DINSDAG START DE DERDE L.A.U.R.A.-RIT Vierhonderd en vijftig Rijwiel-enthousiasten rijden straks vijfhonderd kilometer in vier dagen Shaatö dam 3lattand en VMechi Zou het dit jaar weer zo zijn Jiap H. E. A. Gastelaars: ORGANISATOR B. J. F. I. Knaapen: OPPERHOOFD ZATERDAG 1 JULI 1950 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 NOG DRIE DAGEN niet te geloven, zo gauw als het jaar voorbij gevlogen is! nog drie dagen en we zullen weer op de fiets zitten! Nog drie dagen en we zullen in de vroege morgen het schone Alphen aan den Rijn achter ons laten, om het onvolprezen Hollandse polderland te doorkruisen. Nog drie dagen en we zullen weer aan het begin staan van vier heerlijke dagen, vol van sportieve geneugten. We popelen van ongeduld, om te beginnen aan de 500 kilometers, die we in vier dagen mogen verslin den. Het is dit jaar voor de derde maal, dat we mee mogen doen. En nog nooit hebben we met zóveel vreugde en gespannen verwachting het uur van de start tegemoet gezien. Want wat we de eerste keer slechts konden hopen en het tweede jaar durfden te vermoeden, is nu een grote waarschijnlijkheid voor ons geworden: De L.A.U.R.A.-rit slaat in bij touristisch Nederland! Het aantal deelnemers is weer gro ter geworden en de organisatie werd door meer ervaring -geperfectionneerd. Als het ook deze keer een succes wordt driemaal is scheepsrecht! zal onze waarschijnlijkheid in zekerheid veranderen. Dan zal de Alphense Rijwiel Vierdaagse Nederland veroverd hebben! Nog drie dagen en we zullen de ene kilometer na de andere onder onze pedalen zien wegglijden. Misschien snel, misschien langzaam. Dat zal afhangen van het weer en van de wind, die we óf niet, óf vóór, óf tegen zullen hebben. We weten het nog niet, hoe het zal zijn. Nog niet. Maar nog drie dagen Alphens Raadhuis, waar Maandag avond de opening plaats vindt (Foto's: „De Leidse Courant". JOUDEN DE „GEELTJES" UIT LEIMUIDEN er dit jaar weer zijn? Zien we de Zaandamse Politie weer terug? En de Gemeentewerk lieden van Alphen? En al dié andere oude kennissen, kameraden en fiets- yrienden, met wie wc al twee keer lief en leed gedeeld hebben? Zouden we weer zoveel storm krijgen, zoveel regen en zo weinig zon? Of zou Pluvius eindelijk eens barmhartigheid gaan betrachten en ons niet meer zo plagen als hij beide vorige ritten heeft gedaan? Zou de stemming weer zo gezellig zijn, zo knus onder elkaar, zo met het idee: „Laten we er samen een fijne tocht van maken"? Zou de belangstelling in Al phen aan den Rijn weer zo groot zijn, de bevolking weer zo hartelijk en gastvrij, de ontvangst weer zo spontaan en de laatste intocht weer zo, ovationeel? Zouden dc straten op de laatste middag weer zo vol staan met juichende mensen, die bloemen aanbieden? Zou het weer zo'n feest zijn in de tent op het IJsclubterrein? Zouden we weer zoveel plezier heb ben onderweg? Zouden we na afloop weer zo voldaan naar huis terug gaan? Zouden weOvervol zit ons hoofd met vragen, waarop het ant woord nog niet vaststaat, al mogen we natuurlijk weer op een harte lijke ontvangst rekenen en op een heerlijke, vriendschappelijke tocht! Dezelide route Onze fiets staat klaar. De fietsen maker heeft er z'n uiterste best op gedaan en voor zover menselijke berekening daartoe in staat is kan er nietj gebeuren: Onze „lijfarts" verstrekte ons het certificaat van „Geen Bezwaar", na dat hij ons „benenwerk" in puike conditie bevonden had. Wat kan ons dan verder nog deren? Och, we zul len heus wel zorgen voor een doosje Purol. Wat we zullen zien onderweg, is voor ons geen vraag meer. Voor de derde maal gaan we dezelfde route rijden. De eerste dag over Leiden, Voorschoten, Wassenaar naar Den Haag, waar we burgemeester Schok king even goede morgen gaan wen sen. En dan over Katwijk, Noord- wijk, Noordwijkerhout, Hillegom en Heemstede naar Hoofddorp. Tenslot te over Aalsmeer, Leimuiden en Rijnsaterwoudz weer naar Alphen terug. Bij elkaar een peuleschilletje van 124 kilometer, waarover we