„Sletje," tnoxgen dandetd jawt
ONZE WEEK-P
-foatine d'CLic,-
ZATERDAG 17 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 4
Een beetje dool, maar nog volop „Bij de tijd"
In een aparte kamer van het Gereformeerde
Minnehuis van de Ned. Herv. Gemeente, in de
Kaarsenmakersstraat, zit Betje met d'r beste
spullen aan naar de radio te luisteren. Ze legt
haar oor tegen het toestel, want als je eenmaal
honderd jaar bent, wil het gehoor wel eens iets
te wensen over laten. Als de verslaggever bin
nenkomt, moet de radio uit. Betje wil immers
wel eens gezellig babbelen. Dat doet ze dan
ook zeer openhartig.
En de verslaggever, die enigszins aarzelend
het vertrek betrad, komt al spoedig tot de ont
dekking dat Betje, al is ze wat doof en al kan
ze niet meer zo goed zien, helemaal niet lijkt
op het zo vaak geschetste type van de murme
lende hondercjarige, die wartaal spreekt en
de indruk maakt een zielige stakkerd te zijn.
Want Betje is nog volop „bij de tijd", weet over
alles mee te praten en geeft blijk van een feno
menaal geheugen te bezitten, althans wat be
treft haar jeugdjaren.
Daarom is ons gesprek geen gebruikelijk
interview geworden, met cliché-vragen als:
„En hoe komt het dat je zo oud geworden
bent?". Het werd een gezellig babbeltje met
het eenvoudige vrouwtje, op wier gerimpeld
gezicht het stempel ligt van een eeuw, die zon
der al te grote schokken over haar leven is
heengegaan.
Wil men met Betje praten, spreek dan over
haar jonge jaren. Dan vertelt ze dat haar
meisjesnaam Solli is en haar voornaam Elisa
beth. Haar vader was bezemmaker en woonde
op de Beestenmarkt.
Honderduit kan ze vertellen over haar dienst
betrekking bij de familie Wassenaar aan de
Oude Singel. „Ik heb altijd in de huishouding
gediend", zegt ze trots, „en nooit in de fabriek.
Niet om op mezelf te pochen, maar ze hebben
een beste meid aan me gehad Ze konden op
me steunen. Niet dat ik met me liet sollen,
maar ik was nooit brutaal of astrant. Dat moe
ten de mevrouwen juist hebben. Toen ik ging
trouwen, is mevrouw gaan sukkelen met de
meiden. Want goede meiden vind je niet
overal"
Twee kinderen had de familie Wassenaar.
En Betje spreekt over hen alsof het haar eigen
bloed is. Waarschijnlijk omdat ze zelf nooit
kinderen gehad heeft, hebben deze twee jon
gens zo'n warm plekje in haar hart gekregen.
Alsof ze het voor zich ziet, vertelt Betje over
het huis aan de Oude Singel, over haar kleine
WED. E. VAN ROSSEN-SOLLI
kamertje, het gaslampje in de gang en de bo
terham, die ze 's avonds van mevrouw mee
naar huis kreeg. „Soms gaf ik ze thuis wel
eens een stukje van die boterham. Maar niet
altijd. Toen zei mevrouw dat als ze thuis las
tig waren, ik m'n boterham maar eerst bij
haar in de keuken moest opeten. Maar dat
heb ik toch nooit gedaan."
Hoofdstuk twee uit de geschiedenis van Betje
is haar eerste huwelijk met Van Wijngaarden.
Eerst woonden ze op de Binnenvestgracht bij
het Plantsoen, Maar niet zo lang- „Want de
vent naast ons klom telkens over de schutting
heen en daar moesten we niks van hebben."
Toen zijn ze gaan verhuizen.
Wanneer haar man gestorven is, weet Betje
niet meer zo precies. „Ik was toen ongeveer
vijftig, geloof ik." Ook de datum van haar
tweede huwelijk is haar ontgaan. Dat was met
een zekere van Hossen, die voor Betje een
stiefzoon meebracht. ..Leeft die stiefzoon nog?"
vragen we. „Ja, hij komt nog wel eens hier.
