Een volk, dat in twee jaar verdubbelde
De kerk was bij de
Egmondse abdij ingelijfd
De ontwikkeling van zaken
in Indonesië
WIE GEEFT
Uw Rode Kruis
ZATERDAG 27 MEI 1950
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA I
UooJihautie. lp>iok&etu%q£ti
PASTOOR HENRICUS THEODORUS VAN VLASSELAAR WERD IN
1820 te Delfshaven geboren en ii? 1845 priester gewijd. Daarna was hij
kapelaan te Aarlanderveen, Roelof arendsveen, te Leiden in de kerk van
O. L. Vrouw Hemelvaart, te Gouda en te Amsterdam in de Posthotprn.
ln 1852 werd hij pastoor te Tuitjehorn, waar hij een nieuwe kerk met
pastorie bouwde en zorgde voor de aanleg van een eigen kerkhof. Op 16
juni 1871 kwam hij als pastoor naar Lisse, na 19 jaar lang te Tuitjehorn
te zijn geweest, waar hij zeer gezien was en men hem ongaarne zag ver
trekken. Hij overleed te Lisse op 9 Januari 1901 en werd opgevolgd
door pastoor Bernardus Joannes Klekamp, die sinds 1890 pastoor te Oude
Tonge was geweest en daarvoor kapelaan was te Haarlem en te Gouda.
Tijdens zijn pastoraat te Lisse werd er in deze parochie een nieuwe kerk
gebouwd, welke op 6 Augustus 1903 door Mgr. Bottemanne werd gecon
sacreerd. De kerk, in neo-gothischt stijl gebouwd, werd ontworpen en
uitgevoerd door de aannemer J. H. van Groenendael; zij heeft een van
de hoogste torens uit de omtrek, 75 meter hoog.
Pastoor Klekamp overleed te Lisse
op 13 October 1915 en werd opge
volgd door Henricus Josephus Phi-
lippus Thomann, die na zijn priester
wijding in 1883 kapelaan was te
Spierdijk, te Poeldijk, Scheveningen,
te Amsterdam in de Posthoorn en
daarna in 1901 pastoor werd te Kat
wijk tot 1908, toen pastoor te Voor
schoten tot 1915. van waar hij naar
Lisse kwam. In 1936 werd hij rustend
en ging wonen in St. Joannes de Deo
in Haarlem, waar hij op 15 Maart
1938 overleden is.
De tegenwoordige pastoor van St.
Agatha in Lisse. Gerardus Paulus
Aloysius van Zuylen, geboren in 1887,
werd op 15 Augustus 1913 priester
gewijd en was kapelaan te Voorscho
ten, Amsterdam in de St. Catharina-
kerk, Rotterdam in de St. Elisabeth
en werd in 1932 pastoor te Noord-
Zijpe of 't Zand in Noord-Holland. In
1936 werd hij benoemd tot pastoor
te Lisse.
De Engel-parochie.
De tweede parochie van Lisse, die
van de Beekbrug, toegewijd aan de
H.H. Engelbewaarders, dateert van
1929 met Nicolaas Wilh. Sentenie als
eerste pastoor, in 1941 opgevolgd
door J. C. de Groot, op zijn beurt in
1949 opgevolgd door pastoor H. C.
M. Roelvink.
VOORHOUT.
Na de reformatie is Voorhout nog
maar sinds het jaar 1845 zelfstandig;
voor dat jaar immers behoorde het
kerkelijk tot Sassenheim. Maar in de
Middeleeuwen was het een zelfstan
dige parochie en zelfs de moederkerk
van Sassenheim. De kerk van Voor
hout was een van de oudste kerken
van Rijnland en in de 2de helft van
de 10e eeuw schonk graaf Dirk II
haar tegelijk met de kerk van Noordr
wijk aan de abdij van Egmond.
De kerk van Voorhout was een
personaat en daaruit alleen blijkt al
dat zij tot de oudste kerken van het
dekenaat behoort. Oorspronkelijk
was en nu grijpen we terug naar
de eerste tijden van de Middel
eeuwen alleen de kathedrale kerk
van een bisdom, in de volledig zin
van het woord, parochiekerk met
alle daaraan verbonden rechten.
De enige parochiekerk van
Nederland.
