3)e CétdóeSouTont
DE TROONREDE
De koningin
spreekt
HOOP EN
VERTROUWEN
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1950
41ste JAARGANG No. 12085
Directeur: C. M. r. HAMERSVELD
Hoofdredacteur: L. C. J. ROOZEN.
KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
WAARIN OPGENOMEN „DE BURCHT"
Papengracht 32, Tel. 20015, Adm. en Adv. 20826, Abonn. 20935, Giro 103003. Abonnementsprijs f 0.35 p. w., f 1.50 p. mnd., f 4.50 p. kwart Franco p. p. i 5.25. - Advert.: 15 ct. p. mm. Telefoontjes f 1.50
Leden der Staten-Generaal,
Bij het eerste lustrum na de bevrijding gaf het economisch, maat
schappelijk en geestelijk leven van Nederland een beeld te zien, dat
getuigde van de veerkracht, waarmede ons volk door alle teleurstel
lingen en tegenslagen heen vele gevolgen van oorlog en bezetting te
boven wist te komen. Gedurende een groot deel van het achter, ons
liggende jaar vond het herstel op verheugende wijze voortgang. De
gezondheidstoestand van ons volk kan in het algemeen gunstig wor
den genoemd. De woningbouw vorderde. De industriële en agrari
sche productie ontwikkelden zich bevredigend, ook handel en ver
keer namen toe. Op sociaal gebied bleef een goede samenwerking
bestaan. Wel deed zich na de devaluatie een prijsstijging gevoelen,
maar aangenomen mocht worden, dat deze binnen zekere grenzen kon
worden gehouden en onder de invloed van de ruimere productie nS
enige tijd voor een daling zou plaats maken. Ook in de financiële toe
stand tekende zich een verdere verbetering af, al werd die o.a. door
de devaluatie ongunstig beïnvloed. Thans doen zich echter ook in
ons land de gevolgen gevoelen van de toeneming der internationale
spanningen, in het bijzonder na de aanval op Zuid-Korea, een oor
logsdaad, die voor de eerste maal heeft geleid tot een snel militair
ingrijpen van de zijde der Verenigde Naties.
Op de vrije volkeren rust de taak om in zo nauw mogelijke aaneen
sluiting de collectieve veiligheid te verzekeren en het'kostbare erf
deel der vrijheid te beschermen tegen mogelijke aanranding van bui
ten en ondermijnende actie van binnenuit.
Voor Nederland, dat sinds de bevrijding doelbewust tot internatio
naal samengaan met gelijkgezinde mogendheden heeft besloten, be
tekent deze ontwikkeling geen principiële wijziging in het beleid. Wel
is het duidelijk geworden, dat de volkeren van West-Europa en van
de Atlantische gemeenschap hun politieke, economische, financiële,
sociale en militaire samenwerking in sneller tempo dienen te verwe
zenlijken.
Op de weg naar de Economische Unie tussen Nederland, België en
Luxemburg is dit jaar weder belangrijke voortgang gemaakt. De or
ganisatie op grond van het Brusselse pact, waarin de Benelux met
Groot-Brittannië en Frankrijk is verenigd, is een waardevolle vorm
van coöperatie gebleven, al is een gedeelte van haar arbeid overge
nomen door de grotere gemeenschap der Noord-Atlantische volke
ren, waarin de internationale ontwikkeling de stoot heeft gegeven
tot een versterking en versnelling van de gezamenlijke' defensie
maatregelen.
In West-Europa wint het begrip voor de noodzakelijkheid van prac-
tische samenwerking veld. Een sterke wil daartoe is onder meer tot
uiting gekomen in de Raad van Europa.
Op het gebied van de economische integratie van Europa zijn be
langrijke vorderingen gemaakt, in het bijzonder door het besluit tot
vorming van een Europese Betalingsunie, die het economisch verkeer
tussen de Europese landen in velerlei opzicht vergemakkelijkt, al
blijft de tariefpolitiek van verschillende landen nog een belemmering.
