Het slot „TeylingerT had een
eigen hof-kapel
„Ons land is in staat van zonde"
De export en de export
vooruitzichten in detuinbouw
Diepvriesbedrijven draaien
©e ziCaeten
ZATERDAG 24 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 1
SASSEMSE DIEPDELVINGEN
|)E MIDDELEEUWSE KERK VAN SASSENHEIM WERD WAAR
SCHIJNLIJK VERWOEST, evenals die van de omliggende dorpen,
tijdens de belegeringen van Leiden en Haarlem. Want Franciscus van
Dusseldorp, een historicus uit de tijd van de 80-jarige oorlog zegt in zijn
Annales. dat de Geuzentroepen in Sassenheim een versterking maakten
om Haarlem, dat belegerd werd te hulp te komen over het Haarlem
mermeer, dat begon bij de Kaag. Het was in 1572 een strenge winter
en het meer geraakte bevroren, zodat men te voet en per slede veilig
kon oversteken. In dit krijgsrumoer ging de kerk grotendeels verloren
In 1588 drongen de Staten van HoJland er op aan dat het gebouw zou
hersteld worden; deze restauratie kwam tot stand in de jaren 1594 en
'95, zoals de jaartallen in de rosetten van het houten tongewelf en in
de toren van het huidige oude kerkje aangeven. Van het gebouw, dat er
nu staat, dateert het oudste gedeelte van de kerk, een overblijfsel van
het oude in tufsteen opgetrokken schip van de kerk, uit de 12de eeuw
terwijl het onderste stuk van de toren uit de 13de en de rest van de
15de of 16de eeuw dateert. Na de verwoesting in de Spaanse oorlog zijn
het schip en de toren opnieuw opgebouwd en verhoogd met baksteen
Als eerste predikant na de hervorming staat vermeld David Jacobsz
Reverset; hij kwam in 1592 en vertrok weer in 1599 naar Katwijk.
De kapel van de Kaag
Burgerlijk tot Voorhout, maar ker
kelijk tot Sassenheim behoort het slot
Teylingen. Daarom willen wij hier
een en ander uit de historie van dit
adellijk slot vertellen Met zekerheid
is niets te zeggen over de stichting
van Teylingen: misschien werd het
slot gesticht in de tweede helft van de
11de eeuw, ongeveer in dezelfde tijd
dat de burcht te Leiden werd ge
bouwd, en dan bedoeld als een sterk
te, een soort verschansing, die alleen
ten tijde van oorlog werd bewoond.
Eerst later wordt het de permanente
woning van de heren van Teylingen,
die hun wonirg gehad zuilen hebben
op het voorplein, dat ommuurd was
en waarbij een poort niet toren stond
In 1296 kwam het siot aan de Hol
landse graaf; het werd verbeurd ver
klaard uit de goederen van de heer
van Teilingen, omdat deze deel ge
nomen had aan de samenzwering van
Gerrit van Velsen tegen graaf Floris
V. Het werd jachthuis van de graven
van Holland, totdat de weduwe van
Albrecht van Voorne er mee beleend
werd, en daarna Simon van Bent-
heim, stammend uit een zijtak van
het Hollandse gravenhuis.
Dan gaat Simon
Deze Simon gaat zich dan Simon
van Teilingen noemen. Hij liet het
slot in de jaren 1337 en volgende ge
ducht restaureren. Na hem woonden
er op Teilingen kasteleins, die tevens
houtvester of baljuw van Rijnland
waren.
Intussen bleef het toch een grafe
lijke residentie en omstreeks het jaar
1400 werd er veel aan verbouwd. Ja-
coba van Beieren woonde er in haar
laatste levensjaren vrij regelmatig
en is er ook in 1436 overleden.
Tijdens het beleg van Haarlem en
Leiden werd het slot zwaar bescha
digd en een bouwval Het werd in
het begin van de 17da eeuw weer
hersteld, maar in 1675 brandde het
uit en sedert dien bleef het een
ruïne.
In de tijd, dat ons land Bataafse re
publiek heette, werd het verkocht
aan particulieren; kort daarna ver
dwenen het oude houtvestershuis en
de andere gebouwen van het voor
plein met de poort van de burcht.
