De lotgevallen van enige pastoors Uw Rode Kruis Rijken en armen hebben rechten, maar ook plichten Waarom steun aan het Roode Kruis? Vereveningsheffing als bedrijfslast voor de werkgever ZATERDAG 13 MEI 1950 LE LE1DSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 S.elcPiie.deniAAe imn £ii.le. j^E VOLGENDE PASTOOR VAN LISSE, Joannes Christophorus Free- de zorgde er voor, dat het oude schuilkerkje een nieuw altaar kreeg. Pastoor Freede werd in 1755 te Am sterdam geboren en was een tijd lang kapelaan in zijn geboortestad in de statiekerk aan de Boommarkt. Daarna werd hij pastoor te Wierin gen van 1786 tot 1790 en vervolgens te Krommenie tot 1805. Als pastoor te Wieringen kreeg hij in de roe rige dagen van het einde van de 18de eeuw kwestie met zijn kerk meesters, de reden waarom hij naar Krommenie ging. Daar ontstonden al direct moeilijkheden met pastoor Th. Warmeling van Assendelft over de grenzen van zijn statie. In 1798 schreef pastoor Freede aan aarts priester ten Hulscher, dat een deel van Assendelft kerkelijk altijd on der de statie Krommenie had behoo rd, maar dat nu een van de boeren, die daar woonden probeerde zich aan de zielzorg van de pastoor van Krommenie te onttrekken en daarom heel ostentatief zijn dienst bode had weten over te halen „haarPaasch te Assendelft te houden". Na heel wat heen en weer gepraat en geschreven te hebben, nam ten Hulscher eindelijk in 1798 een beslissing in de kwestie tussen beide pastoors en bepaalde, dat pastoor Free de in zijn recht stond. In 1805 werd Joannes Freede pastoor van Lisse, waar hij op 14 Juli 1816 overleden is. Volgens zijn opgave telde de statie in het jaar 1810 782 katholieken. Zijn opvolger werd Petrus van Ha len, geboren te V/eert en priester gewijd in 1792. Hij had te Leuven ge studeerd en was doctor in de philo- sophie. Sinds 1795 was hij pastoor te Herfelingen in het bisdom Kame- rijk, waar hij kwam over naar de Hollandse Missie en werd kapelaan te Zierikzee tot 1808. Toen werd hij professor aan het pas opgerichte se minarie te Warmond, waar hij ook de post van econoom vervulde als opvolger van Van Banning, die pas toor te Zoeterwoude was geworden. Bepaald een succes was die benoe ming nu niet en de studenten klaag den voortdurend over het eten, waarop van Halen steriotiep ant woordde: „het eten is zeer goed", terwijl het steeds minder werd. Ook was hij geen financier, zodat terwijl van Banning een welvaren de kas had achtergelaten, onder van Halen de financiën in de war ge raakten. Sinds Augustus 1816 was hij pas toor te Elsse; dat pastoraat heeft hem zowel als zijn kerkelijke over heid veel zorg en verdriet gebracht, vooral in de laatste jaren. In het begin van 1838 schreef aartspries ter Gerving aan Antonucci, die vice- superior was van de Hollandse Mis sie, dat hij vele onverstandige din gen hoorde van pastoor van Halen. Op zekere Zondag had hij openlijk van de preekstoel kapelaan van Rest aangevallen en hem onbekwaam ge noemd biecht te horen. De pastoor was doof, een grote handicap in de biechtstoel, waardoor moeilijkheden ontstonden. Practisch was hij rustend en zijn overheid meende hem geen verlof meer tot preken en biechtho ren te kunnen en mogen geven. Maar in het najaar van dat jaar hoorde de nuntius, dat hij van plan was zijn pastorale functies weer te gaan waar nemen, waarover deze zeer vertoornd was en de aartspriester opdracht gaf hem te waarschuwen, dat hij in dat geval zich genoodzaakt zou zien de pastoor te suspenderen. Zijn kape laan Eulenbach werd als dervitor aangesteld. Later werd de nuntius wat milder en gaf hij de pastoor ver lof tweemaal in de maand te pre ken, op voorwaarde evenwel, dat hij nooit over het zesde gebod zou spre ken, noch enie commentaar