ne gen uur mogen doen. Dwars door de polders, langs de zee, over het duin en langs de plassen terug. Prachtig! We starten zo fris als een hoentje en zeggen na aankomst in Alphen: „Is dat ni^ alles?" De tweede dag, Woensdag, gaan we een kijkje nemen in Amsterdam. Hoe we daar komen? Wel, over Ter Aar, Nieuwveen, Vrouwenakker, Uithoorn, Ouderkerk, Nieuwer Am- stel. En als we de hoofdstad verla ten, gaan we over Diemerbrug, Weesper Carspel, Hilversum, Vree land, Loenersloot, Vinkeveen, Mij drecht, Uithoorn, Vrouwenakker, Ter Aar en komen vanzelf weer in Alphen terug, Daar zeggen we: ,,'t Viel best mee. Wel wat zwaarder dan gisteren, het was 126 kilometer, maar toch niet om op te roemen. Zó groot was de prestatie niet". Maar dan die derde dag! We we ten het nu al: de benen zijn 's mor gens zwaar als lood. En onze lust om te gaan fietsen zal nul komma nul zijn. Doch als we eenmaal het trage lichaam op het zadel gesjord heb ben en over Boskoop, Waddinxveen, Gouda, Haastrecht, Oudewater, naar Rotterdam, rennen onder de Maastunnel door en fietsen over Nieuwerkerk, Moordrecht, Gouda (waar we feestneuzen gaan kopen!) en Reeuwwijk naar Bodegraven. Daar wachten we elkaar op en in feeststoet rijden we dan Alphen bin nen, alsof we ik-weet-niet-wat ge presteerd hebben. Dat is niet te be schrijven, dat moet U meemaken! Zó veel- belangstelling en zóveel bloemen, een betere zaak waardig! Je krijgt er werkelijk het idee van: „Worden we nu voor de gek gehou den of niet?". En dan tenslotte de medaille. Dat wil zeggen: een nieuw cijfer. Want alleen degenen, die voor het eerst meedoen en niet uitgevallen zijn, krijgen de draagspeld. Wij oude rotten krijgen er het cijfer „Drie" op en zij, die het vorig jaar voor het eerst meededen, het cijfer „twee". Met deze stoffelijke herin nering gaan we dan natuurlijk pas op Zaterdagmorgen weer naar huis terug. We hangen de draag- De Alphense „Brug der Zuchten", die menige L. A moeten passeren. Hoe lang nog? Montfoort, Oudenrijn naar Utrecht gereden zijn, voelen we geen ver moeidheid meer. De terugweg gaat over De Bilt, Bilthoven, Soestdijk, Baarn, Hilversum, Maartensdijk, Utrecht, Harmeien, Woerden en Bo degraven naar Alphen terug. Bij el- U. R. A.-rijder zal Voor de Laura-rijders zullen iedere middag exemplaren van „De Leidse Courant" gratis ver krijgbaar zijn in de grote tent. speld aan de muur, kijken er een heel jaar tegenaan en spelden het kleinood in 1Ö51 weer op d'e borst. Maar goed, daar praten we voorlo pig nog niet over. Voorlopig beperken we ohs tot wat over drie dagen beginnen gaat. En over wat we dan al achter de rug zullen hebben! Want je kunt er na tuurlijk je mond niet over houden en tegen iedereen vertel je, dat je meedoet aan de derde Laurarit. Het gevolg is, dat je aan de ene helft moet vertellen, wat de Laura rit eigenlijk is, en aan de andere helft waarom je zo gek bent er aan mee te doen. Laat ons met het eer ste beginnen. De Alphense Rijwiel Vierdaagse, afgekort L.A.U.R.A. (naar de vijf plaatsen, die we bezoeken: Leiden, Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Alphen) is beslist géén wedstrijd! Zuiver en alleen een touristisch ge noegen, om in gezellige groepjes van vrienden en kennissen vier dagen lang te fietsen door de mooiste de len van Zuid Holland, Noord Hol land en Utrecht. Dit jaar mogen er voor het eerst ook tandemparen meedoen. Men kan zowel persoonlijk als per groep van tien inschrijven. Na afloop heeft men de voldoening gevende overtuiging: ik kan vier da gen achtereenbehoorlijk lange af standen afleggen, zonder overver moeid te raken! Dat is de bedoe- ling. Het tweede (waarom je zo gek bent) is lastiger. Wij draaien ons er met een smoesje uit: Dienst! Het is ons werk. Daar zijn we nu eenmaal journalist voor, al zal onze hoofd redacteur deze tocht niet verplich tend stellen. Stel je voor, zoiets te moeten! Je zou moord en brand schreeuwen. Is me dat een honden- baan! Maar nu je niet moet, doch mag, vind je het leuk. Dat