Het slot „TeylingerT had een eigen hof-kapel „Ons land is in staat van zonde" De export en de export vooruitzichten in detuinbouw Diepvriesbedrijven draaien ©e ziCaeten ZATERDAG 24 DECEMBER 1949 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 SASSEMSE DIEPDELVINGEN |)E MIDDELEEUWSE KERK VAN SASSENHEIM WERD WAAR SCHIJNLIJK VERWOEST, evenals die van de omliggende dorpen, tijdens de belegeringen van Leiden en Haarlem. Want Franciscus van Dusseldorp, een historicus uit de tijd van de 80-jarige oorlog zegt in zijn Annales. dat de Geuzentroepen in Sassenheim een versterking maakten om Haarlem, dat belegerd werd te hulp te komen over het Haarlem mermeer, dat begon bij de Kaag. Het was in 1572 een strenge winter en het meer geraakte bevroren, zodat men te voet en per slede veilig kon oversteken. In dit krijgsrumoer ging de kerk grotendeels verloren In 1588 drongen de Staten van HoJland er op aan dat het gebouw zou hersteld worden; deze restauratie kwam tot stand in de jaren 1594 en '95, zoals de jaartallen in de rosetten van het houten tongewelf en in de toren van het huidige oude kerkje aangeven. Van het gebouw, dat er nu staat, dateert het oudste gedeelte van de kerk, een overblijfsel van het oude in tufsteen opgetrokken schip van de kerk, uit de 12de eeuw terwijl het onderste stuk van de toren uit de 13de en de rest van de 15de of 16de eeuw dateert. Na de verwoesting in de Spaanse oorlog zijn het schip en de toren opnieuw opgebouwd en verhoogd met baksteen Als eerste predikant na de hervorming staat vermeld David Jacobsz Reverset; hij kwam in 1592 en vertrok weer in 1599 naar Katwijk. De kapel van de Kaag Burgerlijk tot Voorhout, maar ker kelijk tot Sassenheim behoort het slot Teylingen. Daarom willen wij hier een en ander uit de historie van dit adellijk slot vertellen Met zekerheid is niets te zeggen over de stichting van Teylingen: misschien werd het slot gesticht in de tweede helft van de 11de eeuw, ongeveer in dezelfde tijd dat de burcht te Leiden werd ge bouwd, en dan bedoeld als een sterk te, een soort verschansing, die alleen ten tijde van oorlog werd bewoond. Eerst later wordt het de permanente woning van de heren van Teylingen, die hun wonirg gehad zuilen hebben op het voorplein, dat ommuurd was en waarbij een poort niet toren stond In 1296 kwam het siot aan de Hol landse graaf; het werd verbeurd ver klaard uit de goederen van de heer van Teilingen, omdat deze deel ge nomen had aan de samenzwering van Gerrit van Velsen tegen graaf Floris V. Het werd jachthuis van de graven van Holland, totdat de weduwe van Albrecht van Voorne er mee beleend werd, en daarna Simon van Bent- heim, stammend uit een zijtak van het Hollandse gravenhuis. Dan gaat Simon Deze Simon gaat zich dan Simon van Teilingen noemen. Hij liet het slot in de jaren 1337 en volgende ge ducht restaureren. Na hem woonden er op Teilingen kasteleins, die tevens houtvester of baljuw van Rijnland waren. Intussen bleef het toch een grafe lijke residentie en omstreeks het jaar 1400 werd er veel aan verbouwd. Ja- coba van Beieren woonde er in haar laatste levensjaren vrij regelmatig en is er ook in 1436 overleden. Tijdens het beleg van Haarlem en Leiden werd het slot zwaar bescha digd en een bouwval Het werd in het begin van de 17da eeuw weer hersteld, maar in 1675 brandde het uit en sedert dien bleef het een ruïne. In de tijd, dat ons land Bataafse re publiek heette, werd het verkocht aan particulieren; kort daarna ver dwenen het oude houtvestershuis en de andere gebouwen van het voor plein met de poort