I^Atholieke kRoniek
ALMA MATER
Oudejaars-overpeinzingen
VAN ONZE SLEUTELSTAD IN 1949
Rondom de Leidse
VAN EEN STADSKOK
Er is u/eer veel gebeurd
ZATERDAG 31 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
_RDE BLAD PAGINA
Koningin Juliana u/as
u/eer onder de reünisten
U/at helaas niet
in de krant stond
Er heeft in het afgelopen jaar
veel in de krant gestaan. Ook
over Leiden. Maar veel ook heeft
er niet in gestaan. Omdat het
niet gebeurd is. We hadden zo
graag gemeld:
De Leidse Schouwburg afge
brand. Morgen legt weth. van
3chaik de eerste steen voor het
nieuwe gebouw, waarin 750 zit-
ilaatsen zijn.
Ruim 5.000 nieuwe woningen
ijn thans gereed gekomen. Na
en feestelijke bijeenkomst werd
i et Huisvestingscomité ontbon-
j 'en.
Verkeerproblemen zijn op-
?lost. Ruime parkereplaatsen
thans overal in de stad aanwe-
g en gemakkelijk bereikbaar.
Baldadigheid der jeugd ten
inde. Plantsoenen en jonge
boompjes kunnen thans onge-
toord bloeien en groeien.
We zouden nog meer willen
vermelden. Maa dat zou al te
fantastisch geweest zijn!
Nu het vuur gedoofd is
en de grote ketel voor de
laatste maal in dit jaar
wordt uitgeschrapt, is ook
voor Stadskok het uur ge
komen om zijn journalis
tiek geweten aan een gron
dig onderzoek te onder
werpen.
Dan voelt hij zich
schuldbewust. Natuurlijk.
Hij denkt slechts aan de
„vriendelijke" brieven die
hem mochten bereiken,
zoals „Wanneer houdt U
nu eens op met die flauwe
kul", of „Schaamt U zich
niet m'n lieve poesje keer
op keer bespottelijk te ma
ken", of „Hoe durft U een
grol te maken over een
juffrouw die van de trap
valt en toevallig niets
mankeert?'. En ga zo
maar door. Het waren
deze brieven, die hem iede
re morgen weer met veel
plezier deden verder gaan.
Maar het kan ook an
ders. Er waren brieven bij
als „Bedankt voor het leu
ke stukje", of „Dat hebt U
flink gezegd", of „Dat heb
ik met genoegen gelezen"
En daar staat Stadskok
nu. Enerzijds schuldbe
wust. Anderzijds niet on
tevreden. Zaï hij voortgaan
in het nieuwe jaar, om
voor zijn lezers weer dage
lijks Hutspot te koken? Of
moet de gesmade rubriek
in vergetelheid ten onder
gaan? Kwellende vraag, die
deze avond heet in Stads
kok moede hoofd zal bran
den.
Een nieuw jaar ligt voor
hem. 1950 staat voor de
deur. Vol met mensen, die
zichzelf vreselijk belang
rijk vinden en per sé in de
krant willen. Vol met
stoere mannen, die 25, 30,
40 of zelfs 50 jaren bij de
zelfde patroon in dienst
geweest zijn en dies ge
huldigd worden. Voor hen
moet Stadskok danweer
schrijven: „En de direc
teur prees in de jubilaris
de grote werklust, gemoe
delijke omgang met z'n
collega's, opgewekt karak
ter en verknochte trouw".
Eigenaardig toch, dat er
nooit mensen jubileren, die
lui, vadsig, knorrig, on
handelbaar, oneerlijk en
trouweloos zijn. Want als
er jubilarissen zijn, die de
ze eigenschappen aan hun
borst koesteren, dan zou
den die directeuren dat
toch wel zeggen
neus. Dan moet Stadskok
er van maken: „De twaalf
jarige X, wonend op de
Haarlemmerstraat, werd
wegens eigen onachtzaam
heid door een wielrijder
aangereden, terwijl hij de
Breestraat wilde overste
ken. Hij bekwam daarbij
een bloedende wonde in
het gelaat. De E.H.D. ver
voerde het slachtoffer
naar het Acad. Zieken
huis".
