Leids Gymnasium bestaat 350 I Cl Cl P Maat isi eigmlyA al Moderne Nederlandse beeldhouwers stellen zich voor J 1 veeC audex Modern gymnasium in principe niet veranderd Hoe de school begon ZATERDAG 18 FEBRUARI 1950 E7E LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 4 Herdenking De feestelijke herdenking zal een zeer eenvoudig karakter dragen. Van de zijde der school werd niets bijzonders gedaan. Maar een klein comité van leerlingen heeft een reünie voorbereid, die Zaterdag 25 Febr. a.s. 's middags om half vijf in het schoolgebouw zal aanvangen. Aanmelding hier toe is tot 21 Febr. mogelijk. Er zal voor een eenvoudig „wande lend" buffet gezorgd worden, waarna de reünisten naar de Schouwburg gaan, om daar de opvoering bij te wonen van de Griekse tragedie Euripides, „Al- cestis", in de vertaling van E. v. d. Steen. De leerlingen spelen onder regie van de docent-Neder lands, dr. J. F. Heybroek. ZATERDAG 25 FEBR. a.s. wordt herdacht dat het Leids Gymnasium 350 jaar bestaat. Af gezien van het feit, dat de da tum willekeurig gekozen is, moet men deze hele herdenking met een tikkeltje zout nemen. Het Gymnasium in z'n oudste vorm is immers veel ouder dan drie en een halve eeuw! Men her denkt in feite slechts dat 350 jaar geleden het schoolgebouw aan de Lokhorststraat in gebruik werd genomen. Verdere beteke nis moet aan deze viering niet worden toegekend. Desalniette min achten wij het een goede ge legenheid het wel en wee van deze school onder de loupe te .nemen. „Moeder en Kind" in gips, van H. M. Wezelaar, een In de afgelopen zomer werd in het Arnhemse park „Sonsbeek" een grote tentoonstelling van Europese beeldhouwkunst gehouden. De belangstelling hier voor was zelfs voor Europese begrippen zeer goed. Ruim 100.000 personen kwamen de expositie bezich tigen. Voor de Nederlandse Kring van Beeldhouwers is dit aanleiding geweest uit deze tentoonstelling de beste Nederlandse werken te halen en bijeen te bren gen voor een reizende expositie. Reeds zijn Eindhoven en Heerlen aan de beurt geweest. En gisteren werd deze tentoonstelling in Leiden geopend. Wegens de grootse opzet, er zijn bijna 100 stukken, mag deze expositie representatief genoemd worden voor de moderne Nederlandse beeldhouwkunst. Te meer omdat geen werken uit een bepaalde richting zijn samengebracht. Men vindt er het meest abstracte werk, waarbij we denken aan een raadselachtige compositie in kalksteen van Carel Kneulman, tot de meest consciëntieus gehouden natuurlijke werkelijk heid, plastisch weergegeven. Onder de 45 inzenders bevinden zich zeer bekende figuren, als Hildo Krop en prof. Esser, naast jonge kunstenaars, die nog naam moeten maken en deze tentoonstelling als een wel kome gelegenheid daartoe hebben aangegrepen. Moderne kunstenaars hebben hun gedachten ge beiteld, gegoten of gestoken in steen, gips of hout, veelal met het oorlogsleed en het verzet als leidend motief. Op deze expositie vinden we daar verschil lende specimina van terug. We denken daarbij op de eerste plaats aan het forse bronzen stuk „Concen tratiekamp" van Mari Andriessen, voorstellend drie geïnterneerde mannen, als oorlogsmonument voor Enschede. G. Bolhuis maakte een groot gipsen ont- werp-monument voor Winterswijk, een wat conven tionele vrouwenfiguur in zware ronde vormen. De overvloed van werken is te groot, om zelfs maar een summiere beschrijving te geven. Want waarom evenwichtige en innige compositie, vol eenvoud en het aparte en zeer knappe werk van Hildo Krop, oprechtheid. (Foto: „De Leidse Courant" twee bronzen en een jonge vrouw in mahoniehout, genoemd en b.v. niet een aangrij pend stuk van de jonge P. Koning, die een gipsen ontwerp van een an ti-oorlogsmonument maakte, zó si nister en zó indrukwekkend, dat men tot kijken gedwongen wordt. op de