\1889\ Het 60-jarig bestaan \1949\
van de Kon. Ned. Voetbalbond
Een telewidteCCende
juêiÉeum-iueddtKifd
B
Een kleurloze Oranje-wedstrijd
tegen technisch betere Denen
Die 0
moet weg!
MAANDAG 12 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA I
IJ ALLE CADEAUTJES EN GOEDE WENSEN, die de K.N.V.B. in de
laatste dagen bij gelegenheid van zijn 60-jarig bestaan zi^jn aangebo
den, was de jubileumwedstrijd tot besluit van dit feest een' bittere pil,
die nog lang een wrange nasmaak zal opleveren, want het Oranje elftal
bracht ditmaal niet een overwinning tot geschenk, doch een nederlaag,
die en dit was nog veel erger dan de 10 nederlaag op 6 November
tegen de Belgennog dik verdiend w as ook. Zelfs mogen we zeggen, dat
het aan het stug verdedigen en speciaal aan doelman Kraak te danken
is, dat het bij deze 10 nederlaag is gebleven.
DE DENEN SCOREN HUN WIN
NENDE DOELPUNT Zoals de
bezoekers vanaf de ere-tribune het
doelpunt zagen maken. V.l.n.r. van
Steenbergen, van Schijndel; tussen
deze beiden Holm; vervolgens'
Lyngsaa, die het doelpunt maakte
Terlouw, die een teleurstellend ge
baar maakt, de Vroet; Kraak en van
der Sluis.
Deense collega's bereikten.
Met inspanning van alles werd een
slotoffensief geforceerd, dat door zijn
verbetenheid nog even gevaarlijk
werd voor Nielsen. Een kopbal van
Roosenburg en een schot van Schaap
vlogen voor het doel langs, een rush
van Timmermans strandde op Peter
sen. Het vuur ontbrak echter bij al
deze pogingen. De grote sensatie,
wellicht de grootste van de ontmoe
ting, kwam in de laatste seconde, toen
een pass van Van Schijndel Lenstra
de gelegenheid gaf ongehinderd op
bet Deense doel af te stormen. Al
leen voor Nielsen gekomen schoot
Abe, hard en laag. De bal vloog te
gen het witte bord achter het doel
en duizenden sprongen juichend op.
Het leek er ook veel op, dat de ge
lijkmaker was geboren, maar de bal
was naast het doel gevlogen en op
hetzelfde moment floot arbiter Ha-
mus, die ons niet erg heeft kunnen
bekoren, voor de laatste maal. Weer
was de nul vor Nederland op het
scoringsbord blijven staan.
KRAAK WAS WEER BEST
Hier zien we onze doelverdediger
een fraaie redding verrichten ohder
het toeziend oog van Everse.
Een punt van overeenkomst:
twee uitstekende doelverdedigers!
En daarmede komen we al- weer
onmiddellijk weer tot de grote oor
zaak van het falen op deze middag:
de Nederlandse voorhoede. Het mo
ge dan al waar zijn, dat er in mid
denlinie en verdediging soms raar
geschutterd werd en dat het dik-
maals maar al te veel „Kick and
rush" leek, de grote fout lag toch
weer in de voorhoede, die ten enen
male onvoldoende was, die een veel
te peuterig spel speelde, bovendien
weer vele kansen miste en somtijds
zo hopeloos liep te knoieen, dat de
Deense verdediging in het begin
toch heus niet zo bijster op dreef
maar altijd opnieuw kon ingrijpen.
En dat de Oranje-verdediging
daardoor maar al te zeer overladen
werd en dikwijls in het nauw ge
dreven zich altijd niet even safe
gevoelde, wie kan zulks niet begrij
pen.
't Is daarom, dat we thans meer
dan ooit zouden willen uitschreeu
wen: Ned. voorhoedespelers, di nul
moet weg! Te lang reeds is de on
macht van de Oranje-voorhoede ge
bleken, het wordt hoog tijd hierin
verandering te brengen wil Neder
land zijn faam op internationaal ge
bied, welke danig aan het tanen is,
weer heroveren.
DE WEDSTRIJD.