't Is een echte lieve jongen. Hij is niet zover
meer van de tachtig af".
„En ben je steeds gelukkig geweest, Betje?"
„Och mijnheer, we waren altijd eenvoudige
mensen. Opschik hadden we niet, maar we
mochten gezien worden. M'n eerste man was
een goeierd, echt een kind des Heren. Die twee
de man was weer anders. Daar kun je niks
aan doen. Als je maar leeft naar het woord des
Heren, komt het altijd wel goed". Ook de over
lijdensdatum van haar tweede man is Betje
ontgaan. Maar zeker is dat ze nu al ruim twin
tig jaar in het Minnehuis verblijft.
Hoe langer men met Betje praat, hoe ver
trouwelijker ze wordt. Dan vertelt ze over de
Pieterskerk, waarin haar huwelijken ingeze
gend werden, en over dominee Brouwer. „Dat
was pas een man van Gods woord", zegt ze.
„En als je van zo'n leraar houdt ga je graag
naar hem luisteren". Dat heeft Betje dan ook
trouw elke Zondag gedaan, meestal in de och
tend, om daarna gauw naar huis te gaan en
voor de koffie te zorgen. „Soms hadden we er
een koekje by, als het lijden kon. Maar dat
gebeurde niet veel".
„Wat zit 'er toch in die zak, Betje?", vraagt
de verslaggever, wijzend op een wit linnen zak,
die Betje om haar middel gebonden heeft en
angstvallig vasthoudt. „M'n zakdoek, mijn
heer", zegt ze. „En m'n portemonnai'tje- Maar
daar zit niks in hoor." Je hebt toch geen
geld meer nódig". „Jawel, om boodschappen
te doen". „Maar wat zou je dan gaan kopen,
Betje?" „Nou', zegt ze glimlachend, een
onsje babbelaars en een beetje sttiker". Betje
schijnt van zoetigheid te houden. En de moeder
van het huis voegt er aan toe, dat de verpleeg
sters beslist niet haar kopje koffie of thee
mogen vergeten!
Morgen (Zondag) wordt ze honderd jaar.
Maar de viering daarvan kan haar niet zoveel
schelen, ,,'t Schijnt dat ze er feest van gaan
maken", vertelt ze. Ik heb tenminste wat ge
hoord in de zaal" Dat wordt inderdaad gedaan.
Het hele huis viert mee. En de moeder heeft
Eetje al een glaasje avecaat" beloofd, want
dat lust ze ook nog wel.
Honderd jaar. Moet men zo'n mensje nog
toewensen: „En nog maar vele jaren", zoals
de geijkte term luidt? Och, dat kan men niet
menen. Betje is gezond, maar zo'n oud hartje
kan ineens stilstaan.
Men kan haar slechts toewensen, dat zy de
jaren, die God haar nog mocht geven, even
vitaal mag doorbrengen als ze thans nog is. En
dat doen we dan ook van harte!
Horizontaal: 1. knaagdier, 3. vrucht,
6 gewicht, 9, levenslucht, 11. fami
lielid, 13. ploegsnede, 14. inwendig
lichaamsdeel, 15. schoeisel, 17 stoere
vent, 19, telwoord, 22. vrucht,, 23.
voorschrift, 24. gindse, 25. wild zwijn,
27. bloem, 29. pijp, 30. uitslag op me
talen, 31. figuurraadsel, 33 krijgs
macht, 35. bezem, 38. telwoord, 39.
spijker, 40. aantekening, 41 stuurs,
42. steeds, 43. putemmertje.
