Bewoners dronken wei en dunne bier §iië5i§ MpKSsitH'S SSS5- Stompu/ijk, het dorp langs de vaart a?«3SMsrjp5 Hamsteraars zijn zwijnen Hef uup dep beslissing M.dkUAG 12 AUGUSTUS 1950 HE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 U/wimondiA >iorid\uicUiien IN 1514 WERD ER WEEF EEN ONDERZOEK INGESTELD NAAR DE GESTELDHEID van de steden en dorpen, om de verponding, de belas ting van die dagen, vast te stellen. In Warmond kwam de pastoor, Nico- laus Reynierszoon. 50 jaar oud, met de schout Symon Mathyszoon en twee anderen voor de commissie en vertelden, dat hun dorp nu 84 huizen had. In 15 huizen daarvan woonden mensen, die niet meebetaalden: zes be hoorden tot de abdij var. Rijnsburg; zes andere behoorden tot Alkemade en drie waren vrij „onder de hofstede van Vliet". Van de 69 die over bleven, waren er 6 of 7 die „van aelmissen" leefden, en 8 of 10 die nog „behouftiger waren dan de armen, die om broot gaen". De pastoor deelde mee, dat zijn parochie 385 communicanten telde, maar daarbij moest hij eigenlijk niet meetellen dt bewoners van de 15 bovengenoemde huizen, omtrent een 60, die feitelijk niet tot zijn parochie behoorden, ook al gin- v gen zij wel te Warmond naar de kerk. Opbrengst van belasting op wijn en bier was erg gering, want men dronk er geen wijn en maar weinig bier; het merendeel was te arm en dronk „weymelk ende dunnebier'l'. de bol kwam een schip als herinne ring aan het admiraal zijn van Johan van Duvenvoorde. Zijn dood verhin derde zijn plan de kerk helemaal te doen herstellen. »Mooie leuzen. maken om'de^aten jen, moeten Amsterdam en Sn»!? 1J tuss«i «n helpe?s.opp^arendam te kun" Van S°j288Wm„!;2e88 mor«en «™t. den lï ^°pTcl?e:nZff,brUik "ad- eigenaars. Die eigenaard? v,an de tere, onder mier de hri? m°S" mondse kloosters wif heide War- "'Si Vbae|abalSin?.te, RönlandSeP °L] Sa&he.'rii veróoTzaaktp08r Ve6i ""«"«denhefd FeifunT W6rd f" ^'"étaTen val" Belasting, waardoor op de ovpHctp dr°ukkenn belastinS te De kerk-ruïne. ^nd^fnfv^e",^,^-' fer^a^^SS de parochiekerk Kerckwerve «1.3 genoemd in 1063. erl:Kwerve. werd «„Ya" de kerk' waarvan de ruïne er bouwd' r ihet koor in 1525 ge bouwd. Bij gelegenheid van het be leg van Leiden, werd in 1573 de kerk aienst, ook de toren werd toen vnnr zover door de brandbeschadi«d ee- res.aureerd Toen in 1874 de nieuw gebouwde hervormde kerk in ge bruik werd genomen heeft men het dak van de oude kerk met een groot «S? ï.an muren van het koor af gebroken en werd de kerk een ruïne begraafplaat.bekend an dient als oegraatplaats, waar nog de erafrer. en liggen van Jacob van den Wou- de overleden in 1395, Nicolaas van Matenesse en zijn vrouw Gelrtruit van Lookhorst en anderen. ueenruit hJ°« de bouw van de kerk in 1524 had de vrouwe van Warmond Ja ÏZr*1" !?en met da bouw was be- gonnen. Toen heeft haar erfgenaam Maria van Matenesse deze laftllï? het koor. ponaen voor de houw van £vLdvöorrd\ndherkJoJ\tt de^kSk d^o.°e&,e°gmevbaarvr3er ren was toen allefn maar de verbrand; deze werd" hmsTeld en^op Pogingen om de kerk terug te krijgen. Natuurlijk hebben de katholieken van Warmond in de tijd van de Ba taafse republiek geprobeerd het oude kerkje van hun voorvaderen terug te krijgen; de nieuwe grondwet bood hen daartoe de mogelijkheid en in 1798 werd in een zitting van de mu- nicipaliteit van het dorp de kwestie ter tafel gebracht over de eigendom van de oude kerk. Er kwam een com missie, die een rapport moest uit brengen, waai in de geschiedenis van de kerk werd uiteengezet en waar in betoogd werd, dat de op 18 Aug. 1573 verwoeste kerk destijds door de ambachtsheer van War mond hersteld was voor de protes tanten. Het mocht de katholieken dan ook niet gelukken enig succes te boe ken. Bij gelegenheid van de