De lotgevallen van
enige pastoors
Uw Rode Kruis
Rijken en armen hebben
rechten, maar ook plichten
Waarom steun aan het
Roode Kruis?
Vereveningsheffing als bedrijfslast
voor de werkgever
ZATERDAG 13 MEI 1950
LE LE1DSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
S.elcPiie.deniAAe imn £ii.le.
j^E VOLGENDE PASTOOR VAN LISSE, Joannes Christophorus Free-
de zorgde er voor, dat het oude schuilkerkje een nieuw altaar kreeg.
Pastoor Freede werd in 1755 te Am sterdam geboren en was een tijd
lang kapelaan in zijn geboortestad in de statiekerk aan de Boommarkt.
Daarna werd hij pastoor te Wierin gen van 1786 tot 1790 en vervolgens
te Krommenie tot 1805. Als pastoor te Wieringen kreeg hij in de roe
rige dagen van het einde van de 18de eeuw kwestie met zijn kerk
meesters, de reden waarom hij naar Krommenie ging. Daar ontstonden
al direct moeilijkheden met pastoor Th. Warmeling van Assendelft over
de grenzen van zijn statie. In 1798 schreef pastoor Freede aan aarts
priester ten Hulscher, dat een deel van Assendelft kerkelijk altijd on
der de statie Krommenie had behoo rd, maar dat nu een van de boeren,
die daar woonden probeerde zich aan de zielzorg van de pastoor van
Krommenie te onttrekken en daarom heel ostentatief zijn dienst
bode had weten over te halen „haarPaasch te Assendelft te houden".
Na heel wat heen en weer gepraat en geschreven te hebben, nam ten
Hulscher eindelijk in 1798 een beslissing in de kwestie tussen beide
pastoors en bepaalde, dat pastoor Free de in zijn recht stond. In 1805 werd
Joannes Freede pastoor van Lisse, waar hij op 14 Juli 1816 overleden is.
Volgens zijn opgave telde de statie in het jaar 1810 782 katholieken.
Zijn opvolger werd Petrus van Ha
len, geboren te V/eert en priester
gewijd in 1792. Hij had te Leuven ge
studeerd en was doctor in de philo-
sophie. Sinds 1795 was hij pastoor te
Herfelingen in het bisdom Kame-
rijk, waar hij kwam over naar de
Hollandse Missie en werd kapelaan
te Zierikzee tot 1808. Toen werd hij
professor aan het pas opgerichte se
minarie te Warmond, waar hij ook
de post van econoom vervulde als
opvolger van Van Banning, die pas
toor te Zoeterwoude was geworden.
Bepaald een succes was die benoe
ming nu niet en de studenten klaag
den voortdurend over het eten,
waarop van Halen steriotiep ant
woordde: „het eten is zeer goed",
terwijl het steeds minder werd.
Ook was hij geen financier, zodat
terwijl van Banning een welvaren
de kas had achtergelaten, onder van
Halen de financiën in de war ge
raakten.
Sinds Augustus 1816 was hij pas
toor te Elsse; dat pastoraat heeft
hem zowel als zijn kerkelijke over
heid veel zorg en verdriet gebracht,
vooral in de laatste jaren. In het
begin van 1838 schreef aartspries
ter Gerving aan Antonucci, die vice-
superior was van de Hollandse Mis
sie, dat hij vele onverstandige din
gen hoorde van pastoor van Halen.
Op zekere Zondag had hij openlijk
van de preekstoel kapelaan van Rest
aangevallen en hem onbekwaam ge
noemd biecht te horen. De pastoor
was doof, een grote handicap in de
biechtstoel, waardoor moeilijkheden
ontstonden. Practisch was hij rustend
en zijn overheid meende hem geen
verlof meer tot preken en biechtho
ren te kunnen en mogen geven. Maar
in het najaar van dat jaar hoorde
de nuntius, dat hij van plan was zijn
pastorale functies weer te gaan waar
nemen, waarover deze zeer vertoornd
was en de aartspriester opdracht gaf
hem te waarschuwen, dat hij in dat
geval zich genoodzaakt zou zien de
pastoor te suspenderen. Zijn kape
laan Eulenbach werd als dervitor
aangesteld. Later werd de nuntius
wat milder en gaf hij de pastoor ver
lof tweemaal in de maand te pre
ken, op voorwaarde evenwel, dat hij
nooit over het zesde gebod zou spre
ken, noch enie commentaar geven op
het werk van zijn deservitor.