Verticaal: 1. hoenderachtige vo
gel, 2. broeder van Kaïn, 4. tweetal,
5. insectenetend zoogdier, 7. bloem,
8. rugkorf, 10. lengtemaat, 11. koord
met nestel, 12. houten klepper, 13.
tegenstelling van laat, 16. lans, 17.
balk, 18. schoenvorm, 19. zwarte, 20.
keizer van Abessynië, 21. het vieren
van een heuglijk feit. 26. wijnglas,
27. stad in Drente, 28. vlaskam, 29.
dorp in Gelderland bij Tiel, 32.
heeft een fornuis, 33. bereide die
renhuid, 34. venster, 35. haat, 36.
damp, 37. hemellichaam.
Oplossingen worden tot en met
Henk van der Vet
exposeert schilderijen
in de N.W.B.
De heer Vervoort had het voor
recht Donderdagavond een groot
aantal mensen welkom" te heten. De
ruimte was overvol. Na zijn korte
inleiding gaf hij het woord aan mr.
B. Streng. Deze verklaarde zich te
verheugen, dat hij het openings
woord uit mocht spreken, ten eerste
omdat het hem persoonlijk welge
vallig was hier te Leiden daarmee
zijn eerste stap op dit gebied te
doen, ten tweede, omdat hij hier
kon medewerken aan een zaak, die
tot ons aller belang behoort. Spre
ker herinnerde aan een woord van
de heer Van Wensen, burgemeester
van Eibergen, die verklaarde: Maat
schappij en kunstenaar hebben el
kaar nodig. En gelukkig is er thans
in de wederzijdse verhouding een
groeiproces. Er is niet meer een
koude oorlog. Er is toenadering en
de kunstenaar, die zich zo lang op
sloot in zijn ivoren toren," voelt zich
deel van de gemeenschap.
We begrijpen thans, dat ook de
kunst een deel is van het nationale
vermogen. Ieder moet er aan kun
nen deelnemen, er van kunnen ge
nieten. En de overheid begint te ge
voelen, dat zij in dat opzicht mede
verantwoordelijk is. De kunst, die
hier is tentoongesteld kan ons ver
der brengen. Spreker vroeg zich af:
Wat was de bedoeling van de schil
der Van der Vet? Hij leeft zich uit
in kleur en lijn en doet dit met gro
te vryheid. Het is nodig, dat de be
schouwer zich daarvoor onbevangen
openstelt. De Gruyter zegt: abstract
werk als dit, moet men veel zien,
om daardoor, af te kunnen zien van
de kunst, die het voorwerp tot me
dium nodig heeft. Men wil het be
leven van het absolute, zonder al
lerlei associaties met de werkelijk
heid. Deze kunst wil voor alles een
voudig zijn en menselijk aanspreken.
Met de hoop, dat er veel belangstel
ling voor zal zijn, opende spreker
deze tentoonstelling.
Het zaaltje is opgeluisterd met
smaakvolle arrangementen van tak
ken met de kleurige besvruchten
van de herfst. De firma Kriest ver
staat de kunst, dit materiaal in
fraaie composities samen te voegen.
Ten overvloede zijn deze composities
geplaatst in schalen, tafelstukken en
vazen uit het atelier van mevr. A.
Grefe Walck en J. F. van Duhné.
Dit alles is zuiver kunst-ambachte
lijk werk, evenals enkele kandelaars,
een zilveren vaasje e.d. Het is nobel
van vorm en uitvoering, werk van
kunstzinnige vakbekwaamheid, dat
de levende hand van de vervaardig-
sters verraadt.
Abstracte kunst.
Henk van der Vet behoort tot de
schilders, die zich op de beoefening
van de z.g. abstracte kunst toeleg
gen. Hij doet met volle bewustheid
afstand van de objecten der werke
lijkheid. Toch is ook hier de reali
teit de diepste achtergrond van het
werk.
Ik denk aan No. 6. .De eerste in
druk is: een bloem-stilleven. In
werkelijkheid is het niet anders dan
een fleurige en kleurige compositie
van enkel kleuren, waaraan echter
de herinnering aan een bloem-stil
leven t®n grondslag ligt.
Zo denkt men bij No. 13 aan de
herinnering van een aquarium, doch
ook niet meer dan een herinnering.