Over de dingen van alle
dag op straat spreekt
Stadskok nu niet eens.
Over gouden huwelijken
en
bloedneuzen
Er wacht Stadskok weer
een jaar vol van gouden
huwelijken. Hoe vaak zal
hij in 1950 weer ergens in
een huiskamer zitten, die
volgehangen is met groene
slingers en op de spiegel
een bord van glanzend
goudpapier „Hulde aan het
gouden bruidspaar"? Hoe
vaak zal hy het gouden
bruidje weer moeten hel
pen met het optellen van
de kleinkinderen? „Jan
heeft er vijf, Marie twee,
nee drie, nee toch twee,
Piet heeft er pas één en
Klaas al zeven". En wat
zal hij anders moeten
schrijven van de niet te
beschreeuwen bruidegom,
dan dat deze nog da
gelijks z'n ochtendwande
lingetje maakt?
En dan de verkeersonge
vallen niet te vergeten.
Een jongen die niet uit z'n
doppen keek en op de
Breestraat tegen een fiets
aanliep, kreeg een bloed-
Want iedereen zal vanzelf
wel begrijpen hoe moeilijk
het is dagelijks iets te vin
den wat een regel waard is.
Een omgewaaide boom
hier, een afgeknakte lan
taarnpaal daar. En een
nieuw verfje op de leuning
van deze of gene brug. Het
is tenslotte allemaal Stads
nieuws.
Daar staat 1950 te wach
ten, dreigend vol afgeladen
met nieuws Over enkele
uren zal de klok haar
twaalf slagen galmen en
ligt er voor Stadskok weer
een onmetelijk terrein
open om nieuws te gaan
zoeken. Hij zal er weer z'n
Hutspot van koken. Weer
critiek ontmoeten. Veel
critiek natuurlijk. En erg
zuur. Misschien ook weer
een beetje milde goedkeu
ring. Maar niet zoveel als
critiek. Bij lange na niet!
Daar is hij immers journa
list voor
Verwonder U hier niet
over. I^et is zo. Maar men
went er aan. Geloof niet
dat Stadskok onderstebo
ven valt van schrik, wan
neer de ochtendpost hem
weer eens een boze brief
brengt. Glimlachend laat
hij het epistel in de prulle-
bak glijden. Of soms in
het mapje „bijzondere cor
respondentie". Maar komt
er eens een goede brief, of
een vriendelijk telefoontje,
met zoiets zeldzaams als
„Mijnheer, dat was een
aardig verslag; ik dank U
wel", dan is dat een
schaars en kostbaar bal
sem op alle wonden.
De laatste kooltjes vuur
smeulen nog wat na onder
de ketel. Dat is alles wat
Stadskok nog rest van een
jaar vol gebeurtenissen
achter hem. Waaraan hij,
ondanks alles, met veel
plezier terugdenkt. Omdat
hij nu eenmaal Stadskok
is. En als zodanig dagelijks
moet koken. Of hij wil of
niet.
Het nieuwe jaar staat
voor de deur. Bergen aard
appelen, peen, uien en
klapstuk liggen te wach
ten. Daar moet Hutspot
van gekookt worden. Liefst
lekkere Hutspot. Prettig
om te lezen. Allemaal
voor U.
Als dan straks het nieu
we jaar er is en 52 maal 6
dagen voor U liggen om
Hutspot te lezen, denk dan
ook eens aan Stadskok.
Neem U dan voor niet al
te scherp te zijn in Uw cri
tiek. En denk U eens in
elke dag een kolom geestig
te moeten zijn. Grotere
geesten dan Stadskok zul
len er niet in slagen. Hij
ook niet.
Maar desondanks wenst
hij U, op slag van twaal
ven, oprecht gemeend een
ZALIG NIEUWJAAR van
STADSKOK.