Nederland begon tegen zon in deze
jubueumwedstrijd en het eerste wat
de 65000 toeschouwers të zien kre
gen waren een drietal hoopgevende
Nederlandse aanvallen, fris van op
zet, en fraai voorbereid dpor Len
stra, die actief en enthousiast was
begonnen. Twee vlijmscherpe passes
van zijn voet lanceerden de Oranje
voorhoede, de derde aanval werd
door de Fries zelf voltooid; het harde
schot kwam echter in het zijnet. En
kele minüten later vloog een schot
van Lenstra langs de goede kant van
de paal, maar de scheidsrechter had
reeds voor buitenspel gefloten en zo
kon Abe de traditionele schouder
klopjes en handdrukken van zijn me
despelers niet in ontvangst nemen.
„Uitstel van executie", dacht men en
inderdaad, de tegenstand van de De
nen was in de eerste minuten vrij
zwak geweest, zodat enig optimisme
gerechtvaardigd leek. Het zou echter
geheel anders uitkomen, en dat het,
na deze aardige ouverture voorbarig
was om hoog gespannen verwachtin
gen omtrent de einduitslag te heb
ben, bleek al heel spoedig. Reeds na
tien minuten kreeg Kraak handenvol
werk met verrassende schoten van
beide Deense binnenspelers Rou Jen
sen en Bennike. Langzamerhand
maakten de Scandinaviërs zich los
uit de greep, waarin zij aanvanke
lijk even beklemd waren geweest.
Keer op keer moest de Nederland
se doelman handelend optreden
kregen Terlouw en van der Sluis ge
legenheid hun capaciteiten te tonen.
De Nederlandse aanvallen bleven
echter voorlopig nog gevaarlijk ge
noeg en eenmaal telden we reeds
een. doelpunt, toen Roosenburg ge-
leel allen was doorgebroken. De
•lidvoor talmde echter te lang, zodat
Nielsen nog juist op tijd kon ingrij
pen. Maar, de Nederlandse aanvallen
werden steeds minder talrijk en,
naarmate ook de verdediging der De
nen er beter, in kwam, ook minder
gevaarlijk. Een te zachte kopbal van
Timmermans en een goed bedoeld
maar verkeerd terecht komend
hakje" van Roosenburg bleven
voorlopig de enige pogingen van de
Oranje-aanval.
Het tweede kwartier werd ingeluid
met een soloren van Roosenburg.
Nog eenvoudiger leek ons de kans
dan bij de eerste doorbraak. De mid-
voor uit Sneek vuurde nu op tijd
zijn schuiver af, maar dê> bal sprong
af op de voet van de toeglijdende
Nielsen. Dadelijk namen de Denen
het initiatief over en eigenlijk heb
ben zij dit gedurende het verdere
verloop van de eerste helft niet meer
afgestaan. Aanval op aanval, afwis
selend via de linker- en rechtervleu
gel opgezet, werd nu op het doel van
Kraak ondernomen. Hierbij werd de
Deense voorhoede uitnemend ge
steund dooi de zeer goede kanthalves
Pilmark en aanvoerder Ornvold. De
aanvalslinie, bestaande uit twee
zeer snelle en technisch uitstekende
vleugelspelers, twee hard en gemak
kelijk schietende binnenspelers en
een weliswaar niet grootse, maar
toch goed spel-verdelende midvoor,
bezorgde de Nederlandse defensie
schrik op schrik. Het trio Everse-
Terlouw-van der Sluis werd telkens
volkomen uit elkaar gespeeld. Ter
louw en Van der Sluis wisten zich
vaak snel en afdoende te herstellen,
maar Everse kon op dit levendige
aanvalsspel geen vat krijgen, hij ver
waarloosde de dekking soms schro
melijk, zodat het grootste gevaar van
Lyndsaa kwam. Gelukkig was Kraak
onder de lat in goede vorm waar
door groter onheil steeds kon wor
den voorkomen, zij het dan ook ten
koste van maar liefst vier hoek
schoppen.