van de burcht. Helaas werden later ook de bomen en beplantingen gerooid, waarmee veel van het romantische van de oude bouwval verloren ging. Sinds 1889 is deze eigendom van de Staat, d.w.z. alleen de bouwval van de ronde burcht; het was een ge schenk van de toenmalige eigenaar jhr. W. van Teylingen van Kamerik. Natuurlijk was er Natuurlijk had Teilingen vroeger ook een slotkapel en we vinden een kapelaan van Teilingen vermeld in het register van de kerkelijke tiende in 1275 tot 1280 geheven ten behoeve van het Heilige Land; hij droeg ruim vier schilden bij; de kapelaan van Sassenheim heel wat meer, n.l. 20 Dat was in het tweede jaar van de bijdragen; in het derde jaar betaal de de slotkapeiaan voor het gehele jaar 30 schilden. Verder is er over deze kapel weinig bekend gebleven. Ruwehanden?PUROL Voor dat we van de Middeleeuwen naar de nieuwere tijd overstappen, moeten we nog even spi eken over de kapel aan de Kaag, een bijkapel van de middeleeuwse kerk van Sassen heim. Tot deze kapel behoorde ook de .Vrije en Lage Boekhorst, een heer lijkheid van de heren van Boekhorst die hun kasteel te Noordwijkerhout hadden staan, de Hoge Boekhorst ge heten. Er is een giftbrief van Phi lips van Bourgondie van 1464, waar in gesproken wordt over de leengoe deren aan Jan van Boekhorst geko men door het overlijden van zijn va der Floris; daaronder wordt gespro ken van „die Cagen, geheeten dc Laagen Boeckhorst". Tot 1855, toen zij bij Alkemade werd ingelijfd, was de Vrije en Lage Boekhorst een zelf standige gemeente met eigen schout en schepenen. Een Kaags sprookje. Er is een sprookje, dat het dorpje Kaag om de bedorvenheid van de bewoners vroeger de bijnaam had van het „Hellegat" Deze legende dankt zijn ontstaan dat een deel van het vroegere Haarlemmermeer het hellegat heette, en wel dat gedeelte, dat bij de Kaag lag, omdat het daar zeer gevaarlijk kon zijn en er vele schepen ten gronde gingen. Wegens de scheepvaart, die langs het dorpje trok, is het niet vreemd, dat de bevolking gedeeltelijk van el ders kwam. Dat bracht mee, dat al lerlei vreemde elementen binnen kwamen in de dagen van de hervor ming en dat de Kaag al heel spoedig geïnfiltreerd werd met hervormings gezinde mensen; de kapel kwam in handen van de protestanten. Men zegt, dat in deze kapel de pastoor var. Hoogmade op Zondag in de middag voor de protestanten kwam pr.eken, nadat hij 's morgens in zijn eigen kerk voor de katholieken dienst had gedaan. De bouwvallige kapel werd in 1618 door een nieuw (protestant) kerkje vervangen. Toen in het ramp jaar de Franse troepen van Lodewijk XIV tot in de Kaag waren doorge drongen, heeft dit kerkje korte tijd dienst gedaan voor de katholieken. De volksmond wil, dat het kerkje in het begin van de 18de eeuw weer aan de protestanten werd afgestaan door de katholieken, op voorstel van een Bastiaan Suydgeest, die namens hen sprak en op voorwaarde, dat de her vormden op zich namen de Kager a-men te helpen onderhouden. Voor die tijd bezaten katholieken en her vormden „gelijk regt op de kerk"; gpbruikten dus beide gemeenten haar. In 1873 werd een nieuwe hervorm de kerk gebouwd. Mgr. Ancel over de sociale nood in Frankrijk „Bij God is alles mogeliik en alles vermag de mens die gelooft. Daar om is het ook altijd mogelijk, om een christelijk leven te leiden. Maar de omstandigheden kunnen zo zijn, dat er een heldhaftig geloof nodig is om christen te blijven. Heroïsme is altijd zeldzaam en een mens heeft niet het recht, aan anderen heldhaf tigheden op te leggen". „In <3e 19e eeuw", aldus Mgr. An