Het Drie Octoberfeest bracht een
intocht der Geuzen. Hier komen zij
onder de Korenbeurs door.
r\E GESCHIEDENIS VAN HET KATHOLIEKE LEVEN in het Lei-
den van 1949 vraagt een aparte plaats. Weliswaar is het sterk ver
bonden met wat er verder plaatsgreep in onze Sleutelstad, maar een
afzonderlijke vermelding ervan laat duidelijker uitkomen dat er ook
op katholiek terrein veel is gebeurd, iets wat temidden van al het an
dere nieuws minder goed zou blijken. En bij de aanvang van dit over
zicht moeten we alweer de bemerking maken .dat het geen wereld
schokkende stad is. Maar over het leven van alledag rondom kerk,
school en organisatie is er toch wel zoveel te vermelden, dat het een
lange lijst geworden is van gebeurtenissen, die ons katholieken nauw
hebben geraakt. Een extract hiervan volgt nu.
A.M.A.-Missie-
tentoonstelling
Nauwelijks hadden de parochianen
zich vertrouwd gemaakt met de ge
dachte dat het nieuwe jaar begon
nen was, of het bericht kwam af
dat kapelaan H. van Drunen de
Petrus-parochie ging verlaten, om
zijn nieuwe taak in Rotterdam te
beginnen. En nog was de lente niet
in het land, of het bericht kwam
(op 21 Maart) dat ook kapelaan
Bende ging vertrekken. De laatste
werd bouwpastoor in Noord wijk.
Tussen deze twee data was er
nog ander nieuws te melden. Denk
maar eens aan het 35-jarig bestaan,
dat de Ned Kath. Vrouwenbewe
ging op 8 Febr. eenvoudig vierde.
De katholieke tabaksbewerkers had
den zich reeds vijf jaar eerder dan
de dames georganiseerd; zij vierden
het veertigjarig bestaan van de
Leidse afdeling op 13 Febr.
En toen de lente in het land
kwam, richtten veler ogen zich naar
V. en D., waar in de afdeling be-
hangerij de heer J. A. M. van Oyen,
voorzitter van de Leidse K.A.B.,
onder zeer grote belangstelling zijn
zilveren jubileum vierde.
Inmiddels naderde Pasen. „Katho
liek Leiden" bereidde ons daarop
voor met een reeds bijna tradi
tioneel geworden passiespel „De
Veertien Stonden", keurig in de
grote Stadsgehoorzaal opgevoerd.
En terwijl de Paasklokkep nog
najubelden, was er groot feest in de
St. Leonardus-parochie aan de
Haagweg, waar pastoor M. v. d.
Sohoot O.F.M. en z'n parochianen
het zilveren bestaansfeest van de
parochie luisterrijk vierden.
Om nu weer even het buiten-ker
kelijk terrein te betreden, vermel
den we de poging van de Kath.
Bond. voor het Gezin om mede te
helpen de woningnood te lenigen.
Deze poging bestond uit het oprich
ten van een Kath. Woningbouwver
eniging, waartoe de vergadering op
11 April met algemene stemmen
besloot.
Nu we toch aan het oprichten zijn,
mag ook nog even vermeld worden
de heroprichting van de R.K. Bond
van Lichamelijk gebrekkigen, afd.
Leiden, op 23 April.
Na de Petrus-parochie was het de
beurt aan de dekenale parochie, om
afscheid te nemen van een kape
laan. Het was kapelaan Geven, die
Leiden verliet. Twee maanden later,
het was toen begin Augustus, volg
de kapelaan Mulder zijn voorbeeld
en verliet eveneens de dekenale,
pastorie.
Maar voordat het zover was vier
den we eerst twee zilveren jubilea.
Zuster Zephyrina herdacht op 9 Ju
ni het feit, dat zij vijf en twintig
jaar hoofdzuster was van het St.
Elisabeth Ziekenhuis en rector H.
Sondaal vierde op 12 Juni zijn zil
veren priesterfeest. Hoewel de rec
tor in Oegstgeest woont, hoort dit
bericht toch onder Leiden thuis,
omdat de rector een groot deel van
zijn uitgebreid werkterrein in de
Sleutelstad heeft liggen. Het feit
dat wethouder S. Menken hem na
mens de Leidse bevolking het feest
geschenk overhandigde, wijst daar
duidelijk genoeg op.
