De taak van „Rijnland'' voor
stad en land
zilueten
WOENSDAG 28 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 2
Sukarno hield
intocht
zijn
Groot enthousiasme te Batavia
De Indonesische bevolking heeft
president Sukarno een stormachtige
ontvangst bereid, toen hij met het
eerste vliegtuig van de „Garuda In
donesian Airways" uit Djogja op
Kemajoran arriveerde. Reeds uren te
voren hadden mensendrommen, tot
vele lO.OOüen, zich in de nabijheid
van het vliegveld en langs de weg
waar de president en zijn stoet langs
zouden komen, geconcentreerd. De
jongeren hadden een plaats gevonden
in palen, bomen en geïmproviseerde
tribunes. Even na half 12 waren 2
dakota's met rood-witte staarten bo
ven het vliegveld verschenen, die
met gejuich door de massa werden
begroet. Zij maakten een ereronde
boven de stad en wierpen pamfletten
uit. Om 11.42 uur landden de vlieg
tuigen. Voordat Sukarno het vlieg
tuig verliet werd de gewijde rood
witte vlag dezelfde, die 17
Augustus 1945 bij de onafhankelijk
heidsverklaring op het gebouw aan
de Pegansaan Oost 56 werd gehesen
door enkele militairen van de
T. N. I. uit het vliegtuig gedragen en
met een jeep, welke voorafgegaan
en gevolgd werd door twee motorrij
ders, naar het Koningsplein gebracht
Ook de kinderen van Sukarno gingen
vooruit. President Sukarno, die met
luid merdeka-geroep werd begroet,
inspecteerde nadat het Indonesia
Raya was gespeeld een erecompagnie
van de T. N. I.
Sukarno, die gekleed was in wit
uniform van opperbevelhebber van
de strijdkrachten van de R.I.S., nam
vervolgens plaats in een open wijn
rode wagen.
Gedurende de rit langs de laan van
het vliegveld, beklommen enthouias-
ten de automobielen, die de auto van
de president volg en. De stoet, die
geopend werd met een politiejeep,
baande zich moeizaam een weg door
de duizenden juichenden. Sukarno
nam staande de ovaties in ontvangst.'
Toen de stoet voor het paleis te
Batavia arriveerde, bleek, dat de
menigte de afzetting van de touwen
en politie geheel doorbroken had.
Tot aan de trappen van het bordes
was de menigte doorgedrongen. Na
dat de Packard van de president
voor het bordes was gearriveerd en
Sukarno was uitgestapt, werden hij
en zijn gezin verwelkomd door het
ontvangstcomité dat onder leiding
stond van de minister van binnen
landse zaken, Anak Agung Gde
Agung.
Na de welkomstrede van Anak
Agung zou volgens tevoren opge-
Aethe*-''lar»ken
DONDERDAG
HILVERSUM I, 301,5 m.
7.00—24.00 AVRO.
7.00 Nieuws. 7.30 Sluiting. 8.30
Nieuws. 8.40 Radio ochtendblad. 9.00
Weerberichten. 9.30 Voor de vrouw.
10.50 voor de kinderen. 11.00 Caril
lon, orgel en sopraan. 12.00 Muset-
te-orkest. 12.30 Mededelingen. 12.33
„In 't spionnetje". 12.38 Pianospel.
13.00 Nieuws. 13.15 Dansmuziek.
14.00 Voor de vrouw. 14.30 Strijk
kwartet. 15.00 Voor de zieken. 16.00
Gevarieerd programma. 16.30 Slui
ting. 17.30 Voor de jeugd. 18.00
Nieuws. 18.15 Sportpraatje. 18.30
Voor de Ned. Strijdkrachten. 19.00
Voor de kinderen.- 19.05 Muzikale
causerie. 19.45 Regeringsuitzending.
20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten.
20.15 Radio Philharmonisch orkest
en solist. 21.00 „Plakboek 1949".
21.45 Piano voordracht. 22.00 „De
vertoning", hoorspel. 23.00 Nieuws.
23.15 Sport. 23.25 Klankbeeld over
de K.L.M.
HILVERSUM H, 416 m.
7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
14.00—24.00 NCRV.
7.00 Nieuws. 7.15 Morgengebed en
liturgische kalender. 7.30 Sluiting.
9.00 Weerberichten. 9.30 Waterstan
den. 9.35 Kamerorkest en solist.
