„Sletje," tnoxgen dandetd jawt ONZE WEEK-P -foatine d'CLic,- ZATERDAG 17 DECEMBER 1949 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 4 Een beetje dool, maar nog volop „Bij de tijd" In een aparte kamer van het Gereformeerde Minnehuis van de Ned. Herv. Gemeente, in de Kaarsenmakersstraat, zit Betje met d'r beste spullen aan naar de radio te luisteren. Ze legt haar oor tegen het toestel, want als je eenmaal honderd jaar bent, wil het gehoor wel eens iets te wensen over laten. Als de verslaggever bin nenkomt, moet de radio uit. Betje wil immers wel eens gezellig babbelen. Dat doet ze dan ook zeer openhartig. En de verslaggever, die enigszins aarzelend het vertrek betrad, komt al spoedig tot de ont dekking dat Betje, al is ze wat doof en al kan ze niet meer zo goed zien, helemaal niet lijkt op het zo vaak geschetste type van de murme lende hondercjarige, die wartaal spreekt en de indruk maakt een zielige stakkerd te zijn. Want Betje is nog volop „bij de tijd", weet over alles mee te praten en geeft blijk van een feno menaal geheugen te bezitten, althans wat be treft haar jeugdjaren. Daarom is ons gesprek geen gebruikelijk interview geworden, met cliché-vragen als: „En hoe komt het dat je zo oud geworden bent?". Het werd een gezellig babbeltje met het eenvoudige vrouwtje, op wier gerimpeld gezicht het stempel ligt van een eeuw, die zon der al te grote schokken over haar leven is heengegaan. Wil men met Betje praten, spreek dan over haar jonge jaren. Dan vertelt ze dat haar meisjesnaam Solli is en haar voornaam Elisa beth. Haar vader was bezemmaker en woonde op de Beestenmarkt. Honderduit kan ze vertellen over haar dienst betrekking bij de familie Wassenaar aan de Oude Singel. „Ik heb altijd in de huishouding gediend", zegt ze trots, „en nooit in de fabriek. Niet om op mezelf te pochen, maar ze hebben een beste meid aan me gehad Ze konden op me steunen. Niet dat ik met me liet sollen, maar ik was nooit brutaal of astrant. Dat moe ten de mevrouwen juist hebben. Toen ik ging trouwen, is mevrouw gaan sukkelen met de meiden. Want goede meiden vind je niet overal" Twee kinderen had de familie Wassenaar. En Betje spreekt over hen alsof het haar eigen bloed is. Waarschijnlijk omdat ze zelf nooit kinderen gehad heeft, hebben deze twee jon gens zo'n warm plekje in haar hart gekregen. Alsof ze het voor zich ziet, vertelt Betje over het huis aan de Oude Singel, over haar kleine WED. E. VAN ROSSEN-SOLLI kamertje, het gaslampje in de gang en de bo terham, die ze 's avonds van mevrouw mee naar huis kreeg. „Soms gaf ik ze thuis wel eens een stukje van die boterham. Maar niet altijd. Toen zei mevrouw dat als ze thuis las tig waren, ik m'n boterham maar eerst bij haar in de keuken moest opeten. Maar dat heb ik toch nooit gedaan." Hoofdstuk twee uit de geschiedenis van Betje is haar eerste huwelijk met Van Wijngaarden. Eerst woonden ze op de Binnenvestgracht bij het Plantsoen, Maar niet zo lang- „Want de vent naast ons klom telkens over de schutting heen en daar moesten we niks van hebben." Toen zijn ze gaan verhuizen. Wanneer haar man gestorven is, weet Betje niet meer zo precies. „Ik was toen ongeveer vijftig, geloof ik." Ook de datum van haar tweede huwelijk is haar ontgaan. Dat was met een zekere van Hossen, die voor Betje een stiefzoon meebracht. ..Leeft die stiefzoon nog?" vragen we. „Ja, hij komt nog wel eens hier. 