onze kepst-puzzle
U et keRstkientje
van pee,R
Radio
Anno Santo
O Conïnck Chrïste
ZATERDAG 24 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 2
jToen het zilveren geluid van de Kerstklokken voortijlde
j kwam droefheid waar vreugde verwacht werd
Tevreden na een zware dag zat
Peer in zijn stoel, welke schuin op
stond tegen de muur van het achter
huis, en smoorde zijn pijpje. Zijn
klompen had hij uitgeschoten. Be
haaglijk zoog hij aan het roer en
aampte met een zacht-zoevend ge
luid blauwgrijze rookwolkjes de zoe
le avondlucht in. Zo nu en dan be
keek hij het stenen pijpekopje, waar
op zich een mooi zeilscheepje al
scherper en scherper begon af te te
kenen.
Het was weer heet geweest, on
barmhartig heet. Peer's gebruinde
kop had geglommen of hij zo onder
de pomp vandaan kwam.
Als een zacht-rode bal, een uitge
raasd stuk vuurwerk, zonk de zon nu
weg achter de hof, achter de bleek,
achter de verderop gelegen velden
en akkers. Een zomeravondsprookje,
dat nimmer zijn bekoring verliest.
Opgenomen in de rustige sfeer ver
loor Peer zich in zijn gedachten. Hij
tuurde de rookwolkjes na. Van tijd
tot tijd kwam er een speels lachje om
zijn mond.
Mieke keek op van haar breiwerk.
„Wa hëdde ge toch Peer?"
Peer schrok op uit zijn dromerijen.
„Och Mieke, ik was efkes weite
weg. Ik zag ons Peerke al in z'n
wiegske liggen. Wa waar 't 'n lief
menneke. Wilde geleuve Mieke, da
ik de tijd bekant nie af kan wach
ten".
'„Da zulde toch wel moeten' 't is
nog lank eer 't Kerstmis is."
„Toe schenk nog eens een tas kof
fie in, dan stop ik intussen mijn
piepke nog eens", zei Peer.
Mieke legde haar breiwerk op de
stoel en slofte het achterhuis in.
Peer wroette met zijn pijp in de ta
bakszak.
„Sakkerdie, als êt toch ééns 'nen
jongen wier wa zou 't toch schon
zijn". Hij streek een lucifer langs
het doosje en trok het vuur door de
geurige herenbaai.
„As 't toch eens 'nen jongen
wier".
Van plezier kletste hij met de
hand op zijn knie.
„Allé Mieke, komde nog", riep hij
in de richting van de deuropening.
Mieke!"
„We zullen maar eens efkens bin
nen gaan kieke", mompelde Peer. Hij
schoot in zijn klompen, knerpte over
WWVWVWWV SiWWWVVWVV vwv
stichtino tot schenking
van een nederlandse zender t
vaticaanstad
De Stichting tot schenking van een Nederlandse Zender
aan Vaticaanstad deelt mede, dat zij in de periode van
24 December tot en met 10 Januari alle Katholieke
Nederlanders boven zestien jaar, die op zulk een spontane
en edelmoedige wijze tot de verwezenlijking van de
doelstelling der Stichting hebben bijgedragen, in de ge
legenheid zal stellen deel uit te maken van de delegatie
die de nieuwe zender, bij overdracht van een maquette,
aan den H. Vader zal aanbieden.
Aangezien het onmogelijk is alle namen en adressen te
verzamelen van hen, die op andere wijze dan door storting
op postrekening 533000 of op onze bankrekening bij de
Fa. Theodoor Gilissen een gift voor de zender deden,
verzoekt de Stichting alle Katholieke Nederlanders boven
zestien jaar, die tot het geschenk aan Z.H. Paus Pius XII
hebben bijgedragen
1) naam en adres DUIDELIJK, liefst in blok-
letters, op een BRIEFKAART te vermelden
2) AAN DE ADRESZIJDE van de briefkaart
boven de normale frankering f 0,25 aan postzegels
EXTRA te plakken;
3) deze briefkaart zó tijdig te posten, dat zij
VOOR 10 JANUARI 1950 op het secretariaat
van de Stichting: RADIO ANNO SANTO,
AMSTERDAM, aanwezig is.