Pastoor van Halen kwam plotse
ling te overlijden op 13 Juni 1840.
Zijn opvolger was Petrus Ludovicus
van der Hoven, in 1785 te Rotterdam
geboren en in 1805 priester gewijd.
Hij behoorde aanvankelijk tot de
Franciscanen van de Saksische pro
vincie, maar ging na een paar jaar
over naar de Hollandse Missie en
werd kapelaan op Texel. Daar voel
de hij zich geroepen naar de missie
in Suriname te vertrokken, een mis
siegebied, waarop aartspriester Cra
mer de aandacht van zijn geestelijk
heid had geprobeerd te trekken.
Veel animo bestond er evenwel niet
bij de geestelijken;'toch waren er op
het Warmondse seminarie twee theo
loganten te vinden, die zich bereid
verklaarden na hun wijding met ka
pelaan van der Hoven mee te trek
ken naar de Surinaamse missie. Maar
toen het op vertrekken aankwam
weigerden beide mee te gaan en van
der Hoven vertrok alleen en landde
op 30 November 1815 te Paramaribo.
Wordt aan de deur
niet gegeven
houdt zijn GROTE
JAARLIJKSE INZAMELING
in de laatste week van
Mei en de eerste week
van Juni
Vrijwillige Rode Kruis-medewer-
kers komen uw royale bijdrage bij u
ophalen.
Dat doen zij in hun vrije tijd.
Laat hen niet tevergeefs komen.
Zij vinden het óók niet prettig zo
maar afgescheept te worden!
Leg daarom reeds Uw
giften wekelijks op zij
WEES NIET BANG DAT U
TEVEEL ZULT GEVEN!
Zijn verblijf in Suriname werd even
wel een mislukking en na een half
jaar keerde hij naar het vaderland
terug; hij had een brief, door negen
katholieken van Suriname onderte
kend bij zich, waarin deze mensen
verklaarden, dat hij „zijn ambt en
pligt als herder en zielzorger naar
onser volkoomen genoegen had waar
genomen" en dat het hun leed deed,
dat van der Hoven moest vertrek
ken. Van der Hoven werd pastoor te
Sohoorl tot 1821 en daarna te Over-
schie, waar de kerk zo slecht was,
dat het gebouw dreigde in te storten.
Hij bouwde er een nieuwe kerk met
geldelijke steun van koning Willem
I; een aardig waterstaatskerkje, maar
tamelijk bezwaard met schulden, te
zwaar voor die statie, die toen maar
472 communicanten telde. Pastoor
van der Hoven zorgde ook, dat te
Overschie een eigen katholiek kerk
hof werd aangelegd, dat in 1833
werd ingewijd Een paar maanden
daarna ging hij als pastoor naar Ab
coude, waar hij een nieuwe pastorie
bouwde om in 1836 weer te verhui
zen, ditmaal naar Raamburg, v/aar
hij tot 1840 pastoor bleef. In dat jaar
werd hij pastoor te Lisse. In 1849
kreeg hij eervol ontslag uit de be
diening; hij ging als rustend pries
ter wonen te Sassenheim, waar hij
op 16 October 1866 overleed, na een
vrij bewogen leven vol werklust en
ijver. Aartspriester Gerving tekent
de man, als hij van hem zegt, dat hij
een rigoreus katholieke pastoor was
en daarom soms wel eens onvoor
zichtig te werk ging. De vice-supe
rior van de - Hollandse missie prees
hem -om zijn ijver en vroomheid.
Pater Lombardi sprak....
Pater Lombardi spreekt heden in
den Haag, op zijn Kruistocht door
Nederland. Aan de toespraak, welke
hij deze week te Roermond heeft ge
houden is het volgende ontleend:
LIEFDE VERLOREN
f\E WERELDOORLOG", zei pater
Lombardi, „heeft ontzettende
wonden geslagen. Maar er is al weer
zoveel hersteld. Maar één zaak is aan
de oorlog ten offer gevallen, die niet
is herbouwd, die men no-g tevergeefs
zoekt: de liefde. En dat komt, omdat
de Liefde niet meer wordt bemind.
God heeft men uitgebannen en met
God de liefde, want wat is mense
lijke liefde zonder God?
Haat en nijd, klassenstrijd en twee
dracht verscheuren de mensen. De
corlog is een geweldige schipbreuk
geworden en ieder poogt zichzelf te
redden, eigen zaak, eigen belangen.