is al. Maar al die anderen, die niet be roepshalve gaan? Hebben die er zo veel plezier van? Och, de een zal liever vier dagen, of langer, of kor ter, op z'n eigen houtje gaan fietsen en zelf de route uitstippelen. Ande ren vinden het leuker om geen zor gen te hebben over de organisatie en alleen maar te fietsen, zoals de he ren dat voor je hebben uitgestip peld. Daar is iets voor en iets tegen. Maar hoe je het ook bekijkt, het zijn vier prettige, sportieve dagen. En daarom gaan we! Wat we zullen beleven, ligt nog verborgen in de sluier der zeer nabije toekomst. We hopen iedere avond nog zóveel energie over te hebben, dat we in staat zijn U pre cies te vertellen hoe de tocht verlo pen is. Mocht onze schrijverij U mis schien tegenvallen, wees dan zo vriendelijk om te denken: „Och, die man zal moe geweest zijn". En nu: aan de start! Over organisatie-problemen gesproken! De tién man Haagse politie wilde dit keer liever niet in de Martha-stichting onderge bracht worden, maar helemaal vrij zijn. Dies werd voor hen na heel veel moeite plaats ge vonden in het Nutsgebouw. De Landbouwhuishóudschool was bereid om voor hen te koken. Edoch, even later komt het be richt uit Den Haag: Toch liever wél in de Martha-stichting. Wat nu? Gelukkig meldt zich ook de Amsterdamse politie aan. Zij kunnen dus in het Nutsgebouw terecht. Maar een van deze agen ten is maaglijder en moet op dieet leven. „Geen bezwaar", zegt mej. v. d. Gaast, directrice van de Landbouwhuishoud- school. „Dan koken we wel pap voor hem". Over bereidwillig heid gesproken! De heer H. E. A. Gastelaars, iede re L.A.U.R.A.-rijder kent hem, is de kaar 142 kilometer, een hele ruk, als ietS- ^?eiIel! je al voor de derde dag achter el- dat IanEzaam kaar op ae fiets zit. Dan durven we heel voorzichtig, want laat nooit merken dat het je te zwaar is! wel tegen elkaar te zeggen: ,,'t Was toch niet mis vandaag." Zo gaat dat, we kunnen er van meepraten. De derde dag is de zwaarste. Niet de vierde dag? Weineen. Dan is het een ritje van niets. Maar 108 kilometer. Daar draaien we dan onze hand niet meer voor om. Want U moet weten, dat dan de medaille lonktWe gaan dan uit Al phen naar Bleiswijk, Berschenhoek In de avonduren kunnen de deelnemers een bezoek brengen aan het prachtige vogelpark „Avifauna". dat langzaam en duidelijk, nooit overhaast, en steeds aan de hand van zijn talloze paperassen, waarin hij rustig en zeker een weg vindt. Bij niemand anders dus dan bij deze secretaris van het Bestuur moet men terecht komen voor nauwkeurige gegevens. Om deze reden zaten wij tegenover hem. Hoeveel deelnemers zijn er dit jaar? Even bladeren. Precies even veel als het vorig jaar, dus 445 per sonen. Zijn daar veel Alphenaren bij? Even nazien. Meer dan het vo rig jaar, 130 Alphenaren. Kunt U nog nazien hoeveel rijders het vorig jaar voor de tweede keer deelnamen? Even optellen. Na de tweede L.A.U.R.A.-rit kregen 157 deelnemers het cijfer „2". En hoe veel van hen komen nu voor de derde keer? Ook dat blijkt hij pre cies te weten. Van de eerste pio niers komen er dit keer 95 terug! Dan is er dit keer natuurlijk nog een stel, dat óf het vorig jaar óf twee jaar geleden meedeed. Hoe veel zijn er dat? Weer even tellen. Nu rijden er 133 voor de tweede keer mee. Die boeken, schriften en lijsten zijn voor ons raadselachtige verzame lingen van cijfers. Niet voor de heer Gastelaars! Hoeveel buitenlanders komen er dit jaar? Het vorig jaar was er slechts één Engelsman; nu komen er 3 Engelsen, 1 Belg en 2 Fransen. Spreek de heer Gastelaars niet ver der over de organisatie. Het wordt hem' danig lastig gemaakt. Massa's correspondontie moe ten behandeld worden. Per jaar komen er meer dan 300 mensen op visite. „En", zegt mevrouw Gaste laars, „je wilt die mensen toch ook niet aan de stoep te woord staan. Zij komen vaak van ver en nemen hun man of vrouw mee. Ze m'aken er eep visite van!" Maar vraagt men de heer Gaste laars hoe en of de Alphenaren mee werken, dan wordt hij