouden had. En hij had
besloten hem voortaan niet meer
uit het oog te verliezen.
Bij wijze van uitzondering maken
we nu eerst de ceintuur, aangezien
deze direct op de japon wordt vast
gemaakt. De ceintuur wordt twee
maal van dubbele stof geknipt. De
lengtenaden, alsmede een zijnaad
worden dichtgestikt.
Wij stikken nu de ronding van het
linker-voorpand met een aange
knipt zoompje op de ingerimpeide
ronding van het rechtervoorpand.
De ceintuur wordt tussen beide
voorpanden meegestikt.
Vanaf de hoek van de ronding
dat is dus onder de taille wordt
de rok om de 10 cm met onzichtbare
steekjes - vastgehecht.
Houdt met deze bijzonderheden
rekening, dan zal men met het mo
del verder geen moeite hebben.
Het patroon van deze japon kunt
u tegen vooruitbetaling van f 1.Ö5
onder no. H 4761 A bestellen bij het
bureau „Persbelangen", Postbus 35,
Utrecht in de maten 40 tot en met
48.
ALS WOL TE DUUR IS!
MOOIE WOL om er een babycape
van te breien of te haken is ver
schrikkelijk duur. Het gevolg daar
van is, dat vele jonge moeders er
toe overgaan, een cape van gewat
teerde zijde te maken en deze capes
komen dan ook meer en meer in de
mode.
Een cape haken of breien kost een
zee van tijd, terwijl zo'n gewatteerde
cape in een wip in elkahr zit Want
het maken van zulk een cape is al
een heel eenvoudig werkje. Het bes
te kan hier brede stof voor worden
genomen, zodat er middenachter
geen naad valt. Is de stof te smal,
dan stikken we middenachter een
naad.
In de meeste gevallen zal aan Ijet
voorpand bij de punt een klein
stukje moeten worden aangezet als
de stof te smal is. Bij de vervaardi
ging houde men rekening met de
volgende naaibeschrijving: De fir
guurnaad sluiten; de middenachttr-
naad van de capuchon dichtstikken.
De capuchon vervolgens op de ca
pe zetten en daarna de cape tegen-
voeren. Indien deze niet wordt ge
voerd, werken wij hem rondom af
met een schuine bies.
Indien de capuchon tot slot nog
met een randje dons wordt afge
werkt, heeft U zonder veel moeite
een beeldige cape voor de kleine.
Klaargeknipte patronen van dit
model kunt U onder no. P 4823 be
stellen bij de redactie van Persbe
langen» Postbus 35, Utrecht t f 0.95
per postwissel of in postzegels (uit
sluitend lage waarden).
Vergeet U niet het nummer op te
geven?
VOOR KOUDE DAGEN!
EEN GOEDZITTEND SLOBPAK.
LEKKER WARM èn doelmatig. Dat
is de eis voor de kleding voor de
koudere dagen voor onze kinderen.
Deze twee eigenschappen bezit het
aardige slobpak dat wij hierbij af
beelden.
Het enigszins klokkende manteltje
staat echt pittig. De knoopsluiting is
op een bijzondere wijze aangebracht.
Het voorpasje is nl. apart opgestikt
en is aan de kant opengelaten voor
de sluiting.
Het voorpand van het rokje be
staat uit. vier delen. Twee baantjes
middenvoor en aan weerskanten een
zij baantje. Het achterpand knipt
men aan één stuk, zonder naad in
hei midden, dus tegen de stofvorm
leggen bij het knippen.
De mouw heeft een onder- en bo-
venmouw. Bij het dichtstikken van
de binnennaad moet de bovenmouw
iets worden ingewerkt. De capuchon
kan met een aardig stofje - - een
ruitje of een lapje in afstekende
kleur worden afgewerkt.
De muts zit aan het manteltje vast.
Om het steviger te maken kan men
een bies maken met twee knoopsga
ten en op de capuchon twee knopen
zetten. De bies houdt dan onder de
kin de capuchon bij elkaar.
Aan mouw en rokje maken wij
een brede zoom. Dat zal niet overbo
dig blijken: de kleintjes groeien zo
hard.