10.45 Gewijde muziek. 11.00 Voor de
zieken. 12.00 Angelus. 12.03 Lunch
concert (12.30—12.33 Mededelingen)
12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en
katholiek nieuws. 13.20 Bariton en
orgel. 14.00 Vrouwenkoor. 14.45 Voor
de vrouw. 16.30 Sluiting. 17.50 Re
geringsuitzending. 18.15 „De stem
van de Christelijke vakbeweging",
causerie. 18.30 Voor de jeugd. 19.00
Nieuws. 19.15 Muzikale causerie.
19.40 Radiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05
Gevarieerd programma. (21.0021.35
Familiecompetitie). 22.15 Buiten
lands overzicht. 22.45 Avondoverden
king. 23.00 Nieuws.
steld program Sukarno een bood
schap uitspreken op een platform,
dat opgesteld was op het grasveld
van de paleistuin. Doordat de men
senmenigte in de tuin was gegaan,
was dat echter onmogelijk, zodat Su
karno zijn boodschap uitsprak vanaf
het bordes. Hij wérd telkenmale on
derbroken door Merdeka-geroep en
kreten als „Aceoord".
Sukarno, die na vrijwel iedere zin
door gejuich onderbroken werd, ver
klaarde, dat vóór het einde van 1951
Irian (Nieuw Guinea) deel zal uit
maken van de R.I.S. „Daarvoor moe
ten wij werken, werken, werken en
strijden, strijden, strijden en een na
tionale eenheid vormen", zo zeide
Sukarno. Vervolgens verzocht Su
karno om de veiligheid te bewaren
en rust en orde te handhaven. De
buitenlanders, ook de Nederlanders,
moeten wij op waarde schatten.
„Wij zijn nu in vrede met de Neder
landers. De Nederlanders zijn onze
geëerde gasten en het is mijn wens.
dat u allen nette gastheren zijt".
Onder leiding van Sukarno en de
autoriteiten op het bordes riep de
bevolking tien minuten lang „Mer-
deka". Sukarno begaf zich vervol
gens in het paleis, waar hij in de
werkkamer de Hoge Commissaris
van Nederland, dr. Hirschfeld, ont
ving.
Daarna werd in een andere paleis
zaal gelegenheid gegeven kennis te
maken met de president, waarvan in
ruime mate door vele Nederlandse
en Indonesische autoriteiten gebruik
werd gemaakt.
Nog lange tijd bleef de enorme
menigte in de omgeving van het pa
leis, doch de tuin van het paleis werd
na afzetting en ontruiming door de
T.N.I. verder niet betreden.
H. STOEL ERKENT ACADEMISCHE
GRADEN IN PHILOSOPHIE AAN
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT.
Kardinaal Pizzardo, prefect van de
Romeinse Congregatie der Semina
ries en Universiteiten, heeft aan Kar
dinaal de Jong, als voorzitter der St.
Radboudstichting medegedeeld, dat
de academische graden in de philoso
phic, aan de Katholieke Universiteit
te Nijmegen behaald, door de H.
Stoel als geldig worden erkend
Voortaan zal derhalve aan de Katho
lieke Universiteit van Nijmegen,
naast de academische studie in de
wijsbegeerte, zoals die door de Ne
derlandse wetgeving is geregeld en
door de Nederlandse giaden bekroond
wordt, ook een studieregeling be
staan, leidende tot graden die voor
het canoniek of kerkelijk recht gel
den. Hoewel aan deze laatste studie
ook een voorgeschreven klassieke op
leiding vooraf moet gaan. is daarvoor
geen gymnasiaal eindexamen of
staatsexamen vereist.
ZES BROERS WERDEN PRIESTER
Zevende volgt in 1950
Op de Tweede Kerstdag heeft de
weleerw. pater G. Pennock C.ss.R.
in de parochiekerk van de H. Li-
duina aan de Schenkkade te Den
Haag zijn eerste plechtige H. Mis
opgedragen. De neomist is de zesde
priesterzoon van de familie Pennock.
Bij het H. Officie werd hij bijge
staan door zijn priesterbroers rector
L. Pennock uit Heiloo, als presbyter
assistens, pater F. Pennock, C.ss.R.
als diaken en pater P. Pennock van
de S?lesi?nen van Don Bosco als
sub-diaken.
In het priesterkoor had nog plaats
genomen dr J.Pennock M.S.C.