cel, hulpbisschop van Lyon, „waren de levensomstandigheden voor de arbeiders hard. De excessen bij de arbeid verdierlijkten hem en maak ten het voor hem onmogelijk open te staan voor het geestelijke. Thans is er veel veranderd, maar er zijn nog excessen; vooral bij het werk aan de lopende band. Want het is juist dit rhythme, dat uitputtend werkt. Anderzijds is het huidig werk vaak zo machinaal geworden, dat de arbeiders er door afgestompt raken. Deze uitwassen bij de arbeid en die afstomping maken het christelijk le ven zeer moeilijk, soms bijna onmo gelijk". Mgr. Ancel noemt dan nog twee andere oorzaken: de grote materiële nood en de immoraliteit. „Die twee gaan samen. Reeds excessen bij de arbeid brengeh immoraliteit mee. Want afgestompt door het werk is men geen meester meer over zich zelf. Van de andere kant moet men de materiële nood niet alleen zien- in de verhouding van lonen en prij zen. Ook een arbeider, die een goed salaris heeft, maar die in een krot woont, verkeert in nood. En mis schien is de huidige woningnood momenteel wel de grootste oorzaak voor de immoraliteit. Voeg daar dan nog bij, dat het fabrieksleven het TEIJLINGEN IN WELSTAND. Over het geheel genomen ziet de heer N. A. Laarman, directeur van de economische afdeling van het centraal bureau van de Tuinbouw veilingen, de export en vooruitzich ten daarvan niet ongunstig. Hij hield een rede tijdens de jaarvergadering van de provinciale organisatie van veilingen in Zuid-Holland, waarin hij mededeelde, dat de totale ex port van groenten over 1949 350.000 ton zal bedragen en voor fruit 210.000 ton, respectievelijk tot een waarde van 100 millioen en 55 mil- lioen gulden. Dit betekent tegen het gemiddel de van Je jaren 1935'39 een netto stijging van 75.000 en 185.000 ton. Van de totale Nederlandse uitvoer heeft de tuinbouwsector volgens de voorlopige berekening 10 procent voor haar rekening genomen. In de agrarische export neemt zij na de sterk toegenomen zuivel-export de tweede plaats in voor de hard terug lopende export van akkerbouwpro ducten. Vooral de liberalisatie van de han del met Duitsland heeft veel tot het exportsucces van dit jaar bijgedra gen. Dit was mede een steun voor het binnenlandse prijspeiL De ex port van appelen naar West-Duits- land is in vergelijking tot voor de oorlog verveertienvoudigd. Tot 1 September van het volgend jaar is de uitvoer naar dit gebied verzekerd indien zich geen bijzondere omstan digheden voordoen. Van het uitge trokken bedrag van 15 millioen dol lar voor groenten is thans 2 millioen gebruikt. Voor het komende jaar acht de heer Laarman de export-vooruit zichten op Duitsland niet ongunstig De thans gevoerde Europese libera- lisatiepolitiek zal een sterkere con currentie met zich brengen, doch hieraan zal men het hoofd kunnen bieden. Verwacht kan worden, dat de Engelse markt iets ruimer zal worden. De handel met de Benelux-part ners wordt nog steeds geremd door het protocol van 9 Mei 1947 met zijn hoge minimumprijzen. Indien dit blijft bestaan is geen uitbreiding te verwachten. Frankrijk is nog steeds een vrij wispelturig afzetgebied het is ech ter niet onmogelijk, dat de liberali- satiepolitiek op de duur tot verdere uitbreiding en stabilisatie van de handel met dit land zal kunnen lei den. De handel met de Scandinavische landen en Finland was niet onbe vredigend. gezin heeft ontwricht. Al te vaak is de vrouw verplicht in de fabriek te gaan werken. Zo staat alles met elkander in verband en wordt alles meegezogen in een duivelse draai kolk. Immoraliteit wordt door ma