Men weet zich niet meer de hoeder
van zijn broeder. Volksmenners- zijn
oogestaan en beloven het volk gou
den bergen.
Pater Lombardi heeft ze in Italië
aan het werk gezien. Maar hij heeft
cok gezien, hoe zij de haat en twee
dracht vergrootten. Mocht dat zo
doorgaan? Heeft dan het christen
dom geen taak meer? Heeft Christus
de wereld niets meer te zeggen?
Natuurlijk, de redding der mensen
ligt slechts bij Hem, die is het begin,
het midden en het einde van alle
dingen. Maar hoe daar de wereld
van te overtuigen?
En van Christus vernam Pater
Lombardi: Ziet, hoe de vijanden van
het christendom werken. Zij zetten
het volk tot haat op, omdat zij slechts
de rechten van het volk prediken en
wijzen op het om-echt, dat het volk
wordt aangedaan. Daar zit hun
kracht. Daarom krijgen zij zoveel
volgelingen.
Pater Lombardi leerde van de kin
deren der duisternis. Hij kwam tot
de conclusie, dat het volk alleen ge
red kon worden door het brengen
van de Blijde Boodschap en wel zo,
dat het volk, in al zijn lagen, op zijn
plichten werd gewezen en alleen
oog zou krijgen voor het onrecht, dat
het zelf pleegde. Want zo is Christus
voorgegaan.
RECHTEN EN PLICHTEN
den ook maar vast aan hun rech
ten, maar zij mogen nooit uit het oog
verliezen, dat Christus tot hen har-
do dingen heeft gezegd. Eerder zal
een kameel door het oog van een
naald, gaan dan dat een rijke komt
in het rijk der hemelen. Wie aan zijn
bezit hangt om het bezit, pleegt on
recht, wanneer hij armen in nood en
ellende laat. „Gij wilt terecht geen
communisme", aldus nater Lombardi.
„Maar erkent dan óók dat gij voor
allesplichten hebt,want wat ge wel
doet aan uw ondefgèschikten, aan
De sociaal-medische arbeid, welke
door het Roode Kruis in Nederland
en Indonesië wordt verricht, is veel
omvattend.
In korte trekken willen we over
de verschillende takken van deze
arbeid een en ander zeggen.
Inrichting voorraad-magazijnen.
In vroeger jaren had het Ned. Roo
de Kruis de beschikking over een
centraal voorraad-magazijn, van
waaruit naar bedreigde gebieden of
plaatsen goederen konden worden
gerequireerd. De jongste oorlog heeft
evenwel geleerd, dat het onverant
woord is alles in een centraal maga
zijn onder te brengen. Daarom wor
den er op het ogenblik in ons land
85 voorraad-magazijnen ingericht.
Kindertransporten.
De kindertransporten worden per
speciale Roode Kruis-trein uit
gevoerd voor het Rooms Katholiek
Huisvestingscomité, voor het Inter
Kerkelijk Bureau, voor de Vereni
ging Humanitas en voor andere or
ganisaties die noodlijdende kinderen
in Nederland weer laten aanster
ken.
De Bloedtransfusie.
Bloedtransfusie, dienende om het
tekort aan bloed bij een patiënt weer
aan te vullen, werd voor het eerst
uitgevoerd in 1492 bij Paus Innocen-
tius Vni. De bedoeling was toen het
oude bloed van deze Kerkvorst door
jong bloed te vervangen.
De twee bloedgevers verloren er
echter het leven bij en ook voor de
Paus mocht het middel niet ba
ten
Het middel bleef onbruikbaar tot
de ontdekking van de bloedgroepen
door de Weense geleerde dr. Karl
Landsteiner in 1900 de oplossing
bracht.
Landsteiner toonde aan, dat men
de mensheid in vier bloedgroepen
kan verdelen, welke thans interna-
tionnaal met de vier letters 0
Nul) A, B. en AB worden aangege
ven.
Bij bloedtransfusies dient er na
melijk op gelet te worden, dat men
bij een patiënt, behorende tot bloed
groep A, bloed toedient van een do
nor, die eveneens tot groep A be
hoort, enz. Ook de Rhesus-factor
dient te worden bepaald. Het le
ven van de patiënt hangt er immers
vanaf.
Behalve met het bloed van inge
schreven donors, worden er ook
bloedtransfusies gegeven met plas
ma. Dit is bloed, waaruit alle vaste
bestanddelen (rode en witte bloed
lichaampjes en bloedplaatjes)' zijn
verwijderd en waarvan het overblij
vende vocht wordt gedroogd.- Dit
bloedplasma biedt zekere voordelen
boven gewoon ongedroogd bloed,
want daarbij is het niet nodig een
bloedgroep te bepalen.