Hoe beter het bij de Denen ging,
hoe onsamenhangender speelde het
Nederlandse elftal. Het plaatsen was
onvoldoende, de dekking in de ach
terhoede was zoek, en bovendien
bleek de techniek op het vrij gladde
veld vaak op zijn zachtst gezegd:
matig.
Pas enkele minuten voor rust kwam
er weer wat meer leven in de Neder
landse vorhoede, maar slechts schie
ten en voortdurend mislukken van
switches, in het bijzonder op de ADO-
vleugel ClavanTimmermans, ver
hinderden elk succes en met blanke
stand kwam de rust.
DE TWEEDE HELFT.
Even leek het er, na de hervatting,
naar, dat de thee de onzen goed had
gedaan. Enkele snelle combiniaties
werden opgebouwd en uit een hier
van schoot Lenstra, na een gestrekte
ren langs de lijn, in volle vaart in het
zijnet. Het switchen tussen Lenstra,
Roosenburg en Timmermans verliep
nu plotseling beter en soepeler.
Maar, ineens was het afgelopen. Op-
nieuw werd ons elftal teruggedron
gen en binnen korte tijd waren de
Denen weer de baas. Beide backs en
de stopperspil Hansen opereerden op
de hoogte van de middenlijn en de
rest van het elftal was in de aan
val. De Nederlandse defensie kwam
onder grote druk te staan en zij
bleek hiertegen niet bestand te zijn.
Er werd soms stevig geknoeid, geen
moment was de dekking voldoende.
Denemarken neemt de leiding.
Het Deense doelpunt, dat na elf
minuten ter wereld kwam, was dan
ook rechtstreeks een gevolg van een
dekkingsfout. Bij een aanval over t^e
rechtervleugel waren zowel Ter
louw als Everse naar links gelokt,
waar zij Van der Sluis trachtten bij
te staan om de Denen een halt toe
te roepen. Zo ontstond aan de ande
re kant een grote gaping, waar de
linksbuiten Lyngsaa stond te trappe
len van ongeduld. Lang behoefde
Lyngsaa niet te wachten, hoewel hij
met enig geluk de bal kreeg toege
speeld. Een bal van Möller, kenne
lijk bedoeld als voorzet, schampte af
op een of ander been en carambo
leerde precies in de ruimte vóór de
reeds gestarte Lyngsaa. In een korte
rush trok hij schuin op Kraak af,
de Nederlandse doelman liep een
paar passen uit, maar de Deen
wachtte er niet op en hard knalde hij
met de buitenkant van zijn linker
voet de bal in de korte hoek (01).
Even reageerde de Oranjeploeg
fel op deze tegenslag. Abe lenstra
probeerde het met schoten van de
vleugel, Schaap trachtte het doel
ook al met verre schoten te treffen,
maar het was alles nutteloos. Geen
schot leverde gevaar op voor Niel
sen. De meeste ballen vlogen ver
naast of over het doel, de andere
werden rustig door de Deense doel
man verwerkt. Roosenburg, ijverig en
bewegelijk als altijd, bleek bij zijn
individuele pogingen niet over de
nodige dash en techniek te beschik
ken. En tenslotte kon: en ook Clavan
en Timmermans er niet door komen
en met schieten waren de Hagenaars
al heel ongelukkig. Na 25 minuten
moest de scheidsrechter het spel
even onderbreken doordat Everse
een knieblessure had opgelopen.
Dank zij een van te voren gemaakte
afspraak, kon hij door *de SVV-'er
Steenbergen worden vervangen.
Men was overeengekomen, dat ge
durende de gehele wedstrijd de doel
verdedigers plus één veldspeler van
elke partij in geval van verwon
ding mochten worden vervangen.
Een regeling, welke geheel van de
internationale gewoonte afwijkt, doch
die voor deze, ter gelegenheid van
het K.N.V.B -jubileum gespeelde
wedstrijd, was getroffen.
Het begon er langzamerhand don
ker voor het Nederlandse elftal uit te
zien. Er was nu een hemelsbreed
verschil t«ssen de Deense en de Ne
derlandse aanvallen. Er zat geen en
kel gevaar in de pogingen van de
Oranje-voorhoede. Het was alles te
simpel, te doorzichtig om gerouti
neerde spelers als Poul Petersen en
de spil Hansen te verontrusten. Bo
vendien ontbrakt de ruggesteun,
doordat zowel de Vroet als van
Schijndel niet meekwamen.