De zesde priesterzoon ls missiona
ris in Brazilië. Deze hoopt het vol
gend jaar met verlof in het vader
land te zijn, wanneer de zevende
zoon, fr. R. Pennock, O.F.M. Cap.
de H. Priesterwijding zal ontvan
gen. Zij hebben ook nog een zuster
in het klooster.
M. L. HONNERLAGER GRETE t
Oudste inwoner van Nederland
Gisternacht is op 103-jarige leef
tijd in Breda overleden de heer M
L. Honnerlage Grete, oud-burge
meester van Schiedam en oudste
inwoner van Nederland.
BIETENLEVERING OP THOLEN
Te Scherpenisse en Poortvliet op
Tholen werd dezer dagen de bieten
levering beëindigd. Scherpenisse
overtrof alle voorgaande jaren met
een levering van 8.760.580 kg bieten.
Poortvliet bracht het in precies 3
maanden tot 3.278.904 kg bieten. De
totale opbrengst van het eiland Tho
len kan thans op ruim 32 1/2 mil-
lioen kg bieten worden geschat.
De 5 pCt.
loonsverhoging
In het bouwbedrijf.
Tussen de samenwerkende pa
troonsorganisaties en de Uniebonden
in het bouwbedrijf is volledige over
eenstemming bereikt inzake de door
de regering toegestane loonsverho
ging van 5 procent, aldus deelt de
algemene bouwvakarbeidersbond
ons mede.
In de metaalnijverheid.
De voorstellen van de vakraad voor
de grote metaalnijverheid betreffen
de verwerking van de loonsverho
ging van 5 procent in de loonregeling
zijn door het coll. van rijksbemidde
laars goedgekeurd.
Dan duurder brood, zeggen de
bakkers.
De samenwerkende organisaties
van werkgevers in het bakkersbe
drijf hebben zich, naar zij ons mede
delen, beraden omtrent de mogelijk
heden om de loonsverhoging van
5 pet. in hun bedrijfstak door te voe
ren. Unaniem waren zij van mening,
dat, hoezeer op zich zelf ook deze
loonsverhoging sociaal gerechtvaar
digd moet worden geacht, de renda
biliteit in het bakkersbedrijf niet
toelaat de ondernemingen de daar
uit voortvloeiende lasten te laten
dragen. Zij achten derhalve deze
loonsverhoging slechts dan aanvaard
baar, indien gelijktijdig daarmee ge
paard gaat een verhoging van de
prijs van het zogenaamde regerings
brood.
In verband hiermede achten zij,
zo delen zij tenslotte mede, het
noodzakelijk, dat het college van
rijksbemiddelaars in deze zijn uit
spraak doet. waardoor de verant
woordelijkheid uiteraard geheel bij
dit college berust.
STIJGING PRIJSINDEXCIJFERS
VAN HET GEZINSVERBRUIK
IN NOVEMBER
De door het centraal bureau voor
de statistiek samengestelde reeksen
prijsindexcijfers van het gezinsver-
bruik zijn thans voortgezet met in
dexcijfers per 15 November 1949. Zij
vertonen een stijging ten opzichte
van die per 15 Oct. 1949.
Het totaal-indexcijfer van reeks 1,
indexcijfers volgens huishoudreke-
ningen April 1948Maart 1949,
steeg van 15 October op 15 Novem
ber van 197 naar 202 of met 2 5 pet
en dat van reeks 2, indexcijfers vol
gens huishoudrekeningen 1935-'36,
van 217 naar 221 of met 1,8 pet.
De belangrijkste prijsstijgingen
vonden in de groep voedingsmidde
len plaats. Zo stegen m. i.v. 3 No
vember de prijzen van rundvlees
tengevolge van de opheffing van de
subsidie op rundvlees. Hiertegen
over stond een verlaging van de
prijzen van varkensvlees, waarvoor
m.i.v. dezelfde datum de subsidie
werd verhoogd. Voorts stegen *a
prijzen van peulvruchten, koffie,
thee, kaas, eieren, groenten en fruit.
Bovengenoemde prijsveranderin-
gen hadden tot gevolg dat het in
dexcijfer voor de voedingsmiddelen
van 15 October op 15 November 1949
van reeks 1 steeg van 233 naar 242
of met 3,9 pet., terwijl het indexcij
fer van reeks 2 van 244 naar 251 of
met 2,9 pet. opliep.
