De priesters ter sluiks trokken rond ACH, HOE ZWART IS DEZE BLADZIJDE.... OOSTPRIESTERHULP ZATERDAG 22 APRIL 1950 DE LE1DSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 1 Gisteren hebben we een bezoe* gebracht aan „Anpfoto'' in Amster dam, om ons.op de. hoogte te stellen van de verschillende vernieuwingen, die gedurende de laatste tijd in dit bedrijf zijn aangebracht. Nu moeten we voorop stellen, dat onze belang stelling niet bepaald onbaatzuchtig was. Gewoonlijk schrijven wij over dingen, die op de eerste plaats voor onze lezers van belang zijn en niet direct het dagbladbedrijf als zodanig raken. Deze keer stond de zaak enigs zins anders. Vermoedelijk interes seert het u op het eerste gezicht wei nig, dat „Anpfoto" momenteel over vier donkere kamers beschikt tegen vroeger een,maar juist daarom is het misschien goed eens even de aandacht te vestigen op de betekenis van dit bedrijf voor de Nederlandse dagbladen. De krant en de plaatjes De lezers - en wie weet dat eigen lijk beter dan u - vinden het prettig, wanneer de verslagen in de krant vergezeld gaan van een foto. Gewoon lijk is het zo, dat ieder dagblad zijn eigen fotograaf heeft, die de plaatse lijke voorvallen op de gevoelige plaat vastlegt. Er zijn echter ook ge beurtenissen, die ver van huis plaats vinden en toch in het brandpunt van de belangstelling staan. Iedereen zal begrijpen, dat de dagbladen zich geen leger van fotograven kunnen permi- teren, om dagelijks plaatjes te maken in binnen en buitenland. En hier be gint dan de taak van „Anpfoto" die er op gespecialiseert is deze we zouden bijna zeggen, „ongrijpbare" foto's binnen de korst mogelijke tijd bij de Nederlandse redactiebu- reaux ^f te leveren. Toen U b. v. Zondag j. 1. tijdens de rust van de voetbalwedstrijd België-Nederland even tijd nam om een kopje thee te drinken, steeg er in Antwerpen een vliegtuig op, dat de opnamen van de eerste speelhelft al vast naar Amsterdam bracht. De wereld is ech ter zo haastig, dat zelfs vliegtuigen te langzaam kunnen zijn. Zo snel als 't geluid. Na veel experimenten is men er in geslaagd foto's met de snelheid van het geluid over te brengen d. w. z. via telefoon en radio. We zullen ons niet tot technische uiteenzettingen laten verleiden, maar nu we de zoge naamde telefoto gezien hebben, moe ten we er toch iets van zeggen. „Anp foto" beschikt namelijk over een apparatuur waarmede men langs telefonische weg foto's uit het bui tenland kan ontvangen en omge keerd. Door een foto-electrische cel worden de lichtnuances van de foto omgezet in geluid. Dit geluid gaat via de telefoon leiding naar Amsterdam, waar een foto-electrische cel in het ontvangapparaat het geluid weer om zet in lichtnuances. Zo zult u mis schien bemerkt hebben, dat op dezelf de dag, waarop Westerling in Singa pore terecht stond, de kranten een foto van de rechtzitting publiceer den. Deze foto was 's morgens ge nomen, via de radio naar London ge stuurd en vandaar langs telefonische weg naar Amsterdam. Zo'n telefoni sche overdracht duurt ongeveer acht minuten. En wanneer we dit alles overwe gen, zijn we blij, dat „Anpfoto" ge lijke tred weet te houden met het buitenland. De laatste vernieuwin gen zijn een aanmerkelijke vooruit gang, die toch niet uitsluitend de technische afdeling van een dag bladbedrijf belang inboezemt, maar ook de lezers. HYPOTHEKEN en Toor alle andere zaken op het gebied van on roerende goederen Bouw-en Makelaarsbedrijf v.d. Drift Oude Vest 29 - Leiden Telef. 