Ook het plan voor de integratie van de productie van de twee belang
rijkste industriële grondstoffen, staal en kolen, kan van grote waar
de blijken. Nederland heeft aan de uitwerking dezer plannen een ac
tief aandeel genomen en tevens een eigen initiatief ontwikkeld door
indiening van het plan van actie voor Europese economische inte
gratie. De Regering acht het van groot belang, dat zo spoedig mo
gelijk ook Duitsland ten volle wordt betrokken bij de nauwere aan
eensluiting van Europa. Het economisch verkeer tussen Nederland
en Duitsland is reeds in sterke mate verruimd.
In de eeuwenoude verhouding tussen Nederland en Indonesië heeft
zich door de souvereiniteitsoverdracht een definitieve verandering
voltrokken. Deze ommekeer heeft het onvermijdelijk gemaakt, dat
tal van feitelijke en persoonlijke verhoudingen werden beëindigd of
aan de veranderde toestanden aangepast. In veler levensomstandig
heden heeft dit diep en pijnlijk ingegrepen. De Regering tracht de
gevolgen daarvan zoveel in haar vermogen ligt te verzachten.
Problemen van de overgangstijd hebben tot moeilijkheden aanleiding
gegeven. Voorts houdt het vraagstuk Nieuw-Guinea de beide landen
verdeeld. Niettemin mag de hoop worden gekoesterd, dat het belang,
dat voor beide Staten in een goede samenwerking gelegen is, op den
duur over de moeilijkheden zal doen zegevieren.
De eerste Unieconferentie, die dit jaar in Djakarta gehouden is, heeft
de practische betekenis van de bijzondere relatie, die tussen beide
landen bestaat, in het licht gesteld. De Regering hoopt, dat volgende
Unieconferenties zich zullen kenmerken door eenzelfde goede sfeer
en even belangrijke practische resultaten als de eerste.
De handelsbetrekkingen tussen beide landen ontwikkelen zich be
vredigend. De Regering vertrouwt, dat zij zich in de toekomst in toe
nemende mate zullen kunnen ontplooien, waarbij de mogelijkheden,
die Nederland als Benelux-partner heeft, van invloed kunnen zijn.
De in Suriname reeds ingevoerde en voor de Nederlandse Antillen
spoedig te verwachten Interimregeling geeft in afwachting van de
totstandkoming van de nieuwe rechtsorde aan deze gebieden een be
langrijke en zelfstandige positie, welke naar de overtuiging der Re
gering de banden met Nederland zal versterken. De samenwerking
op economisch en cultureel gebied met Suriname en de Nederlandse
Antillen ontwikkelt zich gunstig. De plannen tot verdere ontginning
van Surinames hulpbronnen nemen geleidelijk vaste vorm aan. En
kele projecten zijn reeds in uitvoering.
De activiteit, die de Landsregering in goede samenwerking met het
Welvaartsfonds en de Stichting voor de machinale landbouw op dit
gebied aan de dag legt, heeft de warme belangstelling en steun van
Nederland. Het stemt tot diepe bezorgdheid, dat zo spoedig na de
afloop van de wereldoorlog en zo onmiddellijk volgende op de be
ëindiging van het conflict in Indonesië, opnieuw van Nederland grote
offers voor de defensie moeten worden gevraagd. Versnelling van de
opbouw en versterking in het bijzonder van de strijdkrachten te land
en in de lucht is ter hand genomen. Hetgeen op dit gebied verder zal
dienen te worden gedaan, verkrijgt vorm en inhoud door voortdurend
overleg met de landen, met welke Nederland in het Noord-Atlantisch
Verdrag is verbonden. Naast de steun, welke andere landen ons wil
len geven, heeft Nederland eigen prestaties te vergroten. Zowel bij
de defensie als bij ordehandhaving en bij de burgerlijke verdediging
zal vrijwillige medewerking van grote betekenis kunnen zijn. Met
dankbaarheid gedenk ik hoevelen hun militaire dienst overzee met
inzet van hun gehele persoon hebben verricht, en ook thans nog ge
durende dl laatste en wellicht zwaarste periode van hun verblijf in
Indonesië vervullen. Met eerbied stel ik vast. hoevelen bereid bleken
om als vrijwilligers deel te nemen aan het Nederlandse aandeel in de
strijdmacht der Verenigde Naties in Korea. De Regering weet zich
door de wilskracht der natie gesterkt in haar streven om Nederland
zijn plaats te doen innemen in de kring der landen, die zich doelbe
wust opmaken om de kans op het behoud van de vrede te vergroten
door de zekerheid te scheppen, dat een aanval gezamenlijk zou wor
den weerstaan.