bekende wijze hun zeer ge waardeerde muzikale medewerking en hadden groot succes. Na de pauze, waarin koffie werd geserveerd, volgde een geestig spel letje „Caviaar", de geschiedenis van een dienstmeisje, die bij vergissing een haargroeimiddel, dat voor een circusdirecteur bestemd was, had geslikt, in de mening dat het Caviaar was. De vreugde steeg ten top, toen als gevolg daarvan zich op haar ge laat iets zwarts begon te ontwikke len, wat uitgroeide tot een vojle baard. Gelukkig dat de vrouw van de circusdirecteur er raad op wist en 't zaakje weer in orde kwam. Met veel toewijding is er door de dames gespeeld en de uitbeelding van sommige typen was kostelijk. Het was al laat geworden, zodat een tweede optreden van Mevr. Want achterwege moest blijven. De K.A.V. die nu al 460 leden telt, heeft succes gehad met haar vasten avondfeest! Jubileum in St. Elisabeth-zieken- huis. Mej. G. Raaphorst zal Maan dag a.s. 40 jaar in dienst zijn van het St. Elisabeth-ziekenhuis. Dit ju bileum zal niet „onopgemerkt" voor bijgaan. De heer mr. Chr. W. Kuyk, waarn. g riffier bij het kantonge recht te Leiden, is benoemd tot grif- Deze tentoonstelling, die gister middag door de heer J. W. Haver- mans, secretaris van de Ned. Kring, in „De Lakenhal" werd geopend, in het bijzijn van burgemeester van Kinschot en wethouder van Schaik, blijft tot April in Leiden. Wellicht zullen we t.z.t. nog gelegenheid heb ben op dit werk terug te komen. We volstaan thans met een aansporing, vooral tot hen, die gewoonlijk iets fier van de arrondissements-recht- dergelijks niet bezoeken, eens rustig bank te Zwolle. dit werk te gaan opnemen. Cijfers „Menige achtenswaardige en ge zeten Leidenaar zou rillen van angst, wanneer hij wist dat ik hier de beschikking heb over al le rapport-cijfers van alle leer lingen sedert 1838". Aldus dr. Scholte, die ons de vergeelde boeken liet zien, waarin alles in derdaad nauwkeurig is bijgehou den. Ook thans wordt dit nog gedaan. En we kunnen het ons levendig voorstellen dat menig een, wiens naam eens op de leer- lingenlijst prijkte, er helemaal geen prijs op zou stellen, wan neer deze boeken ter inzage zou den liggen. Waar hij, dit ter ge ruststelling, overigens niet be vreesd voor behoeft te zijn. De geheimen blijven veilig wegge borgen. En niemands reputatie zal aangetast worden met be kendmaking van het feit, dat hij voor de vertaling van een brief van Cicero eens het cijfer 2 be haalde. iets gedaan aan aardrijkskunde, ge schiedenis en andere vakken. Moder- talen werden in het geheel niet onderwezen, zelfs geen Nederlands. De leerlingen moesten het stellen met de wetenschap, die zij hieromtrent op de lagere school of met bijlessen ver gaard hadden. De school diende dan ook bijna uit sluitend om jongens uit de vermo gende kringen op te leiden tot stu die aan de in 1575 gestichte Univer siteit. Burgerjongens zag men niet op de school. Vele ouders lieten hun kin deren echter privaat-onderwijs ge ven, vaak door docenten van deze school, opdat zij eerder klaar zouden zijn voor de Hogeschool. Dat de school zelf hieronder leed, behoeft geen betoog! Nieuwe omwentelingen. zoals men het niet dagelijks ziet, aan (Foto: „De Leidse Courant"). sloten met lezing van een hoofdstuk uit het Oude of Nieuwe Testament en met psalmgezang, „nademael de godsvrucht voor- ende achtersteven der wijsheid is". Zo werden Vossius' grammatica, Fosselius' syntaxis, de brieven en re devoeringen van Cicero doorworsteld en kregen de leerlingen voorgescho teld wat Vergilius, Horatius en Ho merus hen aan wijsheid en schoon heid hadden nagelaten. „Bij gelegen heid" werd zo nu en dan ook eens De Franse overheersing bracht weer een nieuwe omwenteling. Inder daad had het onderwijs behoefte aan grondige herziening. Er werden zelfs