Een werk van fantasie, waarbij de
schilder geen erfkel ogenblik een
werkelijk aquarium voor zich heeft
gehad. Of mijn interpretatie juist is,
weet ik niet, maar wel weet ik, dat
Se heer van der Vet een man is, die
midden in het leven van onze tijd
Itaat. En dat resulteert in zijn werk.
We herinneren ons de noodlottige
10 Mei 1940. Het was ons alsof we
allemaal een geweldige klap tegen
het hoofd kregen. Het duizelde ons,
we zagen de slavernij, de chaos in
ons rustige, vredige leven. Maar
weldra ontdekten we op de achter
grond de troostende belofte van het
licht. En kijk nu eens naar de num
mers 4, 8, 10, 12, 14. Nauwelijks door
beelden aan de realiteit ontleend,
enkel door een spel van lijnen, soms
de woeste lijnen en balken die aan
kapot geschoten gebouwen doen
denken, en door kleuren suggereert
Van der Vet ons zijn eigen leed van
onze tijd. Maar op de achtergrond
gloort steeds het licht.
Ik zal hier niet veel meer aan
toevoegen. Deze kunst moet men in
derdaad veel zien, omdat zij ons
ouderen nu eenmaal nog niet ligt.
Men moet ze eerlijk op zich in laten
werken. Er zijn hier slechts herin
neringen aan objecten vertolkt, in
nerlijke belevenissen. En nu weten
we allemaal, hoe moeilijk het soms
is, zich in te denken in de innerlijke
belevenissen van een willekeurig
mens, dus zeer zeker in die van een
kunstenaar. Laat ons evenwel eer
lijk pogen, om door te dringen in
wat de kunstenaar bedoelt en dit
spel van lijn en kleur objectief op
ons laten inwerken. -Misschien zul
len wij dan beter begrijpen, dat van
der Vet en andere z.g. abstracte kun
stenaars juist kinderen zijn van deze
tijd, die getuigen van de verwarrin
gen, de verbijsteringen, het dikwijls
uitzichtloze. Maar achter de duister
nis is altijd het licht der bevrijding.
SWIERSTRA.
LEIDSE UNIVERSITEIT.
Geslaagd voor het economisch doc
toraal examen Indologie: de heren H.
W. te Winkel te Groningen; F. E.
Meyer te Oegstgeest en H. L. M. Bos
te Rotterdam; voor het doctoraal
examen Nederlands-Indisch recht: de
heren A. J. Hilgen te Den Haag; P.
C van Baren te Zevenhoven en F.
Bernet te Den Haag; voor' het doc
toraal examen Nederlands recht:
mej. A. A. Zaman te Amsterdam;
voor het doctoraal examen Genees
kunde: mej. J. Hoogewooning te Den
Haag en de heren J. A. C. de Koek
van Leeuwen te Leiden; F. C. Kui
pers te Haarlem en H. C. Moolen-
burgh te Santpoort; voor het artsexa
men le gedeelte: de heer F. C. Stam
te Leiden; voor het artsexamen 2e
gedeelte: de heren H. A. M. Gunne-
weg te Voorburg; S. W. Hagens te
Paramaribo (Suriname); J. E. Ho A.
Sjoe te NicKene (Suriname) en H.
F. de Nooy te Leiden; voor het apo
thekers-examen: mej. A. Romer te
Rotterdam en de heren P. E. Kamp
te Den Haag en O. A. Singelenberg
te Wassenaar,
GOUDEN DOCTORAAT.
Donderdag 22 December a.s. zal
het vijftig jaar geleden zijn dat aan
de Leidse Universiteit promoveerde
tot doctor in de Rechtswetenschap de
heer mr. B. C. van den Steenhoven,
geboren te Dordrecht en wonend te
's-Gravenhage.
Gebruik geen overbodig geluid
signaal,
Minder vaart, of het wordt
fataal!
-MAAGD VAN ORLEANS-
Jeanne d'Arc aan de spits van het Franse leger.