Bij de niet-voedingsmiddelen be
gon het prijsverloop de gevolgen
van de devaluatie te vertonen. Kle
ding en schoenen stegen in prijs,
hetgeen tot gevolg- had, dat de in
dexcijfers voor kleding en schoeisel
van reeks 1 opliepen met resp. 1,9
en 2,2 pet., en die van reeks 2 met
resp. 2,2 pet. en 2,7 pet.
Een stijging van de prijzen van
huishoudelijk linnengoed had tot ge
volg, dat het indexcijfer voor de
groep woninginrichting en huisraad
in beide reeksen met 2.3 pet. steeg.
Tenslotte waren de prijsstijgingen
van petroleum en rijwielbanden
oorzaak van de stijging van de in
dexcijfers voor de overige groepen
met resp. 1,3 pet. en 1,2 pet.
HANDHAAF ZONDAGS
RIJVERBOD!
Zegt Christ. Nationaal Vakverbond.
Het christelijk nationaal vakver
bond in Nederland heeft aan de raad
van ministers een brief gezonden,
waarin het als zijn mening uit
spreekt dat de te verwachten stijging
van de benzineprijs geenszins zal
leiden tot een zuinig gebruik van
auto's op Zondag. Degenen, die des
Zondags voor hun genoegen gaan
autorijden zijn daartoe in het alge
meen financieel in staat De practijk
zal dan ook naar de mening van het
C.N.V. stellig uitwijzen, dat op Zon
dag enorme bedragen aan deviezen
zullen worden verspild. Gelet op de
economische toestand van ons land,
acht het verbond een dergelijke ver
spilling onverantwoord.
Tenslotte is het verbond van oor
deel, dat het Zondagsrijverbod de
Zondagsrust in belangrijke mate be
vordert. Het verbond acht de Zon
dagsrust een godsdienstig ert sociaal
goed van hoge orde en meent, dat de
overheid geroepen is, de Zondagsrust
te bevorderen.
Het verbond verzoekt de raad van
ministers met nadruk, 't daarheen te
leiden, dat het Zondagsrijverbod ook
na 1 Januari a.s. gehandhaafd blijft.
Zaterdagavond is op de Utrechtse-
weg nabij Zeist de 38-jarige mevr.
W. A. B. uit Utrecht door een N.B.M.-
bus overreden, toen zij voor een stil
staande bus langs de rijweg over wil
de steken. Het slachtoffer was op
slag dood.
Maandagavond is op de Provin-
cialeweg te Ouddorp bij Alkmaar de
29-jarige mevrouw Van Baar uit
Koedijk door een achter haar ko
mende auto aangereden. Tijdens het
vervoer naar het ziekenhuis is me
vrouw Van Baar, die moeder was
van twee kinderen, overleden.
MAN LAG BLOEDEND OP DE WEG
Maandagavond tegen half twaalf
is op de weg van Axel naar Hulst
nabij het Poolse kruis een man ge
vonden die in een plas bloed lag. Hij
had een schedelbreuk 'en is des nachts
overleden.
AERO-HOLLAND WORDT
GELIQUIDEERD
Naar wij vernemen heeft het be
stuur van de „Aero-Holland" beslo
ten zijn vliegbedrijf stop te zetten.
De liquidatie van het bedrijf zal ge
leidelijk geschieden, doch vermoede
lijk reeds per ultimo Maart een feit
zijn. Het bestuur van de Aero-Hol
land is tot dit besluit gekomen, om
dat naar zijn mening in ons land op
het ogenblik de voorwaarden ontbre
ken, die onontbeerlijk zijn voor de
opbouw van een particulier vlieg
bedrijf naast de K.L.M.
Het grootste deel van het 60 man
omvattende personeel van de „Aero-
Holland" is reeds ontslag aangezegd
met een opzeggingstermijn van drie
maanden. Een klein deel van het
personeel zal in dienst blijven, om
dat de „Aero-Holland" zijn commer
ciële activiteit voorlopig denkt voort
te zetten.
De „Aero-Holland" hoopt zijn re
laties, zij het voorlopig niet meer
met eigen vliegtuigen, te kunnen
blijven bedienen.
Er is nog geen definitieve beslis
sing genomen, wat zal geschieden
met de luchtvloot van de „Aero-
Holland", die op het ogenblik be
staat uit 3 Dakota's, 2 Beechcrafts,
5 Cessna's, zeven Koolhovens FK 43
en 1' Fokker S 9.
De Aero-Holland werd einde 1947
opgericht.
De nieuwe vaslgeslelde regeling
In de jongste vergadering van de
Prov. Staten heeft het Statenlid M.