Met een plasma-transfusie kan het
leven van een patiënt zo niet direct
gered, dan toch 6 a 7 uren gerekt
worden. Deze tijd is voldoende om
de gewonde naar een ziekenhuis te
brengen.
Welke grote voordelen dat biedt
als er 'n ongeluk gebeurt buiten een
stad, op zee of op een slagveld, be
grijpt ieder.
Hospitaalsoldaten, ambulance
auto's, eerste hulpposten e.d. zijn dus
tegenwoordig uitgerust met twee
flessen: één met gedroogd bloedplas-
ma en één met gedestilleerd water.
Met het mengsel daarvan kan een ge
wonde geholpen worden.
De behoefte aan bloed voor trans
fusies wordt op het ogenblik geschat
op één transfusie per ziekenhuisbed
per jaar, d.w.z. op pl.m. 40.000. Het
aantal noodzakelijk plamsa-trans-
fusier: op 20.000 per jaar.
Met de ingeschreven donors en met
het bloed, dat voor de plasma-actie
ter beschikking wordt gesteld kan de
Bloedtransfusiedienst van het Ne
derlandse Roode Kruis ternauwer
nood aan de vraag voldoen. Want
het aantal transfusies stijgt voort
durend omdat de medische weten
schap er steeds meer in slaagt dit
reddend middel met succes toe te
passen.
Bovendien moet er bloedplasma
gezonden worden naar Indonesië en
naar West-Indië.
Ruim de helft van het bloed, dat
in Nederland wordt verzameld,
wordt in Nederland gebruikt. De rest
wordt verzonden voor de gewonden
en zieken in onze overzeese gebieds
delen. Daar wordt het gebruikt voor
allen, die het nodig hebben, militai
ren zowel als burgers, zonder aan-
zien des persoons.
Er zijn echter nog altijd te weinig
bloedgevers, want de jaarproductie
van plasma over 1948 bedroeg 28.905
flessen, dus nog geen 14.500 L., ter
wijl er hier in Nederland alleen al
18000 L. nodig zouden zijn. Waarom
men dan niet méér maakt? Wel
omdat er niet genoeg bloedgevers
zijn De mensen willen wel, maar de
meesten zien er toch tegenop. En
toch: het prikje vor een bleodafna-
me doet niet meer pijn dan iedere
andere doodgewone prik in uw arm.
Dat doet u niets als u gezond is, d.w.z.
als u geen geelzucht of malaria of een
andere bloedziekte heeft. Als u gezond
is, geeft u bloed van uw reserves.
D.e worden binnen zes weken door
uw lichaam automatisch weer aan
gevuld.
Maar de zieke of gewonde, die
door bloedverlies dreigt te sterven,
merkt het wél, dat uw bloed zijn le
ven redt! En zijn familie, die in
doodsangst om zijn sterfbed staat, die
weet het ook als de ten dode opge-
schrevene als door een wonder tot
het leven wordt teruggebracht.
Iemand, die met bloed van een an
der zijn leven gered ziet, kan niet
dankbaar genoeg zijn en degene, die
zijn bloed geeft vraagt daarvoor geen
beloning of het moest deze zijn: dat
ook anderen zijn voorbeeld zullen
vo'gen.
Maar niet iedereen is daartoe
lichamelijk in staat.
Doch laat hij dan zijn sympathie
met het Roode Kruis-werk op andere
wi.ize tonen door: mede te helpen
aan de geldinzamelingsactie óf door
het geven van een flinke gift, om al
dat werk van het Roode Kruis finan
cieel mogelijk te maken.
ALS DE ENE HAND DE ANDERE
WASTDe A.N.W.B. en het
Nederlandse Roode Kruis werken zo
veel mogelijk samen. Toen deze we
genwachter zijn hand bezeerde bij
de reparatie van een Roode Kruis-
ambulance, werd hij direct en des
kundig geholpen.
Belasting - kwesties
Meerderjarige kinderen vrij?
Is de Vereveningsheffing als een
bedrijfslast aan te merken?
De vereveningsbelasting, zoals ze
doorgaans wordt betiteld, is een za
kelijke belasting en is dus als zoda
nig een zuivere bedrijfslast, welke
in mindering van de winst moet ge
bracht worden.