teriële nood teweeggebracht en de nood brengt weer immoraliteit mee. Het christelijk leven wordt onmo gelijk gemaakt door de immoraliteit en zonder christelijk leven is het onmogelijk om uit de nood te gera ken". Mgr. Ancel schrijft dan heel goed te weten, dat er in Frankrijk velen zijn, die een goede werkkring heb ben en een normale behuizing. „Maar ik spreek over die duizenden, die dit alles missen. Duizenden en nog eens duizenden. Men zegt van 2 tot 3 millioen! Maar waar ligt de fout?" „Niet bij een of andere kapitalist, maar bij het systeem zelf. Ik val geen mensen aan. maar het kapita lisme, zoals het thans in werkelijk heid is. Men moet mij niet vragen om een economisch systeem te be wonderen, dat duizenden mensen in Tsjecho-Slowakije en Ierland wa ren geregelde afnemers. Indien in het eerstgenoemde land politieke moeilijkheden van invloed blijven op de productie van industriële arti kelen, die door ons in ruilovereen komst worden afgenomen, dan moet voor de tuinbouwexport ten aan zien hiervan het ergste worden ge- vTeesd De handel met Oost-Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland was bin nen het raam der afzetmogelijkhe den niet onbevredigend. Ten aanzien van de liberalisatie van de Europese handel zeide de heer Laarman tenslotte, dat Neder land in de tuinbouwsector het hoofd kan bieden aan komende concurren tie, mits men blijft streven naar een hoogwaardig kwaliteitsproduct, dat met kop en schouders boven dat van de concurrent uitsteekt Het apparaat van het uitvoer-con- trole bureau is in het kader van on ze afzetvragen en -belangen niet meer weg te denken, aldus de heer Laarman. Daardoor kunnen wij bij handelsbesprekingen met het bui tenland waardevolle garanties bie den. De tuinbouw moet dit bureau in haar eigen belang steunen en de veilingen moeten daarnaast alles in het werk stellen om kwaliteit, sor tering en verpakking van de pro ducten omhoog te brengen. Door ieders medewerking zal in de tuin bouw van de toekomst een lonend bestaan kunnen worden gevonden. Aan die toekomst zal men in 1950 niet behoeven te wanhopen. een zee van ellende en immoraliteit stort, en dat een christelijk leven onmogelijk maakt. De dode stof ver laat de fabriek veredeld, maar de mensen worden er bedorven en ver laagd", zo schreef Paus Pius XI in zijn Encycliek „Quadragesimo Anno". „Maar wil ik dan een communis tische revolutie?" „De communistische revolutie zal niets veranderen. Staatskapitalisme is niet beter dan het kapitalisme van de trusts". „Ik zou willen, dat alle directeuren van ondernemingen, ingenieurs, la ger personeel en arbeiders zich aan eensloten om een oplossing te zoe ken, die menselijk en economisch mogelijk is. Men kan een oplossing vinden. Velen werken er aan. Ieder een moet zich er aan geven. Want ons land is in staat van zonde!" HYPOTHEKEN HFN. T00r a"e ftn(^ere zak®n jvjr 1 op het gebied Tan on- oerende goederen ouw-on Makelaarsbedrijf v.d* Drift Ouda Vesi 29 Laidan Telet. 20513 In de toekomst wordt „diepvries" goedkoper Deze maanden zijn voor de vijf diepvries-bedrijven, die ons land momenteel rijk is, het hoogseizoen, waarin men handen en tijd te kort komt om groente en fruit volgens de vries-methode voor de winter te conserveren. Met wagons tegelijk komt dit onontbeerlijk voedsel aan de fabrieken waar het in enkele uren verwerkt moet worden, opdat het niet bederft. Amerikaans Nog maar een paar jaar wordt deze conserveermethode in Nederland toegepast in navolgin? van Amerika. Daar had men namelijk al lang uit gedokterd dat deze wijze van con