Helaas werden later ook de bomen
en beplantingen gerooid, waarmee
veel van het romantische van de
oude bouwval verloren ging.
Sinds 1889 is deze eigendom van de
Staat, d.w.z. alleen de bouwval van
de ronde burcht; het was een ge
schenk van de toenmalige eigenaar
jhr. W. van Teylingen van Kamerik.
Natuurlijk was er
Natuurlijk had Teilingen vroeger
ook een slotkapel en we vinden een
kapelaan van Teilingen vermeld in
het register van de kerkelijke tiende
in 1275 tot 1280 geheven ten behoeve
van het Heilige Land; hij droeg ruim
vier schilden bij; de kapelaan van
Sassenheim heel wat meer, n.l. 20
Dat was in het tweede jaar van de
bijdragen; in het derde jaar betaal
de de slotkapeiaan voor het gehele
jaar 30 schilden. Verder is er over
deze kapel weinig bekend gebleven.
Ruwehanden?PUROL
Voor dat we van de Middeleeuwen
naar de nieuwere tijd overstappen,
moeten we nog even spi eken over de
kapel aan de Kaag, een bijkapel van
de middeleeuwse kerk van Sassen
heim. Tot deze kapel behoorde ook
de .Vrije en Lage Boekhorst, een heer
lijkheid van de heren van Boekhorst
die hun kasteel te Noordwijkerhout
hadden staan, de Hoge Boekhorst ge
heten. Er is een giftbrief van Phi
lips van Bourgondie van 1464, waar
in gesproken wordt over de leengoe
deren aan Jan van Boekhorst geko
men door het overlijden van zijn va
der Floris; daaronder wordt gespro
ken van „die Cagen, geheeten dc
Laagen Boeckhorst". Tot 1855, toen zij
bij Alkemade werd ingelijfd, was de
Vrije en Lage Boekhorst een zelf
standige gemeente met eigen schout
en schepenen.
Een Kaags sprookje.
Er is een sprookje, dat het dorpje
Kaag om de bedorvenheid van de
bewoners vroeger de bijnaam had
van het „Hellegat" Deze legende
dankt zijn ontstaan dat een deel van
het vroegere Haarlemmermeer het
hellegat heette, en wel dat gedeelte,
dat bij de Kaag lag, omdat het daar
zeer gevaarlijk kon zijn en er vele
schepen ten gronde gingen.
Wegens de scheepvaart, die langs
het dorpje trok, is het niet vreemd,
dat de bevolking gedeeltelijk van el
ders kwam. Dat bracht mee, dat al
lerlei vreemde elementen binnen
kwamen in de dagen van de hervor
ming en dat de Kaag al heel spoedig
geïnfiltreerd werd met hervormings
gezinde mensen; de kapel kwam in
handen van de protestanten. Men
zegt, dat in deze kapel de pastoor var.
Hoogmade op Zondag in de middag
voor de protestanten kwam pr.eken,
nadat hij 's morgens in zijn eigen
kerk voor de katholieken dienst had
gedaan. De bouwvallige kapel werd
in 1618 door een nieuw (protestant)
kerkje vervangen. Toen in het ramp
jaar de Franse troepen van Lodewijk
XIV tot in de Kaag waren doorge
drongen, heeft dit kerkje korte tijd
dienst gedaan voor de katholieken.
De volksmond wil, dat het kerkje in
het begin van de 18de eeuw weer aan
de protestanten werd afgestaan door
de katholieken, op voorstel van een
Bastiaan Suydgeest, die namens hen
sprak en op voorwaarde, dat de her
vormden op zich namen de Kager
a-men te helpen onderhouden. Voor
die tijd bezaten katholieken en her
vormden „gelijk regt op de kerk";
gpbruikten dus beide gemeenten
haar.
In 1873 werd een nieuwe hervorm
de kerk gebouwd.
Mgr. Ancel over de sociale nood
in Frankrijk
„Bij God is alles mogeliik en alles
vermag de mens die gelooft. Daar
om is het ook altijd mogelijk, om
een christelijk leven te leiden. Maar
de omstandigheden kunnen zo zijn,
dat er een heldhaftig geloof nodig
is om christen te blijven. Heroïsme
is altijd zeldzaam en een mens heeft
niet het recht, aan anderen heldhaf
tigheden op te leggen".