't Is een echte lieve jongen. Hij is niet zover meer van de tachtig af". „En ben je steeds gelukkig geweest, Betje?" „Och mijnheer, we waren altijd eenvoudige mensen. Opschik hadden we niet, maar we mochten gezien worden. M'n eerste man was een goeierd, echt een kind des Heren. Die twee de man was weer anders. Daar kun je niks aan doen. Als je maar leeft naar het woord des Heren, komt het altijd wel goed". Ook de over lijdensdatum van haar tweede man is Betje ontgaan. Maar zeker is dat ze nu al ruim twin tig jaar in het Minnehuis verblijft. Hoe langer men met Betje praat, hoe ver trouwelijker ze wordt. Dan vertelt ze over de Pieterskerk, waarin haar huwelijken ingeze gend werden, en over dominee Brouwer. „Dat was pas een man van Gods woord", zegt ze. „En als je van zo'n leraar houdt ga je graag naar hem luisteren". Dat heeft Betje dan ook trouw elke Zondag gedaan, meestal in de och tend, om daarna gauw naar huis te gaan en voor de koffie te zorgen. „Soms hadden we er een koekje by, als het lijden kon. Maar dat gebeurde niet veel". „Wat zit 'er toch in die zak, Betje?", vraagt de verslaggever, wijzend op een wit linnen zak, die Betje om haar middel gebonden heeft en angstvallig vasthoudt. „M'n zakdoek, mijn heer", zegt ze. „En m'n portemonnai'tje- Maar daar zit niks in hoor." Je hebt toch geen geld meer nódig". „Jawel, om boodschappen te doen". „Maar wat zou je dan gaan kopen, Betje?" „Nou', zegt ze glimlachend, een onsje babbelaars en een beetje sttiker". Betje schijnt van zoetigheid te houden. En de moeder van het huis voegt er aan toe, dat de verpleeg sters beslist niet haar kopje koffie of thee mogen vergeten! Morgen (Zondag) wordt ze honderd jaar. Maar de viering daarvan kan haar niet zoveel schelen, ,,'t Schijnt dat ze er feest van gaan maken", vertelt ze. Ik heb tenminste wat ge hoord in de zaal" Dat wordt inderdaad gedaan. Het hele huis viert mee. En de moeder heeft Eetje al een glaasje avecaat" beloofd, want dat lust ze ook nog wel. Honderd jaar. Moet men zo'n mensje nog toewensen: „En nog maar vele jaren", zoals de geijkte term luidt? Och, dat kan men niet menen. Betje is gezond, maar zo'n oud hartje kan ineens stilstaan. Men kan haar slechts toewensen, dat zy de jaren, die God haar nog mocht geven, even vitaal mag doorbrengen als ze thans nog is. En dat doen we dan ook van harte! Horizontaal: 1. knaagdier, 3. vrucht, 6 gewicht, 9, levenslucht, 11. fami lielid, 13. ploegsnede, 14. inwendig lichaamsdeel, 15. schoeisel, 17 stoere vent, 19, telwoord, 22. vrucht,, 23. voorschrift, 24. gindse, 25. wild zwijn, 27. bloem, 29. pijp, 30. uitslag op me talen, 31. figuurraadsel, 33 krijgs macht, 35. bezem, 38. telwoord, 39. spijker, 40. aantekening, 41 stuurs, 42. steeds, 43. putemmertje. Verticaal: 1. hoenderachtige vo gel, 2. broeder van Kaïn, 4. tweetal, 5. insectenetend zoogdier, 7. bloem, 8. rugkorf, 10. lengtemaat, 11. koord met nestel, 12. houten klepper, 13. tegenstelling van laat, 16. lans, 17. balk, 18. schoenvorm, 19. zwarte, 20. keizer van Abessynië, 21. het vieren van een heuglijk feit. 26. wijnglas, 27. stad in Drente, 28. vlaskam, 29. dorp in Gelderland bij Tiel, 32. heeft een fornuis, 33. bereide die renhuid, 34. venster, 35. haat, 36. damp, 37. hemellichaam. Oplossingen worden tot en met Henk van der Vet exposeert schilderijen in de N.W.B. De heer Vervoort had het voor recht Donderdagavond een groot aantal mensen welkom" te heten. De ruimte was overvol. Na zijn korte inleiding gaf hij het woord aan mr. B. Streng. Deze verklaarde zich te verheugen, dat hij het openings woord uit mocht spreken, ten eerste omdat het hem persoonlijk welge vallig was hier te Leiden daarmee zijn eerste stap op dit gebied te doen, ten tweede, omdat hij hier kon medewerken aan een zaak, die tot ons aller belang behoort. Spre ker herinnerde aan een woord van de heer Van Wensen, burgemeester van Eibergen, die verklaarde: Maat schappij en kunstenaar hebben el kaar nodig. En gelukkig is er thans in de wederzijdse verhouding een groeiproces. Er is niet meer een koude oorlog. Er is toenadering en de kunstenaar, die zich zo lang op sloot in zijn ivoren toren," voelt zich deel van de gemeenschap. We