serveren verreweg de beste methode is. omdat bij het invriezen geen voedingswaarde verloren gaat wat bij inblikken en wecken wel het geval is en dat zelfc de natuur lijke kleur behouden blijft. Daarnaast zijn er no<? vele andere voordelen: het buitenland kan "nu ook in de winter de graag verlangde Nederlandse zomergroente betrek ken, terwiil de tropen altijd „verse" groenten kunnen ontvangen, waar van geen calorie, geen vitamine ver loren is gegaan. Natuurlnk is het nog niet zo ver en staat de diep-vries „bereiding" in de kinderschoenen. Met scha en -ehande is men de afgelopen jaren wijzer geworden. Toch blijven de verwerkers en leveranciers van diep vriesproducten optimist, omdat de eerste moeilijkheden werden over wonnen en tussen de dieovriesbe- öriiven onderling een nuttig accoord werd bereikt. Maar Nederland moet zich nog aanoassen. Grossiers en winkeliers hebben al containers (frigidaires) aangeschaft en het wachten is nu op de Nederlandse huisgezinnen, die een dergelijke koelkast bezitten om de ingevroren groente voor bederf te vrijwaren. Nu deze specialisatie nog niet geheel is doorgevoerd blijft de prijs tamelijk hoog te hoog voor het gewone volk doch h°t ziet er naar uit, dat binnen enkele jaren de prijzen zullen dalen tot het niveau van de busgroenten. Al dit jaar zal een aanzienlijke priisveria°ing merkbaar zijn van de z.g* „diepvries" omdat de verkoops- orijs van fruit en groente betrekke lijk laag is komen te liggen door de overvloed van de oogst. Verder wordt getracht de export te vergro ten, waardoor de prijs van de bin nenlandse omzet aanzienlijk lager kan komen. De omzet. In de afgelopen na-oorlogse jaren verwerkte elk der bedrijven c.a. 2400 ton diepvries, waarvan een groot deel werd geëxporteerd naar Zwitserland en Engeland, terwiil het er naar uitziet dat dit jaar 5000 ton groenten en fruit wordt ingevro ren. De werkwijze geschiedt als volgt. Als de producten de fabriek binnen komen gaat alles in de wasmachines die ze grondig reinigen. Uiteraard komt men 's zomers en in het najaar handen te kort om de gehele aan voer ineens te verwerken. Daarna slaat men een gedeelte van het fruit en de groente op in electrisch ge koelde magazijnen. Na de wasbeurt komen alleen de groenten in de z.g. automatische vlasschuur". Ze komen dan in een Dak met kokend water, waar door heen een spiraal loopt die ze er na korte of langere tijd weer uitwerkt. Deze behandeling is nodig om de bacteriën te doden en het is daarbij de kunst de juiste tijd en tempera tuur te bepalen om de juiste kleur van de groente te handhaven Voor asperges die een bijzondere verwer king vereisen, heeft men speciale kookpotten. Direct na deze enkele -econden „opkoken" komt het pro duct in de koelmachine. Eerst komen de producten op de paktafels waar aan de lopende band alles in kartonnen dozen wordt ge pakt en met cellophane omwikkeld. Op een speciale afdeling staan erw- tendop-machines, sorteerwerktuigen en blaasmolens (om vliesjes te ver wijderen) zevenmipper en pit-ma chines. Van de pakbanden komen de do zen in de vriescellen, een aantal grote koelkasten met ammoniak ge koeld waar de dozen a.h.w. op een voortschuivende bodem komen, die de producten aan de achterkant weer aflevert, na ze VA tot 3 uur de tijd gegund te hebben om op 49 gr. on der nul gebracht te worden. Daarna zijn de dozen gereed en worden verpakt, om naar de detail handel verzonden te worden, waar ze in containers van 18 gr. be waard moeten blijven. De toekomst. Wetenschappelijk is vastgesteld dat aldus bewerkte producten niets