„In <3e 19e eeuw", aldus Mgr. An
cel, hulpbisschop van Lyon, „waren
de levensomstandigheden voor de
arbeiders hard. De excessen bij de
arbeid verdierlijkten hem en maak
ten het voor hem onmogelijk open
te staan voor het geestelijke. Thans
is er veel veranderd, maar er zijn
nog excessen; vooral bij het werk
aan de lopende band. Want het is
juist dit rhythme, dat uitputtend
werkt. Anderzijds is het huidig werk
vaak zo machinaal geworden, dat de
arbeiders er door afgestompt raken.
Deze uitwassen bij de arbeid en die
afstomping maken het christelijk le
ven zeer moeilijk, soms bijna onmo
gelijk".
Mgr. Ancel noemt dan nog twee
andere oorzaken: de grote materiële
nood en de immoraliteit. „Die twee
gaan samen. Reeds excessen bij de
arbeid brengeh immoraliteit mee.
Want afgestompt door het werk is
men geen meester meer over zich
zelf. Van de andere kant moet men
de materiële nood niet alleen zien-
in de verhouding van lonen en prij
zen. Ook een arbeider, die een goed
salaris heeft, maar die in een krot
woont, verkeert in nood. En mis
schien is de huidige woningnood
momenteel wel de grootste oorzaak
voor de immoraliteit. Voeg daar dan
nog bij, dat het fabrieksleven het
TEIJLINGEN IN WELSTAND.
Over het geheel genomen ziet de
heer N. A. Laarman, directeur van
de economische afdeling van het
centraal bureau van de Tuinbouw
veilingen, de export en vooruitzich
ten daarvan niet ongunstig. Hij hield
een rede tijdens de jaarvergadering
van de provinciale organisatie van
veilingen in Zuid-Holland, waarin
hij mededeelde, dat de totale ex
port van groenten over 1949 350.000
ton zal bedragen en voor fruit
210.000 ton, respectievelijk tot een
waarde van 100 millioen en 55 mil-
lioen gulden.
Dit betekent tegen het gemiddel
de van Je jaren 1935'39 een netto
stijging van 75.000 en 185.000 ton.
Van de totale Nederlandse uitvoer
heeft de tuinbouwsector volgens de
voorlopige berekening 10 procent
voor haar rekening genomen. In de
agrarische export neemt zij na de
sterk toegenomen zuivel-export de
tweede plaats in voor de hard terug
lopende export van akkerbouwpro
ducten.
Vooral de liberalisatie van de han
del met Duitsland heeft veel tot het
exportsucces van dit jaar bijgedra
gen. Dit was mede een steun voor
het binnenlandse prijspeiL De ex
port van appelen naar West-Duits-
land is in vergelijking tot voor de
oorlog verveertienvoudigd. Tot 1
September van het volgend jaar is
de uitvoer naar dit gebied verzekerd
indien zich geen bijzondere omstan
digheden voordoen. Van het uitge
trokken bedrag van 15 millioen dol
lar voor groenten is thans 2 millioen
gebruikt.
Voor het komende jaar acht de
heer Laarman de export-vooruit
zichten op Duitsland niet ongunstig
De thans gevoerde Europese libera-
lisatiepolitiek zal een sterkere con
currentie met zich brengen, doch
hieraan zal men het hoofd kunnen
bieden. Verwacht kan worden, dat
de Engelse markt iets ruimer zal
worden.
De handel met de Benelux-part
ners wordt nog steeds geremd door
het protocol van 9 Mei 1947 met zijn
hoge minimumprijzen. Indien dit
blijft bestaan is geen uitbreiding te
verwachten.
Frankrijk is nog steeds een vrij
wispelturig afzetgebied het is ech
ter niet onmogelijk, dat de liberali-
satiepolitiek op de duur tot verdere
uitbreiding en stabilisatie van de
handel met dit land zal kunnen lei
den.
De handel met de Scandinavische
landen en Finland was niet onbe
vredigend.
gezin heeft ontwricht. Al te vaak is
de vrouw verplicht in de fabriek te
gaan werken. Zo staat alles met
elkander in verband en wordt alles
meegezogen in een duivelse draai
kolk. Immoraliteit wordt door ma
teriële nood teweeggebracht en de
nood brengt weer immoraliteit mee.