De gang van zaken in de wereld stelt Nederland ook op economisch,
sociaal en financieel gebied voor nieuwe vraagstukken. Behalve aan
de noodzaak tot opvoering der nationale weerbaarheid is daarbij
vooral te denken aan de sterke stijging der prijzen van vele grond
stoffen op de wereldmarkt, een stijging, waartegen Nederland alleen
niets vermag, en die voor ons land een bijzonder ongunstige uitwer
king heeft, omdat het zelf zo weinig grondstoffen voortbrengt.
Onder deze omstandigheden" eist het te volgen beleid hernieuwde
nauwgezete overweging.
Een herziening van de rangorde in dringendheid der uitgaven op het
gebied der overheidswerkzaamheid. met inbegrip van die der lagere
overheden, zal onvermijdelijk zijn. Een verdere verlaging van de be
lastingdruk zal om gelijke oorzaak voorshands niet in vooruitzicht
kunnen worden gesteld. De handhaving van het monetaire evenwicht,
in de laatste jaren bevorderd door de Marshallhulp, zal onder de ge
wijzigde omstandigheden moeilijker worden. Het is echter een gebie
dende eis, dat dit evenwicht wordt bewaard, zowel als voorwaarde
voor het herstel van het nog steeds ontbrekende evenwicht in de be
talingsbalans, als omdat een stijgend prijspeil noodlottige gevolgen
medebrengt voor het levensniveau van een groot deel van ons volk.
In verband daarmede zal ook in de financiële politiek aan sociale
gezichtpunten bijzondere aandacht moeten worden besteed.
Evenzeer is op economisch gebied grote waakzaamheid geboden.
Mocht de ontwikkeling dieper en meer omvattend overheidsingrijpen
wenselijk doen zijn, dan zal de Regering niet aarzelen hiertoe over te
gaan.
Na urgent gebleken maatregelen op het gebied van de loon- en prijs
politiek te hebben genomen, heeft de Regering over het verder te
dezen aanzien te voeren beleid het advies gevraagd van de dit jaar
tot stand gekomen Sociaal-Economische Raad.
Ter bereiking van een doeltreffende maatschappelijke organisatie :s
het van groot belang, dat lichamen, als bedoeld in de Wet op de
Bedrijfsorganisatie, tot stand komen. De Regering zal de bedrijfsor
ganisatie zoveel mogelijk bevorderen, mede door bij nieuwe wette
lijke maatregelen, waar mogelijk, bevoegdheden aan bedrijfslichamen
toe te kennen. De bevordering van de industrialisatie, die tot nog toe
niet onbevredigend verloopt, blijft een kernpunt van de economische
politiek. Ook op verdere verhoging van de productiviteit van land
bouw en vissferij blijft het streven der Regering gericht.
De werkgelegenheid bleef zich in het algemeen, in aanmerking ge
nomen het grote aantal gedemobiliseerden, dat geplaatst moest wor
den. gunstig ontwikkelen. Waar zich in enkele gebieden van ons
land met veelal eenzijdige bestaansbronnen regionale structurele
werkloosheid begon af te tekenen, werden voorzieningen getroffen
om deze gebieden aantrekkelijker te maken van industrievestiging.