Ujt alle door het secretariaat ontvangen briefkaarten,
die aan bovenstaande voorwaarden voldoen zullen vóór
31 Januari 1950 ten overstaan van een notaris 10 brief
kaarten worden getrokken, waarvan de afzenders zullen
worden aangezocht deel uit te maken van de delegatie.
De reis naar Rome zal, met goedkeuring van de Stichting,
overdraagbaar zijn.
Het spreekt vanzelf dat, wil men meerdere kansen hebben
in de delegatie te komen, zoveel briefkaarten kunnen
worden opgezonden als men wil. Ook is het mogelijk
op één briefkaart meerdere postzegels k f 0,25 te plakken,
mits het extra geplakte bedrag aan postzegels per briefkaart
de f 1.niet overschrijdt. Het secretariaat zal in derge
lijke gevallen zorg dragen, dat de afzenders ook meerdere
kansen krijgen.
Het trekken van de kaarten door een notaris zal vóór
31 Januari 1950 plaats vinden, waarna zo spoedig mogelijk
de namen van hen, die aan de delegatie deel zullen nemen,
in de R.K. dagbladen gepubliceerd zullen worden.
Op deze wijze hoopt de Stichting te bereiken, dat alle
Katholieken van Nederland, die op een voor de Vati
caanse Autoriteiten zo waardevolle en effectieve wijze
hebben bijgedragen tot de oplossing van het Vaticaanse
Radio.-probleem, de mogelijkheid wordt geopend deel te
nemen aan de aanbieding van de nieuwe Nederlandse
100 Kw. Zender aan den H. Vader.
(De Stichting behoudt zich het recht voor een deelnemer, die door de
notaris voor de delegatie Is uitgekozen, maar die door bijzondere
omstandigheden, te beoordelen door de Stichting, redelijkerwijze voor de
delegatie niet in aanmerking kan komen, in een andere vorm, in waarde
gelijk aan een reis naar Rome, van zijn uitverkiezing blijk te geven).
het zand op de stenen vloer van het
gangetje en stak zijn verweerde kop
om de hoek van de keukendeur.
Hij schrok. Daar stond Mieke, de
rug naar hem toegekeerd, haar hoofd
leunend op de hand, welke de lijst
van de schouw vasthield.
In drie stappen was hij bij haar
pakte haar bij de schouders.
„Wa is 't Mieke?"
Langzaam draaide zij zich half om.
Hij zag een lichte blos op haar ge
zicht.
„Wa hedde ge dan toch Mieke?"
Zij richtte haar hoofd een weinig
op.
„Ach Peer, ons kindje, nou weet ik
't...."
Peer voelde een gelukkige trilling
door zich heengaan, Peerke.
„Kom meid, geef me de kumkes
maar". Samen gingen ze weer ach
ter het huis en slurpten daar stil hun
koffie, bang door woorden de intens
gelukkige ogenblikken te verjagen.
Mieke keek eens op en zag een
vochtige glans in Peer's ogen. dan
breide ze weer verder aan een klein
broekje.
KERSTNACHT.
Het zilveren geluid van de kerk
klokken speelt door de neerdwarre
lende sneeuwvlokken, het zingt door
over de donzige sneeuwvloer en
dringt door de deuren en vensters
der huizen, waarachter hoe langer
hoe meer lichtjes optwinkelen.
Op de paden en wegen kraakt de
verse sneeuw reeds onder de voeten,
welke zich al'en naar één punt spoe
den, naar de plaats, vanwaar de
Kerstouverture weerklinkt.