P. v. d. Weyden een betoog gehou
den. waarin hij de voorgestelde
nu aanvaarde belasting op het ge
bouwde eigendom voor „Rijnland"
verdedigt op haar redelijkheid, ge
zien de taak van Rijn'and.
Wij ontlenen aan diens betoog het
volgende:
Bij de behandeling van dit onder
werp wil ik graag beginnen met de
mededeling, dat mij dit voorstel van
Gedeputeerde Staten voldoening
schenkt. Reeds jaren langs is dunkt
mij de behoefte aan een regeling
als deze gevoeld geworden zonder
dat dit ooit is uitgevoerd geworden.
Met de voorgestelde vertegenwoor
diging kan ik mij wel verenigen.
Hiermede wordt een, nieuw principe
ingevoerd, dat, naar mijn mening op
de duur doorgang zal moeten vinden,
niet alleen bij de Grootwaterschap
pen, maar ook bij de Waterschappen.
Hoeveel gebouwde eigendommen,
fabrieken, e.a., gelegen in de water
schappen, hebben niet evenveel of
meer belang soms bij het droog hou
den der polders en het berijdbaar
houden der wegen dan eigenaren
van de grond.
Het waterstaatsbelang hebben de
gebouwde en ongebouwde eigen
dommen gemeen.
De boezem van Rijnland heeft een
groot aantal vertakkingen in diverse
gemeenten. Die boezem is het bin
dende element van grote waarde
tussen stad en platteland en tussen
de 50 gemeenten onderling. Dat ge
meenschappelijke belang vraagt om
meer samenwerking, het vraagt om
meer gemeenschappelijke behande
ling. Daarom moet die zaak niet be
zien worden uit een oogpunt van be
langentegenstellingen, maar als een
van genoten, boezemgenoten, bond
genoten in de strijd tegen het water.
De nieuwe belasting.
In het nieuwe Reglement van Rijn
land zal dus nu het gebouwde
eigendom een deel moeten gaan
dragen van de lasten van het
Hoogheemraadschap.
Een medaille heeft twee kanten, zo
ook deze kwestie.
Iedere ingezetene heeft belang bij
het werk van het Hoogheemraad
schap en het is dan ook een eis van
rechtvaar-igheid, dat hij ook in de
lasten draagt.
Mensenhanden hebben de tegen
woordige toestand tot stand ge
bracht. Heel vroeger was het Hoog
heemraadschap een onafzienbare
moerasvlakte. Met menselijk ingrij
pen in deze rauwe natuur, met de
aanleg van dijken ongeveer 1000 jaar
geleden, werd deze nieuwe toestand
geschapen.
Al spoedig ontstonden de hoog
heemraadschappen. Men wist dus
toen al, dat waterkering en water
lossing noodzakelijk waren om de
streek bewoonbaar te maken en te
houden. Men woont niet zo maar be
neden het niveau van de zee.
Er zijn 11400 ha met 258 bemalingsin
stallaties. In '39 hebben deze 15 mil-
lioen p.k.u gepresteerd om stad en
land er droog te houden. Daar merkt
het publiek niet zo veel van.
Op 8 Februari 1946 was als ge-
vo'g van de zware regenval het land
reeds door en door verzadigd. Toen
viel op 8 Februari een zeer grote hoe
veelheid water, dat in Rijnlands
boezem moest worden bewaard.
Machinisten en molenaars waren
op hun post; de gemalen en de mo
lens werkten op volle kracht. In de
couranten las men van overstromin
gen in binnen- en buitenland, maar
hier, in Rijnland, niets van dat alles.
Men had toen de gevolgtrekking
kunnen maken: men weet nu ten
minste waar het geld blijft!
De taak van Rijnland.
Rijnlands taak bestaat uit:
de waterkering, de peilbeheer-
sing, de zorg voor de hoedangheid
van het water.
Het belang, dat ieder heeft bij de
waterkering, is, nogal vanzelfspre
kend, zo, dat het eigenlijk niet no>
dig is hierop nader te wijzen.
De peilberheersing is ook van groot
belang.
Om de boezemstand binnen be
paalde grenzen te houden, moet er
een zekere hoeveelheid water ge
loosd worden in natte tijden, in dro
ge tijden ingelaten.