In ons land was dat dus de Dom
van Sint Maarten te Utrecht, die heel
de Middeleeuwen door beschouwd
werd als de moederkerk van het bis
dom. Geleidelijk aan ontstonden er
Helpt het Rode Kruis
helpen I
De economische toestand is op het
ogenblik niet rooskleurig; dat was
zij in 1945 ook al niet, maar deson
danks bracht in dat jaar de inzame
ling van het Ned. Roode Kruis een
belangrijk groter bedrag op dan vo
rige jaren. Dit is het beste bewijs, dat
het Nederlandse volk begrijpt, dat-
het een verantwoordelijkheid heeft
tegenover het Ned. Roode Kruis en
dus tegenover zichzelf.
Het bedrag boven de geraamde op^
brengst heeft het Hoofdbestuur van
het Ned. Roode Kruis in 1949 direct
besteed voor de inrichting van mate-
rialendepóts in het kader van het
plan tot hulpverlening aan de bur
gerbevolking in geval van calamitei
ten. Met de financiële hulp van eni
ge afdelingen is men er in geslaagd
materialendepöts in te richten op 46
plaatsen in ons land.
De goederen, die daar worden op
geslagen, zullen gebruikt kunnen
worden wanneer bij een onverhoop
te ramp een deel der bevolking dak
loos wordt. Men heeft er alles om
een kleine honderd mensen in de eer
ste nood te herbergen en verzor-
gen.
De materialen zijn echter met be
doeld om er noodziekenhuizen mee
in te richten; want zieken en even
tuele gewonden zullen worden afge
voerd naar bestaande ziekenhuizen
of naar op te richten noodhospitalen.
De inhoud van één materialendepöt
vertegenwoordigt een waarde van 15
a 16.000 gulden.
Wanneer het bovengenoemde plan
geheel is uitgevoerd, zal Nederland
op alle eventualiteiten zijn voorbe
reid. Dan zal het zelfs mogelijk zijn.
dat geïsoleerde gebieden zichzelf
kunnen helpen. Maar dan moeten er
nog een kleine 40 van deze depots
worden ingericht. Ook voor de ver
dere uitvoering van dit plan zal het
Nederlandsche Roode Kruis in de ko
mende weken Uw bijdrage vragen.
Zegt dus niet: het Roode Kruis
heeft mijn sympathie niet, want er
wordt maar met geld gesmeten! El
ke uitgave is volkomen verantwoord
en dus rekenen we erop, dat allen
zullen medehelpen de Roode Kruis-
inzameling voor Leiden tot een suc
ces te maken.
naast de kathedraal meerdere kerken
met de rechten van een parochie
kerk.
In de Karolingische tijd heten deze
kerken, die dus het recht van dopen
en begraven bezaten, ,,plebes" en de
priester, die aan het hoofd van zo'n
kerk stond, werd plebaan genoemd.
Het zijn deze hoofdkerken, de oudste
dus, die later, in de 11de, 12de en
13de eeuw, vaak personaten of moe
derkerken worden genoemd.
In Rijnland waren vier personaten
of zulke moederkerken en wel
Noordwijk, Leiderdorp, Zoeterwou-
de en Voorhout.
De pastoor, die aan het hoofd stond,
en behalve plebaan, ook persoon,
boofdpastoor werd genoemd, had het
voorrecht, dat hij, niet als andere
pastoors verplicht was, persoonlijk
zijn ambt waar te nemen en dus te
midden van zijn parochianen te wo
nen; hij mocht zijn ambt door een
ander iaten waarnemen. Bovendien
had hij nog het recht die priester ter
benoeming voor te stellen, bezat het
eerste stemrecht in de vergadering
van geestelijken en had vaak een
koorstoel in de Dom van Utrecht. Als
teken van zijn waardigheid mocht hij
„almuysen", een versiersel van witte
en grauw bonte vellen op de mouw,
waaruit later de tot op de schouders
afhangende muts van bont is ont
staan, dragen op de arm. Mogelijk
zijn uit deze „almuysen" ons huidige
kanunnikkenmantels ontstaan.
De oude naam.
Ook in een brief van keizer Hen
drik IV, daterend van het jaar 1064
wordt de kerk van Voorhout ge
roemd. Dan heet de plaats nog ge
woonlijk, volgens de oude naam Fo-
reholte ,of Voreholt.