Ook Graad heeft de deur achter
zich dichtgetrokken. Diep in zijn duf
fel gedoken verdwijnt hij achter de
heg om binnendoor bij Peer aan te
gaan. Van iongsafaan waren zij al
tijd samen naar de Nachtmis ge
weest en daar had het trouwen van
Peer geen verandering in gebracht.
Bij Peer's huis gekomen lichtte hij
de klink en stapte naar binnen. Peer
kwam hem al tegemoet.
„Deze keer zal ik toch over moete
sloan Graad, ons Kerstkindje kan ook
ieder ogenblik komen".
„Zo Peer, en da ju:st in de Kerst
nacht, wa schon. Gul'ie zijt toch wel
gelukkig. Ik kom straks nog efkes
langs".... „Om 'n borrel te vatten
op Peerke" vulde Peer lachend aan
en sloot de deur achter Graad.
Peer-ke Peer-ke juichte het in hem
op de maat van de klokken.
„Mijn menneke is nou op weg van
uit de hemel".
Van tijd tot tijd klonk Mieke's stem
uit de opkamer. Dan krakte Peer tel
kens de vier treden op en keek iet
wat bedremmeld naar Mieke onder
het hagelblanke laken en knikte haar
dan onbehouwen vriendelijk toe.
„Bid nog maar eens een Vader-
onske en een Weesgegruutje" zei hij
dan telkens. „Nog efkens flink zijn
Mieke".
Dan ging hij weer terug en dren
telde in de voorkamer naar het ta
feltje, waar de Kerststal op stond.
Dan stak hij een van de waxine-
potjes aan. Dansend speelde het licht
van het vlammetje door de stal.
Daar stonden de herders, stille-
kes, hun mutsen in de hand. Daar la
gen de schaaojes. Daar verderop
knielde Maria. Wat zag zij er zielsge
lukkig uit. Aan de andere kant Sint
Jozef met zijn goedig gezicht. En
tussen hen in het kribje met het
Kerstkipdje.
Peer ging geheel op in het zoete
tafereel. Dan dwaalden zijn blikken
van het kribje naar de wieg, waarvan
hij vaag de omtrekken in een hoek
van de kamer kon onderscheiden.
Een ongekend gevoel kwam over
hem.
Het Kerstkiendjezijn kerst-
ki endje.
Zó mooi had hij het stalletje nog
nooit gezien. Zó lief had het Lieve
Heerke nog nooit naar hem gekeken,
had Maria daar altijd zo inge'ukkig
geknield. En dan Sint Jozef, zóveel
tederheid had hij nooit aan hem af
gekeken. Sint Jozef, de vader van.
Wéér kreeg Peer dat vreemde, ge
lukkige gevoel als zijn blikken af
dwaalden naar de hoek van de ka
mer.
Tussen ziin zoete mümerin^en door
hoorde hij Mieke als in de verte. Het
drong echter niet geheel tot hem
door, zozeer ging hij op in zijn ge
dachten.
Toen het geluid al sterker werd.
vervaagden zijn dromerüen. Dan
plots hoorde hij het heel duidelijk.
„Peer, Peer!"
Hij spoedde zJch naar de onkamer-
deur, doch hoorde toen de stem van
de dokter- .Blijf dgar Peer, ik kom
streks wel."
Het was dus zo ver.
Nou kreeg-ie het toch wel een
beetje benauwd. Hij beet od het
roer van zijn pijp. stak de hand in
ziin broekzak, trok een grote rode
zakdoek te voorschün en snoot of er
een gat in moest. Dan begon hij
plomn door de kamer te s+aooen.
„Sakkerdie, wa heb ik 't toch
werm, 't liikt wel of ik 'n hele akker
um«esoaaid heb."
„Hoe zou 't binnen ziin, zou Peer
ke missch'en al in zijn blote billekes
liggen te sparte'en?"
Hij h'eld even in en luisterde. Het
was stil geworden in de onkamer.
Dan ging de deur onen en ver
schep het grijzige hoofd van de dok
ter in de deuron^n'ng. Hij sloot de
r1eur achter zich. Gespannen ston^
'"'eer midden in het vertrek.