Op dit gebied zijn reeds enkele resultaten van betekenis bereikt.
De sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare
grond blijven krachtige bevordering der emigratie eisen.
Voorstellen tot het voortzetten van landaanwinning en inpoldering
zullen worden gedaan.
Nu de liquidatie van de gevolgen van oorlog en bezetting steeds
verder voortschrijdt, kan meer dan in vorige jaren aandacht en ener
gie worden gewijd aan de aanpassing van ons recht aan de ontwik
keling der maatschappelijke verhoudingen.
Op cultureel gebied zal het beleid gedragen blijven door de overtui
ging. dat kunsten en wetenschappén van hoge waarde zijn voor ons
volk.
Aan de Staten-Generaal zal worden voorgelegd een nota betreffende
het geheel van onderwijsvoorzieningen, die voor de toekomst van
onze jeugd en met het oog op de behoeften onzer maatschappij wen
selijk zijn.
De verdere uitwerking van het door het Kabinet bij zijn optreden
ontwikkelde program van wetgeving en bestuur, waarvan reeds ver
scheidene punten werden verwezenlijkt, zal voortgang hebben. In de
Memoriën van Toelichting bij de begrotingshoofdstukken worden
daaromtrent nadere mededelingen gedaan. Veel zal daardoor ook in
het nieuwe zittingsjaar van Uw werkkracht worden gevraagd.
Vast staat, dat een grote krachtsinspanning van heel ons volk nodig
zal zijn om aan de gewijzigde verhoudingen het hoofd te bieden. Uit
hetgeen mogelijk is gebleken in de vijf jaar, waarin Nederland zich
uit de diepste ellende omhoog heeft gewerkt, mag het vertrouwen
worden geput, dat onze volkskracht ook tegen deze verzwaarde taak
opgewassen zal blijken te zijn.
De Regering harerzijds zal het mogelijke doen om een redelijk even
wicht te bevorderen tussen de eisen, gesteld voor de medewerking
aan de collectieve veiligheid, en het economisch, sociale en culturele
welzijn van ons volk.
Met de bede. dat God ons allen in onze arbeid moge sterken, verklaar
ik de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend.
DIJ de uitreiking van de Troon-
rede 1950 door de Regerings
voorlichtingsdienst werd tegelijker
tijd er mondeling aan toegevoegd,
dat het staatsstuk een schets inhield
van de algemene situatie en de aan
duiding van enkele hoofdpunten,
doch dat in de loop van de week in
de verschillende Memoriën van Toe
lichting het regerings-beleid nader
zou worden uitgestippeld.
Daarop is nu het wachten, want in
de Troonrede wordt weinig over de
concrete toepassing der zéér in het
algemene aangegeven richtlijnen ge
zegd. Zij opent met een historische
beschouwing, waarvan de strekking
is, dat de opleving van het vader
land zo goed en veelbelovend was
tot zich de gevolgen deden gevoelen
van de toeneming der internationale
spanningen. Daarna gaat zij over tot
een beschouwing der internationale
betrekkingen. Werden deze in vroe
ger jaren met één enkel regeltje af
gedaan, nu spelen ze door de gehele
Troonrede heen. Het is een Neder
landse Troonrede, maar „de gang
van zaken in de wereltj" is beslis
send geworden voor het binnenlands
beleid. Het zijn de internationale toe
standen, welke goeddeels de natio
nale bepalen. Ofschoon in rechte
iedere staat nog autonoom, onafhan
kelijk heet, is in feite deze zelfbe
schikking aanzienlijk beperkt. De
Nederlandse regering is daar niet
spijtig over, integendeel, zij heeft
sinds de bevrijding „doelbewust" in
ternationale samenwerking nage
streefd en dringt aan op een snellere
doorvoering daarvan, - zowel op poli
tiek, economisch, financieel, sociaal
en militair terrein dus over de
gehéle linie van het volksleven (met
uitzondering van het religieuse, wat
De Leidse kunstschilder Lode Sengers heeft opdracht gekregen een
schilderij te vervaardigen van H.M. Koningin Juliana, bestemd voor het
stadhuis van Drunen (N.-Br.). Thans is het grote stuk gereed gekomen.