enthousiast. De heer F. ten Brink, een onder wijzer'om slechts een voorbeeld té noemen heeft vrijwillig op zich genomen duizend Lauraspeld- jes zelf te maken. Die worden ver kocht en de opbrengst is voor de organisatie. Die kost veel geld: pas met 1000 deelnemers kan de L.A.U. R.A. zichzelf bedruipen; men moet het dus nu nog hebben van extra giften, donaties (een welkome sub sidie van de gemeente) en andere zijdelingse inkomsten. De Gemeente Alph'en? Vol lof is de heer Gastelaars over de burge meester en Gemeentewerken. De meest mogelijke medewerking wordt graag verleend. En liet is de medewerking van vele zijden, die het de heer Gaste laars mogelijk maakt zijn werk te doen en het hoofd boven water te houden, ondanks de vele moeilijk heden, waarvan insiders het best weten hoe zwaar die wegén Bij iedere organisatie of vereniging moet er één man zijn. die boven allen staat, die niet per sé het meeste en zwaarste werk moet verrichten, maar die alles overziet. Ook de L-A. U.R.A. heeft zo'n man no dig. Het is de heer B. J. F- I. Knaapen. voorzitter van het bestuur, de man die zich niet bemoeit met aanmeldingen. noch met controleposten, doch die Franse volzinnen uit z'n mouw schudt en in z'n eentje in staat is de hele L.A.U.RA- te represente ren. Vraag hem dus niet hoe veel deelnemers eï precies zijn. al weet hij er veel van en al kan hij vertellen, dat een fabriek vier Berini's, •ij wielen met hulpmotor, •beschikbaar heeft gesteld voor E.H.B.O.'ers. die snel het hele parcours heen en terug kunnen afrijden. Hij vertelt ook. dat dit jaar de rijwielfabriek ..Avada" zorgt voor een reparatie wagen. Maar verder praat de voorzitter liever niet over dergelijke interne aangelegenheden. Hij wordt pas enthousiast, als men vraagt of de de L.A.U.R.A. al voldoende bekend in Nederland. „Nog niet voldoen de. De propaganda is nog niet groots genoeg opgezet. Et hangen wel affiches, maar lang niet genoeg, vooral niet in verder gelegen plaat sen". Zal het ooit zover komen, dat de L.A.U.R.A. heel wielrijdend Neder land verovert? Weer een schouder ophalen en een gezichtvol vraag tekens. „We hebben concurrentie van dergelijke ritten in Vugt en Al melo. Maar dat is in een heel ande re streek. Hier komen er mensen, die Holland willen doorkruisen." Is er in het buitenland al reclame gemaakt? „Op heel bescheiden wij ze. Het volgend jaar gaan we dat krachtiger aanpakken, vooral in België, maar ook in Denemarken, het land van de fietsers". „Maar houdt er rekening mee", zegt hij dan, „dat de Nijmeegse Vierdaagse begonnen is met 32 deel nemers. Het heeft vele jaren ge duurd, alvorens de deelname daar werkelijk groot was. Het moet groeien. De eerste jaren blijft het klein, maar langzamerhand komt dat wel. Ik maak me er helemaal niet ongerust over, integendeel!". We komen tóch weer op technisch terrein terecht. En de heer Knaapen vertelt, dat er dit jaar geen défilé wordt gehouden op de openings avond (wel een bijzondere verras sing in petto!). De sportweek gaat echter wel door, al kan men van mening verschilllen over het nut daarvan. Het volgend jaar, aldus de voor zitter, wordt het parcours geheel herzien. Er zijn trouwens meer ver anderingen op til en verschillende wijzigingen zijn al doorgevoerd. In het bestuur, thans verdeeld in di verse commissies, is een andere wind gaan waaien en dat zal duide lijk te merken zijn, ook b.v. aan de recreatie in de avonduren. De voorzitter schijnt speciale be langstelling te hebben voor de ope ningsavond. De plechtigheid begint om half acht, vóór het Raadhuis. Verschillende burgemeesters uit de vijf „L.A.U.R.A.-plaatsen" zullen aanwezig zijn, evenals de commissa ris der Koningin in Zuid Holland. Na ontvangst door het gemeentebe stuur gaan de gasten naar buiten. De vlaggen van de landen der bui tenlandse deelnemers worden gehe sen, de volksliederen gespeeld en dan...dan zal de Derde L.A.U.- R.A.-rit officieel begonnen zijn!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 10