Onder de oudste Middeleeuwse
pastoors van Voorhout vinden we in
oude -bronnen vermeld, dat van 1234
tot 1255 heer Laurens er „cureyt"
is. Het jaar 1265 geeft ons weer een
pastoor Laurentius, misschien wel de
zelfde als de juist genoemde. Nog een
oudere vermelding is, dat in 1222 er
een zekere Wilhelmus pastoor is.
Verder weten we weinig meer over
deze-pastoors te vertellen. Komen we
wat verder in de historie, dan ver
tellen ons de oude Egmondse docu
menten, dat op 14 April 1333, de
toenmalige abt van Egmond's abdij,
abt Hugo Menson, de stichting van
een kapelanie ter ere van O. L.
Vrouw en van Sint Jacob in de kerk
van Voorhout vestigde. Deze stichting
was gemaakt door Hum Pollaert, die
toen pastoor van Voofliout was.
De abt moest er in gekend worden,
want de Hollandse graaf had de
Voorhoutse kerk, gelijk enkele ande
re, die oorspronkelijk behoord had
den tot de abdij van Echternach, aan
de Egmonder abdij geschonken
Krachtens deze schenking had de
abt van Egmond het patronaatsrecht
en mocht hij dus de pastoor ter be
noeming aan de bisschop voordragen.
Later en wel omstreeks 1465 lijfde
abt Gerrit II van Poelgeest de kerk
geheel bij de abdij in, zodat dus toen
ook de inkomsten geheel aan dat
klooster vielen.
DORDTSE BURGERIJ HELPT
BRANDWEER. De Dordtse bur
gerij werkt hand in hand met de
brandweer om tot een zo snel mo
gelijke brandmelding te komen. Be
woners uit alle wijken hebben hqn
telefoon voor brandmelding be
schikbaar gesteld, en zijn herken
baar aan speciale deurplaatjes. Te
vens zijn zij door de brandweer in
het bezit gesteld van de „tien ge
boden voor het aannerma; van een
bandmelding en het doorgeven er
van", opdat er geen tijd verloren zal
gaan met het vertellen van onbe
langrijke gegevens. Een bewoner van
Dordrecht bevestigt het plaatje op
zijn deurpost.
DE UITGIFTE VAN NIEUWE
BANKBILJETTEN VAN ƒ.10.—
Zoals bekend is, worden thans
nieuwe bankbiljetten van 10.uit
gegeven. Het heeft enige bevreem
ding gewekt hier en daar, dat het
geboortejaar van Koning Willem I
verschillend is vermeld.
Er moge in dit verband herinnerd
worden aan de bekendmaking van .de
directie van „De Nederlandsche
Bank N.V." in de Staatscourant van
3 December 1947. Daarin wordt o.a
melding gemaakt van het feit, dat
als geboortejaar op die biljetten be
horende tot de series 1 AA tot en met
2 AW het jaartal 1788 is vermeld,
terwijl op de biljetten, behorende
tot de verdere series, dit foutieve
jaartal is gerectificeerd in 1172.
RIJKSPERSONEEL KRIJGT
2 PCT. GRATIFICATIE
Naar het N. v. d. D. verneemt
heeft de regering thans definitief
besloten om over 1950 het burgerlijk
Rijkspersoneel, de onderwijzers en
leraren, allen voorzover hun salaris
een bedrag van 4.560 per jaar niet
te boven gaat, een vacantietoeslag
uitkering te doen, overeenkomende
met 2% van: hun jaarsalaris nret een
maximum van J-50.
VAKGROEP ACCORDEONORKEST
DIRIGENTEN OPGERICHT
Een veertigtal dirigenten van ac
cordeonorkesten kwam te Amster
dam in vergadering bijeen. Besloten
werd tot de oprichting van een vak
groep van accordeonorkest-dirigen
ten, aangesloten bij de bond Vah
orkest-dirigenten in Nederland.
Tweede Kamer
wat hij heeft,
is waard dat hij leeft.
Er wordt niet veel van U
gevraagd.
Wanneer U en Uw
gezinsleden ELKE WEEK
een cent voor
opzij leggen, kan het
voortgaan met zijn
menslievend werk
volledig en goed
te verrichten.
MAAR GEEF LIEVER UW
JAAR-BIJDRAGE INEENS!
In de LAATSTE week
van Mei en in de EERSTE
week van Juni zal men U
komen vragen om Uw gilt
GEEFT DAN
BLIJMOEDIG
Gistermiddag heeft de Tweede Ka
mer de behandeling van de nota om
trent de ontwikkeling van zaken in
Indonesië voortgezet.