„En dokter?"
„Is Peerke d'r?"
„Ja. hm, ja Peerke is 'r'\ D« dok
ter scheen iets weg te willen slikken.
Hij draaide het knopje van hnt l?rV
Horizontaal: 1. stellig, 5. uitbraaksel van een vul
kaan, 8. hemellichaam, 11. bereide dierenhuid, 15. le
ger (Fr.), 17. muze van het minnelied, 19. zijtak Rho
ne, 21. dorpje bij Nijmegen, 23. gem. in N. Holl. bij
Volendam, 26. stad in België, 28 voegwoord, 29. mu
zieknoot, 30. Oostenrijks Telegraaf Agentschap (afk.),
31. achting, 32. pers. voornmw., 34. water in Z. Holl.,
35 afkorting voor titanium, 36. dienstmeisje, 39. gem.
in Limb., 42. laatstleden (afk.), 43. toestel om de be
weging van iets te doen vertragen, 44 verhalen, 45.
roodachtig, 47. eiland van N. Holl., 49. voorzetsel, 51.
keizerkoninkrijk (afk.), 52 schuurmiddel. 54. rech
ten inbegrepen (afk.). 55. vlug, 56. de godin van het
gerucht (Myth.), 58. bijwoord, 59. schoenvorm, 61.
onderrichten, 63. een der vier jaargetijden. 64. meer
dan één, 65 voornaamwoord, 66. ruk, haal," 67. munt
in Chili, 68. boom, 70. boomloot, 72. voegwoord, 73.
rijkstelefoon (afk.), 74. peulvrucht (spreektaal), 75.
als, 31 hor., 77. met een krans omgeven, 84. ieder, 86.
lengtemaat. 88. geste, 90. trouwens, 92. heden, 93.
bijwoord, 95 voo~zetsel, 984, vis, 98. George Rex Im
perator (afk.), 99 als 68 hor., 100. bewoner van Let
land, 101. vervoermiddel, 103. van zijn rente leven,
107. wrok, 108. dorp ten Z. van Hillegom, 110. nau-
wermaken, 111. stad in Duitsland, 113. schittering,
114. stuurs. 115. drinkbeker op hoge voet, 116. ver
nieling door vuur.
Verticaal: 1. R.K. werkend lid ener broederschap,
2. mogelijkheid tot een gelukje, 3. als 74 hor;, 4. Royal
Mail (afk.), 5. jongensnaam, 6. marskramer, 7. zang
wijs, 8. Zeeuwse hoeve, 9. de planken, waarop ge
speeld wordt, 10. meisjesnaam, 11. lidwoord (Fr.), 12.
bar, 13. part, 14. populier. 16. drietenige struis.' 18.
algemeen kiesrecht (afk.), 20. bewerker van ijzer, 22.
een der profeten, 24. interval van negen tonen (muz.),
om en keek dan ernstig naar Peer.
„Je moet sterk zijn beste kerel..."
Peer voelde de grond onder zich
wegzinken; angstig vragend keek hij
de dokter aan.
„Is er' is 'r.iets niet goed dok
ter?"
„Met Mieke zal het wel goed ko
men."
Dan drong de vreselijke waarheid
tot hem door.
Goedig-vertrouwelijk legde de dok
ter zijn hand op Peer's schouder.
„Flink zijn kerel. Het leven kan
hard zijn, medogenloos hard".
„Peerke" snikte de struise boer. In
die ene snik lag een wereld van ont
goocheling en wanhopig verdriet.
Opgeruimde stemmen klonken
door de vroege morgen langs de be
bloemde ruiten. De Nachtmis was uit.
De mensen kwamen terug van de
wondere Kerstnacht, van het Kerst
kindje, dat ginds zo vredig met de
uitgestrekte armpjes in het kribje
lag.