20513 VOORJAAR? Als een symbool staat de ooievaar voor het nest van deze broedende reigers. UHB ZWART EN VIERKANT STAAT EEN „HOCHBUNKER" tegen de felle zomerlucht. Een donker blok, groot als een fabriek, met twee ga pende muilen. Dit is de geest der ver woesting, die overal in Duitsland de puinen beheerst. De moderne Mo loch, waarin de weerloze kinderen dezer eeuw geofferd worden aan de duivel. Het nieuwe beest dat de Christenheid bedreigt. Overal waai de kerken als gruis zijn weggevaagd, hebben deze monsters stand gehou den, zwart als de nacht, en verslin-i den honderdduizenden van de mil- lioenen die in ballingschap moesten gaan krachtens het decreet van Pots dam. Hoor nu het wanhopig zuchten en snikken der ontwortelden die als duivelsvoeder werden geworpen in de bunkermuilen. Ze huizen zóver achter het metersdikke beton, dat hun aanwezigheid bijna niet opge merkt wordt. Maar ze zijn ingekwar tierd bij de duivel. Treed binnen in dit moordhol, in dit zware Beest met witgekalkte in gewanden. Dring door tot in de diepste buikholten vol grauwe men- senbrokken. Een verslindend dier. Van ruimte tot ruimte, van verdie ping tot verdieping, omhoog en om laag, óveral zijn de giftige klieren van het monster in werking, overal speurt ge het verteringsproces, overal ruikt ge de ontbinding, over al ziet ge de wanhoop der weerlo zen die levend verslonden worden, uitgezogen, leeggeperst, tot ze opge lost zijn in een naamloze en dier lijke mensenbrij. ACH, HOE ZWART is deze blad zijde der Kerkgeschiedenis! Ziet, hoe de verstoten christenen hier sa menhokken en naakt liggen te hij gen in de hete buik van het Beest. Vier gezinnen willekeurig dooreen in elke betonnen krocht. Zestien of meer bedden vullen de ruimte. Geen plaats voor tafels of stoelen. Geen huiselijkheid. Geen gezinsleven. Geen intimiteit. Overal rondom schaamteloze ogen, dubbelzinnige opmerkingen, liederlijk lachen. Neen, ze kunnen er zelf niets aan doen. Deze massale opeenhoping maa&t alles kapot. Hier verkwijnen jonge families met vier, vijf, zes kinderen. Ver geelde en verrimpelde zuigelingen naast tachtigjarige grootmoeders. Benauwende stank van zweet en bedorven lucht. Geen vensters. Jarenlang slechts het walmend licht van kaarsen'en pekfakkels. Nu zijn er lampen, maar wie hier lang woorit krijgt zieke ogen en verdraagt de zon niet meer. Tuberculeusen fluimen in een kroes. Kindse oudjes wentelen in het vuil. Kinderen kruipen onder bedden, in de smalle gangen, en op de beton nen trappen. Huiveringwekkend zijn deze bloedloze kleinen: door schijnend bleek, met vroegwijze ogen en op het oudemannengelaat een zielige glimlach. Eens in de twaalf uren zuigen de ventilatoren een kwartier-lang frisse lucht naar binnen. Maar het is nau welijks merkbaar dat het monster geademd heeft. De verdorde kelen hijgen tevergeefs naar een paar li ter zuivere lucht voor de longen, en de moedelozen die zevenmaal daags struikelen en vallen, hunkeren te vergeefs naar een paar uur zuiver heid voor hun zielen. JJOE WANHOPIG is hier de strijd tegen de zonde die geen remmen kent waar geen muren zijn om de OP PAAS-ZATERDAG bevatte ons blad een somber relaas over de ontheemden uit Oost-Duitsland en hun onmachtige, stervende pries ters. Werenfried van Straaten, Norbertijn van de Abdij van Tonger- loo, leider van de actie Oostpriesterhulp (die in Vlaanderen reeds tot een echte volksbeweging is uitgegroeid, en die tot in Amerika, Austra lië en Afrika toe de harten en de handen opent voor de strijdende en lijdende kerk in Oost-Duitslandstelt onze lezers hiernaast op nieuw een beeld voor ogen van de nameloze en ondragelijke ellende waaronder duizenden priesters en ontelbare gelovigen vlak bij onze grenzen leven. ZIJN VORIGE OPROEP bracht ook uit de kring van onze lezers een verblijdende, troostende echo terug. „De schuldbrief van de oude zonde", waarover in de liturgie van Paas-Zaterdag gesproken wordt, werd door velen royaal en christelijk uitgewist en verscheurd. Honderden Nederlanders hebben een weg gevonden om van hun me deleven en medelijden blijk te geven. Priesters en leken, dokters en boeren, kantoorbedienden en tuinders, fabrikanten en mijnwerkers, zij allen hebben bij het licht van de Paaskaars het lijdend gelaat van onze broeders in Duitsland herkend. EEN KAARTCLUB die zonder lang bedenken zijn pot en reiskas zendt: een seminarist die zijn handen en zijn werkkracht biedt voor de aanstaande zomervacantie; een fabrikant die bezorgd is over de Duitse concurrentie maar die schrijft dat zijn bezorgdheid over