De Minister vóór Uniezaken en
Overzeese Rijksdelen, de heer VAN
MAARSEVEEN, beantwoordt de
Donderdag gemaakte opmerkingen.
Hij merkt op, dat ook de voorstan
ders der souvereiniteitso verdracht
steeds hebben gezegd, dat er veel
moeilijkheden te wachten zouden
zijn* Maar er is ook gezegd, dat zon
der overdracht der souveremiteit de
moeilijkheden veel groter geweest
zouden zijn.
Niemand heeft vooraf kunnen zeg
gen hoe de krachtsverhoudingen in
Indonesië zouden worden en spr.
meent, dat ook thans ter zake nog
geen diagnose valt te stellen. De re
gering wenst zich niet te begeven in
een bespreking der intieme verhou
dingen der R.I.S.-regering. Juist nu
een ernstige strijd gaande is, welke
de democratische rechtskracht zal
'bepalen, valt het te loven dat de
regering zich niet onttrekt aan de
strijd, als zij de mogelijkheid ziet de
zaak in goede banen te leiden.
Spr. zegt geen woord van moede
loosheid te hebben gehoqrd. Hij be
toogt, dat tact en beleid nodig zullen
zijn en dat men nog begrip moet heb
ben voor de moeilijkheden, waarme
de de Uniepartners heeft te worste
len. Spr. betreurt het in deze omstan
digheden, dat.uitdrukkingen gebruikt
zijn, die grievend zijn. Het belang
van Nederland en Indonesië brengt
mede, dat bevorderd wordt, dat de
materiële welstand van geheel Indo
nesië toeneemt. Rust en orde zijn
daarbij nodig. Spr. hoopt, dat er spoe
dig een consolidatie in de verhoudin
gen intreedt en het Indonesische volk
zich bewust wordt van de noodzaak
langs lijnen van geleidelijkheid voort
te gaan.
Wat Nieuw-Guinea betreft zegt
spr., dat de partijen niet anders te
genover elkaar staan dan ter R.T.C.De
Nederlandse regering staat op het
standpunt, dat Nieuw-Guinea ook na
afloop van dit jaar onder Nederlands
gezag behoort te blijven. Een oplos
sing van het gehele geschil lijkt bin
nen de grenzen der mogelijkheden
te liggen als beide partijen het be
lang van de bevolking in het oog
houden.
De geëigende stappen der
regering.
Aangedrongen is op een nadere ver
klaring over de geëigende stappen,
die de regering heeft ondernomen.
De regering moet zich ten deze be
perken.
De toestand van de deelstaat Pa-
sundan was toch onhoudbaar gewor
den door de actie-Westerling, daar
aangenomen moest worden dat de
Pasundan daaraan niet vreemd was.
Spr. gaat na de strijd, welke leidde
tot de opheffing van de deelstaat
Oost-Indonesië, opmerkend, dat de
Nederlandse regering alles heeft ge
daan om deze strijd te voorkomen.
Aan de K.N.I.L.-strijdkrachten is op
gedragen zich buiten de strijd te
houden.
Aan de regering der V.S.I. en aan
de U.N.C.I. zijn nota's gezonden. In
de eerste verzocht de regering te
doen blijken hoe het zelfbeschik
kingsrecht te verwezenlijken zal zijn.
Aan de U.N.C.I. is o.m. opgemerkt,
dat haar zelfstandige functies zijn
opgedragen o.a. het houden van ple
biscieten.
De regering zal de toestand nauw
lettend volgen en doen wat ten aan
zien van de Nederlanders in Indone
sië mogelijk is.
Het valt thans niet met zekerheid
uit te maken in welke richting het
Ambonese volk als totaliteit wil
gaan.
De regering heeft met alle kracht
het doel nagestreefd een bloedbad
op Ambon te voorkomen en zij zal
daarnaar blijven streven.
Het betoog van de heer Gerbrandy
biedt de regering weinig aankno
pingspunten voor een vruchtbaar de
bat, verklaart de minister. De rege
ring kan zich niet onttrekken aan de
indruk, dat prof. Gerbrandy geen re
kening houdt met bet feit, dat Indo
nesië dezelfde souvereiniteit bezit als
Nederland.
Het gerucht als zouden Nederlan
ders bij de actie-Westerling zijn be
trokken verwijst spr. naar het rijk
der fabelen; deze zaak maakt overi
gens een onderwerp van gerechtelijk
onderzoek uit.