De Deense aanvallen, die deze
steun wel hadden waarom zouden
Pilmark en Ornvold zich ook met de
verdediging bemoeien? waren
daarentegen telkens vol gevaar door
snelheid, fantasie e® goed plaatsen.
Het was niet meer de vraag: zou Ne
derland nog gelijk maken? Maar eer
der: zou het nog 02 worden?
Met Steenbergen op de plaats van
Everse was de achterhoede echter
minder onzeker dan daarvoor. Het
spel werd wat rustiger en van Schijn
del en de Vroet konden wat meer
aandacht gaan besteden'aan hun op
bouwende taak, hoewel zij hierbij
geen van beiden de vorm van hun
De tweede landenontmoeting van
dit seizoen, tevens tweede en laatste
„thuiswedstrijd" heeft evenals Ne
derlandBelgië voor het Oranjeteam
een teleurstellend verloop gehad.
Trouwens, er waren talrijke punten
van overeenkomst met Rotterdam.
Op de eerste plaats was de uitslag
dezelfde, 10 voor BelPië en Dene
marken, hetgeen duidelijk een aan
wijzing mag worden genoemd voor
de machteloosheid onzer voorhoede,
die zowel te Rotterdam als te Am
sterdam tegenover goede, maar ze
ker geen ijzersterke defensies stond.
Want in beide wedstrijden is een
groot aantal kansen tot scoren ge
weest, tegen Denemarken misschien
nog wel meer dan tegen België, maar
van geen van die kansen is geprofi
teerd, een onmacht, waarvan de spe
lers zelf ook overtuigd waren, ge
zien de nog al gedeprimeerde stem
ming welke er na afloop in de Ne
derlandse kleedkamer hing.
Wil men meer punten van over
eenkomst tussen Rotterdam en Am
sterdam? Zowel tegen België als te
gen Denemarken hebben de spelers
stuk voor stuk hun best gedaan, som
migen zelfs meer dan dat. Maar na
de nederlaag tegen België hebben
wij de stelling verkondigd en daar
voor ook bewijzen aangevoerd, dat
er in het Oranje-elftal niet meer zat,
dat er geen uitblinkers meer in de
ploeg staken, dat er in de voorhoede
na het verlies van Wilkes een match -
winner ontbrak, een stelling, welke
in de wedstrijd tegen Denemarken
opnieuw werd bewezen. Waar was
de man, die met een dodelijk schot
de aanvallen afwerkte? Waar waren
de spelers met fantasie, het initia
tief, die het lot van een wedstrijd
zouden hebben doen keren? Zowel te
Rotterdam als te Amsterdam ver
toonde het Nederlands elftal een
vlak spel, waarin slechts een heel
enkele maal de vonk van glorie uit
vroegere jaren gloeide.
Men mag studeren in tactiek, geza
menlijk oefenen, men moge nroberen
de lichamelijke conditie op hoger ni
veau te doen brengen, zonder soe-
'ers van grote allure zal het snel van
het vertegenwoordigend Nederlands
team triest en armetierig blijven.
Men zal. ook in technische kringen
van de voetbalbond wel langzamer
hand tot de conclusie gekomen zijn.
dat het voethal van de Orarderdoor*
de laa*s4e tijd veel gel:"'kt oo een
afsoiegeling van het slechte compe-
ti*:°soel.
Sommigen zeggen: het zit in onze
midvoor. En dan wiizen zij op Van
Roessel. de drawback van de wed
strijd Zuid-NedertandLuxemburg.
Men heeft na de matige wedstrijd
van Roosenburg te Konenhaffen. het
vorig seizoen van Roessel laten m°e-
soelen tegen Finland. Maar naar één
weJstriid en nog wel tegen de inter
nationaal niet hoog geklasseerde Fin
nen kan men van Roessel moeilök
beoordelen, waarmede wij maar wil
len zeggen, dat het no" zeer de
vraag zou zijn of de zuidelijke mid
voor het er zovpel beter zou hebben
afgebracht dan Ronsenbur». De laat
ste was ijverig als altijd, switchte
veel, maar ziin st>el is verkramnt.