begrijpen thans, dat ook de kunst een deel is van het nationale vermogen. Ieder moet er aan kun nen deelnemen, er van kunnen ge nieten. En de overheid begint te ge voelen, dat zij in dat opzicht mede verantwoordelijk is. De kunst, die hier is tentoongesteld kan ons ver der brengen. Spreker vroeg zich af: Wat was de bedoeling van de schil der Van der Vet? Hij leeft zich uit in kleur en lijn en doet dit met gro te vryheid. Het is nodig, dat de be schouwer zich daarvoor onbevangen openstelt. De Gruyter zegt: abstract werk als dit, moet men veel zien, om daardoor, af te kunnen zien van de kunst, die het voorwerp tot me dium nodig heeft. Men wil het be leven van het absolute, zonder al lerlei associaties met de werkelijk heid. Deze kunst wil voor alles een voudig zijn en menselijk aanspreken. Met de hoop, dat er veel belangstel ling voor zal zijn, opende spreker deze tentoonstelling. Het zaaltje is opgeluisterd met smaakvolle arrangementen van tak ken met de kleurige besvruchten van de herfst. De firma Kriest ver staat de kunst, dit materiaal in fraaie composities samen te voegen. Ten overvloede zijn deze composities geplaatst in schalen, tafelstukken en vazen uit het atelier van mevr. A. Grefe Walck en J. F. van Duhné. Dit alles is zuiver kunst-ambachte lijk werk, evenals enkele kandelaars, een zilveren vaasje e.d. Het is nobel van vorm en uitvoering, werk van kunstzinnige vakbekwaamheid, dat de levende hand van de vervaardig- sters verraadt. Abstracte kunst. Henk van der Vet behoort tot de schilders, die zich op de beoefening van de z.g. abstracte kunst toeleg gen. Hij doet met volle bewustheid afstand van de objecten der werke lijkheid. Toch is ook hier de reali teit de diepste achtergrond van het werk. Ik denk aan No. 6. .De eerste in druk is: een bloem-stilleven. In werkelijkheid is het niet anders dan een fleurige en kleurige compositie van enkel kleuren, waaraan echter de herinnering aan een bloem-stil leven t®n grondslag ligt. Zo denkt men bij No. 13 aan de herinnering van een aquarium, doch ook niet meer dan een herinnering. Een werk van fantasie, waarbij de schilder geen erfkel ogenblik een werkelijk aquarium voor zich heeft gehad. Of mijn interpretatie juist is, weet ik niet, maar wel weet ik, dat Se heer van der Vet een man is, die midden in het leven van onze tijd Itaat. En dat resulteert in zijn werk. We herinneren ons de noodlottige 10 Mei 1940. Het was ons alsof we allemaal een geweldige klap tegen het hoofd kregen. Het duizelde ons, we zagen de slavernij, de chaos in ons rustige, vredige leven. Maar weldra ontdekten we op de achter grond de troostende belofte van het licht. En kijk nu eens naar de num mers 4, 8, 10, 12, 14. Nauwelijks door beelden aan de realiteit ontleend, enkel door een spel van lijnen, soms de woeste lijnen en balken die aan kapot geschoten gebouwen doen denken, en door kleuren suggereert Van der Vet ons zijn eigen leed van onze tijd. Maar op de achtergrond gloort steeds het licht. Ik zal hier niet veel meer aan toevoegen. Deze kunst moet men in derdaad veel zien, omdat zij ons ouderen nu eenmaal nog niet ligt. Men moet ze eerlijk op zich in laten werken. Er zijn hier slechts herin neringen aan objecten vertolkt, in nerlijke belevenissen. En nu weten we allemaal, hoe moeilijk het soms is, zich in te denken in de innerlijke belevenissen van een willekeurig mens, dus zeer zeker in die van een kunstenaar. Laat ons evenwel eer lijk pogen, om door te dringen in wat de kunstenaar bedoelt en dit spel van lijn en kleur objectief op ons laten inwerken. -Misschien zul len wij dan beter begrijpen, dat van der Vet en andere z.g. abstracte kun stenaars juist kinderen zijn van deze tijd, die getuigen van de verwarrin gen, de verbijsteringen, het dikwijls uitzichtloze. Maar