geven op het werk van zijn deservitor. Pastoor van Halen kwam plotse ling te overlijden op 13 Juni 1840. Zijn opvolger was Petrus Ludovicus van der Hoven, in 1785 te Rotterdam geboren en in 1805 priester gewijd. Hij behoorde aanvankelijk tot de Franciscanen van de Saksische pro vincie, maar ging na een paar jaar over naar de Hollandse Missie en werd kapelaan op Texel. Daar voel de hij zich geroepen naar de missie in Suriname te vertrokken, een mis siegebied, waarop aartspriester Cra mer de aandacht van zijn geestelijk heid had geprobeerd te trekken. Veel animo bestond er evenwel niet bij de geestelijken;'toch waren er op het Warmondse seminarie twee theo loganten te vinden, die zich bereid verklaarden na hun wijding met ka pelaan van der Hoven mee te trek ken naar de Surinaamse missie. Maar toen het op vertrekken aankwam weigerden beide mee te gaan en van der Hoven vertrok alleen en landde op 30 November 1815 te Paramaribo. Wordt aan de deur niet gegeven houdt zijn GROTE JAARLIJKSE INZAMELING in de laatste week van Mei en de eerste week van Juni Vrijwillige Rode Kruis-medewer- kers komen uw royale bijdrage bij u ophalen. Dat doen zij in hun vrije tijd. Laat hen niet tevergeefs komen. Zij vinden het óók niet prettig zo maar afgescheept te worden! Leg daarom reeds Uw giften wekelijks op zij WEES NIET BANG DAT U TEVEEL ZULT GEVEN! Zijn verblijf in Suriname werd even wel een mislukking en na een half jaar keerde hij naar het vaderland terug; hij had een brief, door negen katholieken van Suriname onderte kend bij zich, waarin deze mensen verklaarden, dat hij „zijn ambt en pligt als herder en zielzorger naar onser volkoomen genoegen had waar genomen" en dat het hun leed deed, dat van der Hoven moest vertrek ken. Van der Hoven werd pastoor te Sohoorl tot 1821 en daarna te Over- schie, waar de kerk zo slecht was, dat het gebouw dreigde in te storten. Hij bouwde er een nieuwe kerk met geldelijke steun van koning Willem I; een aardig waterstaatskerkje, maar tamelijk bezwaard met schulden, te zwaar voor die statie, die toen maar 472 communicanten telde. Pastoor van der Hoven zorgde ook, dat te Overschie een eigen katholiek kerk hof werd aangelegd, dat in 1833 werd ingewijd Een paar maanden daarna ging hij als pastoor naar Ab coude, waar hij een nieuwe pastorie bouwde om in 1836 weer te verhui zen, ditmaal naar Raamburg, v/aar hij tot 1840 pastoor bleef. In dat jaar werd hij pastoor te Lisse. In 1849 kreeg hij eervol ontslag uit de be diening; hij ging als rustend pries ter wonen te Sassenheim, waar hij op 16 October 1866 overleed, na een vrij bewogen leven vol werklust en ijver. Aartspriester Gerving tekent de man, als hij van hem zegt, dat hij een rigoreus katholieke pastoor was en daarom soms wel eens onvoor zichtig te werk ging. De vice-supe rior van de - Hollandse missie prees hem -om zijn ijver en vroomheid. Pater Lombardi sprak.... Pater Lombardi spreekt heden in den Haag, op zijn Kruistocht door Nederland. Aan de toespraak, welke hij deze week te Roermond heeft ge houden is het volgende ontleend: LIEFDE VERLOREN f\E WERELDOORLOG", zei pater Lombardi, „heeft ontzettende wonden geslagen. Maar er is al weer zoveel hersteld. Maar één zaak is aan de oorlog ten offer gevallen, die niet is herbouwd, die men no-g tevergeefs zoekt: de liefde. En dat komt, omdat de Liefde niet meer wordt bemind. God heeft men uitgebannen en met God de liefde, want wat is mense lijke liefde zonder God? Haat en nijd, klassenstrijd en twee dracht verscheuren de mensen. De corlog is een geweldige schipbreuk geworden en ieder poogt zichzelf te redden, eigen zaak, eigen belangen. Men weet zich niet meer de hoeder van zijn broeder. Volksmenners- zijn oogestaan en