Over deze belasting is in de prac-
tijk eigenlijk maar weinig te doen
geweest. Toch is bij de invoering van
dit Besluit in 1941 een niet onbe
langrijke last opgelegd aan de
werkgever. De heffing bedraagt 4]/2
percent van de uitbetaalde lonen en
moet worden berekend over het door
de werknemer genoten loon. Dit is
ct.us na aftrek van de eventuele pen
sioenpremie en Ziektewetpremie die
voor rekening van de werknemer
zijn. Het gedeelte van de premie
ziekenfonds, dat hij moet bijdragén
mag niet in aftrek komen. Voor de
berekening wordt ook geen rekening
gehouden met aftrek van verwer
vingskosten of buitengewone lasten,
welke dus alleen voor de loonbelas
ting in aanmerking komen.
Het is niet recht duidelijk welke
bestemming de opbrengst heeft. Uit
een bij de invoering van dc heffing
in de pers versohenen mededeling
mag blijken, dat ze verband houdt
met bepaalde sociale verzekerings
wetten, die toen verhoogd werden.
Alhoewel de opbrengst voor 1950 ge
raamd is op 210 millioen gulden,
kunnen hiervan toch de sociale voor
zieningen nog niet worden gefinan
cierd.
Bij de loonbelasting is het de be
doeling, dat de werkgever de ver
schuldigde belasting van het loon in
houdt. Bij de vereveningsbelasting is
dit echter niet zo, daar deze heffing
door de werkgever zelf moet wor
den betaald. Hij draagt dus uit eigen
uw arbeiders en aan welke mensen
ook, doet ge wel aan Christus".
Een sociale omwenteling in chris
telijke zin is noodzakelijk, om ons te
bewaren voor de hel van het com
munisme. Draagt uw aandeel bij,
welgestelden, werkgevers, rijken,
door de rechtvaardigheid te betrach
ten, steeds en onder alle omstandig
heden. Ziet in uw arbeiders de le
rende Christus en het zal u niet
zwaar vallen hen te beminnen en
uw liefde zal bergen verzetten"!
En gij arbeiders, juicht niet, om
dat ik de rijken en de werkgevers
kapittel. Want ook gij staat teveel op
uw rechten. Vergeet toch niet, dat
het bezit van geld op zich niet zon
dig is, maar wel al zijn heil in het
geld stellen. En hoe staat het daar
mee onder u? Ook gij moet voor al
les op uw plichten letten en Chris
tus zoeken en vinden in wie boven
staan.
En vooral moet gij uw situatie af
meten, niet naar die van hen diie
het beter hebben, maar naar die van
hen, die het slechter hebben. En dan
denk ik aan zoveel kleine ambtena
ren en pensioentrekkers, die maat
schappelijk niet geborgen zijn, maar
vaak droeve ellende kennen.
leed, dat over de wereld kwam.
Ook de priesters. Want zou het zo
ver met de wereld zijn gekomen,
zouden zovelen zijn afgevallen, zo
veel anderen van de Kerk zijn ver
vreemd, als wij priesters minder mid
delmatig waren geweest? We waren
niet heilig genoeg, al hebben wij God
dank, nog altijd vele heilige
priesters. Maar dit staat vast: Wij
maken de terugkeer tot Christus en
de Kerk makkelijker in de mate,
dat wij heiliger leven".
Liefde tussen de mensen moet er
komen in een rijk dadenleven. Chris
telijke liefde en we zullen de wereld
voor Christus winnen. Er is geen
andere uitweg dan deze weg. Hier
ligt de oplossing van alle ellende",
besloot Pater Lombardi.
kas 4y2 percent bij voor de sociale
verzekeringen van zijn arbeiders.
Daarnaast worden nog de priemden
enz. voor de bijzondere verzeke
ringswetten afgedragen. Hiervoor
hebben we dan ook onze in het bui
tenland zo hoog geprezen sociale
voorziening voor de werknemers.
Er is in het Besluit Verevenings
heffing een mogelijkheid opengela
ten, dat in bijzondere gevallen V/2
percent op het loon van de werkne
mer ingehouden kan worden. Hier
voor is de toestemming nodig van
het College van Rijksbemiddelaars.
In de practijk is gebleken, dat deze
toestemming zeer moeilijk wordt ge
kregen. Een enkele keer komt het
w el voor.