achter de duister nis is altijd het licht der bevrijding. SWIERSTRA. LEIDSE UNIVERSITEIT. Geslaagd voor het economisch doc toraal examen Indologie: de heren H. W. te Winkel te Groningen; F. E. Meyer te Oegstgeest en H. L. M. Bos te Rotterdam; voor het doctoraal examen Nederlands-Indisch recht: de heren A. J. Hilgen te Den Haag; P. C van Baren te Zevenhoven en F. Bernet te Den Haag; voor' het doc toraal examen Nederlands recht: mej. A. A. Zaman te Amsterdam; voor het doctoraal examen Genees kunde: mej. J. Hoogewooning te Den Haag en de heren J. A. C. de Koek van Leeuwen te Leiden; F. C. Kui pers te Haarlem en H. C. Moolen- burgh te Santpoort; voor het artsexa men le gedeelte: de heer F. C. Stam te Leiden; voor het artsexamen 2e gedeelte: de heren H. A. M. Gunne- weg te Voorburg; S. W. Hagens te Paramaribo (Suriname); J. E. Ho A. Sjoe te NicKene (Suriname) en H. F. de Nooy te Leiden; voor het apo thekers-examen: mej. A. Romer te Rotterdam en de heren P. E. Kamp te Den Haag en O. A. Singelenberg te Wassenaar, GOUDEN DOCTORAAT. Donderdag 22 December a.s. zal het vijftig jaar geleden zijn dat aan de Leidse Universiteit promoveerde tot doctor in de Rechtswetenschap de heer mr. B. C. van den Steenhoven, geboren te Dordrecht en wonend te 's-Gravenhage. Gebruik geen overbodig geluid signaal, Minder vaart, of het wordt fataal! -MAAGD VAN ORLEANS- Jeanne d'Arc aan de spits van het Franse leger. Film vol ontroering in het Lido-Theater Maandenlang is de film „Jeanne d'Arc" reeds aangekondigd en nu is zij in het Lido-theater verschenen, waar zij ongetwijfeld wekenlang volle zalen zal trekken. Want de film „Jeanne d'Arc", on der regie van Victor Fleming door Walter Wanger gebracht met in de hoofdrpl de bekende Zwèedse ac trice Ingrid Bergman, verdient zulks ten volle. Men heeft zich met het brengen van de film van Jeanne d'Arc, wier geschiedenis zo van bijzondere be tekenis is geweest, èn voor Frank rijk en Engeland èn voor de Kerk, voor 'n grote opgave gesteld, doch wij menen, dat men er in geslaagd, is een eerlijke poging te doen om zo waarheidsgetrouw mogelijk het leven weer te geven van het een voudig boerenmeisje Jeanne d'Arc, dat met Gods hulp Frankrijk be vrijdde van de Engelse overweldi gers. Maar daarmede raakte men te vens aan het leven van een door God uitverkorene, die ondanks haar jeugdige leeftijd en haar kort leven een geschiedenis van eeuwen maak te, het leven ook van een uitver korene Gods, die door een uit poli tieke tegenstanders samengestelde „Kerkelijke rechtbank" het recht van beroep op de Paus werd gewei gerd, terwijl de Kerk haar later in de rijen der heiligen opnam. Men kan verschillen van mening over de vraag, of men hier te doen heeft met een cinematografisch meesterwerk van de eerste rang en of deze film de concurrentie met an dere grootheden op filmgebied zal kunnen doorstaan, feit is, dat het een boeiende, vaak ontroerende film is geworden, die bovendien door de verfijnde technicolor een schouwspel van bijzondere kwaliteiten is gewor den. Het is een film, waarin grote te genstellingen even kunstzinnig als raak zijn getypeerd. We noemen bv. de verschijning van het eenvoudig boerenmeisje in de lichtzinnige hof houding van de Dauphin, die de naam van Koning niet waard was op het ogenblik, dat zij hem moest zoeken tussen zijn hofhouding. Daar het scherpe contrast tussen de fijn besnaarde Maagd van Orleans en de listige, sluwe tegenstanders. Wat al contrasten zijn hier op scherpzin nige wijze vastgelegd! Een aandachtige critische beschou wing moge hier en daar al eens op fouten het licht doen schijnen men vergete niet, dat de verfilming van zulk een massaal werk de regie voor schier onoverkomelijke moei lijkheden plaatste. Zo beschouwd moeten we toch zeggen, dat men er in geslaagd is een