beloven het volk gou den bergen. Pater Lombardi heeft ze in Italië aan het werk gezien. Maar hij heeft cok gezien, hoe zij de haat en twee dracht vergrootten. Mocht dat zo doorgaan? Heeft dan het christen dom geen taak meer? Heeft Christus de wereld niets meer te zeggen? Natuurlijk, de redding der mensen ligt slechts bij Hem, die is het begin, het midden en het einde van alle dingen. Maar hoe daar de wereld van te overtuigen? En van Christus vernam Pater Lombardi: Ziet, hoe de vijanden van het christendom werken. Zij zetten het volk tot haat op, omdat zij slechts de rechten van het volk prediken en wijzen op het om-echt, dat het volk wordt aangedaan. Daar zit hun kracht. Daarom krijgen zij zoveel volgelingen. Pater Lombardi leerde van de kin deren der duisternis. Hij kwam tot de conclusie, dat het volk alleen ge red kon worden door het brengen van de Blijde Boodschap en wel zo, dat het volk, in al zijn lagen, op zijn plichten werd gewezen en alleen oog zou krijgen voor het onrecht, dat het zelf pleegde. Want zo is Christus voorgegaan. RECHTEN EN PLICHTEN den ook maar vast aan hun rech ten, maar zij mogen nooit uit het oog verliezen, dat Christus tot hen har- do dingen heeft gezegd. Eerder zal een kameel door het oog van een naald, gaan dan dat een rijke komt in het rijk der hemelen. Wie aan zijn bezit hangt om het bezit, pleegt on recht, wanneer hij armen in nood en ellende laat. „Gij wilt terecht geen communisme", aldus nater Lombardi. „Maar erkent dan óók dat gij voor allesplichten hebt,want wat ge wel doet aan uw ondefgèschikten, aan De sociaal-medische arbeid, welke door het Roode Kruis in Nederland en Indonesië wordt verricht, is veel omvattend. In korte trekken willen we over de verschillende takken van deze arbeid een en ander zeggen. Inrichting voorraad-magazijnen. In vroeger jaren had het Ned. Roo de Kruis de beschikking over een centraal voorraad-magazijn, van waaruit naar bedreigde gebieden of plaatsen goederen konden worden gerequireerd. De jongste oorlog heeft evenwel geleerd, dat het onverant woord is alles in een centraal maga zijn onder te brengen. Daarom wor den er op het ogenblik in ons land 85 voorraad-magazijnen ingericht. Kindertransporten. De kindertransporten worden per speciale Roode Kruis-trein uit gevoerd voor het Rooms Katholiek Huisvestingscomité, voor het Inter Kerkelijk Bureau, voor de Vereni ging Humanitas en voor andere or ganisaties die noodlijdende kinderen in Nederland weer laten aanster ken. De Bloedtransfusie. Bloedtransfusie, dienende om het tekort aan bloed bij een patiënt weer aan te vullen, werd voor het eerst uitgevoerd in 1492 bij Paus Innocen- tius Vni. De bedoeling was toen het oude bloed van deze Kerkvorst door jong bloed te vervangen. De twee bloedgevers verloren er echter het leven bij en ook voor de Paus mocht het middel niet ba ten Het middel bleef onbruikbaar tot de ontdekking van de bloedgroepen door de Weense geleerde dr. Karl Landsteiner in 1900 de oplossing bracht. Landsteiner toonde aan, dat men de mensheid in vier bloedgroepen kan verdelen, welke thans interna- tionnaal met de vier letters 0 Nul) A, B. en AB worden aangege ven. Bij bloedtransfusies dient er na melijk op gelet te worden, dat men bij een patiënt, behorende tot bloed groep A, bloed toedient van een do nor, die eveneens tot groep A be hoort, enz. Ook de Rhesus-factor dient te worden bepaald. Het le ven van de patiënt hangt er immers vanaf. Behalve met het bloed van inge schreven donors, worden er ook bloedtransfusies gegeven met plas ma. Dit is bloed, waaruit alle vaste bestanddelen (rode en witte bloed lichaampjes en bloedplaatjes)' zijn verwijderd en waarvan het overblij vende vocht wordt gedroogd.