Het patroon van dit pakje kunt U
tegen vooruitbetaling van f 1.10 on
der no. H 4774 bestëllèn bij het bu
reau van Persbelangen, Postbus 35,
Utrecht, voor de leeftijd 24 en 4
6 jaar.
Uit een scherpe, maar uiterst
voorzichtige observatie zou mis
schien blijken, dat de Spanjaard 'n
heel gewoon onnozel passagier was
Maar van de andere kant was het
mogelijk, dat hij in geheime betrek
king met Inez stond, en aan dat
feit zouden, in verband met het
doel van Rempel's reis, heel wat
punten aan te knopen zijn.
In het licht van die mogelijkheid
beschouwd, zouden ook Rosario's
pogingen om zich aan Nelly op te
dringen een geheel andere en zeer
ernstige betekenis krijgen.
Terwijl zulke gedachten Silas
Hempel bezig hielden, lag Nelly nog
altijd in haar stoel op het boven
dek en liet de blik over de als vloe
iend zilver glinsterende zee weiden.
Zij dacht aan haar vader, aan het
wederzien. Hoe lang zou het nog du
ren, voordat hij hear aan zijn
borst drukte!
Men zou weliswaar over enige
dagen te Buenos Aires aanko
men, maar dan begon eerst de
lange reis stroomopwaarts tot
Serraros, weleer eenvoudig een
factorij, maar thans zoals zij van
oom Hammer had vernomen, uit
gegroeid tot een stadje, het eind
punt van het binnenvaartver-
keer op de Parana.
Van Serraros uit ging het in
Noörd Westelijke richting naar het
binnenland. Eerst door grassteppen
en dan voortdurend klimmende
naar de bergachtige streek in het
hartje waarvan de farm Nieuwland
gelegen was op een hoogvlakte.
Zou papa haar te Serraros op
wachten? Dat hoopte Nelly. Immers
hij wist, dat zij met de „Senanda'r
die hij zelf had voorgesteld, zouden
arriverenVoorzichtigheidshalve zou
zij hem uit Buenos-Aires nog een
telegram zenden
Beneden werd muziek gemaakt.
Men speelde een „shimmy." De
voorstelling scheen dus afgelopen
te zijn en het bal een aanvang te
hebben genomen.
Zou Inez het werkelijk van zich
kunnen verkrijgen, daaraan deel te
nemen?
Plotseling tekende zich op het dek
voor Nelly een schaduw af. Een
ogenblik later stond Rosario voor
haar.
De corvee is acnter de rug,
zeide hij, met een zucht van -verlich
ting. Mag ik even bij u komen zit
ten? Het is heerlijk hierboven.
Zoals u wilt,- antwoordde Nelly
veel koeler dan zij een paar dagen
tevoren gedaan zou hebben.
Hij nam een stoel.
En u is zo de hele tijd alleen
geweest, juffrouw Lindweg? Ik
dacht, dat althans de heer Drost u
gezelschap zou hebben gehouden.
Ik heb sinds het avondmaal de
heer Drost niet meer gezien, en
denk, dat hij ter ruste is gegaan.
Waarschijnlijk, want hij heeft
de voorstelling niet bijgewoond, an
ders zou ik hem gezien hebben. U
hebt u zeker afschuwelijk verveeld,
juffrouw Lindweg?
Niet in het minste. Trouwens,
ik ken geen verveling. Ik ben gaar
ne alleen, vooral wanneer de natuur
'n zo verrukkelijk schouwspel biedt.
Het Zuiderkruis schittert met won
derbare pracht. Ik kan die schoon
heid niet genoeg bewonderen, na zo
lange jaren' ervan verstoken te
zijn geweest.
Ja, schoon is hetEn mag
ik u vragen, waar u heel de tijd
zoal aan hebt gedacht?
Dat is geen geheim; aan mijn
vader en aan het spoedig weder
zien.
Misschien hebt u zich ook mijn
voorstel herinnerd en een gunstige
beslissing genomen?
Neen, het was nutteloos aan
uw voorstel te denken, want u kent
dienaangaande myn onherroepelijk
besluit.
(Wordt vervolgd).