de hongerende Oost-priesters gelukkig toch nog groter is; vaders en moeders van grote gezinnen die vragen hen toch in Godsnaam een van die stakkerds van kinderen te sturen opdat die mee kan delen van wat hun tafel en hun hart aan de eigen kinderen schenkt; nie mand van hen liet de zon ondergaan over vroegere toorn of afkeer. In de mzgazijnen van Oostpriesterhulp, Caritas-Missie te 's-Hertogen- bosch stromen de pakketten aan die kleding, schoeisel en houdbare levensmiddelen bevatten voor priesters en gelovigen in de Duitse hel. In dorp en stad is men doende een grote inzameling voor te bet ei- den die hopelijk nog voor Pinksteren geschieden kan. Maar allen wier goede voornemen misschien in de beslommeringen van iedere dag is verstikt, laten zij toch bedenken dat de ellende dagelijks nog groeit, dat de hulp snel en hartelijk geboden moet worden. ALLEN DIE HELPEN WILLEN, bijvoorbeeld door op geschikte en centraal gelegen punten magazijnruimte beschikbaar te willen stellen, allen die menen op doeltreffende wijze te kunnen helpen bij dit werk, laten zij zich zonder uitstel wenden tot Oostpriesterhulp, Caritas Missie, Peperstraat 4, 's-Hertogenbosch waar thans ook verder de geldelijke giften worden verzameld. GIRONUMMER 268761 Caritas-Missie, 's-Hertogenbosch, met uit drukkelijke vermelding: OOSTPRIESTERHULP. „HUISELIJK" LEVEN schaamte te behoeden. Hoe zou de deugd nog wortels vinden, waar twin tig, veertig, zeventig mannen en meisjes, vrouwen en jongens en kin deren maanden en jarenlang in één gloeiend bunkerhol naast en op el kaar slapen, zweten, wonen, liefheb ben, zich kleden en ontkleden en de hete roep volgen van het wilde en geprikkelde bloed. Dit is de hel voor de lichamen en voor de zielen. Hier heerst ook de verwarring, het egoisme en de bru tale wet van het oerwoud. Hier wordt gevochten om een halve me ter beton en hier stoten de vrouwen elkaar weg van de gemeenschapoe- lijke kooktoestellen. Hier wordt het leven verstikt in al zijn rechtmatige eisen, en daarom verbreekt het woest alle banden, vreet zich zat aan de zonde in alle vormen en pakt met gierige grijnhanden wat dfe daveren de grootstad aan hartstocht en be drieglijke vreugden voorbij de bun ker laat stromen.... door deze gruwelijke ingewan den. Er komt geen einde aan de doolhof van kamers en gangen en trappen. Men voelt zich verpletterd onder de gekalkte betonmassa's. Het ademen gaat moeilijk en de hete lucht druk loodzwaar op de borst. Men zweet en wankelt. Men zou wil len vloeken en wegrennen uit deze ellende. Men wordt opstandig en verbeten. Men kijkt en men vraagt. Maar .er is geen uitkomst aan deze VLUCHTELINGEN-MIS IN DE OPEN LUCHT. moeizame gesprekken Overal hetzelf de tragische verhaal met talloze va rianten van verdriet en vernedering, maar met als refrein steeds dezelfde smartelijke vraag: wanneer gaan we terug naar de heimat? De heimat is het laatste hou-vast van deze verworpelingen. Wie zou dan de moed hebben hen deze hoop te ontnemen? Maar zij in een illusie. In Oost-Pruisen wonen immers Tar taren en Kirgiezen. In Silezië verwil deren de akkers tot steppe. En in Sudetenland loeien de bujl-dozers over de 225 dorpen die met de grond gelijk gemaakt worden, omdat er geen Tsjechen zijn die ze bewonen kunnen. God nog toe, Gij hebt de zon ge schapen en de wijde vlakten en de winden en de milde regens die de lucht verfrissen. Er is toch ruimte genoeg voor allen Waarom moeten deze verstoten paria's, deze mil- lioenen, dan Uw licht missen en Uw weldoende koelten? Waarom ont nam men hun een menswaardig bestaan? Moet het beleid der zege vierende machten dan niet ten dienste staan van de geteisterde vol keren, van de vrouwen en kinde ren die onschuldig zijn? IITAAROM moeten de volken boeten voor wat de staten misdeden? Het zijn de staten en niet de volke ren, die de oorlog ontketenen. Teugel loze roof beesten 'zijn ze. allemaal, die hun eigen volk opvreten om van an dere volken niet te spreken. Deze gruwel der verwoesting was niet noodzakelijk. Het was