Naarmate de grenzen enger ge
steld worden, moet er meer gele
en meer ingelaten worden ook in een
verloop van een etmaal. Naarmate
men het peil beter wil beheersen,
wordt de oei'beheersing duurder; dat
is duidelijk want ook de capacitei
ten van de lossings- en in^tingsmid-
de^n moeten dan groter zijn.
De pr'mitieve manier van lossing
heeft Rijnland moeten verlaten om
aan de toenemende eisen te voldoen.
Het belang voor de steden.
Men zou kunnen vragen: Heeft de
stedelijke bebouwing hiermede ook
iets te maken?
Het belang ook voor de steden van
waterlozing en waterinlaat is zo evi
dent, dat er eigenlijk niet over ge
sproken zou moeten worden. Op 15
November 1944 zou heel Leiden on
der water hebben gestaan, als er
geen bemaling ware geweest. On
danks het tekort aan brandstoffen is
toen de hoogste stand van Leiden
grachten maar 12 cm. boven nor
maal peil geweest.
Men moet ook eens aan de schippers
denken. Hoe zouden dézen de zware
concurrentie uithouden, altijd met de
grootste mogelijke schepen, als er
veel te weinig regen valt?
Zodra de Rijnlandse boezem 10 a
15 cm. onder de peil staat, loopt de
kolenvoorziening van Leidens cen
trale spaak, want dan al kunnen
schepen van 500 a 600 ton niet meer
door de Leiderdorpse brug.
Hoe zou het gaan met funderingen
paalkoppen van bruggen en gebou
wen, als Rijnlands boezem niet re
gelmatig op peil werd gehouden? Bij
te hoge boezemstanden zijn daar di
rect de klachten van drassige tuinen,
vollopende kelders, vochtige wonin
gen. Bij te lage stand kunnen vaar
tuigen niet aan de wal voor de los
plaatsen komen, etc., etc.
Als een schip te water gelaten
moet werden, moet men even het
peil iets verhogen.
De streekbelangen
De bloembollencultuur van de
streek valt of staat met de beheer
sing van het peil, maar dit geldt ook
voor de belangen van de stedelingen.
Het boezemwater wordt gebruikt
voor de scheepvaart, de aan- en af
voer van water met verontreiniging,
voor de tuinbouw, voor de veeteelt,
voor de industrie, voor de visserij
(welke weer voedsel oplevert voor
de mens), voor de recreatie, voor de
watersport, voor de zwemsport en
in onbebouwde kommen voor het
opnemen van huishoud- en indus
trie-afvalwater.
Het water moet bruikbaar ge
maakt en gehouden worden voor de
landbouw en voor de industrie. Hoe
zou de industrialisatie voortgang
kunnen hebben zonder bruikbaar
water?
Vrijwel elk bedrijf heeft water no
dig, maar producert ook afvalwater.
In het voorstel wordt de een
heid van Rijnland bevorderd, de ba
sis van zijn bestuur verbreed met
opneming van vertegenwoordigers
ook van de gemeenten. Het gaat hier
om inzicht in en begrip voor de gro
te problemen, welke met dit alles
samenhangen. De bevolking van
Rijnland is de laatste 40 jaar met
200500% toegenomen en alle in
woners hebben belang bij dit gro
te vraagstuk.
Er is een geweldige uitbreiding
van stedelijke en landelijke bebou
wingen.
Hier wordt nu een bescheiden
offer gevraagd van iedere eigenaar.
De cijfers, welke hierover gegeven
zijn (f 6 per jaar bij f 900 huur
waarde) demonstreren, toch duide
lijk, dat dit een bescheiden offer is
in verhouding tot de belangen, wel
ke hiermede gemoeid zijn.
Tenslotte vroeg de heer v. d. Wey
den de aandacht van het Col
lege voor art. 157, waarin order F
gehele vrijdom wordt gegeven aan
wateren, op de kadastrale leggers
voorkomende, welke tot de algeme
ne boezem van het hoogheemraad
schap behoren, voor zover zij niet
verwaarborgd zijn.
Pleit voor vrijdom
Reeds in 1921 werd de redelijkheid
van vrijdom van het water in de pol
der Nieuwkoop en Woerden door de
overheid erkend. De helft van de
polder bestaat uit water, dat waar
deloos is en dat later binnen Rijn
land is betrokken. Daarom zou de
gehele omslag door de eigenaren van
weilanden moeten worden gedragen
welke reeds bijna alle een eigen on
derbemaling te bekostigen hebben.