De minister verwijt de heer Wei
ter, dat hij het debat op een te laag
niveau bracht door de souvereini
teitso verdr acht te vergelijken met de
overdracht van een zaak, een kruide
nierszaak.
De heer WELTER: Zoals u dit nu
doet. Dit is geen debat.
De MINISTER: Ik aanvaard deze
beschuldiging van de heer Weiter,
zoals ik er meer aanvaard heb. Spr.
betoogt verder, dat uitstel der sou-
vereiniteitsoverdracht niet mogelijk
was; de moeilijkheden zouden daar
door aanzienlijk vergroot zijn.
Voor de belangen der Nederlanders
staat de regering en het Hoge Com
missariaat in Indonesië op de bres.
De minister betoogt, dat ook de
rede van de Indonesische Hoge Com
missaris bij de installatie van het
Uniehof heeft doen zien, dat de ernst
bij Indonesië voorzit om de verhou
ding tussen Indonesië en Nederland
tot iets goeds te maken.
De kwestie der studenten heeft de
aandacht der regering; bereids zijn
hem vragenlijsten toegezonden. Met
de Minister van Onderwijs zal over
leg gepleegd worden over de moge
lijkheid van verandering in de stu
dierichting.
De staatssecretaris van buitenland
se zaken, de heer BLOM, bestrijdt
de opvatting van de heer Weiter, als
zou het Nederlands prestige interna
tionaal gedaald zijn door de ver
vroegde souvereiniteitsoverdracht.
Een beroep op de Veiligheidsraad
is mogelijk als er sprake is van een
toestand, welke zou kunnen leiden
tot internationale wrijving of een in
ternationaal geschil.
De staatssecretaris van oorlog, de
heer FOCKEMA ANREAE bespreekt
de kwestie van de overgang van het
K.N.I.L. in het leger der R.I.S.wel
ke men zo soepel mogelijk wilde
doen verlopen, zulks in onderlinge
overeenstemming.
Ondanks de moeilijkheden en be
zwaren wordt het moeilijke proces
'er liauidatie van het K.N.I.L. door
het overgrote deel der militairen ge
dragen op een wijze, die Nederland
se militairen betaamt.
MOTIE-OUD INGEDIEND
De heer OUD (V.V.D.), voor wie
•het zelfsbeschikkingsrecht het alles
beheersende punt is, diende een
motie in, waarin de Kamer als haar
oordeel uitspreekt, dat de Regering
in gebreke blijft art. 2 van de wet
op de souvereiniteitsoverdracht op
de juiste wijze uit te voeren en over
deze houding der Regering haar
ernstige teleurstelling uitspreekt.
Minister VAN MAARSEVEEN
merkte op, dat men de Regering
niet kan verwijten, dat op de fede
rale structuur geen acht is geslagen.
De Regering zal krachtig blijven
aandringen op het zelfbeschikkings
recht. Zou de motie worden aange
nomen, dan zou het kabinet er de
nodige consequenties aan verbinden.
De vergadering werd daarna een
half uur geschorst.
Bij het debat, dat zidh daarna
over de motie ontspon, merkte de
heer ROMME (K.V.P.) op, dat er
bij aanneming van de motie niets
gebeurt tegen de schending en bij
verwerping zou de conclusie kunnen
worden getrokken, dat men het niet
zo nauw neemt met het zelfbeschik
kingsrecht. Zijn grootste zorg is, dat
bij verwerping een onjuiste conclu
sie zal worden getrokken. Hij wilde
daarom de Kamer doen uitspreken,
dat de Regering met alle geëigende
middelen zal bevorderen de voort
gang van het bepaalde in art. 2.
De heer BURGER (P.v.d.A.) zag
geen heil in de motie, de verhou
dingen zouden bij aanneming alleen
maar moeilijker worden.
De heer SCffOUTEN (A.R.) was
het over de kern van de zaak met
de heer Oud eens.
De heer TILANUS (C.H.) noemde
in de avondvergadering de motie-
Oud van vergaande politieke strek
king. Is het uit een enkel nationaal
belang geoorloofd thans dit kabinet
ten val te brengen? Hij zal er zijn
stem niet aan geven.