Het christelijk leven wordt onmo
gelijk gemaakt door de immoraliteit
en zonder christelijk leven is het
onmogelijk om uit de nood te gera
ken".
Mgr. Ancel schrijft dan heel goed
te weten, dat er in Frankrijk velen
zijn, die een goede werkkring heb
ben en een normale behuizing. „Maar
ik spreek over die duizenden, die
dit alles missen. Duizenden en nog
eens duizenden. Men zegt van 2 tot
3 millioen! Maar waar ligt de fout?"
„Niet bij een of andere kapitalist,
maar bij het systeem zelf. Ik val
geen mensen aan. maar het kapita
lisme, zoals het thans in werkelijk
heid is. Men moet mij niet vragen
om een economisch systeem te be
wonderen, dat duizenden mensen in
Tsjecho-Slowakije en Ierland wa
ren geregelde afnemers. Indien in
het eerstgenoemde land politieke
moeilijkheden van invloed blijven
op de productie van industriële arti
kelen, die door ons in ruilovereen
komst worden afgenomen, dan moet
voor de tuinbouwexport ten aan
zien hiervan het ergste worden ge-
vTeesd
De handel met Oost-Duitsland,
Oostenrijk en Zwitserland was bin
nen het raam der afzetmogelijkhe
den niet onbevredigend.
Ten aanzien van de liberalisatie
van de Europese handel zeide de
heer Laarman tenslotte, dat Neder
land in de tuinbouwsector het hoofd
kan bieden aan komende concurren
tie, mits men blijft streven naar een
hoogwaardig kwaliteitsproduct, dat
met kop en schouders boven dat
van de concurrent uitsteekt
Het apparaat van het uitvoer-con-
trole bureau is in het kader van on
ze afzetvragen en -belangen niet
meer weg te denken, aldus de heer
Laarman. Daardoor kunnen wij bij
handelsbesprekingen met het bui
tenland waardevolle garanties bie
den. De tuinbouw moet dit bureau
in haar eigen belang steunen en de
veilingen moeten daarnaast alles in
het werk stellen om kwaliteit, sor
tering en verpakking van de pro
ducten omhoog te brengen. Door
ieders medewerking zal in de tuin
bouw van de toekomst een lonend
bestaan kunnen worden gevonden.
Aan die toekomst zal men in 1950
niet behoeven te wanhopen.
een zee van ellende en immoraliteit
stort, en dat een christelijk leven
onmogelijk maakt. De dode stof ver
laat de fabriek veredeld, maar de
mensen worden er bedorven en ver
laagd", zo schreef Paus Pius XI in
zijn Encycliek „Quadragesimo Anno".
„Maar wil ik dan een communis
tische revolutie?"
„De communistische revolutie zal
niets veranderen. Staatskapitalisme
is niet beter dan het kapitalisme van
de trusts".
„Ik zou willen, dat alle directeuren
van ondernemingen, ingenieurs, la
ger personeel en arbeiders zich aan
eensloten om een oplossing te zoe
ken, die menselijk en economisch
mogelijk is. Men kan een oplossing
vinden. Velen werken er aan. Ieder
een moet zich er aan geven. Want
ons land is in staat van zonde!"
HYPOTHEKEN
HFN. T00r a"e ftn(^ere zak®n
jvjr 1 op het gebied Tan on-
oerende goederen
ouw-on Makelaarsbedrijf
v.d* Drift
Ouda Vesi 29 Laidan
Telet. 20513
In de toekomst wordt „diepvries"
goedkoper
Deze maanden zijn voor de vijf
diepvries-bedrijven, die ons land
momenteel rijk is, het hoogseizoen,
waarin men handen en tijd te kort
komt om groente en fruit volgens de
vries-methode voor de winter te
conserveren. Met wagons tegelijk
komt dit onontbeerlijk voedsel aan
de fabrieken waar het in enkele uren
verwerkt moet worden, opdat het
niet bederft.
Amerikaans
Nog maar een paar jaar wordt deze
conserveermethode in Nederland
toegepast in navolgin? van Amerika.
Daar had men namelijk al lang uit
gedokterd dat deze wijze van con
serveren verreweg de beste methode
is. omdat bij het invriezen geen
voedingswaarde verloren gaat
wat bij inblikken en wecken wel het
geval is en dat zelfc de natuur
lijke kleur behouden blijft.