aan hun voedingswaarde verloren hebben en als de consumptie op de zelfde dag van de ontdooiing plaats heeft, geniet men er evenzeer van als kreeg men de zomergroenten zo direct op tafel. Men verwerkt de vruchten op twee manieren: zo rauw met steel tjes, pitten en schil o* geconfeit met suiker. Er zijn zelfs plannen om in de dozen hele menu's samen te stellen met vlees, groente, aardappelen, jus en zelfs een toetje en het geheel zo in te vriezen. De toekomst zien de beheerders van diepvriesbedrijven dan ook zon nig in. Dit is zo beweren zij de enige afdoende conserveerme thode die de mensheid tot dusver bedacht. Wanneer de Nederlandse huizen in de toekomst allen frigi daires zullen bezitten zal het leven voor hen heel erg gemakkelijk en coedkoop zijn, wanneer ze op elk uur van de dag de „zomer" op tafel kunnen brengen. AUTO Door A. HRUSCHKA (Nadruk verboden) 26) De krijsende antwoordde dat de zieke Wurmfeld heette en een eigen huis bewoonde. Mr Wendland moest een auto nemen, en stilhouden in dé Marzstrasse, waar deze de Rudolfs- höhe kruist, Daar zou hij, Sterneck, hem opwachten, om hem naar de zieke te brengen. Poldi besloot aldus: Méér weet ik niet. Op dat ogen blik kwam het mij zeer romantisch voor, en ik vermoedde e ensensatio- nele gebeurtenis: een stervende die een gepleegd onrecht wil herstellen, een nachtelijk testament, een reus achtig vermogen. Maar toen ik later in de courant de berichten over de moord jas, begreep ik, dat alles maar een verzinsel was geweest, om de arme advocaat in de valstrik te lok ken. Natuurlijk. Er was daar geen stervende en behandelende genees heer met name Sterneck, maar enkel de moordenaar die zijn slachtoffer opwachtte. Maar één ding begrijp ik niet goed; U hebt, juffrouw Po'di, een paar maal gesproken van de krij sende stem, die uit het koffiehuis de aansluiting vroeg. Jaeen afschuwelijke stem, hard, scherp en toch zonder klank zij folterde mijn oren. Nooit in mijn leven had ik zo'n akelige stem ge hoord. Hempel dacht aan dr Ulleman's op gewonden beschrijving van Anda- gola's ongeevenaarde melodieuze stem. Dat klopte niet met Poldi's bewering. Vergist u zich niet, wat die krijsende stem betreft? vroeg de de tective. U verwart ze rrisschi-n met een andere, vroeger of later gehoor de stem. Neen, neen! 't Was de stem van de persoon, die aansluiting met mr Wendland vroeg. Dat weet ik abso luut zeker. Misschien een defect aan de leiding of aan het toestel, die 't ge luid van stemmen kon veranderen- ten 3e, hadden tevoren en hebben later vele andere personen de cen trale opgebeld, en al die stemmen waren natuurlijk helder, duidelijk. Hempel wreef zich peinzend de kin. I Er bleef dus, dacht Ihij, slechts deze mogelijkheid over, dat Anda- gola met opzet zijn stem had ver anderd, of dat hij zich van een hel per bediende. In ieder geval wist Hempel nu, door welk middel Wend land naar de eenzame .Schmelz" was gelokt; en hij wist ook, dat de ongelukkige niet de tram, maar de auto had genomen. Ook het punt, I waar Wendland de auto verlaten, I en de moordenaar aangetroffen had, was nu bekend Deze bijzonderheden waren zeker niet van belang ont bloot. Nu moest men de chauffeur van I de door Wendland genomen auto j opsporen, en het beste middel daar- j toe was een oproep in de bladen. Die chauffeur zou wellicht een of 1 ander aangaande de ontmoeting van zijn k^nt, met de onbekende kunnen vertellen. Poldi had afscheid genomen. Juist wilde Hempel naar de celefoon gaan, om met verscheidene bladen te spre ken voor de oproep, die nog in de morgen-edities