Film vol ontroering in het Lido-Theater
Maandenlang is de film „Jeanne
d'Arc" reeds aangekondigd en nu is
zij in het Lido-theater verschenen,
waar zij ongetwijfeld wekenlang
volle zalen zal trekken.
Want de film „Jeanne d'Arc", on
der regie van Victor Fleming door
Walter Wanger gebracht met in de
hoofdrpl de bekende Zwèedse ac
trice Ingrid Bergman, verdient zulks
ten volle.
Men heeft zich met het brengen
van de film van Jeanne d'Arc, wier
geschiedenis zo van bijzondere be
tekenis is geweest, èn voor Frank
rijk en Engeland èn voor de Kerk,
voor 'n grote opgave gesteld, doch
wij menen, dat men er in geslaagd,
is een eerlijke poging te doen om
zo waarheidsgetrouw mogelijk het
leven weer te geven van het een
voudig boerenmeisje Jeanne d'Arc,
dat met Gods hulp Frankrijk be
vrijdde van de Engelse overweldi
gers. Maar daarmede raakte men te
vens aan het leven van een door
God uitverkorene, die ondanks haar
jeugdige leeftijd en haar kort leven
een geschiedenis van eeuwen maak
te, het leven ook van een uitver
korene Gods, die door een uit poli
tieke tegenstanders samengestelde
„Kerkelijke rechtbank" het recht
van beroep op de Paus werd gewei
gerd, terwijl de Kerk haar later in
de rijen der heiligen opnam.
Men kan verschillen van mening
over de vraag, of men hier te doen
heeft met een cinematografisch
meesterwerk van de eerste rang en
of deze film de concurrentie met an
dere grootheden op filmgebied zal
kunnen doorstaan, feit is, dat het
een boeiende, vaak ontroerende film
is geworden, die bovendien door de
verfijnde technicolor een schouwspel
van bijzondere kwaliteiten is gewor
den.
Het is een film, waarin grote te
genstellingen even kunstzinnig als
raak zijn getypeerd. We noemen bv.
de verschijning van het eenvoudig
boerenmeisje in de lichtzinnige hof
houding van de Dauphin, die de
naam van Koning niet waard was
op het ogenblik, dat zij hem moest
zoeken tussen zijn hofhouding. Daar
het scherpe contrast tussen de fijn
besnaarde Maagd van Orleans en de
listige, sluwe tegenstanders. Wat al
contrasten zijn hier op scherpzin
nige wijze vastgelegd!
Een aandachtige critische beschou
wing moge hier en daar al eens op
fouten het licht doen schijnen
men vergete niet, dat de verfilming
van zulk een massaal werk de regie
voor schier onoverkomelijke moei
lijkheden plaatste. Zo beschouwd
moeten we toch zeggen, dat men er
in geslaagd is een filmwerk te ma
ken, dat ver uitsteekt boven tal van
andere, bovenal omdat alle onnodi
ge sensatie is vermeden, terwijl men
toch door de sfeer, waarin alles is
vervat, met belangstelling en zelfs
Jeanne d'Arc na haar
gevangenneming.
de nodige stichting het verloop van
deze grootse geschiedenis zal volgen.
We achten de geschiedenis van
Jeanne d'Arc voldoende bekend om
daarover hier uit te weiden. We ge
loven, dat zeer velen dit boeiende
filmwerk met aandacht en voldoe
ning zullen volgen.
pe K.F.C. keurde deze film voor
14 jaar.