filmwerk te ma ken, dat ver uitsteekt boven tal van andere, bovenal omdat alle onnodi ge sensatie is vermeden, terwijl men toch door de sfeer, waarin alles is vervat, met belangstelling en zelfs Jeanne d'Arc na haar gevangenneming. de nodige stichting het verloop van deze grootse geschiedenis zal volgen. We achten de geschiedenis van Jeanne d'Arc voldoende bekend om daarover hier uit te weiden. We ge loven, dat zeer velen dit boeiende filmwerk met aandacht en voldoe ning zullen volgen. pe K.F.C. keurde deze film voor 14 jaar. Het kleurliugenvraagstiik Een boeiende iilm over een ernstig probleem Het kleurlingenvraagstuk is een ernstig probleem, dat ook hier te lande de aandacht heeft.. Wij hebben er hier niet op dezelfde wijze mee te maken als in Amerika, of in Zuid-Afrika of in Australië; bij ons ligt de toestand heel anders en heeft het probleem ook niet die scherpe vormen aangenomen, welke men el ders aantreft. Wij zijn van nature niet geneigd om kleurlingen te ver achten, alleen omdat zij een donker der huid hebben en het weren van kleurlingen nuit restaurants, clubs e.d. zoals in Amerika het geval is, stuit ons zelfs tegen de borst. Daarom is een pleidooi voor een beter be grip van de „colored man", de kleurling (Home of the brave) dat doet, niet aangepast aan onze op vattingen van het vraagstuk, maar toch kan het geen kwaad ons te spiegelen aan anderen, omdat een zeker gevoel van superioriteit ons ook wel eens parten speelt, en daar om bevelen wij deze film in de aan dacht van onze lezers aan. De ma kers van de film zijn er zeer goed in geslaagd om dit pleidooi een vorm te geven, die boeiend en spannend is. De „nigger" die het middelpunt van het verhaal uitmaakt, is de Ame rikaanse soldaat Peter Moss; hij ligt verlamd in een hospitaal en is zijn geheugen kwijt. Tijdens een gevaar lijke expeditie op een gedeeltelijk door de Japanners bezet eiland (het verhaal speelt zich af in de laatste wereldoorlog) heeft hij een shock gekregen en een psychiater is bezig om te trachten hem weer in orde te krijgen. Daartoe laat hij hem het gebeurde nog eens opnieuw beleven en de toeschouwer beleeft het met hem mee. De landing op het strand van het Stille Zuidzee-eiland, de ex peditie in de jungle, de aanvallen van de Japanse scherpschutters, de dood van zijn beste vriend Finch en de hatelijke opmerkingen over het feit, dat hij een 'zwarte is. Eén voor één licht de psychiater de sluiers van haat en minderwaardigheidsge voel op. die Moss' verleden verduis teren. Hij tracht hem duidelijk te maken, dat hij niet anders is dan anderen en dat hij zich niet behoeft te schamen over zijn donkere huid. Zo geeft de dokter hem het zelfver trouwen weer en daarmee de kracht om te lopen. En tevens leert hij ons, niet laag neer te zien op mensen van ander ras en andere huidskleur en hen niet te vernederen in hun eigen ogen. Wie meent superireur te zijn aan een ander, tone deze superiori teit in een grotere voorkomendheid, een beter begrip en verheffe zich boven de rassenwaan. Dat is de les van deze boeiende film. welke deze week in Casino draait. Toegankelijk voor personen boven de 18 jaar. Luxor draait deze week de film „Straat der verleiding", die in ons land nogal de aandacht heeft ge trokken. Dit zal overigens geen ver wondering wekken, wanneer men bedenkt, dat hier de bekende regis seur Fritz Lang aan het werk is ge weest. Hij heeft op dikwijls zeer knappe wijze een levensepisode ver filmd van een kassiertje, dat en- OUHNtlltf Woensdag 21 December a.s. op ons bureau verwacht. Op de enveloppe vermelden „Puzzle". Voor de goede inzenders worden beschikbaar ge steld: een sigaren-aansteker, een por- temonnaie en een boek. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. kerel, 5. komma, 9. arena, 10. reëel, 11, ram, 12. toe, 13. tel, 14. lever, 16. loper, 18, tante, 20. koker, 23. ketel, 26, regel, 27. ees, 29. dut, 30. rug, 31. Eelde, 32. egade, 33 kraan, 34. Niger. Verticaal: 1. Karei, 2. Erato, 3. rem, 4. later, 5. kreet, 6. met, 7, meest, 8. allee, 13 leger, 15. ratel, 17. pak, 19. not, 20. kreek, 21. oneer, 22 reden, 23. keten, 24. etude, 25. la ger, 28. sla, 30. rag. Het aantal inzendingen was deze week wel minder dan we gewend zijn. Wellicht heeft de grote Sinter- klaas-puzzle van twee weken gele den daar nog schuld aan. Onder hen, die wel een oplossing inzonden en het goed gedaan hebben, werden de volgende prijzen als volgt toege kend: le prijs, een sigaren-aansteker: Jan van der Lans, Kerklaan 15, Sassen- heim. 2e prijs, een portemonnaie: Aad Stadt, Lombokstraat 68, Leiden. 3e prijs: een boek: wed. van Steyn de Groot, Zuidbuurtseweg 63, Zoe- terwoude. kele uren nadat hij van zijn baas een gouden horloge heeft ontvangen voor langdurige trouwe dienst in de netten verstrikt raakt van twee personen, die we gemakshalve „een vrouw en een man van de vlakte" kunnen noemen. De kassier wordt een dief en een moordenaar. Op het eerste gezicht lijkt dit volkomen onwaarschijnlijk, omdat de man bij zijn baas altijd bijzonder oppassend is geweest en zich in zijn vrije tijd bezighield met schilderen of in de keuken een slaaf was van zijn vrouw. De film tracht aan te tonen, hoe zo'n ommekeer mogelijk is door een beeld te geven van een toeval lige ontmoeting, waaraan een hele serie gevolgen zijn verbonden. Hoewel de filn? zeer knappe en boeiende passages heeft, laat zij toch een indruk achter, die niet helemaal bevredigt. Op de eerste plaats is het bijna ongelofelijk, hoe een mens er zó in kan lopen. Er zijn voorts enkele toevalligheden, die een beetje erg gezocht zijn o.a. het plotseling opduiken van 'n over leden gewaande echtgenoot. De vrouw van de kassier is een helle veeg, welke men met succes in een derde-rangs toneelstukje zou kun nen zetten. Als zij geraffineerder was getekend, zou de film beklem mender geworden zijn. Niettegenstaande deze tekortko mingen is „Straat der verleiding" een product, dat zeer zeker boven het middelmatige uitsteekt. Boven 18 jaar. Trianon. Men moet zich bij het optreden van een zang-fenomeen in een film steeds weer afvragen of de rolprent met zijn optreden geslaagd mag heten, louter en alleen omdat hij zingt en dat natuurlijk op bui tengewone wijze doet. Wil men deze vraag ontkennend beantwoorden, dan mag „Moederlied" niet geslaagd heten. De film is' louter en alleen gebaseerd op de zang van de eer tijds zo beroemde Italiaanse zanger Ben j amino Gigli en werd gemaakt op een verhaal zonder pretentie, dat slechts in zoverre spanning oproept omdat het sentimentele gevoelens raakt. En diep raakt! Een jonge vrouw, met een kind uit haar „on bezonnen jeugdperiode" huwt zeer gelukkig met een beroemde zanger, die vader van het kind meent te zijn. De ware vader is echter een zanger, die nog steeds verliefd is op de vrouw en haar ontmoet als beiden optreden in een grootse ope ra. Vrouwelijke jalouzie is hiervan het gevolg en deze ontlaadt zich in een moord, waarvoor de moeder onschuldig gevangen wordt gezet. Maar eindelijk, als de vader in de gevangeniskerk een liefdadigheids concert zingt, komt alles goed en wordt het gezin herenigt. Dit zingt de vader, Benjamino Gigli, uit in een van vreugde overstelpte jubel zang, als laatste van zijn vele voor treffelijke zangnummers in deze film, die meer het horen dan het zien waard is. Het gegeven maakt voorbehoud tot 14 jaar noodzakelijk. Rex heeft deze week een spannen de en avontuurlijke film, getiteld „Mensenjacht"; een spionnagefilm met Alan Lado en Geraldine Fitz gerald in de hoofdrollen. 14 jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 8