De heffing moet worden be
taald op de zelfde manier als het
afdragen van de ingehouden
loonbelasting, dus aangifte en
afdracht eens in de drie maan
den. Nu komt het wel voor, dat
van iet loon geen loonbelasting
ingehouden behoeft te worden,
b.v. omdat het loon beneden het
belastbare minimum van het ta
rief blijft. De vereveningsbelas
ting is over dit loon dan echter
wel verschuldigd. Heeft een
werkgever in een kwartaal geen
loonbelasting behoeven in te
houden, maar hij heeft wel loon
uitbetaald, dan moet alleen de
4\2 percent heffing op de zelfde
wijze als bij loonbelasting wor
den afgedragen.
Nu zijn we zover het geval te be
spreken wanneer kinderen in het
bedrijf of beroep van hun ouders
werken en hiervoor loon ontvangen.
Als het minderjarige kinderen be
treft is er geen heffing verschuldigd.
Het loon is immers ook geen be
drijfslast voor de fiscus.
Van het loon, dat meerderjarige
kinderen verdienen zou in princie-
pe wel steeds 4V2 moeten worden
betaald. Hiervoor bestaat nu een vrij
gevige regeling. Bij resolutie van 6
December 1949 is door de Minister
bepaald, dat de vereveningsheffing
niet behoeft te worden afgedragen
over het loon, dat meerderjarige kin
deren, die werkzaam zijn in het be
drijf van hun ouders en bij die
ouders inwonen, genieten in de vorm
van vrije kost, inwoning, kleding en
zakgeld.
De meerderjarige kinderen zo
wel ongehuwde als gehuwde, en met
inbegrip van pleegkinderen wor
den geacht zakgeld te genieten als
hun totale loon blijft beneden de
grens van belastbaarheid. Zolang dus
van het totale loon, hetwelk deze
kinderen genieten, geen loonbelas
ting behoeft te worden ingehouden,
is ook geen vereveningsbelasting ver
schuldigd.
Verder zijn in het Besluit nog ver
schillende vrijstellingen opgenomen.
Een paar belangrijke willen we nog
noemen. De heffing is niet verschul
digd over de uitbetaalde pensioenen.
Ook is het loon vrij van het zoge
naamde huispersoneel. Hieronder
vallen beloningen aan dienstmeis
jes, huisknechten, chauffeurs in pri
vate dienst, gezinshulpen, enz. Is een
dienstmeisje tevens werkzaam b.v.
voor halve dagen in het bedrijf (als
winkelmeisje) dan zal het loon ge
splitst moeten worden in het gedeel
te privé en bedrijf. Dienstpersoneel
van doktoren, advocaten, enz. het
welk tevens werkzaam is ten behoeve
an de practijk is geheel vrij.
HYPOTHEKEN
en voor alle andere zaken
op het gebied van on-
roerende goederen
Bouw-enMakelaarsbedriJf
v.d. Drift
Oude Vest 29 - Leiden
Telef. 20513
WINKELKAS GESTOLEN OP
KLAARLICHTE DAG.
In Zaandam zijn een paar stoute
tukjes uitgehaald. Op klaarlichte
dag stapte namelijk een man de
winkel van een pluimveevoedrhan-
del binnen, regelrecht op de winkel
lade af. Juist toen hij er met de
inhoud vandoor wilde gaan, rende de
eigenaar uit de achterkamer de zaak
in, sloot de voordeur en vroeg wat
een en ander had te betekenen. De
indringer, ook niet voor een kleintje
vervaard, koos de andere weg en
verdween via dezelfde achterkamer
in de veilige beschutting van een
aantal opslagrterreinen.
De politie kwam er bij, maar hoe
men ook zocht, de ladelichter was
en bleef spoorloos.
Erger was wat twee jongens van ne
gen jaar hebben uitgehaald. Die slo
ten zich op in een schuur, trapten
dertig broedeieren stuk, sloegen een
broedende kip dood en vernielden
vier ruiten van de schuur! De kin
derpolitie is doende, dit varkentje
te wassen.
TWAALF JAAR VOOR MAN DIE
ZIJN VROUW VERMOORDDE.
De Amsterdamse Arrondissements
rechtbank heeft de 31-jarige ijzerbe
werker P. van der B. uit Amsterdam
veroordeeld tot twaalf jaar gevange
nisstraf met aftrek en terbeschik
kingstelling van de regering, v. d.
B. heeft in de nacht van 5 op 6 April
van het vorige jaar zijn 28-jarige
echtgenote Francisca Arler in haar
woning in Amsterdam-Noord met 42
messteken van het leven beroofd. De
eis was levenslang.