reformatie moesten alle kerkelijke goederen worden aangegeven aan het zoge naamd geestelijke kantoor; een ont vanger-generaal, Cornelis van Cool- wijk was belast met de administra tie. Maar Warmond weigerde en bleef weigeren iets op te geven en de heren van Warmond moticeerde zijn weigering, dat hij, gelijk zijn voorvaderen recht op de kerk had j en dat hij zelf wel zou zorgen voor de predikant. De eerste predikant van Warmond was Johannes Hal- j lius, ofschoon niet officieel door de heer van het dorp aangesteld. Wel werd dat Pieter van Oy, een afgeval- len monnik van het klooster Mariën- haven. De heef van Warmond zelf bleef met zijn gezin trouw aan het katholicisme en zorgde door middel van zijn slotkapelaan, dat het de ka tholieke Warmonders niet aan gees telijke hulp ontbrak. De ruïne van de oude kerk bleef begraafplaats, ook voor de katholieken, totdat zij in 1845 een eigen kerkhof kregen. Petrus Codde, de door de Paus afgezette Apostolische Vicaris in de strijd om het jansenisme, werd in de ruïne begraven, evenals Ques- nel, de uit Frankrijk om zijn jansenisme gevluchte priester en na hem meerdere bisschoppen en priesters van de kerk der oud- bisschoppelijke clerezy. Een iascinerend boek van Franse generaal „In Augustus 1948 heeft Stalin te Sotchi op de Krim een geheime bij eenkomst gehouden met leiders uit de satellietstaten als Anna Pauker, Dimitrov, Gottwald en nog enige anderen van zijn handlangers. Bij die gelegenheid deed hij hun de volgende vertrouwelijke mededeling: „Ik heb drie jaren nodig om de staatshuishoudingen van de onderworpen ïanden te integreren, om China goed in de hand te krijgen en om het oorlogspotentieel van de Sovjet-Unie op het vereiste peil te brengen. Het is mogelijk dat zich in die tus sentijd oorlogsgerommel doet horen. Doch vooi die tijd zoek ik geen conflict. Eerst over drie jaar zal ik in staat zijn om, als het moet, een beslissende krachtmeting met het Wes ten aan te gaan Zo sprak Stalin en, ik herhaal het, dit zijn feiten." Aldus luidt een belangrijk citaat uit het zo juist verschenen boek van de* Franse generaal Pierre Billotte „Het uur der beslissing." Een zeer actueel boek, dat te den ken geeft; een boek, dat niet alleen de wonden, waaraan de wereld te genwoordig lijdt, openlegt, maar te vens het middel aangeeft ter gene zing. Ziehier de analyse van de strate gische situatie, welke de Franse ge neraal geeft. overgave der Duitse en Japanse strijdkrachten werd getekend, dach ten de vrije volkeren, dat zij voor lange tijd, zo niet voorgoed, met de nachtmerrie van de oorlog hadden afgerekend. Zij waren in die hoop gesterkt omdat zij dachten te weten wat er in Yalta, Potsdam en San Francisco was besproken; zij werden erin gesterkt door de waarneembare uitingen van de verzoeningspolitiek. Alleen enkele mannen, die beter ge ïnformeerd waren of begiftigd met „Toen op 8 Mei 1945 te Reims en een bijzondere intuïtie, konden zich op 1 September 1945 op het slag- nog niet helemaal gerust voelen, schip Missouri de onvoorwaardelijke Men zag toen de algemene en Als er één land is waar de publieke opinie zich fel tegen de hamste- raars keert, dan is dat wel Amerika. Het grootste verwijt dat tot de ham steraars wordt gericht is dat zij eno rme voorraden levensmiddelen in slaan, terwijl er op Korea horderden jongens sneuvelen. Roger Reynolds uit Dallas (Texas) wil op zijn mani er de hamsteraars op hun a-sociale houding wijzen. Beladen met banden, nylons en andere bij de hamste raars gewilde artikelen, loopt hij d oor de straten van Dallas, een var ken met zich meevoerend. Om aan zijn propaganda nog meer kracht bij te zetten draagt hij borden met zich mee met de leuzen: „Piggism ain't Americanism" (Zwijnerij is niet Amerikaans) en „Dont overbuy while Americans die" (U zult geen voorraden inslaan terwijl Amerikanen sterven). overhaaste demobilisatie van de Westerse strijdkrachten. De regerin gen wensten voor hun soldaten de terugkeer naar hun haardsteden zonder uitstel, hetgeen de ouders, die zo lange jaren in angst gezeten hadden, met ongeduld hadden ver beid. De transportmogelijkheden vormen de enige factor, die werke lijk meetelde bij het tempo, waarin de lichtingen die onder de wapenen geroepen waren, naar huis werden gezonden. Enorme hoeveelheden oorlogsmateriaal bleven achter; an dere werden voor een lage prijs en zonder verdere controle verkocht; weer andere werden eenvoudig weg volledig vernietigd. De oorlogsfa- brieken werden in recordtijd - weer omgeschakeld, wat overigens pleit voor het organisatietalent van de ondernemers. De geallieerde oorlogs schepen en vliegtuigen werden het een na het andere met plastic be spoten én opgelegd. Buiten hun overigens zeer beperk te bezettingstrijdkrachten konden de Verenigde Staten niet meer dan een paar honderd vliegtuigen uitrusten en zij beschikten over geen enkele infanterie-divisie op oorlogssterkte; Frankrijk, dat in Indo-China reeds moest optreden tegen de opstande lingen, kon zijn tactische afdeling er tellen op de vingers van twee han den; Groot-Brittannië, dat verplich tingen had in Griekenland, Palesti na en Zuidoost-Azië, kon zijn bri- hand tellen. In minder dan een jaar waren de machtigste legers van alle tijden heel rustig verdwenen Zo was tot voor kort de strategi sche situatie van de Westerse lan den. Hoe de strategische positie van Sovjet-Rusland met zijn satellieten daartegenover is, daarnaar kunnen wy slechts raden, maar er zijn vol doende aanwijzingen denken wij slechts aan het zeer acute voor beeld van Korea om de conclusie te wettigen, dat Moskou de handel wijze van het Westen niet heeft na gevolgd, doch in tegendeel bezig is zijn bewapening tot het uiterste op te voeren. Het Westen heeft het gevaar inge zien en heeft o.a. het Atlantisch Pact gesloten, ter verdediging van zijn vrijheid en onafhankelijkheid; doch pas van de allerlaatste tijd dateert het inzicht, dat zelfs dit nog niet voldoende is en dat met man en macht de achterstand, door de de mobilisatie ontstaan, moet worden ingelopen. Deze bewapening dient niet indi vidueel te geschieden door de lan den afzonderlijk, maar gecoördi neerd tot een interregionaal zelfver dedigingssysteem. Generaal Billotte geeft toe, dat dit een kostbare methode is en zeker geen ideale; het beste en het goed koopste systeem zou zijn een inter nationale ontwapening, gecontro leerd door een goed functionerend gades op de vingers van één enkele I controle-lichaam. Maar daar de kans ZondagmoJiyeti Grijpt naar de wapenen I Het gezegde van de Romeinen: „Indien ge de vrede wilt, bereid u dan voor op de oorlog", is tegenwoor dig weer in de mode. Bizonder in de mode zelfs. Ieder land, dat zichzelf respecteert, doet eraan mee en de rekeningen worden wel thuis be zorgd! „Het is hoog tijd, dat er met de herbewapening wordt begonnen" is de mening van iedereen, maar velen, die zo praten, vergeten één ding: als het hoog tijd is voor de staat, dan is het ook hoog tijd voor de burgers, het harnas te voorschijn te halen. Er wordt op deze wereld een ge vaarlijk schaakspel gespeeld van zet en tegenzet. Het is echter niet zo. dat we sleohts lijdelijk hebben toe te zien, hoe de kansen wisselen. Voor iedereen geldt de leus: indien ge de vrede wilt. bereid u dan voor op een oorlog. Komt er geen oorlog, wel, dan hebt ge altijd nog de vrede. En komt er oorlog of onrust ook dan zult ge vrede hebben, indien ge de vrede zoekt, waar hij te vinden is. De gehele wereld schreeuwt om vrede, maar men