En nu horen we plotseling in ge
dachten schetterende fanfares klin
ken. Die zijn afkomstig van de R.K.
Harmonie, die op 23 Juni werd op
gericht en thans trouw aan het re
peteren is. Vóórdat we het weten
zullen de trommelende en blazende
mannen door de stad marcheren!
Juli was een rustige maand. Ver
meldenswaardig zijn slechts de zil
veren jubilea, die twee katholieke
scholen kort achter elkaar vierden.
Dat waren de scholen aan de Heren
singel en in de Caeciliastraat, die
op 12 en 18 Juli hun kwarteeuw
bestaan feestelijk herdachten.
Het einde van Augustus bracht
ons het bezoek van de Franse zan
gertjes, die in de stampvolle Petrus-
kerk vele harten veroverden. Maar
voordat zij in Leiden kwamen, was
reeds op 18 Augustus het schokken
de bericht de wereld in gezond-en,
dat pastoor R. Srn'itz O.F.M. zijn
pastoraat van de Hartebrug-paro-
chie ging neerleggen.
En op 21 September liep de Stads
gehoorzaal en de Leidse Schouwburg
De buurtvereniging „Marelita" bouwde als eerste in Leiden een eigen
clubgebouwtje met eigen krachten. Later volgde de Prof.wijk dit voorbeeld.
De Leidse Alma Mater, hoewel
midden in de stad staande en be
volkt met studenten, die midden in
het stadsleven staan, verdient in dit
jaar-overzicht, door het aparte cachet
van een dergelijke instelling, toch
een afzonderlijk overzicht over 1949.
Een van de belangrijkste data in
het afgelopen jaar is 6 Februari
geweest, toen H.M. Koningin Juliana
als reuniste de 374ste Dies onopval
lend bijwoonde.
Belanrijk was eveneens de dag van
30 Juli, alhoewel het toen vermel
denswaardige feit slechts zijdelings
betrokken is bij de Universiteit.
Prof. Pijl nam op die dag afscheid
van het laboratorium aan de Wasse-
naarseweg. Bij die gelegenheid werd
hij onderscheiden met het ridder
schap in de orde van de Nederlandse
Leeuw.
De jaarlijks terugkerende plechtig
heid van de rectoraats-overdracht
vond plaats op 18 September, toen
prof. Berg zijn waardigheid over
droeg aan prof. van Groningen, die
voor 1950 de eer zal hebben rector-
magnificus te zijn, wanneer de Leid
se Universiteit het 375-jarig bestaan
zal herdenken en de V.V.S.L. het
gou 'en feest zal vieren.
20 October was de grote dag voor
„St. Augustinus", toen de jaarlijkse
inauguratie plaats vond. En 22 No
vember was eveneens voor deze R.K.
Studenten-vereniging belangrijk, om
dat de moderator, prof. dr. H. van
Rooyen toen zijn 10-jarig jubileum
herdacht
Het overzicht zou niet volledig
zijn wat het overigens toch niet is!
zonder te vermelden welke profes
soren in 1949 afscheid namen van
de Leidse Universiteit. Zonder
iemand ten achter te willen stellen,
menen we goed te doen eerst prof.
dr. J. A. J. Barge te noemen, die als
hoogleraar in de anatomie en em
bryologie, op 21 Jan. eervol ontslag
kreeg. Ook de professoren dr. N.
Tinbergen, dr. G. J. Heerling en C.
H. de Goeje, waarvan de beide laat-
Katholieke kroniek
(Vervolg).
nieuw systeem, opgebouwd uit vier
secties. De laatste van deze vier, de
culturele, werd op 12 December op
gericht. Het grote gebouw is nu zo
ongeveer gereed en vol belangstel
ling worden de nieuwe activiteiten
in 1950 afgewacht.
De andere was het Wit Gele Kruis,
dat in 1949 een grote reorganisatie
onderging, de R.K. Wijkverpleging
aan zich trok en op verschillende
plaatsen in de stad consultatie-
bureaux voor zuigelingen opende.