plannen gesmeed, om een lyceum op te richten, door deze Latijnse of Tri viale School te combineren met de Franse School. De grote November- omwenteling herstelde echter weer de oude school. Toch was er iets wakker geroepen. De wet van 1815 op het H.O. laste wiskunde en geschiedenis in het roos ter in. De grote verandering echter kwam in 1838, toen op voorstel van de cura toren de Latijnse school, die brood nodig hervorming behoefde, werd omgevormd tot een Stedelijk Gymna sium, als eerste in het land. Daarom is eigenlijk 1838 het jaar, waar jubi leum-herdenkingen naar gerekend moeten worden. Behalve wiskunde, aardrijkskunde en geschiedenis, wer den ook de moderne talen, Hebreeuws en de logica als vakken ingelast. Het gymnasium kwam desondanks niet tot grote bloei. Enerzijds waren de Franse Scholen, de Kostscholen (o.a. te Nieuwveen) en de particulie re school van dr. J. J. de Gelder, het z.g.n. „Paedagogium", geduchte con currenten en anderzijds liep het aan tal leerlingen terug, toen in 1850 en 1853 het academische-staats-toela- tingsexamen werd verlicht. De zoveelste hervorming kwam tot stand in 1879, ten gevolge van de nieuwe H. O.-wet, die het onderwijs beter deed aansluiten bij de eisen van het moderne leven, met behoud echter van de voorrang der klassieke talen. Inmiddels" was in 1863 een nieuw gebouw verrezen aan de Douzastraat (het huidige Gewestelijke Arbeids bureau) waarin het nieuwe gymna sium met 6-jarige cursus werd ge vestigd. Na twee en een halve eeuw was het oude gebouw geheel onbruik baar geworden, al bleek het nog goed genoeg om de in 1864 opgerichte H.B. S enige jaren te herbergen... leraar-leerling, om een voorbeeld te noemen, achtte onze gastheer veel veranderd en verbeterd. De afstand is veel minder geworden. Persoonlij ke belangstelling kwam er voor in de plaats. Tekenend is ook de z.g.n. werkweek", die leerlingen van de hoogste klassen jaarlijks hebben in een jeugdherberg te Doorn, waar zij met enige docenten verblijven en zich op enige speciale vakken toeleggen. Geen Lyceum. Hoe het kwam, zijn we vergeten. Maar plotseling spraken we over de vorm van het Lyceum, de voor- en nadelen er van en het verschil met een Gymnasium. „Ik voor mij", zegt dr. Scholte zeer beslist, „prefereer de zuivere gymnasium-vorm. Op een lsy- ceum wordt de zesjarige stof van La tijn tot een behandeling over 4 jaar gecomprimeerd. Dat kan niet gun stig zijn en het moet bovendien een nadelige invloed hebben op de an dere vakken". Dan is dit onderhoud ten einde. En vriendelijk doet de rector ons uitge leide door zijn prachtig schoolge bouw, waarin de hal alle geluiden duizendvoudig weerkaatst. Een heel aardig effect, voor al te levendige leerlingen echter een beetje verleide lijk! N. S. ter was. Langzaam echter is de be langstelling voor de B-afdeling (exac te vakken) gegroeid, zo sterk zelfs, dat deze de litteraire afdeling thans overtreft. Splitsing vindt plaats na het vierde leerjaar." Onderwijs-vernieuwing. „Is er, behalve de verandering van schoolgebouw, in de loop der eeuwen iets veranderd, of zijn de doelstellin gen van het Gymnasium dezelfde gebleven?" „In principe zijn de doelstellingen dezelfde gebleven. En ik hoop dat ze dat zullen blijven. Het gymnasium leidt primair nog steeds op voor de Universiteit. Dc studie op onze school is in zoverre geen afge rond geheel en niet op de eerste plaats bedoeld voor .hen, die de mid delbare school als een sluitstuk op hun opleiding willen zien. Daarnaast is er uiteraard veel veranderd, met name de belangstelling voor de exacte vakken, vooral in de laatste 25 jaar. Bovendien is er ook op ander gebied een verandering gekomen". En dan vertelt dr. Scholte dat het veel ge smade en even vaak aanbeden woord „onderwijs-vernieuwing" hem niet steeds op de tong