Door enorme insoanning komt hii
een heel eind zonder ook maar een
enkele maal de in|Jruk te vestigen
dat hij een spei°r van werk°l"k Pro-
te klasse is. Of heeft men niet ge
zien, hoeveel kansen Roosenburg in
deze wedstrijd onbenut heeft gela
ten? Niet éénmaal heeft de nationale
midvoor gefaald, maar intelbare ke
ren. Clavan speelde bewegelijk,
snel, maar veel goeds heeft hij met
de bal niet gedaan. En was Schaap
niet een volkomen faillure deze wed
strijd? En teert Timmermans niet
nog altijd op zijn drie doelpunten
tegen Frankrijk? Heeft Lenstra de
Hagenaar niet enkele kansen op een
presenteerblaadje aangeboden? Maar
steeds mislukte elke poging om tot
scoren te komen. Ja, Lenstra, zal
men zeggen, heeft die dan niet voor
treffelijk gespeeld? Inderdaad, hij en
Kraak waren onze beste spelers en
in tegenstelling met de wedstrijd te
gen de Rode Duivels trachtte hij nu
wel zelf te schieten. Enkele malen
loste hij goed gerichte schoten, maar
doelman Nielsen was in bijzondere
vorm en men moet heel wat in zijn
mars hebben om deze door en door
geroutineerde keeper te passeren.
En bijna was dat nog gebeurd, in de
laatste seconde van de wedstrijd,
toen Lenstra een hard schot loste, dat
enkele centimeters langs de buiten
kant van de paal ging, een persoon
lijke teleurstelling voor hem, want
een doelpunt zou een bekroning zijn
geweest op verdienstelijk vaak zelfs
intelligent spel gedurende tweemaal
45 minuten.
In de middenlinie bleven de Vroet,
van Schijndel en Terlouw onder de
verwachtingen. Zowel de aanvoerder
als de SVV'er waren in minder goe
de vorm en zelfs Terlouw maakte
foutjes, al was zijn spel vrij goed te
noemen.
Ten aanzien van onze defensie doen
zich overigens nieuwe ziektever
schijnselen voor, welke bepaald ver
ontrustend mogen worden genoemd.
Terugspelen, indien het beslist niet
anders kan, zal iedereen kunnen bil
lijken, maar te onpas en dan nog ve
le malen op doelman Kraak terug
spelen is beslist te veroordelen.
Ook van Schijndel en de beide
achterspelers kregen met Terlouw
last van deze ziekte.
De beide achterspelers hebben ook
al geen grootse indruk achtergela
ten. Van der Sluis kan op een ma
tige wei strijd terugzien en Everse
was beslist onvoldoende bij het
dekken van de snelle buitenman.
Hetgeen prompt een doelpunt kostte.
Doelman Kraak heeft een uitste
kende wedstrijd gespeeld. Vooral in
de eerste helft was zijn timen zeer
nauwkeurig, zijn wegstompen be
trouwbaar, zijn opstelling tactisch.
Het was jammer, dat hij de bedoeling
van Lyngsaa, die hem met een lastig
schot verraste, absoluut niet begre
pen heeft.
Het Deense elftal was in alle on
derdelen van het spel, behalve wat
het schieten betreft, juist iets beter
dan het Oranjeteam. Het verband,
tussen de linies sloot best, in tech
nisch opzicht was hun gemiddelde
TIJDENS EEN NEDERLANDSE
AANVAL, was het Deense doel uit
stekend afgegrendeld. Niet minder
dan zes man, inclusief doelman Niel
sen die we op deze foto een fraaie
redding zien verrichten, hadden
zich voor de doelmond opgesteld.