moest verschijnen, toen zich bij hem een man liet aan dienen, die beweerdde, door de politie naar de detective te zijn gestuurd. VEERTIENDE HOOFDSTUK Wie heeft u tot mij gezonden? vroeg Hempel, terwijl hij de jonge man, die een intelligent voorkomen had en een sportcostume droeg, vor send aankeek. Mr Ulleman zelf. Ik heb mij gemeld om een verklaring te doen, en na ze gehoord te hebben verzocht hij mij, u te gaan opzoeken en te herhalen wat ik weet. Ik ben n.l. de chauffeur, die in de late avond van 15 April hr Wendland naar de „Schmelz" heeft gebracht. Wel dat bespaart ons heel wat tijd en moeite. Ik wilde juist in de bladen een oproep zetten. Onnodig; ik ken mijn plicht en zou gisteren reeds naar de politie zijn gegaan, om te zeggen wat ik weet, maar ik had een verre reis aangenomen en ben e* st laat in de avond te Wenen aang '.omen. En wat weet u aangaande die zaak? Niets wat de moord zelf be treft, maar de man, die waarschijn lijk de misdaad gepleegd heeft, heb ik gezien en horen spreken. Neem plaats mijnheer Staufer, ik heet Conrad Stau- fer. Wees zo goed mijnheer Stau fer, my alles zo breedvoerig moge lijk te vertellen. Ik ben in dienst by de W een- se Taxi Maatschappij en reed op 15 April naar mijn gewone standplaats terug, toen op de Scottenring een bejaard heer mij aanriep, 't Was mr Wendland; ik herkende hem onmid dellijk, want hij had reeds eerder mijn auto genomen, en ik heb hem ook menigmaal bij processen als ver dediger zien optreden. Ik moest hem naar de „Schmelz" brengen. Hoe laat was het toen?^ Juist vijf minuten vóór tien. Hij had mij gezegd, dat ik moest stilhouden in de Hüteldorfstrasse, vóór de Rudolfshöhe op de Schmelz. Om half elf waren wij daar. Hij stap te uit en een heer, die blijkbaar reeds op hem gewacht had, kwam op hem toe. Kon u die heer duidelijk zien? Neen, duidelijk niet, want hij scheen te trachten, zoveel mogelijk uit het gezicht te blijven. Hij droeg een lange donkere overjas, waarvan de kraag was opgezet en een slappe vilten hoed met nog al brede rand, zodat er van zijn trekken heel wei nig was te zien. Bovendien plaatste hij zich zo, dat hij buiten de licht kring van de straatlantaarns bleef. Ik lette daar trouwens niet veel op. Er woei een sterke wind over de „Schmelz" en 't was een koude avond Het was dus niet te verwonderen, dat iemand zijn kraag opsloeg en zijn hoed diep over de ogen trok. Eerst later, toen ik berichten over de moord las, begon ik er anders over te denken. Spraken ze samen? Ja. De vreemde heer zei: „Dr Sterneck. Heb ik de eer, mr Wend land vóór mij te zien." „Ik dank u in naam van mijn patiënt. Mr Wendland wendde zich tot mij en zei: „Wees zo goed, hier op mij te wachten." Maar de heer, die zich als Dr Sterneck had voorgesteld, kwam tussenbeide: „Mag ik u een raad geven dokter, zend dan liever de taxi weg. 't Is nutteloos een be trekkelijk lange wachttijd te betalen en 't za] voor my een eer zijn. u met mijn eigen auto thuis te brengen I „Goed, als u zo vriendelijk wilt zijn". Mr Wendland richtte zich weer tot mij en betaalde. Ik reed weg. De twee heren dit zag ik nog sloegen een richting in, die dwars over de „Schmelz" en over het voormalig exercitieterrein leidt. Het verwonderde mij wel enigszins, dat mr Wendland een vreemde man zo argeloos volgde in die slecht befaamde buurt. Iedereen weet, dat allerlei lichtschuw ge- Had u de indruk, dat mr Wendland inderdaad zonder wan trouwen de onbekende volgde? i Ja, die indruk had ik Wel zonderling! En geef mij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 10