loopt de enige voorbij, die vrede geven kan èn aan de gemeenschap der volkeren en aan ieder mensenhart: Christus. En al mogen de regeerders der volken me nen dat zij het zonder Gods Zoon wel af kunnen, laten we dan niet in dezelfde kuil der dwaasheid vallen, maar ..zoekt de Heer, zo lang Hij zich vinden laat." „Legt aan de wapenrusting Gods, n bestand te kunnen zijn tegen de listen des duivels. Want niet tegen vlees en bloed geldt onze striid. maar tegen heerschappijen en machten, te gen wereldbeheersers dezer duister nis tegen de boze geesten in de lucht. Griipt daarom naar de wapenrusting Gods MARIUS. PROF. DR. J A. A. M. KORS voor zitter van de K.R.O... die zijn veer tigjarig priesterpubileum zal her denken op Dinsdag, 15 Augustus a.s. Overleveringen van Opa en eigen ervaringen Wij bekijken Stompwijk weer anders dan de fietser, die èr toevallig eens doorrijdt. En dat is verklaarbaar. Van de vijf liter bloed, die in onze aderen circuleert, is er minstens één van onvervalst Stompwijkse samensteling. Heel lang geleden immers stond in dit dorpje de v/ieg van de thans stokoude Desiderius, die onze grootvader is. De grens van Stompwijk lag destijds in de buurt van de uitspanning Drievliet, vlak bij Den Haag. In de loop der jaren zijn er echter grenscorrecties toegepast, maar we kunnen ge rust zeggen, dat opa zich daar weinig van aan getrokken heeft. Als hij over Stompwijk begint te vertellen, kan hij zich niet druk maken over grenzen. V/el over Zoeterwoude! Tussen opa's geboor teplaats en laatstgenoemd dorp bestond vroe ger een hardhandige rivaliteit. Als er uitvoe ringen waren in „De Bles" kwamen de jon gens uit Zoeterwoude en omgekeerd trokken de Stompwijkers naar de feestjes in' het Patro naatsgebouw van hu.i naaste buur. Opa was ook altijd van de partij en hoewel we het 'ons moeilijk kunnen voorstellen als we naar zijn aartsvaderlijk gezicht kijken be lust op een duchtig vechtpartijtje. Dat kon trouwens nooit missen. Er werd net zo lang „mot gezocht" tot opa uit volle borst riep „Stompwijk!" Zodra die kreet weerklonken had, ging het spul beginnen. Van beide partijen kwam dan de knokploeg naar voren, om even op de vuist te gaan. „DAT WAS PAS EEN TIJD!' Aan het slot van zyn knokverhaal moet opa altijd de zucht slaken: „Dat was pas een tijd!" En daar moppert hij nog iets achteraan van prulmensen en atoombommen. Alsof wij daar iets mee te maken hebben en hij niet. Eerlijk gezegd geven wij ook de voorkeur aan de tijd van het karrespoor. Het is trouwens nog niet zo heel lang geleden, dat dr. Perquin naar Leidschendam ging met zijn auto'tje, om enkele heren af te halen, die besmette melk moesten keuren. Die heren zagen er de nood zaak niet van in uit hun grote auto over te stappen in hel wagentje van de dokter. Zij i zouden wel op eigen gelegenheid gaan. Later waren ze echter blij een goede raad te hebben aangenomen, want met hun eigen auto waren ze er nooit gekomen. De bus van Boonekamp, die vroeger de ver binding met Leiden onderhield, was ook een attractie. Als je ergens uitstapte, zei je gewoon tegen de chauffeur: „Zeg wacht even, ik ben over een kwartiertje terug." Zo'n verzoek werd j zonder tegenwerpingen ingewilligd. KERMIS EN DRAVERIJ. Persoonlijk kunnen we nooit aan Stompwijk denken zonder daarbij de kermis en draverij te betrekken. De Stompwijkse kermis is voor ons de kermis van het jaar. Een laaiend en thousiasme heeft ons eens verleid, om in de krant te schrijven, dat Stompwijk zonder ker mis ten dode zou zijn opgeschreven. Dat is natuurlijk niet waar. Men kan er ook andere dingen dan feestvieren, maar wat het laatste betreft heeft Stompwijk toch grootmeesters. Wij hebben eens meegemaakt, dat een fietser tussen een hosgroep belandde. Hij werd ogen blikkelijk van zijn rijwiel getild en moest meespringen De fiets stond een beetje in de weg en werd, om ruimte te maken, zolang in de vaart gezet. Iets dergelijks is gewoon op de kermis. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat een fietser, die op een mooie zomerdag de stad heeft verlaten en ólt de wijde polder toe vallig in StompwijK. belandt onberoerd dit dorpje langs de vaart weer zal verlaten. Hij moet minstens getroffen worden door de verscheidenheid van bruggetjes, via welke men de huiaen en hofsteden kan bereiken. En als die fietser een vacantie- ganger is, zodat hij zich de weelde kan veroorloven op Maandagochtend uit stapjes te maken, dan wacht hem een aardig schouwspel. Want op de eerste ochtend der week staan de huisvrouwen op haar stoepjes aan de waterkant, om de was te spoelen. Speciaal voor luiers met inhoud schijnt deze natuurlijke ge legenheid tot voorbewassing niet te ver smaden. Trouwens, toen wij onze broekspijpen op rolden tot de knieën en ons jasje binnenste buiten aandeden, waren we helemaal geen bui tenbeentje. Wij hebben gezien, hoe een hele verzameling feestelingen door het dorp trok en telkens een echtpaar thuis afleverde. Bij een werd het raam opengeschoven, de bloem potten uit de vensterbank gehaald, waarna een luidruchtige processie rond het huis trok. Over al prakkezeerde men iets anders met als leuze: Hoe dwazer hoe mooier. Tenslotte is het niet alle dagen kermis. De motor van deze feestelijkheden is de harddraverij vereniging „Nooit Gedacht", die jaarlijks naast attracties voor kinderen en volwassenen een van de beste draverijen van Zuid-Holland organiseert. Het grappige van deze vereniging is, dat zij alleen maar een bestuur heeft en geen leden. ER IS MEER DAN FEEST. Wij moeten ons ge.weld aandoen, om niet teveel over de kermis uit te weiden. Anders zouden we een verkeerde indruk vestigen, want van Stompwijk is meer te vertellen. Op de eerste plaats de saamhorigheid. Als de Stompwijkers elkaar in hun eigen plaats te genkomen, brommen ze een onverstaanbare groet, fnaar in Leiden zijn ze joviaal en schie ten elkaar aan. om naar allerlei dingen te in formeren. Ze behoren bijeen en dat merk je als je iets eigens in een andere plaats ontmoet Het gevoel van saamhorigheid treedt pas goed op de voorgrond, wanneer er iets bijzon ders gebeurt. In dit verband herinneren wij ons de brand, die een paar jaar geleden uit brak by kruidenier Suijten. Dat was op de Tweede Kerstdag. In tyd van een wip waren alle Stompwijkers op de been, om een handje te helpen. Inboedels werden uit de gevaren zone gehaald, terwijl anderen een bijt in het ijs hakten, om de blussingswerkzaamheden te beginnen. De huismoeders zijn tevreden over de meis jes. Als ze wegens ziekte hulp nodig hebben kunnen ze er zeker van zijn, dat er iemand het huishouden doet. En nu vfe toch een opsomming van goede eigenschappen geven, mogen we de mooie priesterfeesten zeker niet vergeten. De Stomp wijkers laten geen gelegenheid voorbijgaan, om hun priesters aanhankelijkheid te betuigen. Prior Snabe) van het Kruisherenklooster, kort geleden nog assistent in Stompwijk, heeft de mooiste herinneringen aan zijn 12}^-jarig priesterfeest, dat hij daar mocht vieren. En toen pater van Emmen, dietijdelijk de taak van de zieke kapelaan Kamerbeek heeft over genomen, eveneens zijn koperen priesterfeest vierde, lieten de Stompwijkers zifrh ook niet onbetuigd. HERINNERINGEN UIT DE „DUIKTIJD". Tijdens de Duitse bezetting hielden we ons enige tijd schuil in Stompwijk. We hebben nog de blaren in onze haftden staan van het bomen omhakken aan de Meerleen. De vaders zetten hun kinderen overdag bij een boom op wacht en als iemand anders in de buurt kwaip kreeg hij te horen: „Afblijven! I?ie boom i.