Derde van links: Schaap. Eerste van
rechts: Clavan; derde van rechts
Roosenburg.
prestatie hoger aan te slaan dan die
van onze jongens, al waren er ook
hij hen weinige uitblinkers te vin
den. Eigenlijk waren er maar vier
spelers, die door hun spel de koude
voeten en handen van de toeschou
wers een beetje verwarmden. Dat
waren, zoals Wij reeds schreven, aan
Hollandse zijde Lenstra en Kraak,
aan Deense zij Je doelman Nielsen en
rechtsback Petersen
Voor het overige was het een
kleurloze ontmoeting, welke wij,
evenals die tegen België, wel.heel
gauw zullen vergeten.
DE SPELERS.
Wanneer we de prestaties indivi
dueel beschouwen, dan moet op de
eerste plaats worden gezegd, dat in
het Nederlands elftal slechts één spe
ler volkomen voldeed, n.l. Kraak.
Kraak heeft zijn doel feilloos ver
dedigd, hjj had het drukker dan Niel
sen, soms was het werk zeer lastig,
maar vele malen maakte de Deense
voorhoede het hem, door gebrek aan
schutterscapaciteiten, niet al te moei
lijk. Het lastigste schot van de wed
strijd was dat, waarmede Lygsaa zijn
land de overwinning bezo'rgde.
De rest van de verdediging heeft
het er minder goed afgebracht. Ever
se was zwak in dekken en wegwer
ken, van der Sluis wat beter, maar
in de tweede helft kon ook hij de
snelle Denen niet meer de baas. Tus
sen dit tweetal stond Terlouw, die
het tegen Holm niet lastig had. maar
aan wie het toch duidelijk was te
merken? dat hij niet in zijn beste
vorm verkeerde. De Spartaan stond
nog al eens vreemd te „schutteren"
en zi,in terugspelen was vaak angstig
onzuiver. Bovendien paste hij dit
noodmiddel naar onze mening te-
vaak toe. Van Schijndel heeft een be
hoorlijke wedstrijd gespeeld. Aanval
lend heeft hij zijn taaie, vooral na de
hervatting, echter wel wat verwaar
loosd. Ook De Vroet was niet in zijn
beste vorm. In de verdediging ver
zette de Nederlandse aanvoerder ech
ter bergen werk. Evenals bij al zijn
teamgenoten was het plaatsen een
zwak punt bij de Feijenoorder.
Helaas valt er van de voorhoede
ook weinig goeds te vertellen. Lenstrs
was ongetwijfeld de beste van het
vijftal en vooral in de eerste helft
van de wedstrijd deed hij zeer fraaie
dingen. Van Schaap miste hij alle
steun, want de Gooi-speler faalde
volkomen. In alle onderdelen, zelfs
in techniek, was hij onvoldoende.
Waarom geeft Schaap de bal niet
eerder af, waarom wordt vanaf elke
plaats en uit elke stand op doel ge
schoten?
De ADO-vIeugel ClavanTimmer
mans had ook al een slechte middag.
Vooral Clavan bleef ver onder de
maat. Ziin scherpe schot is de laatste
wedstrijden totaal zoek Timmermans
was ijverig, maar plaatsen en schie
ten waren ook bij hem onvoldoende.
Midvoor Roosenburg was vrii actief
en zijn spelverdeler goed. Hij mist
echter de „finishing touch", de kracht
een aanval af te maken een rush door
te zetten. Een onvoldoende mogen we
de Sneek-man zeker niet geven.
De Denen vormden een veel beter
sluitend geheel. Het was een homo
geen elftal, dat bovendien bestond uit
technisch goed geschoolde en snelle
spelers. Uitblinkers waren in dit
team doelman Nielsen, de rechtsback
Petersen, en de beide kanthalves Pil
mark en Ornvold. Bovendien was de
voorhoede met de snelle buitenspe
lers Möller en vooral Lyngsaa van
i ^behoorlijke sterkte. De binnenspelers
Bennike en Rou Jensen hadden een
goede eerste helft terwijl midvoor
Holm, overigens de minste uit deze
linie, een goed spelverdeler bleek te
zijn.
De scheidsrechter, de Luxemburger
Hamus, was naar onze smaak te
zwak voor een interlandwedstrijd.
Zifn leiding was inconsequent, in het
bijzonder wat de toepassing van de
z.g. voordeelregel betreft. Vele aan
vallen werden op deze wijze onno
dig door de arbiter onderbroken.