misdaad en waanzin om achttien millioen mensen in de dood, in de slavernij, naar pui nen en bunkers te jagen en daarna hun lege huizen te verbranden of af te breken. Misdaad en waanzin om vruchtbare gronden met bos te be- olanten en de millioen en die deze welige akkers weleer aan de wilder nis ontrukten, te laten verhongeren op de steenhopen van verwoeste ste den. God. die eertijds hebt neergezien op de ellende van Job. en die Jonas *>ebt gered uit de ingewanden van de vis, zie thans neer op de verdruk king van Uw volk en verlos het uit de buik van het Beest. de ogen. Zoudt ge uw eigen va der in de ogen durven zien. als ge uw broers en zusters had laten om komen zonder een hand naar hen uit te steken? Hoe zal de Heer op u toor nen. indien ge niet alles gedaan hebt j óm het leed van Zijn kinderen te ver- zachten. Luister. Als dit Westen nog christe- lifk is dan moét de dag komen dat wij met vliegende kolopnps vol troost en liefde oostwaarts trekken. Zo ver zijn we nog niet. Maar intussen ster ven in Duitsland met tientallen de "oede herders en de Samaritanen en de zachte engelen van liefde die met hetraa^dp ogen hun verloren lamme ren achterna lonen tot in de diene buik van het bunkerbeest. Ze zoeken hen op Zij zegenen en troosten. Doch hun handen zijn leeg. Het minste wat wij doen kunnen is deze vermoeide Samaritanen in leven te houden en hen iets in handen te geven om de tranen te drogen en de bitterste nood te lenigen Geef dan toch. om de liefde van Christus, van uw overvloed of van uw armoede en help de lijdende en strijdende Kerk in Duitsland. WERENFRIED VAN STRAATEN, o.praem 5.ei.cH!£denille. man, £üie. TI7IJ HEBBEN AL VERTELD, DAT DE INWONERS VAN LISSE EECHT HADDEN, en wel vrijdom van alle grafelijk heidstollen. Zij bezaten nog een heel ander privilegie: zij hadden het voorrecht, dat zij, als zij in de stad Leiden om schulden werden gear resteerd, zich mochten beroepen op het recht zich voor de scnout van hun eigen dorp te verantwoorden Leidenaars te Lisse gegrepen had den wederkerig het recht voor de schout van hun woonplaats te wor den geleid. Dit recht hadden de inwoners van Lisse niet alleen; ook die van andere dorpen in de buurt van Leiden bezaten het en wel sinds zij meebetaalden aan het onderhoud en de reparatie van de Visbrug te Leiden. In 1532 werd bepaald, dat de inwoners van verschillende dor pen m Rijnland moesten betalen aan de Visbrug, vanouds het uitpad en de civergang van die dorpen over de Rijn. Bij acte van 1404 was de stad Leiden door de heemraden van Rijnland ten eeuwigen dage vrij gesteld van het onderhoud van de Zylbrug, de overtocht over de uit watering van Rynland. Van het middeleeuwse Lisse ver halen we ten slotte nog over de bruiloft die er in 1182 werd gevierd, toen Diderik, graaf van Kleef, trouwde met Margaretha van Hol land, een dochter van graaf Floris III en gravin Ada. Het buitengoed Meerenburg, dat tussen Lisse en Hillegom was gele gen, dateerde niet uit de middel eeuwen, maar werd eerst in 1638 gebouwd door Albrecht van Wasse- naer, heer van Alkemade. Het huis had het recht van vissery op de Meer tot de Lisserbrug. Deze Al brecht was een jongere broer van Jacob van Wassenaer, heer van Warmond, die ter vervanging van de oude schouw in 1639 een brug met een tolhek te Warmond liet aanleggen. Beiden, Albrechc en Ja cob, waren zoons van Johan van Duivenvoirde, admiraal van Hol land, heer van Warmond. De zoons lieten de naam van Duivenvoirde varen en noemden zich weer, zo als eens hun voorvaderen, van Was senaer. Onder Johan van Duiven voirde werd Warmond, tijdens het beleg van Leiden, deerlijk geha vend; het oude huis van Johan en de Warmondse kerk ontkwamen niet aan de algemene verwoesting. Het huis Meerenburg werd in 1798 gesloopt. Met de vrijheid was het gedaan. Na de bevrijding van Leiden was het met de vrije uitoefening van de katholieke eredienst gedaan; gelijk overal waren de katholieken vrij wel aan hun lot overgelaten in die eerste jaren van verwarring en al gemene