Allen spoedden zich naar huls,
waar de Kerstdis stond te wachten
onder het smetteloos blanken laker.
met de rode linten en de 'takjes den
nengroen en hulst. Straks zou de
dampende balkebrei in de hongerige
magen verdwijnen. Alles en aden
waren in Kerststemming.
Krakend naderden de voetstappen
van een laatkomer. Bij de hoeve van
Peer gekomen hield hij in en schop
te tegen de muur de sneeuw van zijn
schoenen.
Het was Graad. Hij lichtte de klink,
stak zijn gezonde kop door de deur
en zag Peer zitten, weggedoken in
een stoel.
„Hé Peer, wor eens wakker", riep
hij met gulle lach. „Als de appel n;et
ver van de boom valt dan zulde we'
'nen vlugge zeun kriege", schaterde
hij. „Nou, hoe is 't?"
Peer richtte zich verwezen op en
keek daarna met rood-omrande ogen
zijn vriend aan.
„Is 't, is 't mis?" vroeg Graad on
zeker.
„Dood", zuchtte Peer.
Hij bemerkte nauwelijks dat Graad
enkele ogenblikken later zachtjes
de deur in het slot liet vallen.
Dan dwaalden zijn ogen weer van
de wieg naar het kribje en van het
kribje naar de wieg.
„Peerke.... mijn kerstkiendje".
25. telwoord, 27. meisjesnaam, 29. betogen, 33. R.K.
lid van het kerkbestuur (meerv.), 36. lidwoord, 37.
reclasserings vereniging (afk.), 38. muzieknoot, 40.
afkorting voor stannium, 41. ontkenning (Eng.), 43.
afkorting voor zekere godsdienst, 46. welaan, 48. tril
len, beven, 50. terstond, 51. rustiger, 53. rank, 55. lijst,
gording (scheepsbouw), 57. rivier in Italië, 60. water
in Friesland, 62. komt van de kip, 65 telwoord, 69.
deugniet, 71. voorzetsel, 74. maanstand (afk.), 76.
landbouwwerktuig, 77. onder andere (afk.), 78. he
mellichaam, 79. üitbarstingsmond van een vuurspu
wende berg 80. spil van een wiel 81. toestel tot het
geven van geluidsignalen, 82. titei van Turkse land
voogden, 83. maanstand (afk 85. de lezer heil (afk.
Lat.), 87. oude lap, 89 nors, 91. eenmaal, 92. keurig,
94. feestgewaad, 97. heeft een photo-toestel, 98. lange,
smalle, snelvarende roeiboot, 100. meisjenaam, 102.
laag, gering. 104. telwoord. 105. Nederlands gezag
(afk.), 106. eikenschors, 107. afgelegen, 109. stoom
schip (afk.), 112. stuurboord (afk.).
Bij juiste oplossing leest men op de cijfers: 1, 7, 11,
19, 26, 33, 39, 43. 46, 53. 56, 60, 62, 69, 101, een wens
voor al onze lezers en lezeressen.
Voor deze mooie Kerstpuzzle, waar onze liefhebbers
een flinke „kluif" aan zullen hebben zonder noch
tans dat de opgave erg moeilijk is. hebben we ge
meend een mooie hoofdprijs beschikbaar te moeten
stellen, in de vorm van een vulpenhouder met gouden
pen, voor dame of heer naar keus.
Verder zijn er zes kleine prijsjes, n.l. twee porte-
monnaies, twee sigaren-aanstekers en twee boeken.
Oplossingen van deze bijzondere puzzle worden,
een dag later dan gewoonlijk, uiterlijk op Donderdag
29 Dec. op ons bureau verwacht. Op de enveloppe
vermelden „Kerstpuzzle".
O, Coninck Christe, prince groot,
Hoe wort ghy hier aldus ghevonden?
In hooy. in stroo, in sulken noot,
In arme doekskens teer ghewonden.
Ghy hebt het firmament ghemaakt,
Al waar U loven 's hemels gheesten;
Maer nu gheheel bloot ende naakt
Ligt ghy te midden van de beesten.