In art. 154 worden als waardeloze
objecten erkend: de onbebouwde
duingronden, die daarom worden
vrijgesteld van de omslag. Spr. stelt
voor, het Reglement van Rijland zó
te wijzigen, dat art 157 ook vrijdom
geeft aan waardeloos water, zoals
voorkomt in de polder Nieuwkoop
en Woorden. Anders zouden deze
eigenaren worden verplicht hun
eigendom af te staan, misschien aan
een of andere bedelaar, op wie iets
valt te verhalen. Dat zou geen aan
lokkelijke toestand zijn.
Spr. stemt volkomen in met het
voorstel en hoopt, dat Ged. Sta-
en Woerden. Anders zouden deze
ten hun aandacht ook zullen willen
welke hij aan het slot van zijn be
toog heeft gemaakt.
AUTO
Door A. HRUSCHKA
(Nadruk verboden)
29)
Ja, dat begrijp ik. Als de za
ken zoals u zegt, zo slecht gaan!
Nietwaar? Kortom: hij kocht
de dure schoenen, die ik hem aan
bood, en die hem trouwens zeer goed
pasten, Toen zei hü, dat hij mij ook
een paar oude schoenen zou brengen,
die moesten verzoold worden
Een paar dagen later kwam hij terug.
Hij had die dag buitengewoon veel
werk gehad en de oude schoenen ver
geten; maar 't was hem te binnen
geschoten, dat ik hem misschien een
groot plezier zou kunnen doen. Bij
ons vorig onderhoud had ik toevallig
gerept bij een vriend, die tuinman
was en z'n best zou doen om mij op
de plaats waar hij zelf werkzaam
was, een broodwinning te verschaf
fen
U had hem dus van Brömer
gesproken?
Dat moet zo geweest zijn, maar
ik kon 't mij niet meer herinneren.
Ik had hem waarschijnlijk over Brö
mer gesproken, toen 't gesprek over
het tuinmansvak liep. De klant zei,
dat hij een arme bloedverwant had,
voor wie hij zoveel mogelijk moest
zorgen. Het meisje had voorliefde
voor 't tuinmansvak; bloemej en
planten waren haar lust en haar
leven. Doch mijn klant kende nie
mand, tot wie hij zich kon wenden,
om aan het verlangen van zijn be
scherming tegemoet te komen. Zou
ik haar misschien bij Brömer willen
aanbevelen? Hij zou niet op een
beetje geld zien, als 't meisje een
vaste plaats kon krijgen, waar het
kon leren. Ik zei, dat ik er over zou
nadenken en misschien aan Brömer
schrijven
Dat deed u. En is Brömer toen
op uw voorstel ingegaan?
Ja onmiddellijk. Vlijtige handen
kon hij voor al in het voorjaar goed
gebruiken; ik mocht het meisje stu
ren. Zij kreeg kost en inwoning,
maar in de beginne slechts een klein
loon. Brömer behield zich bovendien
het recht voor, haar weg te zenden,
indien zij onbruikbaar bleek te zijn.
En kwam uw klant terug?
Ja; acht of tien dagen later
bracht hij me de schoenen om te ver
zolen en vroeg of ik aan het meisje
had gedacht. Ik liet hem Brömer's
antwoord lezen; hij gaf mij vijftig'
shilling en wij spraken alles af. De
le Februari vertrok, zoals hij mij
later vertelde, zijn nicht naar Sper-
ber-Eck. Hij heeft natuurlijk meer
dan eens haar naam genoemd, maar
ik ben hem weer totaal vergeten.
Vindt u 't niet 'n beetje vreemd
dat hij u niet persoonlijk met zijn
beschermelinge in kennis bracht?
Vreemd? Toch niet. Ik ben van
aard niet' bijzonder nieuwsgierig en
't meisje ging mij ook verder niets
aan. Doch waarom vraagt u mij dit
alles? Is er iets met dat meisje ge
beurd? Heeft zij zich niet behoorlijk
gedragen? Brömer heeft me een paar
maal geschreven, dat hij zeer tevre
den over haar was.
Dat schijnt ook het geval te
zijn geweest. Maar eergisternacht is
zij plotseling met haar spullen en
haar papieren en zonder iemand te
verwittigen, van Sperber-Eck ver
dwenen. Men is haar verblijf niet te
weten kunen komen. Daarom schreef
mij mevrouw Von Turnwald, dat ik
bij u moest informeren.
Bij mij? Ik weet geen jota van
heel de zaak! Maar wacht even.,
haar neef, de heer Meller, moet er
iets van weten
Hempel was blij verrast.