De heer OUD (V.V.D.) beoogde in
zijn motie de minister van Unieza
ken en Overzese gebiedsdelen ver
antwoordelijk te stellen. Spr. is he
lemaal niet gebrand op een kabi
netscrisis, doch hij kan nu niet voor
een dreigement ermede uit de weg
gaan.
De minister-president, dr. DREES
merkte op, dat in de motie-Oud
wantrouwen wordt uitgesproken.
Wordt ze aangenomen, dan gaat de
redering heen.
De heer VAN MAARSEVEEN,
minister van Uniezaken en Overze
se Gebiedsdelen meende, dat de mo"
tie Ronrme kan worden aanvaard.
Bij de stemming over de moties
werd de motie-Oud verworpen met
57 tegen 26 stemmen (KVP, PvdA,
CPN, Jkvr. Wtlewaall van Stoetwe
gen en Tilanus, beiden CH).
De motie-Romme werd aangeno
men met 52 tegen 31 stemmen. Voor
KVP, PvdA en Jkvr. Wttewaal van
Stoetwegen en Tilanus, beiden CH.
Op plaatsen, waar sinds de Bijbel niemand
meer woonde, springen nederzettingen uit de
grond, woestijnen worden door irrigatiewer-
ken vruchtbaar gemaakt, duizenden bomen
worden geplant op de kale bergen van Judea,
Galilea en de Negeb. Bij steden en oude dor
pen verrijzen industrieën en worden huizen
gezet. Het huisvestingsprobleem blijft echter
een moeilijk punt, ondanks alle maatregelen,
die van regeringswege worden genomen en
zo huist ongeveer tien procent ,van de gehele
bevolking in tenten en houten hutten in
doorgangskampen, wachtend om in het eco
nomisch leven te worden opgenomen.
Streng regime van soberheid.
Een streng regime van soberheid, dat de
„austerity"-campagne in Engeland tijdens de
oorlog vér achte* zich iaat, wordt gehandhaafd
in een uiterste poging om de negatieve han
delsbalans in evenwicht te brengen; het vorig
jaar importeerde Israël voor een waarde van
37.000.000 en exporteerde het voor
10.500.000. Het spreekt vanzelf, dat de belas
tingen er niet gering zijn en dat men ook al
het mogelijke doet, om buitenlandse kapitaal
beleggingen te verkrijgen. Er werden een veer
tigtal industriële ondernemingen voor een
waarde van 24 millioen dollar opgericht, gro
tendeels met behulp van kapitaal uit de Ver
enigde Staten; Zuid-Afrika, Italië, Zwitserland,
Groot-Brittannië, Canada en Frankrijk. Deze
ondernemingen zullen goederen voor de export
fabriceren, voornamelijk electrische artikelen
en gloeilampen, horloges, schoenen, optische in
strumenten, radio's, rubber artikelen, voedsel-
conserven en champagne.
De auto-firma Kaiser-Frazer begint met de
bouw van een fabriek, die 2.5 millioen dollars
zal kosten en een staal-constructie fabriek;
Schact en Co., bouwt een filiaal voor het be
drag 'van 1 millioen dollars.
Ondanks grote plannen, werkloosheid.
Het vier-jaren-plan voor de landbouw be
oogt het cultiveren van een oppervlakte van
1.125.000 acres, die tot nog toe braak lag. Hier
door zal in de behoefte van de bevolking aan
groenten geheel kunnen worden voorzien, in de
behoefte aan brood voor. 25 en voor één
derde in de suikerbehoefte. Ook tabak wordt
aangeplant met de bedoeling, dat Israël zich
zelf op dit gebied eveneens zal kunnen bedrui
pen. Teneinde tegemoet te komen aan de eisen
van het grote aantal toeristen en pelgrims, dat
men voor 1950 op 30.000 schat (in 1949 kwamen
De jonge staat Israël vierde op 14 Mei
zijn tweede verjaardag. In de twee jaren
van zijn bestaan nam Israël 400.000 Jood
se immigranten op en minister-president
David Ben Gourion is er van overtuigd,
dat zijn land de open-deur politiek niet
alleen terwille van de immigranten moet
volhouden, maar ook omdat massa-immi
gratie een essentiële factor is voor Is-
raël's veiligheid in een niet bepaald
vriendelijk gezinde Araibische wereld. Hel
voornaamste doel van het vier-jarenplan
der regering is dan ook de bevolking van
het land, die twee jaar geleden op
700.000 werd geschat, te verdubbelen.