Voor de oorlog maakte dezelfde schilder een schilderij van M.H. Koningin
Wilhelmina en daar beide doeken bij elkaar komen te hangen, moest het
nieuwe stuk qua afmetingen gelijk zijn aan het vorige en bovendien
enigszins in dezelfde toon. Gebonden aan deze voorwaarden is Lode Sen
gers er in geslaagd een waardig schilderij te maken, rustig van toon en vol
eenvoud, zoals onze landsmoeder zelf vol eenvoud is. Zij draagt een zacht-
grijze japon, waarover iets van een rode glans ligt, de hermelijnen man
tel (zonder storende gouden leeuwen), de Militaire Willemsorde in een
afwijkend-oranje kleur en bovendien een diadeem in het haar. Dit alles
tegen een decoratieve achtergrond van bloemen en varens.
((Foto: „De Leidse Courant").
uiteraard buiten haar bevoegdheid
valt). Zij leent zich niet slechts tot
deze samenwerking, zij zoekt deze
ten minste met de „vrije volke
ren", de „gelijkgezinde mogendhe
den" en maakt met voldoening
ervan gewag, dat Nederland, door
het plan-Stikker, een eigen initiatief
heeft genomen tot economisch sa
mengaan, samenbundelen van West-
Europa. Daarbij wordt ook Duits
land met veel nadruk genoemd. Het
moet er „ten volle" bij worden be
trokken.
Zeer nauwkeurig is de reden ge
formuleerd, waarom Nederland deel
moet nemen aan een versteviging
van het leger in internationaal ver
band: „om de kans op het behoud
van vrede te vergroten door de ze
kerheid te scheppen, dat een aanval
gezamenlijk zou worden weerstaan
Het gaat om het behoud van de
vrede, ofschoon het woordje „zeker
heid" daar geen betrekking op heeft.
Maar de kans op vrede moet wor
den uitgebuit
Het zo bóven alles te stellen goed
van de vrede wettigt de hogere mi
litaire uitgaven, die het staats-budget
zullen gaan bezwaren (volgens me
dedeling van minister Schokking in
de Kamer 1150 millioen), terwijl
daarnaast op het gehele terrein van
de staatsbemoeienis de prijsstijgin
gen op de wereldmarkt hun ongun
stige invloed zullen uitoefenen. Het
nauw verband tussen de internatio
nale en de nationale huishouding
blijkt ook uit de opmerking ten aan
zien van de genoemde prijsstijgin
gen: „waartegen Nederland alléén
niets vermag".
Wat de gevolgen zullen zijn op de
economische en sociale politiek van
Nederland van deze dubbele inter
nationale druk omschrijft de Troon
rede in zinswendingen, welke ver
moedelijk zeer duidelijk zijn voor de
departementale opstellers ervan,
maar die een nadere toelichting be
hoeven van de „Memoriën".
Een verdere verlaging van de be
lastingen was onder deze omstandig
heden vanzelfsprekend niet te ver
wachten. Van een verhoging of van
een ongedaan maken van toezeggin
gen inzake de loon- en inkomstenbe
lasting en de halvering der school
gelden, wordt niet gerept. Men
wachte zich echter voor voorbarige
conclusies.
Het grote probleem, hoe de Rege
ring zal komen tot opheffing van de
spanning tussen lonen en prijzen,
hoe zij de door de loonsverhogingen
ingezette harddraverij van lonen te
gen prijzen zal stuiten, wordt wel
niet omzeild, maar met een enkel
woord om advies verwezen naar de
Sociaal-Economische Raad, het top
orgaan van de publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie. Deze bedrijfsorga
nisatie zal „zoveel mogelijk" en
„waar mogelijk" worden uitgewerkt.