Het
kleurliugenvraagstiik
Een boeiende iilm over
een ernstig probleem
Het kleurlingenvraagstuk is een
ernstig probleem, dat ook hier te
lande de aandacht heeft.. Wij hebben
er hier niet op dezelfde wijze mee
te maken als in Amerika, of in
Zuid-Afrika of in Australië; bij ons
ligt de toestand heel anders en heeft
het probleem ook niet die scherpe
vormen aangenomen, welke men el
ders aantreft. Wij zijn van nature
niet geneigd om kleurlingen te ver
achten, alleen omdat zij een donker
der huid hebben en het weren van
kleurlingen nuit restaurants, clubs
e.d. zoals in Amerika het geval is,
stuit ons zelfs tegen de borst. Daarom
is een pleidooi voor een beter be
grip van de „colored man", de
kleurling (Home of the brave) dat
doet, niet aangepast aan onze op
vattingen van het vraagstuk, maar
toch kan het geen kwaad ons te
spiegelen aan anderen, omdat een
zeker gevoel van superioriteit ons
ook wel eens parten speelt, en daar
om bevelen wij deze film in de aan
dacht van onze lezers aan. De ma
kers van de film zijn er zeer goed
in geslaagd om dit pleidooi een vorm
te geven, die boeiend en spannend is.
De „nigger" die het middelpunt
van het verhaal uitmaakt, is de Ame
rikaanse soldaat Peter Moss; hij ligt
verlamd in een hospitaal en is zijn
geheugen kwijt. Tijdens een gevaar
lijke expeditie op een gedeeltelijk
door de Japanners bezet eiland (het
verhaal speelt zich af in de laatste
wereldoorlog) heeft hij een shock
gekregen en een psychiater is bezig
om te trachten hem weer in orde te
krijgen. Daartoe laat hij hem het
gebeurde nog eens opnieuw beleven
en de toeschouwer beleeft het met
hem mee. De landing op het strand
van het Stille Zuidzee-eiland, de ex
peditie in de jungle, de aanvallen
van de Japanse scherpschutters, de
dood van zijn beste vriend Finch en
de hatelijke opmerkingen over het
feit, dat hij een 'zwarte is. Eén voor
één licht de psychiater de sluiers
van haat en minderwaardigheidsge
voel op. die Moss' verleden verduis
teren. Hij tracht hem duidelijk te
maken, dat hij niet anders is dan
anderen en dat hij zich niet behoeft
te schamen over zijn donkere huid.
Zo geeft de dokter hem het zelfver
trouwen weer en daarmee de kracht
om te lopen. En tevens leert hij ons,
niet laag neer te zien op mensen van
ander ras en andere huidskleur en
hen niet te vernederen in hun eigen
ogen. Wie meent superireur te zijn
aan een ander, tone deze superiori
teit in een grotere voorkomendheid,
een beter begrip en verheffe zich
boven de rassenwaan. Dat is de les
van deze boeiende film. welke deze
week in Casino draait. Toegankelijk
voor personen boven de 18 jaar.
Luxor draait deze week de film
„Straat der verleiding", die in ons
land nogal de aandacht heeft ge
trokken. Dit zal overigens geen ver
wondering wekken, wanneer men
bedenkt, dat hier de bekende regis
seur Fritz Lang aan het werk is ge
weest. Hij heeft op dikwijls zeer
knappe wijze een levensepisode ver
filmd van een kassiertje, dat en-
OUHNtlltf
Woensdag 21 December a.s. op ons
bureau verwacht. Op de enveloppe
vermelden „Puzzle". Voor de goede
inzenders worden beschikbaar ge
steld: een sigaren-aansteker, een por-
temonnaie en een boek.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. kerel, 5. komma, 9.
arena, 10. reëel, 11, ram, 12. toe, 13.
tel, 14. lever, 16. loper, 18, tante, 20.
koker, 23. ketel, 26, regel, 27. ees,
29. dut, 30. rug, 31. Eelde, 32. egade,
33 kraan, 34. Niger.
Verticaal: 1. Karei, 2. Erato, 3.
rem, 4. later, 5. kreet, 6. met, 7,
meest, 8. allee, 13 leger, 15. ratel, 17.
pak, 19. not, 20. kreek, 21. oneer,
22 reden, 23. keten, 24. etude, 25. la
ger, 28. sla, 30. rag.