Daarnaast zijn er no<? vele andere
voordelen: het buitenland kan "nu
ook in de winter de graag verlangde
Nederlandse zomergroente betrek
ken, terwiil de tropen altijd „verse"
groenten kunnen ontvangen, waar
van geen calorie, geen vitamine ver
loren is gegaan.
Natuurlnk is het nog niet zo ver
en staat de diep-vries „bereiding"
in de kinderschoenen. Met scha en
-ehande is men de afgelopen jaren
wijzer geworden. Toch blijven de
verwerkers en leveranciers van diep
vriesproducten optimist, omdat de
eerste moeilijkheden werden over
wonnen en tussen de dieovriesbe-
öriiven onderling een nuttig accoord
werd bereikt.
Maar Nederland moet zich nog
aanoassen. Grossiers en winkeliers
hebben al containers (frigidaires)
aangeschaft en het wachten is nu op
de Nederlandse huisgezinnen, die
een dergelijke koelkast bezitten om
de ingevroren groente voor bederf
te vrijwaren. Nu deze specialisatie
nog niet geheel is doorgevoerd blijft
de prijs tamelijk hoog te hoog
voor het gewone volk doch h°t
ziet er naar uit, dat binnen enkele
jaren de prijzen zullen dalen tot het
niveau van de busgroenten.
Al dit jaar zal een aanzienlijke
priisveria°ing merkbaar zijn van de
z.g* „diepvries" omdat de verkoops-
orijs van fruit en groente betrekke
lijk laag is komen te liggen door
de overvloed van de oogst. Verder
wordt getracht de export te vergro
ten, waardoor de prijs van de bin
nenlandse omzet aanzienlijk lager
kan komen.
De omzet.
In de afgelopen na-oorlogse jaren
verwerkte elk der bedrijven c.a.
2400 ton diepvries, waarvan een
groot deel werd geëxporteerd naar
Zwitserland en Engeland, terwiil het
er naar uitziet dat dit jaar 5000 ton
groenten en fruit wordt ingevro
ren.
De werkwijze geschiedt als volgt.
Als de producten de fabriek binnen
komen gaat alles in de wasmachines
die ze grondig reinigen. Uiteraard
komt men 's zomers en in het najaar
handen te kort om de gehele aan
voer ineens te verwerken. Daarna
slaat men een gedeelte van het fruit
en de groente op in electrisch ge
koelde magazijnen.
Na de wasbeurt komen alleen de
groenten in de z.g. automatische
vlasschuur". Ze komen dan in een
Dak met kokend water, waar door
heen een spiraal loopt die ze er na
korte of langere tijd weer uitwerkt.
Deze behandeling is nodig om de
bacteriën te doden en het is daarbij
de kunst de juiste tijd en tempera
tuur te bepalen om de juiste kleur
van de groente te handhaven Voor
asperges die een bijzondere verwer
king vereisen, heeft men speciale
kookpotten. Direct na deze enkele
-econden „opkoken" komt het pro
duct in de koelmachine.
Eerst komen de producten op de
paktafels waar aan de lopende band
alles in kartonnen dozen wordt ge
pakt en met cellophane omwikkeld.
Op een speciale afdeling staan erw-
tendop-machines, sorteerwerktuigen
en blaasmolens (om vliesjes te ver
wijderen) zevenmipper en pit-ma
chines.
Van de pakbanden komen de do
zen in de vriescellen, een aantal
grote koelkasten met ammoniak ge
koeld waar de dozen a.h.w. op een
voortschuivende bodem komen, die
de producten aan de achterkant weer
aflevert, na ze VA tot 3 uur de tijd
gegund te hebben om op 49 gr. on
der nul gebracht te worden.
Daarna zijn de dozen gereed en
worden verpakt, om naar de detail
handel verzonden te worden, waar
ze in containers van 18 gr. be
waard moeten blijven.
De toekomst.
Wetenschappelijk is vastgesteld
dat aldus bewerkte producten niets
aan hun voedingswaarde verloren
hebben en als de consumptie op de
zelfde dag van de ontdooiing plaats
heeft, geniet men er evenzeer van
als kreeg men de zomergroenten zo
direct op tafel.