verslagenheid. De oude middeleeuwse geestelijkheid was of gevlucht, of soms ook tot de nieuwe leer overgegaan; nieuwe priesters waren er nog niet, hoewel de eer ste Apostolische Vicaris, Sasbout Vosmeer onmiddelijk het werk van de opleiding van de geestelijken ter hand heeft genomen. Hier en daar in de steden doken enkele priesters onder, die ook het platteland in de buurt, heimelijk en ter sluiks konden bezoeken. Zo vormden zich in de steden als Haar lem, Delft, Amsterdam, Leiden e.a. de eerste missie centra. De katholieken van Lisse en Sas- senheim en omliggende plaatsen werden bezocht door een pater Franciscaan, Arnoldus de Wit gehe ten. Hij was geboortig uit Leeuwar den (1582) en werd in 1612 priester gewijd. Toen kreeg hij van zijn provinciaal de opdracht te gaan ar beiden in de Hollandse Missie, waar zo'n groot gebrek aan pries ters was. Sinds 1613 bezocht hij als rond trekkend missionaris steden en dor pen en na eerst even in de buurt van Arnhem en Wageningen ge werkt te hebben, vestigde hij zich onder grote moeilijkheden te Haar lem, de stad, waarheen de familie, wegens het geloof uit Leeuwarden gebannen, was verhuisd. „ClnpfiUa" £eti Cauge tacdt daat gjtuuieCy&e incjewatideti IN DE BUNKER. De pastoor wist te nauwernood te ontkomen. Hij verhaalt zelf hoe de gerechts dienaars hem herhaaldelijk op de hielen zaten en hoe hij soms te nau wernood wist te ontkomen. In 1638 werd hij overvallen tijdens de H. Mis, van het altaar weg gesleurd en in de gevangenis geworpen; de katholieken kochten hem vrij. Maar niet alleen in Haarlem zorgde hij voor de katholieken, overal trok pa ter de Wit heen: naar de dorpen ten noorden van Haarlem en naar de plaatsen ten zuiden daarvan. Hij bleef in die dorpen komen, totdat er een vaste priester zich als pas toor kwam vestigen. Over Noord- wijk vertelt hij, dat de mensen er zo ruw waren, dat zij nauwelijks een kruis konden maken, daarom preekte hij er binnen 24 uur roms vier maal, dag en nacht, gaf cate chismusonderricht, doopte, hoorde biecht en maakte huwelijken in or de. Zelfs vond hij nog tijd om eer. enkele keer naar Friesland re trek ken. Pater de Wit overleed om streeks 1652. Inmiddels was voor de dorpen Lisse, Sassenheim, Warmond en Voorhout als een gebied ot een ker kelijke statie, een vaste priester ge komen in de persoon van Johannes de Hoogh, er benoemd door Rove- nius, de Apostolische Vicaris, op 1 April 1631. Over hem en zijn op volgers in de grote statie van de genoemde vier dorpen, spreken wij hier niet; wij behandelden hen al in de voorafgaande artikelen. In 1687 zelfstandig. In 1687 werd Lisse zelfstandige statie; pastoor Adriaan Hoeckgeest was overleden en in zijn plaats kwamen twee andere priesters, een voor Sassenheim, Warmond en Voorhout samen en een ander voor Lisse alleen. Zo werd voor de twee de maal in de loop der eeuwen, Lisse van Sassenheim afgescheiden tot zelfstandige kerkelijke eenheid; deze tweede keer wel geen parochie die kennen wij niet in een Mis- lieland, maar alleen daar waar een eigen kerkelijke hierach'.e is maar statie. De eerste pastoor van de nieuwe statie werd Joannes van de Werve, wiens graf men met dat van zijn vier opvolgers in het oude Lisser kerkje heeft terug gevonden, toen in de vloer van dit kerkje moest worden gegraven voor de aanleg van de verwarming. Joannes van de Werve stamde uit een deftige Hollandse familie te Haarlem. Hij had een broer Ste- phanus, die pastoor was te Zand- voort. Beiden worden hoog geprezen in een Missieverslag van Joseph Cousebant, die provicaris was voor een deel van het Hollandse Missie gebied. Van de pastoor van Lisse staat er, dat hij bemind was bij God en bij de mensen. Hij had zijn stu dies gemaakt te Leuven. Op 3 Maart van 1687 schreef hij zijn eerste doopsel in het doopboek; hij over leed te Lisse op 13 Juli 1697 en werd in de hervormde kerk daar begraven. Het Missieverslag ver haalt, dat sedert de splitsing, de sta tie met sprongen was vooruit ge gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 5