In de maand November noteerden
we nog het gouden jubileum van de
Avondtekenschool van de Kath.
Volksbond, afd. Leiden. In een hal
ve eeuw groeide het kleine zaadje
tot een forse plant uit. En tijdens
een feestelijke herdenking werden
er vele loffelijke woorden gesproken.
En om met een jubileum te slui
ten, herinneren we nog even aan het
dertig jarig bestaan, dat de Kath.
Bond voor het Gezin, afd. Leiden,
op 20 November herdacht met een
feestavond in „Den Burcht", waar
aan een triduum voorafgegaan was.
We zijn begonnen met te zeggen
dat het katholieke nieuws niet we
reldschokkend geweest is. Maar wie
deze indrukwekkende en toch
summiere opsomming ziet, zal
moeten bekennen dat ons katholieke
leven in en buiten het kerkgebouw
toch rijk aan gebeurtenissen is ge
weest. Een grote plaats namen de
verschillende organisaties wederom
in. We moeten daar helaas van ver
melden dat de belangstelling der
leden over de gehele lijn in 1949
zakkend was. Maar, om niet som
ber te besluiten, mogen we wensen
dat dit zeer algemene verschijnsel
in 1950 een goede keer zal nemen.
Laat dit de wens zijn aan de vele
meest zeer actieve en toegewijde
besturen op deze avond, nu de
klok naar twaalf wijst, voor het
komende jaar!
vol, toen de paters Henri de Greeve
en Piet Wesseling kwamen spreken
tot de katholieke jeugd. „De Grote
Ontdekking" heette deze meeting,
die een voortzetting wilde zijn van
„Dit is Leven" in Utrecht.
October was de grote maand voor
de katholieke Leidenaars. Acht da
gen was de Stadsgehoorzaal her
schapen in een complete wereld.
Missionarissen, in zwarte, bruine en
witte pijen liepen af en aan. Dat
was de grote A.M.A.-Missietentoon
stelling, die bijna 25.000 bezoekers
trok en mede door de verschillende
andere missie-acties in Leiden en
omgeving een groot succes gewor
den is.
Ondertussen waren twee organi
saties al vele maanden in stilte aan
het werk. De een heet „Katholiek
Leiden", de vereniging die alle R.K.
verenigingen en organisaties wil
overkoepelen, volgens een geheel
(zie vervolg katholieke
kroniek 6e kolom)
Een enorme vredesduif aan de gevel van de Stadsgehoorzaal, nodigde
iedereen uit een kijkje te komen nemen op de grote A.M.A.-Missie-tentoon-
stelling, die binnen werd gehouden.
De Leonardusparochie vierde het
zilveren feest. De heer Noordman
overhandigt pastoor v. d. Schoot het
parochie-geschenk.
1 Uren, dagen,
maanden, joren
V/liegen als een i
j schaduw heen. 5
Ach! Wij vinden j
j waar wij staren, I
2
Niets bestendigs f
hier beneên
RHYNVIS FEITH
I
sten bijzonder hoogleraar waren, ver
lieten hun leerstoel.
Benoemd werden in het afgelopen
jaar de professoren: dr. M. C. Co
lenbrander (gewoon hoogleraar oog
heelkunde), dr. A. F. van Itterbeek
buitengew. hoogl. experimentele na
tuurkunde), dr. J. C. Bruyn (bjjz.
hoogl. wijsbeg. in de geest van He-
gel), dr. G. j. Sirks (bijz. hoogl. ges.
en leerst. v. h. Remonstrantisme) en
dr. J. P. A. Mekkes ,bijz. hoogl. in de
Calv. wijsbeg.). Zij vulden de. lange
rij aan van professoren, waarvan er
in de loop der eeuwen reeds zovelen
grote roem verworven hebben voor
onze Leidse Alnv Mater!
Een zeer bekend hoogleraar nam
afscheid van de Leidse Alma Mater.
Aan prof. Barge werd daarbij zijn
portret aangeboden.