De sombere woorden: offers, be
zuiniging, versobering, arbeidsver-
hoging enz, worden in de Troonrede
omzichtig vermeden, al schemeren
ze hier en daar door de nevelige
woordkeus heen.
Er wordt alleen gerept van een
„grote krachtsinspanning van het ge
hele volk" en, Wel als geruststellend
bedoeld, wordt medegedeeld, dat in
de financiële politiek aan sociale ge
zichtspunten „bijzondere aandacht"
moet worden besteed. Daar worden
wij voorshands niet wijzer van.
Evenmin van de overige fraaie zins
puzzels welke door de onderscheidene
departementen worden opgegeven
en voor ene, maar ook voor andere
uitleg vatbaar zijn. Na de grote be
lichting van de plaats van Nederland
in de wereld-situatie ontsteekt
Troonrede namelijk weer, zoals van
oudsher, de vele departementale
kaarsjes, die deze keer zeer flauw
schijnen en pas in de reeds meer ge
noemde „Memoriën" zullen gaan op-
levrn.
Dank wordt in de Troonrede ge
bracht «ion de soldaten, die in Indo
nesië zijn of waren ten gevolge van
het „conflict". Ten aanzien van de
samenwerking met Indonesië „hoopt"
en „vertroüwt" de Regering op goe-
ce resultaten. Met het oog op de half
October te houden tweede Unie-con
ferentie, waarop Nieuw-Guinea ter
Iprake zal komen, is het ongewenst
deze hoop door zure opmerkingen
reeds bij voorbaat te vergallen.
Over het geheel genomen is de
Troonrede, tegen de verwachting in,
hoopvol gestemd zelfs ten opzich
te van de welvaart van Suriname.
Op hoop van zegen gaan Regering
en Staten-Generaal dit ongetwij
feld moeilijke en zware zittings
jaar in.
BINNENLAND
Eindhoven stond gisteravond
geheel op stelten. In een zee van
licht van talloze versieringen
stroomden de mensen juichend en
zingend door de stad. toen gisteren
avond de bevrijdingstoorts uit
Bayeux in de stad was aangekomen.
De bijna tachtigjarige W. Sche
pers VVzn. te Weerdinge, die rustig
aan de kant de van weg liep, is door
een auto aangereden en aan zijn
verwondingen overleden. De be
stuurder van de auto, V. uit Nieuw
Weerdinge, die niet in het bezit was
van een rijbewijs, reed na het onge
val door. Hij is door de politie aan
gehouden.
In Den Bosch zal Maandag 25
September de honderdste Finse hou-
te.. school in ons land worden ge
opend.
De Brabantse militairen die in
Indonesië gesneuveld zijn, zullen
Zondag plechtig worden herdacht in
de eeuwenoude St. Willibrordkapel
te Waalre, waar rouwborden met
hun namen zullen worden onthuld.
BUITENLAND.
Op het tweede internationale
congres voor criminologie, dat te Pa
rijs is gehouden, is onder meer prof.
mr. J. M. van Bemmelen uit Leiden
tot bestuurslid gekozen.
Pedro de Cordoba, de 68-jarige
filmspeler, die vaak de rol van een
priester vervulde en onder meer op
trad in „Voor wie de klok luidt" en
„De sleutels van het koninkrijk" is
met een gebedenboek op zijn schoot
dood aangetroffen in zijn woning te
Hollywood
Luxemburg heeft besloten een
vrijwilligerscorps te vormen voor
Korea Uit kringen van het Belgische
ministerie van defensie wordt ge
meld, dat dit korps 50 manschappen
zal tellen, die by het Belgische vrij
willigerskorps worden gevoegd
De gezondheidstoestand van
George Bernard Shaw was gisteren
iets beter. Eind vorige week was zijn
toestand wat minder geworden.
KoJiAe.it je...
De draagwijdte van 't geen een
mens doet, ziet hij niet altijd dui
delijk.