Men verwerkt de vruchten op
twee manieren: zo rauw met steel
tjes, pitten en schil o* geconfeit met
suiker.
Er zijn zelfs plannen om in de
dozen hele menu's samen te stellen
met vlees, groente, aardappelen, jus
en zelfs een toetje en het geheel zo
in te vriezen.
De toekomst zien de beheerders
van diepvriesbedrijven dan ook zon
nig in. Dit is zo beweren zij
de enige afdoende conserveerme
thode die de mensheid tot dusver
bedacht. Wanneer de Nederlandse
huizen in de toekomst allen frigi
daires zullen bezitten zal het leven
voor hen heel erg gemakkelijk en
coedkoop zijn, wanneer ze op elk
uur van de dag de „zomer" op tafel
kunnen brengen.
AUTO
Door A. HRUSCHKA
(Nadruk verboden)
26)
De krijsende antwoordde dat de
zieke Wurmfeld heette en een eigen
huis bewoonde. Mr Wendland moest
een auto nemen, en stilhouden in dé
Marzstrasse, waar deze de Rudolfs-
höhe kruist, Daar zou hij, Sterneck,
hem opwachten, om hem naar de
zieke te brengen.
Poldi besloot aldus:
Méér weet ik niet. Op dat ogen
blik kwam het mij zeer romantisch
voor, en ik vermoedde e ensensatio-
nele gebeurtenis: een stervende die
een gepleegd onrecht wil herstellen,
een nachtelijk testament, een reus
achtig vermogen. Maar toen ik later
in de courant de berichten over de
moord jas, begreep ik, dat alles maar
een verzinsel was geweest, om de
arme advocaat in de valstrik te lok
ken.
Natuurlijk. Er was daar geen
stervende en behandelende genees
heer met name Sterneck, maar enkel
de moordenaar die zijn slachtoffer
opwachtte. Maar één ding begrijp
ik niet goed; U hebt, juffrouw Po'di,
een paar maal gesproken van de krij
sende stem, die uit het koffiehuis de
aansluiting vroeg.
Jaeen afschuwelijke stem,
hard, scherp en toch zonder klank
zij folterde mijn oren. Nooit in mijn
leven had ik zo'n akelige stem ge
hoord.
Hempel dacht aan dr Ulleman's op
gewonden beschrijving van Anda-
gola's ongeevenaarde melodieuze
stem. Dat klopte niet met Poldi's
bewering.
Vergist u zich niet, wat die
krijsende stem betreft? vroeg de de
tective. U verwart ze rrisschi-n met
een andere, vroeger of later gehoor
de stem.
Neen, neen! 't Was de stem van
de persoon, die aansluiting met mr
Wendland vroeg. Dat weet ik abso
luut zeker.
Misschien een defect aan de
leiding of aan het toestel, die 't ge
luid van stemmen kon veranderen-
ten 3e, hadden tevoren en hebben
later vele andere personen de cen
trale opgebeld, en al die stemmen
waren natuurlijk helder, duidelijk.
Hempel wreef zich peinzend de
kin.
I Er bleef dus, dacht Ihij, slechts
deze mogelijkheid over, dat Anda-
gola met opzet zijn stem had ver
anderd, of dat hij zich van een hel
per bediende. In ieder geval wist
Hempel nu, door welk middel Wend
land naar de eenzame .Schmelz"
was gelokt; en hij wist ook, dat de
ongelukkige niet de tram, maar de
auto had genomen. Ook het punt,
I waar Wendland de auto verlaten,
I en de moordenaar aangetroffen had,
was nu bekend Deze bijzonderheden
waren zeker niet van belang ont
bloot.
Nu moest men de chauffeur van
I de door Wendland genomen auto
j opsporen, en het beste middel daar-
j toe was een oproep in de bladen.
Die chauffeur zou wellicht een of
1 ander aangaande de ontmoeting van
zijn k^nt, met de onbekende kunnen
vertellen.
Poldi had afscheid genomen. Juist
wilde Hempel naar de celefoon gaan,
om met verscheidene bladen te spre
ken voor de oproep, die nog in de
morgen-edities moest verschijnen,
toen zich bij hem een man liet aan
dienen, die beweerdde, door de politie
naar de detective te zijn gestuurd.