ligt. Goed onderwijs vernieuwt zichzelf steeds. Dat behoeft geen revolutie te zijn. De verhouding Er werd ook Godsdienstonderwijs gegeven, in de hoogste klassen zelfs enige dogmatiek. De leerlingen moes ten bovendien de godsdienstoefenin gen op Zondag bijwonen. En de les sen werden dagelijks geopend en ge- K.A. V. vierde het Vastenavondfeest Grootse en fraaie expositie in „De Lakenhal" Het prachtige moderne schoolgebouw aan de Fruinlaan. Deze keer gezien, de achterkant, vanaf de Gijfcelaarslaan. De katholieke arbeidersvrouwen hielden hun vastenavondfeest in het tot in de uiterste hoeken bezet. St. Antonius Clubhuis. Na een wel komstwoord van de voorzitster, bij zonder aan de geest, adv., pater Ca^- lasanctius, en aan de afgevaardigden van „Het Gilde", werd met de af werking van een vrolijk programma begonnen. Allereerst trad op mevrouw Want uit Zoeterwoude, die een aantal vro lijke leidj es zong en zichzelf daar bij begeleidde op een accordeon. De stemming zat er daardoor al spoe dig in. Het vorige schoolgebouw aan de Douzastraat, dat in 1863 gereed kwam en tot 1938 als gymnasium werd gebruikt. Thans is het Gewestelijk Arbeids bureau er gevestigd. (Foto: „De Leidse Courant"). Hierna voerde de eigen toneel groep een blijspel op „Het dolgewor den daghitje". De aanwezigen leef den zichtbaar mee met de lotgeval len van de snoepgrage Lotje, die on danks alle toegepaste listen maar niet te verbeteren was. De Gibaba's verleenden wederom Daartoe was het nodig onder te duiken in oude geschiedenisboeken. Dit lijkt moeilijker dan het was. Want nauwelijks hadden we plaats genomen in de rectorskamer van het Gymnasium, of de huidige rector, dr. A. Scholte, veerde op uit z'n stoel en troonde ons mee naar een schilderijtje aan de wand, waarop een van z'n voorgangers was afgebeeld ineen chamber- look. Het moet namelijk een oud privilege geweest zijn van de rectores gymnasiorum, om in kamerjas gehuld voor de klas te staan, iets wat we ons van rector Scholte maar moeilijk kunnen indenken! Maar goed, we keken naar dat portretje en vervolgens naar enige oude gravures, waarop ook de beroemde rector Theodorus Schrevelius (1625 1649) was afgebeeld. En daarmede zaten we vanzelf in de geschiedenis. Van die gravures naar het geschiedenisboek was toen maar een klein stapje, dat we maar al te graag zetten, nadat onze gastheer enkele losse brokstukken had opgediept. Zo vertelde hij hoe eertijds de leerlingen op bossen stro in de klas zatenOverigens moet men dr. Scholte niet al te veel vragen over de oude geschiedenis. Want hij doceert zelf klassieke talen en grijpt daarmede zóver terug in de geschiedenis, dat die laatste paar honderd jaar nauwelijks de moeite waard zijn! Maar vraag de rector iets over de laatste jaren en over het huidige gymnasium, dan openen zich de sluizen zijner welsprekendheid. Doch daarover straks meer. Laat ons chronologisch te werk gaan. Als we dan na al deze historische feiten eindelijk in de moderne tijd zijn aangeland, kunnen we dr. Schol te, die negen jaar leraar was aan een Haags Lyceum en in 1940 dr. D. E. Bosselaar als rector te Leiden opvolg de, aan het woord laten. En gezeten in zijn gezellige kamer vertelt hij hoe de gemeenteraad in Jan. 1936 be- sloot gelden uit te trekken voor een nieuw schoolgebouw, nadat het Rijk geweigerd had grond te verkopen voor uitbreiding van de bestaande school, thans Gewestelijk Arbeidsbu reau. Gemeente-architect J. Neisingh ontwierp het prachtige gebouw aan aan de Fruinlaan, dat 8 Jan. 1938 in gebruik werd genomen, nadat de vo rige school voor ƒ92.000.was ver kocht aan het Rijk. „Hoeveel docenten en leerlingen heeft U momenteel?" „We hebben thans 300 leerlingen en 22 docenten. Het is interessant een vergelijking te trekken met voorgaande jaren. In 1925 