<? van mijn vader". Later wandelden we nog eens met twee koeien aan een touw in de richting van Leid schendam. Wie zal die uittocht ooit vergeten. Het dorp moest ontruimd worden, aangezien de Duitsers een oefening ginnen houden. Ieder- 'een sleepte mee wat hy dragen kon en 's avonds zaten we weer thuis. Er was niets gebeurd, waar overigens niemand rouwig om was. Van de'centrale keuken kunnen we getuigen dat het eten best was. Overal in Nederland watersoep, maar hier stukjes schapenvlees en voldoende vet. Zelfs de veehouders, wier land niet geschikt was voor landbouw, kwamen er tenslotte terecht voor hun warme maaltje. De -pastoor ging in die tijd rond. om overal eieren, kaas en boter te halen. Niemand wist. v/aar dat voor was. En nieuwsgierig dat de mensen waren! Na de oorlog werd er aan die nieuwsgierigheid een eind gemaakt, toen op de preekstoel een brief werd voorgelezen, waarin verschillende ziekenhuizen of liever de directies ervan bedankten voor de le vensmiddelen. die ze in de hongerperiode uit Stompwijk hadden ontvangen. Zó kennen wy Stompwijk! DESIDERIUS BIESENBROECK Jr. op het! verwezenlijken hiervan voor lopig nul is, is het alternatief: be wapening, het enig 'mogelijke. De generaal schat de benodigde militaire uitgaven op rond 30 mil liard dollar, waarvan misschien twee derden op korte termijn beschikbaar zou moet komen. De vrije volken beschikken globaal genomen zonder enige twijfel over de nodige hulp bronnen; zij kunnen over voldoende mensen beschikken en zij kunnen op geestelijk en intellectueel gebied, op het gebied van wetenschappelijk on derzoek, techniek en industriële pro ductie uit zeer belangrijke arsenalen putten. Daarbij zullen zij op militair ter rein het principe van de „eenheid van de oorlog" moeten erkennen, waaruit onmiddellijk voortvloeit het principe van de „eenheid der defen sie". Niet zó, dat ieder land zijn eigen territoir moet verdedigen, maar alle landen zullen het geza menlijke grondgebied dienen te ver dedigen in één gemeenschappelijke strategie. Als de vrije volkeren bereid zijn deze principes te accepteren, dan kan met vertrouwen de opbouw van een doeltreffend defensiesysteem te gemoet gezien worden. „Ik koester de hoop, aldus generaal Billotte, dat de Sovjets bij het zien van een der gelijke manifestatie, een dergelijke gemeenschappelijke wil, tot uiting gekomen in even machtige presta ties, eindelijk zo wijs zullen worden af te zien van hun politiek van we reld-hegemonie en langzamerhand zullen komen tot internationale sa menwerking." Tenslotte breekt de schrijver een lans Voor de wereldfederatie, doch zolang deze nog niet mogelijk is spreekt hij zich uit voor een Atlan tische Unie, niet alleen op militair gebied maar ook op economisch en politiek terrein. Zulk een unie zou leiden tot een gelukkiger toekomst, zij zou vrede en veiligheid geven. De schrijver meent, dat zulk een unie zeer goed te verwezenlijke is, om dat de Oceaan geographisch gezien meer verenigt dan scheidt en omdat de volken, die rondom de wereldzee leven minder van elkaar verschillen dan de staten van Noord-Amerika van elkaar verschilden in 1777. Als deze de Verenigde Staten va,n Ame rika konden vormen, fc het ook mo gelijk een Atlantische Unie te vor men, welke levenskracht een toe komst heeft. Het belangrijke boek van gene raal Billotte, dat uit het Frans ver taald is door J. Oyen, wordt uitge geven door het Nederlands Boekhuis te Tilburg en is verkrijgbaar bij de boekhandel voor de prijs van 5.90. Prof. Mag. Dr. T. A. Weve, hoog leraar aan de Katholieke Economi sche Hogeschool te Tilburg, hoopt op 15 Augustus a.s. zijn 40-jarig Priesterfeest te vieren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 5