- Dit bloedplasma biedt zekere voordelen boven gewoon ongedroogd bloed, want daarbij is het niet nodig een bloedgroep te bepalen. Met een plasma-transfusie kan het leven van een patiënt zo niet direct gered, dan toch 6 a 7 uren gerekt worden. Deze tijd is voldoende om de gewonde naar een ziekenhuis te brengen. Welke grote voordelen dat biedt als er 'n ongeluk gebeurt buiten een stad, op zee of op een slagveld, be grijpt ieder. Hospitaalsoldaten, ambulance auto's, eerste hulpposten e.d. zijn dus tegenwoordig uitgerust met twee flessen: één met gedroogd bloedplas- ma en één met gedestilleerd water. Met het mengsel daarvan kan een ge wonde geholpen worden. De behoefte aan bloed voor trans fusies wordt op het ogenblik geschat op één transfusie per ziekenhuisbed per jaar, d.w.z. op pl.m. 40.000. Het aantal noodzakelijk plamsa-trans- fusier: op 20.000 per jaar. Met de ingeschreven donors en met het bloed, dat voor de plasma-actie ter beschikking wordt gesteld kan de Bloedtransfusiedienst van het Ne derlandse Roode Kruis ternauwer nood aan de vraag voldoen. Want het aantal transfusies stijgt voort durend omdat de medische weten schap er steeds meer in slaagt dit reddend middel met succes toe te passen. Bovendien moet er bloedplasma gezonden worden naar Indonesië en naar West-Indië. Ruim de helft van het bloed, dat in Nederland wordt verzameld, wordt in Nederland gebruikt. De rest wordt verzonden voor de gewonden en zieken in onze overzeese gebieds delen. Daar wordt het gebruikt voor allen, die het nodig hebben, militai ren zowel als burgers, zonder aan- zien des persoons. Er zijn echter nog altijd te weinig bloedgevers, want de jaarproductie van plasma over 1948 bedroeg 28.905 flessen, dus nog geen 14.500 L., ter wijl er hier in Nederland alleen al 18000 L. nodig zouden zijn. Waarom men dan niet méér maakt? Wel omdat er niet genoeg bloedgevers zijn De mensen willen wel, maar de meesten zien er toch tegenop. En toch: het prikje vor een bleodafna- me doet niet meer pijn dan iedere andere doodgewone prik in uw arm. Dat doet u niets als u gezond is, d.w.z. als u geen geelzucht of malaria of een andere bloedziekte heeft. Als u gezond is, geeft u bloed van uw reserves. D.e worden binnen zes weken door uw lichaam automatisch weer aan gevuld. Maar de zieke of gewonde, die door bloedverlies dreigt te sterven, merkt het wél, dat uw bloed zijn le ven redt! En zijn familie, die in doodsangst om zijn sterfbed staat, die weet het ook als de ten dode opge- schrevene als door een wonder tot het leven wordt teruggebracht. Iemand, die met bloed van een an der zijn leven gered ziet, kan niet dankbaar genoeg zijn en degene, die zijn bloed geeft vraagt daarvoor geen beloning of het moest deze zijn: dat ook anderen zijn voorbeeld zullen vo'gen. Maar niet iedereen is daartoe lichamelijk in staat. Doch laat hij dan zijn sympathie met het Roode Kruis-werk op andere wi.ize tonen door: mede te helpen aan de geldinzamelingsactie óf door het geven van een flinke gift, om al dat werk van het Roode Kruis finan cieel mogelijk te maken. ALS DE ENE HAND DE ANDERE WASTDe A.N.W.B. en het Nederlandse Roode Kruis werken zo veel mogelijk samen. Toen deze we genwachter zijn hand bezeerde bij de reparatie van een Roode Kruis- ambulance, werd hij direct en des kundig geholpen. Belasting - kwesties Meerderjarige kinderen vrij? Is de Vereveningsheffing als een bedrijfslast aan te merken? De vereveningsbelasting, zoals ze doorgaans wordt betiteld, is een za kelijke belasting en is dus als zoda nig een zuivere bedrijfslast, welke in mindering van de winst moet ge bracht worden. Over deze belasting is in de prac- tijk eigenlijk maar weinig te doen geweest. Toch is bij de invoering van dit Besluit in 1941 