Het aantal inzendingen was deze
week wel minder dan we gewend
zijn. Wellicht heeft de grote Sinter-
klaas-puzzle van twee weken gele
den daar nog schuld aan. Onder hen,
die wel een oplossing inzonden en
het goed gedaan hebben, werden
de volgende prijzen als volgt toege
kend:
le prijs, een sigaren-aansteker: Jan
van der Lans, Kerklaan 15, Sassen-
heim.
2e prijs, een portemonnaie: Aad
Stadt, Lombokstraat 68, Leiden.
3e prijs: een boek: wed. van Steyn
de Groot, Zuidbuurtseweg 63, Zoe-
terwoude.
kele uren nadat hij van zijn baas
een gouden horloge heeft ontvangen
voor langdurige trouwe dienst in
de netten verstrikt raakt van twee
personen, die we gemakshalve „een
vrouw en een man van de vlakte"
kunnen noemen. De kassier wordt
een dief en een moordenaar. Op het
eerste gezicht lijkt dit volkomen
onwaarschijnlijk, omdat de man bij
zijn baas altijd bijzonder oppassend
is geweest en zich in zijn vrije tijd
bezighield met schilderen of in de
keuken een slaaf was van zijn
vrouw. De film tracht aan te tonen,
hoe zo'n ommekeer mogelijk is door
een beeld te geven van een toeval
lige ontmoeting, waaraan een hele
serie gevolgen zijn verbonden.
Hoewel de filn? zeer knappe en
boeiende passages heeft, laat zij
toch een indruk achter, die niet
helemaal bevredigt. Op de eerste
plaats is het bijna ongelofelijk, hoe
een mens er zó in kan lopen. Er
zijn voorts enkele toevalligheden,
die een beetje erg gezocht zijn o.a.
het plotseling opduiken van 'n over
leden gewaande echtgenoot. De
vrouw van de kassier is een helle
veeg, welke men met succes in een
derde-rangs toneelstukje zou kun
nen zetten. Als zij geraffineerder
was getekend, zou de film beklem
mender geworden zijn.
Niettegenstaande deze tekortko
mingen is „Straat der verleiding"
een product, dat zeer zeker boven
het middelmatige uitsteekt.
Boven 18 jaar.
Trianon. Men moet zich bij het
optreden van een zang-fenomeen in
een film steeds weer afvragen of de
rolprent met zijn optreden geslaagd
mag heten, louter en alleen omdat
hij zingt en dat natuurlijk op bui
tengewone wijze doet. Wil men deze
vraag ontkennend beantwoorden,
dan mag „Moederlied" niet geslaagd
heten. De film is' louter en alleen
gebaseerd op de zang van de eer
tijds zo beroemde Italiaanse zanger
Ben j amino Gigli en werd gemaakt
op een verhaal zonder pretentie, dat
slechts in zoverre spanning oproept
omdat het sentimentele gevoelens
raakt. En diep raakt! Een jonge
vrouw, met een kind uit haar „on
bezonnen jeugdperiode" huwt zeer
gelukkig met een beroemde zanger,
die vader van het kind meent te
zijn. De ware vader is echter een
zanger, die nog steeds verliefd is
op de vrouw en haar ontmoet als
beiden optreden in een grootse ope
ra. Vrouwelijke jalouzie is hiervan
het gevolg en deze ontlaadt zich
in een moord, waarvoor de moeder
onschuldig gevangen wordt gezet.
Maar eindelijk, als de vader in de
gevangeniskerk een liefdadigheids
concert zingt, komt alles goed en
wordt het gezin herenigt. Dit zingt
de vader, Benjamino Gigli, uit in
een van vreugde overstelpte jubel
zang, als laatste van zijn vele voor
treffelijke zangnummers in deze
film, die meer het horen dan het
zien waard is. Het gegeven maakt
voorbehoud tot 14 jaar noodzakelijk.
Rex heeft deze week een spannen
de en avontuurlijke film, getiteld
„Mensenjacht"; een spionnagefilm
met Alan Lado en Geraldine Fitz
gerald in de hoofdrollen. 14 jaar.