Die bevolkingsaanwas brengt natuurlijk
grote veranderingen met zich mee in de
structuur en de ontwikkeling van Israël.
er 22.000 naar het Heilige Land) wordt ook het
hoteibedrijf uitgebreid. Het aanleggen van we
gen en het bebossen van woestenijen vormt
ook een onderdeel van het regeringsproject tot
het verschaffen van werk aan de immigran
ten. Hiertoe behoort ook de voorgenomen aan
leg van een grote zeehaven in Tel Aviv, een
project dat op 60 millioen dollars aan kosten
wordt geschat; en men is tévens voornemens,
de potasch—productie aan de kust van de Dode
Zee weer ternand te nemen. Ondanks al deze
plannen is het toch nog niet mogelijk geble
ken, aan iedere immigrant werk te verschaf
fen en de officiële statistieken geven dan ook
een werklozencijfer van 23.000 tot 25.000, waar
bij echter de personen, die in de doorgangs
kampen zitten, niet zijn inbegrepen. Het wer
kelijke cijfer ligt daarom veel hoger.
Een dubbele levensstandaard.
Dat neemt echter niet weg, dat de lonen over
het algemeen zeer hoog zijn en dat de poging,
de fantastische productiekosten te verlagen,
nog weinig succes had. Het resultaat hiervan
is een dubbele levensstandaard. De oude be
woners van het land, die door een machtige
vakvereniging, de Histadruth, worden be
schermd, verdienen naar verhouding zeer goed.
De nieuw aangekomenen daarentegen, die on
der de primitiefste omstandigheden in tenten
en hutten leven en bereid zijn, tegen iedere
betaling werk aan te nemen om weet- iets te
hebben, moeten heel hard voor hun bestaan
vechten en het zal jaren duren, voor zij een
zekere graad van welvaart hebben bereikt.
Israël de smeltkroes.
De heterogene aard van de imigranten, die
nu in grote massa's het land binnenstromen,
vormt nog een bijkomstige moeilijkheid. De
meesten zijn totaal onbemiddeld; zowel primi
tieve volken uit Centraal Yemen in Arabië als
academisch gevormde Israëlieten uit de Ver
enigde Staten hopen in Israël hun heil te vin
den. De immigranten komen uit de achterbuur
ten van Turkse steden, uit D.P.-kampen in
Europa, uit de Cyrenaica en uit Marokko. In
grote stromen komen zij uit Perzië en Bulga
rije, druppelsgewijs uit India en Afhghanistan.
Sommigen zijn advocaat of dokter, anderen
winkelier of handwerker en een groot aantal
heeft geen bepaald beroep. Zij spreken de taal
van het land, waar zij vandaan komen en
meestal kunnen leden van één groep niet met
die van een andere groep spreken. Of dit nu uit
vrije keuze is, of gedwongen door de' omstan
digheden, overal bestaat het streven om „on
der elkaar" te blijven en zo ontstaan er kleine
nederzettingen van „Hongaren", „Angelsak
sen", „Polen", „Marokkanen", enz. Het lijkt
haast een onmogelijkheid voor de regering van
Israël al deze verschillende groepen tot één
volk samen te smelten. Een dergelijke reus
achtige, opvoedkundige taak kan de jonge staat
nauwelijks aan, temeer daar de ene golf van
immigranten de andere op de hielen volgt. Men
vreest hier ook, dat de levensstandaard van
de bevolking, voornamelijk op het gebied van
de gezondheid en de hygiëne, de opvoeding en
de productiviteit, op een lager peil zal komen
als een gevolg van de grate toestroom uit ach
terlijke Oosterse landen zoals Yemen, Turkije
en Noord-Afrika.
Vrees voor communisme ongegrond?
Ook vraagt men zich hier af, of de immigra
tie op grote schaal niet het evenwicht van de
tegenwoordige politieke partijen zal verstoren
en of niet moeilijkheden en ontevredenheid on
der gedesillusioneerde immigranten er toe zou
den kunnen leiden, dat de communistische par
tij onevenredig sterk wordt. Gemeenteraads
verkiezingen, die onlangs in een nederzetting
van pas aangekoomen immigranten werden ge
houden; spreken echter deze vrees tegen, want
van de 1.018 kiezers brachten er slechts 58 hun
stem op de communistische partij uit! Of dat
echter de opvatting van de immigranten in het
algemeen weerspiegelt, is natuurlijk de vraag.