een niet onbe langrijke last opgelegd aan de werkgever. De heffing bedraagt 4]/2 percent van de uitbetaalde lonen en moet worden berekend over het door de werknemer genoten loon. Dit is ct.us na aftrek van de eventuele pen sioenpremie en Ziektewetpremie die voor rekening van de werknemer zijn. Het gedeelte van de premie ziekenfonds, dat hij moet bijdragén mag niet in aftrek komen. Voor de berekening wordt ook geen rekening gehouden met aftrek van verwer vingskosten of buitengewone lasten, welke dus alleen voor de loonbelas ting in aanmerking komen. Het is niet recht duidelijk welke bestemming de opbrengst heeft. Uit een bij de invoering van dc heffing in de pers versohenen mededeling mag blijken, dat ze verband houdt met bepaalde sociale verzekerings wetten, die toen verhoogd werden. Alhoewel de opbrengst voor 1950 ge raamd is op 210 millioen gulden, kunnen hiervan toch de sociale voor zieningen nog niet worden gefinan cierd. Bij de loonbelasting is het de be doeling, dat de werkgever de ver schuldigde belasting van het loon in houdt. Bij de vereveningsbelasting is dit echter niet zo, daar deze heffing door de werkgever zelf moet wor den betaald. Hij draagt dus uit eigen uw arbeiders en aan welke mensen ook, doet ge wel aan Christus". Een sociale omwenteling in chris telijke zin is noodzakelijk, om ons te bewaren voor de hel van het com munisme. Draagt uw aandeel bij, welgestelden, werkgevers, rijken, door de rechtvaardigheid te betrach ten, steeds en onder alle omstandig heden. Ziet in uw arbeiders de le rende Christus en het zal u niet zwaar vallen hen te beminnen en uw liefde zal bergen verzetten"! En gij arbeiders, juicht niet, om dat ik de rijken en de werkgevers kapittel. Want ook gij staat teveel op uw rechten. Vergeet toch niet, dat het bezit van geld op zich niet zon dig is, maar wel al zijn heil in het geld stellen. En hoe staat het daar mee onder u? Ook gij moet voor al les op uw plichten letten en Chris tus zoeken en vinden in wie boven staan. En vooral moet gij uw situatie af meten, niet naar die van hen diie het beter hebben, maar naar die van hen, die het slechter hebben. En dan denk ik aan zoveel kleine ambtena ren en pensioentrekkers, die maat schappelijk niet geborgen zijn, maar vaak droeve ellende kennen. leed, dat over de wereld kwam. Ook de priesters. Want zou het zo ver met de wereld zijn gekomen, zouden zovelen zijn afgevallen, zo veel anderen van de Kerk zijn ver vreemd, als wij priesters minder mid delmatig waren geweest? We waren niet heilig genoeg, al hebben wij God dank, nog altijd vele heilige priesters. Maar dit staat vast: Wij maken de terugkeer tot Christus en de Kerk makkelijker in de mate, dat wij heiliger leven". Liefde tussen de mensen moet er komen in een rijk dadenleven. Chris telijke liefde en we zullen de wereld voor Christus winnen. Er is geen andere uitweg dan deze weg. Hier ligt de oplossing van alle ellende", besloot Pater Lombardi. kas 4y2 percent bij voor de sociale verzekeringen van zijn arbeiders. Daarnaast worden nog de priemden enz. voor de bijzondere verzeke ringswetten afgedragen. Hiervoor hebben we dan ook onze in het bui tenland zo hoog geprezen sociale voorziening voor de werknemers. Er is in het Besluit Verevenings heffing een mogelijkheid opengela ten, dat in bijzondere gevallen V/2 percent op het loon van de werkne mer ingehouden kan worden. Hier voor is de toestemming nodig van het College van Rijksbemiddelaars. In de practijk is gebleken, dat deze toestemming zeer moeilijk wordt ge kregen. Een enkele keer komt het w el voor. De heffing moet worden be taald op de zelfde manier als het afdragen van de ingehouden loonbelasting, dus aangifte en afdracht eens in de drie maan