VEERTIENDE HOOFDSTUK
Wie heeft u tot mij gezonden?
vroeg Hempel, terwijl hij de jonge
man, die een intelligent voorkomen
had en een sportcostume droeg, vor
send aankeek.
Mr Ulleman zelf. Ik heb mij
gemeld om een verklaring te doen,
en na ze gehoord te hebben verzocht
hij mij, u te gaan opzoeken en te
herhalen wat ik weet. Ik ben n.l.
de chauffeur, die in de late avond
van 15 April hr Wendland naar de
„Schmelz" heeft gebracht.
Wel dat bespaart ons heel wat
tijd en moeite. Ik wilde juist in de
bladen een oproep zetten.
Onnodig; ik ken mijn plicht en
zou gisteren reeds naar de politie
zijn gegaan, om te zeggen wat ik
weet, maar ik had een verre reis
aangenomen en ben e* st laat in
de avond te Wenen aang '.omen.
En wat weet u aangaande die
zaak?
Niets wat de moord zelf be
treft, maar de man, die waarschijn
lijk de misdaad gepleegd heeft, heb
ik gezien en horen spreken.
Neem plaats mijnheer
Staufer, ik heet Conrad Stau-
fer.
Wees zo goed mijnheer Stau
fer, my alles zo breedvoerig moge
lijk te vertellen.
Ik ben in dienst by de W een-
se Taxi Maatschappij en reed op 15
April naar mijn gewone standplaats
terug, toen op de Scottenring een
bejaard heer mij aanriep, 't Was mr
Wendland; ik herkende hem onmid
dellijk, want hij had reeds eerder
mijn auto genomen, en ik heb hem
ook menigmaal bij processen als ver
dediger zien optreden. Ik moest hem
naar de „Schmelz" brengen.
Hoe laat was het toen?^
Juist vijf minuten vóór tien.
Hij had mij gezegd, dat ik moest
stilhouden in de Hüteldorfstrasse,
vóór de Rudolfshöhe op de Schmelz.
Om half elf waren wij daar. Hij stap
te uit en een heer, die blijkbaar
reeds op hem gewacht had, kwam op
hem toe.
Kon u die heer duidelijk zien?
Neen, duidelijk niet, want hij
scheen te trachten, zoveel mogelijk
uit het gezicht te blijven. Hij droeg
een lange donkere overjas, waarvan
de kraag was opgezet en een slappe
vilten hoed met nog al brede rand,
zodat er van zijn trekken heel wei
nig was te zien. Bovendien plaatste
hij zich zo, dat hij buiten de licht
kring van de straatlantaarns bleef.
Ik lette daar trouwens niet veel op.
Er woei een sterke wind over de
„Schmelz" en 't was een koude avond
Het was dus niet te verwonderen, dat
iemand zijn kraag opsloeg en zijn
hoed diep over de ogen trok. Eerst
later, toen ik berichten over de
moord las, begon ik er anders over
te denken.
Spraken ze samen?
Ja. De vreemde heer zei: „Dr
Sterneck. Heb ik de eer, mr Wend
land vóór mij te zien."
„Ik dank u in naam van mijn
patiënt.
Mr Wendland wendde zich tot mij
en zei: „Wees zo goed, hier op mij
te wachten." Maar de heer, die zich
als Dr Sterneck had voorgesteld,
kwam tussenbeide: „Mag ik u een
raad geven dokter, zend dan liever
de taxi weg. 't Is nutteloos een be
trekkelijk lange wachttijd te betalen
en 't za] voor my een eer zijn. u
met mijn eigen auto thuis te brengen
I „Goed, als u zo vriendelijk
wilt zijn". Mr Wendland richtte
zich weer tot mij en betaalde. Ik
reed weg. De twee heren dit zag
ik nog sloegen een richting in,
die dwars over de „Schmelz" en
over het voormalig exercitieterrein
leidt. Het verwonderde mij wel
enigszins, dat mr Wendland een
vreemde man zo argeloos volgde in
die slecht befaamde buurt. Iedereen
weet, dat allerlei lichtschuw ge-
Had u de indruk, dat mr
Wendland inderdaad zonder wan
trouwen de onbekende volgde?
i Ja, die indruk had ik
Wel zonderling! En geef mij