waren de aantallen 167 en 19; in 1900 luidden de cijfers 102 en 16. Opmerkelijk is het dat een halve eeuw geleden de A-afdeling veel gro- De „Grote School", die we de voor loper van het huidige gymnasium mo gen noemen, vinden we in de Leidse kronieken het eerst in 1324 vermeld. Eigenlijk viert men dus binnenkort het 626-jarig bestaan! De school was ondergebracht in een deel van het oude huis Lockhorst aan de Pieters kerkgracht. In verschillende delen van de stad waren „bijscholen" ge vestigd, die een deel van het school geld aan de rector van de grote school moesten afstaan, eén bepaling die uiteraard vaak rivaliteit teweeg bracht. De stadsregering, handelend namens het grafelijk gezag, oefende toezicht uit op de school, wat ook niet altijd even vlot verliep. De grote school was eigenlijk op gericht om knapen in zang en latijn te onderwijzen, opdat zij door hun gezang de erediensten in de St. Pie terskerk en processies zouden kun nen opluisteren. Daar hun assistentie op alle heiligendagen en in de met ten nadelig was voor het onderwijs, werd later bepaald dat de jongens alleen de Hoogmis zouden opluisteren met hun gezang. Het schoolgeld bedroeg 3 a 4 stui vers (een dagloon) per kwartaal. Dit schoolgeld vormde, naast het vaste inkomen en de gelden voor het zin gen in de kerk, het inkomen van de rector. Deze had vrijstelling van be lasting voor tien vaten bier per jaar. Tot grote bloei kwam de school echter niet. Men weet dit aan de veel vuldige wisselingen van het onderwij zend personeel, ten gevolge van de te geringe tractementen. In 1556 werd een grotere som beschikbaar gesteld, maar ook toen vlotte het niet bijster. Er moest immers gewaakt worden te gen „ketterse invloeden", reden waarom telkens weer rectoren ont slagen werden. In 1561 koos men drie priesters uit om onderwijs te geven. Kun afgezette voorgangers mochten echter wel les geven op de bijscho len, zodat het geharrewar bleef. Na de hervorming. In het jaar 1600 werd op de plaats van de oude Vierschaar van Rijnland aan de Lok horststraat de nieuwe Latijnse school ge bouwd, ter vervanging van de Grote of Latijn se school, die na het be leg in 1574 een grote re organisatie had doorge maakt en een bevoor rechte plaats innam. Dertien jaar later werd aan de Pieterskerk gracht een fraaie rec torswoning, evenals de school met een monu mentale poort, ge bouwd. De rector placht in zijn huis een aantal kostleerlingen te her bergen. De prachtige trapgevel van dit huis herinnert vandaag aan de dag nog aan die tijd. Sedert 1602 stond de school onder toezicht van 4 scholarchen, die door het stadsbe stuur werden benoemd, vaak personen als professoren, doctoren en regeringsleden. Deze scholarchen hielden er de niet onaardige ge woonte op na jaarlijks met de rector en praeceptoren een vrolijke maaltijd op stadskosten aan te richten! Niet alleen het gebouw en het be stuur veranderde. Ook het onderwijs. Het zich in de 16e eeuw baanbreken de Humanisme drukte ook hier z'n sporen op en de school werd bestemd voor hen, die Latijn, Grieks en ver dere wetenschappen wilden studeren, om, zoals oude boeken dat weergeven, „daernaer de Republique te mogen De top van de fraaie trapgevel aan de Pieterskerkgracht, van de Latijnse School, die in 1600 in de Lokhorst straat werd gebouwd, welk bouwjaar aanleiding is geworden van de ko mende herdenking. (Foto: „De Leidse Courant"). dienen". Er waren zes klassen, ieder onder een afzonderlijke meester. De schooluren lang niet mis! waren van 7 tot 11 en van 1 tot 5. Woensdag en Zaterdagmiddag van 1 tot 2. Bovendien werd veel huiswerk meegegeven. Laat dit alles de huidi ge gymnasiasten, wanneer zij denken te bezwijken onder hun schooljuk, tot schrale troost zijn...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 8