den. Nu komt het wel voor, dat van iet loon geen loonbelasting ingehouden behoeft te worden, b.v. omdat het loon beneden het belastbare minimum van het ta rief blijft. De vereveningsbelas ting is over dit loon dan echter wel verschuldigd. Heeft een werkgever in een kwartaal geen loonbelasting behoeven in te houden, maar hij heeft wel loon uitbetaald, dan moet alleen de 4\2 percent heffing op de zelfde wijze als bij loonbelasting wor den afgedragen. Nu zijn we zover het geval te be spreken wanneer kinderen in het bedrijf of beroep van hun ouders werken en hiervoor loon ontvangen. Als het minderjarige kinderen be treft is er geen heffing verschuldigd. Het loon is immers ook geen be drijfslast voor de fiscus. Van het loon, dat meerderjarige kinderen verdienen zou in princie- pe wel steeds 4V2 moeten worden betaald. Hiervoor bestaat nu een vrij gevige regeling. Bij resolutie van 6 December 1949 is door de Minister bepaald, dat de vereveningsheffing niet behoeft te worden afgedragen over het loon, dat meerderjarige kin deren, die werkzaam zijn in het be drijf van hun ouders en bij die ouders inwonen, genieten in de vorm van vrije kost, inwoning, kleding en zakgeld. De meerderjarige kinderen zo wel ongehuwde als gehuwde, en met inbegrip van pleegkinderen wor den geacht zakgeld te genieten als hun totale loon blijft beneden de grens van belastbaarheid. Zolang dus van het totale loon, hetwelk deze kinderen genieten, geen loonbelas ting behoeft te worden ingehouden, is ook geen vereveningsbelasting ver schuldigd. Verder zijn in het Besluit nog ver schillende vrijstellingen opgenomen. Een paar belangrijke willen we nog noemen. De heffing is niet verschul digd over de uitbetaalde pensioenen. Ook is het loon vrij van het zoge naamde huispersoneel. Hieronder vallen beloningen aan dienstmeis jes, huisknechten, chauffeurs in pri vate dienst, gezinshulpen, enz. Is een dienstmeisje tevens werkzaam b.v. voor halve dagen in het bedrijf (als winkelmeisje) dan zal het loon ge splitst moeten worden in het gedeel te privé en bedrijf. Dienstpersoneel van doktoren, advocaten, enz. het welk tevens werkzaam is ten behoeve an de practijk is geheel vrij. HYPOTHEKEN en voor alle andere zaken op het gebied van on- roerende goederen Bouw-enMakelaarsbedriJf v.d. Drift Oude Vest 29 - Leiden Telef. 20513 WINKELKAS GESTOLEN OP KLAARLICHTE DAG. In Zaandam zijn een paar stoute tukjes uitgehaald. Op klaarlichte dag stapte namelijk een man de winkel van een pluimveevoedrhan- del binnen, regelrecht op de winkel lade af. Juist toen hij er met de inhoud vandoor wilde gaan, rende de eigenaar uit de achterkamer de zaak in, sloot de voordeur en vroeg wat een en ander had te betekenen. De indringer, ook niet voor een kleintje vervaard, koos de andere weg en verdween via dezelfde achterkamer in de veilige beschutting van een aantal opslagrterreinen. De politie kwam er bij, maar hoe men ook zocht, de ladelichter was en bleef spoorloos. Erger was wat twee jongens van ne gen jaar hebben uitgehaald. Die slo ten zich op in een schuur, trapten dertig broedeieren stuk, sloegen een broedende kip dood en vernielden vier ruiten van de schuur! De kin derpolitie is doende, dit varkentje te wassen. TWAALF JAAR VOOR MAN DIE ZIJN VROUW VERMOORDDE. De Amsterdamse Arrondissements rechtbank heeft de 31-jarige ijzerbe werker P. van der B. uit Amsterdam veroordeeld tot twaalf jaar gevange nisstraf met aftrek en terbeschik kingstelling van de regering, v. d. B. heeft in de nacht van 5 op 6 April van het vorige jaar zijn 28-jarige echtgenote Francisca Arler in haar woning in Amsterdam-Noord met 42 messteken van het leven beroofd. De eis was levenslang.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 5