Zo! hernam hij, u kent dus de
naam van uw klant? Misschien weet
u ook waar die woont.
Ja, helemaal bij toeval weet ik
hoe zij heet en ook, waar hij woont.
Toen hij zijn verzoolde schoenen
kwam halen hij wilde niet, dat
ik ze hem thuisbracht, daar hij bijna
altijd afwezig was, bevond zich
juist mijn vrouw hier in de winkel.
En een paar dagen later vertelde zij
mij, dat mijn klant in het zelfde huis
woonde, waar zij ging werken. Zij
had hem daar reeds een paar maal
zien in- en uitgaan. Hij bewoont ka
mers aan de achterkant van 't gebouw
op de eerste verdieping, heet Otto
Meller en is handelsreizigr.
Dank u. Ik zal hem opzoeken
en naar Anna Milden vragen. Hoe
ziet die meneer Meller er uit?
Hij lijkt een beschaafd en def
tig mens. Zo spreekt hij althans.
Maar in zijn voorkomen is hij ove
rigens geen aristocraat. Hij is van
midelbare grootte, nogal zwaarlijvig,
met een bruin, gladgeschoren gezicht,
een haviksneus en grijze ogen.
Zeer lichtgrijze ogen en zwart
haar, vermoed ik. Want naar ik ver
nomen heb, heeft een heer, die er
zo uitzag, Anna Milden een paar maal
op Sperber-Eck een bezoek gebracht.
Men wist daar echter niet, wie hij
was en van welke aard zijn betrek
kingen met Anna waren, want zij
liet er geen woord over uit.
Ja, zwart haar heeft hij; maar
dat zijn ogen zo bijzonder licht van
kleur waren, is mij niet opgevallen.
Ik vond ze heel gewon grijs.
Grote handen en voeten niet
waar?
Ook dat komt uit. Voor zijn
schoenen moest hij nummer 44 heb
ben. 't Zal wel de persoon zijn, die
u bedoelt. Trouwens, aan zijn stem
zoudt u hem onmiddellijk herkenen.
Hij lijdt, naar hij mij vertelde, sinds
jaren aan de stembanden en het ge
volg daarvan is een zeer onaange
naam, bijna krijsend geluid....
Silas Hempel was zeer voldaan
over zijn bezoek aan de oude schoen
maker. En waarlijk niet zonder rede
nen. Immers, hij kon er niet meer
aan twijfelen, dat die Meller de hand
langer van Andagola was, althans
het werk voor frem opknapte en in
lichtingen voor hem verzamelde.
Otto moest in de Alserstrase nr 50
wonen, bij een oude juffrouw, die ka.
mers verhuurde.
Hempel ging er onmidellijk heen,
De oude juffrouw die graag babbel
de en geen kwaad vermoedde, twij
felde geen ogenblik aan de oprecht
heid van Hempel's verklaring, dat
hij gekomen was om de heer Meller
over een buitengewoon voordelige
zaak te spreken. Maar de heer Mel
ler was sinds een paar dagen weer
op reis. Hempel kwam alles echter
zeer gemakkelijk te weten, wat juf
frouw Hedwig Mayer zelf aangaande
haar huurder wist.
Otto Meller, vertelde zij, had vroe
ger vele jaren in Zuid-Amerika een
eigen zaak gedreven. Hij had reeds
een aanzienlijk vermogen verzameld,
toen de kracht van een grote firma
hem bijna alles weer deed verliezen.
Moedeloosheid, ziekelijkheid en heim.
wee dwongen hem met de restvan
zijn vermogen naar Oostenrijk, zijn
geboorteland, terug te keren.
Hij reisde nu voor enige grote
handelshuizen en verdiende ruim zijn
brood, zodat hij het overschot van
zijn fortuin voor zijn oude dag kon
bewaren.
Zijn beroep dwong hem, veel op
reis te gaan, maar thuis was hij zeer
ordentelijk en aangenaam mens. Juf
frouw Mayer herinnerde zich niet,
ooit een betere huurder te hebben
gehad.
Hij rookte niet, dronk niet en'kreeg
nooit bezoek van dames. Trouwens,
bezoeken kreeg hij helemaal niet,
want met niemand had hij omgang.
Hij zette ook bijna nooit een voet in
een koffiehuis en was altijd beleefd
vriendelijk en rechtvaardig.
(Wordt vervolgd)